BIJLAGE 2
Rechtstreekse aansluiting Bijlage bij het aansluitingscontract betreffende de aansluitingen op het distributienet hoogspanning (1kV < Un <= 15 kV) voor afname van elektriciteit
Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
1
Algemeen:
Deze bijlage maakt onverminderd deel uit van het Aansluitingscontract Elektriciteit – Hoogspanning Rechtstreekse aansluiting Deze bijlage rechtstreekse aansluiting bepaalt de bijzondere modaliteiten en voorwaarden vastgesteld tussen partijen met betrekking tot de specifieke eigenheid in verband met het eigendom, het beheer, het gebruik, de exploitatie, herstellingen, vervangingsinvesteringen, beveiligingen en de wederzijdse rechten en plichten met betrekking tot de specifieke technische installatie welke deel uitmaken van “de aansluiting”. De specifieke modaliteiten hier beschreven hebben voorang op de algemene bepaling opgenomen in Bijlage 1 “Algemene voorwaarden betreffende de aansluitingen op het distributienet hoogspanning.”
Beschrijving van de technische installaties:
Het betreft een rechtstreekse aansluiting op de secundaire rails van het transformatorenstation of schakelpost door middel van een privatieve differentieel uitgebate kabelverbinding. De secundaire rails van het transformatorenstation of schakelpost in de HS vertrekcellen maken deel uit van het distributienet beheerd door de distributienetbeheerder.
Installaties welke deel uitmaken van de aansluiting:
Alle installaties opgesteld in het transformatorenstations of schakelposten welke deel uitmaken van de aansluiting zoals MS-vertrekcellen inclusief schakelapparatuur en specifiek toewijsbaar aan de installaties noodzakelijk voor het voeden van de distributienetgebruiker eigen aan de beveiligingen, tellingen, telebediening, telecontrole en telesignalisatie al dan niet deel uitmakend van de MS-cel, maken deel uit van “de aansluiting”.
Installaties opgesteld in het transformatorenstation of schakelposten die deel uitmaken van de algemene delen, en dus niet specifiek en individueel toewijsbaar aan de aansluiting maar welke ook gebruikt worden voor andere distributienetgebruikers zoals daar zijn, maar niet beperkt tot hulpkasten telling, telebediening, telesignalisatie maken geen deel uit van “de aansluiting”.
De secundaire rails van het transformatorenstation of schakelposten, ook het deel in de cel, maken geen deel uit van de privatieve installatie van de distributienetgebruiker.
MS-energiekabels van aan de vertrekcellen op de secundaire rails van het transformatorenstation of schakelposten over het openbaar domein tot op het privé terrein van de klant tot in de aankomstcellen van de klant in de cabine maken deel uit van de aansluiting.
Seinkabel in het transformatorenstation of schakelposten over de openbare weg tot op het privé terrein van de klant tot in de klantcabine maakt deel uit van de privatieve aansluiting.
Alle installaties geleverd en geplaatst door de distributienetbeheerder en opgesteld in de klantcabine op het privé terrein van de distributienetgebruiker zoals daar zijn maar niet beperkt tot beveiligingen, hulpkasten telebediening, Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
2
telesignalisatie, beveiliging maken deel uit van de aansluiting.
Eigendom:
Alle installaties geleverd en geplaatst door de distributienetgebruiker en opgesteld in de klantcabine op het privéterrein van de klant zoals aankomstcellen, schakeloperatoren, stroom- en spanningsomvormers, hulpkasten, beveiliging etc maken eveneens deel uit van de aansluiting.
Eigendom en beheer van de installaties (eigendom, exploitatie, onderhoud, ten laste neming, vervangingsinvesteringen) Ongeacht de financiële tussenkomsten van de klant is de eigendomsverdeling als volgt:
Zijn eigendom van de distributienetbeheerder: -
Alle installaties opgesteld in het transformatorenstation of schakelposten al dan niet deel uitmakend van de aansluiting Alle installaties opgesteld in het transformatorenstation of schakelposten die deel uitmaken van de algemene delen en geen deel uitmaken van de aansluitingen Alle kabelverbindingen, energiekabels, seinkabels en andere die gelegen zijn op de terreinen van een netbeheerder of op een openbaar domein. Alle installaties geleverd en geplaatst door de distributienetbeheerder en opgesteld in de klantcabine of op het privé terrein van de klant (met uitzondering van de energiekabels) Signalisatiekabels op het terrein van de klant die een onderdeel vormen van het signalisatienetwerk
Zijn eigendom van de klant: Alle installaties en kabels opgesteld op zijn privé terrein of in zijn cabine, niet geleverd en geplaatst door de distributienetbeheerder al dan niet deel uitmakend van de aansluiting.
Onderhoud:
De klant en de distributienetbeheerder onderhouden principieel de installaties die hun eigendom zijn. Op eenvoudige vraag van de distributienetbeheerder stelt de klant voldoende tijd ter beschikking voor het onderhoud van de installaties die eigendom zijn van de distributienetgebruiker en die deel uitmaken van de aansluiting. Dit tijdens de normale kantooruren met mogelijks geheel of gedeeltelijke tijdelijke onbeschikbaarheid tot gevolg.
Vervangingsinvesteringen:
Ongeacht de tussenkomst, het eigendomsrecht of ligging van de installaties staat de klant als enige partij in voor het geheel van investeringen, om de aansluiting in dienst te houden, meer bepaald maar niet beperkt tot: - vervanging - verplaatsing - uitbreiding en dit voor het geheel van de installatie die deel uitmaken van de aansluiting. Dit zowel op initiatief van de distributienetgebruiker, als van de distributienetbeheerder, als van derden (transport netbeheerder, overheden, etc.)
Conformiteit
De distributienetbeheerder behoudt zich ten aller tijde het recht voor om op basis van een risicoanalyse na een bezoek ter plaatse de
Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
3
distributienetgebruiker de nodige maatregelen op te leggen teneinde de cabine conform te stellen met de huidige regelgeving in dit verband teneinde op deze manier de veiligheid van het personeel te garanderen, de kosten hiervoor zijn ten laste van de distributienetgebruiker.
Exploitatie:
De normale exploitatiewerken op het geheel van de installatie dat deel uitmaakt van de aansluiting voor zover gelegen op het terrein van de distributienetbeheerder of op openbaar domein zijn ten laste van de distributienetbeheerder. Onder normale exploitatiehandelingen wordt o.a. verstaan, maar niet beperkt tot: Schakelverrichtingen op de vertrekcellen in het transformatorenstation op initiatief van de distributienetbeheerder - Kabelfoutopsporingen en herstellingen op domein van de distributienetbeheerder en op openbaar domein - Systematisch preventief en correctief onderhoud op de vertrekcellen in het transformatorenstation - Onderhoud en controle van de meet- en beveiligingsapparatuur, telecontrole, telebediening en telesignalisatie opgesteld in het transformatorenstation - Onderhoud van de differentiaal beveiliging en hulpkast opgesteld in de klantencabine Alle geplande schakelingen gebeuren steeds in overleg tussen de distributienetgebruikers en de dienst hoogspanning van het infrastructuurgebied van Eandis. De klant staat in voor alle exploitatietussenkomsten/ handelingen aan de installatie die zijn eigendom zijn. -
Alle handelingen (schakelen, uitrijden, testen, aarden,…) in de klantcabine van de distributienetgebruiker gebeuren door de schakelverantwoordelijke(n) van de distributienetgebruiker. De aankomstcellen op de site van de klant worden bediend door de distributienetgebruiker dit in overleg met de distributienetbeheerder. Handelingen die gebeuren met betrekking tot de voedingskabels gebeuren in aanwezigheid van de dienst hoogspanning van het infrastructuurgebied van Eandis doch steeds onder de verantwoordelijkheid van de distributienetgebruiker. Bij alle handelingen dienen strikt de vitale 5 te worden toegepast:
Vrijschakelen
Vergrendelen
Testen
Aarden en kortsluiten
Afbakenen werkzone
Bij elke afwijking, anomalie, incident ten opzichte van de normale uitbatingstoestand (bvb. maar niet beperkt tot → Uitval voeding hulpdiensten → Vaststellen van defecte beveiligingen → Uitschakelen van voedingskabel → Belangrijke interne kortsluitingen dient de distributienetgebruiker onverwijld contact op te nemen met Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
4
de dienst hoogspanning van het infrastructuurgebied van Eandis. (via het DOC) Teneinde de mogelijkheid te bieden dat de distributienetbeheerder op ieder ogenblik in contact kan treden met de exploitant van de installatie zal het aansluitingscontract eenduidig geïdentificeerd worden. De exploitant zal eveneens een telefoonnummer opgeven dat 24/24u bereikbaar is teneinde de operationele contacten ten allen tijde toe te laten. Bij uitval van de hulpvoeding van de stuur/beveiligings/hulpkasten van de distributienetbeheerder, is het steeds de distributienetgebruiker die zal instaan voor de herstelling/vervanging en dit binnen een zo spoedig mogelijke termijn met een maximum van 24h na vaststellen. Ongeacht de wijze van aansluiting behoudt de distributienetgebruiker onverminderd het recht de uitbatingswijze van en de plaats van aansluiting in het transformatorenstation in het kader van de technische economische optimalisatie van het distributienet te wijzigen. De vertrekcellen naar de installatie van de klant in het transformatorenstation worden uitsluitend bediend door de distributienetbeheerder. Het gebruiksrecht van de vertrekcellen geeft de distributienetgebruiker geen betredingsrechten van het transformatorenstation. Rechten van de distributienetgebruiker:
Gebruiksrecht: Op basis van de financiële tussenkomst conform de aansluitingstarieven zoals bepaald door de CREG en ongeacht het eigendomsrecht van de installaties heeft de klant binnen het kader van de contractuele en reglementaire afspraken het privatief gebruiksrecht van alle installaties en energiekabels die deel uitmaken van de aansluiting en dit uitsluitend voor de afname van de site gelegen op de afnameplaats. Dit uniek gebruiksrecht houdt op te bestaan indien de distributienetgebruiker niet of niet meer voldoet aan de contractueel of regelgevende bepalingen, in het bijzonder maar niet beperkt tot -
De verplichte toewijzing van een erkende leverancier/ toegangsverantwoordelijke combinatie op de actieve toegangspunten.
-
De betaling van de eenmalige tussenkomsten ivm de werken aan de aansluitingen.
-
Het beperken van afname / injectie cfr. de contractuele afspraken aangaande capaciteit van de aansluiting.
-
Het conform zijn met de algemene en specifieke technische regelgeving van de VREG, de distributienetbeheerder en de beroepsfederatie Synergrid.
-
Behoudens uitzondering zal bij het beëindigen van deze overeenkomst tussen partijen het privatief gebruiksrecht van alle installaties die niet zijn eigendom zijn en gelegen op openbare weg of op de terreinen van de distributienetbeheerder ophouden te bestaan. Samen met het privatief gebruiksrecht houdt dan eveneens
Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
5
het recht op een voordelig aansluittarief gebaseerd op de eerdere tussenkomsten en verbruiken toe te staan. Als uitzondering wordt beschouwd de overdracht of verkoop van de site met inbegrip van de installatie waarbij de nieuwe distributienetgebruiker een vermogen vergelijkbaar met het huidig aansluitingsvermogen zal afnemen. Indien de belasting van de site op systematische wijze lager is dan het overeengekomen aansluitingsvermogen, kan de distributienetbeheerder in het kader van de globale benuttiging van de beschikbare infrastructuur in het transformatorenstation overgaan tot herverdeling van de infrastructuur. In geval de belasting daalt tot het niveau dat de distributienetgebruiker niet langer recht heeft op een aansluiting rechtstreeks op de secundaire rail van het transformatorenstation of schakelpost behoudt de distributienetbeheerder zich het recht om de contractuele afspraken te herzien. Dit zowel op het vlak van aansluitmodaliteiten als op het vlak van tarifaire modaliteiten. -
Desgevallend staat de distributienetbeheerder in voor de aanpassing van de aansluiting en de werken op de openbare weg en staat de distributienetgebruiker in voor de aanpassing van de installaties die zijn eigendom zijn.
Tarifair: Een klant met een aansluitingsvermogen van meer dan 5 MVA en een werkelijke afname, bepaald op basis van de 12 maanden stijgende kwartuurspits van meer dan 5 MW, heeft op basis van de aantoonbaar gemaakte tussenkomst in de kosten van de aansluiting, representatief voor het geheel van de aansluitingskosten, bepaald op basis van de aansluitingstarieven (specifiek voor klanten rechtstreeks aangesloten op de secundaire rails van het transformatorenstation of schakelpost) zoals goedgekeurd en gepubliceerd op de website van de CREG en van de distributienetbeheerder het recht op het daartoe specifiek bestemde tarief voor gebruik van het distributienet (TransHS) De distributienetbeheerder behoudt zich het recht voor om op basis van het niet langer voldoen aan bovenvermelde criteria het gebruiksen/of tarifair recht eigen aan deze aansluiting tijdelijk en/of gedeeltelijk en/of definitief en/of in zijn geheel op te schorten. Beveiligingen :
Algemeen worden de instelwaarden van de beveiligingen steeds in samenspraak met de distributienetbeheerder bepaald, dit teneinde ten allentijde in alle uitbatingomstandigheden een optimale selectiviteit tussen de directe klant en het distributienetwerk te bekomen. In regel wordt de kabel verbinding steeds voorzien van een differentieel beveiliging en een overstroom, kortsluit en aardstroom beveiliging met constante stroom-tijd instelling voor zowel alarm als uitschakeling. De instellingen van de kabelbeveiligingen worden bepaald door de distributienetbeheerder, dit in functie van de maximale belastbaarheden van de kabels, de contractueel afspraken, het bedrijfsregime en de selectiviteit ten opzichte van stroomopwaartse
Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
6
beveiligingen van het distributienet. De kabelbeveiligingen in de vertrekcellen van het transformatorenstation en bij de aankomstcellen bij de distributienetgebruiker zijn in regel dezelfde. Bij overschrijden van die alarmniveaus van de beveiligingen zal de distributienetgebruiker op eenvoudige mondelinge of telefonische vraag van de hoogspanningsverantwoordelijke van Eandis de belasting aanpassen naar een aanvaardbaar tussen partijen overeen te komen niveau, dit in functie van de uitbating/exploitatieomstandigheden op dat ogenblik. De distributienetbeheerder behoudt zich het recht om bij verandering van uitbatingomstandigheden, bij wijzigende regelgeving of bij aanpassingen van het globaal beveiligingsplan voor het distributienet de instelling van de beveiliging na voorafgaandelijke schriftelijke kennisgeving aan de klant aan te passen. Desgevallend is de klant gehouden de beveiliging van zijn installaties onverwijld aan te passen teneinde de selectiviteit met het distributienet opnieuw te garanderen. De klant is gehouden alle noodzakelijke maatregelen te treffen teneinde de zekerheid van beveiliging te garanderen, dit oa maar niet beperkt tot het gebruik van redundante hulpspanningen of fail safe principes en back up functies. De klant zal de nodige maatregelen nemen om de stromen, inschakelstromen of andere overstroom verschijnselen te beperken tot maximaal 1,5 x Inom en in ieder geval tot beneden de alarmdrempel van beveiligingsinstellingen van de kabelbeveiligingen in N-1 bedrijf, dus na het optreden van de eerste fout. Dit door onder andere maar niet beperkt tot, het vermogen van individuele transformatoren en hun inschakelstromen te beperken, het totaal opgesteld transformatorvermogen te beperken en individuele transformatoren met een vermogen van ≥ 630 kVA uit te rusten met een minimumspanningspoel. Bij individuele transformatoren met een vermogen van > 4600 kVA kan de distributienetbeheerder bijzondere maatregelen zoals, oa maar niet beperkt tot het gebruik van inschakelstroom voorschakelweerstanden opleggen. De waarde van 4600 kVA is afkomstig van de spanning. Zie hiervoor Synergrid C10/11. Heropstart na uitval De individuele transformatoren van de distributienetgebruiker dienen primair uit te vallen via een vertraagde minimumspanningsbewaking. Wanneer de spanning terugkeert op de rails van de hoofdcabine is een sequentie vereist bij het opschakelen van elke transformator. Ze dienen 1 per 1 opgeschakeld te worden. Dit kan automatisch (tijdwerk met vertragingen) of manueel gebeuren. Bij de automatische herstart zijn de bijkomende condities zie C2/112 van toepassing. Overstroombeveiliging Ingeval het aansluitingsvermogen voor afname en injectie verschillend zijn, zal de hoofdbeveiliging van de distributienetgebruiker in het toegangspunt deze beide vermogens ondersteunen door ofwel een richtings- of terug watt-relais of door parametrisering van de schakeldrempel van het relais van de
Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
7
hoofdfunctie in functie van de stroomrichting of een gelijkwaardige oplossing goedgekeurd door de distributienetbeheerder. In ieder geval zal de producent/ afnemer op ieder ogenblik het maximaal geïnjecteerde/afgenomen vermogen beperken tot het contractueel vastgestelde aansluitingsvermogen injectie en/of afname. Meetinstallatie De meetinstallaties bestemd voor facturatiedoeleinden staan in regel opgesteld in het transformatorenstation. Ze zijn eigendom van de distributienetbeheerder. Ze maken deel uit van de aansluiting. De distributienetbeheerder staat in voor het onderhoud en de goede werking ervan. De distributienetbeheerder staat in voor de investering en eventuele vervanginvesteringen. De meting van de energie gebeurt op middenspanning door toepassing van de 3 – Watt meter methode met behulp van stroom en spanningstransformatoren. De opnamefrequentie is continu geschied op basis van uitlening van kwartuurwaarden. De installatie bestaat uit 1 registratie eenheid die zowel actieve als inductieve en capacitieve energie uitleest en registreert. Ze ondersteunt het aanleveren van de parameters noodzakelijk voor facturatie conform de tarieven van gebruik van het distributienet zoals op dat ogenblik gepubliceerd op de website van de federale regulator, de CREG. In uitzonderlijke gevallen, waar de meetopstelling staat opgesteld in de cabine van de distributienetbeheerder zullen de geregistreerde parameters ter hoogte van het meetpunt, vermeerderd worden met een verhouding eigen aan de verliezen over de aansluitkabels en rekening houdende meteen gemiddelde belasting en een normale gebruiksduur. Deze verliezen zijn ten laste van de distributienetgebruiker en worden rechtstreeks verwerkt bij verzending van de meetgegevens. Op verzoek van de distributienetgebruiker kunnen vrijblijvend pulsen van de meetgegevens ter beschikking gesteld worden. Dit steeds overeenkomstig de daartoe in offerte bepaalde modaliteiten. De wijze en het aantal pulsen is functie van de overeenkomst daartoe tussen partijen. Technische parameters:
Aansluitingsvermogen Het aansluitingsvermogen zowel afname, als injectie zoals bepaald in artikel 2 van het aansluitingscontract is algemeen geldend voor het maximum vermogen ter beschikking gesteld door de distributienetbeheerder. Het aansluitingsvermogen wordt bepaald in normale uitbatingtoestand van het distributienet (N-bedrijf) en bij afname van het distributienet. De waarde kan verschillen in functie van de exploitatie omstandigheden. Varianten zijn mogelijk voor injectie of bij netuitbatingtoestand na het optreden van de eerste fout (N-1). Kabelbelastbaarheden Ongeacht de technische capaciteit van de aansluiting welke onder andere bepaald wordt in kader van de individuele kabelbelastbaarheden en het belastingsregime is het aansluitingsvermogen steeds beperkt tot de contractueel overeengekomen waarden.
Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
8
Kortsluitvermogen Ongeacht de berekende of vooropgestelde of reële kortsluitvermogens in normale uitbatingtoestand van het distributienet/ de aansluiting dienen de middenspanningsapparatuur en andere installaties van de distributienetgebruiker op ieder ogenblik conform het lastenboek C2/112 van Synergrid geschikt te zijn voor de aldaar vermelde kortsluitvermogens, onderbrekingsvermogens en nominale stromen. In elk geval moeten de installaties geschikt zijn om normaal te functioneren bij een kortsluitvermogen van 500 MVA en bestand te zijn tegen een korte duur kortsluitstroom van 20 kA gedurende 1 seconde. De gebruikte materialen dienen voor te komen op de lijst van de door de distributienetbeheerder goedgekeurde materialen C2/117. De klant dient de kortsluitstromen ten allen tijde zodanig te beperken dat ze binnen de materiaalgrenzen van alle HS en sterkstroom materialen in het netwerk vallen. Dit door het gebruik van inschakelstroom en kortsluitstroom beperkende maatregelen. Bewaking van de kwaliteit spanning :
Kwaliteit van de spanning De Distributienetgebruiker dient op basis van de contractuele gegevens en lokale netparameters te garanderen dat emissies of storende invloeden binnen de perken blijven zoals aangegeven door de internationale normen (spanning, flicker, harmonischen) in het bijzonder cfr. C10/17 van het Synergrid.. De methoden beschreven in de IEC-normen zijn van toepassing. In overeenstemming met de Power Quality voorschriften voor distributienetgebruikers aangesloten op hoogspanningsnetten, van het Synergrid (C10/17) worden de stadium 1 emissie limieten toegekend aan dit toegangspunt. Bij overschrijding dient steeds in overleg met de distributienetbeheerder een Power Quality studie uitgevoerd te worden. Bij het aansluiten van storende installaties zal de distributienetgebruiker steeds alle redelijke technische middelen inzetten om te voldoen aan de stadium 1 criteria. Op eenvoudige schriftelijke aanvraag van de distributienetbeheerder zal de distributienetgebruiker aantonen dat hij daadwerkelijk voldoet aan de gestelde eisen. De distributienetbeheerder heeft het recht om bijkomende modaliteiten of monitoring op te leggen teneinde de belangrijkste kwaliteitsparameters te bewaken, te beoordelen of te beperken. Monitoring in het kader van de kwaliteit van de spanning De optionele monitoring in het kader van de kwaliteit van de spanning geschiedt op het aansluitingspunt en maakt gebruik van de apparatuur van de bestaande meetopstelling. De meetsignalen (secundaire van de spanningstransformator) worden door de distributienetgebruiker ter beschikking gesteld van de distributienetbeheerder, dit via de aansluiting op een standaard aansluitklem type Harting via een afzonderlijk en afgerekend circuit. De distributienetgebruiker voorziet eveneens een plaats voor montage van de monitoring eenheid evenals een stopcontact 230V. Het kwaliteitsmonitoringtoestel kan worden verplicht, dit teneinde de bewaking van het globale spanningsplan toe te laten evenals bij overschrijding van de limieten stadium 1, bepaald in C10/17 (stadium Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
9
2, stadium 3). Deze verplichting kan op ieder ogenblik door de netbeheerder worden opgelegd aan de distributienetgebruiker. Het kwaliteitsmonitoringtoestel evenals datalogger en communicatieapparatuur, maken deel uit van de meetinrichting, ze is eigendom van de DNB en wordt door hem beheerd.
Bijlage 2: Rechtstreekse aansluiting
10