Jongeren en media Onderzoek uitgevoerd door de binnenlandredactie van het Reformatorisch Dagblad - meer informatie:
[email protected]
A. Algemeen
B. C.
D. E.
3
1.Leeftijdsverdeling ondervraagden 2.Geslacht ondervraagden 3.Kerkelijke verdeling 4.Verdeling over de diverse opleidingsniveau’s Representativiteit van het onderzoek 5.Check om te zien of er eerlijk is ingevuld. Tv, dvd, video 6.Bezit tv/videorecorder/dvd-speler/dvd-drive 7.Als er een dvd-speler of videorecorder in huis aanwezig is, hoe vaak kijk je dan films op dvd of video? 8.Hoeveel tijd besteed je per week aan het bekijken van films/programma’s op dvd, video of tv? 9.Wat voor soort films/programma’s op dvd/video worden “vaak” bekeken? 10.Wat voor soort films/programma’s op dvd/video worden “nooit” bekeken? 11.Wat voor soort films/programma’s op tv worden “vaak” bekeken? Radio 12.Luister je wel eens naar de radio? 13.Naar welke zenders luister je “vaak”? Computer en internet 14.Hebben jullie thuis een computer? 15.Wat geldt er voor de computer thuis waar jij het vaakst achter zit? 16.Waarvoor gebruik jij de computer thuis “vaak”? 17.Hoeveel uur zit je per week achter de computer? 18.Hoeveel tijd besteed jij per week aan computerspelletjes? 19.Wat voor internetaansluiting hebben jullie thuis? 20.Wat voor soort internetverbinding heb je thuis? 21.Heb je een eigen mailadres? 22.Hoeveel mailtjes ontvang je gemiddeld per week? 23.Heb je wel eens dingen gezien op internet die je eigenlijk niet wilde zien? 24.Wat deed je toen je dat zag? 25.Welke uitspraken zijn van toepassing op jouw situatie?
1
5 8
17
21
F. Lectuur
39
26.Welke krant lees je minimaal één keer per week? 27.Welke andere bladen lees jij wel eens? 28.Hoeveel tijd besteed jij gemiddeld per week aan het lezen van kranten? G. Mobiele telefonie 29.Heb jij een mobiele telefoon? 30.Hoeveel SMS’jes verstuur je? 31.Hoeveel geld ben jij per maand kwijt aan je mobiele telefoon? 32.Krijg jij wel eens vervelende SMS’jes? 33.Ontvang jij wel eens SMS’jes tegen betaling? Bijlage: Vragenlijst
44
48
2
A. Algemeen Het onderzoek is uitgevoerd onder 1434 leerlingen uit het voortgezet onderwijs, 1198 leerlingen van reformatorische scholen en 234 leerlingen van protestants-christelijke scholen. Deze leerlingen hebben tijdens een les 34 vragen ingevuld, in de periode mei/juni 2003. De volgende scholen zijn gevraagd om mee te werken aan het onderzoek: Calvijncollege, Goes Driestarcollege, Gouda Gomarusscholengemeenschap, Gorinchem Hoornbeeckcollege, Amersfoort Ichthuscollege, Veenendaal Jac. Fruytierscholengemeenschap, Apeldoorn
Pabo De Driestar, Gouda Pieter Zandt Scholengemeenschap, Kampen Prins Mauritsscholengemeenschap, Middelharnis Scholengemeenschap Oude Hoven, locatie Calvijn, Hardinxveld-Giessendam Van Lodensteincollege, Amersfoort Wartburgcollege, Rotterdam
Van de scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs is in totaal 4,6 procent van alle leerlingen ondervraagd (1198 van de 25842 leerlingen). De leeftijd van de ondervraagde leerlingen varieert van 11 tot 21 jaar, maar de meesten zijn tussen de 12 en de 17 jaar oud. Als in volgende tabellen ook uitgesplitst is naar leeftijd, is meestal gekeken naar de groep van 12 tot en met 17 jaar. Soms wijkt de groep 17-jarigen af van de jongere scholieren, omdat hier relatief veel mbo- en pabo-studenten tussen zitten.
1. Leeftijdsverdeling ondervraagden: leeftijd percentage n 11 0,2 3 12 9,3 133 13 22,7 324 14 16,5 235 15 23,2 331 16 16,3 233 17 7,5 107 18 2,6 37 19 0,8 12 20 0,8 12 21 0,1 1 Bij de ondervraagden blijken de meisjes in de meerderheid:
3
2. Geslacht ondervraagden: geslacht percentage jongen 40,4 meisje 59,6
n 576 849
Aan de leerlingen is gevraagd aan te geven tot welke kerk ze behoren:
3. Kerkelijke verdeling: kerkverband Nederlandse Hervormde Kerk Gereformeerde Gemeenten Christelijke Gereformeerde Kerken Gereformeerde Gemeenten in Nederland Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt Evangelische gemeente Overig
percentage 37,6 34,7 8,3 7,2 4,9 1,5 1,6 3,8
n 539 494 118 103 70 21 23 54
In onderstaande tabellen zijn de kerken afgekort als NH, GG, CGK, GGiN, OGG, GKV en Ev. Omdat uit enkele kerken het aantal leerlingen klein is, zijn soms gegevens van kerken gecombineerd. Aan de scholen is gevraagd de vragenlijsten zodanig te verdelen dat de diverse opleidingsniveau’s allemaal aan bod komen:
4. Verdeling over de diverse opleidingsniveau’s: opleidingsniveau vmbo havo vwo mbo/pabo
percentage 33.5 27.8 30.0 8.6
n 477 396 427 123
Sommige resultaten uit dit onderzoek zijn ook vergeleken met de uitkomsten van het lezerskringonderzoek dat bureau Intomart in april/mei 2003 heeft uitgevoerd onder 422 volwassen gezinsleden van abonnees van het Reformatorisch Dagblad.
4
B. Representativiteit van het onderzoek Het onderzoek is zodanig opgezet dat de resultaten ervan zo representatief mogelijk zijn voor de achterban van het Reformatorisch Dagblad. Uit een vergelijking van de kerkelijke verdeling van de leerlingen met die van de abonnees van het RD blijkt dat dat goed gelukt is, die lopen slechts enkele procentpunten uiteen, en dat kan weer samenhangen met verschillen in gezinsgrootte. Hoe groot moet de steekproef zijn om een betrouwbaar beeld te krijgen van de hele populatie? Stel dat we een betrouwbaarheid willen van 95 procent en een foutmarge van 5 procent. De steekproefgrootte n is dan te berekenen uit een formule, waaruit volgt dat n = minimaal 385 leerlingen. Het nadeel van zo’n kleine groep is echter dat het dan moeilijk is om een representatieve steekproef te verkrijgen, waarin regionale verschillen en verschillen in opleidingsniveau geen rol meer spelen. Bovendien wordt in marktonderzoeken vaak gewerkt met foutmarges van 3 procent, om tot een betrouwbaar resultaat te komen. In dat geval moet n minimaal 1025 leerlingen zijn. Om die reden is gekozen voor een grotere groep, uiteindelijk in totaal 1434 leerlingen, die gespreid zijn over het land (Middelburg tot Kampen) en over de diverse onderwijsvormen (van vmbo tot pabo). Uit praktische overwegingen is niet aan individuele leerlingen gevraagd om met het onderzoek mee te doen, maar is aan de deelnemende scholen gevraagd de enquêtes telkens in hele klas tegelijk af te nemen. Als we de leerlingen van pc-scholen niet meerekenen, zijn er 1198 leerlingen ondervraagd, op een totale populatie van 25842 leerlingen, dus 4,6 procent. Door de grotere groep gaat nu de nauwkeurigheid van de resultaten omhoog: bij een betrouwbaarheid van 95 procent zal met deze steekproefgrootte de foutmarge 2,83 procent zijn: onze schattingen zullen dus maximaal 2,83 procent afwijken van het werkelijke percentage in de populatie reformatorische jongeren. Het percentage ondervraagde leerlingen is ook groot vergeleken met veel andere onderzoeken: zo ondervraagt het NIPO groepen ter grootte van 1000 tot 2000 personen om een indruk te krijgen van het stemgedrag van de 12 miljoen kiesgerechtigde Nederlanders. Dat neemt niet weg dat op grond van deze resultaten voorzichtigheid betracht moet worden bij uitspraken over kleine subgroepen in de populatie. De resultaten voor leerlingen uit de Gereformeerde Kerken of evangelische kerken zijn zeker niet representatief voor de hele groep waartoe zij behoren, omdat we geen onderzoek gedaan hebben op scholen waar je veel van deze leerlingen zou verwachten. Op enkele tabellen in dit document zijn statistische toetsen uitgevoerd, om een indruk te krijgen van de significantie van de verschillen. Het uitvoeren van deze toetsen voor álle kruisverbanden die in dit document voorkomen, is heel veel werk, en daarom achterwege gelaten. Alle gegevens zijn verwerkt met SPSS. Uit een paar analyses blijkt dat door de omvang van de steekproef ook ogenschijnlijk kleine verschillen al snel significant zijn. Onderstaande getallen laten zien welk percentage van de jongens en meisjes zeggen nooit e-mail ontvangen. jongens: 25,4 procent meisjes: 26,6 procent
5
Op het eerste gezicht is dat nauwelijks verschillend, maar na analyse met de Chi-kwadraat-toets blijkt dat we met een betrouwbaarheid van 98 procent mogen zeggen dat er wel zo'n verschil is. Een volgende vraag is of de leerlingen hun vragenlijsten wel eerlijk hebben ingevuld. Dat valt nooit helemaal te controleren, maar het is wel mogelijk om de antwoorden van vragen die met elkaar verband houden, te vergelijken.
5. Check om te zien of er eerlijk is ingevuld: kijkt besteedt 0 heeft geen zelden of uur aan tv/ % tv, video nooit video video/-dvd of dvd of dvd kijken algemeen 21,6 39,9 22,4 NH 14.5 31,1 13,7 GG 29.3 44,4 29,8 CGK 12.8 33,1 18,3 GGiN 45.6 61,2 38,8 OGG 35.8 67,7 48,5 GGiN/OGG 41.7 63,7 42,6 Tabel 5, ontleend aan de tabellen 6A, 7B en 8, geeft enigszins zicht op de vraag of er eerlijk is ingevuld. De meeste leerlingen die thuis geen tv, video- of dvd-speler hebben, zullen hoogstwaarschijnlijk weinig tijd besteden aan het kijken ernaar – tenzij dat buitenshuis gebeurt. Het percentage in de tweede kolom zal dus wat hoger zijn dan in de eerste kolom. De percentages in de tweede kolom moeten ook hoger zijn dan in de derde kolom: wie ‘nooit’ heeft geantwoord op de vraag hoeveel uur er aan tv/video/dvd-kijken wordt besteed (kolom 3), moet dat ook in kolom 2 antwoorden, en in kolom 2 zijn daarnaast ook diegenen te vinden die ‘zelden’ kijken.
6
80 70 60 50
geen tv/video/dvd kijkt zelden of nooit
40
besteedt 0 uur aan kijken
30 20 10 0 NH
CGK
GG
GGiN
OGG
Bij een vergelijking van de lijnen in nevenstaande grafiek, blijken er geen grote afwijkingen in de verhoudingen te zitten. De lijnen ‘kijkt zelden of nooit’ en ‘besteedt 0 uur aan kijken’ lopen bijna parallel. Een enkel punt wijkt af: het percentage leerlingen dat geen tv/video/dvd heeft én lid is van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (45,6) is verhoudingsgewijs nogal hoog vergeleken met het aantal dat 0 uur kijkt (38,8). Een verklaring kan zijn dat deze leerlingen zelden buitenshuis kijken, in tegenstelling tot leerlingen uit andere kerkverbanden. De graadmeter ‘geen tv/video/ dvd’ is echter niet zo betrouwbaar, omdat daarbij ook de dvd-drive in de computer is meegerekend, die niet door iedereen wordt gebruikt om film te kijken. Over het geheel genomen zijn er geen aanwijzingen dat de enquête niet eerlijk is ingevuld. Op slechts enkele
formulieren waren wat ongeloofwaardige gegevens over sekssites ingevuld.
7
C. TV/video/dvd 6A. Bezit tv/videorecorder/dvd-speler/dvd-drive: % tv videorec. dvd-speler algemeen 51.6 50.5 22.9 pc-scholen refo-scholen
88.8 44.3
82,9 44.2
26,5 22.2
dvd-drive 35.6
niets 21.6
47.9 33.3
4.7 24.9
n 1434 234 1198
NH 70.9 62.8 22.8 37.0 14.5 530 GG 32.4 39.8 21.2 34.9 29.3 482 CGK 65.0 61.5 28.2 37.6 12.8 117 GGiN 15.8 25.7 19.8 29.7 45.6 101 OGG 17,9 20.9 19.4 25.4 35.8 67 GGiN/OGG 16.7 23.8 19.6 28.0 41.7 168 GKV 100.0 100.0 36.8 57.9 0.0 19 EV 82.6 82.6 30.4 65.2 0.0 23 Overig 78.4 80.4 35.3 49.0 11.8 51 GKV/Ev/Overig 83.9 84,9 34.4 54.8 6.5 93 ● Leerlingen van pc-scholen hebben veel vaker de beschikking over televisie of video/dvd. ● Ook in kerkverbanden waar tv-bezit nadrukkelijk afgewezen wordt c.q. censurabel is, hebben veel gezinnen met schoolgaande kinderen toch de mogelijkheid om tv te kijken. Aan de leerlingen is niet gevraagd of ze thuis tv hebben, maar of ze de mogelijkheid hebben om tv te kijken, en op diverse enquêteformulieren was daarbij ingevuld: via internet. ● Een kwart van de gezinnen van leerlingen van reformatorische scholen heeft geen tv of apparatuur om video’s te bekijken.
6B. Bezit tv/videorecorder/dvd-speler/dvd-drive onder volwassen lezers van het RD (Intomart-onderzoek): % tv videorec. dvd-speler dvd-drive niets n algemeen 31,6 28,5 4,5 20,0 48,3 422 NH GG CGK GGiN OGG
55.0 8.0 40.5 3.6 0.0
41.8 19.1 40.3 17.6 9.0
10.1 0.9 3.0 0.0 1.8
16.4 23.6 25.1 16.0 28.5
? ? ? ? ?
8
153 140 30 42 34
GGiN/OGG 2.6 13.2 1.3 22.3 ? 76 De aanduiding “?” betekent dat we deze percentages niet kunnen berekenen. ● Bijna de helft van de huishoudens in de achterban van het Reformatorisch Dagblad heeft geen tv of apparatuur om video’s te bekijken. ● In gezinnen met schoolgaande kinderen is deze apparatuur anderhalf keer zo vaak aanwezig als in het gemiddelde huishouden in deze achterban.
7A. Als er een dvd-speler of videorecorder in huis aanwezig is, hoe vaak kijk je dan films op dvd of video? een of enkele een of enkele zelden of % dagelijks keren per keren per n nooit week maand algemeen 11.2 39.4 31.4 18.0 1052 pc-scholen refo-scholen
12.3 11.0
43.4 38.5
34.9 30.5
9.4 20.1
212 840
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
8.6 12.7 12.2 7.1 15.4
37.4 42.5 38.8 48.2 17.9
39.5 26.2 29.6 16.1 23.1
14.4 18.7 19.4 28.6 43.6
430 332 98 56 39
5.6 21.7 15.6 15.1
55.6 34.8 42.2 43.0
33.3 34.8 24.4 29.0
5.6 8.7 17.8 12.8
18 23 45 86
jongens meisjes
12.9 9.5
41.1 38.2
29.0 33.3
17.0 18.9
448 597
12 13 14 15 16
17.7 15.4 12.6 11.1 5.1
37.5 43.6 42.5 42.1 40.4
26.0 25.6 32.2 33.3 29.8
18.8 15.4 12.6 13.5 24.7
96 227 174 252 178
9
17 4.1 25.7 39.2 31.1 74 Nb: bij OGG en GGiN geeft optellen een onzuiver beeld, omdat in de GGiN beduidend vaker film gekeken wordt. ● Van de reformatorische jongeren die beschikken over apparatuur om dvd of video te kijken, maakt de helft (49,5 procent) daar minstens wekelijks gebruik van.
7B. Hoe vaak kijk je films op dvd of video (zelfde als 7A, maar nu zijn ook degenen die geen videorecorder of dvd-speler hebben meegeteld, in de veronderstelling dat zij niet bij anderen film kijken)? een of enkele een of enkele zelden of % dagelijks keren per keren per n nooit week maand algemeen 8,2 28,9 23,0 39,9 1434 pc-scholen refo-scholen
11,3 7,8
40,0 27,3
32,2 21,7
16,5 43,2
230 1182
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
6,9 8,6 10,2 3,9 8,8 5,9 5,3 21.7 13,7 14,0
30,2 29,0 32,2 26,2 10,3 19,9 52,6 34.8 37,3 39,8
31,8 17,9 24,6 8,7 13,2 10,5 31,6 34.8 21,6 26,9
31,1 44,4 33,1 61,2 67,7 63,7 10,5 8.7 27,5 19,4
534 486 118 103 68 171 19 23 51 93
jongens meisjes
10,2 6,8
32,4 27,2
22,9 23,8
34,5 42,2
568 837
12 13 14 15 16
13,2 11,1 9,6 8,6 3,9
27,9 31,4 32,3 32,4 30,9
19,4 18,4 24,5 25,7 22,8
39,5 39,0 33,6 33,3 42,5
129 315 229 327 233
10
17 2,8 17,6 26,9 52,8 108 Nb: bij OGG en GGiN geeft optellen een onzuiver beeld, omdat in de GGiN beduidend vaker film gekeken wordt. ● Reformatorische jongeren kijken zeer regelmatig dvd of video, ruim eenderde van de jongeren doet dat minstens eens per week. ● Ook in gezinnen van de kerken waar tv-bezit censurabel is, wordt regelmatig film gekeken: in 20 tot 30 procent van deze gezinnen minstens een keer per week. ● Jongeren kijken minder vaak film naarmate ze ouder worden. ● Jongens kijken wat vaker film dan meisjes.
7C. Als er een dvd-speler of videorecorder in huis aanwezig is bij volwassenen (Intomart-onderzoek), hoe vaak wordt die dan gebruikt? een of enkele een of enkele zelden of % dagelijks keren per keren per n nooit week maand algemeen 6.0 23.0 28.5 42.1 173 7D. Hoe vaak wordt in huishoudens een dvd-speler of videorecorder gebruikt (zelfde als 6C, maar nu zijn ook degenen die geen videorecorder of dvd-speler hebben meegeteld; Intomart-onderzoek)? een of enkele een of enkele zelden of % dagelijks keren per keren per n nooit week maand algemeen 2,5 9,4 11,7 76,4 422 ● Jongeren kijken drie keer zo vaak film als volwassenen. Of, iets preciezer geformuleerd: in reformatorische gezinnen met schoolgaande kinderen wordt drie keer zo vaak dvd of video gekeken als in het gemiddelde gezin in de achterban van het Reformatorisch Dagblad (35,1 procent versus 11,9 procent kijkt minstens wekelijks). 7E. Als er een dvd-speler of videorecorder in huis aanwezig is bij volwassenen (Intomart-onderzoek), hoe vaak gebruiken de kinderen die dan? een of enkele een of enkele zelden of % dagelijks keren per keren per n nooit week maand algemeen 11,0 25,7 20,2 42,2 109 ● Deze percentages zijn lager dan die in tabel 7A voor refo-scholieren; wat betekent dat onder deze leerlingen intensiever gekeken wordt dan in het gemiddelde gezin met kinderen in de achterban van het Reformatorisch Dagblad; van de leerlingen die beschikken over deze apparatuur kijkt 49,5 procent minstens wekelijks, versus 36,7 procent bij het gemiddelde gezin met kinderen. 8. Hoeveel tijd besteed je per week aan het bekijken van films/programma’s op dvd, video of tv?
11
% algemeen
n
nooit 22.4
0-3 uur 36.9
4-10 uur 26.7
11-20 uur 10.9
20-40 uur 3.2
pc-scholen refo-scholen
5.2 25.9
20.9 40.2
38.7 24.2
26.5 7.7
8.7 2.0
230 1132
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
13,7 29,8 18,3 38,8 48,5 42,6 0,0 4,3 7,8 5,4
31,7 45,3 35,7 42,9 37,9 40,9 22,2 34,8 17,6 22,8
33,4 20,1 28,7 15,3 7,6 12,2 38,9 34,8 49,0 43,5
16,8 4,6 12,2 3,1 6,1 4,3 27,8 17,4 13,7 17,4
4,4 0,2 5,2 0,0 0,0 0,0 11,1 8,7 11,8 10,9
524 457 115 98 66 164 18 23 51 92
jongens meisjes
20,2 24,1
35,9 37,7
27,0 26,4
13,0 9,5
3,9 2,3
448 597
1362
12 27,0 35,2 27,0 5,7 4,9 122 13 27,2 34,9 22,5 12,1 3,4 298 14 16,0 39,4 29,4 13,9 1,3 231 15 17,2 35,3 29,7 14,1 3,8 320 16 24,2 35,0 28,3 8,1 4,5 223 17 31,1 38,8 22,3 7,8 0,0 103 ● De bij 7B geconstateerde verschillen in kijkfrequentie (hoe vaak kijken per dag/week/maand) zijn ook te zien bij de kijkduur (aantal uren per week): ● Reformatorische jongeren kijken zeer regelmatig dvd of video, 33,9 procent kijkt meer dan 4 uur per week. ● Ook in gezinnen van de kerken waar tv-bezit censurabel is, wordt regelmatig film gekeken: in 14 tot 25 procent van deze gezinnen meer dan 4 uur per week. ● Leerlingen van pc-scholen kijken langer dan leerlingen van reformatorische scholen. ● Jongeren kijken iets korter film naarmate ze ouder worden. ● Jongens kijken langer film dan meisjes.
12
9A. Wat voor soort films/programma’s op dvd/video worden “vaak” bekeken? speelfilms detectives, tv-series, natuurfilm eigen % (Titanic westerns sciencedocumen- tekenfilms video’s Lord otR) lachfilms fiction taires algemeen 19.7 35.5 33.7 23.1 7.3 9.4
erotische films
n
3.1
1018
pc-scholen refo-scholen
30.3 16.9
40.5 34.2
34.0 33.7
36.5 19.5
3.4 8.3
10.9 9.0
4.5 2.7
210 808
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
25.4 14.8 14.4 12.2 14.3
39.1 33.0 33.3 25.5 13.9
34.2 32.7 37.2 28.3 26.3
29.6 12.5 25.8 8.5 6.1
8.0 8.2 5.4 4.0 3.1
8.8 7.7 16.7 2.1 3.1
3.8 3.1 0.0 4.2 0.0
417 321 96 51 36
31.6 13.6 22.0 22.0
31.6 45.5 42.2 40.7
31.6 40.9 34.1 35.3
47.1 31.8 44.2 41.7
11.8 0.0 9.3 7.5
0.0 14.3 19.5 13.9
0.0 4.8 2.5 2.5
19 22 45 86
jongens meisjes
19.2 20.2
37.0 33.9
36.2 31.3
19.3 25.4
8.7 6.4
10.2 8.6
3.4 2.7
427 584
12 23.0 22.0 37.8 18.6 7.0 15.3 1.2 91 13 15.0 34.1 35.7 24.4 6.2 12.1 2.1 214 14 16.8 37.1 40.6 24.1 9.6 6.1 3.8 175 15 22.6 39.3 31.8 26.6 6.0 11.3 2.6 247 16 23.7 42.4 30.6 22.9 7.5 5.1 5.0 170 17 14.9 23.9 19.1 22.7 10,6 6.1 3.1 71 Nb: n is in deze tabel het aantal personen dat een keuze heeft gemaakt bij de categorie speelfilms. ● Reformatorische jongeren kijken veel minder vaak naar eigengemaakte video’s en naar films van tv-series dan jongeren van protestantschristelijke scholen. ● De meeste belangstelling gaat uit naar speelfilms, detectives, westerns en lachfilms; bij meisjes is dat wat minder.
13
● Voor natuurfilms, documentaires en tekenfilms is weinig belangstelling.
9B. Wat voor soort films/programma’s op dvd/video worden “vaak” bekeken door volwassenen die een video/dvd-speler hebben (Intomartonderzoek)? speelfilms detectives, tv-series, natuurfilm eigen % (Titanic westerns sciencedocumen- tekenfilms kinderfilms n video’s Lord otR) lachfilms fiction taires algemeen 12.7 8.8 7.6 1.0 12.9 9.7 7.9 173 ● Volwassenen hebben verhoudingsgewijs weinig belangstelling voor speelfilms, detectives en westerns, en meer voor natuurfilms. 10. Wat voor soort films/programma’s op dvd/video worden “nooit” bekeken? speelfilms detectives, tv-series, natuurfilm eigen % (Titanic westerns sciencedocumen- tekenfilms video’s Lord) lachfilms fiction taires algemeen 21.3 12.4 12.7 28.4 30.5 30.1
erotische films 73.6
n 1018
pc-scholen 21.4 7.1 9.9 21.7 3.4 37.1 69.2 210 refo-scholen 34.0 20.2 20.1 47.9 8.3 47.2 74.8 808 Nb: n is in deze tabel het aantal personen dat een keuze heeft gemaakt bij de categorie speelfilms. Het absolute aantal is hier lager omdat het hier alleen dat deel van de onderzochte groep betreft dat ook de mogelijkheid heeft om deze films te bekijken; de anderen hoefden deze vraag niet in te vullen.
11A. Wat voor soort films/programma’s op tv worden “vaak” bekeken? speelfilms, journaal. historische BNN, TMF, natuurfilms detectives actualiteipraat/disc. en consu% artiestensport quizzen lachfilms ten, med., programma mentenoptredens spelletjes soaps jeugdjour. programma algemeen 48,9 25,0 26,4 35,0 13,9 4,7 4,9
erotische films
n
1,8
709
pc-scholen refo-scholen
63,8 42,8
40,6 18,4
25,5 26,8
25,7 38,7
10,7 15,2
3,4 5,3
3,0 5,7
4,1 0,8
207 516
NH GG
51,5 29,8
27,3 14,2
26,2 24,3
39.8 31.2
17.1 10.0
4.9 4.1
5.3 3.4
2.5 0.7
317 151
14
CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
60,0 31,3 36,4 33.3 57,9 52,9 75,6 66.2
24,7 29,4 0,0 18.5 36,8 44,4 30,8 35.1
28,8 37,5 27,3 33.3 31,7 22.2 22,0 24.7
31.6 20.0 20.0 18.5 26.3 31.6 30.0 29.9
11.1 6.7 20.0 11.1 10.5 11.1 10.0 10.4
1.4 6.7 0.0 3.7 15.8 5.3 5.0 7.8
4.2 7.1 0.0 3.7 5.3 11.1 5.1 6.5
1.4 0.0 0.0 0.0 0.0 5.6 0.0 1.3
75 16 11 27 19 17 41 77
jongens meisjes
46.5 50.2
25.3 24.2
47.5 9.9
35.7 34.7
14.7 13.5
5.4 4.3
7.2 3.4
2.8 1.0
301 402
12 43.1 18.5 14.8 43.9 24.6 4.7 3.1 1.5 65 13 43.5 22.6 21.9 31.4 15.5 1.4 2.8 0.8 154 14 50.0 22.8 26.5 24.8 11.1 3.6 4.5 2.3 134 15 57.2 31.4 31.3 32.2 12.9 5.8 7.0 2.4 173 16 57.7 30.6 32.1 46.9 8.0 7.2 2.7 1.8 111 17 29.2 12.5 22.5 40.5 20.5 4.8 7.5 0.0 43 Nb: n is in deze tabel het aantal personen dat een keuze heeft gemaakt bij de categorie speelfilms. Het absolute aantal is hier lager omdat deze vraag alleen is ingevuld door degenen die televisie bezitten. ● Ook op tv gaat de belangstelling vooral uit naar speelfilms; er is ook relatief veel belangstelling voor de artiestenoptredens, muziekkanalen en de jongerenomroep BNN. ● Leerlingen van reformatorische scholen hebben meer belangstelling voor journaal en actualiteiten en minder voor speelfilms, vergeleken met leerlingen van protestants-christelijke scholen. Op deze laatste scholen is beduidend meer belangstelling voor BNN, muziekkanalen en artiestenoptredens. ● Natuurfilms, documentaires, historische programma’s, praat- en discussieprogramma’s zijn niet erg in trek. ● Meisjes hebben veel minder belangstelling voor sport. De belangstelling voor sport is in de diverse kerkverbanden onverdeeld groot.
11B. Wat voor soort films/programma’s op tv worden “vaak” bekeken door volwassenen die tv bezitten (Intomart-onderzoek)? speelfilms, journaal. BNN, TMF, natuurfilms verkondikinderdetectives actualiteipraat/disc. % artiestensport quizzen gend programma n lachfilms ten, med., programma optredens spelletjes programma tekenfilm soaps jeugdjour. algemeen 7.4 1.1 19.0 82.4 35.5 30.3 52.5 9.1 133
15
● Volwassenen kijken vooral tv voor het nieuws, natuurfilms en praatprogramma’s; ze zijn minder geïnteresseerd in speelfilms. ● Er is zeer veel belangstelling voor verkondigende programma’s, zoals “Nederland zingt”.
16
D. Radio 12A. Luister je wel eens naar de radio? bijna altijd, vaak, maar kolommen 1, iedere dag aantal keren % ook tijdens niet tijdens 2 en 3 wel een keer per week huiswerk huiswerk gesommeerd algemeen 27.5 13.9 23.2 64.6 20.1
zelden of nooit
n
15.4
1406
pc-scholen refo-scholen
38,9 25,3
16,2 13,4
20,1 23,8
75.2 62.5
13,1 21,3
11,8 16,1
229 1176
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
33,5 22,9 25,2 18,4 12,9 16.2 45,0 34,8 40,4 40.0
14,2 13,0 20,0 11,7 8,6 10.4 20,0 21,7 9,6 14.7
19,7 28,1 24,3 24,3 25,7 24.9 15,0 17,4 13,5 14.7
67.4 64.0 69.5 54.4 47.2 51.5 80.0 73.9 63.5 69.4
17,2 21,1 21,7 27,2 28,6 27.8 15,0 13,0 13,5 13.7
15,3 14,9 8,7 18,4 24,3 20.8 5,0 13,0 23,1 16.8
528 484 115 103 70 173 20 23 52 95
jongens meisjes
27,4 27,2
18,3 10,8
25,2 22,0
70.9 60.0
16,2 22,9
13,0 17,1
563 835
12 13 14 15 16 17
16,2 24,0 29,8 36,6 29,3 19,8
14,6 11,5 13,6 16,9 13,5 16,0
21,5 24,7 23,4 18,8 27,1 21,7
52.3 60.2 66.8 72.3 69.9 57.5
23,8 20,5 19,6 18,2 17,5 23,6
23,8 19,2 13,6 9,5 12,7 18,9
130 312 235 325 229 106
vmbo havo
27,6 32,8
13,0 14,4
25,6 21,0
66,1 68,2
19,6 17,9
14,3 13,8
454 390
17
vwo 25,2 15,9 21,4 62,5 20,4 17,1 421 mbo/pabo 18,2 8,3 25,6 52,1 27,3 20,7 121 ● Tweederde van de leerlingen luistert elke dag naar de radio. Leerlingen van reformatorische scholen luisteren minder naar de radio dan leerlingen van protestants-christelijke scholen. ● Meisjes luisteren minder radio dan jongens. ● Met het ouder worden neemt de luisterfrequentie toe. ● Er is geen verband tussen opleidingsniveau en luisterfrequentie.
12B. Hoe vaak wordt in dit huishouden naar de radio geluisterd (Intomart-onderzoek)? iedere dag aantal keren één keer zelden of % minder vaak wel een keer per week per week nooit algemeen 62.9 14.1 3.0 3.5 16.5 NH 68.3 16.1 GG 66.7 16.0 CGK 65.2 11.4 GGiN 38.4 13.2 OGG 40.9 4.4 GGiN/OGG 39.5 9.3 ● Volwassenen luisteren bijna even vaak radio als jongeren.
2.1 0.8 2.9 5.8 8.0 0.0 3.6 0.0 2.6 16.2 3.2 7.3 Dat geldt niet voor leden van
n 422
12.7 153 8.6 140 15.4 30 44.8 42 35.9 34 40.8 76 de (Oud) Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
13A. Naar welke zenders luister je “vaak”?
algemeen
23.5
3.5
10.6
7.0
6.9
Sky Radio, Radio 538 58.9
pc-scholen refo-scholen
9.0 26.4
1.6 3.8
13.9 10.0
3.9 7.7
3.9 7.5
81.3 54.2
4.4 7.7
198 955
NH GG CGK GGiN OGG
18.1 34.5 18.8 18.3 25.5
2.3 4.5 4.3 4.0 4.5
11.3 7.6 10.8 10.8 9.1
6.5 9.3 6.6 5.3 6.8
5.8 9.9 3.4 8.0 2.4
66.8 47.7 62.0 51.8 54.9
5.5 9.2 3.4 11.8 11.9
434 394 100 83 51
%
radio 1
radio 2
radio 3
radio 4
18
747 AM
regionale zenders 7.2
n 1153
GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
20.9 0.0 10.5 2.8 3.7
4.2 11.8 0.0 0.0 2.5
10.2 11.8 15.8 25.0 19.4
5.9 0.0 0.0 0.0 0.0
6.0 0.0 10.5 0.0 2.5
53.0 73.7 71.4 73.2 72.8
11.9 6.7 5.6 2.9 4.5
134 19 21 41 81
jongens meisjes
31.6 17.8
5.3 2.4
13.2 8.6
2.8 9.7
8.6 5.6
62.2 56.2
7.9 6.6
474 671
12 13 14 15 16 17
20,0 24,5 21,2 18,0 27,3 35,0
1,1 5,5 3,8 4,3 1,7 0,0
15,7 12,8 11,7 7,9 10,1 5,3
11,4 9,4 5,5 3,6 2,9 15,6
11,2 9,6 4,5 2,8 7,4 9,6
37,6 52,5 69,5 69,0 60,5 43,4
4,7 8,5 4,6 6,7 9,9 6,6
130 312 235 325 229 106
vmbo 18,3 5,6 12,3 6,4 6,7 58,2 4,9 454 havo 23,6 2,7 10,4 4,7 6,9 62,5 4,7 390 vwo 26,6 1,6 9,1 8,0 5,5 59,2 9,6 421 mbo/pabo 31,2 2,4 7,9 14,6 10,8 44,6 13,0 121 Nb: n is in deze tabel het aantal personen dat een keuze heeft gemaakt bij de categorie Sky Radio/Radio 538/Yorin. ● Jongeren hebben relatief weinig belangstelling (24 procent) voor nieuws en nog minder voor klassieke muziek (7 procent). ● Circa 55 procent van de jongeren van reformatorische scholen luistert vaak naar popmuziek. ● Meisjes luisteren bijna even vaak popmuziek als jongens. ● Jongeren uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte luisteren bijna even vaak naar popmuziek als de gemiddelde jongere op reformatorische scholen. ● De belangstelling voor popmuziek begint al vroeg: op 13-jarige leeftijd luistert meer dan de helft ernaar, op 14-jarige leeftijd 70 procent van hen. ● Popmuziek is evenveel in trek bij jongeren met een hoge opleiding als bij de lagere opleidingen; leerlingen van mbo/pabo hebben er minder belangstelling voor. ● Het luisteren naar popmuziek gebeurt niet alleen bij Sky Radio, Radio 538 en Yorin, maar ook bij Radio 3. Toch heeft dit nauwelijks invloed op genoemde percentages: van degenen die nooit Sky Radio, Radio 538 of Yorin luisteren, zijn er 8 die wel vaak naar radio 3 luisteren.
13B. Naar welke zenders wordt in dit huishouden “vaak” geluisterd (Intomart-onderzoek)?
19
Sky Radio/ regionale Radio 538/ n zenders Yorin algemeen 58.9 8.7 1.2 16.6 21.7 7,9/4,2/2,8 22.2 352 ● Volwassenen zijn vooral geïnteresseerd in nieuwszenders als ze radio luisteren. Ze hebben ook twee keer zoveel belangstelling voor klassieke muziek als jongeren. Zo’n 5 procent van hen luistert naar popmuziek. %
radio 1
radio 2
radio 3
radio 4
20
747 AM
E. Computer en internet 14A. Hebben jullie thuis een computer?
algemeen
0.2
één computer 32.0
pc-scholen refo-scholen
0,0 0,3
29,5 32,4
37,6 37,6
32,9 29,8
234 1193
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
0,2 0,0 0,0 1,0 1,4 1.2 0,0 0,0 0,0 0.0
33,8 30,5 30,5 38,8 42,9 40.5 4,8 26,1 16,7 15.3
38,6 37,8 38,1 31,1 30,0 30.6 57,1 39,1 40,7 43.9
27,4 31,7 31,4 29,1 25,7 27.8 38,1 34,8 42,6 39.8
536 492 118 103 70 173 21 23 54 98
jongens meisjes
0,2 0,2
30,1 33,6
35,0 39,2
34,8 27,0
575 846
12 13 14 15 16 17
0,8 0,3 0,4 0,0 0,0 0,0
31,1 29,5 30,3 35,0 33,5 29,9
35,6 40,4 34,6 37,5 38,2 42,1
32,6 29,8 34,6 27,5 28,3 28,0
132 322 234 331 233 107
vmbo havo vwo
0,6 0,0 0,0
32,7 34,8 28,4
37,4 34,3 41,5
29,2 31,0 30,0
462 394 426
%
nee
twee drie of meer computers computers 37.5 30.3
21
n 1428
mbo/pabo 0,0 32,8 37,7 29,5 122 ● Vrijwel iedereen heeft de beschikking over een computer; in de meeste gezinnen staan twee computers.
14B. Is er in dit huishouden een computer (Intomart-onderzoek)? één twee % nee computer computers algemeen 27,1 49,9 14,8 ● In gezinnen met schoolgaande kinderen staan verhoudingsgewijs het Reformatorisch Dagblad (daarvan heeft bijna driekwart één of
drie of meer n computers 8,1 422 veel computers, vergeleken met de doorsnee-huishoudens in de achterban van meer computers).
15A. Wat geldt er voor de computer thuis waar jij het vaakst achter zit? minder dan staat op heeft joystick heeft cdheeft cdheeft dvd% twee jaar slaap- of knuppel of rom-drive brander drive oud studeerkamer stuur algemeen 61.9 97.6 51.2 47.6 56.7 32.6
heeft internet aansluiting 75.3
n 1428
pc-scholen refo-scholen
65.4 61.2
97.3 99.1
61.5 49.2
53.5 46.4
58.0 56.5
38.3 31.6
90.1 72.4
231 1181
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
64.2 58.5 61.2 62.7 58.0 61.9 81.0 56.5 67.9 67.3
98.1 97.3 94.9 97.1 97.1 97.1 100 100 100 99.0
53.1 50.2 50.0 35.4 44.1 38.7 76.2 65.2 59.3 64.3
48.2 45.7 47.9 36.5 42.6 38.1 76.2 63.6 56.6 61.2
54.5 56.1 50.9 65.3 60.3 63.7 76.2 69.6 63.0 67.3
31.5 32.4 37.1 29.6 30.4 29.8 33.3 26.1 40.7 35.7
82.8 71.6 78.6 56.9 45.5 52.4 90.5 95.7 79.6 34.7
534 486 117 102 66 168 21 23 54 98
jongens meisjes
68.0 57.4
97.9 97.4
58.8 45.7
53.7 43.1
60.1 54.4
46.3 23.3
75.7 74.9
568 829
12
58.9
96.9
51.9
48.4
48.4
33.3
75.6
131
22
13 60.1 96.5 51.1 46.3 60.2 30.2 14 64.5 97.4 51.8 49.1 56.3 27.7 15 65.6 99.4 52.9 48.0 55.2 35.5 16 63.9 97.0 52.0 49.1 58.8 40.8 17 48.6 97.2 37.7 41.0 49.1 32.7 ● Leerlingen beschikken verhoudingsgewijs over jonge en geavanceerde computers. ● Driekwart van de leerlingen zit thuis meestal achter de computer die beschikt over een internetaansluiting. ● Leerlingen van pc-scholen beschikken vaker over een cd-brander. ● Eenderde van de pc’s is uitgerust met een joystick of stuurknuppel, om er spelletjes mee te kunnen spelen. ● Meer dan de helft van de computers staat op een slaap- of studeerkamer.
72.2 74.0 78.7 74.5 73.6
15B. Wat geldt er voor de computer in dit huishouden (Intomart-onderzoek)? minder dan staat op heeft joystick heeft heeft cdheeft cdheeft dvd% twee jaar slaap- of knuppel of internet rom-drive brander drive oud studeerkamer stuur aansluiting algemeen ? 88.6 39.6 36.3 64.6 12.7 (zie tab. 19B) ● De doorsnee-computer in de achterban van het Reformatorisch Dagblad is duidelijk minder geavanceerd dan die van leerlingen.
316 231 329 231 106
n 307
16A. Waarvoor gebruik jij de computer thuis “vaak”?
algemeen
41.2
20.0
internet surfen/ muziek spelletjes informatie chatten luisteren spelen of zoeken op of MSN’en of download. internet download. 38.4 10.5 39.6 21.8 19.2
pc-scholen refo-scholen
39.2 41.5
17.5 20.4
46,1 36,9
17.0 9.2
51.9 37.1
41.2 17.9
33.6 16.3
56.0 34.5
3.6 5.8
232 1186
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG
40.7 40.9 40.7 43.7 48.5 45.6
17.7 21.7 15.5 21.6 19.1 20.6
39.4 37.8 43.6 34.3 22.7 29.2
13.0 7.9 9.3 6.0 7.5 6.6
47.8 34.9 34.2 27.7 23.5 26.0
29.1 12.9 21.2 10.9 7.2 9.4
22.2 14.8 17.8 16.7 11.6 14.6
46.1 32.6 34.5 17.2 17.4 17.3
5.3 7.1 1.8 2.0 1.5 1.8
535 487 118 103 68 171
%
huiswerk
foto/video spelletjes bekijken/ niet via bewerken internet
23
kopen/ bankieren e-mail via internet 38.0 5.4
n 1428
GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
28.6 39.1 40.7 37.8
28.6 27.3 24.5 25.5
47.4 30.4 47.2 41.8
20.0 18.2 15.1 13.3
50.0 65.2 38.9 46.9
52.4 56.5 37.0 44.9
38.1 36.4 29.6 32.7
66.7 60.9 56.6 59.2
5.0 9.1 3.8 5.1
21 23 54 98
jongens meisjes
32.8 46.7
25.9 15.3
56.6 25.5
13.3 8.2
38.1 40.4
21.6 21.5
24.2 15.2
37.3 38.0
6.6 4.1
570 841
12 13 14 15 16 17
14.7 16.7 34.0 41.9 67.2 78.5
17.5 18.9 20.2 21.5 20.3 16.0
53.1 45.2 40.3 39.9 33.3 19.8
10.0 13.1 8.6 13.5 9.2 3.9
26.6 25.6 36.8 45.0 55.5 42.1
13.3 16.2 20.9 26.3 31.3 12.5
16.0 17.7 19.6 22.3 20.0 17.0
30.5 24.6 34.6 42.1 46.3 46.7
4.0 4.7 2.7 4.8 5.8 2.9
131 316 231 329 231 106
vmbo 22,3 20,5 45,9 12,8 29,8 18,8 18,8 25,4 havo 43,9 19,7 39,7 10,0 42,3 23,1 17,7 35,8 vwo 46,9 19,0 36,0 10,0 47,0 25,0 21,9 49,6 mbo/pabo 83,7 17,4 14,9 0,9 44,0 15,4 10,9 51,4 Nb: n is in deze tabel het aantal personen dat een keuze heeft gemaakt bij de categorie spelletjes. ● Jongens gebruiken hun computer vaker voor spelletjes, meisjes vaker voor huiswerk. ● Leerlingen van havo en vwo spelen minder spelletjes en gebruiken hun computer vaker voor e-mail en huiswerk. ● Leerlingen uit kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte chatten en mailen minder. ● Leerlingen van pc-scholen gebruiken hun computer vaak om te chatten en muziek te luisteren of te downloaden.
4,2 5,6 3,6 12,8
447 388 417 121
16B. Waarvoor wordt de computer in dit huishouden “vaak” gebruikt (Intomart-onderzoek)?
%
algemeen
huiswerk
48.7
foto/video spelletjes bekijken/ niet via bewerken internet 13.3
31.0
internet surfen/ muziek spelletjes informatie chatten luisteren spelen of zoeken op of MSN’en of download. internet download. ?
?
17A. Hoeveel uur zit je per week achter de computer?
24
2.9
8.9
boekhoud / e-mail admin. en thuis bankieren 49.5 40,8
n
307
% algemeen
n
0-3 uur 38.0
4-10 uur 44.6
11-20 uur 13.4
20-40 uur 4.0
pc-scholen refo-scholen
26,7 40,2
47,0 44,1
19,4 12,3
6,9 3,4
232 1181
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
36,2 41,3 34,7 49,0 44,1 47.1 10,5 17,4 24,1 19,8
45,2 42,1 49,2 44,1 44,1 44.1 68,4 47,8 42,6 49.0
15,6 12,9 11,9 4,9 7,4 5.9 15,8 21,7 22,2 20,8
3,0 3,7 4,2 2,0 4,4 2.9 5,3 13,0 11,1 10,4
531 489 118 102 68 170 19 23 54 96
jongens meisjes
23,8 47,9
48,6 42,2
20,0 9,0
7,6 1,0
564 842
12 13 14 15 16 17
50,8 48,6 40,9 34,5 24,1 34,0
34,6 37,5 43,1 46,1 55,2 52,4
12,3 9,8 11,6 14,8 16,8 12,6
2,3 4,1 4,3 4,5 3,9 1,0
130 317 232 330 232 103
1414
vmbo 43,6 39,4 13,3 3,7 459 havo 34,5 48,3 12,8 4,3 391 vwo 34,9 47,5 13,3 4,3 421 mbo/pabo 39,2 43,3 16,7 0,8 120 ● Relatief vaak achter de computer zitten: leerlingen van havo en vwo, oudere leerlingen, jongens, leerlingen van pc-scholen en leerlingen uit kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte.
25
17B. Als u een computer heeft, hoeveel uur is die in dit huishouden dan gemiddeld per week in gebruik (Intomart-onderzoek)? % 0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur n algemeen 28.8 35.7 27.6 1.9 307 Nb: in deze tabel is sprake van het gebruik van het gehele gezin. 18. Hoeveel tijd besteed jij per week aan computerspelletjes? % 0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur algemeen 74.1 20.2 4.8 0.9
n 1422
pc-scholen refo-scholen
70,1 74,9
20,8 20,1
7,8 4,2
1,3 0,8
231 1190
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
75,0 72,9 72,2 80,6 84,1 82,0 70,0 69,6 64,8 67,0
19,6 21,6 25,2 16,5 5,8 12,2 30,0 17,4 22,2 22,7
5,2 4,3 0,9 2,9 8,7 5,2 0,0 13,0 11,1 9,3
0,2 1,2 1,7 0,0 1,4 0,6 0,0 0,0 1,9 1,0
537 490 115 103 69 172 20 23 54 97
jongens meisjes
53,8 88.4
34,3 10.6
10,2 1.1
1,8 0.0
571 843
12 13 14 15 16 17
68,7 70,3 71,5 71,6 77,7 88,7
24,4 20,6 24,3 21,7 20,2 9,4
6,1 7,5 3,0 6,4 1,7 1,9
0,8 1,6 1,3 0,3 0,4 0,0
131 320 235 327 233 106
vmbo
70,6
22,9
5,9
0,7
459
26
havo vwo mbo/pabo ● Relatief vaak actief met reformatorische scholen.
67,9 26,0 5,3 0,8 393 77,8 17,3 3,8 1,2 424 95,1 4,9 0,0 0,0 123 computerspelletjes zijn: jongere leerlingen en jongens. Er zit weinig verschil tussen leerlingen van pc-scholen en van
19A. Wat voor internetaansluiting hebben jullie thuis? geen percentage % ongefilterd gefilterd internet filtering algemeen 19.7 46.5 32.3 41,0
n 1434
pc-scholen refo-scholen
8,2 22,3
66,2 43,6
25,5 34,2
27,8 43,9
231 1180
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
14,0 22,4 19,0 36,1 48,4 40,7 9,5 0,0 9,3 7,1
57,9 38,8 44,0 35,2 17,2 28,5 81,0 73,9 51,9 63,3
28,1 38,8 37,1 28,7 34,4 30,8 9,5 26,1 38,9 29,6
32,7 50,0 45,7 44,9 66,7 52,0 10,5 26,1 42,9 31,9
534 482 116 108 64 172 21 23 54 98
jongens meisjes
18,9 20,5
48,9 45,4
32,2 34,1
39,7 42,9
571 842
12 13 14 15 16 17
17,1 23,4 21,4 17,2 22,8 17,8
44,2 40,1 45,4 51,8 53,0 42,1
38,8 36,5 33,2 31,0 24,1 40,2
46,7 47,7 42,2 37,5 31,3 48,9
129 312 229 332 232 107
27
vmbo 21,3 43,2 35,5 45,5 451 havo 24,4 45,8 29,8 39,5 389 vwo 12,6 53,6 33,7 38,6 427 mbo/pabo 26,2 42,6 31,1 44,9 122 ● Ook jonge leerlingen beschikken al vaak over internet: van de twaalfjarigen heeft 83 procent thuis een internetaansluiting. In tabel 15A is te zien dat van alle twaalfjarigen 76 procent ook over internet beschikt op de pc waarvan hij of zij het meest gebruik maakt. ● Vwo-ers hebben heel vaak internet: 88 procent, terwijl mbo-ers juist weinig toegang tot internet hebben. ● Leerlingen van reformatorische scholen hebben vaker een internetfilter. Leerlingen uit kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte hebben minder vaak internet en beschikken iets vaker over een internetfilter.
19B. Wat voor internetaansluiting is er in dit huishouden (Intomart-onderzoek)? geen percentage % ongefilterd gefilterd n internet filtering algemeen 35,2 40,9 23,9 36,9 307 NH 17,3 60,1 22,6 27,3 101 GG 42,1 24,3 33,6 58,0 108 CGK 14,4 61,0 24,6 28,7 24 GGiN 58,6 37,6 3,8 9,2 33 OGG 63,1 27,3 9,7 26,2 25 GGiN/OGG 60,5 33,2 6,3 16,0 58 GKV 22,7 22,7 54,6 100,0 3 EV 0,0 50,0 50,0 50,0 2 Overig 46,2 30,8 23,1 42,8 11 GKV/Ev/Overig 36,0 31,7 32,4 50,5 16 Nb: Deze vraag is alleen gesteld aan huishoudens waar een computer aanwezig is (73 procent van alle ondervraagde huishoudens). Verder is het aantal ondervraagden bij de kleine kerkgenootschappen te gering om conclusies aan de daar genoemde percentages te verbinden. ● Als daarvoor een correctie wordt uitgevoerd, heeft 47,2 procent van álle huishoudens in de achterban van het Reformatorisch Dagblad een internetaansluiting. Dat is aanzienlijk lager dan in gezinnen met schoolgaande kinderen. ● Het percentage aansluitingen met een internetfilter is bij deze ondervraagden in het algemeen lager dan bij gezinnen met schoolgaande kinderen (tabel 19A). Dat lijkt niet het geval bij huishoudens behorend tot de Gereformeerde Gemeenten.
20A. Wat voor soort internetverbinding heb je thuis?
28
algemeen
30,0
18,1
12,0
breedband (kabel + ADSL) 12,0 24,0
pc-scholen refo-scholen
40,8 27,5
14,2 19,0
16,1 11,1
14,2 11,5
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
34,7 26,1 25,3 23,1 25,7 24,0 21,1 43,5 29,2 31,1
18,4 18,4 18,9 24,6 22,9 24,0 21,1 0,0 10,4 10,0
11,5 10,7 12,6 7,7 11,4 9,0 21,1 21,7 25,0 23,3
jongens meisjes
37,2 25,0
22,5 15,1
12 13 14 15 16 17
12,7 17,3 22,4 37,0 46,3 46,5
12,7 14,8 17,5 19,8 24,3 11,6
%
gewoon modem
ISDN modem
vmbo 21,2 havo 27,9 vwo 40,4 mbo/pabo 33,7 Nb: deze vraag is alleen gesteld aan de
ADSL aansluiting
kabel
draadloos
weet ik niet
n
1,1
26,7
1132
30,3 22,6
0,0 1,4
14,7 29,5
211 920
11,7 11,2 14,7 6,2 5,7 6,0 31,6 17,4 20,8 22,2
23,2 21,9 27,3 13,9 17,1 15,0 32,6 39,1 45,8 45,5
1,1 1,1 1,1 0,0 2,9 1,0 0,0 4,3 0,0 1,1
22,6 32,5 27,4 38,5 31,4 36,0 5,3 13,0 14,6 12,2
461 375 95 65 35 100 19 23 48 90
11,5 12,1
14,3 10,6
25,8 22,7
1,3 0,9
13,2 36,3
462 663
17,3 7,0 13,7 12,1 10,2 12,8
15,5 16,0 12,6 10,6 9,0 10,5
32,8 23,0 26,3 22,7 19,2 23,3
2,7 0,8 1,1 1,1 0,6 0,0
39,1 44,0 32,8 19,4 9,6 18,6
110 243 183 273 177 86
15,9 11,5 18,9 12,1 18,7 11,4 21,4 16,8 leerlingen die beschikken
15,1 26,6 1,4 10,4 22.5 1,3 10,8 22.2 0,5 9,0 25.8 1,1 over een internetaansluiting (circa 80
29
34,9 358 29,3 297 18,2 369 18,0 89 procent van de leerlingen).
Voor de interpretatie van deze gegevens is het van belang er rekening mee te houden dat een belangrijk deel van de leerlingen blijkbaar niet precies weet wat voor internetaansluiting er thuis is. Vooral meisjes weten dat vaak niet. ● Bijna een kwart van de leerlingen beschikt over een breedbandverbinding. ● In gezinnen met jongere kinderen is vaker een breedbandverbinding aanwezig. ● Leerlingen uit kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte hebben minder vaak kabel of ADSL maar wel vaker ISDN dan gemiddeld.
20B. Welke internetaansluiting is er in dit huishouden (Intomart-onderzoek)? breedband gewoon ISDN ADSL % kabel (kabel + modem modem aansluiting ADSL) algemeen 60,7 23,1 6,1 2,7 8,8
anders 1,1
weet ik niet 6,3
n 199
NH 61,2 23,0 4,8 4,8 9,6 1,8 4,4 84 GG 57,9 27,0 7,8 1,0 8,8 0,0 6,4 63 CGK 66,6 11,9 12,2 0,0 12,2 3,1 6,2 20 GGiN 82,0 18,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 14 OGG 35,9 23,4 0,0 0,0 0,0 0,0 40,7 9 GGiN/OGG 64,0 20,1 0,0 0,0 0,0 0,0 15,9 23 GKV 70,6 0,0 0,0 29,4 29,4 0,0 0,0 2 EV 50,0 0,0 50,0 0,0 50,0 0,0 0,0 2 Overig 42,9 42,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5 GKV/Ev/Overig 50,6 23,8 11,1 6,5 17,6 0,0 0,0 9 Nb: Deze vraag is alleen gesteld aan huishoudens waar een internetaansluiting aanwezig is (47 procent van alle ondervraagde huishoudens). Verder is het aantal ondervraagden bij de kleine kerkgenootschappen te gering om conclusies aan de daar genoemde percentages te verbinden. ● Ondanks het relatief geringe aantal ondervraagde huishoudens is duidelijk dat gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs veel minder vaak een gewoon modem en veel vaker een breedbandaansluiting hebben.
21. Heb je een eigen mailadres?
algemeen
32.9
ja, twee of meer 41.9 25.3
pc-scholen refo-scholen
20,7 35,6
45,1 41,2
%
nee
ja, één
34,3 23,2
n 1135 213 921
30
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
28,9 37,8 37,1 46,9 45,7 46,5 5,3 8,7 24,5 16,5
42,1 42,0 43,3 35,9 48,6 40,4 36,8 39,1 36,7 37,3
29,1 20,2 19,6 17,2 5,7 13,1 57,9 52,2 38,8 46,2
461 376 97 64 35 99 19 23 49 91
jongens meisjes
30,7 34,5
42,4 41,7
26,8 23,7
462 666
12 13 14 15 16 17
49,5 46,7 42,6 27,0 15,2 24,7
36,7 38,8 33,3 45,3 53,9 47,2
13,8 14,5 24,0 27,7 30,9 28,1
109 242 183 274 178 89
vmbo 46,5 37,2 16,4 355 havo 31,9 46,0 22,1 298 vwo 24,2 45,4 30,4 372 mbo/pabo 18,7 34,1 47,3 91 Nb: deze vraag is alleen gesteld aan de leerlingen die beschikken over een internetaansluiting (circa 80 procent van de leerlingen). ● Over meer dan één e-mailadres beschikken, komt vaak voor bij leerlingen van pc-scholen, bij jongens en bij oudere leerlingen.
22. Hoeveel mailtjes ontvang je gemiddeld per week? % algemeen
geen 26,0
0-5 28,7
5-25 32,6
25-100 10,8
meer dan 100 1,9
31
n 1134
pc-scholen refo-scholen
15,5 28,4
22,5 30,2
44,1 30,0
14,6 9,9
3,3 1,5
231 921
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
24,0 29,4 24,0 36,4 45,7 39,6 0,0 4,3 16,3 9,9
25,1 31,8 35,4 36,4 31,4 34,7 10,5 26,1 26,5 23,1
36,4 30,0 28,1 21,2 17,1 19,8 73,7 34,8 34,7 42,9
12,9 8,0 11,5 4,5 2,9 3,9 15,8 30,4 14,3 18,7
1,7 0,8 1,0 1,5 2,9 2,0 0,0 4,3 8,2 5,5
459 377 96 66 35 101 19 23 49 91
jongens meisjes
25,4 26,6
28,7 29,0
31,3 33,4
11,3 10,3
3,3 0,6
460 668
12 13 14 15 16 17
44,0 41,7 33,0 20,5 10,1 11,4
27,5 33,3 25,9 28,9 26,3 40,9
24,8 17,1 27,6 35,9 47,5 35,2
2,8 7,1 12,4 12,5 12,3 12,5
0,9 0,8 1,1 2,2 3,9 0,0
109 240 185 273 179 88
vmbo 40,5 31,3 19,3 7,8 1,1 358 havo 24,4 29,8 30,8 12,4 2,7 299 vwo 17,2 26,7 43,3 10,9 1,9 367 mbo/pabo 7,6 25,0 51,1 16,3 0,0 92 Nb: deze vraag is alleen gesteld aan de leerlingen die beschikken over een internetaansluiting (circa 80 procent van de leerlingen). ● Leerlingen van pc-scholen mailen aanzienlijk meer dan leerlingen van reformatorische scholen. ● Veel mailen komt vaak voor bij oudere leerlingen en leerlingen met een hoger opleidingsniveau; leerlingen uit kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte mailen juist minder.
23. Heb je wel eens dingen gezien op internet die je eigenlijk niet wilde zien?
32
algemeen
49,5
flauwe humor, grappen, teksten 24,0
pc-scholen refo-scholen
40,8 51,5
20,7 24,9
36,6 27,5
19,7 17,3
16,0 10,1
23,9 12,8
213 921
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
45,6 56,9 47,4 53,1 68,6 58,6 42,1 13,0 44,9 36,3
26,2 22,6 20,6 18,8 17,1 18,2 26,3 34,8 20,4 25,3
29,9 26,6 34,0 18,8 20,0 19,2 31,6 60,9 32,7 39,6
18,2 14,9 13,4 18,8 20,0 19,2 26,3 34,8 24,5 27,5
13,9 8,0 11,3 1,6 5,7 3,0 5,3 34,8 14,3 17,6
15,0 14,6 15,5 6,3 8,6 7,1 15,8 39,1 16,3 22,0
461 376 97 64 35 99 19 23 49 91
jongens meisjes
41,8 55,0
26,8 22,1
34,4 25,1
19,7 15,9
14,3 8,7
18,8 11,6
462 666
12 13 14 15 16 17
46,8 62,8 55,2 44,2 39,3 43,8
24,8 17,8 17,5 26,6 28,7 32,6
26,6 17,4 28,4 31,8 37,6 34,8
10,1 12,4 15,3 19,7 24,7 23,6
2,8 9,9 7,7 13,1 16,9 13,5
13,8 12,0 12,0 16,4 19,1 18,0
109 242 183 274 178 89
vmbo havo vwo mbo/pabo
57,8 46,0 44,1 53,8
18,9 27,2 25,5 26,4
20,8 32,6 32,8 33,0
14,4 16,8 19,9 20,9
9,0 11,1 13,4 11,0
13,8 13,8 16,9 12,1
355 298 372 91
%
nee, nooit
seksuele horror/ vloeken plaatjes racistische duivelse en/of grof en/of teksten plaatjes en taalgebruik teksten teksten 29,2 17,7 11,2 14,9
33
n 1135
Nb: deze vraag is alleen gesteld aan de leerlingen die beschikken over een internetaansluiting (circa 80 procent van de leerlingen). ● Seksuele plaatjes/teksten worden het vaakst genoemd als de ongewenste zaken die leerlingen tegenkomen. Leerlingen van pc-scholen zeggen vaker daarmee in aanraking te komen. ● Leerlingen van pc-scholen worden vaker dan leerlingen van reformatorische scholen geconfronteerd met racistische teksten, horror en duivelse teksten. Leerlingen van reformatorische scholen zeggen vaker zich te storen aan flauwe humor en grappen. ● Oudere leerlingen lijken vaker geconfronteerd te worden met ongewenste zaken. ● Jongens stuiten vaker op seksuele plaatjes en teksten dan meisjes; vmbo-leerlingen zeggen relatief weinig daar mee in aanraking te komen.
24. Wat deed je toen je dat zag?
%
ik stopte met internette n
ik stopte met de site
ik klikte ik sprak ik sprak door om erover met erover met meer te vriendfamilie/ weten te (inn)en leerkracht komen 7,2 4,2 3,3
n
algemeen
5,7
60,0
pc-scholen refo-scholen
4,2 6,1
61,5 59,7
12,2 6,1
3,3 4,5
3,3 3,4
213 921
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
4,3 7,4 5,2 6,3 0,0 4,0 5,3 8,7 6,1 6,6
62,5 57,7 64,9 46,9 42,9 45,5 84,2 65,2 65,3 69,2
7,6 5,6 5,2 9,4 8,6 9,1 10,5 17,4 8,2 11,0
3,7 4,5 5,2 3,1 2,9 3,0 10,5 4,3 6,1 6,6
3,5 3,2 5,2 0,0 2,9 1,0 10,5 8,7 0,0 4,4
461 376 97 64 35 99 19 23 49 91
jongens meisjes
4,5 6,6
62,8 58,3
12,6 3,0
3,9 4,5
3,9 3,0
462 666
10,1
62,4
5,5
0,9
1,8
109
12
34
1135
13 14 15 16 17
8,7 5,5 5,5 2,8 2,2
48,3 58,5 63,5 69,7 62,9
7,0 5,5 7,7 9,6 5,6
4,1 3,3 4,0 5,1 5,6
2,5 1,6 3,3 3,9 7,9
242 183 274 178 89
vmbo 8,5 53,8 6,8 4,2 2,5 355 havo 7,0 60,4 10,4 3,0 3,4 298 vwo 3,5 65,6 5,1 4,6 3,5 372 mbo/pabo 1,1 63,7 1,1 7,7 6,6 91 Nb: deze vraag is alleen gesteld aan de leerlingen die beschikken over een internetaansluiting (circa 80 procent van de leerlingen). ● Een groot deel van de leerlingen (drie van de vijf) zegt te stoppen met een site als ze stuiten op een ongewenst iets; leerlingen uit kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte stoppen naar verhouding minder vaak. ● Leerlingen spreken daar maar zelden (3 tot 5 procent) met vrienden of familie over.
25A. Welke uitspraken zijn van toepassing op jouw situatie? kinderen kinderen we praten ik help ik help controle tot 12 jaar tot 18 jaar elke week mijn mijn op internet alleen alleen over hoe % ouders wel ouders wel gebruik onder onder we met eens op de eens met gebeurt toezicht op toezicht internet computer internet achteraf internet op internet omgaan algemeen 73,4 43,2 15,7 8,8 11,2 21,6
n
1408
pc-scholen refo-scholen
79,6 72,3
62,6 39,4
15,7 15,6
6,1 9,2
16,1 10,2
23,0 21,3
230 1.182
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV
75,7 74,7 72,9 61,8 60,9 61,4 85,0
49,5 39,2 41,5 32,7 18,8 27,1 65,0
15,3 15,8 14,5 19,6 11,8 16,4 10,0
8,2 9,9 6,1 9,0 10,3 9,5 0,0
8,7 13,1 9,9 11,3 9,0 10,4 21,1
19,9 22,7 21,4 22,9 25,4 23,9 25,0
529 485 118 101 69 170 20
35
EV Overig GKV/Ev/Overig
72,7 74,1 76,1
77,3 49,1 59,0
19,0 18,9 17,0
19,0 5,7 7,6
19,0 15,4 17,4
40,9 16,0 23,7
22 53 95
jongens meisjes
77,9 70,3
49,6 38,8
14,0 16,9
7,6 9,7
10,2 11,8
23,3 20,6
566 839
12 13 14 15 16 17
65,9 73,1 70,3 77,1 74,5 76,2
29,0 34,4 43,5 52,2 46,7 43,8
17,2 12,5 15,7 15,3 15,7 24,0
8,8 8,1 6,6 8,7 9,7 12,3
15,9 11,8 10,6 10,4 11,1 9,4
24,2 20,3 19,6 24,1 18,1 35,3
131 317 232 324 229 105
vmbo 68,9 34,4 14,7 8,9 12,8 20,9 456 havo 75,6 42,3 14,4 8,3 10,0 21,0 393 vwo 78,0 53,9 17,7 8,5 11,2 23,5 419 mbo/pabo 72,1 42,5 16,9 11,5 8,5 21,1 122 Nb: bij deze vragen konden leerlingen ook aangeven dat de situatie niet op hen van toepassing was (bijvoorbeeld omdat er geen internetaansluiting is of geen kinderen in een bepaalde leeftijdscategorie zijn). De in tabel 25A genoemde percentages hebben betrekking op de hele groep. Gecorrigeerde percentages staan in tabel 25B.
25B. Welke uitspraken zijn van toepassing op jouw situatie (gecorrigeerde tabel)? kinderen kinderen we praten ik help ik help controle tot 12 jaar tot 18 jaar elke week mijn mijn op internet alleen alleen over hoe % ouders wel ouders wel gebruik onder onder we met eens op de eens met gebeurt toezicht op toezicht internet computer internet achteraf internet op internet omgaan algemeen 73,5 55,3 26,5 12,1 16,4 21,6 pc-scholen refo-scholen
79,6 72,4
70,3 52,0
22,6 27,2
7,1 13,1
20,5 15,4
36
23,0 21,4
n
1408 230 1.182
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
75,8 74,9 72,9 61,8 61,8 61,8 85,0 72,7 74,1 76,1
60,0 51,9 50,0 50,8 33,3 43,7 68,4 81,0 57,8 65,4
24,0 27,3 23,9 37,7 33,3 35,9 14,3 33,3 27,0 25,8
10,4 14,1 8,4 15,8 21,2 18,0 0,0 20,0 6,8 8,4
11,9 20,6 13,6 19,0 18,8 18,9 22,2 21,1 21,6 21,6
19,9 22,8 21,4 22,9 25,4 23,9 25,0 40,9 16,0 23,7
529 485 118 101 69 170 20 22 53 95
jongens meisjes
78,1 70,5
62,4 50,4
23,1 28,8
10,3 13,4
15,4 17,0
23,3 20,6
566 839
12 13 14 15 16 17
65,9 73,3 70,3 77,6 74,5 76,2
36,2 46,2 55,2 65,3 61,1 56,8
24,2 19,5 25,5 26,6 29,5 46,3
12,5 11,4 9,0 11,5 13,4 15,9
23,8 19,4 15,3 14,5 16,1 13,0
24,2 20,4 19,7 24,1 18,1 35,3
131 317 232 324 229 105
vmbo 69,2 44,8 22,9 12,6 19,5 21,0 456 havo 75,8 57,7 26,3 12,1 15,3 21,1 393 vwo 78,0 63,2 28,1 10,4 15,2 23,5 419 mbo/pabo 72,1 54,6 39,9 17,1 11,5 21,1 122 Nb: bij deze vragen konden leerlingen ook aangeven dat de situatie niet op hen van toepassing was (bijvoorbeeld omdat er geen internetaansluiting is of geen kinderen in een bepaalde leeftijdscategorie zijn). De in deze tabel genoemde percentages hebben alleen betrekking op de groep waarop de situatie wel van toepassing is. De steekproefgrootte is dus kleiner dan n. ● Veel leerlingen (bijna driekwart van hen) helpen hun ouders met de computer. Jongens vaker dan meisjes, en havo/vwo-leerlingen vaker dan vmbo-leerlingen. Leerlingen uit kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte doen dat juist minder vaak; dat geldt ook voor leerlingen van reformatorische scholen vergeleken met die van pc-scholen. ● Meer dan de helft van de leerlingen die beschikken over internettoegang, helpen hun ouders wel eens met internetten. Ook hier geldt dat jongens dat vaker doen dan meisjes, en havo/vwo-leerlingen vaker dan vmbo-leerlingen. Leerlingen uit kerken in de rechterflank van de
37
gereformeerde gezindte helpen juist minder vaak met internetten; dat geldt ook voor leerlingen van reformatorische scholen vergeleken met die van pc-scholen. ● Toezicht op internetten komt verhoudingsgewijs niet zo vaak voor. In driekwart van de gezinnen mogen kinderen tot 12 jaar zonder toezicht op internet, in 87 procent van de gezinnen geldt dat voor de kinderen tot 18 jaar. Achteraf controle op internetgebruik gebeurt in één op de zes gezinnen, en wekelijks aan de orde stellen van internetgedrag in één op de vijf gezinnen. Bij meisjes lijkt iets vaker sprake van controle te zijn dan bij jongens. Toezicht of controle bij jongere internetters is nauwelijks groter dan bij oudere. Nb: in deze vergelijking is geen rekening gehouden met het verschil tussen gefilterd en ongefilterd internet. 25C. Hoe wordt er in uw huishouden met internet omgegaan (Intomart-onderzoek)? % eens n ik vertrouw erop dat mijn kinderen geen verkeerd gebruik maken van internet 74,0 100 in ons gezin kunnen de jongere kinderen alleen onder toezicht op internet 55,3 85 controle op internetgebruik gebeurt bij ons achteraf 30,4 92 in ons gezin hebben we het regelmatig over het verantwoord omgaan met internet 52,7 129 een of meer kinderen heeft een eigen e-mailadres 61,6 112 een of meer kinderen heeft internettoegang op een slaap- of studeerkamer 34,9 106 ik raak wel eens per ongeluk op een site waar ik me niet thuisvoel 21,9 160 mijn kinderen melden wel eens dat ze op een verkeerde site zijn terechtgekomen 17,7 90 Ouders hebben blijkbaar een ander beeld van het internetgedrag van hun kinderen dan de kinderen zelf, zo blijkt uit vergelijking van deze getallen met die van tabel 25A: ● Meer dan de helft van de ouders zegt dat kinderen alleen onder toezicht op internet kunnen; 70 tot 90 procent van de reformatorische jongeren zegt zonder toezicht op internet te kunnen. ● Van de ouders zegt 30 procent internetgebruik achteraf te controleren; van de reformatorische jongeren zegt 15 procent dat dat gebeurt. ● Meer dan de helft van de ouders zegt regelmatig over internetgebruik te praten met de jongeren; van de jongeren zegt één op de vijf dat dat gebeurt.
38
F. Lectuur 26A. Welke krant lees je minimaal één keer per week? % geen AD Metro ND algemeen 12.8 10.5 26.2 5.1
NRC 1.9
RD 58.6
Sp!ts 30.7
Telegr. 10.4
Trouw Volkskr. 2.6 1.0
region. 30.7
n 1434
pc-scholen refo-scholen
24,8 10,5
15,0 9,6
6,0 30,2
8,5 4,4
2,1 1,8
22,2 65,8
9,0 35,0
9,0 10,7
5,1 2,2
0,4 1,1
26,9 31,4
234 1198
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
18,2 7,1 14,4 7,8 5,7 6,9 14,3 21,7 25,9 22,4
11,7 9,7 11,9 8,7 5,7 7,5 4,8 8,7 13,0 10,2
20,4 32,0 21,2 31,1 32,9 31,8 23,8 26,1 24,1 24,5
3,7 3,6 8,5 5,8 1,4 4,0 66,7 13,0 1,9 18,4
1,7 2,2 0,0 4,9 0,0 2,9 0,0 0,0 3,7 2,0
47,1 76,1 42,4 78,6 88,6 82,7 0,0 21,7 18,5 15,3
25,4 38,9 28,0 31,1 34,3 32,4 14,3 17,4 22,2 19,4
10,0 10,1 6,8 14,6 11,4 13,3 0,0 8,7 9,3 7,1
3,7 1,4 2,5 2,9 1,4 2,3 0,0 8,7 3,7 4,1
0,6 1,2 2,5 1,0 1,4 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0
28,4 35,4 32,2 33,0 30,0 31,8 14,3 21,7 14,8 16,3
539 494 118 103 70 173 21 23 54 98
jongens meisjes
10,6 14,5
12,7 9,0
28,8 24,4
5,9 4,6
3,1 0,9
58,7 58,9
34,2 28,2
14,1 7,7
3,3 2,2
1,4 0,7
31,1 30,2
576 849
12 13 14 15 16 17
18,8 13,0 15,3 10,9 14,2 6,5
12,0 9,9 10,2 16,0 6,9 2,8
15,0 19,4 29,4 25,4 24,9 31,8
6,0 6,2 5,1 3,9 3,4 6,5
2,3 1,9 0,9 2,4 3,0 0,9
51,1 55,2 57,9 54,4 63,1 75,7
18,0 24,7 31,1 33,5 29,2 37,4
4,5 7,4 11,5 11,2 15,5 10,3
2,3 1,2 2,6 3,3 3,4 2,8
0,0 0,9 1,3 0,9 0,9 1,9
24,1 22,8 32,3 33,2 37,3 36,4
133 324 235 331 233 107
vmbo havo vwo mbo/pabo
15,6 11,4 13,8 4,9
14,7 10,1 7,7 4,1
26,6 26,0 15,7 61,8
3,9 4,0 6,8 7,3
0,9 2,8 2,3 0,0
49,7 64,6 58,1 78,1
32,4 32,8 18,5 59,3
10,8 11,4 8,0 12,2
1,3 2,8 4,4 1,6
0,7 0,8 0,7 2,5
22,2 33,1 36,1 36,6
463 396 427 123
39
Nb: het percentage bij regionale kranten is in werkelijkheid hoger, omdat veel scholieren bij de keuzemogelijkheid ‘Anders, namelijk:…’ een regionale krant invulden. Die zijn niet in deze telling meegenomen. ● Leerlingen van reformatorische scholen lezen vaker een krant dan leerlingen van pc-scholen. Van de laatste groep leest een kwart geen krant; bij reformatorische leerlingen is dat maar eentiende. ● Leerlingen van reformatorische scholen lezen vier tot vijf keer zo vaak Metro of Sp!ts als leerlingen van pc-scholen. Dat verklaart mogelijk de eerder genoemde conclusie over het vaker krant lezen van reformatorische leerlingen. ● Leerlingen uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte lezen vaker een krant. ● Jongens hebben meer belangstelling voor Metro en Sp!ts dan meisjes en de belangstelling neemt toe met de leeftijd; dit hangt mogelijk samen met de belangstelling voor sportuitslagen, een soortgelijke trend is geconstateerd bij de belangstelling voor sportuitzendingen op tv.
26B. Welke kranten worden er in dit huishouden gelezen (Intomart-onderzoek)? % geen AD Metro ND NRC RD Sp!ts Telegr. Trouw Volkskr. region. algemeen 73,5 4,7 2,1 1.7 2.8 100 1.7 5.9 2.8 1.9 17.5 ● Volwassenen lezen minder vaak een regionale krant dan jongeren. Ook Metro en Sp!ts zijn relatief onbekend bij volwassenen. 27. Welke andere bladen lees jij wel eens? jongere jongeren familie meiden strip glossy n bladen compudiversen bladen bladen bladen bladen % geen bladen Fancy, ter Autowk Terdege Tina, D Duck, Playboy, Daniël BreakOu bladen Kijk Gezinsg. Penny Susk&W. Panor. Spirit t algemeen 4.7 33.3 45.5 22.7 24.5 62.9 8.9 2.9 26.8 pc-scholen refo-scholen NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV
n
1434
3,0 5,0
22,2 35,4
17,5 50,9
24,4 22,5
36,8 22,1
62,4 63,1
14,5 7,8
5,6 2,3
19,7 28,2
234 1198
3,7 2,6 7,6 7,8 7,1 7,5 14,3 13,0
26,7 52,4 21,2 19,4 22,9 20,8 4,8 13,0
33,8 62,3 35,6 63,1 58,6 61,3 9,5 17,4
21,5 24,5 27,1 21,4 18,6 20,2 19,0 21,7
28,0 18,2 25,4 27,2 22,9 25,4 33,3 43,5
63,3 68,4 60,2 58,3 47,1 53,8 61,9 65,2
7,6 10,7 12,7 8,7 4,3 6,9 0,0 0,0
3,2 2,2 0,8 2,9 2,9 2,9 4,8 8,7
27,3 30,8 20,3 25,2 21,4 23,7 19,0 4,3
539 494 118 103 70 173 21 23
40
n 422
Overig GKV/Ev/Overig
9,3 11,2
11,1 10,2
13,0 13,3
20,4 20,4
25,9 31,6
46,3 54,1
9,3 5,1
3,7 5,1
20,4 16,3
54 98
jongens meisjes
6,6 3,3
22,4 40,6
35,2 52,8
1,4 37,3
10,2 34,0
64,6 62,0
19,1 1,9
5,2 1,1
49,1 11,5
576 849
12 13 14 15 16 17
4,5 4,3 2,6 5,7 5,6 6,5
31,6 30,2 28,9 27,8 34,8 53,3
43,6 46,9 44,3 36,6 48,1 57,0
33,8 30,9 29,4 19,9 11,6 14,0
13,5 17,3 26,0 30,5 30,5 27,1
74,4 68,5 67,7 59,5 57,1 57,0
8,3 5,2 11,9 10,6 10,7 8,4
1,5 3,1 2,6 1,8 4,3 2,8
18,0 18,8 28,5 31,1 31,8 30,8
133 324 235 331 233 107
vmbo 5,4 23,1 38,0 24,8 23,1 61,1 8,2 1,9 24,6 463 havo 4,8 33,8 50,8 23,2 23,5 66,2 9,6 3,8 30,3 396 vwo 3,5 37,2 42,4 23,0 25,8 65,3 10,8 2,6 28,1 427 mbo/pabo 4,1 58,5 71,5 12,2 29,3 54,5 4,1 1,6 22,0 123 ● In de Gereformeerde Gemeenten hebben jongeren veel belangstelling voor tijdschriften als de Daniël. Dat is beduidend minder bij de andere kerkverbanden. Jongeren uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) lezen vaak familiebladen als Terdege en Gezinsgids. In beide gevallen zijn het vooral meisjes die deze bladen lezen. ● Ongeveer een kwart van de jongeren leest wel eens vulgaire bladeren als Break Out!, Fancy en Yes. De kerkelijke achtergrond van de jongeren maakt daarbij niet uit (de Gereformeerde Gemeenten zijn een gunstige uitzondering). Vooral meisjes zijn geïnteresseerd in deze bladen. ● Stripbladen als Donald Duck en Suske en Wiske zijn onverdeeld populair. ● Jongens lezen naast stripbladen vooral computerbladen, Autoweek en Kijk.
28A. Hoeveel tijd besteed jij gemiddeld per week aan het lezen van kranten? % 0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur n algemeen 87.4 12.0 0.6 0.0 1237 pc-scholen refo-scholen
93,3 86,4
6,1 13,0
0,6 0,7
0.0 0.0
180 1056
NH GG
90,5 82,9
9,0 16,3
0,5 0,9
0.0 0.0
444 449
41
CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
93,9 83,9 87,7 85,4 88,9 94,4 90,0 90,8
5,1 15,1 12,3 13,9 11,1 5,6 10,0 9,2
1,0 1,1 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0
0.0 0.0 0.0 0.0 88,9 94,4 90,0 90,8
99 93 65 158 18 18 40 76
jongens meisjes
84,4 89,3
15,2 9,8
0,4 0,8
0.0 0.0
507 722
12 13 14 15 16 17
93,3 91,7 87,5 88,7 85,1 72,4
6,7 7,9 11,0 10,7 14,4 26,5
0,0 0,4 1,5 0,7 0,5 1,0
0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0
105 277 200 291 201 98
vmbo 92,9 6,1 1,0 0,0 463 havo 84,5 15,5 0,0 0,0 396 vwo 86,9 12,3 0,8 0,0 427 mbo/pabo 78,7 20,5 0,9 0,0 123 ● Leerlingen van reformatorische scholen lezen vaker krant dan leerlingen van pc-scholen. ● Jongens lezen meer krant dan meisjes; de leesfrequentie neemt ook toe met de leeftijd en met het opleidingsniveau.
28B. Hoeveel tijd besteed jij gemiddeld per week aan het lezen in het algemeen (boeken én bladen)? % 0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur n algemeen 39.4 42.5 15.2 2.9 1411 pc-scholen refo-scholen
38,3 45,0
42,6 42,0
16,4 9,1
2,7 3,9
231 1179
NH
47,9
38,5
11,6
2,1
535
42
GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
30,9 37,9 29,4 34,8 31,6 44,4 52,2 50,0 49,5
45,8 44,0 51,0 36,2 45,0 50,0 39,1 42,3 43,0
19,8 15,5 17,6 21,7 19,3 5,6 8,7 3,8 5,4
3,5 2,6 2,0 7,2 4,1 0,0 0,0 3,8 2,1
485 116 102 69 171 18 23 52 93
jongens meisjes
49,3 32,5
38,3 45,5
10,6 18,2
1,8 3,7
564 839
12 13 14 15 16 17
43,5 35,1 44,2 41,6 40,7 30,8
38,2 43,1 37,3 41,3 47,2 45,8
16,8 16,6 15,0 14,7 9,5 22,4
1,5 5,1 3,4 2,4 2,6 0,9
131 313 233 327 231 107
vmbo 52,3 34,3 10,3 3,0 463 havo 37,4 43,8 15,8 3,1 396 vwo 30,1 49,9 16,7 3,3 427 mbo/pabo 27,6 47,1 24,4 0,8 123 ● Leerlingen van pc-scholen besteden meer tijd aan lezen dan leerlingen van reformatorische scholen. Dat is opvallend, omdat leerlingen van pcscholen ook meer tv-kijken. Tegelijkertijd blijkt uit de enquête ook dat de leerlingen die veel tv of film kijken, in het algemeen minder lezen. ● Meisjes lezen meer dan jongens; de leesfrequentie neemt ook toe met het opleidingsniveau; het verband met de leeftijd is niet erg duidelijk. ● Leerlingen uit kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte lezen relatief veel.
43
G. Mobiele telefonie 29. Heb jij een mobiele telefoon? % nee ja, één algemeen 30,6 60,3
ja, twee 9,2
n 1420
pc-scholen refo-scholen
27,3 31,2
59,7 60,4
13,0 8,4
231 1188
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
29,6 31,1 25,9 31,1 25,7 28,9 61,9 36,4 38,9 43,3
61,4 60,9 67,2 59,2 62,9 60,7 28,6 45,5 46,3 42,3
9,0 8,0 6,9 9,7 11,4 10,4 9,5 18,2 14,8 14,4
534 489 116 103 70 173 21 22 54 97
jongens meisjes
31,2 30,3
56,4 63,0
12,4 6,7
571 841
12 13 14 15 16 17
59,5 41,5 28,2 26,6 19,1 19,8
35,9 50,3 61,1 62,8 69,6 75,5
4,6 8,2 10,7 10,6 11,3 4,7
131 318 234 331 230 106
vmbo havo vwo mbo/pabo
34,5 32,7 29,9 9,0
56,3 57,6 62,1 85,4
9,2 9,6 8,1 5,7
458 394 422 123
44
● Zeven van de tien leerlingen heeft een of meer mobiele telefoons. Daarbij blijkt er nauwelijks verschil te zijn tussen leerlingen uit diverse kerkverbanden, met dien verstande dat gereformeerd-vrijgemaakte leerlingen verhoudingsgewijs weinig over een mobiele telefoon beschikken. ● Van de twaalfjarige leerlingen heeft al 40 procent een mobiele telefoon. ● Jongens hebben wat vaker twee telefoons dan meisjes.
30. Hoeveel SMS’jes verstuur je?
algemeen
21,3
één tot vijf per week 45,0
pc-scholen refo-scholen
22,8 21,0
46,2 44,7
23,4 26,4
7,6 7,8
171 832
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
18,3 21,2 33,7 17,8 26,9 21,6 12,5 14,3 29,4 23,2
49,9 43,8 43,0 41,1 40,4 40,8 37,5 42,9 32,4 35,8
25,3 26,7 19,8 37,0 21,2 30,4 25,0 28,6 23,5 25,0
6,5 8,4 3,5 4,1 11,5 7,2 25,0 14,3 14,7 16,1
383 345 86 73 52 125 8 14 34 56
jongens meisjes
28,7 16,4
46,5 44,0
18,8 31,0
5,9 8,6
404 593
12 13 14 15 16 17
39,7 33,2 22,5 15,5 16,0 14,0
51,7 43,0 45,0 47,8 43,6 38,4
5,2 18,1 23,7 28,6 31,9 40,7
3,4 5,7 8,9 8,2 8,5 7,0
58 193 169 245 188 86
%
zelden of nooit
één tot vijf per dag 25,9
meer dan vijf per dag 7,8
n 1004
45
vmbo 25,2 havo 19,9 vwo 23,9 mbo/pabo 8,1 ● Meisjes SMS’en aanzienlijk vaker dan de leeftijd.
43,1 22,6 46,3 26,5 46,5 25,2 45,0 36,9 jongens. SMS’en is ook erg
9,2 7,4 4,3 9,9 populair bij
31. Hoeveel geld ben jij per maand kwijt aan je mobiele telefoon? 0–5 5 – 10 10 – 20 20 - 50 % euro euro euro euro algemeen 32,8 28,1 28,4 8,7
306 272 301 111 leerlingen van mbo en pabo, en het gebruik van SMS neemt toe met
50 - 100 euro 1,4
meer dan 100 euro 0,7
n 991
pc-scholen refo-scholen
35,1 32,2
24,6 28,8
33,3 27,4
5,3 9,4
1,2 1,5
0,6 0,7
171 819
NH GG CGK GGiN OGG GGiN/OGG GKV EV Overig GKV/Ev/Overig
33,9 29,4 44,2 32,4 34,6 33,4 12,5 33,3 27,3 26,8
26,5 31,5 30,2 26,5 19,2 23,3 25,0 20,0 30,3 26,8
29,4 28,2 22,1 27,9 32,7 30,0 50,0 26,7 24,2 28,6
8,4 9,1 3,5 10,3 13,5 11,7 12,5 6,7 9,1 8,9
1,3 0,9 0,0 2,9 0,0 1,6 0,0 13,3 3,0 5,3
0,5 0,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,1 3,6
381 340 86 68 52 120 8 15 33 56
jongens meisjes
35,2 31,4
28,4 28,0
25,3 30,3
8,4 9,0
1,8 1,0
1,0 0,3
395 590
12 13 14 15
49,1 45,0 34,3 30,3
27,3 31,9 27,8 25,8
21,8 19,9 30,2 32,4
0,0 1,6 5,9 9,4
0,0 0,5 1,2 0,8
1,8 1,0 0,6 1,2
55 191 169 244
46
16 17
24,6 24,1
26,8 26,4
31,1 34,5
14,8 13,8
2,7 1,1
0,0 0,0
vmbo 31,0 28,7 27,7 10,2 1,0 havo 32,6 25,9 31,5 8,5 1,1 vwo 40,9 28,4 24,7 3,7 1,7 mbo/pabo 18,2 30,0 31,8 19,1 0,9 ● Meisjes en mbo/pabo-leerlingen geven meer geld uit aan hun mobiele telefoon. Dat klopt SMS’en. Vwo’ers geven verhoudingsgewijs juist minder geld uit aan hun telefoon.
1,3 303 0,4 270 0,7 296 0,0 110 met het gegeven uit tabel 30, dat deze jongeren vaker
32. Krijg jij wel eens vervelende sms’jes? % algemeen
nee 82,9
ja, reclame 8,7
vervelende of vieze ja, anders grappen 1,5 2,9 3,9
ja, pestsms
33. Ontvang jij wel eens sms’jes tegen betaling? sport belangrijk ander % berichten nieuws nieuws algemeen 4,3 3,4 4,0
n 1373
47
183 87
n 996
Bijlage: Vragenlijst Enquête Reformatorisch Dagblad over media-gebruik (Bij het invullen het desbetreffende rondje inkleuren of aankruisen, tenzij anders aangegeven)
1. Hoe oud ben jij? ….. jaar
2. Ik ben een ….. 0 jongen 0 meisje
3. Wat is je schoolsoort? 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
vmbo-economie vmbo-zorg/welzijn vmbo-techniek vmbo-landbouw havo vwo mbo-economie mbo-zorg/welzijn mbo-techniek pabo
4. Tot welke kerk behoor je?
48
0 0 0 0 0 0 0 0
Nederlandse Hervormde Kerk Gereformeerde Gemeenten Christelijke Gereformeerde Kerken Gereformeerde Gemeenten in Nederland Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland Gereformeerde Kerken vrijgemaakt Evangelische gemeente Anders
5. Hebben jullie thuis een computer? 0 0 0 0
Nee, ga door naar vraag 18 Ja, één computer Ja, twee computers Ja, drie of meer computers
6. Wat geldt er voor de computer thuis waar jij het vaakst achter zit? De De De De De De De
computer computer computer computer computer computer computer
is minder dan twee jaar oud is voorzien van een cd-rom-drive is voorzien van een cd-brander is voorzien van een dvd-drive staat op een slaap- of studeerkamer is voorzien van een joystick/knuppel of stuur is voorzien van een internetaansluiting
ja ja ja ja
/ / / /
nee nee nee nee ja / nee ja / nee ja / nee
7. Waarvoor gebruik jij de computer(s) thuis? Huiswerk Foto’s/video bekijken/bewerken Spelletjes, maar niet via internet
vaak / soms / nooit vaak / soms / nooit vaak / soms / nooit
49
Spelletjes op internet spelen of downloaden Surfen/informatie zoeken op internet Chatten of MSN-en Muziek beluisteren/downloaden E-mail Kopen/bankieren via internet Iets anders, namelijk: ….
vaak vaak vaak vaak vaak
/ / / / /
vaak / soms / nooit / n.v.t. soms / nooit / n.v.t. soms / nooit / n.v.t. soms / nooit / n.v.t. soms / nooit / n.v.t. soms / nooit / n.v.t.
8. Hoeveel uur per week zit jij thuis achter de computer(s)? 0 0 0 0
0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur
9. Hoeveel tijd besteed jij per week aan spelletjes achter de computer? 0 0 0 0
0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur
10. Welke internetaansluiting hebben jullie thuis? (meer antwoorden mogelijk) 0 Geen internet – ga naar vraag 16 0 Een ongefilterde aansluiting (open internet) 0 Gefilterd internet
11. Wat voor type internetaansluiting hebben jullie?
50
0 0 0 0 0 0
Gewoon modem ISDN-modem ADSL-aansluiting kabel draadloos weet ik niet
12. Heb jij een eigen e-mailadres? 0 Nee 0 Ja, één 0 Ja, twee of meer
13. Hoeveel mailtjes ontvang je gemiddeld per week? 0 0 0 0 0
geen 0-5 5-25 25-100 100 of meer
14. Heb jij wel eens dingen op internet gezien die je eigenlijk niet wilde zien? Zo ja, wat zag je dan? (meer antwoorden mogelijk) 0 0 0 0 0 0
Nee, nooit Flauwe humor / grappen / teksten Seksuele plaatjes en/of teksten Vloeken en/of grof taalgebruik Racistische teksten Horror-/duivelse plaatjes en/of teksten
51
15. Wat deed je als je dit soort dingen tegenkwam? (meer antwoorden mogelijk) 0 0 0 0 0
Ik Ik Ik Ik Ik
stopte met internetten stopte met die site klikte door om meer te weten te komen sprak erover met vriend(inn)en sprak erover met familie/leerkracht
16. De volgende uitspraken kloppen/kloppen niet. - Ik help mijn ouders wel eens op de computer - Ik help mijn ouders wel eens met internet - In ons gezin kunnen kinderen tot 12 jaar alleen onder toezicht op internet - In ons gezin kunnen kinderen tot 18 jaar alleen onder toezicht op internet - Controle op internetgebruik gebeurt bij ons achteraf - In ons gezin hebben we het elke week wel eens over de manier waarop we met computer/internet omgaan
klopt / klopt niet klopt / klopt niet / n.v.t. klopt / klopt niet / n.v.t. klopt / klopt niet / n.v.t. klopt / klopt niet / n.v.t. klopt / klopt niet
17. Wat zijn jouw favoriete sites? (meer antwoorden mogelijk) …………………………………………………
18. Heb jij een mobieltje? 0 Nee, ga naar vraag 23 0 Eén 0 Twee
52
19. Hoeveel sms’jes verstuur je? 0 0 0 0
zelden of nooit 1-5 per week 1-5 per dag meer dan 5 per dag
20. Krijg je betaalde informatie op je mobieltje? (meer antwoorden mogelijk) 0 0 0 0 0 0
Ja, sportberichten per sms Ja, belangrijk nieuws per sms Ja, ander nieuws per sms, namelijk…. Ja, i-mode Ja, Vodafone life Nee
21. Krijg jij wel eens vervelende sms’jes, die je liever niet wilt? 0 0 0 0 0
Nee Ja, reclame Ja, pesterige sms’jes Ja, vervelende/vieze grappen Ja, anders..
22. Hoeveel geld ben jij per maand kwijt aan je mobiele telefoon? 0 0-5 euro 0 5-10 euro 0 10-20 euro 0 20-50 euro 0 50-100 euro 0 meer
53
23. Welke krant lees je minimaal een keer per week? (meer antwoorden mogelijk) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Geen – ga verder naar vraag 25 Algemeen Dagblad Metro Nederlands Dagblad NRC-Handelsblad Reformatorisch Dagblad Spits Telegraaf Trouw Volkskrant regionale krant (PZC, Gelders Dagblad, Tubantia, e.d.) ander dagblad, namelijk…
24. Hoeveel tijd besteed jij gemiddeld per week aan het lezen van kranten? 0 0 0 0
0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur
25. Lees je wel eens andere bladen? (meer antwoorden mogelijk) 0 0 0 0 0 0
Nee Jongerenbladen als Daniël, Spirit, Cruciaal Familiebladen als Gezinsgids, Terdege Meidenbladen als Tina, Penny Jongerenbladen als Yes, Breakout, Fancy Stripbladen als Donald Duck, Tom en Jerry
54
0 Computerbladen als PCM, ComputerIdee 0 Bladen als Playboy, Panorama 0 Diversen als Autoweek, Kijk
26. Hoeveel tijd besteed jij gemiddeld per week aan lezen in het algemeen (boeken én bladen)? 0 0 0 0
0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur
27. Luister jij wel eens naar de radio? 0 0 0 0 0
(Bijna) altijd, ook tijdens het huiswerk Vaak, maar niet tijdens mijn huiswerk Iedere dag wel een keer Aantal keren per week Zelden of nooit – (ga naar vraag 29)
28. Naar welke zenders luister je dan? Radio 1 (nieuws/informatie) Radio 2 (praatprogramma’s Radio 3 (moderne muziek) Radio 4 (klassieke muziek) 747 AM (nieuws/informatie) Sky Radio, Radio 538, Yorin FM regionale zender (Omroep Zeeland, Radio Gelderland) andere zenders, zoals …….
vaak vaak vaak vaak vaak
/ / / / /
soms / nooit soms / nooit soms / nooit soms / nooit soms / nooit vaak / soms / nooit vaak / soms / nooit vaak / soms / nooit
55
29. Hebben jullie thuis een videorecorder of dvd-speler? (meer antwoorden mogelijk) 0 0 0 0
Nee – ga naar vraag 32 Ja, een videorecorder Ja, een dvd-speler Ja, een dvd-drive in de computer
30. Hoe vaak kijken jullie films op dvd of video? 0 0 0 0
Dagelijks Een of enkele keren per week Een of enkele keren per maand Zelden of nooit
31. Wat voor soort films/programma’s bekijken jullie? zelf opgenomen video’s speelfilms zoals Titanic, The Lord of the Rings detectives, westerns, lachfilms tv-series, science-fiction natuurfilms en documentaires tekenfilms films waarin erotische elementen zitten
vaak vaak vaak vaak
/ / / /
soms / nooit soms / nooit soms / nooit soms / nooit vaak / soms / nooit vaak / soms / nooit vaak / soms / nooit
32. Hebben jullie thuis de mogelijkheid om tv te kijken? 0 Nee – ga naar vraag 34 0 Ja
33. Wat voor soort films/programma’s bekijk jij op tv?
56
Speelfilms, detectives, lachfilms, soaps BNN, TMF, artiestenoptredens Sport Journaals, actualiteiten, medische progr., jeugdjournaal Natuurfilms, quizzen, spelletjes Praat/discussieprogramma’s Historische-, consumentenprogramma's Programma’s waarin erotische elementen zitten
vaak vaak vaak vaak vaak vaak vaak vaak
/ / / / / / / /
soms soms soms soms soms soms soms soms
/ / / / / / / /
nooit nooit nooit nooit nooit nooit nooit nooit
34. Hoeveel tijd besteed jij per week aan het bekijken van films/programma’s op dvd, video of tv? 0 0 0 0 0
nooit 0-3 uur 4-10 uur 11-20 uur 20-40 uur
Eventuele opmerkingen naar aanleiding van de enquête …………………………………………….
Heel erg bedankt voor het invullen! Steef de Bruijn, Evert van Dijkhuizen, Ewout van der Staaij en Gijsbert Wolvers
57