Dossier Rechtstreekse subsidies aan beeldende kunstenaars Al jaren ijvert NICC voor meer rechtstreekse subsidies aan beeldende kunstenaars. Het verheugde ons dan ook dat minister van Cultuur Bert Anciaux in zijn ‘Beleidsbrief Cultuur 2007’ pleit voor meer subsidies aan kunstenaars. Voorlopig is het echter onduidelijk hoe groot deze stijging bedraagt. De minister maakt in zijn beleidsbrief alvast de vergelijking met de verdubbeling van subsidies aan beeldende kunstorganisaties: “De stijging in middelen voor de ondersteuning van beeldende kunstorganisaties moet dan ook zijn tegenhanger krijgen bij de rechtstreekse ondersteuning van beeldende kunstenaars, zodat ook zij hun kunstactiviteit professioneel kunnen (blijven) aanpakken (pg 32-33).” Kunnen we hieruit besluiten dat het subsidiebedrag aan individuele beeldende kunstenaars ook wordt verdubbeld? NICC wil beeldende kunstenaars alvast aansporen om een kwaliteitsvol subsidiedossier te schrijven. Druk op de pot Dergelijke verhoging van subsidies is inderdaad cruciaal. In de eerste plaats, omdat vanaf 2001 de subsidiepot voor individuele kunstenaars stagneert op gemiddeld 749.715 euro. Ten tweede komt het subsidiebedrag onder toenemende druk te staan. Enerzijds kunnen organisaties of natuurlijke personen aanspraak maken op het subsidiebedrag aan individuele kunstenaars; met het nieuwe Kunstendecreet kunnen zij subsidies aanvragen voor creatieopdrachten. De kunstenaar krijgt dan weliswaar de opdracht om het kunstproject uit te voeren, maar het concept en initiatief tot het indienen van een subsidiedossier ligt bij de organisatie. Dit komt de autonomie, eigen aan de beeldende kunstenaar, niet ten goede. In 2006 (het eerste jaar dat er binnen het Kunstendecreet creatieopdrachten konden worden ingediend) werd er al 10.000 euro aan creatieopdrachten toegekend. Dit vormt voorlopig een bescheiden bedrag, maar NICC voorspelt dat op termijn kunstorganisaties meer en meer aanspraak zullen maken op dit subsidiebedrag. Indien kunstorganisaties creatieopdrachten willen aanvragen, zou volgens NICC een apart budget moeten worden vrijgemaakt. NICC vindt dat enkel beeldende kunstenaars aanspraak kunnen maken op het budget voor rechtstreekse subsidies aan kunstenaars. Anderzijds kunnen (binnen het Kunstendecreet) individuele niet-beeldende kunstenaars ook een rechtstreekse subsidie aanvragen; ook podiumkunstenaars kunnen bijvoorbeeld aanspraak maken op een individuele subsidie. Dit mag volgens NICC niet ten koste van de subsidies aan beeldende kunstenaars. Ten derde merken wij dat in 2006 een opmerkelijk lager subsidiebedrag (rechtstreeks) werd toegekend aan kunstenaars. De subsidiepot bedroeg toen slechts 728.500 euro. Dat is 15.500 euro minder in vergelijking met 2005 (744.000 euro) en sinds 2001 het laagste subsidiebedrag voor beeldende kunstenaars.
Vergelijking met de literaire subsidies Het is nuttig de vergelijking te maken met de subsidies in de sector Letteren die worden uitgereikt aan individuele auteurs. Net zoals de beeldende kunstenaars werken zij autonoom en zelfstandig. Hoe groot is de subsidiepot en hoe wordt die verdeeld bij het Vlaams Fonds voor de Letteren? -
-
-
In 2005 werd er een totaalbedrag van 1.092.900 euro besteed aan rechtstreekse subsidies aan literaire auteurs. In 2006 steeg dit bedrag tot 1.273.000 euro. In de beeldende kunstensector werd in 2005 slechts 744.000 euro besteed aan individuele kunstenaars. In 2006 daalde dit bedrag tot 728.500 euro. In de literaire sector bedroeg in 2005 het percentage goedgekeurde subsidiedossiers 52,44% (van de 225 ingediende dossiers werden er 118 goedgekeurd). In de beeldende kunstsector werden in hetzelfde jaar slechts 34,39% van de dossiers goedgekeurd (98 van de 285 dossiers). In de literaire sector verhoogt dit percentage in 2006 met 11,6% tot 64,04%. In de beeldende kunstsector is er slechts een kleine stijging van 4,12% tot 38,51%. In 2005 bedraagt het gemiddeld subsidiebedrag bij de auteurs 9.262 euro. Bij de beeldende kunstenaars is dat in hetzelfde jaar slechts 7.591 euro. In 2006 verhoogt het gemiddeld subsidiebedrag in de literaire sector tot 9.793 euro. In datzelfde jaar verlaagt het gemiddeld subsidiebedrag in de beeldende kunstsector tot 6.683 euro.
Het is duidelijk dat de subsidiepot in de literaire sector een pak groter is: bijna het dubbele zelfs. Een logisch gevolg is dat er minder dossiers worden afgekeurd en dat het gemiddeld subsidiebudget groter is dan in de beeldende kunstsector. Maar een beeldend kunstenaar maakt in vergelijking met een literaire auteur meer kosten (bv. de huur van een atelier, materiaalkosten, vervoerskosten, ...). Toch ontvangt de beeldende kunstenaar gemiddeld een kleinere subsidie. Subsidies in 2007: hoe moet het dan wel? Het is cruciaal dat het subsidiebedrag voor autonome beeldende kunstenaars de hoogte ingaat. Net zoals in de literaire sector is een kwaliteitsvol subsidiebeleid een noodzaak. Daarvoor is een evenredig budget een essentiële voorwaarde. Om op een gelijk niveau te komen met de subsidies in de literaire sector, is voor 2007 minstens een budgetverhoging noodzakelijk van 544.600 euro aan rechtstreekse subsidies voor de beeldende kunstenaars. Minister van Cultuur Anciaux kondigde voor 2007 een verhoging aan van rechtstreekse subsidies voor beeldende kunstenaars. Letterlijk staat er in zijn beleidsbrief 2007: “De stijging in middelen voor de ondersteuning van beeldende kunstorganisaties moet dan ook zijn tegenhanger krijgen bij de rechtstreekse ondersteuning van beeldende kunstenaars, zodat ook zij hun kunstactiviteit professioneel kunnen (blijven) aanpakken.” De stijging in middelen voor de ondersteuning van organisaties werd verdubbeld. Kunnen we hieruit besluiten dat het subsidiebedrag aan individuele beeldende kunstenaars ook wordt verdubbeld? Het kabinet van de minister wil hier geen exact bedrag op plakken. De boodschap is dat het totaalbudget, dat wordt besteed aan kunstenaarssubsidies, afhankelijk is van het aantal goede dossiers die worden ingezonden. Om de druk op de subsidiepot op te voeren, is het dus belangrijk dat beeldende kunstenaars kwaliteitsvolle subsidiedossiers schrijven en indienen bij het departement Cultuur. Aan kunstenaars die een subsidiedossier indienen bij het departement Cultuur ontbreekt het niet. Jaarlijks ontvangt het departement Cultuur ongeveer 300 aanvragen waarvan de minister jaarlijks slechts een derde goedkeurt.
Het is verder ook een feit dat de beeldende kunstenaars onvoldoende geïnformeerd worden over waarom hun dossier niet werd goedgekeurd. In de standaardbrief die zij ontvangen ontbreekt elke vorm van motivering. Het is voor de desbetreffende kunstenaars dan ook moeilijk om bij de volgende subsidieronde een beter dossier te schrijven. Literaire auteurs krijgen vier weken de kans om bijkomende motivering op te vragen indien hun dossier werd afgekeurd. Bovendien kunnen zij in beroep gaan en argumenteren de negatieve beslissing om te zetten in een positieve. Beeldende kunstenaars kunnen dit niet. NICC pleit er dan ook voor dat de administratie Cultuur per dossier duidelijk motiveert waarom het werd afgekeurd. De kunstenaar kan dan rekening houden met de feedback en bij de volgende subsidieronde een verbeterd dossier indienen. Het is ook logisch dat een beeldend kunstenaar bezwaar kan aantonen tegen de beslissing van de minister. Zulke werkwijze zou beeldende kunstenaars aanmoedigen om een dossier in te dienen. NICC wenst beeldende kunstenaars aan te sporen een kwaliteitsvol dossier in te dienen en verzamelde alvast een aantal tips uit de praktijk.
Soorten subsidies en deadlines Professionele kunstenaars kunnen subsidie verkrijgen om een concreet project te realiseren (projectsubsidie) of om algemeen ondersteund te worden (ontwikkelingsbeurs). Projectbeurs: een beurs die de kunstenaar kan aanvragen voor de realisatie van een concreet kunstproject. Ontwikkelingsbeurs: een werkbeurs die de kunstenaar kan aanvragen om structureel ondersteund te worden zodat de kunstenaar zich kan toeleggen op zijn kunstpraktijk. Sinds kort bestaan er ook creatieopdrachten. Een opdrachtgever (een rechtspersoon of en natuurlijk persoon) kan een subsidie vragen om een kunstenaar een kunstwerk te creëren en dit tentoon te stellen. De opdrachtgever betaalt de kunstenaar. Kunstenaars kunnen uiteraard ook aanspraak maken op dit subsidiegeld. Zij moeten dan een opdrachtgever overtuigen een dossier in te dienen. De opdrachtgever hoeft niet persé een organisatie te zijn, ook natuurlijke personen kunnen voor de beeldend kunstenaar een dossier indienen. Als de subsidie wordt goedgekeurd ontvangt de opdrachtgever een subsidie om de kunstenaar te betalen voor de realisatie van de kunstwerken. Volgende subsidies kunnen in 2007 nog worden aangevraagd: Ontwikkelingsgerichte beurs voor kunstenaars minder dan 8.000 euro voor het werkjaar 2007: indienen voor 15 maart 2007 Creatieopdracht: indienen voor 15 maart 2007 Projectbeurs voor kunstenaars minder dan 8.000 euro voor een project dat aanvangt in de periode september t/m december 2007: indienen voor 15 april 2007 Projectbeurs voor kunstenaars die 8.000 euro of meer bedraagt voor een project dat aanvangt in het werkjaar 2008: indienen voor 15 augustus 2007 Ontwikkelingsgerichte beurs voor kunstenaars die 8.000 euro of meer bedraagt voor het werkjaar 2008: indienen voor 15 augustus 2007 Projectbeurs voor kunstenaars minder dan 8.000 euro voor een project dat aanvangt in de periode januari t/m april 2008: indienen voor 15 september 2007 Het is belangrijk het subsidiedossier voor de gestelde datum aangetekend te verzenden naar: Administratie Cultuur Directoraat-generaal T.a.v. de beoordelingscommissie Beeldende Kunst Arenbergstraat 9 1000 Brussel Je kan het dossier ook ter plekke afgeven. Voor de handleiding van het departement cultuur, surf naar http://www.wvc.vlaanderen.be/regelgevingcultuur/wetgeving/kunstendecreet/hoe_aa nvragen.htm en open het document ‘Projectsubsidies, kunstenaars, kunsteducatieve en sociaal-artistieke projecten’. Vanaf pagina 5 vindt u de juiste informatie.
Tips uit de praktijk De commissie beeldende kunsten, samengesteld uit experten, leest en evalueert de dossiers op basis van een aantal criteria. Bij een positieve evaluatie wordt de subsidie toegekend. Met een subsidiedossier kan je dus solliciteren naar een financiële impuls. Hierbij is het van groot belang dat je de commissie overtuigt van de noodzaak van de subsidie. Toch kunnen een aantal tips je helpen bij het samenstellen van een overtuigend dossier. Een goed dossier moet: - kwaliteit aantonen Vooral de kwaliteit van je oeuvre is bepalend voor een positieve evaluatie. Het is dus belangrijk dat je in je dossier beschrijft wat je al bereikt hebt. Beschrijf daarom goed jouw realisaties en de locaties waar je al geëxposeerd hebt. - betrekking hebben tot hedendaagse beeldende kunst Bij de beoordeling van een dossier houdt de commissie in de eerste plaats rekening met de kwaliteit van het oeuvre. Je artistieke praktijk moet relevant zijn voor de hedendaagse beeldende kunst. Daarom is het belangrijk dat je jezelf als kunstenaar en je concept voldoende voorstelt en een beschrijving geeft van voorbije activiteiten en eventuele tentoonstellingen. Je kan je dossier aanvullen met kritische teksten over je werk zoals artikels, teksten uit catalogussen, enz. Overtuig de commissie van je evolutie, het potentieel van je artistieke praktijk en leg eventueel linken met de (internationale) kunstscène. Als je een ontwikkelingsbeurs aanvraagt, is het zeker belangrijk om je potentieel aan te tonen zodat men in jou wil investeren met een beurs. - to the point blijven Een dik dossier is niet automatisch een goed dossier. Zorg ervoor dat de informatie relevant is. Blijf ‘to the point’ en beknopt. Schrijf een duidelijke en vlot leesbare tekst. Ben je zelf niet zo’n goede schrijver, dan kan het nuttig zijn je tekst te laten nalezen door een derde. Zorg ervoor dat je tekst getypt is. - voldoende gedocumenteerd zijn Er bestaan tal van mogelijkheden om je dossier uitgebreid te documenteren. Je kan echte foto’s invoegen of bijvoorbeeld gebruik maken van een CD of DVD. Tijdens de commissievergadering is een computer en een projector aanwezig. Let er wel op dat je CD of DVD kan afgespeeld worden op een standaard-PC. Tips voor projectbeurzen Bij de aanvraag van een projectbeurs is een concrete beschrijving van het project en van de kostprijs erg belangrijk. De commissie moet, bij het lezen van jouw dossier, zich een voorstelling kunnen maken van het project. Geef duidelijke informatie en indien mogelijk ook een stappenplan. Belangrijk is dat je aantoont dat het project niet alleen afhankelijk is van een subsidie van de Vlaamse overheid. Beschrijf daarom ook het engagement van andere organisaties. Heb je al een afspraak over de tentoonstellingsplaats en –datum? Welke andere partijen zijn betrokken en financieren zij mee het project? Wat is jouw engagement als kunstenaar? Het is noodzakelijk een correcte en doorzichtige projectbegroting in je dossier te steken. Deze moet in verhouding staan tot de projectbeschrijving. Het moet duidelijk
zijn welke zaken je opneemt in het kostenplaatje en hoeveel deze kosten. Ook inkomsten moeten opgenomen in de begroting.
Bijlage: Vergelijking beeldende - literaire subsidies Jaar: 2005
Totaal bedrag Subsidies aan literaire auteurs Subsidies aan beeldende kunstenaars
Aantal aanvragen
Aantal beurzen
Gemiddeld subsidiebedrag
Succes ratio
1.092.900 euro
225
118
9.262 euro
52,44%
744.000 euro
285
98
7.591,84 euro
34,39%
Jaar: 2006
Totaal bedrag Subsidies aan literaire auteurs Subsidies aan beeldende kunstenaars
Aantal aanvragen
Aantal beurzen
Gemiddeld subsidiebedrag
Succes ratio
1.273.100 euro
203
130
9.793,07 euro
64,04%
728.500 euro
283
109
6.683,48 euro
38,51%