OOGHEELKUNDE I Versie januari 2001 Docentendeel
HUISARTSOPLEIDING
Algemene gegevens
Dit onderwijsprogramma is ontwikkeld door de staf van de afdeling Huisartsopleiding van de Vrije Universiteit ten behoeve van de huisartsopleiding aan de VU. De Onderwijscoördinator HAIO-onderwijs van de afdeling heeft uiteindelijk de ontwerp tekst vastgesteld. Nadere informatie kan verkregen worden bij de onderstaande personen die de ontwerp tekst hebben samengesteld. De gegevens van dit programma wordt aangeboden aan het Samenwerkings Verband Universitaire Huisartsopleidingen in Utrecht voor centrale archivering in de Centrale Onderwijs Bank. In geval anderen dan de Huisartsopleidingen, van dit programma gebruik willen maken of, indien de uitgave voor andere doeleinden of in een ander verband wordt gebruikt, geldt het volgende: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het hoofd van de afdeling huisartsopleiding van de Vrije Universiteit. Programmamaker(s): Walter de Bruin, Wim Willems Trefwoorden ICPC LHK
: : :
Datum en naam laatste wijzigingen: 29 januari 2001, Wim Willems
Contactpersoon Telefoon
: Wim Willems : 020-4449344
Huisartsopleiding VU Medisch Centrum Overschiestraat 180 1062 XK Amsterdam
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ............................................................................................................................................................ 4 1 1.1 1.2 1.3
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN ....................................................................................... 4 Aanvangsniveau........................................................................................................................................ 4 Algemene doelstellingen........................................................................................................................... 4 Programma doelstellingen ........................................................................................................................ 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
METHODIEK ............................................................................................................................................... 5 Inleiding.................................................................................................................................................... 5 Toetsvragen .............................................................................................................................................. 5 Het Rode Oog ........................................................................................................................................... 5 PowerPoint presentatie ............................................................................................................................. 5 Vaardigheidstraining................................................................................................................................. 5
3 3.1 3.2
ORGANISATIE ............................................................................................................................................ 5 Voorbereiding deelnemers........................................................................................................................ 5 Tijdschema................................................................................................................................................ 6
4 4.1 4.2
LITERATUUR.............................................................................................................................................. 6 Verplichte literatuur.................................................................................................................................. 6 Facultatieve literatuur ............................................................................................................................... 6
5 5.1 5.2 5.3
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT .......... 7 Inhoud HAIO-deel .................................................................................................................................... 7 Voorbereiding docent ............................................................................................................................... 7 Docentinstructie........................................................................................................................................ 7
6 6.1 6.2
VOORBEREIDING SECRETARIAAT ....................................................................................................... 9 Materiaal................................................................................................................................................... 9 Kopiëren ................................................................................................................................................... 9
7
SAMENVATTING OOGHEELKUNDE I ................................................................................................... 9
BIJLAGE 1
VERPLICHTE LITERATUUR .................................................................................................... 10
BIJLAGE 2
FACULTATIEVE LITERATUUR.............................................................................................. 11
BIJLAGE 3
KENNISTOETS............................................................................................................................ 12
BIJLAGE 4
ANTWOORDEN KENNISTOETS ............................................................................................. 13
BIJLAGE 5
INHOUDSOPGAVE DIASERIE "HET RODE OOG" ................................................................ 14
BIJLAGE 6
VAARDIGHEIDSTRAINING ..................................................................................................... 16
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
3
INLEIDING Oogheelkunde komt zowel in blok 1 als in blok 3 aan de orde tijdens het terugkomdag onderwijs. In het begin van blok 1 hebben HAIO’s behoefte aan praktisch toepasbare kennis over eenvoudige oogheelkundige aandoeningen. Daarnaast bestaat er behoefte aan kennis en vaardigheden om potentieel ernstige aandoeningen op te sporen. De volgende vaardigheden worden geoefend: visusbepaling, fluorescine-beoordeling en anesthesie van het oog, ectropioneren, beoordeling cornea en V.O.K. In het begin van blok 3 wordt in het programma Oogheelkunde II een herhaling en een verdieping nagestreefd van de behandelde stof uit blok 1. Daarnaast komen meer praktijkorganisatorische zaken aan de orde In blok 3 kan verder in het kader van de keuzerichting een vervolgprogramma (Oogheelkunde III) aan de orde komen, waar de directe fundoscopie geoefend kan worden. Daarnaast wordt aandacht besteed aan sociale aspecten bij slechtzienden en blinden, en aan de organisatie van de oogheelkunde in de huisartspraktijk. In het programma Oogheelkunde I staan centraal: -de systematische interpretatie van hyperemie c.q. de diagnostiek van het rode oog . -de opbouw van het oogheelkundig -vaardigheidstraining van oogheelkundige technieken
1
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN
1.1
Aanvangsniveau De basiskennis van het artsexamen (Raamplan 1994) wordt bekend verondersteld.
1.2
Algemene doelstellingen De huisarts kan een rood oog adequaat onderzoeken, interpreteren en behandelen of verwijzen. De huisarts kan de basis oogheelkundige vaardigheden adequaat uitvoeren.
1.3
Programma doelstellingen 1.
De HAIO kan een rood oog adequaat onderzoeken en kan aangeven of symptomen bij het rode oog onschuldig dan wel ernstig van aard zijn.
2.
De HAIO kan het rode oog behandelen dan wel de patiënt adequaat verwijzen.
3.
De HAIO beschrijven welke waarnemingen aan het oog gedaan kunnen worden met het blote oog, met opvallend licht en met doorvallend licht.
4.
De HAIO kan het visusonderzoek correct uitvoeren, tevens de stenopeïsche opening gebruiken en de resultaten van het onderzoek juist interpreteren.
5.
De HAIO kan een adequate beoordeling geven van cornea en V.O.K. na anesthesie en fluorescineonderzoek.
6.
De HAIO kan aangeven hoe een corpus alienum verwijderd wordt.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
4
2
METHODIEK
2.1
Inleiding In een kort rondje wordt geïnventariseerd welke ervaring eenieder heeft met oogheelkunde. Welke problemen doen zich in de praktijk voor? Zijn de leergesprekken gevoerd? Zo ja, wat heeft men hiervan opgestoken? Zo nee, wat is hiervan de reden?
2.2
Toetsvragen Het programma begint met een ingangstoets. Na afloop van het programma maken de HAIO’s de toets nog een keer. Na het uitreiken van de antwoorden worden de belangrijkste leerpunten besproken.
2.3
Het Rode Oog De MOMIIG wordt nabesproken: zijn er vragen gerezen of blijven liggen? Indien hier nog behoefte aan bestaat kan / kunnen (delen van) de diaserie Het Rode Oog wordt vertoond. Eventueel kan hier (summier) aandacht besteed worden aan de farmacotherapie aan de hand van de literatuur.
2.4
PowerPoint presentatie De HAB houdt een PowerPoint presentatie waarin de nadruk ligt op de systematiek van het oogheelkundig onderzoek. Hierbij wordt tevens aandacht besteed aan de diagnostiek enkele veel voorkomende oogheelkundige aandoeningen
2.5
Vaardigheidstraining Visusbepaling, ectropioneren, fluorescine-onderzoek, anesthesie, beoordeling cornea en V.O.K. Zie bijlage 6.
3
ORGANISATIE
3.1
Voorbereiding deelnemers − − − − −
Huiswerk: de verplichte literatuur lezen. De MOMIIG module Het Rode Oog maken inclusief de toets. Met de HAO de NHG-standaard Oogheelkundig Onderzoek bespreken. Is deze standaard in de praktijk uit te voeren? Wat wordt er gedaan in de praktijk, wat niet? Hoe deskundig voelt de HAO zich? Waaruit bestaat de oogheelkundige uitrusting van de HAO Met de HAO de NHG-standaard Het Rode Oog bespreken. Welke mogelijkheden bestaan er in de praktijk om een rood oog adequaat te onderzoeken? De eigen oogspiegel moet meegenomen worden naar de terugkomdag.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
5
3.2
Tijdschema Tijdschema
Inleiding programma Invullen kennistoets
30 min
30 - 40
Nabespreking MOMIIG / dia’s Het rode oog
10 min
40 - 75
PowerPoint presentatie Huisartsgeneeskundige Oogheelkunde
35 min
75 – 90
Pauze
15 min
90 – 170
Vaardigheidstraining Visusbepaling; stenopeïsche opening ectropioneren, V.O.K.beoordeling anesthesie / fluorescine
80 min
170 - 180
Invullen kennistoets voor 2de keer Evaluatie / nabespreking
10 min
LITERATUUR
4.1
Verplichte literatuur
4.2
Tijdsduur
00 – 30
4
− − −
Programma
NHG-standaard: Oogheelkundige diagnostiek (in bezit). NHG-standaard: Het rode oog (in bezit). Rosmalen CFH, Thomas S, e.a. Farmacotherapie voor de huisarts, Nederlands Huisartsen Genootschap 1996 pag. 327-336 (bijlage 1).
Facultatieve literatuur − − −
Van de Lisdonk EH. Epidemiologie van Oogaandoeningen in de huisartspraktijk, Bijblijven 1997/13/5, pag.5-9 (bijlage 2). De Bruin WH. Het rode oog, differentiële diagnostiek en therapie. Bijblijven 1994/10/8 pag. 3638. (Bijlage 2) Blom GH. Het rode oog, Bijblijven 1997/13/5 pag. 17-23 SDH. / NHG (bijlage 2)
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
6
5
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT
5.1
Inhoud HAIO-deel Inleiding, hoofdstuk 1 tot en met 4, bijlage 1, 2 en 6 MOMIIG module Het Rode Oog.
5.2
Voorbereiding docent − − −
5.3
Lezen verplichte en facultatieve literatuur + toetsvragen en antwoorden. Doornemen MOMIIG module Het Rode Oog. Voorbereiden PowerPoint presentatie.
Docentinstructie Een belangrijk onderdeel van het programma vindt plaats in de opleidingspraktijk. Het verdient aanbeveling tijdig een tweetal leergesprekken te plannen, voorafgaand aan de terugkomdag over de beide oogheelkundige standaarden. Wijs de HAIO's hier op bij de Evaluatie / Planning. Het onderwijs op de terugkomdag bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Inleiding Inventariseer in hoeverre de leergesprekken hebben plaatsgevonden. Hoe zeker of onzeker voelt de HAIO zich met betrekking tot oogheelkundige diagnostiek en onderzoek? Heeft hij al oogheelkundige ervaring opgedaan in de stage? In blok 3 zal dieper ingegaan worden op organisatorische aspecten van de huisartsgeneeskundige oogheelkunde. Het oogheelkundige instrumentarium van de HAO kan hier even besproken worden. Van belang is hier vooral hoe de omstandigheden in de opleidingspraktijk zijn om de oogheelkunde te leren. Wanneer de omstandigheden niet optimaal zijn is er dan al gesproken over oplossingen? Deel de kennistoetsen uit. Het invullen kost enkele minuten. 2.
Diaserie Het Rode Oog (FACULTATIEF !)
Eerst wordt de MOMIIG nabesproken: Heeft iedereen de MOMIIG gedaan? Zo nee, waarom niet? Zijn er vragen gerezen of blijven liggen? Hoe is de toets gemaakt? Was er een verschil voor en na de toets? Zijn er dingen geleerd of was alles in grote lijnen al bekend? Is de systematiek van de interpretatie van ene rood oog duidelijk? Denkt men die in de praktijk te kunnen toepassen? Wanneer er onduidelijkheid is gebleven of gerezen dan kan in de PowerPoint presentatie hierop terug worden gekomen. Laat (een deel van) de diaserie Het Rode Oog zien, wanneer er nog problemen waren na het maken van de MOMIIG. Wanneer alles duidelijk was, is de diaserie niet meer nodig. Eventueel kun je nog vragen betreffende de farmacotherapie aan de orde laten komen. Richt je hierbij op de bijgevoegde literatuur. Onderwijsmateriaal − Dia's (aanwezig op secretariaat). 3.
PowerPoint presentatie Huisartsgeneeskundige Oogheelkunde
Begeleidersinformatie: Maak je de PowerPoint eigen. Bekijk de presentatie van tevoren. Wanneer dingen je niet duidelijk zijn (inhoudelijk / betreffende PowerPoint), laat je dan begeleiden door een collega. De presentatie is gemaakt door Walter de Bruin, HAO bij de VU en medeauteur van de oogheelkundige standaarden. Het doel van de presentatie is vooral het bijbrengen van systematiek bij het onderzoek van het oog. De MOMIIG is voor een groot gedeelte geënt op deze PowerPoint presentatie (PowerPoint plaatjes 5976). Je kunt deze laten vervallen, wanneer blijkt dat door de MOMIIG en eventueel de dia’s de interpretatie van hyperaemie voldoende aan bod is gekomen.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
7
Onderwijsmateriaal − Laptop met PowerPoint presentatie, beamer, eventueel overheadprojector.
4.
Vaardigheidstraining
Begeleidersinformatie Neem de betreffende literatuur door (bijlage 6). Wanneer je jezelf niet ter zake kundig voelt, laat je dan tijdig tevoren instrueren of vervangen door een ervaren HAB. Geoefend worden visusbepaling; stenopeïsche opening, ectropioneren, beoordeling voorste oogkamer en cornea. Onderwijsmateriaal − Visuskaart met optotypen (is aanwezig in materialenkast). − Kaartjes met stenopeïsche opening, 1 ex. voor elke HAIO − Voldoende oogspiegels − Fluorescine papiertjes − Anestheticum − Voldoende loupes (D +13) Aan het eind van het programma worden pakketjes uitgedeeld, die door de firma Leo ter beschikking worden gesteld. Deze bevatten onder meer de zogenaamde oogwaaier, een ooglampje, fluorescinepapier et cetera. 5. Evaluatie Laat de kennistoets voor de tweede keer invullen. Deel de antwoorden uit en bespreek kort de leerpunten.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
8
6
VOORBEREIDING SECRETARIAAT
6.1
Materiaal − − − − −
Overhead-projector Laptop met CDRom-aansluiting Beamer Diaprojector Diaserie "het rode oog" klaarzetten.
−
Bij de firma Leo wordt tijdig voor elke HAIO een oogheelkundig pakketje aangevraagd. (Firma Leo: 0294 – 480451, vragen naar secretariaat van Sales). Dit kan steeds door de administratie besteld worden. Mochten zich problemen voordoen, bijvoorbeeld wanneer zich wijzigingen hebben voorgedaan), dan graag weer overleg met de contactpersoon van dit programma.
−
De volgende materialen (in materialenkasten, tijdig checken of alles aanwezig is): − Visuskaart met optotypen (op ALCO-ruimte aanwezig). − kaartjes met stenopeïsche opening, 1 ex. voor elke HAIO − Wattenstaafjes voor ectropioneren − Voldoende oogspiegels − Fluorescine papiertjes − Anestheticum − Voldoende loupes (D +13)
Ruimte: Voor het onderwijs is een ruimte nodig die goed verduisterd kan worden, met name voor het vaardigheidsgedeelte. 6.2
Kopiëren − −
7
Bijlage 3: x aantal HAIO’s + 1 voor docent Bijlage 4: x aantal HAIO’s + 1 voor docent
SAMENVATTING OOGHEELKUNDE I Het programma Oogheelkunde in blok I beslaat 1 dagdeel. Het bestaat uit een onderdeel vaardigheidsonderwijs (visusbepaling, onderzoek van cornea en V.O.K.) en een aantal kennisonderdelen (diagnostiek en behandeling van het rode oog). Er wordt gebruik gemaakt van een multimediale module (MOMIIG), een PowerPoint presentatie en dia's. Het programma wordt gegeven door de HAB. Het beslaat 1 dagdeel.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
9
BIJLAGE 1
− − −
VERPLICHTE LITERATUUR
NHG-standaard: Oogheelkundige diagnostiek (in bezit). NHG-standaard: Het rode oog (in bezit). Rosmalen CFH, Thomas S, e.a. Farmacotherapie voor de huisarts. Nederlands Huisartsen Genootschap 1996 pg. 327-336
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
10
BIJLAGE 2
− − −
FACULTATIEVE LITERATUUR
Van de Lisdonk EH. Epidemiologie van Oogaandoeningen in de huisartspraktijk. Bijblijven 1997/13/5 pg. 5-9 De Bruin WH. Het rode oog, Differentiële diagnostiek en therapie. Bijblijven 1994/10/8 pg. 3638. Blom GH. Het rode oog, Bijblijven 1997/13/5 pg. 17-23
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
11
BIJLAGE 3
KENNISTOETS
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
12
BIJLAGE 4
ANTWOORDEN KENNISTOETS
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
13
BIJLAGE 5
INHOUDSOPGAVE DIASERIE "HET RODE OOG"
1.
Schematische dia met oppervlakkige, diepe en gemengde roodheid
2.
Vrouw van 40 jaar, sinds 3 dagen last van rode geïrriteerde, maar niet pijnlijke ogen Virale conjunctivitis
3.
Man van 30 jaar. Last van steeds terugkomende klachten van de ogen. De ogen zijn, in periodes van klachten, rood en jeuken. Allergische conjunctivitis
4.
Man van 22 jaar. Werd wakker met een vies, dichtgeplakt oog. Bacteriële conjunctivitis
5.
Man van 70 jaar. In de loop van enkele dagen toegenomen hoofdpijn en pijn aan het oog. Gemengde roodheid. Acuut glaucoom.
6.
Vrouw van 18 jaar. Ontdekte vanochtend dat 1 oog rood was. Zij heeft helemaal geen klachten. Subconjunctivale bloeding
7.
Vrouw van 20 jaar. Sinds 1 week een rood oog, ook pijn aan het oog. Het oog is met fluorescine aangekleurd. U inspecteert met een loep. Keratitis dendritica 8.
Causticatio corneae
9.
Keratoconjunctivitis photoelectrica (lasogen)
10.
Bulbusperforatie
11.
Stomp oogtrauma, contusio bulbi
12.
Blefaritis squamosa
13.
Blefaritis ulcerosa
14.
Pinguecula bij contactlens
15.
Keratoconjunctivitis sicca , keratitis punctata
16.
Virale conjunctivitis
17.
Virale keratoconjunctivitis
18.
Allergische conjunctivitis
19.
Conjunctivitis vernalis
20.
Bacteriële conjunctivitis bij een pasgeborene
21.
Virale conjunctivitis
22.
Episcleritis
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
14
23.
Scleritis
24.
Cornea erosie
25.
Recidiverende cornea erosie
26.
Corpus alienum van de cornea
27.
Corpus alienum van de conjunctiva
28.
Oppervlakkige herpes keratitis
29.
Diepe herpes keratitis
30.
Herpes zoster ophtalmicus
31.
Oculaire herpes zoster (corneatroebeling, vaatingroei)
32.
Ulcus corneae, hypopyon
33.
Keratitis marginalis
34.
Acuut glaucoom
35.
Acute iridocyclitis
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
15
BIJLAGE 6
− −
VAARDIGHEIDSTRAINING
Pakket voor Deskundigheidsbevordering / Oogheelkundige Diagnostiek, Vaardigheidstraining / Oogheelkundige Onderzoeksmethoden Van de Beek G. e.a., Onder vier ogen, De Medicus 1988, Diagnostiek pg. 39 –44, 155-160
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
16