Redactie team 2 Slavernij en slavenhandel
Gemaakt door: Lindsay, Merel, Jayne, Esmee, Klaudia, Daphne Groep 7a Redactieteam 2
Nederland en slavenhandel Slavenhandel door de Nederlanders gebeurt vooral door de West-Indische Compagnie (de afkorting daarvan is WIC). Soms gebruiken mensen een handelscompagnie als verenigingsvorm. Nederlanders hebben al eerder een slavenhandel meegemaakt. Vroeger hadden ze nog niet in de gaten dat er met slavenhandel geld te verdienen was. Slaven werden gekocht in West-Afrika, daarom hebben ze een donkeren huidskleur. Die man met de stok is degene die de slaven gekocht heeft, als de slaven iets niet goed doen dan geeft hij een harde tik met de stok. Zelfs kinderen werden als slaaf gekocht.
Zeeland en slavenhandel De eerst bekende Zeeuwse slavenreis was in 1637. Een schip uit Veere wordt dan uitgeladen ‘om swarten te gaan handelen’ Naast de officiële handel in slaven door de West-Indische Compagnie (WIC) vindt ook een smokkelhandel in slaven plaats. De beste slavenhandelaren worden ook wel lorrendraaiers genoemd. De WIC wil geen lorrendraaiers meer. Toch lukt het niet om de lorrendraaiers uit te schakelen. In 1730 verliest de WIC het eigendom om alleen handel te drijven in de gebieden rond de Atlantische Oceaan. Dat zorgt voor een ruzie van slaventransporten door burgers. Zo handelen bijvoorbeeld kooplieden uit Vlissingen. Middelburgsche Commercie Compagnie
Slaven handel in cijfers In totaal werden er in de tijd van de slavenhandel over de hele wereld 11 tot 12 en half miljoen Afrikaanse slaven vervoert per schip en verkocht. Hiervan worden er ongeveer 600 duizend door de Nederlanders verhandeld. Tot voor kort werd aangenomen dat in deze handel de Zeeuwen legaal ongeveer 180.000 slaven per schip vervoert en verkocht. Tussen 1519 tot 1867 vinden wereldwijd ongeveer 27.333 slaventransporten plaats. Tijdens deze reizen sterven ongeveer 3 miljoen Afrikanen. 11.569.000 Afrikaanse slaven komen in Amerika aan. Met kettingen worden de handen en voeten van de slaven vast gebonden. En deze kettingen zitten zo strak dat hun polsen en enkels af en toe gaan bloeden.
In verenigen kooplieden uit Middelburg zich in de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC). de MCC vooral handel op de Middellandse Zee en West-Indië. Er zijn handelscontacten met de Oostzee, de IJszee, de Witte Zee, Frankrijk en het Iberisch schiereiland (Spanje, Portugal). De MCC drijft ook handel op West-Afrika en dan met de naam Guinee. Daar wordt vooral goud, ivoor en andere producten van het land gekocht. De compagnie houdt zich ook voor even bezig met visvangst en walvisvaart.
Driehoeksreizen Een driehoeksreis is een reis die door Europa, West-Afrika en zuid Amerika (west Indië). Als je de reis tekent op papier dan lijkt het een driehoek daarom noemen ze het een driehoekreis. Ze gaan met de boot zo, omdat ze handelen als ze naar West-Afrika gaan nemen ze iets van daar en de Nederlanders geven ook iets aan de Afrikanen. En als ze naar Zuid Amerika gaan ruilen ze ook met materiaal en eten en zo gaat de Driehoeks reis. Hier zie je de reis van de driehoekreis van Europa naar WestAfrika en dan naar Zuid Amerika en dan weer naar Europa (Nederland).
Vertrek naar West-Afrika De grote schepen die naar West- Afrika varen kunnen niet volgeladen uitvaren. Een handels schip word altijd half geladen met materiaal die ze handelen met ander materialen bijvoorbeeld met West-Afrika. En dan gaan ze verder dat is de driehoeksreis.
Slaven kopen Slaven worden gekocht in West-Afrika. De gebieden langs de West-Afrikaanse aan de Golf van de Guinee worden de Ivoorkust, Goudkust en Slavenkust genoemd. Hier kocht mensen de eerste slaven. Daar wordt ook goud en ivoor gekocht. Veel schepen met slaven aan boord zeilen daarna nog verder naar het zuiden naar Loango of Angola. Daar wordt de rest van de slaven gekocht. In de kerkers worden de gevangenen, mannen, vrouwen en kinderen opgesloten. Soms moeten zij daar maanden in blijven wachten totdat ze verkocht worden. De gekochte Afrikanen worden gebrandmerkt en geregistreerd. Het brandmerk maakt duidelijk dat ze nu slaaf zijn. Na het brandmerken worden de slaven naar het slavendek gebracht en worden ze vast gemaakt.
De paarden van Nederland trekken het handelsschip naar zee. De regels van Rammekens zeggen dat er een anker vast zit aan het schip. Daarna word het materiaal afgezet en de mensen aan boord gebracht. Dan maar wachten ze tot de wind op gaat. Dat duurt soms maanden, weken of dagen en dan komt er een dag dat het wind sterk genoeg is. En dan kan de lange weg beginnen. Nu in de haven van Middelburg liggen ook schepen van vroeger.
Overtocht naar Amerika De slavenschepen varen van WestAfrika naar Amerika. De meeste schepen gaan richting West-Indië (Zuid-Amerika). Er worden ook slaven naar Noord-Amerika gebracht. Slaven worden aan boord van het schip opgesloten op het slavendek. Dit dek (ook wel het verdek genoemd) ligt net boven het ruim. Mannen en vrouwen worden van elkaar gescheiden.
Slavenmarkt
Thuiskomst Na een lange reis van West-Indië komt het schip met retourlading weer terug in Zeeland. Voor de Rede van Rammekens wordt de ongeveer de helft van de goederen uitgeladen. Het schip komt daardoor minder diep in het water te liggen. Met roeispanen en paarden trekt het schip vervolgens naar de Middelburgse haven. De rest van de retourlading wordt daar gelost.
Handelsgoederen In de tijd van de Driehoeks reizen werden veel handels spullen vervoert per schip vervoert. De WIC (WestIndische compagnie) en de mcc (Middelburgse Commercie Compagnie)haalden handels goederen uit bijvoorbeeld Indië . Uit Indië haalden ze suiker, cacao, koffie , tabak en dierenhuiden.
De Afrikanen hebben een Slavenmarkt in het eiland Curaçao in West-Indië. Daar is een grote slavenmarkt waar de slaven verdeelt zijn over midden Amerika en Zuid Amerika. In West-Indië worden de slaven gecontroleerd of ze wel sterk en een goede conditie hebben. Voordat de slaven verkocht worden ze verzorgt, gewassen en eten ze goed. Soms mogen de slaven al heel snel aan boord. Vaak word het op een land gedaan. Op de slavenmarkt gebeuren geen leuke dingen. Zo worden de families gescheiden de broertjes, zusjes, moeders en vaders. De slaven krijgen ook een nieuwe naam. Vaak zijn dat namen uit de bijbel. De eigenaars krijgen een bewijs, daar staat zijn/haar naam, het geslacht, wat voor werk en wat hij allemaal kan op.
Slavenarbeid Tastbare herinneringen Gebouwen Er zijn gebouwen uit de tijd van slavernij en slavenhandel die er nu nog staan. Zoals in Middelburg daar staat het vroegere Commerciehuis op de Balans. Het Commerciehuis diende voor het Hoofdpakhuis voor de MCC (staat voor Middelburgsche Commercie Compagnie). In oktober 1822 verkoopt de MCC het Commerciehuis aan de Balans. De waag of balans (gebouw waar goederen in gewogen werden) die voor het Commerciehuis stond werd afgebroken in 1823. Daarna werd er een in het Commerciehuis gebouwd. Mensen Ook veel mensen in Zeeland hebben iets te maken met de slavernij en slavenhandel. Er zijn mensen die van de slaven die in de 17e, 18e en 19e eeuw van Afrika naar West-Indië zijn gebracht afstammen. Natuurlijk zijn er ook zijn nakomelingen van de slavenhandelaren. Monumenten Sinds juli 2005 stond er het Zeeuws Slavernijmonument op de Balans in Middelburg. In 2002 werd het slavernijmonument in Amsterdam onthuld. Deze monumenten werden speciaal gemaakt om niet te vergeten wat er toen is gebeurt. Activiteiten Ook zijn er activiteiten die ons aan de slavernij herinneren. Zoals: Samenkomen bij het Zeeuws Slavernijmonument, tentoonstellingen, lezingen, theatervoorstellingen, websites, een herdenkingsjaar en nog veel meer.
De slaven werden van uit Afrika naar Amerika gebracht. Om in Amerika te gaan werken op de plantages van de kopers. Op plantages wordt verbouwt: suiker, koffie, cacao en tabak. Door de Nederlanders worden plantages opgericht. In Suriname bijvoorbeeld.
Einde van de slavernij Niet iedereen vindt de slavernij een goed idee. vooral dominees vinden het niet goed. In de 18e eeuw zij er meer Europeanen die het niet meer goed vinden. Nederland heeft de slavenhandel in 1814 verboden. En de slavernij wordt pas in 1863 verboden. De Nederlandse afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 wordt: Keti Koti genoemd. Dat betekent: Het verbreken van de ketenen. Deze dag wordt in Suriname nog steeds gevierd en ook 10 oktober. Op 10 oktober 1760 heeft de Nederlandse gemeenschap vrede gesloten met de Marrons. Dat zijn weggelopen slaven. Op de Antillen wordt op 17 augustus de: Lucha di dia di Libertat. gevierd als herinnering aan de grote slavenopstand op Curaçao in 1795.
2013-2014 belangrijke jaren In Zeeland wordt in 2013 aandacht besteed aan de herdenking van de afschaffing van de slavernij, 150 jaar geleden in 1863. In 2014 wordt herdenkt dat 200 jaar geleden in 1814 de slavenhandel werd gestopt. De nationale herdenking van de slavernij in 2013 is in Amsterdam plaats gevonden. De nationale herdenking van de slavenhandel in 2014 zal in Zeeland plaats vinden. Dit is van de herdenking van de slavernij in Amsterdam. Ze leggen hier een krans neer voor iedereen die door de slavernij gestorven is.
Het Zeeuws Archief In het Zeeuws archief gaf een mevrouw ons een rondleiding, ze liet een filmpje zien over de slavenhandel en ze vertelde over een trans-Atlantische Driehoeksreis. Dit is een trans-Atlantische Driehoeksreis. De ruilading ruilde ze in West-Afrika tegen slaven, de tussenlading waren de slaven die verkochten ze in West-Indië voor spullen met die spullen (de retourlading) die ze in Nederland weer verkochten. Ook lagen er allemaal oude logboeken en papieren in het archief. De logboeken zijn van een kapitein, die moest alles opschrijven wat er gebeurde in de reis en wat hij verhandelde. De chirurgijn op het schip moest ook opschrijven wie er ziek werd en wat diegene nodig had enzovoort tijdens de reis. En er liggen papieren waarin staat wat er in een pakhuis te koop was, een soort reclame folder van vroeger dus. Ook zie ik boeien, waar de slaven vroeger mee vast zaten. Er liggen koffie bonen, en kaurischelpen in een glazen bak. De mevrouw vertelt dat met die kaurischelpen betaalt kon worden, met de koffie bonen handelde ze. Bovenop die glazen bak stonden nog twee glazen bakken. In de hoogste stonden twee Afrikaanse beeldjes, in die eronder lagen slavenarmbanden. Verder hingen er nog een paar posters.
Een dagje… Slavernij geschiedenis in Middelburg We beginnen met de excursie dat begint bij het Zeeuws archief. Cor de Lange gaat mij en mijn klasgenoten vertellen over de gebouwen over de gebouwen in Middelburg die met de slavernij te maken hebben. We zien een fonteintje en een monument (zie slavernij monument). We lopen door naar het Abdijplein . Dit plein heeft een slavernij verleden. In 1596 is namelijk een Portugees schip hier naar toe gekomen , dat was een foutje van de Portugezen. Het schip had een flinke buit ,geen goederen maar mensen. Nederland deed toen nog niet mee aan de slaven handel. Op het abdijplein werden de slaven verkocht aan rijke mensen . De rijke mensen mochten de slaven zelf uit kiezen. De slaven moesten het toen best koud hebben, ze hadden nauwelijks kleren aan. We lopen verder en zien een kanaal . Hier hebben de slaven schepen gevaren. Langs het kanaal woonden de rijke mensen. Op hun huizen stond soms een jaartal . In dat jaar tal werd dat huis gebouwd. Sommige huizen zijn gebouwd van het geld dat verdient was door de slavenhandel. Dat wordt bloedgeld genoemd. We gingen naar een steegje toe, in dat steegje woonden de arbeiders. Onze excursie gaat verder, en Cor de Lange vertelt ons dat er heel veel pakhuizen nodig waren. Nu is de excursie afgelopen. Ik heb veel geleerd over de slavernij.
Een dagje... Zeeuws museum Op donderdag 13 februari ging ik (en de hele klas) naar het Zeeuws museum. Toen we waren aankomen, werd de klas opgesplitst, in twee groepen. Mijn redactieteam en redactieteam 5 ging als eerste naar de derde verdieping. Juf Rini liep met ons mee. Zij zou ons leidden door het Zeeuws museum. Op de derde verdieping zagen we allemaal kisten. Ger Borselaar vertelde erover. De bovenkant van het Zeeuws museum was de romp van een schip. We betraden de eerste kist, (want de kisten waren heel erg groot) en zagen spelletjes. Er lag een blauw kaartje in de vitrine, daarop stonden nummers. Het leek erg op een bingokaartje. Ook lagen er Mahjong steentjes. Deze kist ging over souvenirs, die de Hollanders meegebracht hadden. Alles zag er ook oud uit. Nu was de tweede kist aan de beurt. Die ging over leven en dood. Er lag een mummie, er stond een opgezette vogel en er hing een doopjurk. Daarnaast stond een ooievaar (opgezet). In derde kist ging het over macht en praal. In de vitrine lagen een paar wandelstokken. Toen gingen we naar een ruimte waar een vijf tapijten hingen. Ze waren reusachtig en vulde de muren. Er waren zeeoorlogen op geweven. De randen van de tapijten waren mooi versierd, net zoals de rand van een schilderij, maar dan met meer dingen. Midden in de ruimte lagen zwarte kussens. Jessica kwam er wat over vertellen. Ze vertelde dingen over de tapijten. Bijvoorbeeld dat de rijke mensen grote tapijten gebruikte in plaats van grote schilderijen omdat ze de tapijten makkelijker konden vervoeren. Toen het bijna tijd was mochten we nog een kanonskogel vasthouden. Die was heel erg zwaar. Juf Rini nam ons mee naar de volgende ruimte. Daar was het thema 'Bescherm mij'. Het ging over kleding, die je beschermde tegen regen en kou. Een mevrouw vertelde er wat over, en we zagen een bontjas die de Inuïten hadden gemaakt. Er ging een sjaal met hermelijnenbond rond en die voelde lekker zacht. Ook mochten we een dode hermelijn vasthouden. Toen liepen we de zaal uit, naar deel 2 van het thema 'Bescherm mij'. Daar vertelde Evelijn iets over het thema. Ze zei bijvoorbeeld dat mensen in die tijd geloofde dat als je sommige stenen droeg, (bijvoorbeeld in kettingen, armbanden, oorbellen) je beschermd werd. Niet tegen kou en regen, maar tegen bijvoorbeeld ziektes. Bij de volgende ruimte ging het ook over het thema. Projectors hingen aan de muur en projecteerde mensen op de muren. Een mevrouw vertelde over stenen, iemand anders over zijn werk bij de politie, maar gelukkig wel om de beurt. Dat was de laatste ruimte die we bezocht hadden in het Zeeuws Museum. Het was leuk en ik heb er veel van geleerd.
Het slavernij monument Het slavernij monument staat in de Balans in Middelburg. Wat je ziet is een rechthoekige steen, afgewisseld met de kleuren rood, wit en zwart. Aan de noordkant zie je aan de ene kant zwart en aan de andere kant wit, met in het midden een rode streep. Verder staan er op elke hoek een halve maan, afwisselend zwart en wit. Die halve manen heten de wachters. Hedi Bogaers heeft het gemaakt. Het gaat erover dat zwarte en blanke mensen gelijk zijn. Daar dachten ze in de tijd van de slavernij wel anders over. Deze informatie vertelde Siegfried Steglich aan ons.
Siegfried Steglich in de klas Maandag 17 februari kwam meneer Siegfried Steglich in de klas. Hij zou ons wat meer vertellen over het slavernij project. Hij vroeg als eerste aan ons wat er is opgevallen uit de slavernij. Zelf voegt hij er nog aan toe dat het zwarte bladzijde uit onze geschiedenis is, we willen het liever vergeten. Dan laat hij op het activ-bord een foto van een Trans-Atlantische driehoeksreis zien. Ook zegt Siegfried dat het nooit een zwart en wit verhaal is geweest. Hierna ging hij wat over zichzelf vertellen. Over waar bijvoorbeeld zijn achternaam vandaan komt. Die komt uit Slovenië. Toen haalde hij een boekje uit zijn tas, een monsterboekje. Dat klinkt misschien raar, maar monster betekent dat je er bent. In het monsterboekje zaten sollicitaties, wie er dood gingen aan boord van een schip enzovoort. Siegfried heeft ook zelf gevaren. Als laatst liet hij een plaatje zien van een slavenarmband. En als allerlaatste mochten we nog vragen stellen. Ik heb weer wat meer geleerd over de slavernij.
Een verschrikkelijke reis “Asis! Asis!,”het is mijn broer die van school komt ,ik kan niet naar school ik moet werken. Als mijn broer bij me komt, zegt hij “Ik ben geslaagd”. Mijn broer moest examen doen, voor school. Als hij het zou halen mag hij naar een universiteit, dan krijgt hij later een goede baan! Mijn moeder komt aangehold en vliegt mijn broer om de hals. Mijn vader roept “Het is tijd voor een feest, Asis help je moeder met het klaarmaken van een feest”. Samen met mijn moeder bereid ik hapjes, en maak ik versieringen. Veel mensen komen op bezoek en ze dansen en feesten met ons mee. Als alle gasten weg zijn is het al avond. Ik vraag aan mijn moeder of ik nog even weg mag, ze vindt het goed. Ik ren naar de zee en geniet van het uitzicht. Maar dan opeens zie ik grootte schepen met blanken wezens erop. Van schrik ren ik meteen weg. Hijgend kom ik aan bij m’n moeder. Ik zag, ik zag… stamel ik. “Ik zag blanken wezens op een groot schip,” roep ik nu. Mijn moeder wordt bleek en holt de hut in, ik hoor haar fluisteren met mijn vader. Dan roept mijn vader me, we moeten weg . Mijn broer, vader en moeder zijn spullen aan het inpakken, en dan klinkt er een knal. Daarna gaat het snel, ik hoor veel gegil en knallen mijn moeder pakt me bij de arm en trekt me mee naar buiten. Dan begint ze te rennen, ik ren met er mee, ik heb geen flauw idee waarom, maar toch doe ik het. Dan staat er een groot blank wezen voor me, hij richt een ijzeren buis op ons en snauwt iets in een onverstaanbare taal. Hij kijkt niet bepaald vriendelijk. Mijn armen worden vastgebonden door hem en die van mijn moeder ook. Ze huilt en schreeuwt, ik zie nog net mijn vader en broer die ook vast worden gebonden. We lopen met het blanke wezen mee, naar het grote schip. We moeten net als honderden andere bruine mannen vrouwen en kinderen een loopplank op. Dan staat er een blank wezen die een ijzeren stok tegen de mensen aan doen, dan krijg ik ook de stok tegen me aan. Au!!! De stok doet vreselijk pijn, het is heet en drukt een plaatje in mijn huid. Dan is mijn moeder aan de beurt, zij gilt ook van de pijn. We worden een lage ruimte in geduwd en daar word ik met kettingen aan mijn moeder en de grond vast gemaakt. Er komen steeds meer mannen vrouwen en kinderen in de ruimte totdat er niks meer bij kan. Dan word de deur met een klap dicht gegooid, en is het half donker. Veel mensen huilen en jammeren. “Wat is dit?” vraag ik aan mijn moeder. “Dit zijn de geesten uit de zee” antwoord mijn moeder, “ze zijn onoverwinnelijk.” Dan is het stil tussen ons. Hmm, ik word wakker van wat geruis. Door een spleet tussen de planken zie ik de zee. Wacht eens, waar is Afrika, om me heen zie ik alleen zee. Ook mijn moeder wordt wakker. “Waar zijn we,” bromt ze. Ik, ik weet het niet ergens op zee. M`n moeder begint te gillen waardoor de andere mensen ook wakker worden. “We zijn op zee,” gilt mijn moeder, “we worden mee genomen.” “Asis, mama?” Dat is de stem van mijn broer! Zijn stem weet mijn moeder te kalmeren. “Waar ben je, alles goed?” roept ze nu. “Ja, is vader bij jullie?” antwoord mijn broer. “Nee, hij is toch bij jou?” roept mijn moeder. “Nee, hij is ook niet bij mij,” antwoord mijn broer. Dan begint m`n moeder te huilen. Zo gaat het iedere dag , ik word wakker, van de zee, m`n moeder huilt om mijn vader en ik praat met mijn broer en iedere dag hoor ik mensen spugen, jammer en zelfs dood gaan. Tot dat ik wakker word door een doffe klap, door de spleet zie ik.. LAND!!! De deur van de ruimte wordt open gegooid er komen weer blanke wezens die ons los maken van de grond. We worden mee genomen en aan land gezet. Een blanke man loopt langs ons en zegt iets tegen een andere blanke man. Dan geeft hij best veel briefjes aan de man, en de man met de briefjes loopt weg. Wij
worden op grote plantages gezet en moeten werken. Als het avond wordt, worden we in kleine hutjes gepropt. Waar wat drab voor ons klaar staat wat we moeten eten. Zo gaat het iedere dag, totdat ik in een stuk van de plantages moet werken waar ik nog niet geweest ben. Er zijn geen mannen in de buurt die op me letten en me met de zweep slaan. Dan zie ik mijn vader, ik laat alles uit mijn handen vallen en ren naar hem toe om hem vervolgens om de hals te vliegen. Dan vertelt mijn vader dat hij een plan heeft. Zachtjes sluip ik met mijn moeder en broer, naar de plek die ik samen met mijn vader heb afgesproken. Als we er zijn komt mijn vader uit de struiken en mijn moeder vliegt hem samen met mijn broer ook om de hals. Dan gaan we op weg, op weg naar het oerwoud. Als we een stuk gelopen hebben zijn we er eindelijk. We lopen door het oerwoud heen, en dan komen we op een open plek.
1 jaar later: Bim, bam, bim, bam o nee! De schoolbel gaat en ik ren naar de school, nu een jaar later hebben mijn vader broer moeder en ik samen met andere gevluchte slaven een dorp opgebouwd. Een dorp waar meisjes ook naar school mogen, waar mijn broer les geeft. Mijn vader is opperhoofd, en mijn moeder, de oppervrouw ,en ik heb een lieve vriendin die Femi heet. Na school tijd speel ik met mijn vriendin Femi of help ik met koken, op het land werken en andere klusjes. Ik ben blij dat alles goed is afgelopen, ondanks dat ik zo`n verschrikkelijke reis heb meegemaakt.
Asis Logboek van kapitein en slavenhandelaar Maurits Maandag 9 april 1657 12:00u Vandaag voer ons schip de Middelburgse haven uit. We gaan nu zuidwaarts, naar West-Afrika om daar voor geweren en nog veel meer spullen die ze daar niet hebben, in te ruilen voor slaven. Daarna gaan we naar het westen, naar Willemstad om de slaven daar te verkopen en ze laten werken op de plantages. We gaan dan ook dingen zoals tabak en koffiebonen ruilen en kopen, als we in Suriname zijn. Vrijdag 8 juni 1657 16:43u Jan en Klaas zijn doodgegaan. Die hadden scheurbuik. Dinsdag 21 oktober 1657 11:08u Eindelijk, land in zicht! Dat werd tijd, nu is het alleen nog maar een kwestie van snel laden en lossen. Woensdag 22 oktober 1657 21:26u Verdorie, wat maken die zwarten een kabaal zeg. Wat een gekrijs. Nu even de zakelijke kant, er zijn 15 geweren, 6 zakken buskruit en 8 spiegels geruild voor een hele hoop slaven. Ze zijn gelijk gebrandmerkt, wat een gekrijs en geschreeuw. Dan zijn ze gelijk het ruim in geduwd, weer dat gekrijs en gegil. Het ophalen van de slaven is gelukkig wel goed gegaan. D'r zijn al wel wat slaven dood gegaan, maar de meerderheid leeft gelukkig nog. Zaterdag 26 oktober 1657 9:35u Nu zijn er nog meer slaven dood. En de slaven krijsen nog harder dan ze al deden. In een raar brabbeltaaltje. Maar goed, van de ongeveer 1000 slaven zijn er nu ongeveer 990 over. We hebben er een paar slaven overboord gegooid. Verder is de stank in het ruim onverdraaglijk. De zwarten poepen, plassen. spugen er, en af en toe gooit mijn bemanning wat te eten naar binnen. Niet veel, want we moeten zelf ook eten, en hebben geen idee hoe lang de reis gaat duren. Hopelijk varen we snel Willemstad binnen. Dan kan ik de buit binnen halen. Zondag 31 maart 1658 13:55u
Eindelijk, in Willemstad. hier kunnen we de slaven verkopen. Ik word helemaal gek van die stank. Ze komen ook niet zo vaak buiten, maar het is natuurlijk helemaal niet leuk als je lading overboord springt. We kunnen de slaven zo verkopen, nadat we ze gevoed hebben. Het werd tijd, zullen we maar zeggen.
20:43u Zo, we zijn nu alle slaven kwijt. Morgen even inkopen doen, de buit is eindelijk binnen! Het verkopen ging gelukkig goed, het bleken goede slaven te zijn; er werd veel geld per slaaf geboden. De slaven komen nu terecht op de plantage. De man aan wie ik ze heb verkocht bood ons ook een slavin aan. Die hoefde hij niet meer, wij kochten haar en verkochten de slavin weer door, tegen hogere prijs aan de familie Thom. Daar mag ze dienstmeid zijn. Ik hoop dat de plantagehouder blij is met de slaven, anders hoefde we geen slaven meer aan hem te verkopen. Afijn, er zaten een hoop kinderen tussen, die moeten nu op de plantages werken. Een paar vrouwen gaan werken als dienstmeid (net als die slavin waar we winst mee hebben gemaakt) hoewel je het natuurlijk niet werken kan noemen als je er geen geld voor krijgt. En nu, nu is er eindelijk rust. Als we morgen inkopen hebben gedaan, kunnen we terug varen naar Nederland. Daar zal het ivoor en het indigo wel goed verkopen... Maandag 1 april 1658 19:17u We hebben van het geld dat we hadden goud, ivoor, huiden, koffie, tabak, suiker, cacao en indigo gekocht voor een goede prijs. In Nederland verkoop je dat voor veel meer geld. Het schip is nu vertrokken, we varen noordoost naar Middelburg. 22:36u Zit te piekeren wat er met de slaven is gebeurd. Straks gaan ze dood. Dat is ook geen leven, eerst een zware reis achter de rug, dan verkocht worden en heel hard werken. 22:41u Toen ik de briefjes geld van de plantagehouder gekregen, zag ik dat er een meisje naar me keek. Een kind. Een slavin. Nee, dat moet ik niet hier opschrijven, je bent een slavenhandelaar, je laat je door niets of niemand tegenhouden om te stoppen met je werk. Hier verdien je juist zoveel. Nee, dit schrijf je niet in je logboek. Snel doorstrepen. Zo gedaan. 22:45u Ga nu snel slapen, kan me nergens meer op concentreren. Donderdag 15 november 1658 15:11u We zijn goed aangekomen in Nederland, ga snel naar huis om verhalen aan mijn vrouw en kinderen te vertellen. Vrijdag 28 juni 1659 18:54u Moet nog één ding vertellen. Dit logboek heeft namelijk een goed einde, voor mijn gepieker en de slaven. Gisteravond laat kreeg ik een brief. Hij was van de plantagehouder. Hij vertelde dat de slaven ervandoor waren gegaan en dat ik nooit meer slaven hoefde te leveren. Ook zei hij dat er geruchten waren, dat de slaven een eigen dorp hadden opgericht. De plantagehouder gaat nu in stad Willemstad werk zoeken als koopman, ofzo. Zelf heb ik nu ook een andere baan. Het blijkt dat ik talent heb om kleding te maken. Volgens anderen maak ik hele mooie kleding. De slavernij is niet afgelopen, en de andere slaven die heb ik heb geleverd moeten misschien ook nog doorwerken, maar dit verhaal heeft een goed einde. En dat ene meisje maakt het nu ook goed, dat weet ik zeker.