s p i T voor beginnende beeldende en audiovisuele kunstenaars
Inhoud 1 Introductie in het kunstenveld
1. De Vlaamse en Belgische kunstscène
2. De internationale kunstscène in een notendop
3. Opleiding en vorming 3.1. Hoger kunstonderwijs 3.2. Voortgezette artistieke opleidingen 3.3. Artistieke bijscholing en voortgezet onderzoek 3.4. Niet-artistieke voortgezette opleidingen en vorming
4 Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
1. Inleiding
2.1. Technische fiche, materiaallijst en ruimteplan
3.5. Opleidingen in het buitenland
2
2. Aspecten van het tentoonstellen 2.2. Transport en opbouw 2.3. Veiligheid en verzekeringen 2.4. Tentoonstellen in de openbare ruimte
Organisatie van de kunstenaarspraktijk
2.5. Inhoudelijke fiche
1. Inleiding
2.6. Financiële afspraken en overeenkomsten
2. Pas afgestudeerd, werkzoekend of werkloos
3. Vergoedingen voor artistieke activiteiten
4. Je werk op het internet
3. Publiceren van je werk
4. Werknemer
5. Auteursrechten
5. Werken met een alternatief managementbureau
6. Zelfstandige (in hoofd- of in bijberoep)
6. Je werk promoten: prospectie en communicatie 6.1. Prospectie
6.1. Oprichten van een vennootschap
6.2. Contact leggen met een curator
6.2. Sociale rechten en plichten
6.3. Communicatie
7. Werken in het buitenland
8. Wat erbij komt kijken
6.4. Communicatie en promotie via een galerie
7. Reflectie/ contextualisering
8.1. Belastingen en btw 8.2. Boekhouding en carrièreplanning
3 Financiering en inkomsten van
5 Je werk archiveren
1.1. Waarom archief- en collectiezorg?
de kunstenaarspraktijk
1. Inkomsten uit opdrachten
2. Verkoop van je werk
3. Investering door je galerie
1. Een kunstenaarsarchief 1.2. Wat is een kunstenaarsarchief? 1.3. Wanneer zorgdragen? 1.4. Wie zijn de zorgdragers voor het archief?
2. Vóór je aan de slag gaat
4. Verhuur van je werk
3. Schonen, selecteren en ordenen
5. Inkomsten uit rechten
4. Documenteren van je werk
6. Coproducties
4.1. Visuele documentatie
7. Alternatieve financieringen: crowdfunding,
4.2. Metadata
time/bank, kostenrecuperatie
8. Subsidies 8.1. Vlaamse Gemeenschap
4.3. Documenteren van nieuwe media en videokunst
5. Behoud en beheer van analoge documenten
6. Digitaal archief
8.1.1. Kunstendecreet
6.1. Aandachtspunten
8.1.2. Vlaams Audiovisueel Fonds - FilmLab
6.2. Digitaliseren
8.2. Vlaamse Gemeenschapscommissie
6.3. Archiveren van e-mails en websites
8.3. Franse Gemeenschap en Franse
7. Databanken
Gemeenschapscommissie
8. Bewaarplaatsen voor archieven
8.4. Provincies
9. Registratie in Archiefbank Vlaanderen
8.5. Steden en gemeenten
10. Meer weten?
8.6. Internationale subsidies 9. Lening/ krediet 10. Sponsoring 11. Beurzen
6 Ondersteuning en advies
12. Open wedstrijden en prijzen
Colofon
Inleiding Je studeert af en je wil op een professionele manier kunst maken. Of je bent al een tijdje werkzaam als kunstenaar en je wil niet meer in halfslachtige statuten of schemerzones werken. 'Professioneel' betekent niet alleen dat je je in hoofdzaak bezighoudt met het maken van kunst. Het betekent ook dat je kunst tracht te creëren binnen het sociale systeem van arbeid, belastingen, verzekering en sociale bescherming; binnen legale overeenkomsten met partners zoals coproducenten, tentoonstellingsorganisatoren, kopers of schrijvers; en binnen het systeem van ondersteuning dat de verschillende overheden je kunnen bieden. Het is dus niet alleen belangrijk om aandacht te hebben voor de ontwikkeling van een artistiek concept, voor het realiseren van werk en voor de ontwikkeling van een persoonlijke kunstpraktijk. Het is eveneens belangrijk om op de hoogte te zijn van de zakelijke, administratieve en praktische kanten van het kunstenaarsberoep. BAM, het steunpunt voor beeldende kunsten, biedt je daarom deze online brochure met praktische tips en adressen aan. Het is een leidraad op zakelijk, juridisch en organisatorisch vlak. Het Kunstenloket heeft bijgedragen om op juridisch vlak de puntjes op de i te zetten. Het actualiseren van een handleiding is een continue taak. Het spreekt voor zich dat de mogelijke toekomstige wijzigingen op welk vlak dan ook voortdurend worden aangepast op de websites van BAM (www.bamart.be) of van het Kunstenloket (www.kunstenloket. be). Voor vragen, twijfels, of bijkomende informatie of documentatie kan je ons vrijblijvend contacteren.
3
inhoud
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
1. De Vlaamse en Belgische kunstscène De Vlaamse/ Belgische beeldendekunstscène getuigt van een grote diversiteit aan kunstenaars en organisaties. Een overzicht van professionele beeldende kunstenaars vind je in de databank van BAM. Hieronder geven we een schets van verschillende organisaties in Vlaanderen en België.
Musea Musea hebben een eigen collectie en organiseren naast collectiepresentaties ook tijdelijke tentoonstellingen. Enkele musea focussen zich specifiek op hedendaagse kunst: M HKA, Middelheimmuseum en FotoMuseum in Antwerpen, Mu.ZEE in Oostende, S.M.A.K. in Gent en Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle. Het Roger Raveelmuseum is gewijd aan het oeuvre van Roger Raveel, maar bouwt tijdelijke tentoonstellingen op met werk van hedendaagse kunstenaars in confrontatie met werk van Roger Raveel. FeliXart Museum focust op het oeuvre van Felix De Boeck, maar maakt ook ruimte voor hedendaagse kunst. Daarnaast zijn er ook musea voor oude en moderne kunst die in meer of mindere mate aandacht schenken aan de hedendaagse beeldende kunst: Museum M in Leuven, Musea Brugge, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) in Brussel, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA), Museum voor Schone Kunsten (MSK) Gent. Museum Dr. Guislain in Gent heeft een medisch-historische collectie en een internationale collectie outsiderkunst. Daarnaast organiseert het ook tijdelijke tentoonstellingen met daarin eveneens een focus op hedendaagse beeldende kunst. Art & Marges Musée in Brussel beheert ook een collectie outsiderkunst en verdedigt kunstenaars die buiten de ‘officiële’ culturele circuits vallen. Ook Madmusée in Luik werkt onder meer met kunstenaars met een mentale of fysieke handicap. In Wallonië en Duitstalig België zijn verder nog tal van andere musea actief rond hedendaagse beeldende kunst zoals Beaux-Arts Mons, Centre de la Gravure et de l’image imprimée La Louvière, IKOB Eupen, MAMAC Luik, MAC’s Grand-Hornu en Musée de la Photographie Charleroi.
Kunsthallen Kunsthallen nemen een belangrijke positie in binnen de beeldendekunstscène. Deze instellingen bouwen geen eigen collectie op, maar organiseren wel belangrijke tijdelijke tentoonstellingen. Wiels, BOZAR, Argos (Brussel), Extra City (Antwerpen), Z33 (Hasselt), Netwerk (Aalst) en B.P.S.22 (Luik) zijn hier voorbeelden van.
5
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Tentoonstellingsplekken Onder tentoonstellingsplekken verstaan we kleinere tentoonstellingsruimtes of organisaties die op regelmatige basis een tentoonstelling organiseren. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan KIOSK en Croxhapox (Gent), Be-Part (Waregem), LLS387, Error One, Objectif Exhibitions (Antwerpen), CIAP (Hasselt), Centrale for contemporary art, Komplot, Etablissement d’en face projects, Bn Projects/ Maison Grégoire (Brussel), WARP (SintNiklaas), Villa De Olmen (Wieze) of Voorkamer (Lier).
Off spaces Off spaces zijn jongere initiatieven die zowel werken met jonge opkomende kunstenaars als meer erkende kunstenaars. De tentoonstellingen vinden vaak plaats in onconventionele tentoonstellingsruimtes zoals huiskamers, cafés, tijdelijk leegstaande gebouwen of venstergaleries. Voorbeelden hiervan zijn onder meer SECONDroom, Eva Steynen, BRDG, L’Edition Populaire (Antwerpen), Salon Blanc (Oostende), La Loge, A.VE. NU.DE.JET.TE Institut de Carton, Besme105 (Brussel), Het Paviljoen, TTTT en Huset (Gent).
Kunstencentra en cultuurcentra Het tonen van beeldende kunst blijft niet beperkt tot organisaties die enkel focussen op deze discipline. Onder meer kunstencentra STUK, BUDA, Vooruit, Vrijstaat O., Beursschouwburg en de cultuurcentra van Brugge, Strombeek, Turnhout, Ronse, Bornem, Hasselt, Geel, Dendermonde, Tielt, Knokke-Heist, Mechelen, Genk, Brussel (GC De Markten) en Menen besteden geregeld aandacht aan beeldende kunst. Binnen lokale cultuur- en gemeenschapscentra groeit de interesse om met beeldende kunst aan de slag te gaan en is er steeds vaker een aparte tentoonstellingsruimte aanwezig.
Biënnales, triënnales en festivals Tijdens een kunstenfestival, een (tweejaarlijkse) biënnale of een (driejaarlijkse) triënnale krijg je als kunstenaar de mogelijkheid om samen met andere kunstenaars te exposeren. Om de twee jaar vindt Contour plaats, de biënnale voor bewegend beeld in Mechelen. Telkens tekent een andere curator een parcours uit, op verrassende plaatsen in de stad. Driejaarlijks is er Beaufort, de triënnale voor kunst aan zee die grotendeels plaatsvindt in de open ruimte langs de Belgische kust. STUK organiseert elk jaar het festival Artefact, waar (beeld)cultuur, de actualiteit en maatschappelijke uitdagingen centraal staan. Samen met Museum M programmeert STUK ook jaarlijks het festival Playground, met werk op het grensvlak tussen podiumkunsten en beeldende kunst. Nog in Leuven vindt jaarlijks Ithaka plaats, een beeldendekunstententoonstelling voor jong talent, georganiseerd door de Leuvense studentenraad. In het kader van het Internationaal Filmfestival Vlaanderen Gent wordt jaarlijks een off-programma georganiseerd in de Vooruit onder de noemer Almost Cinema, een festival dat je uitdaagt om met andere ogen naar cinema te kijken.
6
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Nog in Gent vindt jaarlijks Courtisane plaats, een vertoningsplatform voor film, video en mediakunst. In Tielt verovert Cuesta tweejaarlijks de stad waarbij hedendaagse kunst letterlijk de straat op gaat. Elke twee jaar kan je in Zwalm en omstreken terecht voor het kunstevent Kunst & Zwalm, waarbij het landschap en de bewoners een prominente plaats innemen. In dezelfde lijn vindt elke zomer het Kunstenfestival Watou plaats, waarbij de beeldende kunsten en poëzie inspelen op de locaties en omgeving.
Beurzen Kunstbeurzen bieden een ruime staalkaart aan beeldende kunst en zijn meer en meer de places to be voor verzamelaars. Jaarlijks vindt in april de kunstbeurs Art Brussels in de Expo in Brussel plaats. Bijna 190 galeries tonen er werk van in totaal meer dan 2000 kunstenaars, zowel erkende kunstenaars als opkomende talenten. In het najaar is er Art Gent in Flanders Expo. De beurs is opgedeeld in drie zones: de beurs voor kunst uit de 20e en de 21e eeuw, design en B.Art (met een focus op Belgische kunst).
Galeries Naast non-profitinstellingen zijn er ook heel wat galeries die niet enkel kunst tonen, maar ook verkopen. De term ‘promotiegaleries’ wordt gebruikt voor galeries die kunstenaars vertegenwoordigen door hun werk op regelmatige basis in solotentoonstellingen in de galerie te tonen, door hun werk op (internationale) beurzen te tonen en door hun werk te ondersteunen en te promoten. Op de website van BAM vind je een overzicht van die galeries.
Kunstuitleen Kunst wordt niet enkel gekocht, maar ook verhuurd. Kunst in Huis is een door de Vlaamse overheid gesubsidieerde organisatie die de verhuur van hedendaagse beeldende kunst organiseert. Daarnaast zijn er nog diverse particuliere initiatieven.
Privémusea Een aantal privéverzamelaars hebben de laatste jaren hun eigen tentoonstellingsruimte geopend: Verbeke Foundation, Vanhaerents Art Collection, Vanmoerkerke Collection, Herbert Foundation, Maison Particulière, Hugo Voeten Art Center, Fondation A Stichting, Charles Riva Collection, CAB Art Center. Ook enkele bedrijven stellen hun collecties open voor het publiek (al dan niet op regelmatige basis) zoals Belfius, Nationale Bank van België, ING, Belgacom en Würth.
7
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Atelierwerking Een geschikt en betaalbaar atelier vinden is niet zo evident. Een aantal organisaties hebben als missie het beschikbaar stellen van ateliers aan kunstenaars. In Gent zorgt o.a. Nucleo hiervoor, in Antwerpen is dat Studio Start, in Hasselt Vonk, in Mechelen Opa Malyn, in Leuven Batimenta, in Brussel Brussels Art Factory en in Waterschei Ateliers Dumont. Meer en meer zijn er ook co-working spaces. Vaak wordt een bepaalde abonnements formule aangeboden, waarmee je er kan werken en gebruik kan maken van de faciliteiten.
Residenties, werkplaatsen en medialabs Anders dan atelierwerking bieden residenties naast een ruimte om te werken ook begeleiding aan en worden ontmoetingen met kunstprofessionals georganiseerd. Soms wordt er in een residentie gewerkt aan een concreet project, eventueel in interactie met de lokale bevolking, met als eindresultaat een tentoonstelling. Een residentie kan echter ook ingezet worden om het oeuvre te verdiepen of te heroriënteren. Een aantal voorbeelden: Be-Part (Waregem), Wiels, Recyclart, Pianofabriek, Bains::Connective (Brussel), AIR Antwerpen, Lokaal01 (Antwerpen), FLACC (Genk), Frans Masereel Centrum (Kasterlee), Kunstencentrum Buda (Kortrijk), Verbeke Foundation (Kemzeke). Oproepen voor residenties verschijnen regelmatig op de website en in de nieuwsbrief van BAM. De scheidingslijn met werkplaatsen en medialabs is soms moeilijk te trekken. In werkplaatsen kan je terecht om een project uit te werken of te experimenteren; meestal is hier geen verblijf ter plaatse aan verbonden. Voorbeelden hiervan zijn Nadine, iMAL, OKNO, FoAM, Constant, QO2, SO-ON, Bains::Connective (Brussel), De Werktank (Bierbeek) en TimeLab (Gent).
Bemiddelaars en alternatieve managementbureau’s Kunstenaars laten zich voor de productie, ontwikkeling of communicatie van hun werk soms bijstaan door alternatieve managementbureau’s of bemiddelaars zoals O.C.A.M of Jubilee. Kunstenaars kunnen zich ook verenigen en zelf een ondersteunende structuur opzetten. Auguste Orts, Escautville en Overtoon zijn voorbeelden van een dergelijke structuur. Ook voor de realisatie van kunst in publieke ruimte zijn er organisaties die gespecialiseerd zijn in de bemiddeling tussen kunstenaars en opdrachtgevers zoals De Nieuwe Opdrachtgevers. De Kunstcel binnen het team van de Vlaamse Bouwmeester begeleidt tot op heden opdrachtgevers bij de selectie van een of meer kunstenaars voor een kunstopdracht die kadert in bouwprojecten van openbare diensten. Voor de bemiddeling tussen kunstenaars en bedrijven werd de organisatie Arteconomy opgericht.
8
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Kunsteducatieve organisaties Musea en andere beeldendekunstorganisaties doen aan publieksbemiddeling of kunsteducatie. Er zijn ook organisaties die zich volledig toeleggen op het kunsteducatieve aspect van beeldende kunst. Deze organisaties bieden ofwel een eigen programma van kunsteducatieve activiteiten aan, ofwel werken ze in opdracht van andere organisaties (bijvoorbeeld musea), of ze maken een combinatie van beide. Doorgaans ligt de nadruk op kinderen en jongeren, maar enkele organisaties richten zich ook op volwassenen. Er zijn zowel disciplinespecifieke (beeldende kunst, theater …) als brede kunsteducatieve organisaties. Sommigen werken vanuit Jeugd, anderen vanuit Kunsten. Enkele voorbeelden: RASA, ABC, Mooss, Koning Kevin, Aifoon, De Veerman, Artforum, De Kunstbank, Piazza dell’arte, Kunst in Zicht, zZmogh, MUS-E Belgium, Kamo, Ladda, AmuseeVous, Villanella, Amarant en Wisper.
Sociaal-artistieke organisaties Binnen de kunsten spelen een aantal organisaties een belangrijke rol in de maatschappelijke en sociale inbedding ervan. Die organisaties werken elk met heel diverse doelgroepen. Voorbeelden hiervan zijn Brussel behoort ons toe – Bruxelles nous appartient, Platform K, Rocsa, kleinVerhaal, Wit.h, Recyclart, Globe Aroma, Art Without Bars, Art is It en Ruimte Morguen.
Tijdschriften en publicaties De Witte Raaf,
ART, Afterall en Gagarin zijn de voornaamste beeldendekunsttijd schriften in Vlaanderen. De kunst-, cultuur- en erfgoedtijdschriften Ons Erfdeel, Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, rekto:verso, DW B, Kunsttijdschrift Vlaanderen en Staalkaart maken ook ruimte voor beeldende kunst. Daarnaast zijn er heel wat interessante onlinemagazines. Wat publicaties betreft zijn er specifieke kunstuitgeverijen zoals MER. Paper kunsthalle actief, maar ook de brede uitgeefsector heeft kunstboeken in zijn portfolio. Een ander initiatief is bijvoorbeeld Posture editions, een galerie in boekvorm waarbij telkens een artiest een tentoonstelling in printvorm krijgt.
Overheidsinstanties In Vlaanderen kan je bij het agentschap Kunsten & Erfgoed terecht. Zij zijn de uitvoerder van het kunsten- en cultureel erfgoedbeleid van de Vlaamse Regering, ze beheren de collectie van de Vlaamse gemeenschap en hebben ook eigen kunstinstellingen in beheer. De Federatie Wallonie-Brussel helpt je verder via hun website culture.be.
In de databank van BAM kan je een vollediger overzicht vinden van verschillende organisaties beeldende kunst per categorie: www.bamart.be/nl/organisations. In de databank vind je ook overzichten van curatoren, kunstcritici en kunstenaars.
9
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
2. De internationale kunstscène in een notendop Buiten de landgrenzen is er een enorm potentieel aan organisaties en netwerken. Zonder te willen ingaan op alle mogelijke musea en organisaties, vermelden we hier graag een aantal belangrijke koepelorganisaties die je verder op weg kunnen helpen.
Art agencies In Duitsland zijn het IFA (Institut für Auslandsbeziehungen) en het NRW Kultursekretariat actief. In Nederland kan je terecht bij het Mondriaanfonds (het publieke stimuleringsfonds voor beeldende kunst en cultureel erfgoed) en DutchCulture (zij versterken de Nederlandse internationale samenwerking in cultuur, media en erfgoed). Prohelvetia is het Zwitserse kunstenfonds. In Denemarken kan je hiervoor terecht bij het Danish Arts Council en in het Verenigd Koninkrijk bij het Arts Council England en het Contemporary Visual Arts Network. Ook in Schotland (Creative Scotland), Wales (Art Council of Wales) en Ierland (Art Council of Ireland, Culture Ireland en Visual Arts Ireland) zijn er uitgebreide mogelijkheden. In Frankrijk zorgt het Institut français voor het versterken van de Franse culturele diplomatie en samenwerking in het buitenland, en bestaat het Conseil national des arts plastiques: het nationale stimuleringsfonds voor beeldende kunst. In Spanje kan je terecht bij the Spanish cultural institution AC/E en het Programme for the Internationalisation of Spanish Culture (PICE).
Overkoepelende netwerken voor curatoren IKT is de internationale ledenorganisatie van curatoren voor hedendaagse kunst, met de bedoeling om onderling ontmoetingen te organiseren, kennis en ideeën te delen en een professioneel netwerk tussen curatoren op te bouwen. Curators Network is een onlineplatform voor culturele vertegenwoordigers om elkaar te ontmoeten en samen te werken. ICI/ Independent Curators International Network is een onlineledencommunity van curatoren over de hele wereld, met de bedoeling internationale uitwisseling en dialoog te faciliteren.
Residenties Op de website van BAM kan je terecht voor een overzicht van residenties in zowel binnen- als buitenland.
10
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Res Artis is een koepelorganisatie die wereldwijd centra en organisaties bundelt die residenties aanbiedt voor kunstenaars. Op die site kan je onder meer terecht voor een overzicht van residenties waarvoor je je kan opgeven. TransArtists maakt deel uit van DutchCulture en is een platform om de mobiliteit van kunstenaars in Nederland en daarbuiten te stimuleren en te versterken. Zij bieden o.a. een overzicht van artist-in-residenceprogramma’s. Residentieplatformen in andere landen en regio’s zijn o.a.: Residart en de publicatie 196 Residences en France (Frankrijk) Internationale Gesellschaft der Bildenden Künste – IGBK (Duitsland) Artists in residence ch (Zwitserland) Kultur Kontakt Nord (Scandinavië) a-n The Artist Information Company (Verenigd Koninkrijk) Alliance of artists communities (USA) artservis (Slovenië) Balkankult (Balkanlanden) Japan Foundation (Japan)
Culturele netwerken Een aantal culturele netwerken bieden een bredere invulling en zetten zich bijvoorbeeld in om kunst en cultuur ook op de politieke internationale kaart te zetten of willen fungeren als bruggenbouwer om culturele activiteiten in te bedden in een bredere context. Culture Action Europe is een Europees netwerk en een politiek platform voor kunst en cultuur. European Cultural Foundation is een bruggenbouwer tussen lokale culturele operatoren en organisaties en gemeenschappen in heel Europa, met de focus op de verbinding van culturen, gemeenschappen en democratie. ENCATC, of het European network on Cultural Management and Cultural Policy Education, wil de ontwikkeling van cultureel management en cultureel onderwijsbeleid stimuleren in Europa en daarbuiten, in dialoog met nieuwe politieke, economische, sociale en technologische ontwikkelingen. On The Move, het Cultural Mobility Information Network, tracht de mobiliteit in de kunsten- en culturele sector over de landsgrenzen heen te faciliteren.
11
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
3. Opleiding en vorming Als kunstenaar kan je je praktijk verder verdiepen of verbreden (andere disciplines) door het volgen van een (voortgezette) opleiding in een kunsthogeschool. Daarnaast bestaan er ook tal van vormingsmogelijkheden voor kunstenaars binnen het deeltijds kunstonderwijs. Naast artistieke opleidingen bestaat er ook een aanbod van opleidingen dat zich richt op de omkadering van de kunstpraktijk. Veel kunstenaars stromen na een lerarenopleiding ook zelf door naar het onderwijs of andere kunsteducatieve initiatieven.
3.1. Hoger kunstonderwijs ANTWERPEN Sint Lucas Antwerpen Sint Lucas Antwerpen biedt drie academische bacheloropleidingen aan: grafisch ontwerp, vrije kunsten, juweelontwerp/ edelsmeedkunst. Het masterprogramma ambieert een nieuwe verbreding en een radicale verdieping van je artistieke praktijk op gespecialiseerd niveau. Naast de ontwikkeling van je artistieke werk en van je onderzoeksproces vormen confrontaties met het werkveld (profilering) en met de internationale context (positionering) fundamenten van deze opleiding. www.sintlucasantwerpen.be
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen (KASKA) De volgende afstudeerrichtingen worden aangeboden binnen de opleiding beeldende kunsten, zowel op bachelorniveau als op masterniveau: vrije kunsten (beeldhouwkunst, in situ3, schilderkunst, vrije grafiek), juweelontwerp en edelsmeedkunst, fotografie, grafisch ontwerp, mode en theaterkostuum. De recentere opleidingen aan de academie: conservatie & restauratie en de specifieke lerarenopleiding, spelen actief in op de respectieve noden van de erfgoedwereld en het educatieve veld. www.ap.be/koninklijke-academie
12
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
BRUSSEL LUCA – Campus Sint-Lukas Sint-Lukas Brussel biedt professionele bacheloropleidingen aan in bouw en interieur vormgeving, en academische bachelor- en masteropleidingen in animatiefilm, film, grafisch ontwerp, fotografie, beeldverhaal en vrije kunsten. Aan Sint-Lukas wordt ook de internationale opleiding DOC Nomads, een tweejarige opleiding voor documentairemakers, georganiseerd. www.luca-arts.be
LUCA – Campus Narafi Narafi organiseert een professionele bacheloropleiding fotografie en film- tv- video. www.narafi.be
ARTES – La Cambre La Cambre is een kunsthogeschool ingericht door de Franse gemeenschap van België. De opleiding aan La Cambre telt 17 afstudeerrichtingen, waaronder keramiek, animatiefilm, conservatie en restauratie van kunstwerken, tekenkunst, urban space, gravure, schilder kunst, fotografie en sculptuur. www.lacambre.be
ARTES – L’Insas L’Insas, ingericht door de Franse Gemeenschap van België, omvat twee afdelingen in het domein van de podiumkunsten: audiovisuele opleidingen en theater. www.insas.be
Rits (School of arts) Binnen de academische bachelor- en masteropleiding audiovisuele kunsten zijn de afstudeerrichtingen: film, documentaire, televisie, schrijven, animatiefilm en radio. Binnen de professionele bacheloropleiding audiovisuele kunsten zijn de afstudeerrichtingen: assistentie audiovisueel, podiumtechnieken, beeld, geluid en montage. www.rits.be
PARTS Voor een dans- of performance-opleiding kan je terecht bij PARTS. De school is een initiatief van Rosas en de Munt in Brussel. www.parts.be
13
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
GENT School of Arts Gent (KASK) KASK biedt opleidingen aan in zowel performatieve als beeldende kunsten. Binnen de vrije kunsten biedt KASK volgende ateliers aan: schilderkunst, beeldhouwkunst, tekenkunst, installatie en mediakunst. Naast de vrije kunsten kan je er ook terecht voor opleidingen fotografie, autonome vormgeving, grafisch ontwerp, textielontwerp en mode. Verder worden aan KASK onder meer de opleidingen film en animatiefilm georganiseerd. www.kask.be
LUCA – Campus Sint-Lucas beeldende kunst Sint-Lucas heeft een ruim opleidingsaanbod. Binnen de bachelor in de beeldende kunsten kan je kiezen voor een specialisatie in vrije kunsten, textielontwerp of grafisch ontwerp. Binnen de vrije kunsten heb je keuze uit zeven ateliers: sculptuur, keramiek & glaskunst, illustratie, grafiek & tekenkunst, schilderkunst, fotografie of mixed media. De master in beeldende kunsten biedt specialisaties in grafisch ontwerp, multimediale vormgeving, textielontwerp en vrije kunsten. www.luca-arts.be
KORTRIJK Howest De tweetalige (NL-EN) bacheloropleiding digital arts and entertainment heeft drie specialisatiemogelijkheden: game development, game graphics production en 3D production and visual effects. www.howest.be/...
LIMBURG MAD-Faculty (Genk en Hasselt) MAD-Faculty heeft een ruim aanbod aan hogere kunstopleidingen in Limburg. Aan Campus C-mine Genk kan je terecht voor de afstudeerrichtingen animatiefilm, communicatie- en mediadesign (interaction design en game art design), fotografie, productdesign en televisie-film. Aan Campus Elfde Linie Hasselt worden de afstudeerrichtingen grafisch ontwerp, juweelontwerp & edelsmeedkunst en vrije kunsten aangeboden. www.mad-fac.be
14
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
3.2. Voortgezette artistieke opleidingen HISK (Gent) Het HISK organiseert postacademisch onderwijs op het gebied van beeldende en audiovisuele kunst. Het biedt vierentwintig jonge kunstenaars uit binnen- en buitenland gedurende twee jaar een eigen atelier aan. Binnen het programma wordt gestreefd naar een werkbaar evenwicht tussen de eigen praktijk in het atelier, gesprekken met gastdocenten, workshops, reading groups, studiereizen en publieksgerichte presentaties. De internationale en cultureel diverse samenstelling van de groep kandidaat-laureaten zorgt voor kruisbestuivingen en dialogen. www.hisk.edu
Master after Master of Research in Art and Design (Antwerpen) Sint Lucas Antwerpen biedt een Master after Master of Research in Art and Design aan. Het programma is bedoeld voor jonge kunstenaars die het onderzoeksaspect van hun artistieke praktijk willen uitdiepen. De Master of Research in Art and Design biedt studenten de ruimte om hun onderzoeksinzichten en -vaardigheden te ontwikkelen en/ of om een doctoraat in de kunsten voor te bereiden. www.sintlucasantwerpen.be/opleidingen/manama
Master-na-masteropleiding Transmedia (Brussel) De tweejarige opleiding Transmedia is een Engelstalige master-na-masteropleiding. De opleiding legt de focus op onderzoek als een geïntegreerde mix van de kunstpraktijk en kritisch denken. De multidisciplinaire, internationale omgeving plaatst de kunst praktijk van de studenten centraal in het programma en maakt dialoog over de praktijk met experten mogelijk. Kandidaten uit alle disciplines zijn welkom. De opleiding wordt georganiseerd op de campus Sint-Lukas Brussel. transmedians.be
A.Pass (Brussel) A.Pass is een artistieke onderzoeksplek voor performance en scenografie, binnen een internationale, artistieke en educatieve context. A.Pass biedt een eenjarige post academische opleiding voor artiesten en theoretici, waarbij ze een onafhankelijk artistiek researchproject ontwikkelen. Daarnaast is a.pass een artistiek onderzoekscentrum. www.apass.be
15
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
3.3. Artistieke bijscholingen en voortgezet onderzoek Deeltijds kunstonderwijs Na je studies kan je ervoor kiezen om in het deeltijds kunstonderwijs een opleiding te volgen, bijvoorbeeld als je je wil toeleggen op een andere discipline. Er zijn heel wat kwalitatieve opleidingen binnen het deeltijds kunstonderwijs. www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/dko
Masterclasses en workshops Diverse organisaties bieden korte masterclasses en workshops aan waarin je een bepaald aspect van de kunstpraktijk uitdiept, meestal onder begeleiding van een kunstenaar. Op de website van BAM kan je actuele informatie terugvinden over dergelijke vorming. BAM > nieuws > opleiding en vorming
Doctoraat in de kunsten Sinds 2004 bestaat door de academisering van het hoger onderwijs de mogelijkheid om een doctoraat in de kunsten te maken. Meer info: KASK: kask.be/nl/onderwijs/opleidingen/doctoraat-in-de-kunsten LUCA: sintlucas.luca-arts.be/nl/doctoreren RITS: www.rits.be/pagina/ritsdoctoraat Sint Lucas Antwerpen: www.sintlucasantwerpen.be/opleidingen/ doctoraat-in-de-kunsten
16
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
3.4. Niet-artistieke voortgezette opleidingen en vorming Tentoonstelling en beheer van actuele kunst De opleiding Tentoonstelling en beheer van actuele kunst behandelt de problematiek van het tentoonstellen en het beheren van actuele kunst. Deze navorming is een initiatief van Hogeschool Gent, S.M.A.K. en Universiteit Gent. www.kask.be/...
Cultuur- en kunstmanagement Universiteit Gent Het postgraduaat cultuur- en kunstmanagement is een academische en competentie gerichte opleiding met als doel performante en competente leidinggevenden en managers te vormen. Door zowel academische inzichten als praktijkgericht werken en casestudies worden de cursisten vertrouwd gemaakt met managementtheorieën, -systemen en -praktijken. www.sspm.be/... (School voor Social Profit en Publiek Management)
Cultuurmanagement Universiteit Antwerpen De master in cultuurmanagement richt zich tot mensen die in overheidsdiensten, nonprofitinstellingen en bedrijven een functie (willen) vervullen waarin het zakelijk beleid van culturele activiteiten centraal staat. Het accent ligt op het verwerven van de nodige concepten, inzichten en vaardigheden uit de functionele managementdomeinen die voor de cultuursector van betekenis zijn. De toepassing in de praktijk vormt de hoeksteen van de opleiding. In een praktijkgerichte masterproef wordt met de verzamelde kennis en vaardigheden in een culturele organisatie een concreet managementprobleem geanalyseerd en opgelost. www.uantwerpen.be/...
Master class in cultuurmanagement Antwerpen De Master class cultuurmanagement biedt, in een modulaire opbouw, een verbreding en verdieping in de organisatie-, management- en beleidsaspecten van culturele en creatieve organisaties. www.antwerpmanagementschool.be/...
Banaba Cultuurmanagement, KH Leuven De Banaba Cultuurmanagement aan de Katholieke Hogeschool Leuven richt zich zowel op professionals uit het culturele veld als net afgestudeerden. De opleiding is sterk praktijkgericht en biedt volgende modules voor professionals: cultuur & bemiddeling, cultuur & communicatie en cultuur & beleid. www.khleuven.be/Modules-Cultuurmanagement
17
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Specifieke lerarenopleidingen Specifieke lerarenopleidingen worden aangeboden aan Sint-Lukas Brussel, Sint-Lucas Gent, KASK Gent, KASK Antwerpen en MAD-Faculty. Sint-Lukas Brussel: www.luca-arts.be/... Sint-Lucas Gent: www.sintlucas.luca-arts.be/... KASK Gent: www.kask.be/... Koninklijke Academie Antwerpen: www.ap.be/koninklijk-academie/... MAD-Faculty: www.mad-fac.be/...
Kunstenloket Kunstenloket biedt vorming aan rond de zakelijke en juridische aspecten van de kunstpraktijk: communicatie, contracten, kunstenaarsstatuut, ... www.kunstenloket.be
18
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
3.5. Opleidingen in het buitenland De website van de European League of Institutes of the Arts (ELIA) bundelt heel wat kunstscholen van over de hele wereld. Hieronder vind je een beperkte selectie van opleidingen in onze buurlanden.
FRANKRIJK Le Fresnoy, Tourcoing Le Fresnoy, studio national des arts contemporains, biedt een artistieke audiovisuele opleiding van hoog niveau. Het is een opleidingsplek, maar vooral ook een productieplek. Jonge makers kunnen er werk realiseren met professioneel materiaal, onder begeleiding van erkende kunstenaars en in een brede waaier aan expressievormen. De opleiding duurt twee jaar. www.lefresnoy.net
Postgraduaat École Nationale Supérieure des Beaux-Arts de Lyon L’École Nationale Supérieure des Beaux-Arts de Lyon biedt een internationaal georiënteerde postgraduaat aan gedurende één jaar, voor een kleine groep van vijf jonge kunstenaars. De opleiding biedt kritische ondersteuning en constante interactie. De studenten krijgen toegang tot de schoolinfrastructuur en studio’s. Bovendien worden een beurs, een appartement en de mogelijkheid om te reizen naar het buitenland aangeboden. www.ensba-lyon.fr
Le Pavillon, Palais de Tokyo, Parijs Elk jaar biedt Le Pavillon een residentie van acht maanden aan voor ongeveer tien jonge, internationale kunstenaars en curatoren. Het programma bestaat uit verschillende events en kan verschillende vormen aannemen: persoonlijk onderzoek, ontmoetingen met kunstprofessionals die gelinkt zijn aan Palais de Tokyo, workshops in verschillende landen en creatieve productie (collectief of individueel). www.palaisdetokyo.com/en/pavillon/become-resident
École nationale supérieure des Beaux-Arts, Parijs Rechttegenover het Louvre kan je bij deze school terecht voor een vijfjarig programma (in twee cycli), met afstudeerrichtingen in de visuele kunsten. Er zijn o.a. departementen voor tekenkunst, theoretische ontwikkeling, grafische kunsten en digitale technologie. Er is ook een postgraduaatopleiding van één jaar die een transitie beoogt tussen studies en een professionele carrière. www.beauxartsparis.com
19
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
École d’enseignement supérieur d’art de Bordeaux L’École d’enseigement supérier d’art de Bordeaux biedt twee cycli aan. In de eerste cyclus (drie jaar) verwerf je het nationale diploma voor visuele kunsten. De tweede cyclus (twee jaar) leidt naar het nationale diploma voor beeldende expressie, een mastergraad. De school biedt afstudeerrichtingen in kunst en design. www.ebabx.fr/en
EESAB – École Européenne Supérieure d’Art de Bretagne, Rennes De school heeft verschillende campussen in de verschillende steden in Bretagne, en biedt een bachelor (diploma visuele kunsten) en een master (diploma visuele expressie) aan, met afstudeerrichtingen in kunst, communicatie en design. www.eesab.fr/en
École Supérieure des Beaux-Arts de Nantes Métropole De school biedt onderwijs in twee cycli (drie en twee jaar). Na het doorlopen van de eerste cyclus wordt het diploma in de visuele kunsten behaald. Na de tweede cyclus behaal je een postgraduaatdiploma in de visuele kunsten. www.beauxartsnantes.fr
École du Magasin – Magasin, Centre National d’Art Contemporain de Grenoble L’École du Magasin is een internationaal studieprogramma voor curatoren met een gevarieerde achtergrond (kunstgeschiedenis, filosofie, sociale wetenschappen, enz.) De opleiding duurt één jaar en is gericht op een onderzoeksproces dat leidt tot een collectief project. www.ecoledumagasin.com www.magasin-cnac.org
NEDERLAND Rijksakademie/ De Ateliers, Amsterdam Alle toegelaten kunstenaars hebben toegang tot de faciliteiten van beide instellingen, waaronder een eigen atelier, werkplaatsen, bibliotheken, kunstenaarslezingen, seminaries, open ateliers en ondersteuning door administratie en huisvestingsdiensten. Aanmelding staat open voor kunstenaars die aan het begin staan van hun professionele ontwikkeling, met de nadruk op kunstenaars tussen 25 en 35 jaar oud. Kunstenaars hebben over het algemeen een (kunst)opleiding afgerond en werken bij voorkeur drie tot vijf jaar zelfstandig als kunstenaar, voorafgaand aan een residentie op de Rijksakademie/ De Ateliers. www.rijksakademie.nl
20
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Jan van Eyck Academie, Maastricht De Jan van Eyck Academie is een internationale postacademische kunstinstelling die ruimte biedt aan ambities, plannen en werk van kunstenaars, ontwerpers, schrijvers, curatoren en denkers. www.janvaneyck.nl
Piet Zwart Instituut, Rotterdam Het Master of Fine Art-programma biedt een internationaal platform waarin jonge kunstenaars hun praktijk kunnen ontwikkelen enerzijds door onafhankelijk werk en anderzijds dialoog met kunstenaars, curators en theoretici uit diverse disciplines. Het Piet Zwart Instituut biedt studioruimte, technische faciliteiten, individuele begeleiding, en een jaarlijks wisselend programma van thematische projecten en lezingen die als raamwerk dienen voor de verkenning van relevante thema’s binnen de hedendaagse kunst. Het Engelstalige programma duurt twee jaar. Kandidaten moeten al beschikken over een bachelordiploma. www.pzwart.wdka.nl
De Appel Curatorial & Gallerist Programme, Amsterdam De Appel biedt naast een publieksprogramma ook professionele verdiepingsprogramma’s die gelegenheid bieden aan (jonge) curatoren, bemiddelaars en galeristen om hun expertise te ontwikkelen en ervaringen op te doen. Beide programma’s zijn éénjarig en zeer praktijkgericht. www.deappel.nl/learn/curatorial en www.deappel.nl/learn/gallerist
VERENIGD KONINKRIJK University of the Arts, Londen De University of the Arts London is een koepel van zes kunstscholen in Londen met een internationale reputatie voor kunst, design, mode, communicatie en podiumkunsten. De zes scholen zijn Central Saint-Martins, Camberwell College of Arts, Chelsea College of Arts, London College of Communication, London College of Fashion en Wimbledon College of Arts. www.arts.ac.uk
Goldsmith University, Londen Het Fine Art-programma van Goldsmiths University is een tweejarig programma. Er ligt een sterke nadruk op leren waarbij de student centraal staat. Een programma van lezingen draagt bij aan het begrip van de problematiek van hedendaagse kunst in een bredere context. www.gold.ac.uk/pg/mfa-fine-art
21
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Royal College of Art, Londen Royal College of Art heeft een belangrijke rol in het voorbereiden van postgraduaatstudenten voor een carrière in de kunsten, design en de creatieve sector. De docenten zijn internationaal bekende kunstenaars, kunstprofessionals en theoretici. De opleidingsvormen, technische faciliteiten en onderzoekscentra dragen bij tot een uitzonderlijk creatieve en intellectuele omgeving. www.rca.ac.uk
Slade School of Fine Art, Londen Slade School of Fine Art biedt twee bachelors en twee masters aan in de visuele kunsten. De onderwijsprogramma’s hebben praktijkervaring in ateliers als basis, met hierin mogelijkheden voor schilderkunst, sculptuur, beeldende kunst en media. Daarnaast biedt de school ook een aantal korte cursussen en een summer school aan. www.ucl.ac.uk/slade
Manchester School of Arts, Manchester De Manchester School of Arts biedt opleidingen aan in architectuur, kunst, design, media en theater, zowel op bachelor- als op masterniveau. Experimenteren en een creatieve benadering van media, materiaal en proces worden door deze school hoog in het vaandel gedragen. www.art.mmu.ac.uk
Glasgow School of Art, Schotland Glasgow School of Art baseert zijn opleidingen op praktijkervaring in ateliers en legt de klemtoon op een interdisciplinaire omgang in de kunsten. De school biedt bachelor- en masteropleidingen aan in o.a. architectuur, interieur, schilderkunst, grafische kunsten, mode & textiel, edelsmeedkunst, digitale media, sculptuur en kunst in de publieke ruimte. www.gsa.ac.uk
DUITSLAND Kunstakademie Düsseldorf De Kunstacademie van Düsseldorf wordt internationaal gewaardeerd, met afstudeerrichtingen in de vrije kunsten en in de bouwkunst: schilderkunst, beeldhouwen, vrije grafiek, bouwkunst, decorontwerp, fotografie, film en video. www.kunstakademie-duesseldorf.de
22
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Staatliche Hochschule für Bildende Künste Städelschule, Frankfurt am Main De Städelschule is een internationale academie: 60% van de studenten is afkomstig uit het buitenland. Je kan op de academie terecht voor een opleiding in de beeldende kunsten, een master in architectuur en een master in curatorschap (in samenwerking met Goethe Universität). Daarnaast vind je er ook het instituut voor kunstkritiek en de tentoonstellingsruimte Portikus. www.staedelschule.de
Akademie der Bildenden Künste München De Akademie in München is een van de oudste in Duitsland. Je kan er een bachelor volgen in de vrije kunsten, kunsteducatie en interieurarchitectuur. Binnen de masteropleidingen heb je keuze uit architectuur en kunst, beeldende kunst en therapie en een master interieurarchitectuur. Daarnaast worden er verschillende projectklassen, theoretische leerstoelen en workshops aangeboden. www.adbk.de
ZWITSERLAND HEAD – Haute école d’art et de design, Genève De kunstschool richting zich op beeldende kunst, design en film met heel wat interdisciplinaire crossovers, en biedt zowel bachelor- als masteropleidingen. Vanaf het eerste jaar bachelor is er een grote keuzevrijheid tussen de verschillende cursussen en kan je zo je eigen studieprogramma samenstellen. Het biedt verschillende masters en postgraduaten in beeldende kunsten aan en daarnaast kan je er terecht in het onderzoekscentrum Laboratoire Alpes. head.hesge.ch
École cantonale d’Art du Valais, Sierre De EVAC biedt bachelors en masters aan in de beeldende kunsten, met bacheloropleidingen in de grafische of beeldende kunsten, een master in de beeldende kunsten en een MPA (Maturité professionelle artistique) post Certificat fédéral de capacité, een eenjarige theoretische opleiding. Daarnaast is er nog een bijzondere opleiding MAPS, Arts in Public Spaces, gericht op kunst in de publieke ruimte. www.ecav.ch
Zurich University of the Arts, Zurich De Zurich University of the Arts biedt verschillende bachelor- en masterprogramma’s binnen design, film, kunst & media, dans, theater, muziek en kunstonderwijs aan, met ruimte voor transdisciplinaire projecten. www.zhdk.ch
23
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
F+F Schule für Kunst und Design, Zurich De F+F School voor kunst en mediadesign biedt driejarige opleidingen in beeldende kunst, fotografie, grafisch ontwerp en film. Daarnaast biedt het een voorbereidende en een beroepsopleiding in design en zijn er een aantal voortgezette opleidingen mogelijk. www.ffzh.ch
Hochschule für Gestaltung und Kunst, Basel De Academie voor kunst en design in Basel maakt deel uit van de University of Applied Sciences and Arts Northwestern Switzerland. De school biedt verschillende bachelor- en masteropleidingen aan. www.fhnw.ch/hgk
Hochschule für Design und Kunst, Luzern De Luzerne kunstschool voor toegepaste wetenschappen en kunst heeft een afdeling voor kunst en design. Die school biedt bachelors in beeldende kunst, kunsteducatie, 2D & 3D animatie, video, grafisch ontwerp, illustratie, design en textiel. Daaropvolgend zijn er masters in kunst in de publieke ruimte, lerarenopleiding in de kunsten en animatie, grafisch ontwerp, illustratie, design en textiel. Binnen het master-na-master-programma zijn er een opleiding cultureel management en vier afstudeerrichtingen in design. www.hslu.ch/design-kunst.htm
ECAL, Lausanne ECAL biedt een voorbereidend jaar aan, zes bachelors, vier masters en een masterna-masterprogramma, en dit in o.a. de beeldende kunsten, cinema, grafisch ontwerp, industrieel design, fotografie, media & interactief design. www.ecal.ch/fr/100/homepage
Hochschule der Künste Bern De kunstschool in Bern richt zich op transdisciplinariteit en biedt studierichtingen aan in muziek, design, beeldende kunsten, conservatie en restauratie, opera, theater en literatuur, op niveau van bachelor, master en doctoraat. www.hkb.bfh.ch
24
Deel 1. Introductie in het kunstenveld
inhoud
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
25
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
1. Inleiding Jezelf organiseren als kunstenaar betekent een aantal richtingen verkennen en kiezen wat het beste bij jou past. Welk statuut past bij jou als kunstenaar? Kies je voor een (vaste) werkgever, of ga je als zelfstandige of zelfstandige in bijberoep aan de slag? Sommige kunstenaars verenigen zich of gaan aan de slag met een alternatief managementbureau. Welke sociale zekerheden bouw ik op binnen elk statuut? En wat als ik slechts af en toe een artistieke opdracht heb? Dit hoofdstuk wil je wegwijs maken in de verschillende statuten, een aantal mogelijkheden aanreiken, en je helpen bij het plannen van jouw carrière.
Welk statuut kies je? Slechts een minderheid van de kunstenaars is zelfstandig kunstenaar in hoofdberoep of is voltijds werknemer. In de praktijk combineren kunstenaars vaak diverse statuten. Je hoofdberoep is bijvoorbeeld (deeltijds) lesgever en je kunstenaarspraktijk doe je als zelfstandige in bijberoep. Je kan ook een structuur uitbouwen zoals een bvba of een vzw.
Het kunstenaarsstatuut Wist je dat het kunstenaarsstatuut geen apart statuut is in de sociale zekerheid? Als kunstenaar moet je kiezen voor het werknemers- of zelfstandigenstatuut. Die keuze heeft gevolgen voor je sociale bijdragen en sociale bescherming (o.a. werkloosheid), je belastingen en of je al dan niet btw moet aanrekenen. Of je werkt als zelfstandige of werknemer hangt samen met de vraag of er sprake is van gezag, maar voor kunstenaars geldt een bijzondere regel (artikel 1bis RSZ-wet). Volgens dit artikel kan de kunstenaar beschermd blijven als werknemer ook wanneer er geen sprake is van gezag en er dus geen arbeidsovereenkomst kan worden afgesloten. Voor de kunstenaar betekent dit concreet dat hij, in geval van werk in opdracht, met zijn opdrachtgever tot een akkoord kan komen om een arbeidsovereenkomst te sluiten. Kan er geen arbeidsovereenkomst afgesloten worden, dan wordt de kunstenaar nog steeds beschouwd als werknemer op voorwaarde dat: - Hij prestaties levert en/ of werken produceert van artistieke aard (bijvoorbeeld optredens, portretten maken). - De artistieke aard van deze prestaties of werken moet in de toekomst worden aangetoond door middel van een visum ‘kunstenaar’ afgeleverd door de Commissie Kunstenaars. - In opdracht van een natuurlijk persoon of een rechtspersoon - Tegen betaling van een loon (geen kostenvergoeding!)
26
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
De opdrachtgever wordt in dat geval beschouwd als werkgever. De kunstenaar kan i.g.v. werk in opdracht, bij afwezigheid van een arbeidsovereenkomst, ook kiezen om te werken als zelfstandige. Het staat hem vrij hiertoe een verklaring van zelfstandige activiteiten aan te vragen bij de Commissie Kunstenaars. Is er geen sprake van een opdracht, dan is er ook geen keuzemogelijkheid. Het kunstenaarsstatuut wordt met andere woorden ingebed in bestaande statuten. Indien er geen arbeidsovereenkomst mogelijk is, kan je dus toch werken als werknemer en zo sociale zekerheid opbouwen, met als gevolg dat er toegang is tot een uitkering wanneer dit nodig zou zijn.
Meer informatie over het kunstenaarsstatuut vind je op de website van het Kunstenloket.
27
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
2. Pas afgestudeerd, werkzoekend of werkloos Inschrijving als werkzoekende Ben je net afgestudeerd en kan je niet meteen aan de slag? Schrijf je dan in als werkzoekende. In Vlaanderen schrijf je je in bij de Vlaamse Dienst voor Arbeids bemiddeling (www.vdab.be), in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan dat bij Actiris (www.actiris.be). Eens ingeschreven start jouw beroepsinschakelingstijd. In die periode krijg je geen uitkering, het is de tijd die je moet doorlopen voor je een inschakelingsuitkering kan krijgen. In die periode moet je beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. De beroeps inschakelingstijd begint ten vroegste op 1 augustus na het einde van je studies en bedraagt 310 dagen (zaterdagen meegerekend), ongeacht je leeftijd. Tijdens je beroepsinschakelingstijd krijgen je ouders – als je jonger ben dan 25 jaar – nog steeds kinderbijslag en blijf je via hen verzekerd tegen ziekterisico’s (via hun ziekenfonds). Heb je werk gevonden of is de wachttijd voorbij, dan moet je je persoonlijk aansluiten bij een ziekenfonds. Heb je na de beroepsinschakelingstijd geen werk, dan kan je een inschakelingsuitkering bij een uitbetalingsinstelling aanvragen. Het recht op inschakelingsuitkering is beperkt tot een periode van maximum 36 maanden, die onder bepaalde voorwaarden verlengd kan worden.
Werkloos(heidsuitkering) Om recht te hebben op een werkloosheidsuitkering moet je een bepaald aantal dagen in loondienst hebben gewerkt. Het aantal vereiste arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen om toegang te krijgen tot de werkloosheid verschilt naargelang je leeftijd:
Leeftijd
Aantal dagen
Referteperiode
-36
312
21 maanden
36-49
468
33 maanden
50+
624
42 maanden
Je arbeidsprestaties als werknemer komen in aanmerking, ongeacht of je als werknemer een artistieke activiteit of een niet-artistieke activiteit hebt verricht. Prestaties verricht als zelfstandige komen niet in aanmerking om tot de werkloosheid te worden toegelaten. Daarnaast moet je ook aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden voldoen. (Bijvoorbeeld: beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, onafhankelijk van je wil zonder werk zitten, …).
28
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Opmerking: voor de artistieke activiteiten die je als werknemer verricht en waarbij je vergoed wordt bij wijze van taakloon bestaat de cachetregeling. In plaats van te kijken naar het aantal gepresteerde arbeidsdagen wordt het bruto (taak)loon omgerekend naar gelijkgestelde dagen. Het aantal arbeidsdagen is dan het brutoloon gedeeld door 57,76. Meer informatie: www.kunstenloket.be
www.rva.be
www.vdab.be
www.actiris.be
Combinatie werkloosheidsuitkering met inkomsten uit artistieke activiteiten ARTISTIEKE ACTIVITEIT DIE NIET WORDT VERGOED Als je recht hebt op een werkloosheidsuitkering, mag je een artistieke vorming volgen of een artistieke hobby hebben, zonder hiervoor een vergoeding te krijgen. Je mag dus bijvoorbeeld een schilderij of een beeldhouwwerk maken zonder dit te moeten aangeven bij de RVA . Deze activiteiten hebben geen effect op de werkloosheidsuitkering.
ARTISTIEKE ACTIVITEIT DIE WORDT VERGOED Met de kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars (zie ook ‘3. Vergoedingen voor artistieke activiteiten’) Als je een kleine vergoedingsregeling ontvangt, moet je die dag zwart maken op je stempelkaart.
Als zelfstandige in bijberoep of werknemer Die activiteit moet met het formulier C1-Artiest bij de RVA worden aangeven. Je moet wél volgende dagen aanduiden op de controlekaart: - de volledige periode gedekt door een arbeidsovereenkomst - de bezoldigde prestaties - de aanwezigheid op een tentoonstelling van je kunstwerken, indien je je zelf met de verkoop bezighoudt, of indien je aanwezigheid vereist is op basis van een overeenkomst met degene die je creaties verkoopt; - de opnames van audiovisuele werken Voor die dagen ontvang je geen uitkering.
29
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Als zelfstandige in bijberoep Je kan als werkloze een zelfstandig bijberoep voor artistieke prestaties voortzetten of opstarten naast de uitkering. (zie ook ‘6. Zelfstandige in hoofd- of in bijberoep’) Je werkloosheidsuitkering wordt enkel verminderd als je netto belastbaar inkomen uit het artistieke bijberoep de grens van 4.190,16 euro op jaarbasis overschrijdt. Ook met inkomsten uit auteursrechten wordt rekening gehouden voor de berekening van dit maximumbedrag.
Als werknemer Je kan als werkloze naast de uitkering werken als werknemer. Je werkloosheidsuitkering voor de dagen waarop je niet werkt, wordt niet verminderd op basis van je inkomsten als werknemer. Wanneer je vergoed wordt bij wijze van taakloon of je werkt overeenkomstig een contract artikel 1bis RSZ-wet, dan zal dit wel aanleiding kunnen geven tot een aantal niet-vergoedbare dagen (dagen waarop je geen uitkering krijgt) in het volgende kwartaal, en dit afhankelijk van een specifieke berekening. Als je zo verloond wordt, dien je bovendien het formulier C3-Artiest in te vullen. Daarnaast zijn er twee specifieke regels van toepassing: je percentage van je werkloosheidsuitkering daalt niet, als je artistieke activiteit je hoofdberoep is én je elke twaalf maanden minstens 3 artistieke activiteiten verricht die minstens overeenstemmen met 3 arbeidsdagen (verlenging van het neutraliteitsvoordeel). Op het einde van je eerste jaar werkloosheid zal je echter wel eerst 156 arbeidsdagen moeten bewijzen over 18 maanden, waarvan er minstens 104 artistiek moeten zijn. Dit is wat men ook wel de initiële toekenning van het neutraliteitsvoordeel noemt. Dit voordeel betekent concreet dat het dagbedrag van je uitkering niet meer daalt na het eerste jaar werkloosheid, ook al ben je langere tijd werkloos, en geldt zowel voor werknemers die artistieke activiteiten verrichten als voor zij die technische en ondersteunende activiteiten verrichten in de artistieke sector. Die laatsten dienen na het bewijzen van de initiële toekenning van het neutraliteitsvoordeel echter wel elke 12 maanden 3 arbeidsovereenkomsten van zeer korte duur (korter dan 3 maanden) te bewijzen, en kunnen bovendien geen gebruik maken van de cachetregel. Om recht te hebben op een werkloosheidsuitkering moet je beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en mag je een passende jobaanbieding van de VDAB of Actiris niet weigeren. Voor kunstenaars die een artistieke activiteit in hoofdberoep uitoefenen, bestaan er specifieke regels voor beschikbaarheid op de arbeidsmarkt. Je kan elke niet-artistieke job weigeren die de VDAB of Actiris je aanbiedt, als je kan bewijzen dat je tijdens de vorige 18 maanden 156 arbeidsdagen hebt gewerkt, waarvan er minstens 104 artistiek moeten zijn. Als je geen 156 arbeidsdagen kan bewijzen, kan de VDAB/ Actiris je ook een niet-artistieke job aanbieden. De VDAB/ Actiris zal hierbij rekening houden met je intellectuele ontwikkeling, lichamelijke capaciteiten en het risico dat je artistieke capaciteiten zouden verminderen.
30
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
3. Vergoedingen voor artistieke activiteiten Een kostenvergoeding dient om je kosten te dekken. Bij de reële kostenvergoeding moet je je kosten bewijzen. De vrijwilligersvergoeding en de kleine vergoeding voor kunstenaars zijn forfaitair. De kosten hoeven dus niet aangetoond te worden. Op kostenvergoedingen betaal je geen belastingen of sociale bijdragen.
Reële kostenvergoedingen Je vergoeding is het bedrag voor de kosten die je werkelijk gemaakt hebt. Je moet die uitgaven kunnen bewijzen en bijvoorbeeld een factuur, aankoopbewijs of busticket kunnen voorleggen. Sommige kosten zoals kosten van telefoon/ internet en vervoerskosten met de auto kunnen moeilijk bewezen worden met bewijsstukken. Die kosten kunnen forfaitair worden geraamd. Voor de verplaatsingen die je doet met de auto, mag je bv. een bedrag aanrekenen van 0,3468 euro per kilometer (geldig vanaf 1 juli 2014). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
Forfaitaire kostenvergoedingen Kleine vergoedingsregeling De kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars is een all-in kostenvergoeding voor artistieke prestaties in opdracht die je niet kan combineren met een andere kostenvergoeding. Volgende voorwaarden moeten worden gerespecteerd: - maximaal 122,21 euro per dag per opdrachtgever; - niet meer dan 7 dagen na elkaar bij dezelfde opdrachtgever; - niet meer dan 30 dagen per jaar; - maximaal 2.444,21 euro per jaar. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. In afwachting van de kunstenaarskaart is het aangeraden om een verklaring op eer te ondertekenen waarin je bevestigt nog in aanmerking te komen voor de kleine vergoedingsregeling. Indien je een werkloosheidsuitkering krijgt, moeten die dagen worden aangeduid op de controlekaart, tenzij er toestemming van de RVA is verkregen. Voor die dagen krijg je geen uitkering.
31
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is slechts toegelaten ten behoeve van een organisatie zonder winstoogmerk. De vrijwilligersvergoeding is een all-in kostenvergoeding. Je ontvangt maximaal 32,71 euro per dag en 1.308,38 euro per jaar. Die bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Vrijwilligerswerk is combineerbaar met een werkloosheidsuitkering, mits toestemming van de RVA. Je opdrachtgever mag je een verplaatsingsvergoeding geven voor maximaal 2.000 kilometer per jaar en maximaal 605,2 euro per jaar (auto: max. 0,3468 euro per kilometer; fiets: max. 0,22 euro per kilometer; openbaar vervoer: prijs van je ticket).
Combinatie van beide forfaitaire vergoedingen Je kan beide vergoedingen niet combineren voor je artistieke prestaties. Eventueel kan je een beroep doen op de kleine vergoedingsregeling voor je artistieke prestaties en op de vrijwilligersvergoeding voor je niet-artistieke prestaties, maar niet op dezelfde dag.
32
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
4. Werknemer Het kunstenaarsstatuut is voor iedereen die een artistieke prestatie levert en/ of artistieke werken produceert. In de wet wordt een artistieke prestatie en/ of een artistiek werk gedefinieerd als de creatie en/ of uitvoering of interpretatie van artistieke werken in de audiovisuele en beeldende kunsten, in muziek, literatuur, spektakel, theater en choreografie. Die brede definitie maakt geen onderscheid tussen scheppende activiteiten (bv. beeldhouwen) en uitvoerende of vertolkende activiteiten (bv. acteren, dansen). De definitie maakt eveneens geen onderscheid tussen amateur/ professioneel en regelmatig/ occasioneel. Indien je toch nog twijfelt of je creatie al dan niet wordt beschouwd als een artistieke prestatie of een artistiek werk, kan je contact opnemen met de Commissie Kunstenaars. Als werknemer gebeuren de artistieke prestaties in opdracht en tegen betaling. Bijvoorbeeld: een bedrijf vraagt een kunstenaar om een schilderij te maken voor de inkomhal. De vergoeding die je krijgt voor een artistieke prestatie en/ of artistiek werk, is een loon. Vergoedingen voor kosten (bijvoorbeeld: treinticket, telefoonkosten, …) zijn geen loon.
Rechten en plichten Als werknemer ben je beschermd tegen een aantal sociale risico’s. Zo heb je recht op gezinsbijslag, pensioen, uitkering bij werkloosheid en arbeidsongeschiktheid, vakantiegeld, ziekteverzekering, ... Tegenover die rechten staan uiteraard ook plichten. De plichten bestaan uit het betalen van sociale bijdragen. Die worden gedeeltelijk betaald door de werknemer (13,07% van het brutoloon) en gedeeltelijk door de werkgever (minimum 32,44% van het brutoloon). Om de tewerkstelling van kunstenaars in het werknemersregime te bevorderen, besliste de overheid een forfaitaire vermindering toe te kennen voor werkgevers bij de tewerkstelling van kunstenaars.
33
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Werknemer via een sociaal bureau voor kunstenaars (SBK) Wanneer een kunstenaar werkt met verschillende opdrachtgevers voor telkens korte opdrachten kan hij/ zij beroep doen op een sociaal bureau voor kunstenaars (SBK). Die interimkantoren nemen de rol van werkgever over. Ze zorgen dat de werkgeversverplichtingen worden vervuld (bijvoorbeeld: sociale bijdragen en belastingen berekenen, loon betalen, arbeidsongevallenverzekering sluiten, …). Je kan niet in elke situatie beroep doen op een SBK. Een SBK kan enkel de rol van werkgever op zich nemen in de volgende vier situaties: 1. Als de opdrachtgever een vaste werknemer moet vervangen (bv. een actrice van een theatergezelschap heeft zwangerschapsverlof). 2. Als er tijdens een specifieke periode meer werk is (bv. bij de opening van het nieuwe theaterseizoen organiseert een gezelschap een happening waarvoor tijdelijk een beroep wordt gedaan op een aantal kunstenaars). 3. Als er uitzonderlijk een speciale opdracht is (bv. een bedrijf organiseert een tentoonstelling om het tienjarig bestaan te vieren). 4. Als een occasionele gebruiker de opdracht geeft voor een artistieke prestatie of productie. De occasionele gebruiker heeft geen hoofdactiviteit in de artistieke sector en/ of stelt geen ander personeel te werk (bijvoorbeeld: een artistieke vzw met geen personeel in dienst organiseert een muziekfestival).
Praktische werking SBK De kunstenaar en de opdrachtgever bepalen vrij voor welke activiteiten een beroep wordt gedaan op een SBK en voor welke niet. Ze maken afspraken m.b.t. de aard van de opdracht, de duur en de vergoeding. De opdracht moet door de kunstenaar en de opdrachtgever vooraf (!) worden aangegeven bij het SBK. Het SBK is de werkgever en voert dus de verplichtingen van de werkgever uit. De opdrachtgever betaalt de factuur van het SBK en het SBK betaalt de kunstenaar uit. Opgelet: Het SBK is geen boekingskantoor. Het zoekt niet voor jou naar artistieke opdrachten.
34
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Kostprijs SBK De opdrachtgever moet werkingskosten betalen aan het SBK. Die werkingskost varieert van SBK tot SBK, het is dus goed om vooraf bij de verschillende SBK’s te informeren. Op het factuurbedrag (loonkost + werkingskost) rekent het SBK btw aan. De totale kostprijs is samengesteld uit volgende delen: Btw
Meestal 6% of 21% op het factuurbedrag, volgens strikte reglementering ook soms vrijgesteld (art. 44 Wbtw)
Factuurbedrag
De kost voor de opdrachtgever (btw niet inbegrepen)
Werkingskost
Gemiddeld 8% van het factuurbedrag (btw niet inbegrepen)
Werkgeversbijdrage voor sociale zekerheid
Minimum 32,44% van het brutoloon, eventueel verminderd met de verlaging van loonlast voor kunstenaars
Brutoloon
= factuurbedrag (btw niet inbegrepen) - werkingskost van het SBK - werkgeversbijdrage voor sociale zekerheid
Werknemersbijdrage voor sociale zekerheid
13,07% van het brutoloon
Bedrijfsvoorheffing (= voorschot voor belastingen)
Variabel, minimum 11,11% van het belastbare loon (= brutoloon - werknemersbijdrage voor sociale zekerheid)
Nettoloon
= brutoloon - werknemersbijdrage voor sociale zekerheid - bedrijfsvoorheffing Dit bedrag wordt vermeerderd met de kostenvergoedingen en op de rekening van de kunstenaar gestort.
Kostenvergoedingen
Bijvoorbeeld: vergoeding voor verplaatsingen, maaltijden, … Kostenvergoedingen zijn vrijgesteld van sociale bijdragen en belastingen.
Ook bij de SBK’s is de vermindering van de werkgeversbijdragen van toepassing.
Erkende SBK’s De meeste grote interimkantoren zijn ondertussen erkend als SBK zoals: t-interim, Adecco, Startpeople, Tempo-team, Tentoo Payroll Professionals, Ritmo, … Een lijst met erkende SBK’s is terug te vinden op de website van het Kunstenloket voor het Vlaams Gewest en voor het Brussels Gewest.
35
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
5. Werken met een alternatief managementbureau Alternatieve managementbureaus zijn dienstverlenende organisaties die kunstenaars op zakelijk vlak bijstaan. Kunstenaars kunnen bij hen terecht voor het financiële beheer, de distributie en de promotie van hun werk. Naast het verlenen van advies verrichten ze ook administratieve en productieondersteunende taken en ondersteunen ze de spreiding. Alternatieve managementbureaus werken vaker voor kunstenaars met weinig ervaring die vaak nog geen eigen structuur hebben uitgebouwd. Het artistieke werk van die kunstenaars is moeilijk binnen de geijkte structuren onder te brengen.
O.C.A.M. O.C.A.M. is een werkplaats die zakelijke en productionele ondersteuning biedt aan kunstenaars met een hybride beeldpraktijk. De begeleiding kan zowel projectmatig als langdurig van aard zijn. [email protected] www.ocam.be
Hiros Hiros is een productie- en managementbureau voor individuele kunstenaars uit verschillende disciplines. Hiros biedt ondersteuning op maat voor elke kunstenaar en elk project, van preproductie, productie, administratie en financieel beheer tot tourneemanagement en postproductie. Hiros bestaat sinds 2014 en is een samenwerkingsverband tussen de managementbureaus Margarita Production en Mokum. [email protected] www.hiros.be
JUBILEE JUBILEE is een initiatief van Justin Bennett, Vincent Meessen, Katrien Reist en Katleen Vermeir & Ronny Heiremans. Het doel van de organisatie is het opzetten van een platform ter ondersteuning van (audiovisuele) kunstenaars, wiens praktijken ontwikkeld worden uit crossdisciplinair onderzoek op lange termijn, met een discursieve output. [email protected] www.jubilee-art.org
36
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Auguste Orts Auguste Orts is een klein productie- en distributieplatform, opgericht door Herman Asselberghs, Sven Augustijnen, Manon de Boer en Anouk De Clercq. Zij hebben voornamelijk ervaring met audiovisuele projecten en delen die expertise via gastproducties met verschillende artiesten. [email protected] www.augusteorts.be
Escautville Escautville is een organisatie ter ondersteuning van de audiovisuele kunsten in Antwerpen en werd opgericht voor en door video- en nieuwe mediakunstenaars. Het is een organisatie die zich vanuit Antwerpen inzet om de artistieke eigenheid van crossoverkunstenaars via productionele begeleiding, promotie, distributie, inventarisering, archivering en restauratie te ondersteunen. De stichtende leden van Escautville zijn Wim Catrysse, Jos de Gruyter, Ria Pacquée, Koen Theys, Frank Theys en Harald Thys. www.escautville.blogspot.be [email protected]
Voor een overzicht van verschillende bemiddelaars en managementbureaus kan je terecht op de website van BAM.
37
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
6. Zelfstandige (in hoofd- of in bijberoep) Als een kunstenaar ervoor kiest om zelfstandige te worden, moet hij/ zij aantonen dat hij/ zij ‘socio-economisch onafhankelijk’ is. Dat wordt beoordeeld aan de hand van een aantal indicatoren zoals een financieel plan, aantal opdrachtgevers, relevante opleiding en/ of ervaring, investeringen, inkomsten uit een andere beroepsbezigheid, enz. Meer info hierover op de website van het RSVZ. Wanneer je zelfstandige wordt, moet je je aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds, een ondernemingsloket en een btw-nummer aanvragen. Een eenmanszaak is de eenvoudigste manier om een zelfstandige activiteit uit te oefenen. Er hoeven geen statuten opgesteld te worden en er is geen minimum startkapitaal vereist, de oprichtings- en werkingskosten zijn gering, de ondernemer kan snel met zijn activiteit van start gaan en kan de beslissingen nemen die voor het uitoefenen van zijn activiteit nodig zijn zonder daarbij andere vennoten te moeten raadplegen. Over het algemeen volstaat een vereenvoudigde boekhouding. De oprichting van een vennootschap (BVBA, NV, CV, …) houdt in dat je een rechtspersoonlijkheid opricht, die een vennootschap zowel rechten als plichten verleent. Er zijn verschillende vormen van vennootschappen, waarvan de meest voorkomende in de kunstensector hieronder worden toegelicht. Meer info over de keuze tussen het juridische statuut van een eenmanszaak en een vennootschap vind je terug op de website van FOD Economie.
Verklaring van zelfstandige activiteiten De keuze tussen het statuut van werknemer en zelfstandige is niet altijd vanzelf sprekend. Kunstenaars die willen voorkomen dat hun zelfstandigenstatuut achteraf in twijfel wordt getrokken, kunnen bij de Commissie Kunstenaars een verklaring van zelfstandige acitiviteit(en) aanvragen. Dit is een officieel attest waarin staat dat je als zelfstandige mag werken. Een dergelijke verklaring is geen verplichting, maar wie ze kan voorleggen zal ontegen sprekelijk worden beschouwd als zelfstandige tijdens de geldingsduur (= 2 jaar en op eenvoudige aanvraag verlengbaar) en voor de activiteiten waarop de verklaring slaat.
Zelfstandige in bijberoep Er zijn heel wat goede redenen om je als zelfstandige in bijberoep te organiseren. Je kan kiezen voor een activiteit als zelfstandige in bijberoep om naast je loon als werknemer een bijkomend inkomen te genieten. Als je meer en meer bezig bent met je creatieve activiteit, maar de inkomsten zijn nog onvoldoende om volledig zelfstandig te worden, kan het bijberoep ook een tussenstap zijn naar een zelfstandige activiteit in hoofdberoep.
38
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Om zelfstandige in bijberoep te kunnen worden, moet je voor minstens halftijds tewerkgesteld zijn als werknemer. In het onderwijs moet je een betrekking hebben van min. 6/10e van een volledig uurrooster, en als ambtenaar moet je jaarlijks min. 8 maanden of 200 dagen werkzaam zijn. Om zelfstandige in bijberoep te worden, gelden dezelfde administratieve verplichtingen als voor het statuut van zelfstandige in hoofdberoep. Meer info over zelfstandige in bijberoep vind je in de brochure van het Kunstenloket.
6.1. Oprichten van een vennootschap EEN RECHTSPERSOON OPRICHTEN Kunstenaars die samen een project willen realiseren kunnen dit natuurlijk gewoon doen, zo’n groep wordt dan beschouwd als een feitelijke vereniging. Er zijn echter heel wat redenen waarom de oprichting van een vzw, stichting of een commerciële vennootschap (zoals een cv of bvba) een interessante optie zou kunnen zijn. De aard en omvang van de activiteiten en de eraan verbonden verbintenissen en risico’s zullen de keuze in de richting van een vzw of een vennootschap sturen. De oprichting van een rechtspersoon is noodzakelijk als een vereniging/ vennootschap over onroerende goederen wil beschikken, als de vereniging schenkingen of legaten wil aanvaarden of als de rechtspersoonlijkheid een noodzakelijke voorwaarde is voor het toekennen van overheidssubsidies of het verlenen van een erkenning of vergunning. De oprichting van een rechtspersoon is aangewezen als de vereniging over belangrijke geldsommen zal beschikken en deze ook juridisch en fiscaal wil afscheiden van het persoonlijk vermogen van haar leden of vennoten, of als de vereniging aansprakelijkheidsrisico’s zal lopen. Na de oprichting beschikken zowel vzw’s als (de meeste) commerciële vennootschappen over rechtspersoonlijkheid. Het begrip rechtspersoon is een ‘fictie’ van het recht om ervoor te zorgen dat niet enkel natuurlijke personen in ons rechtssysteem handelingen kunnen stellen waaraan het recht gevolgen verbindt (dergelijke handelingen worden rechtshandelingen genoemd). Een rechtspersoon wordt in het rechtsverkeer daardoor, net als een natuurlijk persoon van vlees en bloed, als persoon behandeld. De rechtspersoon heeft een eigen naam, een eigen adres, een eigen vermogen, eigen rechten en plichten, ... Als gevolg daarvan heeft een rechtspersoon in vergelijking met een feitelijke vereniging een aanzienlijk voordeel: een vzw of een vennootschap met rechtspersoonlijkheid kan zich immers laten vertegenwoordigen door een beperkte groep bestuurders of zelfs een speciaal daartoe aangewezen vertegenwoordiger. Onder bepaalde voorwaarden kan een rechtspersoon zich dus laten vertegenwoordigen door één persoon (vaak is dit de
39
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
afgevaardigd bestuurder) die dan in naam van de rechtspersoon contracten kan sluiten of verbintenissen aangaan. Via de oprichting van een rechtspersoon wordt de aansprakelijkheid van de personen achter de samenwerkingsvorm aanzienlijk beperkt. In tegenstelling tot een feitelijke vereniging is er bij een rechtspersoon een scheiding tussen het vermogen van de rechtspersoon (vzw/ vennootschap) en dat van de mensen achter de rechtspersoon. Hierdoor wordt het vermogen van de initiatiefnemers in principe veilig gesteld tegen eventuele schuldeisers. Aangezien een vereniging of vennootschap aanzienlijke risico’s aangaat (door het ondernemen van activiteiten, het organiseren van publieke manifestaties, ...), is het vaak ten zeerste aanbevolen de gepaste verzekeringen af te sluiten. Voor een feitelijke vereniging zal het uiterst moeilijk zijn een verzekeringspolis af te sluiten. Een rechtspersoon daarentegen is zonder problemen een contractpartij voor de verzekeringsmaatschappij.
WELKE RECHTSPERSOON KIEZEN? In de afweging of je jouw/ jullie kunstactiviteiten wil organiseren als vereniging (vzw, feitelijke vereniging) of vennootschap (bvba, nv, cvba), dien je rekening te houden met verschillende aspecten zoals oprichtingsformaliteiten, fiscale aangelegenheden, enz. De voornaamste afweging is wellicht of je al dan niet de bedoeling hebt om de winst uit te keren als dividend aan de in deze structuur betrokken personen. Is dit het geval, dan ben je sowieso genoodzaakt om een vennootschap op te richten in plaats van een vereniging. Immers, de winst die een vereniging genereert (in wezen het positief saldo op de inkomsten en uitgaven) moet binnen de vereniging blijven en gebruikt worden voor het financieren van haar verdere activiteiten. Ook bij de ontbinding van de vereniging komt het netto-actief niet bij de leden terecht. Dit netto-actief moet immers een bestemming krijgen dat zo nauw mogelijk aansluit bij het doel van de vereniging die ontbonden is. Een vereniging mag uiteraard wel werknemers tewerkstellen tegen een marktconform loon.
OPRICHTING VAN EEN VZW Om een vereniging zonder winstoogmerk op te richten moeten formele stappen gezet worden. De oprichters van de vzw zullen zich in de eerste plaats moeten beraden over de statuten van de vzw. In de statuten bepalen de oprichters nauwgezet de doelstellingen van de vereniging en de wijze van besluitvorming. Volgens de wet moeten een aantal bepalingen verplicht worden opgenomen in de statuten: de identificatie van de oprichters, de zetel van de vzw, het minimum aantal leden (minstens drie), de omschrijving van het doel, de voorwaarden voor toetreding tot de vzw, de bevoegdheden van de Algemene Vergadering en de bestuurders, de
40
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
ledenbijdragen, de eventuele benoeming van een dagelijks bestuurder, de bestemming van het vermogen bij ontbinding en de duurtijd van de vereniging. Na het opmaken van de statuten zullen de stichtende leden de statuten ondertekenen. De stichtende leden beschikken door de ondertekening van deze statuten over de hoedanigheid van effectief lid en hebben stemrecht op de Algemene Vergadering. Vervolgens kiezen en benoemen de stichtende leden, in de hoedanigheid van Algemene Vergadering, de leden van de Raad van Bestuur. Er zijn altijd minstens drie bestuurders, tenzij het aantal leden beperkt is tot drie, dan zijn er twee, aangezien er altijd minstens een bestuurder minder is dan het aantal leden van de Algemene Vergadering. Maximum 30 dagen na de oprichtingsvergadering worden de nodige documenten neergelegd op de griffie van de Rechtbank van Koophandel, bevoegd voor de plaats van de zetel van de vereniging, of elektronisch via www.egriffie.be. Na de neerlegging op de griffie van de Rechtbank van Koophandel zorgt de griffie voor de publicatie van de statuten in het Belgisch Staatsblad (vanaf 1 augustus 2013 gelden volgende publicatiekosten: oprichting op papier: 180 euro (btw inclusief), elektronische oprichting: 130 euro (btw inclusief). Meer informatie over de oprichting van een vzw vind je in de brochure van het Federaal Ministerie voor Justitie. Voorbeelden van statuten, aanvraagformulieren, proces verbaal van Algemene Vergadering en Raad van Bestuur vind je terug op www.kunstenloket.be.
VENNOOTSCHAPSVORMEN Welke commerciële vennootschap? Er bestaan verschillende vennootschapsvormen. De keuze is afhankelijk van de bedoeling en de concrete situatie. Wil je verhinderen dat derden zomaar kunnen toetreden, dan is een bvba in de meeste gevallen een aangewezen optie. Bij een bvba is het zelfs mogelijk om te fungeren als een eenpersoonsvennootschap, zonder dat je anderen in je project moet betrekken. Is het daarentegen eerder de bedoeling dat derden-geïnteresseerden gemakkelijk kunnen toe- of uittreden, dan is een coöperatieve vennootschap de aangewezen rechtspersoon. Hieronder vind je een korte beschrijving van enkele van de meest gebuikte vennootschapsvormen, namelijk de bvba, de nv (vennooschapsvormen met rechtspersoonlijkheid én beperkte aansprakelijkheid) de cv (vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid en met of zonder beperkte aansprakelijkheid) en de vof (vennootschap met rechtspersoonlijkheid maar onbeperkte aansprakelijkheid)
De bvba (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) De bvba is geschikt voor kunstenaars die hun werk beginnen te verkopen. Een bvba heeft, in tegenstelling tot de vzw, als doel winst te maken en het verrijken van de leden of de vennoten.
41
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Een bvba is dus een besloten vennootschap, met een beperkt aantal vennoten waarbij de aandelen enkel kunnen worden overgedragen aan derden mits toestemming van de andere vennoten. Het kapitaal moet volledig worden onderschreven op het moment van de oprichting van de vennootschap, en dit voor een minimumbedrag van 18.550 euro. Dat betekent dat de vennoten zich schriftelijk verbinden om gezamenlijk 18.550 euro ter beschikking te stellen van de vennootschap in wording. Van het kapitaal in zijn geheel moet ten minste 6.200 euro werkelijk gestort zijn op de rekening van de bvba. Binnen de bvba volstaat slechts één zaakvoerder. Als er meerdere zaakvoerders zijn, beslissen deze in principe collegiaal. De statuten van de bvba kunnen echter voorzien dat een bepaalde zaakvoerder de vennootschap in bepaalde gevallen alleen kan vertegenwoordigen. Voor de oprichting van een bvba is een notariële akte vereist. Er moeten minstens twee oprichters zijn. Er bestaat echter een mogelijkheid om in een bvba enig vennoot te zijn: de zogeheten ‘eenpersoons-bvba’. Een belangrijk voordeel van de eenpersoons-bvba is dat deze vennootschap alle kenmerken heeft van een volwaardige bvba, maar dat er slechts één persoon eigenaar is en er dus door slechts één persoon bestuurd kan worden.
De cv (coöperatieve vennootschap) De coöperatieve vennootschap is ontstaan uit de coöperatieve beweging en is een vennootschap waarvan de leden aan gemeenschappelijke doelstellingen werken en gemeenschappelijke waarden delen. Oorspronkelijk was het een vorm van vennootschap waarvan de bijzondere werking afweek van de principes en de waarden van de aandeelhoudende handelsvennootschappen. Er zijn twee soorten coöperatieve vennootschappen. De coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) waar de vennoten een bescherming van het privévermogen genieten; en de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (cvoa) waar deze bescherming niet geldt. Het kenmerk van de coöperatieve vennootschap is het principe van de veranderlijkheid van het aantal vennoten en de veranderlijkheid van het kapitaal. Het kapitaal in de cvba bestaat uit een vast en een veranderlijk gedeelte. Dankzij het veranderlijk kapitaal is een vlotte toetreding en uittreding van de vennoten mogelijk, zonder dat die voortdurende schommelingen het vennootschapskapitaal aanzienlijk wijzigen of waarbij er telkens een statutenwijziging nodig is. Meer info over de oprichting en erkenning van een coöperatieve vennootschap vind je op de website van het FOD Economie.
42
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
De nv (naamloze vennootschap) De nv kan handig zijn voor kunstenaars die al een heel goede verkoop hebben. Ook de nv heeft als doel winst te maken en het verrijken van de leden of vennoten. Hoewel de wetgever de vennootschapsvorm van de nv had uitgedacht als ondernemingsvorm voor grotere kapitaalkrachtige ondernemingen, kan de nv ook dienen voor kleine of middelgrote (familiale) bedrijven. De nv wordt gekenmerkt door het feit dat de aandeelhouders in principe niet noodzakelijk nauw bij de ondernemingsactiviteit betrokken moeten zijn. De aandelen van een nv kunnen vrij in het rechtsverkeer verhandeld worden zonder dat de overige vennoten hierbij toestemming moeten geven. Deze aandelen zijn met andere woorden ‘vrij overdraagbaar’. Vanaf de oprichting van een nv moet een bedrag ten belope van 61.500 euro volledig onderschreven zijn. Voor de oprichting van een nv is een notariële akte vereist. Er moeten minstens twee oprichters zijn. Meer info op de website van de FOD Economie.
De vof (vennootschap onder firma) De vof is interessant als samenwerkingsvorm tussen personen met vrije beroepen. Voorbeelden van een vof in de kunstensector zijn collectieven van fotografen of beeldende kunstenaars die onder een naam naar buiten treden en in naam van de vof contracten afsluiten. De vof is een zuivere personenvennootschap. Dit betekent dat het overlijden van een vennoot de vennootschap ontbindt. De vennoten kunnen hun aandeel niet verkopen of schenken zonder het akkoord van de medevennoten. Alle beslissingen moeten met eenparigheid genomen worden. De vennoten zijn met hun privévermogen hoofdelijk en onbeperkt gehouden tot de schulden van de vennootschap. Bij de oprichting van een vof is geen notariële akte vereist, een onderhandse akte volstaat. Deze akte dient bij oprichting geregistreerd te worden. Er is geen minimumkapitaal vereist, maar de vennoten moeten in de vof inbrengen waartoe ze zich in de statuten hebben verbonden. Meer info op de websites www.bamart.be > Publicaties > Studie ‘Creativiteit zkt. structuur’ www.kunstenloket.be > Advies of in de brochure ‘Vennootschappen’
43
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
6.2. Sociale rechten en plichten Als zelfstandige val je onder het sociaal statuut van zelfstandigen, en de daarmee verbonden rechten en plichten. Als zelfstandige ben je verplicht je aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Deze verplichting geldt ook voor de zelfstandige in bijberoep. Je betaalt als zelfstandige per kwartaal sociale bijdragen aan jouw sociaal verzekeringsfonds. Daarnaast ben je ook verplicht om aan te sluiten bij een ziekenfonds naar keuze. Het sociaal statuut voor zelfstandigen voorziet niet alleen plichten maar ook rechten. Wanneer je in regel bent met de wettelijke voorschriften heb je recht op gezinsbijslagen, ziekte-en invaliditeitsverzekering, moederschapsverzekering, pensioen en faillissementsverzekering. Meer info over de sociale rechten en plichten als zelfstandige vind je op de website van de FOD Economie, op de website van het Kunstenloket en op de website van de FOD Sociale Zekerheid.
44
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
7. Werken in het buitenland Voor je gaat werken in het buitenland neem je best eerst contact op met het belasting kantoor in je buurt. Het kantoor legt je uit wat je voor je vertrek moet regelen om aan de fiscale verplichtingen te voldoen en in welk land je belast zal worden. Inkomstenbelasting bij arbeid in het buitenland: Het algemeen principe bij inkomstenbelasting is dat de staat je op je wereldwijd inkomen belast als jouw woonplaats op hun grondgebied ligt (woonplaatsbeginsel). Om te vermijden dat je dubbele belastingen moet betalen, heeft België eenzijdige maatregelen opgelegd en dubbele belastingverdragen gesloten. Hier kan je nakijken of België een verdrag met een land heeft gesloten of niet: www.belgium.be/nl/huisvesting/verhuizen/naar_het_buitenland/fiscale_aspecten In de meeste dubbelbelastingverdragen wordt de 183-dagenregel toegepast. Je bent dus belastbaar in België als je: - minder dan 183 dagen werkt in het buitenland - betaald wordt door of namens een werkgever die inwoner is buiten de werkstaat - beloningen mogen niet ten laste komen van vaste inrichtingen of een vaste basis die de werkgever in de werkstaat heeft. Gevolg: de woonstaat is heffingsbevoegd.
Grensarbeid In de bijzondere regeling over grensarbeid kennen de bilaterale overeenkomsten over dubbele belasting het recht om belasting te heffen echter meestal toe aan het woonland in plaats van aan het werkland, wanneer de belastingplichtige in de grensstreek van een land woont en in de grensstreek van een ander land werkt en mits de betrokkene regelmatig naar zijn woonplaats terugkeert. Indien de woonplaats en/ of de plaats van het werk buiten de grensstreek gelegen zijn, wordt het inkomen uit arbeid echter aan de bron belast, d.w.z. in het werkland. Meer informatie over grensarbeid: www.europarl.europa.eu/workingpapers/soci/w16/ summary_nl.htm
Buiten de EER (Europese Economische Ruimte) Ga je aan de slag buiten de EER? Neem dan best op voorhand contact op met het belastingkantoor in je buurt. Het belastingkantoor zegt je wat je precies moet doen om aan de fiscale verplichtingen te voldoen.
45
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Sociale zekerheid bij arbeid in het buitenland Als je in een land van de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland gaat wonen of werken, val je in principe onder het socialezekerheidssysteem van dat nieuwe land en moet je voortaan daar jouw bijdrages betalen. Je kunt wel een aantal rechten die je in België opbouwde meenemen. Europese verordeningen voorzien in de coördinatie van de regelingen van sociale zekerheid, die per land erg kunnen verschillen. Ze moeten voorkomen dat je jouw rechten geheel of gedeeltelijk verliest wanneer je je verplaatst binnen de EER en Zwitserland. Voor grensarbeiders en gedetacheerden zijn specifieke regels van toepassing. Als je niet in de Europese Economische Ruimte of Zwitserland gaat wonen of werken, maar in een ander land, dan val je wellicht onder het socialezekerheidssysteem van dat land en moet je daar jouw bijdrages betalen. Met bepaalde landen heeft België een specifiek verdrag betreffende sociale zekerheid afgesloten. Alle informatie hierover vind je op onderstaande websites: www.belgium.be/nl/huisvesting/verhuizen/naar_het_buitenland/sociale_zekerheid www.socialsecurity.be/CMS/nl/leaving_belgium/index.html Meer informatie Als je buiten de EER werkt, kan je een verzekering nemen bij de Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid. Bij deze verzekering is er een regeling mogelijk voor pensioen, ziekte, geneeskundige zorgen, invaliditeit, overlijden en aanvullende verzekeringen. Je kunt zelf kiezen welke rechten je verzekert. Aansluiten bij de DOSZ is facultatief. Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid Louizalaan 194 1050 Brussel 02/642.05.11 www.dosz-ossom.fgov.be Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid 02/509.31.11 www.onssrszlss.fgov.be Download de brochure ‘The coordination of health care in Europe’ Specifiek voor jouw land van bestemming? Surf naar www.socialsecurity.be/CMS/nl/leaving_belgium/index.html en kies vervolgens een land. Zo krijg je handige informatie over werken in dat specifieke EER-land rond de thema’s ‘Sociale zekerheid’ en ‘Sociale zekerheidsvoordelen’.
46
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
8. Wat erbij komt kijken 8.1. Belastingen en btw Net als iedereen moet je als kunstenaar belastingen betalen op de inkomsten die je verkrijgt uit je artistieke activiteit.
Belastingen op je inkomsten uit je artistieke activiteit Als kunstenaar kan je werkzaam zijn als werknemer en zelfstandige (in bij- of hoofdberoep). Deze inkomsten worden in de personenbelasting onderworpen aan een progressief tarief dat er voor inkomstenjaar 2014 (aanslagjaar 2015) als volgt uitziet:
Inkomstenschijven
Percentage
Belasting per schijf
Totale belasting
Van 0,01 tot 8.680 euro
25 %
2.170 euro
2.170 euro
Van 8.680 tot 12.360 euro
30 %
1.104 euro
3.274 euro
Van 12.360 tot 20.600 euro
40 %
3.290 euro
6.570 euro
Van 20.600 tot 37.750 euro
45 %
7.717,50 euro
14.287,50 euro
Boven 37.750 euro
50 %
Belastingen worden echter zo veel als mogelijk bij wijze van voorheffing geïnd. Als je werkt als werknemer zal je dan ook op de fiscale fiche 281.10, die je ontvangt van je werkgever, een bedrag zien staan dat door de werkgever werd ingehouden: de bedrijfsvoorheffing. Als zelfstandig kunstenaar maak je een factuur op voor je prestaties of ontvang je een ereloonfiche van je opdrachtgevers (fiche 281.50). De opdrachtgever of koper is anders dan de werkgever niet verplicht voorheffing in te houden op baten en winsten. Een zelfstandige wordt geacht per kwartaal zelf voorafbetalingen te doen, die een voorschot vormen op de uiteindelijk te betalen belasting.
Belastingen op occasionele inkomsten Inkomsten die je verkrijgt naast je beroep en die occasioneel (niet regelmatig, toevallig) zijn, kan je aangeven in de belastingen als een occasioneel inkomen. Deze occasionele inkomsten worden belast tegen 33% (+ gemeentebelasting), tenzij de toepassing van het progressief tarief dat geldt voor beroepsinkomsten voordeliger zou zijn. De belastingadministratie past automatisch het meest voordelig belastingtarief toe.
47
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Werkelijke of forfaitaire kosten Kunstenaars maken doorgaans aanzienlijke kosten om hun kunstwerken tot stand te brengen. Vaak hoor je dat enkel zelfstandigen hun werkelijke kosten in mindering kunnen brengen van hun inkomsten. Dat klopt echter niet. Ook werknemers kunnen hun werkelijke kosten aftrekken, net zoals zelfstandigen. Als kunstenaar heb je dus steeds twee mogelijkheden: - ofwel opteer je voor de aftrek van de forfaitaire kosten - ofwel opteer je voor de aftrek van je werkelijke kosten Je kan best nagaan of je werkelijke kosten hoger liggen dan de forfaitaire kostenaftrek. Pas dan is het interessant om werkelijke kosten aan te geven. Voor inkomstenjaar 2014 bedraagt de forfaitaire kostenaftrek: - van 0,01 tot 5.710 euro: 28,7% - van 5.710 tot 11.340 euro: 10,0% - van 11.340 tot 18.880 euro: 5,0% - van 18.880 tot 64.587,67 euro: 3,0% - boven de schijf van 64.587,67 euro: /
(Belastingen op) inkomsten uit auteurs- en naburige rechten Sinds juli 2008 bestaat er in België een fiscaal gunstregime voor auteurs- en naburige rechten. Voortaan worden inkomsten die je als natuurlijke persoon ontvangt uit de overdracht (cessie en concessie) van auteurs- en naburige rechten, tot een bedrag van 57.080 euro onderworpen aan een roerende voorheffing van 15%. De uitbetalers van auteurs- en naburige rechten zijn gehouden de roerende voorheffing in te houden. De betaler die de roerende voorheffing inhoudt, zal je een fiscale fiche 281.45 overhandigen, op basis waarvan je je aangifte kan invullen. Doordat je het verkregen bedrag en de ingehouden roerende voorheffing moet vermelden in je belastingaangifte, zal je wel aanvullende gemeentebelasting moeten betalen. Naast het gunstig tarief van 15% wordt ook voorzien in een specifieke forfaitaire kostenaftrek voor inkomsten uit de exploitatie van auteurs- en naburige rechten. Het kostenforfait voor inkomstenjaar 2014 bedraagt: - tot 15.220 euro: 50% - op de schijf van 15.220 tot 30.440: 25% - boven de schijf van 30.440: geen kostenforfait Iemand die 100 euro aan inkomsten verkrijgt in auteursrechten betaalt dus slechts op 50 euro 15% belasting.
48
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Meer informatie: Je kan bij het Kunstenloket terecht voor hulp bij het invullen van je belastingaangifte, zowel als werknemer, of als zelfstandige. Het Kunstenloket brengt ook elk jaar een brochure uit ‘Help! Hoe vul ik mijn belastingaangifte voor mijn inkomsten van xxxx in?’
Belasting op de Toegevoegde Waarde (btw) Btw kan als een soort ‘verbruiksbelasting’ worden omschreven: telkens een goed wordt geleverd of een dienst wordt verricht tegen een vergoeding, wordt daarop een belasting geheven. De volledige financiële last komt finaal bij de eindverbruiker of consument te liggen. Dit resultaat wordt bereikt door één van de meeste kenmerkende aspecten van het btw-stelsel: het recht op aftrek. Het stelsel van de btw-aftrek betekent dat elke btw-belastingplichtige btw aanrekent op zijn/ haar uitgaande facturen, om vervolgens btw af te trekken die hem/ haar wordt aangerekend op inkomende facturen. Enkel het verschil tussen de verschuldigde en de aftrekbare btw zal bij wijze van periodieke aangifte (per maand of kwartaal) aan de Staat worden afgedragen.
Wie is nu btw-plichtig? Een btw-belastingplichtige is eenieder die in de uitoefening van zijn economische activiteit, geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen doet of diensten verricht. Kunstenaars zijn dus, net als andere beroepscategorieën, btw-plichtig van zodra zij beantwoorden aan de definitie van een btw-plichtige, m.a.w.: - de kunstbeoefening wordt als een economische activiteit beschouwd. Zodra er een zekere organisatie wordt ontwikkeld en de kunstenaar een vergoeding vraagt voor zijn artistieke prestaties zal dit het geval zijn. - de artistieke activiteiten gebeuren op een regelmatige basis. Eerder toevallige handelingen zijn dus niet aan het btw-stelsel onderworpen. - de kunstenaar werkt op zelfstandige basis. De prestaties die je als werknemer verricht voor een werkgever zijn bijgevolg steeds vrijgesteld van btw. Zoals reeds blijkt uit de definitie van btw-plichtige is het van geen belang of de prestaties al dan niet met winstoogmerk worden geleverd. Ook vzw’s kunnen bijgevolg aan het stelsel van de btw worden onderworpen.
Btw i.g.v. verkoop van een kunstwerk De verkoop van kunstvoorwerpen door de maker of diens rechthebbenden is onderworpen aan 6% op voorwaarde dat:
49
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
- die door de maker of diens rechthebbende worden verkocht; - het gaat om een origineel kunstwerk (schilderijen, beeldhouwwerken, gravuren, etsen, litho’s, wandtapijten, keramiek, email, foto’s enzovoort) in de zin van rubriek XXI van bijlage A van KB nr. 20. De lijst van opgesomde kunstwerken is limitatief en strikt te interpreteren. Alle andere kunstwerken en kunstvormen zijn onderworpen aan het btw-tarief van 21%.
Btw voor een kunstenaar en galerie Een galerie kan in twee hoedanigheden optreden: als wederverkoper of als tussenpersoon. Een wederverkoper koopt kunstwerken van de kunstenaar en verkoopt deze opnieuw aan de uiteindelijke klant. Wanneer de galerie als tussenpersoon optreedt, koopt de uiteindelijke koper rechtstreeks van de kunstenaar en factureert de galerie een commissie aan de kunstenaar. Het onderscheid is van belang: het verlaagd btw-tarief van 6% is enkel van toepassing op leveringen van kunstwerken door de kunstenaar zelf of diens rechthebbenden. Leveringen van kunstwerken door de galerie zijn evenwel onderworpen aan het normale tarief van 21%. Voorbeeld: Een kunstenaar heeft een schilderij gemaakt waarvoor hij 1.000 euro exclusief btw wenst te ontvangen. De galerie wenst op dat schilderij een winst te maken van 200 euro, exclusief btw. De uiteindelijke koper is een particulier die de btw niet kan aftrekken. Wanneer de galerie als wederverkoper optreedt, heeft men volgende facturaties: - Een factuur van de kunstenaar aan de galerie van 1.000 euro + 60 euro btw (volledig aftrekbaar). - Een factuur van de galerie aan de uiteindelijke koper van 1.200 euro + 252 euro btw De uiteindelijke koper betaalt 1.452 euro, waarvan 252 euro niet-aftrekbare btw vervat zit. Wanneer de galerie optreedt als tussenpersoon, heeft men volgende facturaties: - Een factuur van de galerie aan de kunstenaar van 200 euro + 42 euro btw (volledig aftrekbaar). - Een factuur van de kunstenaar aan de uiteindelijke koper van 1.200 euro + 72 euro btw. De uiteindelijke koper betaalt in dit geval slechts 1.272 euro, waarvan 72 euro niet-aftrekbare btw vervat zit. Opmerking: Wanneer de uiteindelijke koper btw-plichtige is en het kunstwerk voor zijn beroepsdoeleinden aankoopt, zal de btw uiteraard aftrekbaar zijn. Alles weten over BTW? Kijk op de website van het Kunstenloket.
50
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
8.2. Boekhouding en carrièreplanning Boekhouding Of je nu werkt als werknemer, zelfstandige of in samenwerking met anderen, kunstenaars maken doorgaans veel kosten. Om die reden is het steeds aangewezen je inkomsten en uitgaven bij te houden om een overzicht te verkrijgen van je werkzaamheden en om je belastingaangifte in te kunnen vullen. Daarnaast legt de boekhoudwetgeving aan sommige ondernemingen de verplichting op tot het voeren van een vereenvoudigde of dubbele boekhouding. Zo dienen zelfstandige kunstenaars en sommige vzw’s een vereenvoudigde boekhouding te voeren. Een eenvoudige boekhouding bestaat uit een lijst inkomsten en uitgaven van de banken kasverrichtingen. Je moet ook een inventarisboek bijhouden. Een eenvoudige boekhouding kan je gemakkelijk zelf bijhouden. Vennootschappen en grote vzw’s moeten een volledige (dubbele) boekhouding voeren. In een volledige boekhouding bestaan er hulpdagboeken – aankoop, verkoop, bank en kas, een centralisatiedagboek en een inventarisdagboek. Voor de vennootschappen komt hier nog een aandeelhoudersregister bij. Voor een volledige boekhouding is het aangeraden dat je iemand extern aanspreekt om dit voor jou te doen. Wel is het goed dat je steeds je inkomsten en uitgaven zelf goed bijhoudt om een overzicht te bewaren. Dit maakt het ook eenvoudiger voor de boekhouder om je boekhouding te doen. Een loontrekkende werknemer en een feitelijke vereniging vallen niet onder de definitie van het begrip ‘onderneming’ en kennen bijgevolg geen verplichting om een boekhouding bij te houden. Meer informatie over je boekhouding kan je verkrijgen bij het Kunstenloket.
Carrièreplanning Als zelfstandig kunstenaar, maar evengoed als werknemer, is het interessant om je carrière te plannen. Hiervoor ontwikkelen Agentschap Ondernemen en Flanders DC, samen met verschillende partners de Routeplanner. De ‘Routeplanner voor de culturele en creatieve sectoren’ is de voorlopige werknaam van een online platform en coachingsprogramma waarmee ze creatieven willen helpen meester te worden van hun passie. De Routeplanner zal bestaan uit: - Een online toolkit met een set aan toepassingen die de gebruiker toelaten een volledig ondernemingsplan of carrièreplan uit te werken, aangevuld met voorbeelden, tips en eerstelijnsinfo. - Een online leerzone met gedetailleerde info over ondernemerschap in de creatieve sector/ carrièreplanning en informatie per sector.
51
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
- On- en offline persoonlijk advies door sectororganisaties en intermediairen bij het gebruik van de Routeplanner. Om sectororganisaties en intermediairen hierop voor te bereiden zal in het project een ‘train-the-coach’-opleiding worden voorzien. www.routeplannerccs.wordpress.com Ook het Kunstenloket kan je verder helpen bij het opstellen van een ondernemingsplan, of je helpen bij je carrièreplanning. Je kan hiervoor niet enkel terecht op hun website, zij bieden ook consults op afspraak.
Een ondernemingsplan opmaken Het gebruik van een ondernemingsplan is interessant om als kunstenaar zelfstandig te functioneren. Dit plan is trouwens ook een handig middel bij het opstellen van subsidie- of fondsendossiers. Zowel de beginnende als de ervaren kunstenaar heeft hier baat bij. Dit plan kan zorgen voor meer inzicht in de beroepspraktijk. Bovendien is het onder nemingsplan een goed hulpmiddel om alle stappen te overzien die nodig zijn om het werk te organiseren en een publiek te bereiken. Een ondernemingsplan bestaat uit een inleiding met persoonlijke gegevens, een projectplan, een marketingplan en een financieel plan. Een plan is een beleidsinstrument en is eigenlijk nooit af. Je moet voortdurend de situatie analyseren, middelen kiezen, een strategie uitwerken en evalueren.
Projectplan Een projectplan beschrijft wat je wilt bereiken op korte (één jaar) en lange termijn (vijf jaar). Daarbij is het interessant om even stil te staan bij de kansen en hindernissen waar je onderweg mee te maken kan krijgen.
Marketingplan Marketing – het op de markt brengen van een product – speelt een belangrijke rol bij exposeren of verkopen. De kunstenaar kan hier zelf voor instaan of die taak overlaten aan een galerie. Let erop dat je als kunstenaar op voorhand goede afspraken maakt met een galerie over de expositie, opening, publiciteit en de financiën. Voor de bemiddeling vraagt een galeriehouder doorgaans 40% of meer per verkocht werk. Of je nu zelfstandig werkt of met een galerie, het is in beide situaties belangrijk dat je als kunstenaar op de hoogte bent van de verkooptechnieken en presentatie. Daarom stel je best een marketingplan op. In een marketingplan omschrijf je je positie in de markt waarin je je begeeft. Een handige leidraad hierbij zijn de zogenaamde ‘vijf P’s van het marketingplan’: plaats, product, prijs, promotie en personeel. Deze vijf marketinginstrumenten moeten een goede mix vormen, waarbij alles logisch bij elkaar aansluit.
52
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Financieel plan Een financieel plan bestaat uit een investeringsbegroting, een financieringsplan en een exploitatiebegroting. De investeringsbegroting vormt een opsomming van de noodzakelijke uitgaven die je moet doen om als kunstenaar te kunnen functioneren. Dit hangt af van de discipline en de werkwijze. Voorbeelden zijn foto-, film- of computerapparatuur, schilderlinnen en verf, inrichting van een atelier, … Voor de grote investeringen kan je eventueel een lening afsluiten (enkel wanneer je je in staat acht om dit met je inkomsten terug te betalen). Het financieringsplan moet aangeven hoe de investeringen gefinancierd zullen worden. Dit kan met spaargeld, subsidies of eventueel met een lening. Een goede financiering is de basis voor de start van de onderneming. Hierbij zijn marktoriëntering, creativiteit en ondernemingsengagement vereist. Als kunstenaar moet je ook kunnen aantonen of je over genoeg liquide middelen beschikt. Je moet met andere woorden aantonen in hoeverre de inkomende geldstroom de uitgaande kan financieren. De exploitatiebegroting geeft aan hoeveel je op jaarbasis zal verdienen (de omzet) en hoeveel beroepskosten daarvoor gemaakt moeten worden. Je schat kosten en opbrengsten en probeert op een realistische manier te voorspellen of je wel of geen winst zal maken. Op de winst zal er een inkomstenbelasting betaald moeten worden. Als er sprake is van verlies is het aangeraden om ook andere inkomsten te hebben, zoals subsidies, een bijbaan of een uitkering. Het is noodzakelijk om een kostendekkende exploitatie na te streven.
Begroting Bij de opmaak van een begroting moet je op voorhand nadenken welke uitgaven je zal tegenkomen bij de realisatie van een project, om vervolgens te kijken of en hoe deze kosten zullen gefinancierd worden. Of omgekeerd, je vertrekt van een inkomst en gaat vervolgens na welke kosten hiermee zullen betaald worden. Dit gebeurt bij voorkeur op een gestructureerde manier, zodat geen enkele uitgave over het hoofd gezien wordt, of totaal verkeerd ingeschat wordt. Een begroting is een zo realistisch mogelijke inschatting van uitgaven en inkomsten, je kunt onmogelijk alles weten, maar het is een raming: hoeveel denk je uit te geven en waar denk je geld te vinden? Eigen aan de begroting is zijn beperktheid in de tijd. Voor een organisatie zal een begroting per kalenderjaar opgemaakt moeten worden; de individuele kunstenaar zal in een projectbegroting aangeven over hoeveel tijd het project zich zal spreiden. Een begroting is voor vzw’s en sommige vennootschappen een wettelijke verplichting. Bovendien is het een nuttig beleidsinstrument.
53
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Het voorkomt dat ad hoc-beslissingen een zware hypotheek zouden leggen op de toekomst. Je beschikt over een leidraad die aangeeft of zulke beslissingen geoorloofd zijn. Een begroting kan je best zo gedetailleerd mogelijk opstellen: maak onderverdelingen in uitgaven zoals preproductie of voorbereiding, productie, promotie. Een budget is een realistische inschatting van uitgaven en inkomsten. Het heeft geen zin om het budget kunstmatig te verhogen, vanuit de veronderstelling dat men steeds minder steun geeft dan men vraagt. Een opgeblazen budget valt snel door de mand waardoor de credibiliteit van het dossier, van de begroting en van de maker in gevaar komt. Een budget dat onderdeel is van een dossier is een engagement: als je steun krijgt moet je het ook ongeveer besteden zoals voorzien en moet je alle uitgaven ook kunnen verantwoorden; daarom is het noodzakelijk om zo realistisch mogelijk te begroten, en van alle uitgavenposten de juiste prijzen op te vragen. Subsidies dienen om het verlies te dekken. Dit betekent dat als je meer winst realiseert dan begroot, een deel van de subsidie moet worden terugbetaald. Je mag geen materiaalinvesteringen maken op een projectbudget zoals computer, camera en andere materialen die je daarna nog kan gebruiken. Je kunt slechts huur van deze materialen inschrijven. Wel kan je in de vorm van afschrijvingen toch een deel inbrengen, meer bepaald 1/5e van de totale kostprijs. Aan inkomstenzijde moet je aangeven welk inkomsten reeds toegekend zijn (voeg schriftelijke bevestiging toe in bijlage), welke inkomsten je aangevraagd hebt en wanneer je daarover antwoord verwacht. Indien er zich na het indienen van het dossier zich belangrijke wijzigingen voordoen in het budget moet je alle partners steeds op de hoogte brengen. Er zijn enkele standaardondernemingsplannen in omloop, bijvoorbeeld bij de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO). De website van UNIZO is direct gericht naar ondernemers en staat vol tips, advies en nuttige adressen. www.unizo.be Ook de Vlaamse Overheid heeft zo’n model voor een ondernemingsplan: www.ondernemen.vlaanderen.be Meer informatie over het behalen van een attest ‘basiskennis bedrijfsbeheer’ vind je op de website van Syntra, het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming. www.syntra.be
54
Deel 2. Organisatie van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
Behalve het investeren van eigen middelen, via bijvoorbeeld inkomsten uit een job, zijn er verschillende mogelijkheden om je werk te financieren.
55
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
1. Inkomsten uit opdrachten Tentoonstellingen Naast de kosten die verbonden zijn aan het tentoonstellen zelf (vervoerskosten en loon om de opstelling te coördineren) kan een kunstenaar een vergoeding vragen voor 'het tentoonstellen van zijn werk', los van de kosten en werkuren die verbonden zijn aan de opbouw van een tentoonstelling (te vergelijken met de inkomsten uit de auteursrechten bij het opvoeren van een muziek-, dans- of theaterstuk of het vertonen van een audiovisuele creatie, los van de kosten voor de uitvoering of bekomen van de kopie). Meer informatie over tentoonstellen vind je in Deel 4.
Creatieopdrachten Personen of organisaties kunnen de opdracht geven aan kunstenaars om een werk te maken. Binnen het Kunstendecreet bestaat hiervoor een subsidieregeling. Het dossier moet aangevraagd worden door de persoon of organisatie die de opdracht geeft. Meer info op de website van Kunsten en Erfgoed. Ook in de bedrijfswereld groeit meer en meer interesse in samenwerkingsverbanden met kunstenaars. In sommige gevallen leidt de samenwerking tot een opdracht die een kunstwerk oplevert, maar dat hoeft niet. Er kan ook een onderlinge uitwisseling van expertise (bijvoorbeeld technische) tot stand komen of kunstenaars kunnen ingeschakeld worden in een veranderingsproces in het bedrijf, waarbij ook de medewerkers actief betrokken worden. Je kan voor een creatieopdracht beroep doen op een SBK (sociaal bureau voor kunstenaars). Je bent dan als werknemer ingeschreven, het SBK vervult de rol van interimkantoor. Door als werknemer ingeschreven te zijn, bouw je ook sociale zekerheid op. De opdracht moet door de kunstenaar en de opdrachtgever vooraf worden aangegeven bij het SBK. Samen worden er afspraken gemaakt m.b.t. de aard van de opdracht, de duur en de vergoeding. Je kan met de opdrachtgever ook rechtstreeks een arbeidsovereenkomst afsluiten, waardoor je werknemer bent bij de opdrachtgever. Meer informatie over het werknemerstatuut vind je in Deel 2.4 'Werknemer'. Creatieopdrachten kunnen ook worden vergoed via een kleine vergoedingsregeling. Dat is een all-in kostenvergoeding die vergoedingen voor artistieke prestaties regelt met een maximum van 122,21 euro per dag en een maximum van 30 dagen per jaar. Je kan je opdrachtgever vragen om voor een bepaalde occasionele activiteit of verkoop te werken met een kleine vergoedingsregeling. Meer informatie hierover vind je in Deel 2.3 'Vergoedingen voor artistieke activiteiten'.
56
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Kunst in opdracht (publieke gebouwen) Volgens het decreet van 23 december 1986 moet iedere publieke rechtspersoon die geheel of gedeeltelijk ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap een gebouw opricht of verbouwt, iedere private rechtspersoon die met ten minste 30 procent subsidie ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap een gebouw opricht of verbouwt, alsook iedere private of publieke rechtspersoon waarmee de Vlaamse Gemeenschap een huurkoopcontract, leasingcontract of huurcontract voor 25 jaar of langer afsluit, volgens de schaal een bepaald percentage van de bouwkosten besteden aan in het gebouw geïntegreerde kunstwerken. Los van de percentageregeling komen ook tal van kunstwerken in de publieke ruimte tot stand. Dit kunnen zowel tijdelijke (n.a.v. een tentoonstelling) als permanente werken zijn. Globaal genomen wordt gebruik gemaakt van vier methodes om een kunstenaar te selecteren voor een kunstopdracht in de publieke ruimte: open oproep, geselecteerde shortlist, selectie door een curator of rechtstreekse aanstelling.
2. Verkoop van je werk Hoe bereken je de prijs van een werk? Gebaseerd op de optelsom van alle kosten, maar ook op de prijs op de kunstmarkt: wat een verzamelaar eraan wil geven, gebaseerd op de artistieke waarde, is op zijn beurt afhankelijk van individuele waardering, maar ook van de waardering binnen de sector. Als je aan een galerie verbonden bent, verloopt de verkoop van je werk via de galerie. Als kunstenaar kan je ook rechtstreeks werk verkopen. Onder welk statuut je je werk ook verkoopt, je doet dat best aan de hand van een verkoopovereenkomst. Een voorbeeld van zo'n overeenkomst vind je op de website van het Kunstenloket. Op de verkoop van een kunstwerk betaal je steeds 6% btw, op voorwaarde dat het om een origineel kunstwerk gaat (zie bepalingen rubriek XXI van bijlage A van KB nr. 20) en dat het door de maker of diens rechthebbende wordt verricht. Als zelfstandige is het belangrijk te weten of het om een occasionele verkoop gaat, of om een beroepsinkomen. Bijvoorbeeld: - Een advocaat volgt een opleiding beeldhouwen op de academie. De academie organiseert een tentoonstelling. De advocaat verkoopt 3 werken tijdens die tentoonstelling. Dit is een occasionele inkomst. - De advocaat verkoopt elk jaar 4 à 10 werken. Dit is een beroepsinkomen.
57
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Occasionele vs. beroepsinkomsten Als het om een eenmalige activiteit gaat, kan je de vergoeding aangeven als 'divers inkomen'. Je betaalt dan geen sociale bijdragen, wel 33% belastingen. Voor je occasionele inkomsten ontvang je van je opdrachtgever een fiscale fiche 281.50 die je aangeeft bij diverse inkomsten. Die inkomsten zijn belastbaar tegen een tarief van 33% na aftrek van je bewezen kosten. Worden je inkomsten toch beschouwd als beroepsinkomsten? Dan betaal je 25 à 50% belastingen in plaats van 33%. Meer over belastingen en btw vind je in Deel 2.8.1. Meer informatie over occasionele verkoop: www.kunstenloket.be/advies/vergoedingen/occasionele-activiteit Je kan ook werken met aandeelhouders. Zij kopen bijvoorbeeld een aandeel in een tentoon stelling en krijgen nadien de kans om (eventueel aan verminderde prijs) werken te kopen. De brochure 'Tentoonstellen – een praktische gids' van het Kunstenloket geeft een overzicht van de verschillende elementen die bij het opzetten van een tentoonstelling, al dan niet met verkoop van de kunstwerken, aandacht verdienen. Ook de aspecten transport en verzekering worden belicht. Verschillende voorbeeldcontracten zijn bijgevoegd. www.kunstenloket.be/nl/documenten
3. Investering door je galerie Galeries kunnen een investering maken in het werk van de kunstenaar, door bijvoorbeeld voorafgaand aan een tentoonstelling het werk te prefinancieren. Het percentage dat een galerie van het verkoopbedrag vraagt, is afhankelijk van galerie tot galerie. Een groot aantal galeries zal de productiekosten van de verkoopprijs aftrekken en de helft van de resterende som aan de kunstenaar geven. De galeries zullen dan vaak de volledige promotie op zich nemen (zie ook Deel 4. ‘Je werk publiek maken’).
4. Verhuur van je werk Er zijn heel wat private organisaties die kunst verhuren aan bedrijven of particulieren. Daarnaast nam ook de overheid het initiatief voor de oprichting van een organisatie die kunst verhuurt: Kunst In Huis. Kunst In Huis maakt promotie voor jonge Vlaamse kunstenaars en tracht openheid te creëren voor actuele kunst bij een zo groot mogelijk publiek. Dit gebeurt door het verhuren van kunstwerken aan particulieren en bedrijven; maar evenzeer door het organiseren van tentoonstellingen, projecten en het participeren aan artistieke evenementen. Kunstenaars krijgen een podium waarop ze hun werk kunnen tonen. Ze ontvangen bovendien een financiële vergoeding voor de kunstwerken die ze Kunst In Huis ter beschikking stellen. Het publiek kan aan een democratische prijs Kunst in huis halen en bij gelegenheid rechtstreeks of onrechtstreeks met kunstenaars in contact komen.
58
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Kunst In Huis wil niet het zoveelste distributiekanaal voor actuele kunst zijn, maar stelt een unieke ervaring van omgaan met kunst centraal, waarbij niet het bezitten van het kunstwerk, maar wel de kunstervaring centraal komt te staan.
5. Inkomsten uit rechten Kunstenaars kunnen hun rechten doen gelden, met name auteursrecht en volgrecht. Een werk is auteursrechtelijk beschermd als het getuigt van originaliteit en gematerialiseerd is in een concrete vorm. Het auteursrecht verleent rechten aan de maker van het werk door vermogensrechten en morele rechten toe te kennen aan de maker van het werk. De beschermingstermijn is beperkt tot 70 jaar na de dood van de maker. Als kunstenaar kan je je aansluiten bij een beheersvennootschap zoals SABAM of SOFAM om je inkomsten uit rechten te innen, maar dat is geen verplichting. Het volgrecht is de vergoeding die de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk geniet bij elke doorverkoop van zijn werk met de tussenkomst van een professionele kunsthandelaar. Daarnaast krijgen kunstenaars soms ook te maken met portretrecht. Het portretrecht wordt ook het recht op afbeelding van ieder individu genoemd. In principe moet voor elke afbeelding van een individu en voor het gebruik van deze afbeelding toelating worden gevraagd. Meer informatie op www.kunstenloket.be Meer info over auteursrecht en volgrecht in Deel 4.5.
6. Coproducties Naast de subsidiërende overheden zijn er meer en meer kunstorganisaties die een actieve rol spelen in de ondersteuning van creaties van kunstenaars. Dat doen ze door een financiële bijdrage te leveren of door materiaal ter beschikking te stellen dat gevaloriseerd wordt in het budget. Kunstorganisaties (bijvoorbeeld kunstencentra, organisaties voor beeldende kunst met een productieopdracht of musea voor hedendaagse kunst) doen dit omdat het steunen van creaties één van hun doelstellingen is. Ofwel doen ze het om op die manier mee aan de oorsprong te staan van een nieuw werk dat men zo ook als eerste kan tonen. Dat geldt vooral voor occasionele tentoonstellingen, voor festivals en stadsfestivals met een luik beeldende kunst, voor biënnales, culturele hoofdsteden, enz. Meestal zijn de budgetten die deze kunstorganisaties ter beschikking stellen onvoldoende om een nieuw werk te maken, zodat de kunstenaar zelf andere financiële bronnen moet zoeken. Dat kan hetzij door eigen investeringen (eventueel te recupereren door verkoop), hetzij door het vragen van een projectsubsidie bij de publieke overheden, hetzij door het vinden van een andere tentoonstellingsorganisator die mee in de productiekosten van het werk wil participeren en het werk ook later wil tonen. Het betrekken van bepaalde organisaties als
59
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
coproducent bij een productie sluit soms andere organisaties uit, omdat ze fysiek te dicht bij elkaar liggen of omdat ze zich tegenover elkaar willen profileren. Het vraagt daarom enige voorbereiding tot welke organisaties de kunstenaar zich richt om op te treden als coproducent. Op basis van zo'n coproductiebudget kan de coproducerende instantie het werk niet verwerven. De kunstenaar kan de producent wel bijvoorbeeld de première garanderen en de naamsvermelding als coproducent op de credits bij alle latere vertoningen. Het spreekt vanzelf dat zo'n coproductieafspraken best geformaliseerd worden in een schriftelijke overeenkomst. Een gecoproduceerd werk kan daarna door de kunstenaar verkocht worden en de kunstenaar kan daarover afspraken maken met de coproducent in een contract. In sommige gevallen zullen die coproducenten, die zich dicht bij de creatie en de kunstenaar betrokken voelen, ook een rol kunnen spelen in de verdere verspreiding van dat werk, hoewel dat niet noodzakelijk zo is.
7. Alternatieve financieringen: crowdfunding, time/ bank, kostenrecuperatie Crowdfunding is een alternatieve manier om projecten te financieren via kleine bijdrages van het publiek. Vele particulieren investeren een klein bedrag om een project te financieren. Vaak worden de bijdrages verzameld via een online platform. Crowdfunding kwam overgewaaid uit de VS en heeft al een zekere voedingsbodem in Nederland (bijvoorbeeld voordekunst.nl). In België staat crowdfunding binnen de beeldende kunst voorlopig nog in zijn kinderschoenen, al zijn er ook toch al enkele veelbelovende pilootprojecten gerealiseerd. In 2013 startte het initiatief CroFun en in mei 2014 werd Push Creativity gelanceerd, een initiatief van SMartBE. Meer informatie over de voor- en nadelen van crowdfunding vind je terug in een publicatie van het Kunstenloket ‘Crowdfunding: een kritische benadering’. Time/ bank is een online platform waarbij diensten en goederen door groepen en individuen worden verhandeld met 'tijd' als ruilmiddel. Het huidige wantrouwen in de bestaande financiële en economische modellen vormt de belangrijkste drijfveer voor deze parallelle micro-economie gebaseerd op vertrouwen en solidariteit. Elke transactie laat gebruikers toe diensten aan te vragen, aan te bieden en te betalen met ‘Hour Notes’. Als een taak uitgevoerd is, kan het krediet van uren voor later opgespaard worden, aan een ander lid van de bank worden geschonken of bijdragen aan de ontwikkeling van grotere gemeenschappelijke projecten. In de Angelsaksische wereld is Time/ bank een heus begrip, in België is er op dit ogenblik geen Time/ bank actief. Recuperatie van kosten door je goed te organiseren Zoek voor jezelf naar een goede structuur om je kunstpraktijk in onder te brengen (vzw, bvba, cvba, …). Een goede boekhouder kan ervoor zorgen dat je een deel van je kosten kan recupereren.
60
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
8. Subsidies 8.1. Vlaamse Gemeenschap 8.1.1. KUNSTENDECREET – SUBSIDIES AAN KUNSTENAARS Opgelet: het Kunstendecreet voor 2016 zal het Kunstendecreet van 2004 vervangen. Vanaf 2014 wordt het nieuwe Kunstendecreet reeds in fases ingevoerd. Surf naar www.kunstenenerfgoed.be voor de meest actuele informatie. Subsidie-aanvragen die in het najaar van 2015 worden ingediend zullen volgens de nieuwe bepalingen en door de nieuwe pool van commissieleden behandeld. De oproep voor kandidaten voor deze pool zal 1 december 2014 worden gelanceerd. Alle aanvragen voor 2014 en 2015 worden nog op de huidige manier en door de huidige commissies behandeld. Niet alleen professionele organisaties, maar ook individuele kunstenaars kunnen gesubsidieerd worden. Kunstenaars zijn dus niet meer verplicht om eerst een organisatiestructuur te creëren om voor subsidiëring in aanmerking te kunnen komen. De subsidieaanvragen binnen het Kunstendecreet worden op artistiek vlak beoordeeld door de beoordelingscommissie, bevoegd voor de discipline waarvoor een aanvraag wordt ingediend. Het agentschap Kunsten en Erfgoed beoordeelt ze op zakelijk vlak. De beslissing betreffende het al dan niet toekennen van een subsidie wordt genomen door de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur. Voor de meeste subsidiemogelijkheden worden strikte limietdata gehanteerd voor het indienen van de subsidieaanvragen. De formulieren en handleidingen op de website van het agentschap Kunsten en Erfgoed helpen je bij het opstellen van een volledig dossier. Voor 2014-2015 zijn volgende indiendata van belang: 1 september 2014, 1 december 2014 en 1 maart 2015. Deze indiendata zijn van toepassing voor ontwikkelingsgerichte beurzen, projectsubsidies aan kunstenaars en subsidies voor creatieopdrachten. Aan kunstenaars die een aanvraagdossier m.b.t. audiovisuele kunsten willen indienen, wordt specifiek gevraagd om documentatie online beschikbaar te stellen (via links naar websites) zodat de commissieleden dit materiaal voorafgaand aan de bespreking kunnen bekijken. Het Kunstendecreet ondersteunt individuele kunstenaars hoofdzakelijk met ontwikkelingsgerichte beurzen, projecten en creatieopdrachten. Zowel de reeds erkende, gevestigde kunstenaar als de zoekende kunstenaar komt voor ondersteuning in aanmerking. Afhankelijk van de artistieke kwaliteit van het oeuvre van de kunstenaar (inclusief de verdienste van het reeds afgelegde parcours en de mogelijkheden van het toekomstige parcours) en van de projecten die hij/ zij wenst te realiseren, kunnen verschillende soorten beurzen aangevraagd worden.
61
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Ontwikkelingsgerichte beurzen ondersteunen de ontwikkeling van de kunstenaars loopbaan. Dat betekent niet dat ontwikkelingsgerichte beurzen leeftijdsgebonden zijn. Kunstenaars die zich pas op latere leeftijd professioneel op een kunstdiscipline toeleggen, of ervaren kunstenaars die een langere periode van reflectie willen inlassen, bijvoorbeeld om zich te heroriënteren, kunnen er aanspraak op maken. Kunstenaars kunnen een ontwikkelingsgerichte beurs aanvragen, ongeacht hun leeftijd, op voorwaarde dat ze minstens drie jaar betrokken zijn bij het kunstgebeuren in Vlaanderen en dat ook kunnen aantonen. Ontwikkelingsgerichte beurzen worden toegekend aan kunstenaars bij wie de mogelijkheden tot oeuvre-ontwikkeling positief worden ingeschat. Er is dus sprake van een concreet verwachtingspatroon. Van de kunstenaars die ontwikkelingsgerichte beurzen ontvangen, wordt verwacht dat ze zich met behulp van de beurs in hun kunstcreatie engageren en hier nadien een inhoudelijk verslag van voorleggen. Ontwikkelingsgerichte beurzen worden, mits aan de rapporteringsplicht wordt voldaan, altijd volledig uitbetaald, ook als de verhoopte oeuvre-ontwikkeling uitblijft. Projectsubsidies aan kunstenaars zijn gericht op tastbare resultaten. In de loop van een kunstenaarsloopbaan verschuift de focus van ontwikkelingsgerichte naar resultaatgerichte ondersteuning. Van kunstenaars met een volgroeid oeuvre wordt bijvoorbeeld verwacht dat ze geen ontwikkelingsgerichte beurzen aanvragen, maar eerder resultaatsgerichte subsidies. Projectsubsidies aan kunstenaars zijn gericht op een concreet resultaat, bijvoorbeeld een tentoonstelling, de realisatie van een kunstwerk of een betere reflectieve omkadering van het oeuvre van de kunstenaar. De plannen voor het project moeten bij de aanvraag voldoende concreet zijn, en de realisatiekosten moeten al bekend zijn. Bij de aanvraag voor een projectsubsidie moet dan ook een ontwerpbudget gevoegd worden. Projectsubsidies moeten ook nadien zowel inhoudelijk (met een inhoudelijk verslag) als financieel (d.m.v. een gestaafd overzicht van inkomsten en uitgaven) worden verantwoord. Projectsubsidies kunnen worden toegekend aan kunstenaars die een specifiek project willen realiseren, ongeacht hun leeftijd. Wel moeten ze kunnen aantonen dat ze minstens drie jaar betrokken zijn bij het kunstgebeuren in Vlaanderen. Kunstenaars kunnen aanspraak maken op projectsubsidies op het vlak van productie, presentatie en reflectie. Het Kunstendecreet behandelt enkel de productie van non-single screen mediakunst. Voor de ondersteuning van productie van single screen mediakunst moet je je richten tot het Vlaams Audiovisueel Fonds (FilmLab). Subsidies voor creatieopdrachten kunnen worden toegekend aan de opdrachtgever ter ondersteuning van de creatie en presentatie van nieuwe werken binnen het veld van de beeldende kunst, de muziek en de podiumkunsten.
62
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Hier zijn een aantal voorwaarden aan verbonden: - De kunstenaar die de opdracht krijgt, moet minstens drie jaar betrokken zijn bij het kunstgebeuren binnen de Vlaamse Gemeenschap. - De opdrachtgever moet beschikken over rechtspersoonlijkheid of een natuurlijke persoon zijn. - Het opdrachtwerk moet door de opdrachtgever worden gepresenteerd. - Het opdrachtwerk moet een origineel werk zijn. - Het opdrachtwerk mag door de kunstenaar niet gecreëerd worden in opdracht van een onderwijsinstelling als proef die de kunstenaar moet afleggen aan dezelfde onderwijsinstelling. - De creatieopdracht moet door de opdrachtgever worden aangevraagd. - Creatieopdrachten op het vlak van de beeldende kunsten moeten worden gepresenteerd uiterlijk op 1 november van het jaar dat volgt op het jaar waarin de subsidie wordt toegekend. Meer info op www.kunstenenerfgoed.be > alles over subsidies Voor meer informatie over de praktische voorwaarden kan je contact opnemen met: Agentschap Kunsten en Erfgoed Afdeling Kunsten Robert Michel, Secretaris beoordelingscommissie Beeldende Kunst 02/553.68.21 – [email protected] Vragen? Advies nodig? Bij BAM (www.bamart.be) kan je terecht voor info en advies m.b.t. een subsidie-aanvraag.
Subsidies voor internationale initiatieven Internationale projectsubsidies ondersteunen organisaties en natuurlijke personen die reeds een internationale erkenning hebben verworven of voldoende waarborgen bieden om zich internationaal te profileren. Naast binnenlandse aanvragers kunnen ook buitenlandse initiatieven een aanvraag indienen, op voorwaarde dat ze Vlaamse kunst tonen. Het begrip internationale projecten slaat onder meer op de volgende activiteiten: coproducties, (deelname aan) tentoonstellingen in het buitenland, uitwisselingen. Voor meer informatie over de samenstelling van een aanvraagdossier en de beoordelingscriteria kan je terecht op www.kunstenenerfgoed.be > alles over subsidies Contact: Agentschap Kunsten en Erfgoed Hilde Lievens 02/553.69.36 – [email protected]
63
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Internationale werkverblijven bieden kunstenaars of leden van kunstenorganisaties de kans om gedurende langere tijd hun (kunst)activiteit te ontwikkelen in buitenlandse kunstinstellingen of om te werken onder begeleiding van toonaangevende kunstenaars. De kunstenaars of leden van kunstorganisaties die een aanvraag indienen, werken reeds op een professionele basis in het domein waarbinnen ze hun aanvraag indienen. Opleidingen aan universiteiten, postgraduaten of kunsthogescholen komen niet in aanmerking voor deze ondersteuning. Voor meer informatie over de samenstelling van een aanvraagdossier en de beoordelingscriteria kan je terecht op www.kunstenenerfgoed.be > alles over subsidies Contact: Agentschap Kunsten en Erfgoed Hilde Lievens 02/553.69.36 – [email protected] Er bestaat een tegemoetkoming voor reis-, verblijf- en transportkosten. In hoofdzaak gaat het hier om deelname van kunstenaars, critici, curatoren, bemiddelaars, organisaties uit Vlaanderen aan kleinschalige initiatieven in het buitenland. Uitzonderlijk kan ook een bijdrage worden toegestaan aan buitenlandse gasten die in Vlaanderen zijn uitgenodigd. De tegemoetkoming in reis-, verblijf- en transportkosten beoogt een actieve deelname van de indiener. Ze is niet bedoeld voor prospectie of het louter bijwonen van activiteiten (congressen, workshops e.d.). Een tegemoetkoming in de reis-, verblijf- en transportkosten wordt gezien als een tussenkomst in deze kosten. Het percentage van de kosten waarin tussengekomen wordt, hangt af van de kwalitatieve inschatting van de aanvraag en de begroting. Voor meer informatie, neem contact op met: Agentschap Kunsten en Erfgoed Sara Hoste 02/553.68.48 – [email protected] www.kunstenenerfgoed.be > alles over subsidies Er kunnen tussenkomsten worden voorzien voor het vertalen van teksten uit het Nederlands naar andere talen en omgekeerd. Deze teksten moeten een interessante bijdrage leveren over het artistieke gebeuren in Vlaanderen of belangrijke informatie over nieuwe evoluties in, of relevante informatie over, het culturele leven voor Vlaanderen ontsluiten. De vertaalde teksten moeten ook publiek toegankelijk gemaakt worden via publicaties of andere dragers. Binnen deze subsidievorm is er de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor de vertaling van een niet-periodieke publicatie of artikel. Voor meer informatie over de samenstelling van een aanvraagdossier en de voorwaarden kan je terecht op www.kunstenenerfgoed.be > alles over subsidies Contact: Agentschap Kunsten en Erfgoed Hilde Lievens 02/553.69.36 – [email protected] www.kunstenenerfgoed.be
64
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
8.1.2. VLAAMS AUDIOVISUEEL FONDS – FILMLAB Het FilmLab is bedoeld voor audiovisuele creaties van filmische aard die zich onderscheiden door hun innovatief en/ of atypisch karakter. Het FilmLab staat open voor projecten uit alle door het VAF ondersteunde categorieën (animatie, documentaire en fictie). Ook projecten uit de experimentele mediakunst worden in aanmerking genomen, voor zover het gaat over filmisch werk dat bestemd is voor vertoning op single screenplatformen (dus naast bioscoop en tv, bv. ook computer, gsm, tablet, ...). Alle lengtes zijn toegelaten, inclusief interactief werk. Voor een project binnen het FilmLab kan je steun aanvragen voor scenario, ontwikkeling, productie en promotie. Voor meer informatie over de praktische voorwaarden kan je contact opnemen met: Vlaams Audiovisueel Fonds 02/226.06.30 [email protected] www.vaf.be
8.2. Vlaamse Gemeenschapscommissie Subsidies voor kunstprojecten Elke kunstenaar met domicilie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of elke Nederlandstalige vereniging zonder commerciële doeleinden met zetel in het Brussels hoofdstedelijk gewest kan subsidies voor kunstprojecten aanvragen. Het kunstproject waarvoor subsidie wordt aangevraagd, moet minstens eenmaal getoond worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of moet deel uitmaken van een uitwisselingsproject met als expliciet doel de promotie van het Vlaams-Brusselse artistieke leven. De VGC maakt bij het beoordelen van dossiers geen onderscheid tussen de verschillende disciplines. Beeldende kunst, fotografie, muziek, dans, theater, literatuur of nieuwe media hebben een even grote waarde.
Trajectsubsidies voor kunstenaars Trajectsubsidies zijn gericht op de groei binnen het oeuvre van een individuele kunstenaar of vereniging. Voor heel wat kunstenaars en verenigingen is een projectsubsidie bij de VGC dikwijls een stap in hun ontwikkeling. Maar voor een project kan men enkel resultaatsgericht, op korte termijn werken en geen afspraken maken voor langetermijnsamenwerkingen. De bedoeling van de trajectsubsidies is in te spelen op deze lacunes. Zo wil de VGC onder meer jonge of beginnende kunstenaars stimuleren om zich aan een evolutie te wijden en hen de mogelijkheid geven om structureel samen te werken met Brusselse cultuurhuizen.
65
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Bij een trajectsubsidie kan een kunstenaar of vereniging een fiat krijgen voor maximaal twee jaar om nu eens niet een op voorhand volledig uitgewerkt project te realiseren, maar net om binnen een ruimer tijdsbestek nieuwe ideeën te ontwikkelen, andere kruisbestuivingen te onderzoeken, een nieuwe evolutie aan te gaan. Niet specifiek verbonden aan de output dus – al kunnen onderweg wel projecten ingevuld worden – maar aan het soort evolutie dat men voor ogen heeft. Wel is het logisch dat men moet kunnen verduidelijken welke evolutie men plant. Een trajectsubsidie richt zich immers op een ontwikkeling, niet louter het voortzetten van het bestaande parcours. Een sprong voorwaarts dus. Daarnaast vraagt de VGC ook dat de trajecten aansluiting vinden bij het Brusselse netwerk binnen de kunsten. Daarbij denkt men onder meer aan samenwerking met andere kunstenaars en/ of verenigingen, podia die repetitieruimte ter beschikking stellen, maar ook werkplaatsen die de kunstenaar of het gezelschap willen begeleiden in het productionele en administratieve proces. Een traject dat niet in afzondering groeit, maar begeleid en gesteund wordt door andere spelers, heeft immers meer slaagkansen en vergroot de energie die de kunstenaar of het gezelschap aan het eigenlijke traject kan besteden. Dit versterkt dus enerzijds de positie van de kunstenaar en anderzijds de laboratoriumfunctie van Brussel en haar kunstenveld. Meer informatie over subsidies voor kunstprojecten en trajectsubsidies kan je terecht op www.vgc.be > cultuur > kunsten > subsidies > subsidies voor kunstprojecten/ trajectsubsidies Vlaamse gemeenschapscommissie Pascal Vandelanoitte 02/563.05.56 – [email protected]
66
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
8.3. Franse gemeenschap en Franse Gemeenschapscommissie (Brussel) De Franse Gemeenschap (Fédération Wallonie-Bruxelles) voorziet net als de Vlaamse Gemeenschap een aantal subsidies. Le Service des Arts Plastiques is de bevoegde instantie die het beleid beheert over de beeldende kunsten, de ambachtelijke kunsten en design in Wallonië en Franstalig Brussel. Zij voorziet subsidies voor creatie en productie, programmatie, publicatie, structurele (meerjarige) subsidies en subsidies voor het opzetten van evenementen. Meer info en aanvraag voor deze verschillende subsidies vind je hier. De Franse Gemeenschapscommissie in Brussel (La Commission communautaire française), of kortweg 'Cocof' voorziet eveneens subsidies voor culturele initiatieven. Meer informatie hierover vind je op de website.
8.4. Provincies Ook de provincies hebben tot op heden een cultuurbeleid. Provincies ondersteunen kunstenaars in de vorm van wedstrijden, prijzen of kunstaankopen. PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Dienst Cultuur Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-Laan 41 8200 Sint-Andries 050/40.32.52 [email protected] www.west-vlaanderen.be > cultuur PROVINCIE OOST-VLAANDEREN Dienst Kunsten en Cultuurspreiding Provinciaal Administratief Centrum Het Zuid Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent 09/267 72 57 [email protected] www.oost-vlaanderen.be > cultuur & vrije tijd > cultuur PROVINCIE ANTWERPEN Departement Cultuur Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen 03/240.64.11 www.provant.be > vrije tijd > cultuur
67
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
PROVINCIE LIMBURG Directie Mens, Beleidscel Cultuur Universiteitslaan 1 3500 Hasselt 011/23.75.13 [email protected] www.limburg.be/cultuur PROVINCIE VLAAMS-BRABANT Dienst Cultuur Provincieplein 1 3010 Leuven 016/27.76.71 [email protected] www.vlaamsbrabant.be > vrije tijd en cultuur > cultuur
8.5. Steden en gemeenten Naast provincies bieden ook steden en gemeenten ondersteuning aan kunstenaars via diverse regelingen. Vooral in centrumsteden zijn er steunmaatregelen voor kunstenaars, bijvoorbeeld via kunstopdrachten in de publieke ruimte, kunstaankopen, wedstrijden, atelierbeleid … Surf naar de website van je stad of gemeente voor meer informatie of neem contact op met de plaatselijke dienst cultuur.
8.6. Internationale subsidies 'Creative Europe' is de subsidielijn van de Europese Unie, die cultuur en media ondersteunt. In het subprogramma voor cultuur zijn er subsidiemogelijkheden voor o.a. samenwerkingen tussen culturele organisaties uit verschillende landen, vertalingsinitiatieven voor literatuur, netwerken die de culturele en creatieve sector helpen om competitief en transnationaal te werken, en voor platformen die opkomend talent promoten en Europese programmering stimuleren. Ook UNESCO biedt een beurs aan voor artiesten, de UNESCO-Aschberg Burseries for Artists. Het programma promoot de mobiliteit van jonge kunstenaars via kunstenaarsresidenties in het buitenland. De oproep is open voor creatieve schrijvers, musici en beeldende kunstenaars tussen 25 en 35 jaar oud. In elk land gelden andere subsidieregelingen. Meer informatie vind je op de websites van de specifieke landen.
68
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
9. Lening/ krediet Om een lening of krediet aan te gaan kan je terecht bij een klassieke bank. De duurzame Triodos Bank voorfinanciert subsidies in afwachting van een storting. Er zijn ook diverse investeringsfondsen of andere initiatieven waarbij je mogelijk terecht kan:
CultuurInvest Met CultuurInvest richt PMV zich tot ondernemers in de creatieve industrie. Het fonds werkt aan de groei en economische zelfstandigheid van bedrijven die cultuurgebonden producten of diensten aanbieden. Er moet wel een duidelijk marktpotentieel zijn. CultuurInvest verstrekt immers geen subsidies. Het fonds investeert via achtergestelde leningen en kapitaalparticipaties. www.pmv.eu/nl/diensten/cultuurinvest
Winwinlening Wie als vriend, kennis of familielid een Winwinlening toekent aan een bedrijf, zelfstandige of zelfstandige in bijberoep, krijgt jaarlijks 2,5% interest en een jaarlijkse belastingkorting van 2,5% op het geleende bedrag. Het gaat om een achtergestelde lening tot maximaal 50.000 euro per project en 100.000 euro op jaarbasis. De lening moet acht jaar lopen. Als u niet kunt terugbetalen, krijgt uw vriend, kennis of familielid 30% van het verschuldigde bedrag terug via een eenmalige belastingvermindering. www.pmv.eu/nl/diensten/winwinlening
Minitoelage De Vlaamse overheid stelt minitoelagen ter beschikking aan kunstenaars uit alle artistieke disciplines. De minitoelage is een overbruggingskrediet. In tegenstelling tot subsidies en beurzen dient deze toelage terugbetaald te worden. Het is dus een tijdelijke financiële overbrugging voor bijvoorbeeld een project of een investering. Een aanvraag voor minitoelage is niet te combineren met subsidies van de Vlaamse overheid voor hetzelfde project. Met een minitoelage kan de kunstenaar zichzelf geen loon of andere vorm van bezoldiging uitbetalen. De kunstenaar krijgt de minitoelage in één keer op zijn/ haar persoonlijke rekening gestort. De terugbetaling van de minitoelage door de kunstenaar gebeurt via maandelijkse stortingen. Een minitoelage bedraagt 500 euro tot 7.500 euro. De terugbetalingstermijn bedraagt maximaal vier jaar. De beslissingscriteria voor de toekenning van een minitoelage zijn: - de aanvraag heeft een artistiek doel, het betreft een artistiek project of een investering die nodig is voor het artistiek werk - de aanvrager kan het project zelf niet financieren - de aanvrager biedt garanties op terugbetaling van de minitoelage. www.kunstenenerfgoed.be > alles over subsidies
69
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
STROOMinvest (provincie Limburg) STROOMinvest is het cultureel investeringsfonds in Limburg dat achtergestelde leningen verstrekt aan Limburgse start-ups en ondernemingen binnen de creatieve industrieën en met een duidelijk markt- en groeipotentieel. www.stroominvest.be
Participatiefonds Het Participatiefonds is een federale kredietorganisatie voor zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen, kmo’s, starters, inclusief werkzoekenden, die een eigen zaak willen opzetten. Daarnaast wil het Participatiefonds zijn knowhow delen door administratieve, technische en financiële diensten te leveren ten voordele van andere instellingen, al dan niet in samenwerking met andere organisaties. www.fonds.org
Waarborgregeling De Waarborgregeling biedt de bank of kredietverschaffer meer zekerheid wanneer je – als starter, kmo, vrij beroep of grote onderneming – onvoldoende zekerheden kan voorleggen. De overheid stelt zich borg tot en met anderhalf miljoen euro. Het systeem waarborgt ook leasingcontracten. www.pmv.eu/nl/diensten/waarborgregeling
Kmo-portefeuille De kmo-portefeuille is een laagdrempelige en interactieve webtoepassing waarlangs ondernemers jaarlijks tot 15.000 euro subsidies kunnen bekomen voor ondersteuning in hun processen van ondernemen, innoveren en internationaliseren. De kmo-portefeuille is een subsidiemaatregel van de Vlaamse overheid die Vlaamse kmo’s moet ondersteunen. Via de kmo-portefeuille zijn er subsidies mogelijk voor opleiding, strategisch advies, advies internationaal ondernemen en technologieverkenning die worden ingekocht bij erkende dienstverleners. www.agentschapondernemen.be/artikel/wat-de-kmo-portefeuille
Impulskrediet Je wilt vooruit: een nieuwe zaak opstarten of je lopende activiteiten uitbouwen. Maar een lening bij een klassieke bank lukt niet, wegens te weinig eigen kapitaal, geen borg... Dan is er het Impulskrediet. Het Impulskrediet verleent je het nodige startkapitaal. Er zijn vier types Impulskrediet. Elk krediet heeft een specifieke doelgroep: zelfstandigen in bijberoep of in hoofdberoep en werkzoekenden. www.hefboom.be/impuls.aspx?url=impulskrediet-home
70
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
10. Sponsoring Sponsoring betekent dat de kunstenaar een werk wil maken of zijn oeuvre wil ontwikkelen via een reeks werken, en daarvoor gesteund wordt door een private persoon of een bedrijf, ofwel in de vorm van geld ofwel in natura. Sponsoring betekent steeds return, anders is er sprake van mecenaat. Deze return hangt enerzijds af van de sponsoraanvraag die de kunstenaar heeft opgesteld en de returnvoorstellen die men heeft geformuleerd. Anderzijds heeft de sponsor ook zelf ideeën en wensen omtrent de invulling van die return. - Steun voor een werk of een reeks werken (werken van één tentoonstelling) in ruil voor naamsvermelding (al dan niet met logo) op het identificatiekaartje bij het werk, op de uitnodiging of affiche van de tentoonstelling, of door het verkrijgen van specifieke privileges bij de tentoonstelling (een private rondleiding, een speciale drink enz.). - Steun aan de kunstenaar (cash, diensten of materiaal) in ruil voor naams- of logovermelding gedurende een bepaalde periode, of voor de toestemming om bepaalde werken af te beelden in de communicatie van de sponsor, of door het verwerven van bijvoorbeeld één werk. Bij de onderhandeling over return is het belangrijk dat de kunstenaar deze in overeenstemming kan brengen met de inhoud van het werk en van het oeuvre (bv. logo's op het identificatiekaartje van het kunstwerk). Goede en heldere afspraken zijn hierbij belangrijk en ze kunnen best geformaliseerd worden in een schriftelijke overeenkomst of contract.
11. Beurzen VOCATIO De vroegere Belgische Stichting Roeping, omgedoopt tot VOCATIO, heeft als hoofddoel zowel materiële als morele steun te verlenen aan jonge laureaten met een levensproject in een wereld die ingrijpend verandert. Elk jaar reikt de stichting tien tot vijftien beurzen uit ter waarde van 7.500 € tot 10.000 € (jaarlijks bepaald in functie van de economische conjunctuur), die jongeren moet toelaten hun droom waar te maken en hun roeping voluit vorm te geven, ongeacht hun afkomst, hun discipline, hun actieterrein, hun studieniveau of hun vorming. VOCATIO biedt elke laureaat niet alleen een persoonlijke begeleiding aan, maar ook een relatienetwerk en een uitwisselingsforum met oud-laureaten en mensen die een beroep willen doen op hun uiteenlopende talenten. www.vocatio.be
71
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Spes Sinds 1987 kent de mecenaatvereniging Spes jaarlijks beurzen toe aan Belgische kunstenaars: musici, literatoren, beeldende kunstenaars, textielontwerpers. Het doel is hen te ondersteunen bij de verwezenlijking van een creatief project of hen te helpen bij het afronden van hun opleiding om zo hun artistieke ontplooiing te bevorderen. www.spes.be
Koning Boudewijnstichting De Koning Boudewijnstichting steunt projecten en burgers die zich engageren voor een betere samenleving. De Koning Boudewijnstichting focust op een aantal thema’s en is actief vanuit Brussel, maar steunt ook projecten ver buiten de Belgische en Europese grenzen. De Koning Boudewijnstichting beheert onder meer het Fonds Hilde Demedts, een prijs (1.000 euro en 2.500 euro) voor kunstenaars in Vlaanderen die zich onderscheiden in de grafische kunst. www.kbs-frb.be
Begeleidingsbeurzen en Salto-beurzen SMartBE SMartBE wijst elk jaar een aantal beurzen toe aan kunstenaars om hun creatieve activiteiten te ondersteunen. De begeleidingsbeurzen zijn er voor kunstenaars die zich op een scharnierpunt in hun artistieke ontwikkeling bevinden en een artistiek project willen realiseren dat uiting geeft aan deze omwenteling. De beurzen financieren voornamelijk de begeleiding die nodig is om het project uit te voeren. Die begeleiding kan bijvoorbeeld plaatsvinden in een kunstenaarsresidentie, maar ook bij een onderneming of een ngo, aan een universiteit, door deelname aan een workshop of door stage te lopen bij een gezelschap, een kunstenaar, een specialist, ... De Salto-beurzen zijn er voor kunstenaars die hun naamsbekendheid kunnen vergroten omdat ze een uitnodiging hebben gekregen voor een festival, een expositie, een voorstelling, ... in België of in het buitenland. Hierdoor krijgen ze de kans om een breder publiek te bereiken. www.smartbe.be/nl/diensten/beurzen
72
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
12. Open wedstrijden en prijzen Voor oproepen (zowel binnenland als buitenland) kan je terecht op de website en in de nieuwsbrief van BAM. Hieronder vind je een overzicht van een aantal Belgische wedstrijden of prijzen voor beeldende kunstenaars.
The Young Belgian Art Prize Deze prijs is gegroeid uit de Prijs Jonge Belgische schilderkunst. De wedstrijd staat open voor kunstenaars uit alle beeldende kunstdisciplines, die van Belgische nationaliteit zijn of al minimum één jaar in België verblijven en op 1 januari 2015 nog geen 35 jaar zijn. www.youngbelgianartprize.com
Prijs Paule Pia voor jonge fotografen De Prijs Paule Pia is een wedstrijd voor jonge Belgische fotografie die vanaf 2011 tweejaarlijks wordt uitgeschreven door de Stichting Paule Pia. Deze stichting, met als administratieve zetel het FotoMuseum Antwerpen, heeft als doelstelling de naam Paule Pia en de herinnering aan haar verdiensten als fotografe, galeriehoudster en promotor van jonge fotografen onverminderd in stand te houden. De wedstrijd staat open voor alle fotografen die geboren zijn in België of op het moment van inschrijving in België wonen, en op de uiterste datum van inschrijving de leeftijd van 35 jaar nog niet hebben overschreden. www.fotomuseum.be
Monography Series Award NIKON-BOZAR Via de Monography Series Award NIKON-BOZAR kunnen Belgische fotografen een voorstel indienen voor een kleine solotentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten. Op de Award staat geen leeftijd, maar er wordt gekozen voor artistieke fotografie. De voorgestelde tentoonstelling moet een interessant thema duiden en de beelden moeten een sterke artistieke inbreng tonen. www.bozar.be
Prijs van de Actuele Tekenkunst van de Stad Ronse De wedstrijd heeft reeds sinds jaren een uitstraling verworven binnen de beeldende kunstensector in Vlaanderen en door de gerichtere promotie wint de wedstrijd jaar na jaar aan belang zowel op het vlak van artistieke inhoud en beoordeling als op het vlak van concept. Zowel studenten aan de kunsthogescholen, jonge professionele kunstenaars als kunstenaars met een artistiek parcours wagen hun kans in deze wedstrijd. www.ronse.be > vrije tijd > cultuur
73
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Gaverprijs De Gaverprijs is een tweejaarlijkse wedstrijd voor schilderkunst en staat open voor alle kunstenaars die geboren zijn of wonen in Nederland, Vlaanderen of het Brussels Gewest en niet ouder zijn dan 35 jaar op de dag van de prijsuitreiking. Kunstenaars die reeds bekroond werden met de Gaverprijs zijn uitgesloten. www.ccdeschakel.be/gaverprijs
Open Sites Open Sites verenigt art/ terre en Entre-lacs, twee in situ georganiseerde tweejaarlijkse evenementen gewijd aan hedendaagse beeldende kunst waarbij 20 internationale (teams van) ontwerpers uitgenodigd worden om een origineel kunstwerk uit te voeren waarin de aarde (in Komen-Waasten) en het water (in Villeneuve d’Ascq) een essentiële plaats innemen. www.art-terre.be
Wedstrijd Godecharle De laureaten ontvangen een beurs van 5.000 euro voor een termijn van twee jaar. Per jaar krijgen ze de helft van dit bedrag. Overeenkomstig de wil van de stichter moeten zij deze som besteden aan buitenlandse studiereizen en opzoekingen. De wedstrijd staat open voor kunstenaars van Belgische nationaliteit of staatsburger van een van de landen van de Europese Unie die op de datum van het afsluiten van de kandidaturen sedert ten minste vijf jaar in België wonen of verblijven, en die op 1 januari van het wedstrijdjaar minder dan 35 jaar oud zijn en voordien nog geen laureaat van de wedstrijd zijn geweest. www.godecharle.be
Art’Contest Art’Contest is een wedstrijd voor jonge, Belgische kunstenaars. Art’Contest stelt alles in het werk om de deelnemers te promoten via tentoonstellingen, website, blog, Twitter en Facebook, en organiseert voor de kunstenaars ontmoetingen met mensen in de kunstsector zoals galeriehouders, museumcuratoren, kunstcritici en verzamelaars. www.artcontest.be
Belfius Sinds 1970 organiseert Belfius Bank elk jaar een wedstrijd, sinds 2003 speciaal voor leerlingen plastische kunst van academies. In het voorjaar is er een regionale selectie in de academies. Daarna beoordeelt een professionele jury tijdens een tentoonstelling in de Brusselse Belfius-gebouwen het werk van de overblijvende artiesten. De laureaten ontvangen net als hun academies een geldprijs en ze krijgen de kans om hun werk aan het grote publiek te tonen. www.belfius.be/...
74
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
BNP Paribas Fortis Young Artistic Talent Award BNP Paribas Fortis wenst de artistieke creatie actief aan te moedigen en jonge kunstenaars te ondersteunen in hun evolutie. Alle kunstenaars tussen 18 en 35 jaar, die in België wonen en werken, mogen deelnemen. www.bnpparibasfortis.com/ne/pid2131/young-artistic-talent-award.html
Prix National Photographie Ouverte Sinds de oprichting van de Prix National Photographie Ouverte in 1981 heeft het sterk bijgedragen tot het onder de aandacht brengen van de belangrijkste tendensen in de fotografie in België. Veel fotografen die een onderscheiding hebben ontvangen van deze wedstrijd komen vandaag op het voorplan van de Belgische fotografie. www.museephoto.be
75
Deel 3. Financiering en inkomsten van de kunstenaarspraktijk
inhoud
Deel 4. Je werk publiek maken
tentoonstellen, communicatie en promotie
76
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
1. Inleiding Werk tonen betekent het publiek maken van je werk. ‘Publiek’ is een abstract begrip, want het bestaat uit verschillende geledingen: het brede publiek, kunst- en cultuurliefhebbers, kunstkopers, professionelen uit de sector zoals curatoren, critici en theoretici, enz. Diverse initiatieven geven presentatiemogelijkheden aan kunstenaars: kunstgaleries, centra voor beeldende kunst, musea voor hedendaagse kunst, tijdelijke tentoonstellingen in tentoonstellingsruimtes of in open lucht. Beeldende kunst wordt vandaag ook vertoond op andere culturele plekken. Denk maar aan culturele centra of kunstencentra die dat doen op permanente basis in daarvoor geschikte ruimtes, of uitsluitend in het kader van thematische programma’s. Het tonen van beeldende kunst gebeurt echter niet enkel in louter culturele omgevingen. Interventies in de publieke ruimte, publieke gebouwen of leegstaande panden zijn andere contexten waarin beeldende kunst gepresenteerd kan worden. Tentoonstellingen worden veelal samengesteld door curatoren, die vanuit een bepaalde focus, interesse of thematische invalshoek kunstenaars selecteren. Curatoren vervullen een sleutelrol in het tentoonstellingscircuit. Naast curatoren die verbonden zijn aan organisaties zijn er ook heel wat onafhankelijke curatoren die op freelancebasis aan projecten werken. Ook galeries en privéverzamelaars doen vaak beroep op de kennis van curatoren. Ook aan wedstrijden zijn soms tentoonstellingskansen verbonden. Zowel in binnen- als buitenland worden wedstrijden voor diverse kunstenaars georganiseerd. In Deel 3.12 vind je een overzicht van wedstrijden in België. Deelname aan wedstrijden is dus een andere piste om opgenomen te worden in het tentoonstellingscircuit. Audiovisuele producties kunnen getoond worden in bioscopen, op filmfestivals en in tentoonstellingsplekken. Programmatoren en curatoren spelen hierbij een belangrijke rol. In het audiovisuele circuit wordt voor de distributie van (grotere) producties ook gewerkt met distributeurs, aanvullend bij het werk van de producent en Flanders Image die instaat voor de promotie. Kunstenaars nemen overigens meer en meer zelf initiatief om te vertonen, hetzij als organisatie die gerund wordt door kunstenaars, hetzij als groep kunstenaars die initiatief neemt om hun werk alleen of in groep tentoon te stellen. Behalve via tentoonstellingen wordt beeldende kunst ook anders en elders publiek gemaakt. Denk maar aan de uitgave van werk in boekvorm, op dvd, het creëren van werk dat specifiek gemaakt is voor het internet, of het maken van werk dat het resultaat is van een collectief maakproces met bewoners, en waarbij de vertoning zowel het proces als eindresultaat betreft. Maken en tonen komen hier heel dicht bij elkaar te liggen. Tonen moet steeds gebeuren in de beste omstandigheden die de kunstenaar in samenspraak met de tentoonstellingsmaker en zijn of haar ploeg uittekent, zodat het publiek maximaal toegang kan krijgen tot de complexiteit van het werk.
77
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
2. Aspecten van het tentoonstellen De kennis voor het vertonen van hedendaagse kunst beperkt zich al lang niet meer tot het inkaderen, muren bouwen, sokkels plaatsen en uitlichten van kaders aan de muur. De complexiteit van het werk dat kunstenaars vandaag maken, de diversiteit in het gebruikte materiaal en de vermenigvuldiging van de vertoningsplekken en vertoningsmogelijkheden die niet steeds over alle kennis en techniek beschikken, maken het vertonen er niet makkelijker op. Daarom is het belangrijk om alle aspecten die bij het tentoonstellen komen kijken grondig door te praten met de tentoonstellingsmaker vooraleer je een uitnodiging aanvaardt. Ben je er zeker van dat de ruimte geschikt is of geschikt gemaakt kan worden? Weet je zeker dat de technische uitrusting en technische kennis van het team volstaat om je werk in de juiste condities te tonen? Sta je achter het tentoonstellingsconcept, het tentoonstellingsthema of de samenstelling van de groepstentoonstelling? Zal de tentoonstellingsmaker voldoende aandacht besteden aan publiciteit en wat is de promotiestrategie? Kent de tentoonstellingsmaker je werk voldoende? Indien niet, dan kan een uitnodiging in het atelier of het versturen van een portfolio helpen. Kunstenaars en tentoonstellingsmakers werken vaak samen op basis van een vertrouwensrelatie. Maar toch kunnen bovenstaande vragen en voorwerpen van dialoog best geformaliseerd worden in een schriftelijke overeenkomst. Laten we eerst die diverse vragen ontrafelen om te zien hoe dat in een contract geformaliseerd kan worden.
2.1. Technische fiche Maak voor elk werk of het geheel aan werken dat je wil presenteren een technische fiche op. Zo’n technische fiche kan bestaan uit: - Een lijst met de bestanddelen van elk werk - Een gedetailleerde materiaallijst die de presentatieplek moet voorzien om het werk op te stellen - Een minimale omvang van de ruimte - Een gedetailleerd plan voor de opstelling Sommige kunstenaars leggen de vertoningscondities vast in een technische fiche en een ruimtelijk plan dat het technische team precies moet uitvoeren. Andere kunstenaars maken ook een gedetailleerde lijst en plan, maar beschouwen het vertonen als een ‘hercreatie’: zij laten telkens opnieuw het werk maximaal spreken in dialoog met de ruimte en eventueel met de andere kunstenaars in die ruimte of in de omgeving. Het is steeds wenselijk dat de kunstenaar de ruimte vooraf bezoekt zodat de gestandaardiseerde technische fiche aangepast kan worden aan de ruimte. Ook bij de opstelling kan de aanwezigheid van de kunstenaar aangewezen zijn om ter plekke beslissingen te nemen of bepaalde aspecten te wijzigen. Als de kunstenaar een
78
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
vertoning als een ‘hercreatie’ beschouwt, is het logisch dat de kunstenaar alle stappen van de opbouw volgt en zelf de opstelling leidt. Bij een groepstentoonstelling moet de ruimte verdeeld worden onder verschillende kunstenaars. Soms doet de tentoonstellingsmaker dit zelf op basis van individuele gesprekken met elke kunstenaar die deelneemt, soms is het een gemeenschappelijk proces waar alle kunstenaars bij betrokken worden. Het is daarom belangrijk dat de tentoonstellingsmaker beschikt over de exacte presentatieomstandigheden voor elk werk, zodat elk werk maximaal tot ontplooiing komt. Het is belangrijk om zo gedetailleerd mogelijk te zijn in de omschrijving van het nodige materiaal dat de organisator moet voorzien om het werk op te stellen zoals bijvoorbeeld: afmetingen van sokkels en extra muren, type projectoren voor dia, film of video (minimum lichtsterkte bijvoorbeeld), type geluidsmateriaal zoals versterker en speakers, type computer en internetconnectie, welk soort spots, enz. Naast het materiaal is er technische kennis vereist bij de opstelling. Is deze specifieke kennis wel beschikbaar in het technische team van de organisator? Indien niet, kan de kunstenaar eisen dat gespecialiseerd personeel wordt voorzien, of personeel wordt ingezet dat door de kunstenaar wordt aangebracht. Sommige kunstenaars werken met een assistent of een technisch team dat elke tentoonstelling uitvoert en coördineert, in samenwerking met het team van de organisator. Spreek goed op voorhand af wie wat voorziet, zowel op vlak van materiaal als op vlak van (technisch) personeel. Het is ook belangrijk dat er afspraken worden gemaakt zodat de kunstenaar steeds van alle beslissingen en wijzigingen op de hoogte wordt gebracht, en mee kan onderhandelen over aanpassingen of alternatieven. Wanneer nieuw werk gecreëerd wordt voor een bepaalde tentoonstelling, dan speelt de toegewezen ruimte en de kennis van alle aspecten van die ruimte (volume, licht, geluidsdichtheid ...) een belangrijke rol.
2.2. Transport en opbouw De data van opstelling, afbraak en vervoer worden meestal in detail afgesproken zodat de kunstenaar de garantie heeft dat er voldoende tijd is om op te bouwen en af te breken, en dat het vervoer tijdig geregeld is zodat de kunstwerken niet te laat aankomen voor de opbouw. De opbouw, afbraak en het vervoer zijn voor rekening van de organisator, maar de kunstenaar kan vragen om met een specifiek transportbedrijf te werken of het vervoer helemaal zelf te regelen. Het is daarbij belangrijk om in alle stappen van de tentoonstelling, gaande van vervoer, opbouw, tentoonstelling, afbouw en vervoer terug, precieze verantwoordelijkheden af te spreken, inclusief het afsluiten van een verzekering, in geval van schade. Werd de schade toegebracht door het transport, door het personeel bij de opbouw of door een bezoeker tijdens de tentoonstelling?
79
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
2.3. Veiligheid en verzekeringen Aangezien de organisator verantwoordelijk is voor het werk tijdens de bruikleenperiode, inclusief het vervoer van en naar de tentoonstellingsplek, zal deze zich laten verzekeren voor schade, diefstal of verlies. Aangezien er steeds onherstelbare schade, diefstal of verlies mogelijk is, bepalen beide partijen de waarde van het werk dat in dat geval terugbetaald zal worden. Veiligheid heeft niet alleen te maken met de bescherming van het kunstwerk tegen beschadiging en diefstal. De organisator laat zich ook verzekeren voor de bezoekers en voor het personeel dat ingezet wordt bij de opstelling en afbraak. De ruimte moet ook voldoen aan de veiligheidsnormen en eventueel aan klimatologische eisen.
2.4. Tentoonstellen in de openbare ruimte Het tentoonstellen in openbare ruimte (op straat of in publiek toegankelijke gebouwen) gebeurt meer en meer. Naast de inhoudelijke, historische, fysieke en sociale kenmerken van een plek waarop de kunstenaar wil inspelen, zal de kunstenaar ook met heel wat praktische regels geconfronteerd worden: beperkingen die te maken hebben met de fysieke ingrepen op die plek en met de veiligheidsregels voor de bezoekers en passanten. Deze regels worden best vooraf besproken met de eigenaars of beheerders van die plekken en hun technisch team, die vaak zelf zelden ervaring hebben met kunst. Bovenal is er echter toestemming nodig van die eigenaars en/ of beheerders en daar spelen niet alleen technische en praktische argumenten een rol, maar ook de wil en de zin om tijdelijke artistieke interventies in openbare ruimte al dan niet toe te laten en mogelijk te maken. Daarnaast hanteren verzekeringsmaatschappijen specifieke eisen opdat een werk in de openbare ruimte verzekerd kan worden.
2.5. Inhoudelijke fiche (voor pers, promotie en publiekswerking) Tonen heeft niet alleen te maken met het zichtbaar en ervaarbaar maken van een werk, maar ook met de vermelding van de credits van het werk en met de juiste inhoudelijke begeleiding. Het creëren van die inhoudelijke context en educatie is een taak van de tentoonstellingsorganisator (publiekswerking), maar als kunstenaar kan je best zoveel mogelijk kwalitatief hoogstaand materiaal aanreiken zodat er juiste informatie en goede afbeeldingen worden verspreid in persberichten en in artikels en zodat publieksmedewerkers voldoende achtergrond krijgen om met de tentoonstelling aan de slag te gaan. De kunstenaar kan ook vragen om alle teksten en proefdrukken die de tentoonstellingsorganisatie maakt vooraf te controleren. Het is de kunstenaar die toestemming geeft of, en op welke drager (druk, audiovisuele dragers, omroep, internet) en voor welke landen het tentoongestelde werk
80
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
gereproduceerd en publiek gemaakt mag worden voor promotiedoeleinden. Omgekeerd garandeert de kunstenaar dat dit promotiemateriaal zelf rechtenvrij is en zonder claims door derden publiek gemaakt kan worden. Als er een catalogus gemaakt wordt, gebeurt dat meestal in nauw overleg met de kunstenaar. Ook hier kan de kunstenaar ideeën aanreiken over schrijvers, keuze van beelden en vormgeving en de voorlopige versie controleren voor de druk. Voor de vernissage stellen kunstenaar en tentoonstellingsorganisator samen een lijst op van genodigden. Hou zelf je contacten goed bij in een overzichtelijk adresbestand. Contactgegevens van curatoren, critici en andere professionals komen steeds van pas, niet enkel als je tentoonstelt. De kunstenaar beschikt daarom steeds over een pakket inhoudelijke informatie dat de tentoonstellingsorganisator kan gebruiken voor promotiedoeleinden: - Een cv en bio van de kunstenaar - Teksten die geschreven werden over de kunstenaar, over zijn of haar werken of over tentoonstellingen waaraan hij/ zij deelnam - De credits van het tentoongestelde werk (kunstenaar, titel, jaartal, eigenaar van het werk, eventueel sponsor of subsidiënt indien dit werd overeengekomen) - Tekst over het werk: concept, motivatie, omschrijving - Andere teksten en essays van andere schrijvers - Beeldmateriaal van degelijke kwaliteit (specificeer telkens welke credits er onder welk beeld vermeld moeten worden, zoals de fotograaf, de naam van de kunstenaar, de titel van het werk en jaartal …)
Opstellen van een curriculum vitae (cv) en portfolio Een cv kan volgende informatie bevatten: - kunstenaar woont en werkt in stad (land) - geboortejaar en -stad - opleiding - solotentoonstellingen jaartal, titel tentoonstelling, locatie, stad, land, curator, catalogus (cat.) - groepstentoonstellingen jaartal, titel tentoonstelling, locatie, stad, land, curator, deelnemende kunstenaars, catalogus (cat.) - screenings, evenementen, performances … jaartal, titel, locatie, stad, land, datum, curator
81
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
- werken in de publieke ruimte of andere opdrachten jaartal, titel werk, locatie, stad, land, opdrachtgever - lezingen jaartal, titel, locatie, stad, land - residenties jaartal, locatie, stad, land - collecties waarin het werk opgenomen is publieke collecties (instelling, stad, land), privécollecties, bedrijfscollecties - prijzen en wedstrijden jaartal, prijs, stad, land - publicaties (indeling in kunstenaarsboeken, monografieën, catalogi, artikels in tijdschriften en kranten…)
auteur, titel, uitgever, stad, land, datum - organisatie of coördinatie van tentoonstellingen, evenementen enz. data, type evenement, titel, locatie, stad, land, begin- en einddatum, korte omschrijving - vertegenwoordiging door galerie start- en eventuele einddatum … Dit zijn de meest voorkomende velden, die nog verder aangevuld kunnen worden. College Art Association heeft ook standaarden vastgelegd voor een curriculum vitae en een artist résumé (korte versie van een cv). Een portfolio is een manier om aan te tonen wat je bereikt hebt en hoe je dat gedaan hebt en probeert anderen te overtuigen van de kwaliteit van eigen werk (bijvoorbeeld foto’s, afbeeldingen, audiovisuele opnames, krantenknipsels …). Hoe dat wordt ingevuld en op welke drager is zeer persoonlijk.
82
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
2.6. Financiële afspraken en overeenkomsten Tentoonstellen werd vroeger beschouwd als een eer die een positief effect zou hebben op de verkoop, waardoor de kunstenaar volledig gratis meewerkte aan een tentoonstelling. Een tentoonstelling levert echter niet steeds verkoop op en bovendien heeft de kunstenaar veel kosten bij het mogelijk maken van een tentoonstelling. Het is daarom vandaag gebruikelijk om daarover financiële afspraken te maken. Alles hangt af van de financiële mogelijkheden van de tentoonstellingsorganisator en de eisen van de kunstenaar, en zal dus in onderling overleg bepaald moeten worden. Volgende aspecten kunnen voorwerp van onderhandeling zijn: - De vergoeding voor de kunstenaar, om het werk dat hij of zij gemaakt heeft, tentoon te stellen. - De kosten van de kunstenaar bij de voorbereiding, bij de opstelling en bij het redigeren van tekstmateriaal (vervoers-, telefoon-, materiaalkosten, gepresteerde uren). - De auteursrechten van de kunstenaar op het reproduceren van beeld- en/ of geluidsmateriaal voor promotiedoeleinden. Ook al heeft de vertoning of tentoonstelling geen verkoopintentie, toch kunnen kunstenaar en tentoonstellingsorganisator afspraken maken wanneer een koper zich spontaan aanbiedt. De tentoonstellingsorganisator kan de koper gewoon doorsturen naar de kunstenaar en de kunstenaar kan beslissen om in dat geval een percentage van de verkoopopbrengst toe te kennen aan de organisator van de tentoonstelling. De tentoonstelling met de bedoeling om werk te verkopen wordt besproken in Deel 3.2. Alle inhoudelijke, ruimtelijke, technische, legale en financiële afspraken kunnen best geformaliseerd worden in een overeenkomst. Soms is de tentoonstellingsmaker werknemer van de organisatie, soms is hij freelancer. Het contract moet in elk geval afgesloten worden tussen de kunstenaar en diegene die de ruimtelijke, materiële en promotionele diensten levert. Meer informatie en een voorbeeld van een tentoonstellingsovereenkomst (met verkoopbemiddeling) vind je in de brochure ‘Tentoonstellen 2013’ op de website van het Kunstenloket.
83
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
3. Publiceren van je werk Je kunt je werk tonen en publiek maken in de vorm van een uitgave die al dan niet te koop wordt aangeboden. Je kunt uitgeven in boekvorm, audiovisuele werken kunnen uitgegeven worden op dvd en geluidskunst op een cd op LP. Soms is een combinatie mogelijk van boek, dvd of cd. De kunstenaar kan ofwel met een uitgever en/ of distributeur werken, of kan een uitgave in eigen beheer maken en verspreiden. Denk in elk geval goed na wat het doelpubliek is van je publicatie. Daarop kan je de inhoud, de vormgeving, de verspreiding, de kostprijs enz. afstemmen. Een uitgever zal het project van A tot Z opvolgen en zal ervoor zorgen dat de uitgave verspreid wordt, ofwel door de eigen distributiediensten, ofwel in onderaanneming door het engageren van een distributeur. In dat geval zal de kunstenaar de uitgever het recht geven om het werk te reproduceren én publiek te verspreiden voor een bepaalde prijs, op een welbepaalde drager, voor een welbepaald territorium en voor een welbepaalde duur. De uitgever zal dan met deze afspraken rekening houden indien hij het werk distribueert via een distributeur in onderaanneming. Met een distributeur wordt een contract gesloten over het aantal exemplaren, de verkoopprijs, en de vergoeding van die distributeur. Het is de kunstenaar die de distributeur contractueel de toestemming moet geven om het werk te verspreiden, op bepaalde drager(s), voor een bepaald territorium en voor een bepaalde duur (licentie). De overeenkomst tussen kunstenaar en uitgever en/ of distributeur heeft de vorm van een licentie: de uitgever/ distributeur kan, op basis van de EU-richtlijn op het auteursrecht, geen rechten definitief afkopen van de maker, maar de maker kan wel een licentie geven tot reproductie en distributie voor bepaalde dragers, territoria en andere criteria. Een voorbeeld van een licentie vind je op de website van het Kunstenloket.
84
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
4. Je werk op het internet Ook hier is het enkel de maker die toestemming kan geven of een werk gereproduceerd en publiek gemaakt wordt via het internet. In sommige gevallen kan het werk zelf ook verspreid worden via het internet. Dat geldt vooral voor audiovisuele werken. In de meeste gevallen gaan kunstenaars er echter van uit dat hun werk onlosmakelijk verbonden is met een fysieke ruimte (video als installatie, geluidskunst als installatie, het schilderij of de sculptuur in de ruimte ...). De distributie ervan via het internet, als fragment of integraal, zal daardoor eerder als een document (documentaire representatie) van het werk beschouwd worden dan als kunstwerk zelf. Sommige kunstenaars zullen distributie van hun werk in die vorm ook toestaan, mits de kwaliteit van de reproductie voldoende is voor informatieve, educatieve of onderzoeksdoelstellingen, maar onvoldoende voor reproductie en vertoning. Op die manier beschermt men zich tegen illegaal downloaden, kopiëren en publiek maken op andere dragers die de commerciële belangen van de maker kunnen schaden. Maar men kan het vrij publiceren van werk ook reguleren door een welbepaalde licentie digitaal aan het digitale document te verbinden, waarbij de gebruiker er zich toe verbindt het digitale document enkel onder welbepaalde voorwaarden te zullen gebruiken, en bijvoorbeeld niet zal exploiteren voor commerciële doeleinden via het internet of voor andere dragers. De Creative Commons-licenties zijn daar een goed voorbeeld van. Op die manier kan men documenten van het werk vrij laten circuleren, zonder dat de exploitatie van de reproductierechten voor commerciële doeleinden (reproducties in kunstboeken, in boekvorm of audiovisuele producties) ermee in het gedrang komt. Steeds meer kunstenaars begrijpen dat het belangrijk is om documenten van hun werk via het internet vrij publiek te maken en dat het de belangstelling voor de fysieke ervaring met het werk alleen maar kan vergroten. Kunstenaars plaatsen dergelijke documenten van hun werk op een eigen website, op de website van de galerie of geven toestemming aan musea of aan databanken rond kunst en hedendaagse kunst (bijvoorbeeld van BAM) om documenten over het werk digitaal te reproduceren en publiek te maken. Ten slotte zijn er kunstenaars die werk specifiek concipiëren voor het internet en dan ziet men het net meestal als een publiek toegankelijke ruimte (de website is toegankelijk zonder betaling) en als ruimte met een speciale dynamiek omdat gebruikers niet alleen toegang hebben, maar ook in veel gevallen zelf content kunnen aanleveren en uploaden). De kunstenaar is dan zelf verantwoordelijk voor claims van derden op de content die men op die website plaatst (zeker met participatieprojecten kan dat moeilijk worden, men heeft er immers geen zicht op of de participanten wel rechtenvrij materiaal gebruiken, daarom zullen de initiatiefnemers van dergelijke internetplatforms de gebruikers zelf verantwoordelijk stellen voor de content die zij aanleveren). Men kan ook op het internet alleen materiaal gebruiken waarvan de rechten vrij zijn of ‘gecleard’ zijn. Meer informatie Op de website van BAM staan heel wat links naar websites van kunstenaars. www.bamart.be
85
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
5. Auteursrechten Het auteursrecht beschermt de originele creaties van de geest, zoals bv. beeldhouw werken, literaire en wetenschappelijke teksten, scenario’s, schilderijen, foto’s, filmwerken, voordrachten, choreografieën, enzovoorts. Het auteursrecht verleent rechten aan de maker van het werk door vermogensrechten en morele rechten toe te kennen aan de auteur of maker van het werk. Aangezien het auteursrecht een monopolie of exclusieve rechten toekent aan de auteur of maker van het werk, is de beschermingstermijn beperkt tot 70 jaar na de dood van de auteur. Op basis van het auteursrecht kan de auteur zich verzetten tegen namaak. Om auteursrechtelijke bescherming te genieten, moet het werk voldoen aan twee voorwaarden: - Het auteursrecht biedt enkel bescherming aan concrete uitdrukkingswijzen. Ideeën worden niet beschermd. - De vereiste van ‘originaliteit’ of ‘oorspronkelijkheid’. Het auteursrecht ontstaat automatisch door de creatie zelf van een origineel werk. Hiervoor zijn geen administratieve formaliteiten nodig om auteursrecht te verkrijgen. Aangezien het auteursrecht een vormvrije bescherming is, bestaat er geen registratieverplichting. Een groot aantal auteurs zullen toch overgaan tot het deponeren van hun werk bij een notaris of een auteursvereniging. Dit depot is geen verplichting en wordt enkel verricht om een vaste datum te registreren, zodat de auteur in een eventueel later geschil zou kunnen bewijzen dat zijn werk eerder bestond. Dit bewijs kan echter ook door andere middelen worden geleverd. De exclusieve rechten waarover de auteur beschikt, zijn onder te verdelen in twee hoofdcategorieën: vermogensrechten en morele rechten.
VERMOGENSRECHTEN Aangezien de auteur toestemming moet geven voor het kopiëren of tentoonstellen van zijn werk, kan hij daar ook een vergoeding voor vragen. De vermogensrechten geven bijgevolg aan de auteur de mogelijkheid om zijn werk te exploiteren of te laten exploiteren. Door de exploitatie van het werk kan de auteur inkomsten verwerven. Alleen de auteur zelf kan de toestemming geven voor het gebruik van zijn werk. Deze vermogensrechten zijn exclusieve rechten en voor elke reproductie en/ of mededeling die men van het werk wil doen, zal in principe de toestemming gevraagd moeten worden aan de auteur. De vermogensrechten worden opgedeeld in twee hoofdcategorieën en elke categorie kan dan weer opgesplitst worden in deelrechten of subcategorieën:
86
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
Het reproductierecht Het reproductierecht geeft de kunstenaar het recht om iedere reproductie van zijn werk toe te laten of te verbieden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het fotokopiëren van een werk, het op pellicule vastleggen van een film, een afbeelding van een beeldhouwwerk of schilderij in een catalogus of op een postkaart, een affiche, het downloaden van een werk van het internet, het opnemen op video van een televisieprogramma, enz. Men dient hiervoor steeds toestemming te vragen aan de rechthebbenden.
Het publiek mededelingsrecht Het publiek mededelingsrecht of het recht van mededeling aan een publiek heeft betrekking op de niet-tastbare (efemere) op- of uitvoering van het werk ongeacht welk procédé. Hierbij denken we aan een live vertolking door een artiest, de vertoning van een film in de bioscoop, een uitzending via radio of televisie, een tentoonstelling, elektronische consultatie zoals het beluisteren van muziek via internet, … Voor elke mededeling aan het publiek zal dus de toestemming moeten worden gevraagd aan de auteur. Voor mededelingen in private context, in de auteurswet omschreven als ‘kosteloze privémededeling in familiekring’, is geen voorafgaandelijke toestemming vereist van de auteur of de rechthebbende.
MORELE RECHTEN De tweede categorie zijn de morele rechten. Die hangen samen met de persoonlijke bescherming van de persoon en de integriteit van de auteur. De morele rechten zijn in principe onvervreemdbaar en bevatten drie soorten rechten: - Het divulgatierecht: het recht om het werk bekend te maken - Het paterniteitsrecht: recht van vaderschap; het werk wordt gekoppeld aan de naam van de auteur - Het integriteitsrecht: het recht op eerbied voor het werk Daarnaast onderscheiden we ook nog:
Het recht op afbeelding (of portretrecht) Het recht op afbeelding vloeit voort uit de regelgeving ter bescherming van het privéleven en artikel 10 van de Auteurswet. Volgens deze regelgeving moet de toestemming van een persoon worden gevraagd om zijn afbeelding vast te leggen, tentoon te stellen of te reproduceren.
87
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
Het volgrecht Het volgrecht is de vergoeding die de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (grafische of beeldende kunst) geniet bij elke doorverkoop van zijn werk met de tussenkomst van een professionele kunsthandelaar. Meer informatie over de voorwaarden en de berekening van het volgrecht op de website van SOFAM. Meer informatie: Kunstenloket www.kunstenloket.be SABAM De Belgische vereniging voor auteurs, componisten en uitgevers. Vooral actief in ‘kleine rechten’: muziekrechten voor componisten en muziekuitgevers. www.sabam.be SCAM/ SACD Internationale vennootschappen die gespecialiseerd zijn in rechtenbeheer van audiovisuele werken, podiumkunsten, geschriften – vaak omschreven als grote rechten. www.scam.be SOFAM De beheersmaatschappij die gespecialiseerd is in beeldende kunst. www.sofam.be
88
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
6. Je werk promoten: prospectie en communicatie Promotie is een manier om je werk onder de aandacht te brengen en naambekendheid te genereren.
Waarom moet je aan promotie doen? Strikt genomen heb je promotie niet nodig voor je artistieke activiteit. Maar als je een bredere erkenning wil voor je werk of er een inkomen uit wil halen, is promotie nuttig. Opvallen tussen die massa is niet gemakkelijk en kwalitatief hoogstaand werk afleveren is, helaas, nog geen garantie om je te onderscheiden van de rest. Je uitgangspunt bij promotie is altijd je eigenheid als kunstenaar. Je hoeft dus je artistieke integriteit niet in gevaar te brengen om je werk te kunnen promoten.
Wat is promotie niet? Promotie is geen positionering. Positionering heeft betrekking op een stuk van het denkproces dat aan promotie voorafgaat. Daarbij bepaal je waar je eigenlijk voor staat als kunstenaar. Het is ook geen verkoop. Met promotie zet je je werk in de kijker. Of dat dan in de verkoop ervan resulteert, hangt uiteindelijk af van de smaak van de potentiële koper. Jammer genoeg heb je daar doorgaans weinig tot geen impact op.
Hoe moet je aan promotie doen? Stap 1: beslis wat je gaat promoten. Het uitgangspunt is je artistieke eigenheid, wat je onderscheidt van een andere kunstenaar. Stap 2: bepaal bij wie je gaat promoten. Wie kan er met andere woorden interesse hebben voor je werk? Stap 3: beslis hoe je gaat promoten. Je kunt je artistieke werk promoten door prospectie en communicatie. Promotie is geen exacte wetenschap. Er bestaat ook geen garantie op succes. Wel kan je een aantal vuistregels hanteren die helpen om op een gestructureerde manier de aandacht te vestigen op je werk. De eigenlijke promotie speelt zich af op twee vlakken: prospectie en communicatie.
89
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
6.1 Prospectie Om je werk onder de aandacht te brengen, is prospectie een geschikt middel. Je gebruikt dan je netwerk om mensen te benaderen waarvan je veronderstelt dat ze in jou geïnteresseerd zijn. Bij prospectie ga je actief mensen benaderen waarvan je denkt dat zij plaats hebben binnen hun galerie, tentoonstellingsruimte of organisatie voor een kunstenaar als jij. Je netwerk is een van de belangrijkste promotiekanalen om gericht mensen te benaderen waarvan je praktisch met zekerheid weet dat ze in jou geïnteresseerd zijn. Je netwerk is eigenlijk een samenraapsel van iedereen die je kent. Vaak zijn het mensen die je ontmoette tijdens je studies, voor of na een voorstelling, tijdens een vernissage, via een eerdere samenwerking met collega’s of organisatoren, maar ook in de wachtkamer van de tandarts, op de trein of eenvoudigweg op café. Als je je netwerk als promotie-instrument wil gebruiken, moet je een minimale structuur aanbrengen in de basisinformatie die je over je contacten hebt: Waar ken je die persoon van? Wanneer en in welke context had je voor het laatst contact? Waar is die persoon zoal mee bezig? Wat is zijn interessesfeer? Met welke mensen ambieer je te werken? De groep van mensen met wie je hoopt te werken, is uiteindelijk ook de doelgroep voor een actieve prospectie in de zoektocht naar opdrachten. Al je andere contacten kan je hoogstens inzetten als draagvlak. Hou die mensen wel systematisch op de hoogte van je activiteiten en je werk zodat ze zich betrokken voelen, over je praten en op zich een promotie-instrument worden. Een persoonlijke benadering van je netwerk blijft de goedkoopste manier om doeltreffend promotie te voeren. Bedenk dat je in een digitaal tijdperk massaal veel mensen kan bereiken met één druk op de knop, maar dat je vaak meer haalt uit een persoonlijk bezoek, een telefoontje, of zelfs een handgeschreven kaartje.
6.2 Contact leggen met een curator Curatoren nodigen kunstenaars uit voor tentoonstellingen en zorgen op die manier voor een platform. Daarenboven doen galeries en privéverzamelaars vaak beroep op de kennis van curatoren. Het is dan ook aangeraden om ze op de hoogte te stellen van je werk. Je kunt dit doen aan de hand van een persoonlijke uitnodiging voor een tentoonstelling, waarbij je kort je werk toelicht. Je kan ook vrijblijvend enkele jpg-beelden via e-mail versturen met daarbij een korte toelichting van je werk. Zo leren curatoren op een informele manier je werk kennen en kunnen zij zelf stappen ondernemen wanneer ze geïnteresseerd zijn in je werk. Het heeft dus weinig zin om een uitgebreid dossier over je werk ongevraagd naar curatoren, organisatoren of critici op te sturen. Je kan hen tijdens een ontmoeting of samen met een tentoonstellingsuitnodiging eventueel wel – indien er interesse is – aanbieden om een meer uitgewerkte portfolio op te sturen.
90
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
Zorg dat je zo’n korte, overzichtelijke portfolio bij de hand hebt, zodat je deze onmiddellijk op vraag kunt opsturen. In deze portfolio groepeer je best een aantal duidelijke afbeeldingen van je werk, een biografie met een overzicht van gerealiseerde projecten, een heldere tekst die je werk duidt en artikels die eventueel over je werk verschenen zijn. Een lijst met curatoren is te raadplegen op de website van BAM: www.bamart.be/nl/curators.
6.3 Communicatie Communicatie is het ideale instrument om je artistieke werk in de kijker te zetten. Je kunt daarbij gebruik maken van een website, flyer, direct mailing, portfolio of sociale media. Ontwikkel je communicatiemateriaal op basis van je budget en je artistieke identiteit. Benut elke gelegenheid om te communiceren. Heb je binnenkort een tentoonstelling, performance of concert? Dan is dat het moment om met je communicatie te beginnen. Hou rekening met de volgende tips voor je aankondiging of uitnodiging: Bezorg de aankondiging of uitnodiging drie tot zes weken vooraf. - Vermeld de vier W’s: Wie, Wat, Waar en Wanneer. - Verzorg de lay-out. - Vermijd spellingfouten. Misschien heb je nog geen evenement in het vooruitzicht. Ook dan hoef je niet bij de pakken te blijven zitten. Denk misschien aan de volgende mogelijkheden: - Nodig al je kennissen en professionele contacten uit in je atelier voor een bezoek met een drankje. - Zet met enkele collega’s een atelierparcours op zodat alle gemeenschappelijke contacten toegang krijgen tot het werk van de verschillende kunstenaars. - Organiseer een toonmoment of salonconcert. - Ontwikkel duidelijk en kostenefficiënt promotiemateriaal Portfolio: met een portfolio kan je je werk illustreren. Als je met mensen gesproken hebt, kun je hen je portfolio geven zodat ze later over je werk kunnen praten, bijvoorbeeld tijdens een interne overlegvergadering met het artistieke comité. Website: een website is vooral nuttig om je volledige palmares te tonen én om te informeren over je huidige bezigheden en toekomstplannen. Zonder website kan een potentieel geïnteresseerde je moeilijk terugvinden. Hou er wel rekening mee dat je een website regelmatig moet bijwerken. Tentoonstellingsagenda’s: zorg ervoor dat je de informatie over je tentoonstelling invoert op www.uitdatabank.be, zodat het wordt opgenomen in meer dan 300 publicatiekanalen. Flyer/ uitnodiging: als je een tentoonstelling hebt, kan je flyers verspreiden om geïnteresseerden te lokken. Weet wel dat een flyer relatief duur is om te maken.
91
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
Mailing of e-mailing: als je via post of via e-mail reclame maakt voor je evenement, doe je dat het best ook niet naar een gigantisch adressenbestand. Dat levert weinig op en kost vaak veel geld. Kies voor een gerichte mailing. Weblog (blog) of andere web2.0-toepassing: door in een blog meer te vertellen over je leven als kunstenaar, creëer je een persoonlijkere band met je publiek. Bedenk wel welke informatie je kenbaar wil maken en welke je liever privé houdt. Sociale media: gebruik sociale media als Facebook, Twitter, LinkedIn, Instagram, Pinterest, Google+ … om je sociale contacten te onderhouden en nieuws en afbeeldingen over je activiteiten te delen. Gebruik je promotiemateriaal zo goed mogelijk. Je houdt de promotie van je werk het best persoonlijk en budgetvriendelijk. Deel dus zeker niet aan iedereen die je tegenkomt flyers uit, maar maak gebruik van je netwerk. Meer informatie op www.kunstenloket.be/nl/advies/promotie
6.4 Communicatie en promotie via een galerie Je kan de promotie van je werk ook overlaten aan een promotiegalerie of (alternatief) managementbureau. Een promotiegalerie kan je bijvoorbeeld vertegenwoordigen op binnen- en buitenlandse kunstbeurzen, instaan voor de uitgave van publicaties, jouw portfolio onderhouden, enz. Galeries spelen een niet onbelangrijke rol bij het presenteren en het naar buiten brengen van je werk, waar dan vaak ook verkoop uit ontstaat. Als kunstenaar kom je zo in contact met het publiek en de verzamelaars van de galerie, wat publiciteit en inkomsten oplevert. Het contact leggen met een galerie moet je een zekere tijd gunnen. Ze geven er doorgaans de voorkeur aan om door eigen onderzoek in contact te komen met kunstenaars. Galeriehouders gaan vaak op prospectie naar eindejaarstentoonstellingen, beurzen, of komen in contact met kunstenaars via kunstenaarsinitiatieven, curatoren of op aanraden van andere kunstenaars ... Aangezien galeries vaak veel documentatie toegezonden krijgen, zien ze de beoordeling van dit materiaal eerder als een belasting. Je staat dus sterker in je schoenen als een galerie jou benadert. Voordat je hiermee toestemt, moet je daarbij goed voor jezelf uitmaken welke galerie geschikt is om je werk tentoon te stellen. Uitstraling, ligging en ruimte spelen een rol, maar ook de vraag of de programmering wel aansluit bij je werk is belangrijk. De werking van galeries is heel verscheiden. Er is geen algemene werking vooropgesteld. Ze werken voornamelijk zonder contracten, alles is dus gebaseerd op een vertrouwensrelatie. Het is dus van belang dat er vooraf goede afspraken worden gemaakt. Hou er wel rekening mee dat het toch beter is om de afspraken vast te leggen op papier om zo eventuele problemen te voorkomen. Je kunt dan immers aantonen wat is afgesproken. Denk maar aan onderwerpen als kosten op gebied van transport, verzekering, pr, productie en presentatie van je werk.
92
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
Het percentage dat een galerie van het verkoopbedrag vraagt, is afhankelijk van galerie tot galerie. Een groot aantal galeries zal de productiekosten van de verkoopprijs aftrekken en de helft van de resterende som aan de kunstenaars geven. Deze galeries zullen dan vaak de volledige promotie op zich nemen, zoals het drukken van uitnodigingen en eventuele catalogi. Alle verkopen worden dan ook geregeld door de galerie, los van een tentoonstelling, het hele jaar door en ongeacht de plaats van verkoop (galerie, museum, atelier of andere plaatsen). De gebruikelijke commissiepercentages worden met een afzonderlijke factuur naar de galeries gezonden. De galerie zal op regelmatige basis (12, 18, 24, 36 of 48 maanden) tentoonstellingen organiseren, afhankelijk van de productie van werken en tentoonstellingen elders. Een tentoonstelling in een galerie duurt gemiddeld 4 à 6 weken. Galeries kunnen worden ingedeeld in vier types, al vallen deze types niet altijd even duidelijk af te bakenen. De verkoopsgalerie heeft als hoofddoelstelling de verkoop van kunst, in tegenstelling tot de promotiegalerie, die een bredere waaier aan doelstellingen heeft ter ondersteuning van de kunstenaar. De ingehuurde galerie organiseert tentoonstellingen met kunstenaars die in de lijn liggen van de aard van de galerie. Sommigen stellen regelmatig dezelfde kunstenaar tentoon, waardoor continuïteit ontstaat voor publiek en kunstenaar. De ingehuurde galerie bouwt evenwel geen structurele galeriewerking uit. De promotiegalerie verzorgt de promotie van de kunstenaar door middel van allerlei activiteiten zoals: - Vertegenwoordiging op binnenlandse en buitenlandse beurzen - Uitgave van publicaties, waaronder catalogi, monografieën, e.d. - Opstelling en verzorging van dossiers - Tentoonstellingen, lezingen De promotiegalerie is een op winst gerichte onderneming, die zich engageert om het werk van kunstenaars te promoten. De promotiegalerie kan een werk aankopen en later een zekere winst op de verkoop nemen, ofwel kan de galerie een percentage op de onmiddellijke verkoop nemen (of een combinatie van beide). De promotiegalerie treedt op als intermediair in het kunstenveld, waardoor ze een bijdrage levert aan de densiteit van het artistieke en culturele weefsel in een regio. De kunsthandelaar koopt en verkoopt kunstwerken na een zorgvuldige selectie. Hij volgt meestal een bepaalde stijlperiode, een genre of trend. Een kunsthandelaar verhandelt kunst, maar heeft in principe geen contact met de kunstenaar. Daarnaast kan je ook op zoek gaan naar alternatieve modellen. Zo beginnen sommige kunstenaars zelf, samen of alleen, een galerie of werken ze creatieve (tijdelijke) formules uit zoals een pop-upgalerie.
93
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
7. Reflectie en contextualisering Om diverse redenen is het erg zinvol om over goede teksten over je werk te beschikken. Naar aanleiding van tentoonstellingen worden vaak spontaan interviews, artikels of recensies gepubliceerd. Maar ook zonder specifieke aanleiding is het goed dat er meer diepgravende teksten over je oeuvre geschreven worden. Deze teksten kan je opnemen in een (kunstenaars)boek, verspreiden via je website voor geïnteresseerden, gebruiken voor dossiers enz. Stap gerust ook zelf af op een criticus of theoreticus met de vraag om (tegen betaling) een tekst over je werk te schrijven. Op de website van BAM vind je een databank met critici en essayisten: www.bamart.be/nl/critics
94
Deel 4. Je werk publiek maken: tentoonstellen, communicatie & promotie
inhoud
Deel 5. Je werk archiveren
95
Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
Dit hoofdstuk bundelt vooral informatie en verwijzingen naar reeds bestaande informatiebronnen over het vormen van een archief en biedt enkele aanvullingen specifiek voor de praktijk van beeldende kunstenaars. Zorg dragen voor je eigen archief en collectie is een uitdaging voor velen, niet in het minst omdat het als verplichting is ingeschreven in het Kunstendecreet. Maar ook wie niet gesubsidieerd wordt - professionelen of amateurs - stellen zich vragen als: hoe bewaar je alles en wat moet je bewaren? Waar begin je eerst? En vooral: waarom zou ik zorg dragen voor mijn archief en collectie(s)? PACKED vzw, het expertisecentrum voor digitaal erfgoed, ontwikkelde in 2014 TRACKS, een online toolbox en richtlijnen voor archief- & collectiezorg in de kunstensector. Meer informatie, richtlijnen en voorbeelden vind je op de website www.projecttracks.be. Je kan ook terecht bij TRACKS en de TRACKS-helpdesk met vragen over archief- en collectiezorg. De data en locaties waar je de helpdesk kan vinden, kan je online raadplegen op de TRACKS-website.
96
Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
1. Een kunstenaarsarchief 1.1 Waarom archief- en collectiezorg? In de kunsten zijn geen twee archieven of collecties identiek. Ze weerspiegelen de eigenheid en identiteit van jou als kunstenaar of organisatie. Ze brengen unieke kennis en ervaringen samen en vormen de neerslag van je geschiedenis. Voor een kunstenaar is een archief niet alleen een handige geheugensteun, maar mogelijk ook een constante bron van inspiratie. Een kunstenaarsarchief rendeert niet enkel op korte termijn, ook op langere termijn heeft het een cruciale rol: voor het opstellen van een ‘catalogue raisonée’, voor de preservatie en restauratie van werken, voor onderzoek, voor het opzetten van tentoonstellingen, … Kunstenaarsarchieven bevatten vaak unieke informatie over het oeuvre en het leven van een kunstenaar die nergens anders te vinden is. In de digitale samenleving is de uitdaging om zorgvuldig te archiveren groter dan ooit. E-mails stromen dagelijks in grote hoeveelheden binnen in je inbox, er wordt ge-sms’t, getwitterd, gefacebooked, geblogd enz. Hoe krijg je vat op die steeds voortvloeiende informatiestroom? Op de TRACKS-pagina Mogelijke doelstellingen omtrent archief- en collectiezorg lees je waarom kunstenaars en -organisaties aan archief- en collectiezorg doen.
1.2 Wat is een kunstenaarsarchief? Je archief en collectie worden gevormd door alles dat tot stand kwam tijdens je werking als kunstenaar of kunstenorganisatie. De precieze inhoud kan heel gevarieerd zijn: van documenten en werken van administratieve of artistieke aard, tot allerhande objecten en verzamelingen, zowel fysiek als in digitale vorm. We geven hierbij een niet-restrictieve opsomming van wat er tot een kunstenaarsarchief kan behoren: - afgewerkte creaties - schetsen en bronmateriaal - informatie over kunstwerken - afbeeldingen van werken - portfolio - artist statements - résumé, cv en biografie - contracten en overeenkomsten - briefwisseling/ e-mails
97
Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
- uitnodigingen - flyers en affiches van tentoonstellingen - persberichten - foto’s - catalogi - artikels en knipsels uit kranten en tijdschriften - documenten over het oeuvre en de carrière - facturen - boekhouding - budgetteringsdocumenten - werkdocumenten - inventarissen - databank met contactgegevens - persoonlijke documenten - aanvragen voor subsidies of residenties - deelnameformulieren voor wedstrijden en selecties - …
Het archief van de kunstenaar omvat niet altijd enkel materiaal dat voortvloeit uit de kunstpraktijk. Een kunstenaar heeft immers ook een ‘persoonlijk leven’ en heeft naast zijn professionele praktijk als kunstenaar vaak ook nog een ander beroep (bijvoorbeeld als docent). Ook die aspecten verdienen vaak de nodige aandacht in een archief. Een bibliotheek- of documentaire collectie behoort volgens de regels van de archivistiek niet tot het ‘archief’. In de praktijk van de kunstenaar loopt dit echter sterk door elkaar. Niet enkel eigen publicaties, maar ook tal van andere (kunst)boeken kunnen integraal deel uitmaken van het kunstenaarsatelier. Een archief vloeit rechtstreeks voort uit de werking van de kunstenaar en vormt een organisch gegroeid geheel. Een archief dat vaak geraadpleegd wordt en nog aangevuld wordt, is een dynamisch archief. Na verloop van tijd kunnen delen van dat dynamische archief evolueren tot een statisch archief. In de fase van het statisch archief wordt soms beslist om over te gaan tot de overdracht van het archief aan een collectiebeherende instelling.
98
Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
1.3 Wanneer zorgdragen? Er zijn verschillende momenten waarop je met archief- en collectiezorg kan bezig zijn: - Proactief: Voor je start met creëren kan je al nadenken over geschikte bewaar methoden voor de nieuwe creatie. Dit kan bijvoorbeeld gaan van het vastleggen van een tentoonstelling tot het materiaalgebruik. - Actief: Tijdens of meteen na een project of tentoonstelling, of van zodra een creatie is afgewerkt, kan je het gerelateerde materiaal bewaren. Op die manier stapelen werk en documenten zich niet op, maar krijgen ze meteen een logische plek in je archief. - Retroactief: Wanneer je werking of organisatie al enige tijd bestaat, betekent archief- en collectiezorg ook teruggaan in de tijd. Voor een jubileum, verjaardag of overzichtstentoonstelling kan je je archief en collecties (her)gebruiken en valoriseren.
1.4 Wie zijn de zorgdragers voor het archief? Archiveren wordt vaak geassocieerd met het werk dat verricht wordt door collectie beherende instellingen en behoud- en beheersmedewerkers. Toch is ook elke kunstenaar voor een stuk archivaris van zijn eigen werk. Collectiebeherende instellingen zullen vaak maar betrokken raken wanneer in de fase van het statisch archief wordt beslist om over te gaan tot de overdracht van het archief. In afwachting van een mogelijke overdracht dient de kunstenaar zelf zorg te dragen voor zijn eigen archief. Hierbij kan hij beroep doen op de expertise die is verzameld op de TRACKS-website en rechtstreeks advies vragen bij steunpunten, expertisecentra en collectiebeherende instellingen. Voor kunstenorganisaties die gesubsidieerd worden binnen het Kunstendecreet is zorgdragen voor het eigen archief een verplichting. Meer informatie over de basisrichtlijnen en ‘comply or explain’ vind je op de TRACKS-pagina Kunstendecreet. Daarnaast is er ook de boekhoudwetgeving voor zelfstandigen die o.a. de termijnen voor bewaring van de boekhouding bepaalt en ook deze wettelijke bepaling veronderstelt een bepaalde vorm van zorg voor het eigen archief. Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Wettelijke bewaartermijnen en in de publicatie DigiGIDS @work van AMVB.
99
Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
2. Vóór je aan de slag gaat Visie en beleid Bezin voor je begint. Deze spreuk geldt zeker ook wat betreft archief- en collectiezorg. Het ontwikkelen van een visie omtrent archief- en collectiezorg geeft je een vertrekpunt om doelstellingen en acties uit af te leiden. Op de TRACKS-pagina’s Bepaal een visie omtrent het archief en de collectie(s) en Mogelijke doelstellingen omtrent archief- en collectiezorg vind je inspiratie om zelf een visie en beleid omtrent archiefzorg te ontwikkelen.
Overzicht Soms zijn je archief en collectie verspreid over verschillende locaties: in je atelier, thuis, bij medewerkers of elders kunnen zich documenten en objecten bevinden die behoren tot het archief en/ of de collectie(s). Door de verspreiding is het echter niet altijd duidelijk hoe groot of hoe volledig een archief en/ of collectie is. Er ontbreekt dan vaak een duidelijk zicht op de toestand van documenten en objecten. Een overzicht van de omvang, verspreiding en toestand van je archief en/ of collectie(s) is nochtans nodig om mogelijke problemen te detecteren. Op basis hiervan kan je beslissen wat de volgende stappen in het beheer van je archief en/ of collectie(s) kunnen zijn. Dit eerste overzicht zal ook de basis vormen voor verdere beschrijving van archief en/ of collectie(s). Een stappenplan dat je hierbij kan helpen vind je op de TRACKS-pagina Breng je archief en collectie(s) in kaart.
100 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
3. Schonen, selecteren en ordenen Bij de zorg voor het eigen archief stelt zich de vraag of je echt alles dient bij te houden. Het bewaren van archiefmateriaal vergt niet alleen veel plaats, maar ook veel tijd en energie.
Schonen Overtollige ballast verwijderen, maakt het eenvoudiger om overgebleven documenten en objecten te ordenen en toegankelijk te houden. Het kan bovendien kosten drukken. Het bewaren van fysieke of digitale archieven en collecties is immers duur. Denk bijvoorbeeld aan de kostprijs voor depotruimte, verpakkingsmateriaal, serverruimte en harde schijven. Zeker bij digitale documenten en objecten ontstaat wel eens een wildgroei aan verschillende versies van één document. Op de TRACKS-pagina Verwijder dubbels en versies zonder toegevoegde waarde vind je informatie over welke documenten je zonder problemen kan verwijderen uit je archief. Ook je digitale archief kan je opschonen. Bestanden worden dan op virussen gecontroleerd en lege mappen of dubbele bestanden worden verwijderd. Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Opschonen van het digitaal archief.
Selecteren Om te bepalen welke documenten en objecten in aanmerking komen voor tijdelijke of permanente bewaring, moet je hun waarde binnen je archief en/ of collectie(s) en binnen je werking bepalen. Documenten en objecten hebben mogelijk een: - praktisch nut of gebruikswaarde - administratief belang of juridische waarde - cultuurhistorische waarde of symboolwaarde - waarde als promotie-instrument - emotionele waarde - esthetische waarde - economische waarde - artistieke waarde
101 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
Meer informatie over waardebepaling vind je op de TRACKS-pagina Waardebepaling. Kunstenaars kunnen vallen onder wettelijke verplichtingen die nageleefd moeten worden. Voor een aantal documenten, waaronder boekhoudkundige, fiscale en sociale documenten is er een wettelijke bewaartermijn vastgelegd. Maar ook al is de wettelijke bewaartermijn verstreken, dan nog kunnen bepaalde documenten zinvol zijn om bij te houden. Facturen geven bijvoorbeeld niet enkel informatie over een bepaalde financiële transactie, maar vaak ook over waar bepaald materiaal werd aangekocht, het ‘merk’ en verdere technische details. Op korte termijn helpt die informatie bij de creatie van bijvoorbeeld nieuwe werken, op langere termijn kan het belangrijk worden voor de bewaring of restauratie van een werk. Naast de wettelijke bepalingen komt het er voor een kunstenaar op aan om verder keuzes te maken in wat al dan niet bewaard wordt. Hetgeen overblijft, is uiteindelijk dat wat je zelf als waardevol beschouwt. Bepaal ook hoeveel exemplaren je van iets (drukwerk bijvoorbeeld) wil bijhouden. Een automatisme hierin vinden maakt het archiveringswerk eenvoudiger. Voor het bewaren van de kunstwerken zelf kunnen ook praktische aspecten meespelen. Soms wordt het concept uitvoerig met technische details gedocumenteerd, waardoor het werk later opnieuw kan opgebouwd worden.
Ordenen Een logische en goed gedocumenteerde ordening maakt je archief en collectie(s) toegankelijker voor jezelf, (toekomstige) medewerkers en externe betrokkenen. Wanneer je de bestaande ordening niet aanpast, maar vooral inzet op het consequent toepassen ervan, blijft de oorspronkelijke ordening en daarmee ook de context bewaard. De ordening van je archief is gebaseerd op jouw werking als kunstenaar. Een mogelijke ordening is op datum (productiejaar, maand, dag), per project (dat mogelijk over meerdere jaren loopt) of alfabetisch. Meer informatie hierover vind je op de TRACKSpagina Optimaliseer je ordening.
102 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
4. Documenteren van je werk Kunstwerken met organische componenten kunnen na verloop van tijd evolueren of zelfs verdwijnen. Conceptuele werken kunnen heel wat vragen oproepen over hoe het werk oorspronkelijk door de kunstenaar geconcipieerd werd. Performance art is vaak vluchtig en eenmalig. Audiovisuele kunstwerken kunnen bedreigd worden door het in onbruik raken van afspeel- of weergaveapparatuur (obsoleet). In plaats van het kunstwerk als fysiek object te bewaren kan het in bepaalde gevallen, bv. omwille van praktische aspecten, beter zijn om het concept ervan uitvoerig met technische details te documenteren zodat het later opnieuw kan opgebouwd worden. Goede documentatie over het werk zelf en de intenties van de kunstenaar is essentieel. Archiveren heeft te maken met de conceptuele, visuele en fysieke integriteit van je werk. Je werk documenteren draagt bij tot het correct tonen ervan en zorgt ervoor dat de integriteit bewaard blijft volgens jouw intenties. Stel jezelf steeds de vraag of je iets wil bijhouden, waarom en op welke manier. Op de TRACKS-website vind je verschillende voorbeelden uit de beeldende kunst, bijvoorbeeld de Opstellingsplannen ontwerpen voor de sculpturen van Bernd Lohaus. Stella Lohaus toont hoe ze de werken van haar vader Bernd Lohaus documenteerde zodat deze in de toekomst makkelijker kunnen opgesteld worden.
4.1. Visuele documentatie Visuele documentatie van je werk is belangrijk. Hoge kwaliteitsbeelden komen van pas voor tal van doeleinden: voor de website van de kunstenaar, subsidieverstrekkers, tentoonstellingsmakers, galeristen, pers, uitgeverijen … Doe beroep op een professioneel fotograaf die gespecialiseerd is in kunst als je zelf geen fotograaf bent. De noden voor documentatie zijn afhankelijk van het medium waarmee je bezig bent. Een schilder heeft andere behoeftes dan een performancekunstenaar of een videokunstenaar. Op de website van Erfgoedwijs.nl staan enkele basisrichtlijnen waarmee je rekening moet houden bij het fotograferen van kunstwerken. Over het fotografisch documenteren van werk vind je ook meer uitleg in The Manual: A Survival Guide for Visual Artists van Visual Artists Ireland. Ook in het boek Guide to Digital Photography and Conservation Documentation van American Institute for Conservation of Historic & Artistic Works (AIC) vind je zeer nuttige praktische informatie.
103 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
4.2. Metadata Een foto van een werk zonder verdere gegevens is onbruikbaar. De toevoeging van metadata maakt een overzicht van het oeuvre beheersbaar en overzichtelijk. Metadata zijn gestructureerde gegevens over fysiek of digitaal erfgoed. Ze kunnen beschrijvend van aard zijn (nodig voor het identificeren en vinden van objecten), maar ook administratief (deze richten zich op het beheer en management van objecten). Meer informatie over metadata vind je op de website van Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) en in de publicatie Introduction to Metadata, Online Edition, Version 3.0 van The Getty Research Insitute. Voorbeelden van metadatagegevens zijn: uniek objectnummer, titel, kunstenaar(s), datum, afmetingen, auteursrecht, collectie, aankoopprijs, standplaats, tentoonstellingshistoriek enz. Een vastgelegde manier van notatie is hierbij noodzakelijk. Informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Scenario 3: Beschrijf delen van je archief of collectie(s) op stukniveau. Musea documenteren hun collectie in databanken met metadata die geordend worden volgens (internationale) standaarden. Deze standaarden kunnen ook nuttig zijn voor de kunstenaar zelf om de nodige informatie over werken bij te houden. Afhankelijk van de behoeftes kunnen kunstwerken meer of minder uitgebreid gedocumenteerd worden. Op de CEST-pagina Objecten registeren worden standaarden voor onder meer objectregistratie in kaart gebracht. Standaarden als ‘Categories for the Description of Works of Art’ (CDWA) en de minder uitgebreide versie CDWA Lite van The Getty Research Institute zijn ontwikkeld specifiek voor het documenteren van kunstwerken. Deze standaarden zijn in eerste instantie bedoeld voor musea, maar zijn ook relevant voor het documenteren van werk door kunstenaars zelf.
4.3. Documenteren van nieuwe media en videokunst Nieuwe media en videokunst vragen soms een aangepaste aanpak op vlak van registratie. - DOCAM ontwikkelde specifiek voor mediakunst een Cataloguing Guide for New Media Collections. Bijzondere aandacht gaat naar de problematiek van obsolete apparatuur, migratie van analoge en digitale opnames, authenticiteit en integriteit van mediakunst en methodes voor het capteren en documenteren van efemere kunst. - Stichting Behoud Moderne Kunst/ Instituut Collectie Nederland heeft een uitgebreid model ontwikkeld voor gegevensregistratie, aangevuld met gegevens voor video. - De SCART-sectie Documenteren gaat dieper in op het documenteren van computergebaseerde kunst. - Een andere SCART-sectie Documenteren gaat dieper in op het documenteren van installatiekunst.
104 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
- Ook in de sectie Artikels, Case studies en Interviews op de SCART-website vind je informatie en voorbeelden over de preservering van audiovisueel erfgoed. - De SCART-pagina Catalogiseren gaat dieper in op het catalogiseren van videobanden. - Een interessante basistekst over het bewaren en documenteren van video en nieuwe media is Managing My Work: Video and New Media Artworks in The Manual: A Survival Guide for Visual Artists van Visual Artists Ireland. - De publicatie Permanence Through Change: The Variable Media Approach werd gepubliceerd door Solomon R. Guggenheim Museum (New York) en the Daniel Langlois Foundation (Montreal). De publicatie biedt diverse perspectieven op het onderwerp van variable media en belicht enkele casestudies (o.a. Nam June Paik, Felix Gonzalez-Torres). - Variable Media Network ontwikkelde ook een online questionnaire. De vragenlijst is niet exhaustief, maar biedt een insteek om de intenties van de kunstenaars vast te leggen. Het is een instrument om te bepalen hoe kunstenaars hun werk in de toekomst graag willen zien evolueren, omdat bijvoorbeeld het originele medium waarmee het werk gecreëerd werd niet meer bestaat. De questionnaire is beschikbaar als gratis webapplicatie. - Virtueel Platform (nu Het Nieuwe Instituut) heeft met Archiving the Digital onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor archivering van software en internetgebaseerde kunst. Aan de hand van praktische voorbeelden als softwarekunstwebsite Runme. org, tentoonstellingsplatform Turbulence.org en elektronisch kunstonderzoeksproject AktiveArchive wordt gekeken naar de mogelijkheden en strategieën voor archivering van software en internetgebaseerde kunst. Verder is er de publicatie die een voortzetting vormt van de onderwerpen die aan de kaak werden gesteld tijdens Archive 2020, de conferentie over archivering van born-digital content.
105 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
5. Behoud en beheer van analoge documenten Als je een archief of collectie zodanig wil bewaren zodat de gegevens en informatie niet verloren gaan, is het van belang dit op een duurzame manier te doen. Je moet dus eerst en vooral op de hoogte zijn van de factoren die een schadelijke invloed kunnen hebben op je archief en/ of collectie(s). Vaak worden ruimtes zoals zolders, kelders en garages gebruikt voor stockage. Toch zijn net die plekken te vermijden als bewaarplaats. Je dient rekening te houden met de volgende factoren: - Vermijden van fysieke schade door omgang en bewaring - Brandveiligheid - Vermijden van waterschade - Diefstal- en vandalismepreventie - Vermijden van ongedierte en schimmel - Inperken van blootstelling aan licht - Vermijden van vervuiling - Controleren van temperatuur en temperatuurschommelingen - Controleren van luchtvochtigheid en vochtschommelingen - Het correct labelen en (terug)plaatsen van documenten De ideale omstandigheden voor bewaring zijn afhankelijk van de materiaalsoort. Verschillende types van documenten en objecten moeten dan ook op een verschillende manier worden bewaard. Archieven en collecties van kunstenaars en kunstenorganisaties bevatten immers vaak verschillende soorten materiaal zoals papier, textiel, hout, metaal en plastic. Dit zijn materialen die specifieke aandacht vereisen. Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Tips voor een goede inrichting van je bewaarruimte en op de website Depotwijzer.be. Schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid, stof en vuil en de inwerking van zonlicht of Uv-stralen kunnen een nefaste inwerking hebben op het archief of de kunstwerken zelf. Daarnaast kan er ook gebruiksschade optreden of kan er inwerking zijn van biologische factoren. In het ergste geval gebeurt er een ramp (brand, waterschade …).
106 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
Enkele tips voor het bewaren van: - Audiovisueel materiaal Bewaar audiovisueel materiaal rechtopstaand (zoals boeken op een boekenplank), nooit plat. Zorg steeds voor een stevige beschermdoos. Gebruik bij het labelen een stift met zachte punt en vermijd zo beschadiging van je materiaal. - Foto’s Bewaar je foto’s plat in dozen en vermijd lijm, fotoalbums, nietjes, elastiekjes, ... Wil je een foto labelen, doe dit dan met een potlood achteraan op de foto. - Papier Verwijder elementen die de documenten kunnen beschadigen: paperclips, elastieken, plastieken mapjes, ringmappen, overbodige papieren mappen, vloeipapier, … Documenten die werden samengehouden met schadelijke materialen zoals plastieken mapjes, paperclips en elastieken moeten fysiek verbonden blijven. Neem daarom een groot vel papier (A3), vouw dubbel en berg de documenten daarin op. Ringmappen vervang je door dozen. Controleer altijd of de oorspronkelijke verpakking geen informatie bevat die nuttig kan zijn voor de beschrijving van documenten. Bewaar je papier vlak in een kartonnen doos. Indien er niet genoeg ruimte is om grote papieren plat te bewaren, rol ze dan op. Vermijd in alle geval vouwen! Wil je het papier labelen, doe dit dan met een potlood achteraan op het papier. - Textiel Bewaar je textiel plat in een doos of indien niet voldoende ruimte in opgerolde toestand (m.u.v. kostuums). Vermijd vouwen! Ook plastiek zakken, die vaak gebruikt worden voor kostuums, zijn te vermijden. Daarin blijft het vocht hangen en is het textiel dus extra kwetsbaar. Meer informatie vind je op de TRACKS-pagina Materiële bewaring van je fysiek archief.
107 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
6. Digitaal archief Een kunstenaarsarchief bestaat niet enkel uit analoog materiaal, maar evenzeer uit digitaal materiaal. Er is een onderscheid tussen enerzijds ‘digital born’ en anderzijds gedigitaliseerde documenten. ‘Digital born’ wil zeggen dat de documenten digitaal werden geproduceerd en eventueel worden gepresenteerd met behulp van digitale middelen. Tekst, beeld en geluid komen tot stand door middel van tekstverwerkers, digitale video- en fotocamera’s, en audio apparatuur. Gedigitaliseerde documenten zijn van oorsprong analoge documenten die nadien op een digitale drager zijn overgezet, vaak met de bedoeling om ze digitaal te kunnen raadplegen en bewaren. Net zoals papier en andere materialen uit je fysieke archief en collectie(s) om specifieke bewaaromstandigheden vragen, vereisen ook het digitale archief en collectie(s) speciale aandacht. De kans bestaat dat bestanden die je jaren geleden hebt aangemaakt, vandaag niet meer kunnen worden geopend, er anders uitzien of op een andere manier reageren. Dit geldt voor bestanden op je computer, maar ook voor bestanden die je bewaart op cd-roms, usb-sticks of externe harde schijven. Het is niet omdat je de dragers (in goede omstandigheden) bewaart dat de opgeslagen bestanden nog leesbaar zijn. Alle digitale dragers zijn onbetrouwbaar. Niet alleen kunnen je gegevens verdwijnen door het materiële verval van de drager, maar ook de dragers en bijhorende hard- en software kunnen door de technologische evolutie in onbruik raken. Met een recente computer zal je bijvoorbeeld geen floppy disk meer kunnen gebruiken. Meer informatie om op een gepaste manier om te gaan met de problematiek van de bewaring van een digitaal archief vind je in de publicatie Digigids@Work van AMVB en op de TRACKS-pagina Bewaring van je digitaal archief.
6.1. Aandachtspunten Naamgeving van mappen en bestanden - gebruik letters a tot z en A tot Z, cijfers 0 tot 9, underscore _ en liggend streepje - gebruik NOOIT spatie, leestekens !:.(?,)’;…, diakritische tekens éàùçè of speciale tekens /*%@|#§$ - een goed voorbeeld van naamgeving is bijv. 20141001_Tentoonstelling_Watou14 Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Naamgeving van mappen en bestanden.
108 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
Integriteitscontrole Door de integriteit te checken weet je of je documenten nog kunt openen en of de inhoud ervan nog dezelfde is. Integriteit betekent dat de vorm, inhoud en structuur bij raadpleging van een document gelijk zijn aan de vorm, inhoud en structuur op het tijdstip van opmaak of van ontvangst. Meer informatie vind je op de TRACKS-pagina Checksums als middel om de integriteit van bestanden te bewaken? Bestandsformaten en codecs Het bestandsformaat bepaalt op welke manier de informatie in een computerbestand gecodeerd is. Het bestandsformaat wordt vaak aangegeven door middel van een extensie in de bestandsnaam. Een codec is een stuk soft- of hardware dat toelaat data te coderen/ decoderen of te comprimeren/ decomprimeren. Gebruik een open en goed gedocumenteerd bestandsformaat en codec. Zo vermijd je afhankelijk te worden van specifieke software. Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Bestandsformaten en codecs. Trash day Een trash day of digitale opruimdag is een dag waarop alle medewerkers van je organisatie zich enkel bezighouden met het ordelijk en toegankelijk maken van het digitaal klassement. Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Digitale opruimdag of trash day. Back-up Door het maken van een back-up of een veiligheidskopie vermijd je dat je digitale bestanden verloren gaan. Ook met een beperkt budget en minimale inspanningen kan je betrouwbare back-ups maken. Er is echter geen oplossing die voor elke situatie perfect werkt, maar de algemene principes gelden voor iedereen. Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Hoe maak je een back-up? De website Paradigm (Personal Archives Accessible in Digital Media) biedt richtlijnen voor vormers van persoonlijke archieven. Het werkboek focust op het organiseren en de benaming van digitale files, e-mails, bestandsformaten en software, back-ups van files, hardware, copyright, privacy, enz. Digitale dragers Je archief bevat wellicht ook dragers als cd-roms, floppy’s, dvd’s en externe harde schijven. Wanneer je deze zonder meer bewaart, is de kans groot dat de opgeslagen bestanden op termijn onleesbaar worden. De dragers verslechteren of verslijten (bitrot) na verloop van tijd. De kans is bovendien groot dat de hardware (en bijhorende software) om de drager te lezen onvindbaar wordt. Je moet de bestanden dan ook naar een betrouwbaarder opslagsysteem kopiëren met zo min mogelijk wijzigingen. Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina Omgaan met digitale dragers in het archief.
109 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
6.2. Digitaliseren Wanneer je (delen van) je archief en/ of je collectie(s) wil ontsluiten, kan het nodig zijn om ze te digitaliseren. Ook wanneer originele stukken dreigen te verdwijnen of kapot dreigen te gaan (denk aan faxen die vervagen, cd’s die kapot gaan, …) is digitaliseren voor een blijvende bewaring noodzakelijk. Door rekening te houden met bestaande standaarden voor de digitalisering ga je doordachter te werk en maak je de juiste keuze in functie van kwaliteit, uitwisselbaarheid en duurzaamheid van de gedigitaliseerde bestanden. - CEST-richtlijn Fotocollectie digitaliseren - CEST-richtlijn Tekstdocumenten digitaliseren - CEST-richtlijn Geluidsopnames digitaliseren - CEST-richtlijn Video digitaliseren Handboek digitaliseren van documenten – technische aspecten en kwaliteitseisen (FARO 2011) DE BASIS voor vervaardiging van beeld is een richtlijn voor het maken van een digitale versie (master) van een analoog origineel door middel van scanning of digitale fotografie, ontwikkeld door Digitaal Erfgoed Nederland (DEN). De richtlijnen gaan in op de kwaliteitseisen van de master (kleurruimte, resolutie, bestandsformaat, bitdiepte/ kleurdiepte) en de kwaliteitseisen van het digitaliseringsproces (neutrale achtergrond, meescannen targets, correcte belichting, correcte contrastoverdracht, correcte kleuroverdracht). Voor de aanmaak van reproducties in hoge kwaliteit zijn ook de Richtlijnen Preservation Imaging Metamorfoze van de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek aanbevolen.
6.3. Archiveren van e-mails en websites E-mails verdienen bijzondere aandacht. Elke dag wordt er immers een stroom aan e-mails ontvangen en verstuurd. Een groot deel daarvan is spam of is niet erg zinvol en wordt dus meteen verwijderd. Vaak bevatten e-mails echter ook erg belangrijke info, zowel in het onderwerp en het bericht van de e-mail zelf als in de bijlages die erbij gevoegd worden. Zorg er in elk geval voor dat je back-ups neemt van je e-mailbestanden. De methode daarvoor is afhankelijk van mailprogramma tot mailprogramma. Voor langetermijnbewaring is omzetten naar XML aangewezen. Expertisecentrum David publiceerde in 2007 een handige folder E-mail archiveren in 4 stappen voor het archiveren van e-mails in vier stappen. Meer en meer kunstenaars hebben een persoonlijke website of blog. Die website is vaak ook een manier om een en ander te archiveren. De website bevat vaak informatie over het werk van de kunstenaar, toelichting bij projecten, teksten van kunstcritici,
110 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
info over publicaties, (een selectie) beelden van kunstwerken, nieuwsberichten over komende tentoonstellingen, een curriculum vitae enz. De inhoud en de vorm van websites veranderen continu. Bepaalde inhoud komt rechtstreeks op de website terecht en wordt nergens elders bewaard. De website kan zelfs een kunstwerk op zich zijn (internet art). Daarom is het aangewezen om op geregelde tijdstippen een versie van de website te bewaren. Er zijn verschillende methodes voor het archiveren van een website, afhankelijk van de doelstellingen. Expertisecentrum David publiceerde in 2007 een handige folder Websites archiveren in 4 stappen.
111 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
7. Databanken De noden voor registratie van het oeuvre zijn uiteraard verschillend. Een beginnend kunstenaar kan het overzicht nog vrij makkelijk bewaren, maar als het oeuvre zich verder ontwikkelt, groeit soms de nood aan een professioneler systeem. Vaak worden digitale bestanden (foto’s van werken, informatie over werken, persartikels en allerhande ander contextmateriaal) bewaard in mapjes in de programma’s Verkenner of Finder op je computer. Bij een goede structuur en bij een beperkte omvang is dit meestal werkbaar, maar na verloop van tijd wordt het bijhouden van gegevens op die manier echter vrij complex. Er zijn diverse archiveringsprogramma’s voorhanden, maar die zijn vaak vrij duur. Belangrijke criteria bij de aanschaf van een archiveringsprogramma zijn: - de mogelijkheid om informatie te exporteren naar andere formaten - metadata - toegankelijkheid - gebruiksvriendelijkheid - ondersteuning van het systeem (updates enz.) - hoe groot is de gebruikersgroep waarop je kan terugvallen? - is het toepasbaar op verschillende platformen (Mac, Windows …)? - heeft het systeem eerder al zijn efficiëntie bewezen? De CEST-pagina Collectiebeheer geeft een overzicht van de bestaande softwarepakketten en andere instrumenten die gebruikt kunnen worden bij het creëren, bewerken, beschrijven, beheren, opslaan en publiceren van digitaal erfgoed. Er zijn ondertussen op de markt ook software beschikbaar specifiek voor het beheer van kunstcollecties. Ook hiervoor gelden de bovenstaande criteria.
112 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
8. Bewaarplaatsen voor archieven Hoewel de kunstenaar als archiefvormer de eerste beheerder is van zijn archief, zal in de praktijk na een bepaalde periode (bv. bij het einde van de kunstenaarscarrière) een andere oplossing moeten worden gezocht. Een overdracht van het archief in de vorm van bv. een schenking of langdurige bruikleen naar een collectiebeherende instelling (archief, museum, bibliotheek, …) behoort dan tot de mogelijkheden. Dergelijke overdracht van kunstenaarsarchieven aan een collectiebeherende instelling is vaak afhankelijk van de band van een kunstenaar met een bepaalde instelling. Een factor die ook een rol speelt, is het collectieprofiel van de instelling zelf. Sowieso is het cruciaal om goede afspraken te maken omtrent het archief (en de rechten die daaraan verbonden zijn). Kunstenaarsarchieven kunnen terechtkomen in diverse collectiebeherende instellingen: musea, culturele archiefinstellingen, (kunst)bibliotheken, onderzoeks- of onderwijsinstellingen, archieven van provincies, steden en gemeenten, het Rijksarchief … Meer informatie hierover vind je op de TRACKS-pagina’s Weet wanneer en hoe je een nieuwe bewaarplaats voor je archief en collectie(s) kan vinden en Zoek een nieuwe bewaarplaats voor je archief en collectie(s).
113 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
9. Registratie in Archiefbank Vlaanderen Archiefbank Vlaanderen verzamelt gegevens over private archieven en erfgoedcollecties in Vlaanderen. Die gegevens worden ondergebracht in een onlinedatabank. Door de archieven te registreren in een onlinedatabank wil Archiefbank Vlaanderen bijdragen aan de vrijwaring en het beheer van dit waardevol erfgoed. Door dit erfgoed in kaart te brengen, draagt Archiefbank bij aan de bescherming en de valorisatie van deze archieven. De databank staat kosteloos ter beschikking van onderzoekers, studenten en het brede publiek. Kunstenaars kunnen hun archief laten registreren in de Archiefbank. Let wel: de Archiefbank registreert enkel de archieven, maar fungeert niet als bewaarplaats. Van elk archief of collectie kan je een aanmelding doorsturen. Je gegevens worden na aanmelding verwerkt in een steekkaart en opgenomen in de databank. Na jouw eventuele goedkeuring kan ook het publiek de informatie raadplegen. Meer informatie vind je op de website van Archiefbank Vlaanderen en op de TRACKS-pagina Archiefbank Vlaanderen.
114 Deel 5. Je werk archiveren
inhoud
10. Meer weten? Er is in Vlaanderen en Brussel een rijk en divers cultureel erfgoed- en kunstenveld. Verschillende organisaties bezitten eigen kennis en expertise. Bij hen kan je terecht met specifieke vragen over het beheer, de bewaring of ontsluiting van je kunstenerfgoed en vind je informatie met betrekking tot de zorg voor je archief en collectie(s). Een overzicht vind je op de TRACKS-pagina Organisaties Heb je nog vragen omtrent je archief- en collectiezorg, neem dan zeker contact op met het TRACKS-team. Er bestaan heel wat handige basiswerken en websites voor het archiveren: - AMVB (Archief en museum voor het Vlaams leven te Brussel), Digigids@work (2012) en Digigids@Home (2012). - Resonant (Centrum voor Vlaams Muzikaal Erfgoed), Doeboek Muzikaal Erfgoed (2014). - CVAa (Centrum Vlaamse Architectuurarchieven), Handleiding Architectuurarchieven – inventarisatie (2004), Handleiding Architectuurarchieven – Materiële zorg (2007) en Handleiding Architectuurarchieven – Verwerven, selectie, beschrijven (2010). - Op de website van Dance Heritage Coalition vind je een Artist’s Legacy Toolkit terug met tal van informatie die ook relevant is voor beeldende kunstenaars die zorg willen dragen voor hun archief. De Toolkit richt zich zowel op beginnende kunstenaars als op kunstenaars die verder in hun loopbaan staan. - The National Archives van het Verenigd Koninkrijk bundelt op de website basisinformatie voor het bewaren van zowel je eigen documenten als archieven en een aantal richtlijnen voor digitale bewaring. - Library of Congress, Personal Archiving Preserving Your Digital Memories. - De TRACKS-website wil binnen de kunstensector de zorg voor het eigen archief en collectie(s) stimuleren. Via de online toolbox worden hiervoor handige tools aangereikt. Daarnaast sensibiliseert het project de kunstensector rond de aspecten duurzaamheid en preservering in creatie, ontsluiting en presentatie. - CEST: De Cultureelerfgoedstandaarden-toolbox maakt je wegwijs in het gebruik van standaarden bij het creëren, beheren en toegankelijk maken van digitale erfgoedcollecties. - De SCART-website biedt toegang tot de pool van kennis over de preservering van audiovisueel erfgoed. - Op de website van het Rijksarchief van België worden heel wat handige adviesbrochures aangeboden.
115 Deel 6. Ondersteuning en advies
inhoud
Deel 6. Ondersteuning en advies
116 Deel 6. Ondersteuning en advies
inhoud
Bij volgende organisaties kan je terecht voor ondersteuning en advies als kunstenaar:
BAM, steunpunt voor beeldende kunsten Advies rond subsidieaanvragen en carrièreontwikkeling, informatie over de beeldendekunstsector Bijlokekaai 7D 9000 Gent 09/267.90.40 [email protected] www.bamart.be In 2015 fusioneert BAM met de steunpunten Vlaams Theater Instituut en Muziekcentrum Vlaanderen.
Vlaams Theater Instituut Sainctelettesquare 19 1000 Brussel 02/201.09.06 [email protected] www.vti.be
Muziekcentrum Vlaanderen Sint-Michielstraat 28 1000 Brussel 02/504.90.90 [email protected] www.muziekcentrum.be
Vlaams Architectuurinstituut Jan Van Rijswijcklaan 155 2018 Antwerpen 03/242.89.70 [email protected] www.vai.be
Kunstenloket Zakelijk en juridisch advies Sainctelettesquare 19 1000 Brussel 02/204.08.00 [email protected] www.kunstenloket.be
117 Deel 6. Ondersteuning en advies
inhoud
Vlaams Audiovisueel Fonds Subsidie aanvragen voor audiovisuele projecten Bischoffsheimlaan 38 1000 Brussel 02/226.06.30 [email protected] www.vaf.be
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Agentschap Kunsten en Erfgoed Subsidie-aanvragen voor projecten beeldende kunst en audiovisuele kunst (non single screen) Arenbergstraat 9 1000 Brussel 02/553.68.42 (afdeling Kunsten) www.kunstenenerfgoed.be
NICC Belangenbehartiger voor beeldende kunstenaars Rue Lambert Crickx 1 1070 Brussel 0485/62.51.34 [email protected] www.nicc.be
OKO (Overleg Kunstenorganisaties) Belangenbehartiger voor organisaties uit de professionele kunstensector Sainctelettesquare 19 bus 6 1000 Brussel 02/203.62.96 [email protected] www.overlegkunsten.org
Kunstwerkt Aanspreekpunt voor iedereen die actief met beeldende kunst bezig is, maar daar niet zijn beroep van maakt Bijlokekaai 7C 9000 Gent 09/235.22.70 www.kunstwerkt.be
Tentoonstellingsagenda’s BAM en ART UiT in Vlaanderen OKV
118 Deel 6. Ondersteuning en advies
inhoud
COLOFON PUBLICATIE Teksten: An Seurinck, Laureline Soubry en Kunstenloket
Redactie en eindredactie: Sam Eggermont, Eva Peeters, Laureline Soubry Vormgeving: Gunther Fobe
© BAM, steunpunt voor beeldende kunsten Bijlokekaai 7d 9000 Gent 09/267 90 40 [email protected] www.bamart.be
MET DANK AAN
Kunstenloket en alle opleidingscoördinatoren van de kunsthogescholen. PUBLICATIEDATUM
september 2014 VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Dirk De Wit