Interview: Ine Boeijen Recensie: Rotterdamse kunstbeurzen 2 centerfolds: vGtO en Sibylle Eimermacher Nieuws van het bestuur In memoriam: Frans Megens Interview: Madeleine Jansen Verder: agenda, column en GBK 65 jaar!
kwartaaluitgave van de Gemeenschap Beeldende Kunstenaars jaargang 4 | maart 2012 | www.gbk.nl
Ine Boeijen
Beeldtafel 2008, staal, 500 x 170 x 170 cm. Klaphekvijver Ede
vertelt menselijke verhalen met wandelende en zorgzame tafels Door MARTIN PIETERSE
Ine Boeijen wil met haar beelden graag iets laten zien. Ze wil een menselijk verhaal vertellen over ontroering en emotie. Voor die vertelling kiest ze eigenzinnige vormen zoals een tafel die over water loopt. Maar een beeld staat nooit op zichzelf. Boeijen wil ook discussiëren met de mensen die naar haar kunst komen kijken, want mooie dingetjes voor boven de bank vindt ze maar saai. Over de Klaphekvijver in Ede wandelt een metershoge rode tafel, gewoon over het water, alsof het zo hoort. Een wandelende tafel op zoek naar de buurt rondom de vijver. Aanschuiven maar, aan die tafel, en praten. Praten over de wereld, over de mens, over de kunst, over de schoonheid. Een menselijk beeld met een menselijk verhaal. Een verhaal in de vorm van een rode tafel van plaatstaal. De Beeldtafel, zoals het beeld heet, loopt sinds 2008 over de Edese vijver. Het is het werk van de Edese kunstenares Ine Boeijen. Boeijen maakt wel meer tafels en andere gebruiksvoorwerpen die zich gedragen alsof het mensen zijn. In plaatstaal dus, maar ook in een tijdelijke uitvoering in stevig polystyreen, semipermanent beton, of klein en handzaam in brons. Maker Ine Boeijen wil één ding meteen duidelijk maken: ze is geen beeldhouwer. ‘Ik hak geen materiaal weg om iets uit de steen te halen. In steen hakken heeft iets intuïtiefs. Ik denk vooral in processen. Ik ben meer een ‘maker’. Mijn atelier is bovenal een werkplaats waar ik modellen en beelden in elkaar zet.’ Een grote zaagmachine heeft een prominente plaats in Boeijens atelier. Hiermee zaagt Boeijen onder andere platen lichtblauw polystyreen op maat en past ze aaneen tot sculpturen. Veel van haar beelden zijn van polystyreen. ‘Het is spul van de bouwmarkt, isolatiemateriaal, niks bijzonders. Letterlijk: spul om iets mee te bouwen.’ Dikwijls ontstaan in dit materiaal eerst modellen, ‘probeersels’. Zoekend en onderzoekend, om de vorm in de vingers te krijgen. ‘Sommige modellen bevallen me dan zo, dat ik ze groter maak of in andere materialen uitvoer. Soms in beton. Je kunt een polystyreen beeld inpakken in gips en dan het polystyreen wegsmelten, zodat een holte ontstaat, een mal. Vervolgens kun je die mal volgieten met beton.’ Brons gebruikt Ine Boeijen vooral voor kleinere formaten. ‘Ik zou wel grotere beelden in brons kunnen maken, maar dan moet er wel een opdrachtgever zijn die het wil betalen. Brons gieten is kostbaar. Voorlopig blijft het bij kleine bronzen beelden in kleine oplage.’ Epoxyhars De grote polystyreenbeelden van Ine Boeijen hebben dikwijls een tijdelijk karakter. De kunstenares doet regelmatig mee aan beeldenroutes en andere lokale presentaties. Het werk staat dan enige tijd buiten. Het relatief zachte schuim wordt met een harde laag epoxyhars een poosje beschermd tegen de elementen. Tot de expositie voorbij is. Boeijens tijdelijke projecten zijn vrijwel altijd aangepast aan een bepaalde locatie. Ze zijn een toevoeging aan de plek, niet zelden gekruid met een vleugje humor: bijvoorbeeld een tafel die als voorwereldlijk reptiel uit een vijver op de oever kruipt. Of een metershoge jurk in de etalage van een voormalige modewinkel. Of een ‘Perzisch tapijt’ van zaden en peulvruchten op de vloer van een expositieruimte.
Ine Boeijen richt haar werk bij voorkeur op de directe en spontane beleving van het publiek. Ze staat er graag bij als het publiek haar werk bekijkt en beoordeelt. ‘Zo’n standaardvraag als: is dit nou kunst?, vind ik niet vervelend. Meer een uitdaging eigenlijk. Ik vind het spannend als mensen onbevangen naar de plek wandelen waar mijn kunst staat en erover in discussie gaan. Dat ze er iets mee doen, er iets van vinden. Dan begint het te leven, ook voor mij. Ik maak liever geen mooie dingetjes voor boven de bank.’ Natuur Tafels die iets doen dus, heel vaak? ‘Ja. Een tafel heeft iets archetypisch. Het is een ding dat iedereen kent uit zijn of haar dagelijkse omgeving. Als kunstenaar kan ik daar iets mee. Ik vind de natuur prachtig. Maar de natuur: daar kan ik niet tegenop. Die is al mooi zoals ze is. Daar begin ik niet aan. Zo’n tafel, daar kan ik iets aan toevoegen, een bepaalde emotie.’ Ze wijst op de foto van een beeld van een tafel op zijn zij. Het is een echte ‘Ine Boeijen-tafel’, dus de poten spartelen enigszins hulpeloos rond, als was het geen tafel maar een paard. ‘Eigenlijk is het een gevallen beest. Je vraagt je meteen af: krabbelt het nog overeind? Is het gewond? Best wel ontroerend, vind ik zelf. Het doet iets met je.’ Ze wijst op een andere foto waarop de ene tafel zijn poot quasi koesterend om het tafelblad van een andere slaat. Het beeld draagt de titel Liefdevolle zorg. Boeijen besteedt veel aandacht aan de titels van haar werk: ‘Ik ben best wel talig ingesteld. Ik vind het belangrijk dat mijn werk een titel heeft en dat het publiek iets doet met beeld en titel samen.’ Ontroering Zijn die tafels niet vooral behept met menselijke gevoelens? Kan Ine Boeijen dan niet beter mensen uitbeelden? Ze kijkt nadenkend: ‘Ja en nee. Ik zoek naar ontroering, menselijke ontroering, zeker. Zo’n piëta, een liefdevolle moeder met haar kind, vind ik als beeld prachtig en ontroerend. Maar zelf kan ik die ontroering geen menselijke gestalte geven. Nog niet. Zoals Folkert de Jong en Henk Visch dat kunnen: prachtig! Misschien lukt me dat in de toekomst ook een keer?’ ‘Ik wil niet dat een beeld zijn verhaal te direct vertelt. Dan wordt het plat. Je kunt een menselijk verhaal ook goed via een omweg vertellen. Via menselijke tafels bijvoorbeeld. Dan blijft er iets te fantaseren over.’ Ze kijkt naar een foto aan de muur van haar atelier van de rode tafel die over de Klaphekvijver wandelt. ‘In de zomer is de weerspiegeling in het water prachtig. Maar als de vijver in de winter dichtvriest en het beeld wordt omgeven door schaatsende mensen, dan zie je pas goed de verhoudingen. Hoe groot het is. In elk seizoen is het weer een ander beeld.’
Changement de décor 2005, staal en hout, 300 x 35 x 15 cm.
Ine Boeijen (°1955 Vleuten), www.ineboeijen.nl Opleiding: Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht (1985 – 1990) Exposities, onder andere: 2012: Cultura, Ede 2011: Villa Maarheeze, Wassenaar 2010: Beeldentuin Gaia & Ouranes, Overasselt 2009: Centrum voor Beeldende Kunst, Arnhem 2007: De Kijkdoos, Bennekom 2006: Regio Art Rijnmond, Spijkenisse Werk van Ine Boeijen bevindt zich in diverse particuliere collecties. De kunstenares is lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en heeft zitting in de Commissie Beeldende Kunst in Ede. Ine Boeijen woont en werkt in Ede.
Morgen is alles anders 2009, brons, 20 x 20 x 10 cm.
Trekken en duwen 2011, hout, 1000 x 200 x 200 cm.
GBK leden kijken terug op hun deelname aan de kunstbeurzen in Rotterdam
Raw, medium, well done Geen beter protest dan een bombardement aan kunst, moeten de organisatoren gedacht hebben. Dit jaar konden bezoekers van Art Rotterdam diverse parallelle beurzen en exposities bezoeken. Twee hiervan ambieerden een vernieuwend en kritisch alternatief te bieden voor de gangbare kunstbeurs: de Raw Art Fair en Re: Rotterdam. Op beide beurzen (van 08-02 t/m 12-02-2012) was werk te zien van GBK-leden. Hoe kijken zij terug op deze beurzen en wat heeft hun presentatie hen gebracht? De Raw Art Fair noemt zichzelf een kunstbeurs voor jonge, frisse en andere kunst, die het publiek een volledig vernieuwde beleving van een kunstbeurs wil bieden. Tamelijk ambitieus voor deze nieuwe beurs die moet concurreren met de andere ‘satelliet’ beurzen. Het gebouw, de indrukwekkende Fenix Loods 1 in Katendrecht op loopafstand van Art Rotterdam, imponeerde in elk geval. Na op de begane grond een wat drukke verzameling van galeriestands te zien, kon het publiek de trap op naar boven. Hier werd een donker, sfeervol landschap geboden waarin objecten, installaties en performances zich lieten ontdekken. In deze donkere hal installeerde Mark Kramer zijn werk Tracing Out The Void (2012). Zwarte rondjes op steeltjes spelen een sereen schaduwspel op de witte vloer. Hij won er de Raw Diamond Prize mee, de publieksprijs voor het meest geliefde werk van deze beurs. Over zijn ervaringen zegt hij: ‘Ik had aardige verwachtingen van het project, omdat het professioneel werd geleid door Piet de Jonge en Ruth Horstmannhoff. Omdat het een spannende locatie is. Als geheel vond ik de beurs een erg goede sfeer hebben, positief rommelig, festivalachtig, dynamisch maar toch vooral gedragen door de grote expo op de eerste verdieping. Goed idee om zo’n grote expositie te combineren met een kunstbeurs.’ Op de begane grond presenteerde Galerie Stills o.a. schilderijen van Han Klinkhamer en tekeningen van Jissel Kerkstra. De schilderijen van Han herinneren ons aan het rivierenlandschap waar de rivieren doorheen stromen voordat zij hier in de stad Rotterdam uitmonden. Hij vindt de presentatie op een beurs als deze van groot belang, vooral als podium: ‘In enkele dagen zien duizenden mensen je werk. Dat kun je met een expositie elders bijna niet realiseren’. Jissel voegt hieraan toe: ‘Ik zag het als een kans om mijn werk aan een breder publiek te tonen. Misschien iets te verkopen, maar dat is jammer genoeg niet gebeurd. Misschien dat er nog iets uit voort komt, maar de beurs in net afgelopen. Het is nog te vroeg om daar iets over te zeggen’.
beter ons eigen werk promoten door een grotere ruimte te huren en een goede groepsexpositie neer te zetten. Ik had vooraf niet gedacht dat we zo veel bezoekers over de vloer kregen. Veel van mijn relaties, waaronder galeriehouders, verzamelaars en kunstenaars, hebben de presentatie bezocht. Ook heb ik nieuwe contacten gelegd en ik verwacht dat zich na deze beurs nieuwe mogelijkheden zullen aandienen voor exposities en voorstellen. Re: Rotterdam was een succesvolle en goed georganiseerde beurs die op een laagdrempelige manier kunst presenteerde’. Sibylle beaamt dit: ‘Het waren vooral twee weken van ondergedompeld zijn in de Rotterdamse kunstscène: heel goed voor de uitbreiding van mijn netwerk. De deelnemers kwamen veelal uit Rotterdam en er was dus de kans om veel kunstenaars die ik alleen van naam kende persoonlijk te ontmoeten. De feiten liegen er niet om: In vijf dagen bezochten maar liefst 8000 kunstliefhebbers de beurs, die tevens landelijke de aandacht kreeg in de dag- en kunstbladen. Ook Anke Land en Pier Pennings kijken terug op een bijzondere beurs. Anke toonde wandkleden, waaronder de serie LV, gebaseerd op haar dagboeknotities. Moniek Peters, conservator moderne en hedendaagse kunst van het Dordrechts Museum, nomineerde haar werk als beste presentatie van de beurs. Bij Pier lag het zwaartepunt op het werk “Het huis van Rózsa-neni”, een fotoverhaal over het verstofte huisje met inventaris van de Roma-zigeunervrouw uit Zuid-Hongarije. Pier heeft twee foto’s uit de serie verkocht. Hij blikt terug: ‘De intensieve aandacht van het publiek voor ons werk was bijzonder. En, last but not least, het samen optrekken met zo’n berg bekende èn onbekende collega’s was fantastisch’.
Een hele andere setting, maar niet minder overweldigend, is die van Re:Rotterdam: in dit voormalige kantoorpand stonden het publiek maar liefst 8 verdiepingen en 10.000 m2 aan kunst te wachten. Deze beurs, georganiseerd door Galerie 10 uit Utrecht, wil ‘een reactie geven op bepaalde praktijken in de kunst, de kunstmarkt en de instituten’. Op de derde verdieping bevond zich de presentatie van Jeroen Glas, Sibylle Eimermacher, Berndnaut Smilde en Annegret Kellner. Jeroen vertelt: ‘Met deze kunstenaars heb ik de tweede fase (Master of Fine Arts) schilderkunst gedaan in Groningen op het Frank Mohr Instituut. Later zijn we een blog begonnen onder de naam 5uur...!!! Ons eerste idee was om iets met onze blog te presenteren, een kunstenaar of een expositieconcept. Maar al snel hadden we door dat de kosten dan hoger zouden zijn en we er weinig voor terug zouden krijgen, dus konden we Expositie overzicht: Jeroen Glas, Sibylle Eimermacher, Berndnaut Smilde en Annegret Kellner (fotografie: Jeroen Glas)
Centerfold 1: vGtO
Centerfold 2: Sibylle Eimermacher
De GBK #8 (de vierde editie van 2011) is helaas niet bezorgd, want kwijtgeraakt in de post. Na grondig onderzoek en navraag blijft de oorzaak hiervoor onduidelijk. De centerfold uit editie 8 van vGtO wordt daarom in deze editie opnieuw afgedrukt.
In haar tekeningen, schilderijen en objecten zoekt Sibylle Eimermacher de grenzen van twee- en driedimensionaliteit op. Zij probeert de illusie van driedimensionaliteit schilderkunstig, of in het geval van deze centerfold, in een tekening op te wekken. Haar schilderijen plaatst zij soms vrij in de ruimte, waardoor je er als kijker net als bij een sculptuur omheen kunt lopen. In het meest recente werk wordt het doek zelfs letterlijk naar de driedimensionaliteit omgevouwen of in plooien opgehangen.
De centerfold werd speciaal voor De GBK #8 gemaakt door vGtO*. Het is een fotobewerking met pin-up van Alberto Vargas. vGtO is een samenwerkingsverband van twee kunstenaars onder het motto ‘it’s all too beautiful’. vGtO komt meestal in actie naar aanleiding van een specifieke vraag - vanuit instelling, tentoonstellingsmaker, overheid, bedrijf of particulier - maar ook wanneer ze zelf kans ziet haar ervaringen openbaar te maken. Met openbaar bedoelen we dat vGtO infiltreert in het gewone leven en de kunst rechtstreeks onder het publiek brengt. En zo op z’n minst probeert kunst uit de marge te halen en verder het alledaagse en dagelijkse in te duwen. (Denkend aan Cornel Bierens gaat het er dan niet om kunst en leven te laten samenvallen maar om, ook als reactie op de tentoongestelde kunst van het (alledaagse) leven die nauwelijks nog verbeelding kent, onder te duiken in het echte leven.) Om uiteindelijk dat te zeggen wat ze wil zeggen laat vGtO dan ook geen middel onbeproefd… vGtO reist dan door het rijk van haast wezenloze alledaagsheid, waarbij zij de slingerende sloopkogel van esthetisch normbesef probeert te ontwijken. Het zijn immers vaak de triviale dingen, zonder enige artistieke pretentie, die opeens kunnen zorgen voor een (bijna pijnlijk) eerlijke en onthullende ervaring.
De vormentaal van deze werken is gebaseerd op ontvouwen origamifiguren van papier. De titel van het werk geeft al een idee van diens voormalig bestaan. Vervolgens bieden de lijnen, vlakken en deukjes, alle door het vouwproces ontstaan, een plattegrond van het oorspronkelijke ruimtelijke figuur. Sibylle Eimermachter (°1979) woont en werkt in Arnhem, www.sibsite.eu. De centerfold Z.t. (vlinder), een tekening van potlood en kleur potlood op papier (29,7 x 42 cm), is speciaal voor deze uitgave van de GBK gemaakt. Haar werk is van 2 maart t/m 21 april 2012 te zien in de GBK-expositie 2close #8, een duo-expositie met Eef de Graaf in Het Klooster in Tiel.
vGtO zijn Terry van Gurp & René Oudenhoven, www.vgto.nl
In memoriam:
Frans Megens 1953-2011 Nieuws van het bestuur Speciale Helpdesk én Webhulp voor leden De GBK opent voor haar leden een loketfunctie waar je met je vragen terecht kunt. Voor het opzetten en runnen van een beroepspraktijk als beeldend kunstenaar lijk je bijna een soort duizendpoot te moeten zijn. Naast het maken en ontwikkelen van je eigen werk, waar het toch eigenlijk om gaat, komt er zowel technisch, praktisch, organisatorisch als juridisch nogal wat bij kijken. Met het openen van een loketfunctie wil de GBK haar leden behulpzaam zijn bij vragen over de beroepspraktijk. We kunnen waarschijnlijk niet op alles zelf antwoord geven, maar je in dat geval wel doorverwijzen. Zit je met een vraag over bijvoorbeeld auteursrechten, vergunningen, contracten, tarieven, regels, verzekeringen, subsidies, belastingen, boekhouding, BTW, dan kun je die in eerste instantie stellen aan
[email protected] De persoon achter deze vrijwillige loketfunctie is Terry van Gurp. Zij heeft van 1988 tot 2011 bij de GBK en later het CBKG gewerkt en heeft in die periode veel ervaring opgedaan in het begeleiden van collegakunstenaars op allerlei gebieden. Terry probeert de vragen per e-mail te beantwoorden of neemt anders telefonisch contact met je op. Wanneer de vragen en antwoorden ook voor anderen van belang kunnen zijn, dan worden deze (anoniem) op de website geplaatst, zodat er na verloop van tijd een heuse FAQ lijst kan ontstaan die voor andere leden direct uitkomst kan bieden. Naast deze helpdesk kunnen we dankzij het aanbod van René Oudenhoven nóg een nieuwe dienst aanbieden. We gaan contact opnemen met iedereen die zijn of haar kunstenaarspagina op de GBK-site nog niet in gebruik genomen heeft. Curatoren van binnen en buiten de GBK raadplegen de site om talent te spotten. Een gemiste kans als je je pagina blanco laat! Van meer dan de helft van de leden is nu werk online te zien. René gaat de overige leden helpen om hun werk te publiceren. Het GBK-bestuur
Begin december 2011 verscheen nummer 218 van het vakblad Textiel Plus waarin een atelierreportage werd gewijd aan GBK-lid Frans Megens. De laatste vraag die hem hierin werd gesteld: Wat doe je over tien jaar? ‘Over tien jaar hoop ik nog steeds mijn atelier te hebben en daar meer tijd in te kunnen doorbrengen dan nu’. Helaas werd hem dit niet gegund. Op 6 december 2011 overleed Frans Megens geheel onverwachts. Het liefst was Frans in zijn atelier om te werken aan een oeuvre dat uitdrukking gaf aan zijn kijk op de werkelijkheid. Hij maakte kunst waarin zowel textiel als taal beide een grote rol speelden. Door die werkelijkheid door middel van tekst en textiel te benaderen, probeerde hij zijn werkelijkheid zo ‘zuiver’ en ‘helder’ mogelijk tot uitdrukking te laten komen. Zoals Frans het zelf omschreef: ‘Woorden als drager van informatie, worden als beeldgegevens gebruikt. Niet het woordinhoudelijke, maar het beeldinhoudelijke wordt belangrijk. De zo ontstane beelden strekken verder dan de feitelijke informatie die de woorden geven.’ Frans Megens, meer dan twintig jaar GBK-lid, werd in 1953 geboren te Berghem. In 1978, op zijn vijfentwintigste, vestigde Frans zich als zelfstandig beeldende kunstenaar. Daarvoor studeerde hij van 1971 tot 1976 aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. In 1987 begon hij zijn doctoraalstudie kunstgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen die hij in 1992 afrondde. In 1994 leidden zijn praktijken tot een aanstelling aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht waar hij tot aan zijn dood met groot plezier werkte als autonome textielontwerper en docent. Frans begeleidde vele studenten in hun beeldende ontwikkeling, een proces waarvoor hij zich zeer persoonlijk en toegewijd voor inzette. Veel studenten hebben zijn begeleiding ervaren als “een meester, die de ander inspireert om te ontdekken wat hij in zich heeft”, zoals de tekst op de rouwkaart luidde. Frans wordt herinnerd als een bijzonder vriendelijke, betrokken en veelzijdige kunstenaar, docent, man, vader, vriend en collega.
Overgelopen maas 2009, olieverf op doek, 100 x 150 cm.
Voor
Madeleine Jansen is het landschap een ordening van kleuren en patronen Door MARTIN PIETERSE
Een strakke rij populieren in een rivierenlandschap, het eindeloos herhaald decor van een Portugees tegelplateau, maar ook breipatronen of de cadans van een handschrift: de Nijmeegse kunstenares Madeleine Jansen wordt gefascineerd door ritme, geometrie en herhaling. Haar verlangen naar ordening zoekt ze vooral in landschappen en in architectuur. Madeleine Jansen (°1953 Roermond), www.madeleinejansen.nl Opleiding: Tehatex, afgerond in 1986; 1987: Propedeuse Kunstgeschiedenis, Universiteit Nijmegen Exposities, onder andere: 2012: Kerkje in Persingen/ St. Stevenskerk, Nijmegen 2010: Klasse(n)kunst, Boxmeer 2009: Weijerkapel, Boxmeer 2003: Galerie Kdijk, Gendt 1998: Kerkje in Persingen 1997: Galerie Kdijk, Gendt 1994: St. Stevenskerk, Nijmegen Werk van Madeleine Jansen bevindt zich in diverse particuliere collecties. De kunstenares had zitting in diverse besturen en commissies, onder andere de kunstcommissie van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen. Madeleine Jansen woont en werkt in Nijmegen.
Bevroren sporen 2009, gouache op papier, 25 x 15 cm.
Stuwwal 2009, olieverf op doek, 100 x 70 cm.
Momenteel werkt Madeleine Jansen aan een serie gouaches, geïnspireerd door de Nijmeegse Stevenskerk. Ze is uitgenodigd voor de aanstaande zomerexpositie in de kerk. Jansen heeft niet zoveel met religie, maar een kerkgebouw is voor haar een en al kleur, ritme en herhaling, met in elk hoekje fascinerende details die om aandacht vragen. ‘Toen ik voor die tentoonstelling werd gevraagd, dacht ik meteen: ha, ik ga weer eens lekker met architectuur bezig!’, zegt ze. Ze laat een aantal gouaches zien dat ze al gemaakt heeft. Het zijn opvallend kleine schilderijtjes vol minieme details die met minuscule toetsjes kleur laag voor laag zijn opgebouwd. Ook de compositie is gelaagd: een soort collage van grote en kleine elementen, veraf en dichtbij in één oogopslag. We zien de plattegrond van het immense kerkgebouw of een metershoge spitsboog samen met een hoekje van een muurschildering of een detail van een heiligenbeeld. Alles in één. De gouaches lijken veeleer de caleidoscopische verbeelding van een impressie dan de nauwkeurige weergave van de realiteit. Landschap Jansen: ‘Ook als ik een landschap teken of schilder, teken of schilder ik niet de natuur, maar ik werk naar de natuur. Dat is een groot verschil. Ik maak heel bewust een keuze uit de werkelijkheid. Wanneer ik buiten in een landschap of in een kerk ben, word ik gevangen door iets. Dat ‘iets’, dat wil ik verbeelden.’ Ze wijst naar een gouache: ‘De details van zo’n Stevenskerk bevatten een soort intimiteit. Die voel ik daar ter plekke. Die wil ik schilderend vastleggen, juist in zo’n klein formaat. De geschilderde intimiteit krijgt daardoor iets van een kleinood, gevangen in een kader. Je kunt het letterlijk in de hand nemen.’ Madeleine Jansen staat op en loopt naar een doek dat tegen de muur van haar Nijmeegse atelier geleund staat. Ze draait het om. Het is een olieverfschilderij uit de serie Maasheggen die Jansen enige jaren geleden schilderde. Het thema is de door heggen omsloten weilanden die zo typerend zijn voor het Maaslandschap tussen Cuijk en Boxmeer. Een vergeten hoekje natuur waarin de zomerse warmte bijna voelbaar is. Het schilderij is een herkenbaar stuk landschap met heesters en hoog opgeschoten onkruid. Maar het is ook en vooral een bijna abstracte schakering van tinten groen, bruin en beige geschilderd in dunne, bedachtzaam opgezette verftoetsen. ‘Zo’n uitsnede van een landschap heeft ook een bepaalde intimiteit, net als de Stevenskerk. Die intimiteit voel ik zelf, maar als schilder deel ik die ook met anderen. Daar moet je niet over praten, vind ik: dat moet je laten zien. Door te kijken moet een ander kunnen ervaren wat ik heb ervaren. Ik houd wel eens open atelier. Als ik aan mensen zie dat ze er net zo door gevangen worden als ik vind ik dat erg fijn.’
Schilderkunst Madeleine Jansen deed aanvankelijk een tehatex-opleiding, maar viel eind jaren tachtig steeds meer voor de schilderkunst. In 1993 had ze haar eerste presentatie als schilder. Ook toen al was de fascinatie voor architectuur en voor patronen aanwezig. In de loop der jaren liet ze zich zichtbaar inspireren door Portugese tegeltableaus en andere geometrische vormen, zoals gebouwen en schrift. En door het strakke ritme van gecultiveerde landschappen met hun bomenrijen en slootjes. Een jaar of vijftien geleden waren haar interieurs en landschappen tamelijk vrije composities van kleurvlakken en lijnen. Inmiddels is haar werk realistischer geworden, schijnbaar meer naar de natuur. Zelf vindt Jansen haar huidige werk overtuigender dan de schilderijen en de grafiek die ze halverwege de jaren negentig maakte. ‘Ik ben beter geworden’, zegt ze zelf. ‘Ik heb het schilderen in de loop der jaren moeten leren. Ik ga nog steeds vooruit.’ Het toegenomen realisme van haar recente werk is betrekkelijk. Zelfs een nog zo realistisch schilderij blijft in de beleving van Madeleine Jansen vooral een verzameling interessante vormen en kleurvlakken. Ze wijst naar een rij bomen en struiken op één van haar doeken: ‘Er zijn zeshonderdmiljoen soorten groen! Dat is wat me bezighoudt. Dat wil ik laten zien.’ Ambacht Wat Madeleine Jansen betreft, is schilderen een echt ambacht. ‘Ik vind de techniek erg interessant. Dat vond ik vroeger ook zo leuk aan textiel: hoe het gemaakt is, hoe zo’n breipatroon in elkaar zit. Ik werk erg graag in olieverf. Olieverf droogt niet meteen op, je kunt er langere tijd aan blijven werken. En vooral: olieverf heeft erg mooie, diepe kleuren. Net als in gouache kun je in olieverf laagjes over elkaar aanbrengen. Dat kan niet in acryl. Ik hou niet zo erg van acrylverf.’ De verftoetsen zijn dikwijls piepklein, aangebracht met een dun penseel. Jansen werkt lang aan haar schilderijen, toets voor toets, laag over laag, tot de voorstelling als een kleurwaas op het papier of op het schilderslinnen ligt. ‘Bijna al mijn werk komt zo tot stand. Het is heel meditatief, ja. Ik kan er helemaal in verdwijnen. Maar het is wel een prettig soort verdwijnen’, zegt ze, met een brede glimlach. Orde Ondanks alle ambachtelijkheid is het schilderen en schetsen voor Madeleine Jansen ook een manier om spiritueel orde te scheppen in de wereld. In haar atelier ligt een stapel ‘logboeken’: albums vol schetsen, aantekeningen, gedichten en allerhande maaksels. Het zijn een soort spirituele dagboeken. Jansen: ‘Daar zitten mijn ‘denksels’ in. Soms moet ik iets opschrijven. Ik moet het vasthouden, er van alle kanten naar kijken, anders kom ik er niet meer uit. Ik wil de dingen een plaats geven, ook als dat lastig is. Dat is schilderen ook voor mij: een manier om de chaos in mijn hoofd te ordenen. Een manier om alles wat ik belangrijk vind een plek te geven.’
Agenda »» Kunstvereniging Diepenheim toont in Preludium 4 werken van kunstenaars die »» »»
»»
»» »» »» »»
»» »»
»»
er in 2011 werkten. GBK-lid Edith Meijering is één van de exposanten. Te zien t/m 25 maart. Openingstijden: di t/m zo van 11.00 tot 17.00 uur, Grotestraat 17, 7478 AA Diepenheim, www.kunstvereniging.nl Museumweekend 2012: 7 en 8 april. Musea in heel Nederland gratis of met korting geopend. Ook in 2012 wordt de GBK-expositiereeks 2close in Het Klooster in Tiel voortgezet. Voor elke editie worden telkens twee GBK-leden door curator en bedenker Coen Vernooij uitgenodigd om samen in de kleine ruimte een tentoonstelling te maken. Inhoudelijke overeenkomsten bepalen de keuze voor twee kunstenaars. De achtste editie combineert werken van Sibylle Eimermacher en Eef de Graaf. Zowel Sibylle als Eef doen pogingen om het platte vlak driedimensionaal te maken én andersom. T/m 21 april 2012, Sint Agnietenstraat 26, 4001 NB Tiel, www.hetkloostertiel.nl Op de begane grond van FTD (FiftyTwoDegrees) in Nijmegen organiseert ART52 vier keer per jaar een tentoonstelling. Doel is om daar een blijvend platform te scheppen voor voornamelijk Gelderse kunstenaars(initiatieven) uit verschillende kunstdisciplines. Lobke Burgers heeft hier t/m 18 april 2012 een solotentoonstelling genaamd Lost in Paradise. Jonkerbosplein 52, 6534 AB Nijmegen, www.art52.nl T/m 12 april is er een groepstentoonstelling in Schouwburg Nijmegen onder de titel Waalfront in 63 beelden. GBK-lid Antoinette Schepens neemt hieraan deel. Keizer Karelplein 32h, 6511 NH Nijmegen. In het tekeningenkabinet van galerie Phoebus bevindt zich het ladekastproject Schaal 1 “X” van curator Jean Klare. GBK-leden Daniel van der Veer en Mark Kramer zijn hier t/m 20 april te zien. Galerie Phoebus, Eendrachtsweg 61, 3012 LG Rotterdam, www.phoebus.nl Van 21 t/m 29 april is o.a. werk van Eef de Graaf te zien en te koop op de jaarlijkse Artantique. Dagelijks geopend van 11.00 tot 18.00 uur, entree: €15 of €10 met korting. Jaarbeurs Utrecht, www.artantique.nl Museum Henriette Polak toont vanaf 3 maart t/m 3 juni 2012 werk uit eigen collectie, aangekocht in de jaren ’80 en ’90 met steun van de provincie Gelderland. In de tentoonstelling Revisited is dit werk te zien samen met recent werk van de betreffende kunstenaars van o.a. de GBK-leden Edith Meijering, Ad Gerritsen, Marten Hendriks en Albert Van Der Weide. Op zondag 4 maart wordt de tentoonstelling Revisited geopend door mevrouw dr. Annemieke Traag, gedeputeerde Cultuur en Cultuurhistorie bij de provincie Gelderland. Museum Henriette Polak, Zaadmarkt 88 Zutphen, www.museazuthpen.nl Van 3 juni t/m 1 juli toont Galerie Wit schilderijen van Marena Seeling. De galerie is geopend van do. t/m zo. van 13.30 – 17.30 uur. Hamelakkerlaan 38, 6703 EK Wageningen, www.galeriewit.nl In de maanden mei en juni zal de 5de internationale fotografiebiënnale GRID tevens in Apeldoorn plaatsvinden. Thema 2012: Buitenstad, Apeldoorn als duurzame woonstad. Eén van de locaties is de voormalige elektronicafabriek ACEC (Apeldoorns Centrum voor Eigentijdse Cultuur), tentoonstellingsruimte, café en hotspot voor culturele ondernemingen waar o.a. GBK-lid Marion van Delst tijdens de fotobiënnale zal exposeren. Meer informatie (of ook aanmelden): www.fotobiennale.nl Binnenkort wordt bekend gemaakt welke GBK-leden in 2012 exposeren in het Dijkmagazijn Winssen, gemeente Beuningen. De GBK huurt dit Rijksmonument sinds 2011. De activiteiten zullen plaatsvinden van 1 april t/m 30 september. Gedurende deze periode vinden er zes GBK-tentoonstellingen plaats, wekelijks op zondagmiddag geopend. Dijkmagazijn 523175, Dijk nr. 27, Winssen. Kijk voor alle info op www.gbk.nl
Word ook lid of vriend van de GBK!
De vereniging zet zich in voor het belang van de beeldende kunst. Met meer leden en vrienden kan de GBK de kunst een grotere rol laten spelen in Gelderland. Daar profiteren zowel kunstenaars als liefhebbers van! Kijk voor meer informatie en de mogelijkheden op www.gbk.nl en klik op: Word lid!
2012: GBK 65 jaar! 2012, het jubileumjaar waarin de GBK de respectabele leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, kan niet onopgemerkt voorbij gaan. Tijdens GBK-avonden en in deze kwartaaluitgave wordt daarom aandacht besteed aan onderwerpen die de vereniging en haar (kunstenaars)leden bezighouden, toen en nu. Is de beeldende kunstpraktijk nu werkelijk anders dan vijftien of vijftig jaar geleden? Zaken als het lidmaatschap, (gebrek aan) geld, (ruimte voor) tentoonstellingen, haar (beleids)inhoudelijke rol, invloed en andere plannen en ambities staan immers altijd ter discussie en dús bovenaan de agenda van de GBK, toen en nu. Hoe de toekomst eruit gaat zien, is moeilijk te voorspellen, maar dat de GBK een rol speelt en invloed uitoefent op het Gelderse beeldende kunstklimaat heeft ze in haar 65-jarige bestaan duidelijk bewezen. En ondanks de pensioengerechtigde leeftijd die dit jaar is behaald, ziet de GBK geen reden het rustiger aan te gaan doen. Dat de GBK de afgelopen 65 jaren bijvoorbeeld haar lustra met afwisselend succes vierde, moge duidelijk worden uit deze uitnodiging uit 1962: Daarom: meer (feestelijke) GBK-activiteiten in 2012? Noteer dan de volgende data in uw agenda en komt allen!
GBK-avonden: vrijdag 30 maart, 27 april en 25 mei. ALV: dinsdag 26 juni Locatie: Showroom Arnhem, Kleine Oord (naast nr. 179) Entree: GBK-leden gratis, introducés €5 U ontvangt tijdig een e-mailbericht met het programma.
Over de GBK & colofon De Gemeenschap Beeldende Kunstenaars (GBK) is sinds 1947 actief als beroepsvereniging van professionele kunstenaars in Gelderland. De vereniging zet zich actief in voor het belang van de beeldende kunst in Gelderland en presenteert zich als klankbord, intermediair en waakhond. De GBK organiseert ook tentoonstellingen die de kwaliteit van Gelderse kunstenaars op een bijzondere manier belichten. Leden en vrienden zijn welkom op de speciale GBK-avonden en ontvangen deze GBK-uitgave met interviews en actueel nieuws. De GBK is lid van de Federatie Nederlandse Kunstenaarsverenigingen. De GBK heeft een onbezoldigd bestuur bestaande uit zes leden waarvan drie kunstlievende- en drie kunstenaarsleden: Marlies Leupen (voorzitter), Berna Lohman (secretaris), Ietje van den Berg (penningmeester), Rosell Heijmen, Jessica Helbach en Hans Walraven. Het bestuur wordt ondersteund door diverse commissies. GBK | Postbus 307, 6800 AH Arnhem |
[email protected] | www.gbk.nl
Studio / Yorick de Vries, www.yorickdevries.nl De GBK-redactie vroeg Yorick de Vries en Joris Budel (voorheen: A152, bureau for contemprary (non)sens) om voor 2012 een column te verzorgen. Enige vereiste: kritisch zijn over beeldende kunst(enaars).
De GBK # 09, jaargang 4, maart 2012, kwartaaluitgave van de Gemeenschap Beeldende Kunstenaars, opgericht 11 januari 1947. Redactie: Evelien Jansen, Heidi Linck, Marjan Verloop, contact: redactie@ gbk.nl , ontwerp: Julius van der Vaart, drukwerk: Drukkerij De Rijn, Velp. Aan dit nummer werkten mee: Martin Pieterse (portretten), 21Lux Photography (fotografie kunstenaarsportretten), Studio/ Yorick de Vries (fotocollage)