Examenreglement (2013-2014)
1
EXAMENREGLEMENT cursusjaar: 2013-2014
Hoornbeeck College, reformatorisch opleidingen centrum voor MBO locatie Amersfoort Utrechtseweg 230 Postbus 875 3800 AW Amersfoort tel.nr. (033) 468 08 08
locatie Goes Van Dusseldorpstraat 45 4461 LT Goes tel.nr. (0113) 21 42 78
locatie Apeldoorn Musschenbroekstraat 11 Postbus 4328 7320 AH Apeldoorn tel.nr. (055) 538 45 50
locatie Rotterdam Carnissesingel 210 Postbus 55437 3008 EK Rotterdam tel.nr. (010) 293 78 77
locatie Kampen Engelenbergplantsoen 5 Postbus 313 8260 AH Kampen tel.nr. (038) 333 64 87
Centrale diensten Utrechtseweg 230 Postbus 706 3800 AS Amersfoort tel.nr. (033) 468 08 08
Versie: 1 oktober 2013
Examenreglement (2013-2014)
2
Inhoudsopgave examenreglement Hoofdstuk 1
-
De regeling van de examens artikel 1.1 begrippenlijst artikel 1.2 toegang, toelatingen examendeelnemers artikel 1.3 aanwezigheid artikel 1.4 vrijstelling artikel 1.5 examenprogrammering artikel 1.6 fraudebepalingen artikel 1.7 toezicht artikel 1.8 uitslag artikel 1.9 bezwaar / beroep artikel 1.10 uitslagregels artikel 1.11 meer toetsgelegenheden artikel 1.12 beroepspraktijkvorming artikel 1.13 diploma’s, certificaten en resultaatoverzichten artikel 1.14 onvoorziene omstandigheden
Hoofdstuk 2
-
De organisatie van de examens artikel 2.1 examencommissie artikel 2.2 bekendmaking artikel 2.3 wijze van aanmelding artikel 2.4 hulpmiddelen artikel 2.5 oproep artikel 2.6 ziekte / overmacht artikel 2.7 de afname van mondelinge toetsen artikel 2.8 de afname van praktijktoetsen artikel 2.9 de afname van schriftelijke toetsen artikel 2.10 examenprotocol centraal ontwikkelde examens artikel 2.11 inzagerecht, bewaartermijn, recht op bespreking artikel 2.12 geheimhouding artikel 2.13 afwijkende toetsing
11
Hoofdstuk 3
-
De richtlijnen voor de samenstelling van de examens artikel 3.1 vaststelling van de toetsen artikel 3.2 objectiviteit artikel 3.3 gelijkheid artikel 3.4 beoordelingscriteria artikel 3.5 doorzichtigheid artikel 3.6 motivering
16
Hoofdstuk 4
-
Bezwaar en beroep artikel 4.1 artikel 4.2 artikel 4.3 artikel 4.4 -
17
Bijlage 1
-
3
bezwaar commissie van beroep voor de examens bevoegdheid commissie van beroep bezwaar- / beroepschrift
Examenprotocol Centraal Ontwikkelde Examens 2013-2014
19
Examenreglement (2013-2014)
3
Hoofdstuk 1 - De regeling van de examens Artikel 1.1
- begrippenlijst
Assessment
: Kwalificerend beoordelen van de geschiktheid van een persoon voor een (toekomstige) taak of functie vanuit verschillende invalshoeken.
Beroep
: Een verzoek om herziening van een beslissing in het kader van dit reglement. Dit verzoek wordt gericht aan de commissie van beroep.
Beroepspraktijk- : Onderwijs dat plaatsvindt in de praktijk van het beroep. Van elke vorming beroepsopleiding maakt onderwijs in de praktijk deel uit. De beroepspraktijkvorming wordt verzorgd op grondslag van een overeenkomst, gesloten door de instelling, de student en het bedrijf dat de beroepspraktijkvorming verzorgt. De praktijkovereenkomst voor een BBL-student wordt tevens ondertekend door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Bevoegd gezag
Beoordelaar
Certificaat College van Bestuur
: Het College van Bestuur dat op grond van de wet het bevoegd gezag van de instelling is. Een : door een examencommissie aangewezen persoon die een oordeel geeft over de geleverde prestaties van een student / kandidaat in een toets. : Bewijsstuk van het behalen van een deelkwalificatie of certificeerbare eenheid. Het bestuur van de Stichting voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag, bestaande uit een door de Raad van Toezicht vast te stellen aantal leden, aan wie het bevoegd gezag taken en bevoegdheden heeft overdragen conform artikel 9.1.7, lid 1 van de WEB.
Commissie van beroep
: De commissie die het beroep behandelt dat door een kandidaat is ingesteld naar aanleiding van een uitspraak van een van de examencommissies op het bezwaar dat door hem / haar is ingediend.
Competentie
: Een cluster van kennis, vaardigheden en houdingen die van invloed is op een belangrijk deel van iemands taak (rol of verantwoordelijkheid), die samen gaat met de prestatie op die taak, die kan worden gemeten en getoetst aan aanvaarde normen, en kan worden verbeterd via training en ontwikkeling.
Deelkwalificatie
: Een combinatie van eindtermen vastgesteld voor een bepaalde beroepsopleiding, die in het licht van de uitoefening van het beroep waarop de opleiding is gericht een zelfstandige betekenis heeft. Elke deelkwalificatie wordt afgesloten met een toets die uit meerdere onderdelen kan bestaan.
Deelnemer
: Een persoon die zich met het oog op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat inschrijving bij de instelling.
Diploma
: Een bewijsstuk voor het behalen van een kwalificatie van een opleiding.
Directieteam
: De personen die onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur en binnen de door dit college gestelde kaders de leiding van de voorbereiding en de uitvoering van het beleid van de instelling, alsmede de coördinatie van de dagelijkse gang van zaken en het beheer van de instelling hebben.
Examenreglement (2013-2014)
4
Eindtermen
: Omschreven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden en in voorkomende gevallen beroepshoudingen waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. Eindtermen hebben betrekking op het maatschappelijk en beroepsmatig functioneren en hebben in voorkomende gevallen betekenis voor de doorstroming naar vervolgonderwijs.
Examen
: Het examen toetst of de kandidaat bij het voltooien van de opleiding voldoet aan de eindtermen of de eisen die in het Kwalificatiedossier zijn gesteld.
Examencommissie: De commissie die belast is met verschillende taken rond examens. Deze taken staan in dit reglement vermeld. Er zijn de volgende commissies: centrale examencommissie, sectorale examencommissie, teamexamencommissie. Examendeelnemer: Iemand die deelneemt aan toetsing, maar niet als student is ingeschreven. Examenonderdeel : Een onderdeel van het examen. Examenonderdelen komen overeen met deelkwalificaties of kerntaken. Examinator Instelling
: Degene die belast is met de afname van het examen. :
Het Hoornbeeck College, gevestigd te Amersfoort (met uitvoeringslocaties te Amersfoort, Apeldoorn, Goes, Kampen en Rotterdam). - bezoekadres : Utrechtseweg 230, 3818 ET Amersfoort; - postadres : Postbus 875, 3800 AW Amersfoort.
Kandidaat
: Ieder die deelneemt aan de door de instelling verzorgde examenvoorzieningen.
Kerntaak
: Een set van inhoudelijk samenhangende beroepsactiviteiten die door een belangrijk deel van de beroepsbeoefenaars wordt uitgeoefend. De kerntaken geven de kernmerkende werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar weer, zo mogelijk een logische volgorde van het beroep. De kerntaken zijn opgenomen in landelijk vastgestelde kwalificatiedossiers
Kwalificatie
: Een opleiding die is opgenomen in de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs en opleidt tot een kwalificatie voor een van de niveaus van beroepsuitoefening.
Leerweg
: De WEB kent twee leerwegen die tot eenzelfde kwalificatie leiden: a. de beroepsbegeleidende leerweg: de praktijkcomponent omvat 60% of meer van de studieduur; b. de beroepsopleidende leerweg; de praktijkcomponent omvat minimaal 20% en maximaal 60% van de studieduur.
Onderwijs- en : Het document waarin de belangrijkste kenmerken van de opleiding, waaronder examenregeling de inhoud en inrichting, de studieduur voor een groep of groepen deelnemers en de toetsing en examinering worden vastgelegd door het College van Bestuur. Onderwijsovereenkomst :
Opleiding
Een overeenkomst tussen student en bevoegd gezag van de instelling, die ten grondslag ligt aan de inschrijving. Deze overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van beide partijen.
: Een samenhangend geheel van onderwijseenheden of kerntaken / werkprocessen gericht op het behalen van een diploma. Elke opleiding wordt afgesloten met een examen.
Examenreglement (2013-2014)
5
Ouders
: De vader en moeder c.q. voogd(en) en/of verzorger(s) van de student.
Plagiaat
: Het zonder bronvermelding overnemen van het werk van anderen en als eigen werk gebruiken, inleveren of openbaar maken.
Portfolio
: Een verzameling bewijsmateriaal waarmee de kandidaat kan aantonen dat de vereisten competentie(s), werkproces(sen) of kernta(a)k(en) worden beheerst.
Praktijkovereenkomst
: De overeenkomst die tussen de instelling, de student en de praktijkbiedende organisatie wordt gesloten voor de realisering van de beroepspraktijkvorming (bpv). Deze overeenkomst vormt de grondslag voor de bpv, regelt de rechten en plichten van de partijen en omvat bepalingen over eindtermen c.q. kernopgaven, begeleiding en beoordeling.
Proeve van bekwaamheid
: Een kwalificerend examen, waarbij in een realistische, eventueel gesimuleerde, werksituatie het bewijs moet worden geleverd dat een kerntaak (of cluster van kerntaken) op het vereiste niveau uitgevoerd wordt. Een Proeve - beoordeelt geïntegreerd kennis, houding en vaardigheden; - beslaat altijd een vooraf afgebakende periode; - informeert de kandidaat over een situatiebeschrijving, een opdracht, afnamecondities en de wijze van beoordeling door de beoordelaar(s); - voorziet in een beoordeling van zowel het product als het proces.
Raad van Toezicht
:
De raad die tot taak heeft te zorgen voor een goed College van Bestuur en integraal toezicht te houden op (het beleid van) dat college en op de algemene gang van zaken in de stichting en iedere van de stichting uitgaande school.
Stichting
: Stichting voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag (SORG)
Student
: De deelnemer in de zin van artikel 8.1.1 van de WEB.
Studieduur
: De studieduur van een opleiding wordt vastgesteld door het CvB. De studieduur kan verschillend zijn per deelnemer of groep van deelnemers. Deze duur wordt opgenomen in de oer van de opleiding voor zover deze voor een deelnemer of een groep van deelnemers afzonderlijk is vastgesteld. Bij het vaststellen van de studieduur houdt het CvB rekening met de normatieve studielast.
Studiejaar
: Een normatief studiejaar bestaat uit veertig weken van elke veertig uren, waaronder begrepen de beroepspraktijkvorming.
Studielast
: De studielast van elke opleiding wordt uitgedrukt in normatieve studiejaren. De normatieve studielast is de studielast die een deelnemer gemiddeld geacht wordt nodig te hebben om de opleiding te voltooien.
Surveillant
: Iemand die bij de afname van toetsen toezicht houdt.
Tentamen
: Een tentamen is de toetsing van specifieke kennis en/of vaardigheden.
Toets
: Een toets vormt de afsluiting van een werkproces en/of deelkwalificatie of een kerntaak en kan bestaan uit meerdere onderdelen.
WEB
: Wet Educatie en Beroepsonderwijs.
Werkproces
: Een afgebakend geheel van beroepsactiviteiten binnen een kerntaak.
Examenreglement (2013-2014)
6
Artikel 1.2 - toegang, toelatingen examendeelnemers lid 1
Deelnemers kunnen deelnemen aan het examen van de opleiding waarvoor zij zich hebben ingeschreven, binnen de voor de opleiding gestelde cursusduur en aan alle overige examenonderdelen die de instelling organiseert als zij het onderwijs - daartoe door de instelling aangeboden - hebben gevolgd. Aan de toegang tot het examen zijn de volgende aanvullende voorwaarden gesteld die in voorkomende gevallen nader zijn uitgewerkt in de onderwijs- en examenregeling van de betreffende opleiding: - voor de toegang tot bepaalde toetsen of examenonderdelen kan vereist worden dat andere toetsen of examenonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd; - deelnemers moeten zich op de juiste wijze inschrijven voor elke toets (zie artikel 2.3).
lid 2
Degenen die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wensen te worden toegelaten, kunnen zich als examendeelnemer in laten schrijven. Dit ter beoordeling door de betreffende sectorale examencommissie.
lid 3a
Kandidaten die op grond van het tweede lid tot het examen van een eindtermengerichte opleiding worden toegelaten, zijn aan het College van Bestuur een bedrag verschuldigd van € 250,- voor een volledig examen. Voor een examen dat niet uit alle voor het behalen van het diploma vereiste examenonderdelen bestaat, gelden de volgende bedragen: voor één examenonderdeel € 125,00, voor twee examenonderdelen € 200,00, voor drie of meer examenonderdelen € 250,00.
lid 3b
Kandidaten die op grond van het tweede lid tot het examen van een competentiegerichte opleiding worden toegelaten, zijn aan het College van Bestuur een bedrag verschuldigd waarvan de hoogte afhangt van de toetsvorm van het betreffende examen:
Schriftelijk tentamen Vaardigheden tentamen Opdracht Portfolio assessment Proeve van Bekwaamheid
: : : : :
€ 25,00 € 50,00 € 75,00 € 100,00 € 150,00
lid 4
Kandidaten die op grond van het tweede lid tot het examen worden toegelaten omdat zij door aantoonbare ziekte of bijzondere omstandigheden hun studie niet binnen de looptijd van de onderwijsovereenkomst hebben kunnen afronden, zijn geen bedragen verschuldigd voor het (alsnog) afleggen van een of meerdere toetsen.
lid 5
Van kandidaten die op grond van het tweede lid tot het examen worden toegelaten, kan tevens een verklaring van de werkgever, een instelling of andere instantie(s) gevraagd worden, waaruit het College van Bestuur de conclusie kan trekken dat toegang tot de toetsen zinvol is.
Artikel 1.3 - aanwezigheid Kandidaten zijn verplicht deel te nemen aan de toetsen waarvoor zij zijn ingeschreven. Kandidaten die niet aan een toets hebben deelgenomen, overleggen aan de teamexamencommissie een verklaring waarop de reden van het verzuim is vermeld. Deze commissie oordeelt over de geldigheid hiervan. Voor kandidaten met een geldige reden komt de eerstvolgende toetsgelegenheid in de plaats van de verzuimde toetsgelegenheid. Voor de kandidaten zonder een geldige reden, blijft de eerste toetsgelegenheid geldig.
Examenreglement (2013-2014)
7
Artikel 1.4 - vrijstelling lid 1
De teamexamencommissie kan op verzoek van de betrokkene op basis van vooropleiding of ervaring, vrijstelling verlenen van het afleggen van een of meer toetsen en examenonderdelen. De commissie baseert zich bij het verlenen van vrijstelling op richtlijnen van de vastgestelde procedure van het College van Bestuur.
lid 2
Indien de deelnemer recht meent te hebben op een vrijstelling, dient de schriftelijke aanvraag hiertoe vergezeld te gaan van kopieën van diploma's en cijferlijsten waarop de eventuele vrijstelling is gebaseerd. Deze kopieën worden door de teamexamencommissie op echtheid gecontroleerd en gewaarmerkt.
lid 3
De teamexamencommissie kan op verzoek van de betrokkene studie- of ervaringsresultaten erkennen die aan een andere instelling zijn behaald.
Artikel 1.5 - examenprogrammering Alle gegevens met betrekking tot de inhoud en organisatie van de examens worden in de examenprogrammering per opleiding bekend gemaakt.
Artikel 1.6 - fraudebepalingen lid 1
De teamexamencommissie kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van toetsing onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de kandidaat gehoord. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige kandidaat laat zich vergezellen van een wettelijke vertegenwoordiger.
lid 2
Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt: - spieken; - plagiaat plegen; - het niet opvolgen van instructies van surveillanten en/of beoordelaars; - het bezitten van een ingeschakelde mobiele telefoon; - het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen. Verder staat het ter beoordeling van de teamexamencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel.
lid 3
De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn: - ongeldigheidsverklaring van de uitslag van de betreffende toets; - uitsluiting van (verdere) deelname aan toetsing. - het bepalen dat het diploma, het certificaat en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de teamexamencommissie aan te wijzen onderdelen. Als het hernieuwd examen, bedoeld in de vorige volzin, betrekking heeft op een of meer onderdelen van het examen, vindt dit plaats bij de eerstvolgende gelegenheid.
lid 4
Alle partijen die betrokken zijn bij een onderwijsovereenkomst die op de opleiding van toepassing is, worden van de maatregel schriftelijk in kennis gesteld.
Examenreglement (2013-2014)
8
lid 5
Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van de instelling of van hulpkrachten die door de instelling zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden maatregelen als bedoeld in lid 4 alleen toegepast voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid.
lid 6
Alvorens een beslissing ingevolge het derde lid wordt genomen, hoort de teamexamencommissie de kandidaat die zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige persoon laten bijstaan. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat. In die mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in hoofdstuk 4 van dit reglement. De schriftelijke mededeling wordt in afschrift toegezonden aan alle partijen die betrokken zijn bij een onderwijsovereenkomst die op de opleiding van toepassing is.
Artikel 1.7 - toezicht De inspectie houdt namens de minister toezicht op de examens.
Artikel 1.8 - uitslag lid 1
De uitslag van elke toets wordt binnen 15 schooldagen na de afname van de toets aan de student bekend gemaakt.
lid 2
De diplomabeslissing wordt namens het College van Bestuur door de teamexamencommissie binnen 15 schooldagen na afsluiting van de opleiding bekend gemaakt. Uitslagen worden schriftelijk aan de kandidaten bekend gemaakt.
Artikel 1.9 - bezwaar/beroep Kandidaten kunnen tegen de uitslag van de toetsen en tegen maatregelen als bedoeld in artikel 1.6, lid 3 bezwaar aantekenen volgens de regels van hoofdstuk 4 van dit reglement.
Artikel 1.10 - uitslagregels lid 1
Per deelkwalificatie of kerntaak wordt door de teamexamencommissie vastgesteld of een kandidaat deze behaald heeft of niet. De eindwaardering voor een deelkwalificatie wordt weergegeven in een van de volgende begrippen: - onvoldoende - voldoende - goed; of in een van de volgende cijfers: 10 = uitmuntend 9 = zeer goed 8 = goed 7 = ruim voldoende 6 = voldoende
5 4 3 2 1
= = = = =
bijna voldoende onvoldoende gering slecht zeer slecht
Examenreglement (2013-2014)
9
De uitslag voor een kerntaak wordt weergegeven in een van de volgende begrippen: - onvoldoende - voldoende - goed
lid 2
Een kandidaat heeft een deelkwalificatie behaald indien - het gewogen gemiddelde van de behaalde resultaten 5,5 of meer is of indien de betreffende deelkwalificatie met minimaal een voldoende is beoordeeld; - voldaan is aan de overige eisen die in de examenprogrammering aan de behaalde resultaten worden gesteld. Deelcijfers worden vastgesteld tot één decimaal; het eindcijfer wordt afgerond tot een geheel getal. Een kandidaat heeft een kerntaak behaald indien - de kerntaak met minimaal een voldoende is beoordeeld; - voldaan is aan de overige eisen die in de examenprogrammering aan de behaalde resultaten worden gesteld.
lid 3
Bij de vaststelling van het eindcijfer wordt gebruik gemaakt van niet afgeronde cijfers. Bij afronding vervalt de tweede decimaal en worden breuken van een half of meer naar boven afgerond en breuken van minder dan een half naar beneden.
Artikel 1.11 - meer toetsgelegenheden lid 1
Indien het eindresultaat van een deelkwalificatie, certificeerbare eenheid, kerntaak of cluster van werkprocessen niet voldoende is, heeft een kandidaat het recht onvoldoende toetsen voor deze deelkwalificatie c.q. (onder)delen van deze certificeerbare eenheid, deze kerntaak of dit cluster nog een keer af te leggen. In de onderwijs- en examenregeling zijn per opleiding de regels voor de hertoetsing opgenomen.
lid 2
Voor de eindtermengerichte opleidingen geldt dat bij herkansing het laatst behaalde resultaat geldt. Voor de competentiegerichte opleidingen dat bij herkansing het hoogst behaalde resultaat van toepassing is.
lid 3
Namens het College van Bestuur adviseert de teamexamencommissie de kandidaat die na de extra toetsgelegenheden niet is geslaagd voor de deelkwalificatie c.q. de kerntaak over de voortgang van de opleiding.
Artikel 1.12 - beroepspraktijkvorming lid 1
De instelling beoordeelt of de betreffende eindtermen c.q. kerntaken of werkprocessen zijn behaald. Het College van Bestuur betrekt hierbij het oordeel van het opleidend bedrijf of de opleidende organisatie.
lid 2
De beoordeling van de beroepspraktijkvorming is per opleiding vastgelegd in de beroepspraktijkvormingsgidsen. Deze gidsen maken deel uit van de onderwijs- en examenregeling van de betreffende opleiding.
Examenreglement (2013-2014)
10
lid 3
Wanneer de beroepspraktijkvorming volgens de onderwijs- en examenregeling een deelkwalificatie of kerntaak betreft, wordt het examenresultaat uitgedrukt in de waarderingen "goed", "voldoende" dan wel "onvoldoende". Wanneer de beroepspraktijkvorming volgens de onderwijs- en examenregeling deel uitmaakt van een of meerdere deelkwalificaties of kerntaken, kan voor deze deelkwalificaties resp. kerntaken het eindresultaat eerst worden vastgesteld als het resultaat voor de beroepspraktijkvorming minimaal voldoende is.
lid 4
Indien het resultaat van de beroepspraktijkvorming niet voldoende is, kan de kandidaat eenmaal in de gelegenheid worden gesteld tot een verlenging van deze vorming met ten hoogste drie maanden.
Artikel 1.13 - diploma's, certificaten en resultatenoverzichten lid 1
Aan een kandidaat die voor een of meer deelkwalificaties of certificeerbare eenheden een voldoende resultaat heeft behaald, wordt een certificaat uitgereikt. Het certificaat heeft een onbeperkte geldigheidsduur. Op het certificaat worden ten minste vermeld het examenonderdeel, het voor dat onderdeel behaalde resultaat, de opleiding waarin het examen heeft plaatsgevonden, alsmede de datum waarop de uitslag van het examen is vastgesteld.
lid 2
De kandidaat die geslaagd is voor een examen ontvangt een diploma en een of meerdere bijlagen. Op het resultatenoverzicht worden ten minste vermeld de door de kandidaat afgelegde deelkwalificaties c.q. kerntaken of werkprocessen, het moment van afname en de daarbij behaalde resultaten. Duplicaten van diploma's, certificaten en resultatenoverzichten worden niet uitgereikt.
Artikel 1.14 - onvoorziene omstandigheden In geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist het Directieteam (DT) in samenspraak met het College van Bestuur (CvB).
Examenreglement (2013-2014)
11
Hoofdstuk 2 - De organisatie van de examens Artikel 2.1 - examencommissies lid 1
Het College van Bestuur stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens een centrale examencommissie, per sector een sectorale examencommissie en per team een teamexamencommissie in. De leden van de commissies kunnen docenten uit de betreffende vakgebieden en, voor de beroepspraktijkvorming, praktijkopleiders zijn.
lid 2
Het College van Bestuur benoemt de portefeuillehouder examinering van het directieteam tot voorzitter van de centrale examencommissie, de betreffende directeur sector tot voorzitter van de sectorale examencommissie en de betreffende opleidingsmanager tot voorzitter van de teamcommissie. Voor elke commissie wordt tevens een lid van de commissie aangewezen tot secretaris die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de betreffende onderwijs- en examenregeling(en).
lid 3
Het College van Bestuur stelt voor de examencommissies de taakomschrijving vast, waarbij in ieder geval de volgende taken worden belegd: de organisatie en de afname van de examens; de evaluatie van het proces van examinering en het mede aan de hand hiervan formuleren en implementeren van verbeteringen; de aanwijzing en instructie van toetsconstructeurs, toetsvaststellers, surveillanten, examinatoren en beoordelaars; de verlening van vrijstellingen op grond van artikel 7.4.3. lid 3 van de WEB; de verlening van vrijstellingen op basis van de richtlijnen van het College van Bestuur, anders dan op grond van artikel 7.4.3. lid 3 van de WEB; de vaststelling van regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van toetsen van het examen of de examenonderdelen; de opstelling van richtlijnen en aanwijzingen voor de examinatoren met betrekking tot beoordeling en uitslag; de beoordeling van de geldigheid van de reden van verzuim tijdens toetsen; de vaststelling van maatregelen bij onregelmatigheden; de vaststelling van de onderwijs- en examenregelingen i.c. de toetsplannen; de vaststelling van de toetsmatrijs en van de definitieve cesuur; de vaststelling van de einduitslag van het examen; het uitreiken van diploma's, resultatenoverzichten en certificaten.
Artikel 2.2 - bekendmaking Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van de toetsen worden in de examenprogrammering bekend gemaakt.
Artikel 2.3 - wijze van aanmelding Als een kandidaat niet wenst deel te nemen aan deze toetsing, dient hij dit uiterlijk twee dagen voor de afname van de toets schriftelijk - met opgaaf van redenen - mee te delen aan de secretaris van de teamexamencommissie. De overige kandidaten zijn automatisch ingeschreven voor de toets. Op hen is artikel 1.3 van dit reglement van toepassing.
Examenreglement (2013-2014)
12
Artikel 2.4 - hulpmiddelen Kandidaten worden op de hoogte gebracht van de hulpmiddelen die zij bij de toetsen mogen gebruiken.
Artikel 2.5 - oproep Kandidaten krijgen één week vóór de vastgestelde datum een schriftelijke oproep voor een toets. Deze oproep kan bestaan uit het verstrekken van een toetsrooster waarop in ieder geval de datum, tijd en locatie voor de afname van de toets staan vermeld.
Artikel 2.6 - ziekte / overmacht lid 1
Indien een kandidaat verhinderd is bij een of meer toetsen van de eerste gelegenheid van een onderdeel van het examen tegenwoordig te zijn, wordt hem de gelegenheid gegeven die toets(en) af te leggen tijdens de tweede gelegenheid.
lid 2
Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de teamexamencommissie, verhinderd is bij een of meer toetsen van de tweede gelegenheid van een onderdeel van het examen tegenwoordig te zijn, wordt hem de gelegenheid gegeven die toets(en) alsnog af te leggen.
lid 3
De kandidaat stelt de secretaris van de betreffende teamexamencommissie in voorzienbare gevallen tijdig, doch uiterlijk twee dagen voor de aanvang van de toets op de hoogte van zijn verhindering en de reden ervan. De teamexamencommissie neemt een beslissing over de geldigheid van de reden en deelt deze uiterlijk 24 uur voor de afname van de betreffende toets aan de kandidaat mee.
lid 4
De kandidaat die onvoorzien verhinderd is, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, moet zich vooraf, doch uiterlijk 24 uur na de aanvang van de examentoets afmelden met opgave van redenen.
lid 5
Kandidaten kunnen bezwaar - volgens de regels van hoofdstuk 4 - aantekenen indien de beslissing over de redenen bedoeld in lid 4 afwijzend is.
lid 6
Indien de kandidaat na afwijzing van zijn verzoek geen bezwaar aantekent of als zijn bezwaar en (eventueel) zijn beroep wordt afgewezen, dan wordt de kandidaat uitgesloten van verdere deelname aan het examen van het betreffende examenonderdeel.
lid 7
Indien de kandidaat geen verzoek indient, dan wel zich op enig andere wijze onttrekt aan de afname van de examentoets van de tweede gelegenheid, dan kan het directieteam - na advies ingewonnen te hebben bij de sectorale examencommissie van de betreffende opleiding - hem de deelneming respectievelijk verdere deelneming aan het examen van de betreffende deelkwalificatie of kerntaak ontzeggen.
lid 8
Alvorens aan lid 7 uitvoering wordt gegeven, wordt de kandidaat door de sectorale examencommissie in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Als de sectorale examencommissie hierna haar beslissing uitvoert, wijst zij de kandidaat op de mogelijkheid tot bezwaar / beroep.
Examenreglement (2013-2014)
13
Artikel 2.7 - de afname van mondelinge toetsen lid 1
De gang van zaken voor, tijdens en na afloop van de mondelinge toetsing wordt tijdig aan de kandidaat kenbaar gemaakt.
lid 2
Gedurende de mondelinge toets maakt de protocolleur voldoende aantekeningen van het gesprek en/of wordt er een band- of video-opname gemaakt.
lid 3
Na afloop van de mondelinge toets wordt het resultaat vastgesteld door de examinator en de eventueel aanwezige protocolleur. Hierbij is de kandidaat niet aanwezig. Daarna wordt dit resultaat aan hem/haar meegedeeld.
lid 4
Het protocol wordt na afloop van de toets bij de secretaris ingeleverd.
Artikel 2.8 - de afname van praktijktoetsen lid 1
De gang van zaken voor, tijdens en na afloop van de praktijktoetsing wordt tijdig aan de kandidaat kenbaar gemaakt.
lid 2
De examinator - eventueel bijgestaan door een protocolleur - noteert bijzonderheden betreffende de praktijktoetsing in een protocol.
lid 3
Kandidaten leveren aan het einde van de praktijktoetsing eventueel toetsmateriaal en gemaakte opgaven in bij de examinator. De examinator dient er op toe te zien, dat het examenwerk door de kandidaat is vervaardigd. Hij controleert / noteert de ontvangst van het materiaal op het protocol.
lid 4
De examinator draagt al het materiaal over aan de teamexamencommissie. De teamexamencommissie draagt het materiaal over aan de beoordelaar. Het materiaal wordt na de beoordeling overgedragen aan de teamexamencommissie voor bewaring conform artikel 2.11.
Artikel 2.9 - de afname van schriftelijke toetsen lid 1
De gang van zaken voor, tijdens en na afloop van de schriftelijke toetsen wordt tijdig aan de kandidaat kenbaar gemaakt.
lid 2
De surveillanten zijn minimaal 15 min. voor de aanvang van een examentoets in het lokaal aanwezig. De kandidaat is uiterlijk 10 min. voor de aanvang van een toets aanwezig in het examenlokaal.
lid 3
Voor de aanvang van de toetsen hebben de surveillanten de volgende taken: * Zij zijn verantwoordelijk voor de inrichting van de toetslocatie. Deze inrichting geschiedt zodanig dat fraude kan worden voorkomen. * Zij controleren de hulpmiddelen en materialen die bij het examen zijn toegestaan en die niet via de instelling verstrekt worden. Overige hulpmiddelen of materialen mogen niet aanwezig zijn in de toetslocatie.
Examenreglement (2013-2014)
14
* Zij zorgen ervoor dat de kandidaten plaats nemen en vragen om stilte. * Zij controleren met behulp van de daarvoor bedoelde presentielijsten of alle kandidaten aanwezig zijn. Absentie wordt aangetekend op het protocol. * Zij openen de dag volgens rooster met schriftlezing, gebed en zingen van een psalmvers. lid 4
Tijdens de afname hebben de surveillanten de volgende taken: * Zij noteren het tijdstip van aankomst van laatkomers op de presentielijst. Een half uur na aanvang van het examen worden geen kandidaten meer toegelaten tot het examenlokaal. Tijdens het eerste half uur van het examen verlaat geen kandidaat het examenlokaal. Een kandidaat die te laat komt, meldt zich eerst bij de daarvoor aangewezen functionaris. Als de kandidaat zonder geldige reden te laat komt, wordt geen extra tijd beschikbaar gesteld. * Zij zien toe op rust en orde. Hiertoe wijden zij zich tijdens het afnemen van de examentoetsen uitsluitend aan hun toezichthoudende taak. * Zij vermelden onregelmatigheden op de presentielijst teamexamencommissie van de onregelmatigheden in kennis.
en
stellen
de
* Zij begeleiden kandidaten die om dringende redenen de toetslocatie tijdelijk moeten verlaten. * Zij verstrekken geen mededelingen of inlichtingen aan de kandidaten, tenzij de secretaris van de betreffende teamexamencommissie daartoe machtiging heeft verleend. lid 5
Na de afname van de toetsen hebben de surveillanten de volgende taken: * Zij zien erop toe dat kandidaten de toetslocatie pas verlaten nadat het examenwerk voorzien van naam en/of nummer is ingenomen en waarschuwen de kandidaten 10 minuten voor het verstrijken van de beschikbare tijd. * Zij laten één kwartier voor het einde van de tijd geen kandidaten meer de toetslocatie verlaten om onrust bij de achterblijvenden te voorkomen. * Zij controleren en noteren de ontvangst van het toetsmateriaal op het protocol. * Zij dragen het materiaal over aan de teamexamencommissie of de beoordelaar.
lid 6
De centrale examencommissie of een sectorale examencommissie kan nadere regels opstellen voor de gang van zaken tijdens de afname van schriftelijke toetsen. Deze regels worden dan opgenomen in de onderwijs- en examenregeling(en) van de betreffende opleiding(en).
Artikel 2.10 - examenprotocol centraal ontwikkelde examens Het College van Examens (CvE) stelt voor de afname van de Centraal Ontwikkelde Examens (COE) voor de generieke examenonderdelen Nederlandse taal en rekenen een protocol op. Dat protocol is van toepassing bij de afname van de betreffende examens in het betreffende cursusjaar. Het protocol is als bijlage bij dit examenreglement gevoegd.
Examenreglement (2013-2014)
15
Artikel 2.11 - inzagerecht, bewaartermijn en recht op bespreking lid 1
Werkstukken van kandidaten worden, indien de aard of omvang van die werkstukken dat toelaat, tezamen met de toets en beoordelingscriteria bewaard. De bewaartermijn bedraagt twaalf maanden na diplomering. Gedurende deze periode hebben belanghebbenden recht op inzage en heeft de kandidaat recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling.
lid 2
Van mondelinge toetsing, praktische werkstukken die aan bederf onderhevig zijn of werkstukken die vanwege hun grootte of om andere reden niet bewaard worden, worden de (beoordelings-) protocollen bewaard conform de termijn genoemd in het eerste lid van dit artikel.
lid 3
De inzage en bespreking genoemd in het eerste lid van dit artikel geschiedt alleen in aanwezigheid van de secretaris van de betreffende teamexamencommissie en desgewenst de examinator c.q. beoordelaar.
lid 4
Na afloop van de bewaartermijn kan het schriftelijk werk worden vernietigd en wordt de kandidaat gedurende een maand in de gelegenheid gesteld om het praktische werk te verkrijgen. Indien de kandidaat geen gebruik maakt van de hem geboden gelegenheid, komt het praktische werk toe aan de school.
lid 5
De termijn genoemd in het eerste lid van dit artikel geldt niet indien de kandidaat beroep of bezwaar aangetekend heeft. In voorkomende gevallen wordt deze termijn verlengd tot maximaal één maand na afloop van beroepsprocedure.
Artikel 2.12 - geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroeps of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 2.13 - afwijkende toetsing Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan het College van Bestuur toestaan dat de toets in afwijkende vorm wordt afgenomen. De afwijkende vorm moet voldoen aan de technische eisen zoals validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende toetsvorm mogen niet anders zijn dan de beoogde doelstellingen en het niveau van de oorspronkelijke toets.
Examenreglement (2013-2014)
16
Hoofdstuk 3 - De richtlijnen voor de samenstelling en de beoordeling van de examens Artikel 3.1 - vaststelling van de toetsen De vaststellingscommissie stelt de toetsen vast en let daarbij op betrouwbaarheid, transparantie en validiteit.
Artikel 3.2 - objectiviteit Elke kandidaat wordt objectief beoordeeld.
Artikel 3.3 - gelijkheid Elke kandidaat wordt aan de hand van dezelfde normen op gelijke wijze beoordeeld.
Artikel 3.4 - beoordelingscriteria Elke kandidaat wordt beoordeeld aan de hand van normen die vastgelegd zijn in een beoordelingsvoorschrift.
Artikel 3.5 - doorzichtigheid Kandidaten moeten op de hoogte zijn van de normering die bij de beoordeling gehanteerd wordt.
Artikel 3.6 - motivering Beoordelaars moeten hun beoordeling kunnen motiveren. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria.
Examenreglement (2013-2014)
17
Hoofdstuk 4 - Bezwaar en beroep Artikel 4.1 - bezwaar lid 1
Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen met betrekking tot het examen schriftelijk bezwaar aantekenen bij de betreffende teamexamencommissie.
lid 2
Deze teamexamencommissie doet binnen twee weken na het aantekenen van het bezwaar uitspraak. Alvorens een uitspraak wordt gedaan, hoort deze commissie de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige persoon laten bijstaan. De betreffende teamexamencommissie deelt haar beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in artikel 4.1, lid 3 van dit reglement.
Lid 3
Een kandidaat kan tegen de beslissing van de teamexamencommissie zoals beschreven onder het voorgaande lid schriftelijk bezwaar aantekenen bij de betreffende sectorale examencommissie.
Lid 4
De betreffende sectorale examencommissie doet binnen twee weken na het aantekenen van het bezwaar uitspraak. Alvorens een uitspraak wordt gedaan, hoort de betreffende sectorale examencommissie zowel de kandidaat als de betreffende teamexamencommissie. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige persoon laten bijstaan. De betreffende sectorale examencommissie deelt haar beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in artikel 4.2 van dit reglement.
Artikel 4.2 - commissie van beroep voor de examens lid 1
Het College van Bestuur stelt een commissie van beroep voor de examens in. Beslissingen van een examencommissie kunnen worden onderworpen aan het oordeel van deze commissie. Ook kan een kandidaat tegen een uitspraak op het bezwaar beroep aantekenen bij de commissie van beroep voor de examens.
lid 2
De commissie van beroep voor de examens bestaat uit een even aantal gewone leden en evenveel plaatsvervangende leden, een voorzitter (tevens lid) en een plaatsvervangend voorzitter.
lid 3
De (plaatsvervangende) leden van de commissie worden door het College van Bestuur benoemd voor een termijn van ten minste drie jaar en ten hoogste vijf jaar. Zij zijn opnieuw benoembaar. De (plaatsvervangende) leden maken geen deel uit van het bevoegd gezag, het College van Bestuur, van de inspectie of van de betreffende examencommissie, noch zijn zij belast met de beoordeling van de kandidaat.
lid 4
Op eigen verzoek wordt aan de (plaatsvervangende) leden van commissie van beroep voor de examens ontslag verleend. Bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar wordt hun ontslag verleend met ingang van de eerstvolgende maand. Zij worden ontslagen als zij uit hoofde van ziekte of gebreken ongeschikt zijn hun functie te vervullen alsmede als zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld. Alvorens het ontslag op grond van het in de derde volzin bepaalde wordt verleend, wordt de betrokkene van het voornemen tot ontslag in kennis gesteld en wordt hem de gelegenheid geboden zich ter zake te doen horen.
Examenreglement (2013-2014)
18
Artikel 4.3 - bevoegdheid commissie van beroep voor de examens lid 1
De commissie van beroep voor de examens oordeelt over beslissingen van een examencommissie. De commissie stelt de betreffende examencommissie op de hoogte van het ingestelde beroep.
lid 2
De kandidaat stuurt het beroepschrift aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur voorziet het beroepschrift van een dagstempel en stuurt het onverwijld naar de commissie van beroep. De dagstempel toont de datum waarop het beroep is ingediend en is doorslaggevend voor de termijnstelling van artikel 4.4 van dit hoofdstuk. De samenstelling van de commissie van beroep is als volgt: - de heer mr. H.A.W. Bouman (voorzitter) Achthoevenweg 12 7951 SK STAPHORST Postbus 51 7950 AB STAPHORST - de heer ing. H. van der Grond (lid en plaatsvervangend voorzitter) - de heer dr. G. van der Hoek (lid) - de heer ing. E. Klein (plaatsvervangend lid)
lid 3
De commissie stelt een onderzoek in alvorens te beslissen. Zij stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk (opnieuw) af te leggen. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de betreffende examencommissie, aan de inspectie en aan het bedrijf dat of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt.
lid 4
De commissie beslist binnen vier weken na indiening van het bezwaar of het beroep. De commissie kan de termijn met redenen omkleed eenmaal verlengen met een maximum van twee weken.
lid 5
Als de commissie het beroep gegrond acht, vernietigt zij de beslissing geheel of gedeeltelijk. De commissie is niet bevoegd in de plaats van de geheel of gedeeltelijk vernietigde beslissing een nieuwe beslissing te nemen. Zij kan bepalen dat opnieuw of, als de beslissing is geweigerd, alsnog in de zaak wordt beslist, dan wel dat het examen(onderdeel) opnieuw wordt afgenomen onder door de commissie te stellen voorwaarden. De examencommissie waarvan de beslissing is vernietigd, voorziet voor zover nodig opnieuw in de zaak met inachtneming van de uitspraak van de commissie van beroep voor de examens. De commissie kan daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen.
Artikel 4.4 - bezwaar-/beroepschrift Het bezwaar- of beroepschrift houdt in ieder geval in: - naam en adres van de indiener; - datum van indiening; - omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen bezwaar of beroep wordt ingediend (kopie meesturen); - de gronden van het bezwaar of beroep. De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt twee weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de dag waarop de maatregel of beslissing is bekend gemaakt.
Examenreglement (2013-2014)
19
Bijlage 1 Examenprotocol Centraal Ontwikkelde Examens 2013-2014 In het Examenbesluit beroepsopleidingen WEB1 staat het volgende: Artikel 6 ‘Taken College voor examens’, lid 1, onderdeel j. Het college is belast met het bij regeling vaststellen van een examenprotocol waarin de gang van zaken bij centrale examinering is vastgelegd, waaronder begrepen te nemen maatregelen bij onregelmatigheden begaan door deelnemers of examendeelnemers, het bewaren van het gemaakte examenwerk en de wijze waarop belanghebbenden kunnen kennisnemen van de beoordeling daarvan.
Het onderstaande protocol is een aanzet daartoe waarvan een eerste versie is opgesteld in voorafgaande pilotjaren. Op diverse plaatsen staat ‘pro memorie’ onder de kop. Dat duidt er op dat het desbetreffende onderwerp wel in het protocol thuishoort, maar dat in deze fase nog geen concrete invulling vermeld kan worden. Omgekeerd is het ook mogelijk dat dit protocol op onderdelen wellicht té gedetailleerd blijkt te zijn en dat te zijner tijd passages geschrapt worden. Tijdens de pilot moet dit protocol zoveel als mogelijk in acht genomen worden volgens het principe ‘Pas toe of leg uit’. Met andere woorden een instelling mag tijdens de pilot in 2013-2014 afwijken van het protocol, maar moet daarvan wel een melding maken naar het CvE (via een mail naar
[email protected]). Het CvE zal deze meldingen bezien om te kijken of aanpassingen van het protocol nodig of gewenst zijn. Vanaf 2014-2015 als er verplichte COE’s Nederlandse taal voor mbo 4 zijn, zal de inspectie van het Onderwijs toezicht houden op de afname van de centraal ontwikkelde examens. Het voor het studiejaar 2014-2015 geldende Examenprotocol zal na goedkeuring door de minister in mei 2014 gepubliceerd worden. Protocol centraal ontwikkelde examens taal en rekenen mbo Bij de afname van examens zijn diverse functionarissen van de onderwijsinstelling betrokken. In dit protocol worden de volgende (groepen van) examenbetrokkenen onderscheiden, met een korte omschrijving van de betrokkenheid bij de centraal ontwikkelde examens. Eén persoon kan meerdere rollen of functies vervullen. contactpersoon COE – Door het bevoegd gezag aangewezen functionaris die het aanspreekpunt op instellingsniveau is voor de communicatie over de COE’s met het CvE en tot taak heeft om de medewerkers te voorzien van relevante informatie hieromtrent. examencommissie – Het bevoegd gezag van een instelling of exameninstelling stelt, al dan niet in samenwerking met een of meer bevoegde gezagsorganen van andere instellingen, een examencommissie in ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elke door de instelling verzorgde opleiding of voor groepen van opleidingen.2 Voor het Hoornbeeck College is dit de centrale examencommissie. medewerker – Functionaris van de instelling die onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie betrokken is bij de centraal ontwikkelde examens, zoals surveillanten, medewerkers examenbureau, roostermakers, etc. portal-accountbeheerder – Elke instelling heeft minimaal één portal-account voor ExamenTester. Elk portal-account heeft een portal-accountbeheerder. De portalaccountbeheerder is voor Cito aanspreekpunt in de contacten over de techniek en de logistiek van de examinering. Deze portalaccountbeheerder ontvangt rechtstreeks van Cito het benodigde materiaal voor de examinering. Bij alle communicatie tussen Cito en de portalaccountbeheerder ontvangt de contactpersoon van de desbetreffende instelling een CC. 1. Examenbesluit beroepsopleidingen WEB, 2 juli 2010, Staatsblad 2010 nr. 294. 2. Het bevoegd gezag stelt één of meer examencommissies in conform art. 7.4.5 van de WEB.
Examenreglement (2013-2014)
20
systeembeheerder – Medewerker(s) die belast is/zijn met de technische aspecten van de digitale examinering. deelnemers3 – Examenkandidaten. kandidaat – Een deelnemer die het centraal ontwikkeld examen aflegt, moet afleggen of heeft afgelegd.
De centrale examencommissie kan de haar in dit protocol toebedeelde taken delegeren, maar blijft eindverantwoordelijke voor deze taken. (1) De centrale examencommissie draagt de medewerkers op om de werkzaamheden met inachtneming van dit protocol te verrichten en ervoor te zorgen dat de geheimhouding van de examenopgaven niet geschonden wordt. Hierbij gelden de volgende richtlijnen: Onder geheimhouding van de opgaven van een digitaal centraal ontwikkeld examen wordt het volgende verstaan: a. de opgaven zijn toegankelijk voor de kandidaat tijdens de examenzitting waaraan hij deelneemt; b. door de kandidaat gemaakte notities mogen door de kandidaat niet worden meegenomen; c. de opgaven zijn toegankelijk voor medewerkers van de school voor zover dat en op het moment dat dit noodzakelijk is voor de afname; d. het is niet toegestaan om een papieren uitdraai te maken van het gemaakte centraal examen. De centrale examencommissie wordt geacht de medewerkers van zijn school op te dragen om: bovenstaande bepalingen in acht te nemen; elk centraal ontwikkeld examen uitsluitend te gebruiken voor het doel waarvoor het bestemd is, te weten als centraal examen.*) ; te voorkomen dat examenopgaven en/of examenafnames worden gefotografeerd/gefilmd en/of registraties (zoals (digitale) schermafdrukken) daarvan zonder toestemming van het College voor Examens worden gemaakt dan wel verspreid; te voorkomen dat kandidaten tijdens een afname toegang hebben tot een of meerdere andere examens dan voor die betreffende afname ingepland staat **); geen informatie, in welke zin dan ook, over de inhoud van enig centraal examen met derden uit te wisselen ***). *) Dat betekent dat oefenen met centrale examens niet is toegestaan. Hiervoor mogen alleen de voorbeeldexamens gebruikt worden. Ook is het niet toegestaan om de digitale examens (klassikaal) met de kandidaten te bespreken. **) De toetsleider zorgt er voor dat er per kandidaat per vak maar één variant ingepland staat. Tevens zorgt de toetsleider er voor dat ingeplande examens pas vlak voor de afname vrijgegeven worden, zodat de kandidaat op het moment van afname geen andere toets kan openen dan de alleen het voor dat tijdstip ingeplande centraal ontwikkelde examen. ***) Onder ‘derden’ wordt hier verstaan: iedereen die niet uit hoofde van zijn betrekking in een mbo-instelling betrokken is bij de afname van het desbetreffende digitale centraal ontwikkelde examen.
3. De term “kandidaat” is synoniem aan de in de WEB gebruikte term “deelnemer”.
Examenreglement (2013-2014)
21
Dientengevolge is het docenten niet toegestaan om via forums op het internet te discussiëren over opgaven. Wat eventueel wel kan is dat enkele docenten van verschillende instellingen telefonisch of tijdens een besloten sessie spreken over het centraal ontwikkeld examen. Docenten dienen zich er van bewust te zijn dat informatie in handen kan komen van mensen voor wie deze informatie niet bedoeld is en dat het uitlekken van informatie over de centraal ontwikkelde examens de belangen van de kandidaten kan schaden. Voor inhoudelijke vragen of reacties kunnen docenten terecht bij de Examenlijn van het CvE. Over de door Cito verstrekte voorbeeldexamens kan uiteraard wel vrijelijk worden gecommuniceerd.
Logboek (2) De centrale examencommissie beheert gedurende het hele proces van ontvangst van de exameninstrumenten tot en met de cijferbepaling een logboek. In dit logboek staan kort de verrichte handelingen alsmede de namen van de betrokken medewerker (zie voorbeeld). Voorbeeld van wijze waarop de verplichte elementen een plaats kunnen krijgen in een logboek: tijdstip
activiteit
plaats
namen betrokkenen
Parafen
Een goede registratie van handelingen in een logboek is van belang voor de noodzakelijke zorgvuldigheid en voor als achteraf onregelmatigheden worden verondersteld. De Inspectie van het Onderwijs gebruikt dit logboek bij het uitoefenen van toezicht op afname COE’s in het mbo. (3) Alle bij de handelingen betrokken medewerkers paraferen in het logboek voor geheimhouding. (4) De medewerkers dienen ook schriftelijk te verklaren dat zij kennis genomen hebben van dit protocol en naar vermogen hun werkzaamheden ten behoeve van de centraal ontwikkelde examens met inachtneming van dit protocol zullen verrichten. Handelwijze vooraf (5) Elk jaar voor 1 augustus maakt het bevoegd gezag aan het CvE bekend wie als contactpersoon voor het CvE voor de betreffende onderwijsinstelling zal optreden.4 (6) Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat alle kandidaten ruim voor aanvang van de examenperiode juist en volledig zijn geïnformeerd over de wijze van examinering, de wijze waarop wordt omgegaan met afwezigheid (met of zonder geldige reden), te laat komen en onwel worden. Hetzelfde geldt voor het vooraf informeren van kandidaten over de regels ten opzichte van fraude en toegestane hulpmiddelen. Handelwijze bij voorbereiding en installatie digitale bestanden (7) De centrale examencommissie draagt er zorg voor dat vóór de examenafname alleen door haar bevoegd verklaarden toegang hebben tot de examendocumenten. (8) De centrale examencommissie draagt de medewerkers op om te doen wat in hun vermogen ligt om de geheimhouding te waarborgen en daarbij de volgende uitgangspunten in acht te nemen:
4. Tijdens het pilotjaar 2013-2014 gaat het CvE uit van de door het bevoegd gezag van onderwijsinstellingen aan Steunpunt taal en rekenen mbo opgegeven contactpersonen.
Examenreglement (2013-2014) -
-
-
22
Als een (digitaal) examendocument vooraf moet worden geopend, geïnstalleerd of klaargezet, dan gebeurt dat – onder de supervisie van de centrale examencommissie – niet eerder dan nodig is, maar wel zó tijdig dat de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden in alle rust kunnen worden verricht. Als een examendocument vooraf moet worden geopend, geïnstalleerd of anderszins moet worden voorbereid, dan gebeurt dat in een ruimte waar de geheimhouding van de examendocumenten gewaarborgd blijft. Waar dat praktisch haalbaar is, worden handelingen door twee medewerkers verricht. Dat beschermt degenen die inzage in de geheime documenten krijgen tegen zichzelf, maar vooral ook tegen eventuele vermoedens van onzorgvuldigheid bij derden.
Handelwijze bij planning De instelling kan, binnen de vastgestelde examenperiode, zelf de tijdstippen van afname bepalen. Hiertoe beschikt de school over meerdere varianten van ieder centraal ontwikkeld examen. De instelling regelt zelf, binnen de vastgestelde examenperiode, de afnametijdstippen van het herkansen. (9) De centrale examencommissie is verantwoordelijk voor: - de planning van de afnames binnen de examenperiode; - het tijdig informeren van de kandidaten over het afnametijdstip; - indien van toepassing: bepalen op welke computer een examen wordt klaargezet voor uitzonderingssituaties; Deelname (10)De instelling moet binnen de voor de student geldende studieduur in ieder geval twee gelegenheden programmeren voor afname van de centrale examens, zodat student de tweede gelegenheid eventueel kan benutten voor een herkansing. (11)Een kandidaat mag per periode slechts één maal een COE Nederlandse taal en één maal een COE rekenen doen. Herkansing vindt plaats in een volgende examenperiode. (12)In geval van niet verschijnen van de kandidaat op een ingeroosterd afnamemoment, kan de centrale examencommissie beslissen dat de kandidaat op een ander moment in dezelfde periode het examen mag afleggen zonder dat dit geldt als herkansing. Ongeldig verklaren (13)Indien het examen afgebroken wordt door overmacht (bijvoorbeeld onwel worden van de kandidaat of technische storingen), kan het examen ongeldig verklaard worden. Daarbij gelden de volgende richtlijnen: a. ongeldigheidsverklaringen op individueel niveau. In deze gevallen wordt door de centrale examencommissie hieromtrent beslist. In overleg met CvE wordt een nieuwe variant van het examen toegewezen die op een later moment in dezelfde afnameperiode afgenomen kan worden. b. calamiteiten die betrekking hebben op collectieve ongeldigheidsverklaringen (zittingsniveau) zoals in geval van langdurige stroomstoringen, etc. De centrale examencommissie kan beslissen om een gestarte maar verstoorde afname ongeldig te verklaren. In overleg met CvE wordt een nieuwe variant van het examen toegewezen die op een later tijdstip in dezelfde afnameperiode afgenomen kan worden. (14)In aanvulling op voorgaande artikel, tellen ongeldig verklaarde afnames niet mee als kans.
Examenreglement (2013-2014)
23
Afnamecondities (15)De centrale examencommissie draagt er zorg voor dat: - voldoende toezicht aanwezig is en de surveillant geïnstrueerd is; - het examen, op het ingeplande moment voor de kandidaat toegankelijk is; - de examensfeer en –condities gewaarborgd zijn; - de kandidaat tijdens de afname uitsluitend gebruik kan maken van toegestane hulpmiddelen (zie regeling CvE); - voorkomen wordt dat kandidaten kennis kunnen nemen van elkaars antwoorden; - kandidaten na afloop van een afname geen papier en/of aantekeningen meenemen uit de examenruimte en dat de ingenomen aantekeningen worden vernietigd. Proces-verbaal (16)Van de gehele afnameperiode wordt een proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal vormt de bijlage van het logboek en wordt door de Inspectie van het Onderwijs gebruikt bij toezicht op de afname van de COE’s. In het proces verbaal wordt in ieder geval vermeld: - De namen en de handtekeningen van de medewerkers betrokken bij de afname; - Welke kandidaten afwezig waren, te laat zijn gekomen of onwel zijn geworden tijdens de afname; - Het tijdstip van vertrek van de kandidaten; - Eventuele bijzonderheden zoals geluidsoverlast, onwel worden van kandidaten, voorvallen die met onregelmatigheden of (mogelijke) fraude in verband zijn gebracht; - Het toestaan van bijzondere faciliteiten. Kandidaten met een beperking (17)Voor kandidaten met een beperking geldt de regeling ‘Aangepaste wijze examineren van kandidaten met een beperking’. Als voor een kandidaat deze regeling van toepassing is, dient hiervan in het logboek melding te worden gemaakt. Afwezigheid (18)De teamexamencommissie ziet erop toe dat er tussen de instelling en de kandidaat en/of de ouders/verzorgers (indien mogelijk voorafgaand aan de feitelijke afwezigheid) adequaat is gecommuniceerd over afwezigheid. (19)De centrale examencommissie: - maakt op het proces-verbaal melding van de afwezigheid; - hoort de kandidaat; - stelt vast of de genoemde reden een al dan niet geldige reden is voor afwezigheid. (20)De teamexamencommissie besluit conform de OER welke maatregel(en) genomen wordt (worden), waarbij het recht om minimaal eenmaal te mogen herkansen binnen de opleidingstijd in elk geval geldt. De teamexamencommissie informeert de kandidaat of, bij minderjarigheid diens ouders, schriftelijk over de wijze waarop het examen zal worden afgerond. Te laat komen (21)De centrale examencommissie bepaalt hoe veel een kandidaat te laat mag komen, mits dit maximaal een half uur na start van de afname van het examen betreft. Pas na deze door die examencommissie bepaalde tijd mogen kandidaten het examenlokaal verlaten. (22)De eindtijd blijft bij het te laat komen door de kandidaat gelijk, tenzij door de secretaris van de teamexamencommissie besloten wordt dat de kandidaat een geoorloofde reden heeft waardoor hij te laat kwam. Deze gang van zaken wordt vermeld in het proces-verbaal.
Examenreglement (2013-2014)
24
Onwel worden (23)Een eenmaal gemaakt examen kan achteraf niet ongeldig worden verklaard door een melding van de kandidaat. (24)Als een kandidaat tijdens de zitting onwel wordt, overlegt de teamexamencommissie in eerste instantie met de kandidaat over de vraag of deze het examen kan voortzetten. (25)Als de kandidaat het examen niet kan afmaken, bestaan er twee opties: de teamexamencommissie gaat tijdens de zitting na of de kandidaat het examen later op diezelfde dag kan voortzetten. Als dat het geval is moet de kandidaat in quarantaine blijven totdat het examen later op de dag voortgezet wordt. De commissie maakt hiervan melding in het procesverbaal. Als voortzetting later op de dag of het in quarantaine houden van de kandidaat niet mogelijk is, geldt artikel 27. (26)Indien de kandidaat het examen niet op dezelfde dag kan voortzetten, bepaalt de centrale examencommissie om het tijdens de zitting gemaakte examenwerk ongeldig te verklaren. Op het proces-verbaal wordt melding gemaakt van de reden. Zie ook artikel 14. (27)In overleg met de centrale examencommissie informeert de teamexamencommissie de kandidaat, bij minderjarigheid diens ouders, schriftelijk over de wijze waarop het examen zal worden afgerond.
Onregelmatigheden / fraude (28)Als een medewerker waarneemt dat een kandidaat zich schuldig maakt aan een frauduleuze handeling/onregelmatigheid, zoals gebruik maken van andere dan de toegestane hulpmiddelen5, kennis nemen van elkaars antwoorden, ongeoorloofd papier of aantekeningen meenemen vanaf de afnamelocatie, stelt hij de kandidaat hier terstond van in kennis. (29)De kandidaat wordt - als dat mogelijk is - in staat gesteld om het werk af te maken. Dit om beroepsprocedures niet in de weg te staan. (30)Het voorval wordt beschreven op het proces-verbaal. (31)Na afloop van het examen wordt de centrale examencommissie van het voorval mondeling en schriftelijk in kennis gesteld. (32)Namens de centrale examencommissie stelt de teamexamencommissie een onderzoek in, waarbij de verschillende betrokkenen worden gehoord. (33)Nadat het onderzoek is afgesloten, neemt de centrale examencommissie een beslissing. (34)De centrale examencommissie kan beslissen dat de kandidaat de volgende examenperiode alsnog een examen af dient te leggen. (35)De kandidaat en, bij minderjarigheid diens ouders, wordt schriftelijk van de beslissing van de centrale examencommissie in kennis gesteld. (36)De kandidaat wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid. (37)De centrale examencommissie maakt in het logboek melding van haar beslissing. 5. Vooraf worden de toegestane hulpmiddelen bekend gemaakt via regelingen van het CvE.
Examenreglement (2013-2014)
25
Afsluiten van het examen (38)Onder gezag van de centrale examencommissie ziet de teamexamencommissie erop toe dat de kandidaat klaar is met afleggen van het examen. In het geval van technische problemen tijdens digitale afname mag het examen niet voortijdig worden afgebroken. Eerst wordt dan contact opgenomen met de ICT-examenhelpdesk van Cito. Indien de teamexamencommissie toch moet besluiten tot voortijdig afsluiten van het examen, draagt de teamexamencommissie daarbij zorg voor het noteren van de aard van het technische probleem en de door de onderwijsinstelling genomen stappen om het probleem te verhelpen (in samenwerking met de ICT examenhelpdesk) in het proces verbaal. Zie ook artikel 14. Handelwijze bij beoordeling (39)pro memorie Na de afname (40)De centrale examencommissie stelt het cijfer voor het centraal ontwikkeld examen vast conform het Examen- en Kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB. (Staatsblad 2010,294) artikel 10 en Wijziging Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (Staatsblad 2012, 217) artikel I onderdelen K en M. Geheimhouding (41)De examendocumenten (opgaven en beoordelingsnormen) blijven ook na de afname geheim. Het bewaren van het gemaakte examenwerk (42)Het resultaat van het gemaakte examen wordt in het eigen administratiesysteem van de instelling bewaard. Het te bewaren examenwerk omvat de door Cito aangeleverde rapportage over de resultaten waarin per kandidaat de eindscore is gegeven. Daarnaast het toegekende cijfer conform de omzettingstabel. Deze gegevens worden tot een jaar na diplomering door de instelling bewaard. De wijze waarop kandidaten kunnen kennisnemen van de beoordeling (43)De kandidaat kan kennis nemen van de beoordeling van het gemaakte werk via het kandidaat rapport dat beschikbaar is op de instelling. Bij twijfel aan de behaalde score, kan de kandidaat dit door een door het CvE aangewezen objectieve, derde partij laten controleren. De termijn waarin kandidaat dit verzoek om controle kenbaar kan maken aan de centrale examencommissie van de instelling beslaat twee weken vanaf publicatie van de omzettingstabel. Klachten en beroep (44)De kandidaat kan met klachten over de afname van een Centraal Ontwikkeld Examen terecht bij de commissie van beroep van de betreffende instelling, zoals beschreven in het Examenreglement. (45)Met klachten over de (totstandkoming van) het cijfer voor een Centraal Ontwikkeld Examen kan de kandidaat een civielrechtelijke procedure starten.