REFERAAT HOUDEN Februari 2001
HUISARTSOPLEIDING
Algemene gegevens Dit onderwijsprogramma is ontwikkeld door de staf van de afdeling Huisartsopleiding van de Vrije Universiteit ten behoeve van de huisartsopleiding aan de VU. De Onderwijscoördinator HAIO-onderwijs van de afdeling heeft uiteindelijk de ontwerp tekst vastgesteld. Nadere informatie kan verkregen worden bij de onderstaande personen die de ontwerp tekst hebben samengesteld. De gegevens van dit programma wordt aangeboden aan het Samenwerkings Verband Universitaire Huisartsopleidingen in Utrecht voor centrale archivering in de Centrale Onderwijs Bank. In geval anderen dan de Huisartsopleidingen, van dit programma gebruik willen maken of, indien de uitgave voor andere doeleinden of in een ander verband wordt gebruikt, geldt het volgende: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het hoofd van de afdeling huisartsopleiding van de Vrije Universiteit. Programmamaker: Trefwoorden ICPC LHK
Carla de Vries
: : :
Datum en naam laatste wijzigingen: 5 februari 2001, Harm van Marwijk en Carla de Vries
Contactpersoon : Carla de Vries Telefoon : 020-4448254
Huisartsopleiding VU Medisch Centrum Overschiestraat 180 1062 XK Amsterdam
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ...........................................................................................................................................................4 1 1.1 1.2
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN ....................................................................................4 Aanvangsniveau .....................................................................................................................................4 Doelstellingen ........................................................................................................................................4
Algemene doelstelling...................................................................................................... 4 2
METHODIEK .............................................................................................................................................5
3 3.1 3.2
ORGANISATIE .........................................................................................................................................5 Voorbereiding deelnemers .....................................................................................................................5 Tijdschema .............................................................................................................................................5
4 4.1 4.2
LITERATUUR.............................................................................................................................................5 Verplichte literatuur ...............................................................................................................................5 Literatuur voor referaat ..........................................................................................................................5
5 5.1 5.2 5.3
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT.........6 Inhoud HAIO-deel .................................................................................................................................6 Voorbereiding docent.............................................................................................................................6 Docentinstructie .....................................................................................................................................6
6 6.1 6.2
VOORBEREIDING SECRETARIAAT ......................................................................................................9 Materiaal ................................................................................................................................................9 Kopiëren.................................................................................................................................................9
7
SAMENVATTING OWP HET REFERAAT .............................................................................................9
BIJLAGE 1
OBSERVATIEFORMULIER BIJ EEN REFERAAT................................................................10
BIJLAGE 2
HOE ZIET EEN GOEDE SHEET ERUIT ?................................................................................12
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
3
INLEIDING Huisartsgeneeskundige kennis en informatie verandert snel. Vanuit de basisopleiding zal duidelijk zijn dat refereren een goede manier kan zijn om te communiceren over veranderingen in inhoud en vorm van de geneeskunde. Refereren heeft zich dan ook de afgelopen jaren een vaste plaats weten te verwerven in de onderwijsprogramma’s (OWP’s) voor HAIO’s. In veel OWP’s wordt gebruik gemaakt van deze onderwijsvorm. Meestal wordt er in het referaat een nauw omschreven onderwerp behandeld aan de hand van gegeven literatuur en in het programma geformuleerde vragen. Veel literatuur is vanuit de aard van de snel veranderende geneeskunde echter verouderd op het moment dat het gedrukt wordt. Wij verwachten van HAIO’s een actieve houding ten opzichte van kennisverwerving. Dat betekent dat de HAIO (ook ten opzichte van de groepsleden) de plicht heeft zich zo nodig ook breder dan in het OWP aangegeven staat, te oriënteren en dus ook andere (vaak recentere) literatuur zal moeten zoeken. Voorkom dat je na drie jaar opleiding tot de conclusie moet komen, dat je je eigenlijk nergens echt in verdiept hebt! De doelstelling van refereren is meerledig. Voor de toehoorders is het inhoudsaspect van het referaat het belangrijkste. Voor de houder van het referaat is naast het beantwoorden van de vraagstelling(en), het effectief overdragen van informatie de belangrijkste doelstelling. Nevendoelstellingen zijn: relevante literatuur zoeken en deze leren samenvatten. Ook voor de latere praktijkvoering is het zinnig als men in staat is goed verslag te doen aan collegae van een gevolgde nascholingscursus, een literatuurstudie, of onderzoek. In het verleden is gebleken, dat het houden van een helder en bondig referaat niet altijd vanzelf gaat, waardoor de kennisoverdracht aan de andere HAIO’s gering is. In dit programma bespreken de HAIO’s welke factoren van invloed zijn bij het houden van een goed referaat; discussiëren de HAIO’s over het gebruik van de overheadprojector; en bespreken zij een observatieformulier. Eén á twee HAIO’s houden een referaat, waarbij het observatieformulier door de overige HAIO’s wordt gebruikt. Na afloop maken de HAIO’s zelf afspraken over wie wanneer een referaat houdt in de loop van de komende tijd. Het programma wordt vroeg in de huisartsopleiding gegeven, zodat de HAIO’s vervolgens met enige houvast hun referaten kunnen voorbereiden en houden.
1
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN
1.1
Aanvangsniveau In de kliniek heeft de HAIO wellicht ervaring opgedaan met het houden van klinische referaten. Instructie hiervoor wordt meestal niet gegeven, zodat verwacht kan worden, dat de kennis over vorm en mogelijkheden beperkt is.
1.2
Doelstellingen Algemene doelstelling Tijdens het afdelingsonderwijs van de huisartsopleiding een referaat kunnen houden, waarbij er heldere en effectieve kennisoverdracht plaatsvindt. Concrete doelstellingen Na afloop van dit 1,5 uur durende programma is de HAIO in staat: 1. de voorwaarden voor het houden van een goed referaat te benoemen. 2. de voorwaarden voor een adequaat gebruik van de overheadprojector te beschrijven. 3. gerichte feedback kunnen geven aan mede-HAIO’s. 4. een referaat voor één van de volgende terugkomdagen volgens de instructie voor te bereiden.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
4
2
METHODIEK Na een korte inleiding inventariseert de docent welke factoren volgens de HAIO’s een rol spelen bij het houden van een goed referaat. Vervolgens wordt een adequaat versus een verkeerd gebruik van de overheadprojector besproken. Hierna houden één á twee HAIO’s een kort referaat over een onderwerp waar zij veel van weten. M.b.v. een observatieformulier (bijlage 1) wordt feedback gegeven. Tenslotte wordt een planning gemaakt voor de komende referaten.
3
ORGANISATIE
3.1
Voorbereiding deelnemers Eén a twee HAIO’s bereiden een referaat van 10 min. voor over een onderwerp waar zij veel van weten en waar de groep in geïnteresseerd is.
3.2
Tijdschema Tijdschema
4
Programma
Tijdsduur
00 - 15
Inleiding
15 min.
15 - 35
Inventarisatie factoren die een rol spelen bij een referaat
20 min.
35 - 50
Het gebruik van de overheadprojector
15 min.
50 - 80
Twee referaten bespreken + gebruiken van observatieformulier
30 min.
80 - 90
Planning referaten
10 min.
LITERATUUR
4.1
Verplichte literatuur geen
4.2
Literatuur voor referaat Met de docent overleggen.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
5
5
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT
5.1
Inhoud HAIO-deel Inleiding, hoofdstuk 1 tot en met 4. (Niet bijlage 1 en 2!)
5.2
Voorbereiding docent Bestudeer dit onderwijsprogramma en neem bij vragen contact op met de programmamaker. Overleg met de groep welke HAIO deze keer een referaat wil houden. Moeilijk is deze keer dat het voor het eerst is en voordat het onderwerp al aan bod is geweest op de tkd. Makkelijk is, dat het dus nog niet perfect hoeft te gaan en dat het ‘niet-geweldig-doen’ voor anderen leerzaam is. En mogelijk ook extra leerzaam voor diegene zelf. Vraag welke HAIO deze uitdaging aan wil gaan. Bedenk een list voor het geval niemand wil. Bedenk tevens welke HAIO’s je op korte termijn referaten wilt laten houden en over welk onderwerp (bijv. een lacune; slechte score op een onderdeel van de kennistoets, deskundigheid van 1 HAIO, waar anderen in geïnteresseerd zijn).
5.3
Docentinstructie Docent: GW-er en/of HAB. De voorkeur gaat uit naar een GW-er omdat dit eigenlijk een communicatieprogramma is. Bij dit OWP is het van belang dat vorm en inhoud niet met elkaar verwart worden. Er moet voornamelijk naar de vorm gekeken worden en minder naar de inhoud. 1. Inleiding (15 min.) Naast het kort toelichten van dit programma wordt plenair gepeild wie al ervaring heeft met het houden van referaten (hoe vaak; voor hoeveel mensen; uit wie bestond het publiek (bekenden, onbekenden, hoogleraren, specialisten) en wat voor invloed heeft dat; hoe verliep het: wat ging goed, wat ging niet goed; hoe voel je je voor en tijdens het houden van een referaat; vertel je alles wat je wilt vertellen of vergeet je onderdelen? Wie heeft scholing in het houden van een referaat gehad (hoe ging dat in zijn werk; wat heb je daarvan opgestoken; jezelf terug gezien op video). 2. Inventarisatie van factoren die een rol spelen bij het houden van een referaat (20 min.) Bij het houden van een referaat is er een aantal factoren, dat voor een groot deel bepaalt in hoeverre het publiek geboeid blijft luisteren. Om deze factoren duidelijk te krijgen is het het handigste als de HAIO’s ieder voor zich iemand voor de geest halen die ófwel heel goed kan presenteren ófwel iemand die er helemaal niets van terecht brengt. En zich vervolgens de vraag stellen: wat doet die persoon dan waardoor je geboeid blijft of juist binnen enkele minuten al met je gedachten elders bent? Als docent is het belangrijk om bij interpretaties van gedrag (bijv. gespannen of onrustig) door te vragen naar de ‘objectief’ waarneembare factoren (houding, beweging, etc.). De docent schrijft dan dat wat de HAIO’s noemen op het bord, in 3 á 4 kolommen. Het is de bedoeling, dat de docent uiteindelijk een schema zoals onderstaand op het bord krijgt. Dus een schema met de categorieën: - structuur/inhoud - non-verbaal - stem - overige Structuur/inhoud van te voren - nadenken over wat je wilt overbrengen: wat is je boodschap? - wie is je publiek? (wat is hun voorkennis, wat is hun relatie tot de referent, is er interesse voor het onderwerp aanwezig?). inleiding
- boeiende start (anekdote, aansluiten bij actualiteit, starten met een (onverwachte) stelling, starten met een vraag - spreekroute (= vertellen welke onderwerpen je gaat behandelen) - jezelf voorstellen (als dit nog niet door de vorige spreker is gedaan) (hier kun je ook mee starten) - aangeven wanneer er vragen gesteld kunnen worden / hoe collega’s op je verhaal kunnen reageren
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
6
middenstuk
- een onderwerp afronden (d.m.v. een korte samenvatting) en het volgende aankondigen - voorbeelden gebruiken - structuuraanduiders gebruiken (ten eerste, enerzijds, anderzijds, vervolgens, etc.) - niet te lange zinnen gebruiken
slot
- duidelijk aankondigen dat je gaat afronden (tenslotte…., samenvattend….., als laatste….., concluderend….., etc.) - terugkomen op de stelling, anekdote, vraag uit de inleiding - niet met nieuwe informatie komen
Non-verbaal houding - beweging - gebruik van de ruimte - gebaren - mimiek (passend bij het onderwerp) - aankijken - kleding Stem - articulatie - luidheid - spreektempo en tempovariatie (pauzes) - melodie, intonatie, beklemtoning Overige - enthousiasme (= een interpretatie van gedrag, maar zo belangrijk, dat het er wel bij hoort) - humor (alleen als het bij iemand past; en het blijft riskant) - andere punten die door de docent en/of groep als belangrijk genoemd worden Extra toelichting voor de docent over de structuur/inhoud: Inleiding De start van een presentatie is een belangrijk moment, omdat je daarbij al meteen de aandacht van je publiek kunt trekken of verliezen. Een boeiende start is dan ook essentieel. De zin ‘Ik ga iets vertellen over….’ is niet boeiend en valt dan ook af te raden. Beter is het om een presentatie te beginnen met een anekdote, iets actueels, of een (onverwachte) stelling. Vervolgens wordt de zogenaamde spreekroute aangegeven. Dat wil zeggen, dat de te behandelen onderwerpen benoemd worden. Het is prettig als de spreekroute gevisualiseerd wordt door gebruik te maken van een bord, flip-over of overheadsheet. Het publiek kan dan gedurende de presentatie zo nodig daarop terug vallen. In medische kringen wordt vooral voor onderzoek en projecten het IMRAD-model gebruikt: Inleiding, Methode, Resultaten, Discussie. Het voordeel van deze structuur is, dat iedereen deze kent. Middenstuk Het middenstuk bestaat uit alle onderwerpen die aan bod moeten komen. Het middenstuk volgt dus in feite de spreekroute. Van belang is aan te geven wanneer je als spreker van het ene onderwerp overgaat naar het volgende. Het beste kan dit worden gedaan door een korte samenvatting te geven van de belangrijkste punten van onderwerp A (datgene wat echt onthouden moet worden) en dan aan te geven dat er door gegaan wordt met onderwerp B. Dit lijkt misschien vreselijk overdreven, maar uit de praktijk blijkt, dat als de spreker dat doet, het publiek minder snel de draad kwijt raakt. Een mooie vloeiende overgang van onderwerp A naar B, kan gemaakt worden met behulp van een retorische vraag. Slot Vaak wordt vergeten om een presentatie goed af te ronden. De meeste sprekers zijn blij als ze verteld hebben wat ze van plan waren en denken verder niet na over een mooie afronding. Jammer, omdat de informatie die aan het einde wordt verteld, juist goed wordt onthouden. Bovendien eindigt een presentatie zonder een duidelijk slot erg abrupt. Een slot moet ook duidelijk worden aangekondigd, zodat het publiek
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
7
weet, dat de spreker gaat afronden. Ook met de stem kan aangegeven worden, dat er wordt afgerond. Dit gebeurt door in de laatste zin het spreektempo te vertragen en met de toonhoogte te dalen. Inhoudelijk bestaat een slot uit een samenvatting van de belangrijkste punten uit de presentatie. Bijvoorbeeld het herhalen van de vraagstelling met daarbij de antwoorden/conclusies; of het herhalen van de doelstellingen van een project met het daarbij het in het referaat besproken antwoord.
3. Bespreken van de voor- en nadelen van het gebruik van een overhead-projector (15 min.) De volgende vragen kunnen aan de HAIO’s gesteld worden: - wat vind je van het gebruik van een overheadprojector tijdens een presentatie? - wat vind je een goed/verkeerd gebruik? - hoeveel informatie kan/mag er op een sheet staan? - wat vind je van het (tijdens de presentatie) afdekken van informatie op een sheet? - wat zou een goede lettergrootte zijn? Uit de discussie kan het volgende naar voren komen. Overheadsheets kunnen een toegevoegde waarde hebben: - ze brengen ideeën sneller en indringender over dan auditieve informatie - sheets geven zowel de spreker als het publiek een geheugensteuntje - het kan de presentatie verlevendigen (denk maar aan een cartoon) Hoe ziet een goede sheet er uit? - kies een grote en duidelijke letter: bijvoorbeeld de titel in 36-punts Helvetica en de tekst in 30-punts Helvetica. Andere goede lettertypes zijn Arial of Universe - gebruik niet meer dan maximaal 7 regels met enkele woorden per regel - gebruik geen hele zinnen; laat onnodige lidwoorden achterwege - vereenvoudig schema’s laat overbodige details achterwege (bij kopiëren weg ‘typexen’) - maak niet teveel sheets!! Een vuistregel is één sheet per drie á vier minuten bij een presentatie van dertig minuten, en drie sheets bij een presentatie van vijf minuten. Hoe gebruik je de overheadprojector en sheets? - oefen vooraf even met de projector. Kijk hoe deze aan en uit gaat. Zorg dat de scherpte - goed is afgesteld. Kijk hoe de reservelamp aangaat. En check of je niet voor de lamp staat. - zorg dat je geen ‘wit’ scherm hebt. Je kunt ervoor kiezen om continu een sheet in gebruik - te hebben, maar dit heeft als nadeel dat je veel moet wisselen. Heb je niet continu een - sheet in gebruik, zet de projector dan uit. Kijk uit, dat je de projector niet te vaak aan en uit zet. - zet de projector pas aan op het moment dat je deze nodig hebt - zorg dat de sheets op de juiste volgorde liggen. 4. HAIO(‘s) houden referaat en aan de hand daarvan bespreken en gebruiken van een observatieformulier (30 min.) Eén á twee HAIO’s hebben een kort referaat voorbereid. Dit kan nu gehouden worden, waarna feedback volgt aan de hand van het observatieformulier. Bij de feedback moet wel rekening worden gehouden, dat de opbouw/structuur van het referaat hoogstwaarschijnlijk anders zal zijn dan het zojuist besprokene. Bijlage 1 bestaat uit een observatieformulier dat gebruikt kan worden bij de feedback op de referaten. Als uit de groep heel andere punten naar voren zijn gekomen is het wellicht raadzaam om zelf een aansluitend observatieformulier te maken. Deze bijlage zit niet in het OWP voor HAIO’s. De reden hiervoor is, dat programma-onderdeel 2 dan geen nut meer zou hebben. Bij de bespreking is vooral van belang te benadrukken, dat bij het invullen niet zomaar in een vakje een kruisje gezet moet worden, maar dat het zinvoller is om precies te beschrijven wat je goed vond gaan en waarom. Tevens kan genoteerd worden wat niet goed ging en wat je de spreker zou aanraden om het te verbeteren. Niet alles kan bij de nabespreking van een referaat benoemd worden en dan is het leuk voor de spreker om alle (ingevulde) observatieformulieren mee naar huis te kunnen nemen. Benadruk als docent ook, dat het heel goed mogelijk is, dat verschillende HAIO’s verschillende meningen hebben over de presentatie. Hoe iets over komt is natuurlijk subjectief en wat de één goed vindt kan juist iets zijn waar iemand anders zich aan ergert. Zorg er als docent voor, dat je voldoende observatieformulieren (minimaal 12) hebt om uit te delen. (Bij ieder in de toekomst te houden referaat moet de docent ook voor observatieformulieren zorgen!)
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
8
5. Planning voor het houden van referaten (10 min.) Bespreek met de groep wie wanneer een referaat gaat houden en over welk onderwerp.
6 6.1
VOORBEREIDING SECRETARIAAT Materiaal Geen.
6.2
Kopiëren Bijlage 1: kopiëren 24x.
7
SAMENVATTING OWP HET REFERAAT Huisartsgeneeskundige kennis en informatie verandert snel. Vanuit de basisopleiding zal duidelijk zijn, dat refereren een goede manier kan zijn om te communiceren over veranderingen in inhoud en vorm van de geneeskunde. Refereren heeft zich dan ook de afgelopen jaren een vaste plaats weten te verwerven in de onderwijsprogramma’s voor HAIO’s. Voor de houder van het referaat is naast het beantwoorden van eventuele vraagstelling(en), het effectief overdragen van informatie de belangrijkste doelstelling. Ook voor de latere praktijkvoering is het zinnig als men in staat is goed verslag te doen aan collegae van een gevolgde nascholingscursus, een literatuurstudie, of onderzoek. De algemene doelstelling van dit programma is, dat HAIO’s tijdens het afdelingsonderwijs van de huisartsopleiding een referaat kunnen houden, waarbij er heldere en effectieve kennisoverdracht plaatsvindt. Om deze doelstelling te bereiken, bespreken HAIO’s in dit programma welke factoren van invloed zijn bij het houden van een goed referaat; wordt er gediscussieerd over het gebruik van de overheadprojector; bespreken de HAIO’s een observatieformulier; en maken de HAIO’s zelf afspraken over wie wanneer een referaat houdt. Het programma wordt vroeg in de huisartsopleiding gegeven, zodat de HAIO’s vervolgens met enige houvast hun referaten kunnen voorbereiden en houden.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
9
BIJLAGE 1
OBSERVATIEFORMULIER BIJ EEN REFERAAT
Nog aan werken
REDELIJK
GOED
STRUCTUUR/INHOUD INLEIDING BOEIENDE START SPREEKROUTE VOORSTELLEN VRAGEN STELLEN
MIDDENSTUK AFRONDEN/ AANKONDIGEN VOORBEELDEN VOLGT RODE DRAAD
SLOT
CONCLUSIE SAMENVATTING
HULPMIDDELEN
ONDERSTEUNT VERHAAL DUIDELIJK/ VERZORGD
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
10
Nog aan werken
REDELIJK
GOED
NON-VERBAAL
HOUDING BEWEGING GEBAREN MIMIEK AANKIJKEN GEBRUIK VAN RUIMTE
DE
STEM
LUIDHEID TEMPO / PAUZES ARTICULATIE MELODIE / INTONATIE
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
11
BIJLAGE 2
HOE ZIET EEN GOEDE SHEET ERUIT ?
Kies een grote en duidelijke letter: bijvoorbeeld de titel in 36-punts Helvetica en de tekst in 30-punts Helvetica. Andere goede lettertypes zijn Arial of Universe. Gebruik niet meer dan maximaal 7 regels met enkele woorden per regel Gebruik geen hele zinnen; laat onnodige lidwoorden achterwege Vereenvoudig schema’s: laat overbodige details achterwege (bij kopiëren weg ‘typexen’) Maak niet teveel sheets!! Een vuistregel is één sheet per drie á vier minuten bij een presentatie van dertig minuten, en drie sheets bij een presentatie van vijf minuten.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
12