Reductie alcoholgebruik kan effectief behandeldoel zijn:
overzicht van medicamenteuze behandelingen
Wim van den Brink Academic Medical Center University of Amsterdam Amsterdam Institute for Addiction Research Soornis in het Gebruik van Alcohol Eeen eenvoudige benadering om schade door alcohol te verminderen Maastrichtt, 9 april 2014
Mogelijke Belangenverstrengeling
Interest
Name of organisation
Grants
Neurosearch, Alkermes
Honoraria
Eli Lilly, Lundbeck, Schering-Plough, Pfizer, Merck Serono
Advisory board/consultant
Merck Serono, Lundbeck, Schering-Plough, Teva
Inhoudsopgave • Verslaving
een hersenziekte
• Medicamenteuze behandeling: MDR 2009 • Nieuwe medicamenteuze behandelingen • Behoefte aan middel tbv verminderd drinken • Conclusies
Verslaving een Hersenziekte
Geschiedenis Verslaving 1. Morele Model
6. Sociale Model
7. Hersenziekte Model
2. Farmacologische Model
5. Leertheoretisch Model 4. Ziekte Model
3. Symptomatische Model
1976: Edwards en Gross Biopsychosociaal Model Alcohol Afhankelijkheidssyndroom
NRC Next 29 augustus 2013
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk
• Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk
• Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Erfelijkheidsschattingen Agrawal & Linskey, 2008
Genetische bijdrage
alcohol afhankelijkheid nicotine afhankelijkheid cannabis afhankelijkheid cocaine afhankelijkheid heroine afhankelijkheid
50-70% 50-75% 35-75% 35-80% 40-60%
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk
• Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Alcoholism
Fenotype
Sociale Steun
Alcoholism Spectrum
Inzichtgevende Psychotherapie
Conditioning
Endofenotype Reward
CGT
Attentional bias
Low alcohol response
Medicatie Neuromodulatie
Disinhibition
Deficiency Conflict
Monitoring
etc.
candidate genes
Genotype Ooteman et al (2006) adapted from Gottesman & Gould (2003)
OPRM1 DRD1 COMT GRIN2B GABRA6 DRD2 SERT MAOA CNR1 HTR1B GABRB2 GABRG2
FarmacoGenetica
Gentherapie
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk
• Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Stagering en Neurobiologie van Verslaving Functie
Hersenstructuren
Neurotransmitters
Naief
Beloning Anhedonie
Ventral Tegmental Area (VTA) Nucleus Accumbens (NcAcc)
Endorphines (-receptors) Dopamine
Experimenteren Matig Gebruik
Disinhibitie Impulsiviteit
DLPFC ACC
Norepinephrine, 5HT GABA, Glutamate
Bingen (impulsief gebruik)
Conditionering Craving
NcAcc (Ventral Striatum) Amygdala Thalamus Prefrontal Cortex (OFC, ACC)
Dynorphines (-receptors) Dopamine CRH Glutamate
Importantie/ Salience
OFC VMPFC
Dopamine
Gewoontevorming
Putamen, NcCaudatus (Dorsal Striatum)
Dopamine
Onthouding
Locus Ceruleus
Norepinephrine, CRH Glutamate
Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
de Vries and Schippenberg, 2002; Kreek et al, 2002; Volkow, 2004; Koob and Volkow, 2010, van den Brink & Schippers, 2102
Stagering en Neurobiologie van Verslaving Functie
Hersenstructuren
Neurotransmitters
Naief
Beloning Anhedonie
Ventral Tegmental Area (VTA) Nucleus Accumbens (NcAcc)
Endorphines (-receptors) Dopamine
Experimenteren Matig Gebruik
Disinhibitie Impulsiviteit
DLPFC ACC
Norepinephrine, 5HT GABA, Glutamate
Conditionering Craving
NcAcc (Ventral Striatum) Amygdala Thalamus Prefrontal Cortex (OFC, ACC)
Dynorphines (-receptors) Dopamine CRH Glutamate
Importantie/ Salience
OFC VMPFC
Dopamine
Gewoontevorming
Putamen, NcCaudatus (Dorsal Striatum)
Dopamine
Onthouding
Locus Ceruleus
Norepinephrine, CRH Glutamate
Bingen
Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
Van Ree, 2002; de Vries and Schippenberg, 2002; Kreek et al, 2002; Van den Brink, 2006; Volkow, 2004; Koob and Volkow, 2010
Anhedonie- Striatum Minder DA binding in striatum in alcohol- en
drugverslaafden na langdurige abstinentie
Anhedonie? Reward Deficiency?
Stagering en Neurobiologie van Verslaving Functie
Hersenstructuren
Neurotransmitters
Naief
Beloning Anhedonie
Ventral Tegmental Area (VTA) Nucleus Accumbens (NcAcc)
Endorphines (-receptors) Dopamine
Experimenteren Matig Gebruik
Disinhibitie Impulsiviteit
DLPFC ACC
Norepinephrine, 5HT GABA, Glutamate
Conditionering Craving
NcAcc (Ventral Striatum) Amygdala Thalamus Prefrontal Cortex (OFC, ACC)
Dynorphines (-receptors) Dopamine CRH Glutamate
Importantie/ Salience
OFC VMPFC
Dopamine
Gewoontevorming
Putamen, NcCaudatus (Dorsal Striatum)
Dopamine
Onthouding
Locus Ceruleus
Norepinephrine, CRH Glutamate
Bingen
Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
Van Ree, 2002; de Vries and Schippenberg, 2002; Kreek et al, 2002; Van den Brink, 2006; Volkow, 2004; Koob and Volkow, 2010
2012
Activatie in reactie op fouten/conflicten tijdens Stop Task
Controles
Rokers
Gokkers
Significant minder activatie van de dACC na fouten bij pathologische gokkers dan bij rokers en normale controles.
Connectie Striatale–Orbitofrontale activiteit (Goldstein and Volkow, 2001)
Stagering en Neurobiologie van Verslaving Functie
Hersenstructuren
Neurotransmitters
Naief
Beloning Anhedonie
Ventral Tegmental Area (VTA) Nucleus Accumbens (NcAcc)
Endorphines (-receptors) Dopamine
Experimenteren Matig Gebruik
Disinhibitie Impulsiviteit
DLPFC ACC
Norepinephrine, 5HT GABA, Glutamate
Conditionering Craving
NcAcc (Ventral Striatum) Amygdala Thalamus Prefrontal Cortex (OFC, ACC)
Dynorphines (-receptors) Dopamine CRH Glutamate
Importantie/ Salience
OFC VMPFC
Dopamine
Gewoontevorming
Putamen, NcCaudatus (Dorsal Striatum)
Dopamine
Onthouding
Locus Ceruleus
Norepinephrine, CRH Glutamate
Bingen
Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
Van Ree, 2002; de Vries and Schippenberg, 2002; Kreek et al, 2002; Van den Brink, 2006; Volkow, 2004; Koob and Volkow, 2010
Attentional Bias – Craving - Relapse
Attentional Bias – Craving - Relapse
Attentional Bias – Craving - Relapse
Table of Content
2001
* Tijdens vroege abstinentie
Leiden alcohol-gerelateerde visuele stimuli tot een sterke activatie van het VS.
* Activatie van het VS is sterk
geassocieerd met de kans op terugval (Grűsser et al., 2004)
Attentional Bias-Cue-Reactiviteit Craving-Terugval
Herhaalde Beloning
Detectiedrempel Attentional Bias
Cue-Reactiviteit
Disinhibitie
Craving Conflict Registratie
Relapse
Stagering en Neurobiologie van Verslaving Functie
Hersenstructuren
Neurotransmitters
Naief
Beloning Anhedonie
Ventral Tegmental Area (VTA) Nucleus Accumbens (NcAcc)
Endorphines (-receptors) Dopamine
Experimenteren Matig Gebruik
Disinhibitie Impulsiviteit
DLPFC ACC
Norepinephrine, 5HT GABA, Glutamate
Conditionering Craving
NcAcc (Ventral Striatum) Amygdala Thalamus Prefrontal Cortex (OFC, ACC)
Dynorphines (-receptors) Dopamine CRH Glutamate
Importantie/ Salience
OFC VMPFC
Dopamine
Gewoontevorming
Putamen, NcCaudatus (Dorsal Striatum)
Dopamine
Onthouding
Locus Ceruleus
Norepinephrine, CRH Glutamate
Bingen
Misbruik Schadelijk Gebruik
Afhankelijkheid (craving)
Verslaving (compulsief gebruik)
Van Ree, 2002; de Vries and Schippenberg, 2002; Kreek et al, 2002; Van den Brink, 2006; Volkow, 2004; Koob and Volkow, 2010
Van beloning naar verlichting en
van impulsivitiet naar compulsiviteit
impulsive
Heilig et al., 2010
compulsive
Verslaving ook een hersenziekte • Genetische Kwetsbaarheid, bijv. 40-80% erfelijk
• Biologische risicofactoren, bijv. anhedonia • Hersenafwijkingen, bijv. weinig DA receptoren NcA • Effectieve neurobiologische interventies • Effectieve neurobiologische preventie
Farmacotherapie
Repeated reward
Antagonist
• Disulfiram • Naltrexone • Nalmefene
Attentional bias
• Baclofen? • Memantine??
Detection threshold
Cue-reactivity
Craving Anti-craving drug
Relapse
• Modafinil??
• Acamprosate • Topiramate? • NAC?? 29
29
Cognitive enhancer
Agonist
Conflict registration
Stress Drug-related stimulus
Inhibition
Medicaties in rood zij geregistreerd voor behandeling alcoholafhankelijkheid
Effectieve Interventies 2002
• 361 gecontroleerde studies; 72,052 patiënten • 62 trials met excellente methodologie • 46 behandelmodaliteiten met 3 of meer gecontroleerde trials
Meest effectieve interventies: * Korte interventie, MI, CGT, CRA * Acamprosaat, naltrexon, disulfiram Ineffective interventies: * Minnesota, inzichtgevende psychotherapie, SSRI, lithium
Multidisciplinaire Richtlijn 2009 Disulfiram geregistreerd voor abstinentie, maar veel risicovolle bijwerkingen en veel contra-indicaties MDR: 2e keuze middel Naltrexon geregistreerd voor abstinentie, maar heef wrsch geen effect op abstinentie, maar wel op verminderd drinken en HDDs MDR: 1e keuze, maar voor welk behandeldoel? Acamprosaat geregistreerd en effectief voor abstinentie, maar effect lijkt te verschillen per continent MDR: 1e keuze abstinentie MDR: Geen geregistreerd geneesmiddel voor minder drinken!! topiramaat?? … OF …….nalmefeen
Nieuwe (potentieel) Effectieve Interventies
• GHB • Baclofen • Topiramaat • Nalmefeen
• CET • TSF
Nieuwe Medicamenteuze Behandelingen
Nieuwe (potentieel) Effectieve Interventies
• GHB • Baclofen • Topiramaat • Nalmefeen
• CET • TSF
Nieuwe (potentieel) Effectieve Interventies
• GHB • Topiramaat • Baclofen • Nalmefeen
• CET • TSF
GHB • Lijkt effectief bij behandeling van onthoudingsverschijnselen en terugvalpreventie en is daarvoor geregistreerd in Italië en Slovenië • Niet nodig voor behandeling van onthoudingsverschijnselen, want bezodiazepines doen het prima • Verslavingspotentieel • Soms ernstige onthoudingsverschijnselen • Geringe therapeutische breedte Gevaar van overdosering
• Sterk af te raden bij behandeling alcoholafhankelijkheid
Nieuwe (potentieel) Effectieve Interventies
• GHB
• Topiramaat • Baclofen • Nalmefeen
• CET • TSF
Topiramaat •
Topiramaat is GABA-A agonist, glutamaat antagonist en leidt (indirect) tot verminderde uitstoot van dopamine
•
Twee korte (13 weken) RCTs met 300 mg topiramaat met vermindering HDDs als primair behandeldoel door één onderzoeksgroep (Johnson, 2004, 2007) Significant effect op vermindering van het gebruik van alcohol en het aantal HDDs (waarschijnlijk ook bij lagere doseringen)
•
Eén korte (16 weken) open RCT met 75 mg topiramaat en terugval als primaire uitkomstmaat met positief effect (Paparigopoulos, 2011).
•
Topiramaat minder effectief dan disulfiram in terugval (de Sousa, 2008) en effectiever dan naltrexon in vermindering craving (Florez, 2010)
Topiramaat veelbelovend, niet-bewezen effectief en niet geregistreerd cave bijwerkingen in hogere doseringen 2e/3e keus
Nieuwe (potentieel) Effectieve Interventies
• GHB • Topiramaat
• Baclofen • Nalmefeen
• CET • TSF
Aanleiding
In het boek zet Ameisen zijn theorie uiteen over de werking van baclofen. ‘Mijn geestelijke Gezondheid is in orde. Ik heb daarom altijd vermoed dat ik aan een bepaalde deficiëntie leed. Mijn theorie is nu dat ik een tekort heb aan natuurlijk gammahydroxybutyraat (GHB). Dat is een precursor van de neurotransmitter gamma-aminoboterzuur-B (GABA-B). Het tekort is verantwoordelijk voor een verlies van kalmerend vermogen, met als resultaat slapeloosheid, dystonie en angstaanvallen.’
Wat is baclofen? • Baclofen is GAGA-B agonist • Baclofen is geregistreerd als spierverslapper met spinaal aangrijpingspunt; dosis 3 dd 10-40 mg
• GABA-B receptoren zijn ook wijd verpreid in limbisch systeem en spelen belangrijke rol bij emotie/angstregulatie • Baclofen is geassocieerd met vermindering van angst
• Baclofen leidt ook tot inhibitie van dopamine neuronen in mesolimbische (verslavings) circuit • Piek plasmaconcentraties 2-3 uur na inname, T1/2 2-6 uur • Verondersteld effect op alcoholverslaving: vermindering van angst, craving en beloning na alcohol (baclofen = substitutie?)
Effectiviteit Baclofen
2013
Review: Totaal 11 studies * 3 case studies: 1x 30 mg, 1x 120 mg en 1x 100-140 mg/dag * 2 case series: 1x N=13 met 30-275 mg/dag en 1x N=4 met 75-125 mg/dag * 2 open label studies: 1x N=9 met 30 mg/dag en 1x N=12 met 30 mg dag
* 1 retrospectieve observationele studie: N=132 met gemiddeld 130 mg/dag) * 3 RCTs: 1x N=84, 1x N=80 en 1x N=39 allemaal met 30 mg/dag
Niet-gerandomiseerde studies
Samenvatting: doseringen variërend van 30 tot 275 mg/dag en abstinentie variërend van 38-50% in case series en 100% in case studies. Conclusie?
Gerandomiseerde studies
Samenvatting: • 3 RCTs met 30 mg/dag (4-12 weken) • 2 positieve studies van dezelfde auteur (Italië) en 1 negatieve studie in de VS • Positieve studies: Risk Difference 42% (NNT=2.4) en 49% (NNT=2.0) • Negatieve studie: op baseline minder ernstig verslaafd en niet angstig. • NB Alle studies hadden nogal wat exclusiecriteria generaliseerbaarheid?
Conclusie Baclofen • Baclofen is veelbelovend, veilig nieuw medicijn voor behandeling alcohol-afhankelijkheid, maar er is geen bewezen effectiviteit en het middel is niet geregistreerd voor deze indicatie; • Baclofen is geen 1e keuze, want er zijn 4 effectieve en geregistreerde geneesmiddelen beschikbaar: disulfiram, naltrexon, nalmefeen en acamprosaat; • Optimale dosering is niet bekend; 30 mg/dag lijkt te werken; 60 mg/dag lijkt geen extra bijwerkingen te geven en < 120 mg/dag lijkt veilig te zijn.
• Advies: 3e keus, off-label in dosering van 30-120 mg/dag in patiënten zonder nierfunctiestoornissen door arts met ervaring in behandeling van patienten met alcoholafhankelijkheid.
Voorlopige Conclusie 1e keus
2e keus
3e keus
Acamprosaat
Disulfiram
Baclofen?
(onthoudingsverschijnselen; angst; GATA4)
(partner)
(angst)
Behandeldoel Abstinentie
Topiramaat???
Naltrexon?? (FH+; OPRM1; ASP)
Minder drinken
Naltrexon?
Topiramaat??
(FH+; OPRM1; ASP)
(PTSD?)
Vraag: Nalmefeen voor gecontroleerd drinken? 1e keus
2e keus
3e keus
Acamprosaat
Disulfiram
Baclofen
(onthoudingsverschijnselen; angst; GATA4)
(partner)
(angst)
Behandeldoel Abstinentie
Topiramaat??
Naltrexon?? (FH+; OPRM1; ASP)
Minder drinken
Naltrexon??
Topiramaat??
(FH+; OPRM1; ASP)
(PTSD?)
NALMEFEEN?
Behoefte aan middel voor minder drinken
Behoefte aan effectieve interventie minder drinken David Nutt • Alcohol meest toxische drug voor het brein • Alcohol belangrijkste doodsoorzaak voor mannen onder 50 jaar • Alcohol verantwoordelijk voor hoogste kosten tgv hersenaandoening • 70% van alle alcohol doden door 4% met alcoholafhankelijkheid ONDANKS EFFECTIEVE INTERVENTIES • In Europa en VS slechts 8-10% alcoholverslaafden in behandeling • Oorzaken behandelkloof (SAHMSA, 2007): * Stigmatisering (Schomerus et al., 2011) * Onvoldoende beschikbaarheid en vergoeding * Slechts 50% wil volledig stoppen, andere 50% wil minder drinken
Nalmefeen
Nalmefeen: de stof •
Nalmefeen is een opioid system modulator met een onderscheiden µ, δ and κ opioid receptor bindingsprofiel
•
Mu-opioid receptor antagonist and partiële Kappa-opioid receptor agonist
•
Nalmefene verminderd belonend effect van alcohol, en mogelijk ….
Nalmefene
Areas in the brain affected by alcohol,
Prefrontal cortex Nucleus accumbens Amygdala Ventral tegmental area
Hippocampus
Nalmefene Summary of Product Characteristics, 2013; Nalmefene European Public Assessment Report, 2012; Clapp et al. Alcohol Res Health 2008;31(4):310–339
Nalmefeen zo-nodig Farmacokinetiek Concentration
40
100
35 75
30 25
50
20 15
25
10
Occupancy (%)
Concentration (ng/ml)
Occupancy
0h
5 0
0 0
10
20
30
40
50
60
70
Time (h)
80
50 h
0h
•
Rapidly absorbed with peak plasma level at 1 hour1
•
Half life (t½) approximately 12.5 hours2
•
High receptor occupancy (87–100%) within 3 hours and also after 26 hours (83–100%)1 1. Ingman et al. 2005
Fase 3 studies Nalmefeen
Drie gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studies in patiënten met DSM-IV alcoholafhankelijkheid Actieve arm: 20 mg nalmefene hydrochloride zo nodig
Study name
Study duration
Patients enrolled
ESENSE 1 (Karl Mann)
24-week plus 4-week run-out
604 (306 NMF + 298 PBO)
ESENSE 2 (Antoni Gual)
24-week plus 4-week run-out
718 (358 NMF + 360 PBO)
52-week
675 (509 NMF + 166 PBO)
SENSE (Wim van den Brink)
NMF=nalmefene; PBO=placebo
53
Mann et al. Biol Psychiatry 2013;73(8):706–713; Gual et al. Eur Neuropsychopharmacol 2013, Epub ahead of print; van den Brink et al. Poster at Research Society on Alcoholism 2012
Geografische spreiding •
ESENSE 1 (604 patiënten)
•
ESENSE 2 (718 patiënten)
•
SENSE (675 patiënten)
54
Mann et al. Biol Psychiatry 2013;73(8):706–713; Gual et al. Eur Neuropsychopharmacol 2013, Epub ahead of print; van den Brink et al. Poster at Research Society on Alcoholism 2012
Studie-opzet ESENSE 1 en 2 Active*: NMF 18 mg (base) + BRENDA
Active Control
Main exclusion criteria: • Patients with below medium EMA/WHO drinking risk level (DRL) at baseline
Randomisation 1:1 Control*: Placebo + BRENDA Control Alcohol data for baseline 4 weeks backwards
1 month
• Patients with <6 HDDs in previous 4 weeks • S-ASAT and/or S-ALAT levels >3 times upper normal limit
Monthly visits
• Psychiatric comorbidities Visit 1
V2 V3 V4
1–2-week screening
V10
V5
24-week double-blind, as-needed use
V11
V12
• CIWA-Ar score ≥10
4-week 4-week safety double-blind follow-up run-out, as-needed use
55
Mann et al. Biol Psychiatry 2013;73(8):706–713; Gual et al. Eur Neuropsychopharmacol 2013, Epub ahead of print
Nalmefeen leidt tot significante daling HDDs en TAC
TvP
Mann et al. Biol Psychiatry 2013;73(8):706–713; Gual et al. Eur Neuropsychopharmacol 2013, Epub ahead of print
56
Afname alcoholgebruik voor randomisatie • •
Daling alcoholgebruik na de meting en voorafgaand aan de randomisatie is een bekend fenomeen1,2 In de nalmefeen studies: Alcohol consumption data (TLFB): Baseline
Visit 1
Screening
Month 6
Month 1
V2 V3 V4
V5
Visit 10
Visit 11
Visit 12
Randomisation
Consumption requirements at screening (baseline measure) •
At least 6 heavy drinking days (HDD) in the preceding 4 weeks
•
At least medium risk levels in the preceding 4 weeks
1. Epstein et al. J Stud Alcohol 2005;66:369–378; 2. Litten et al. Alcohol Clin Exp Res 2011;36(3):406–416
Vermindering alcoholgebruik voor randomisatie Percentage patienten dat alcoholgebruik in de periode tussen screening en randomisatie sterk verminderde ESENSE 1 (n=579)
ESENSE 2 (n=665)
Vermindering voor randomisatie
SENSE (n=552)
Geen vermindering voor randomisatie 58
Mann et al. Biol Psychiatry 2013;73(8):706–713; Gual et al. Eur Neuropsychopharmacol 2013, Epub ahead of print; van den Brink et al. Alcohol Alcoholism 2013
Groep met verminderd gebruik op moment randomisatie
Change from baseline in HDDs per month
ESENSE 1: HDDs
Visit
Zelfde patroon voor HDD and TAC in alle drie studies S=screening; R=randomisation
Mann et al. Biol Psychiatry 2013;73(8):706–713; Gual et al. Eur Neuropsychopharmacol 2013, Epub ahead of print; van den Brink et al. Alc Alcoholism 2013
Geen daling gebruik voor randomisatie (door BI)
EMA focus op (very) high and very DRL (ernstig)
Patiënten met (very) high DRL op baseline en tijdens randomisatie TARGET POPULATION
Klinisch meest relevante doelgroep voor de behandeling met Nalmefeen EMA=European Medicines Agency; DRL=Drinking Risk Level
Resultaten Target Population
van den Brink et al. Alcohol Alcohol 2013;48(5):570–578
Kenmerken Target Population No significant differences between placebo and nalmefene arms at baseline Not previously treated: 60–76% (60–70%)
Years since onset: 11–14 yrs (11–14 yrs)
Family history: 47–65% (49–61%)
Numbers in (…) = total sample Data show range of the means from individual studies
Living with someone: 67–84% (65–85%)
Higher education: 26–37% (23–32%)
Employed: 54–63% (61–64%) Number of patients: 854 (1,997)
Age: 45–52 yrs (44–52 yrs)
Gender: 63–78% (67–77%) men
Primaire uitkomsten target population Change in HDDs
Change in TAC 105 g/day
23 HDDs
***
***
Δ: -3.2 HDDs
***
***
Δ: -14.3 g/day
***
** ***
*** 10 HDDs
MMRM (OC) FAS estimates and SE; **p<0.01, ***p<0.001 vs placebo; MMRM=mixed-effect model repeated measure; HDD=heavy drinking day; TAC=total alcohol consumption;
***
***
***
***
40 g/day
van den Brink et al. Alcohol Alcohol 2013;48(5):570–578
Resultaten Lange Termijn
Effect lange Termijn Control (baseline HDDs = 18.6) Nalmefene (baseline HDDs = 19.1)
19 HDDs
0
Adjusted mean change from baseline in HDDs (days/month)
-2
-4 -6 -8
10 HDDs
-10
*
Δ = 3.2 HDDs
*
-12
12 HDDs MMRM1 7 HDDs
* -14
*
*
*
*
8
9
10
11
*
*
-16 B
0
1
2
Control n= 42 Nalmefene n=141
3
4
5
6
7
Treatment month
12
13
Control n= 29 Nalmefene n=78
Van den Brink et al. J Psychopharmacology (Epub ahead of print])
Klinische relevantie Percentage responders 90
*
Placebo
80
Nalmefene
% responders
70
*
60 50
*
40 30
20 10 0 30% reduction
Responder analysis
50% reduction
70% reduction
Odds ratio
95% CI
NNT
>30% reduction
2.44
1.64–3.66
7
>50% reduction
2.15
1.54–3.00
6
>70% reduction
1.88
1.32–2.70
9
*p<0.05; based on MMRM imputed TAC values
66
Data on file
Klinische relevantie Leverfunctiestoornissen Efficacy variable GGT (IU/L) Baseline Adjusted geometric mean at Week 24 ALAT (IU/L) Baseline Adjusted geometric mean at Week 24
n
Placebo Geometric Mean
Nalmefene Geometric n Mean
320
57.6
319
55.8
220
53.0
187
43.5*
319
29.2
319
29.3
218
30.7
187
26.0*
GGT=γ-glutamyltransferase; ALAT=alanine aminotransferase; 67
(p=0.0005)
(p=0.0001)
Gual et al. Poster at WONCA 2013; van den Brink et al. Alcohol Alcohol 2013;48(5):570–578
Klinische relevantie Effectgrootte Standardized effect size (Cohen’s d) target population
Nalmefene1
HDDs
TAC
ESENSE 1
0.37
0.46
ESENSE 2
0.27
0.25
Alcohol treatment2,3
0.12 to 0.33
Antidepressants4
0.24 to 0.35
Antipsychotics4
0.30 to 0.53 1. van den Brink et al. Alcohol Alcohol 2013;48(5):570–578; 2. Kranzler & Van Kirk. Alcohol Clin Exp Res 2001;25:1335–1341; 3. NICE. CG115. Alcohol dependence and harmful alcohol use: , 2011; 4. Leucht et al. Br J Psychiatry 2012;200:97–106
Putting the efficacy of psychiatric and general medicine medication into perspective: review of meta-analyses
Nalmefeen standardised effect size range
Leucht et al. Br J Psychiatry 2012;200:97–106
Bijwerkingen Bijwerkingen were meestal van korte duur, mild or matig van ernst en meestal alleen na de eerste doseringen en kwamen niet terug
Placebo (n=797) Preferred term
Nalmefene (n=1,144)
n
%
n
%
500
62.7
855
74.7
Nausea
47
5.9
253
22.1
Dizziness
44
5.5
208
18.2
Insomnia
43
5.4
153
13.4
Headache
66
8.3
141
12.3
Nasopharyngitis
73
9.2
107
9.4
Vomiting
18
2.3
100
8.7
Fatigue
37
4.6
95
8.3
Somnolence
23
2.9
59
5.2
Patients with AEs
Indicatie Nalmefeen z.n. •
Volwassen met een diagnose alcoholafhankelijkheid die fors drinken en geen onthoudingsverschijnselen hebben die medicamenteus ondersteunde ontgifting behoeven
•
Nalmefeen dient alleen voorgeschreven te worden in combinatie met psychosociale steun gericht op therapietrouw en motivatie
•
Nalmefeen wordt alleen gestart bij patiënten die excessief blijven drinken nadat het alcoholgebruik is beproken (BI) Nalmefene. Summary of Product Characteristics, 2013
Conclusie
Conclusie 1e keus
2e keus
3e keus
Acamprosaat
Disulfiram
Baclofen
(onthoudingsverschijnselen; angst; GATA4)
(partner)
(angst)
Behandeldoel Abstinentie
Minder drinken
Naltrexon??
Topiramaat??
(FH+; OPRM1; ASP)
(PTSD?)
NALMEFEEN
Topiramaat (PTSD?)
Naltrexon?? (FH+; OPRM1; ASP)
[email protected]