R EADER CTO A MSTERDAM V ROUWENBASKETBALL
“Testimonia 2012-2013” `
“Leef de kans en niet de beperking”
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Voorwoord Voor u ligt het document “testimonia voor het seizoen 2012-2013” van het CTO Amsterdam Vrouwenbasketball.
Binnen het CTO programma wordt gedurende het sportseizoen bij de CTO-speelsters allerlei testen afgenomen. Er wordt getest op verschillende aspecten, waaronder op basketball specifiek, fysiek, medisch en op het mentale aspect. Gedurende het sportseizoen worden deze testen periodiserend afgenomen om o.a. cijfermatig te kunnen aflezen wat voor een proces de speelster doormaakt. Voor eventuele onduidelijkheden over de testimonia kunt u terecht bij het managementteam, bestaande uit de hoofdcoach, manager en de teammanagers.
2
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Inhoudsopgave Jaarplanning 2012-2013 ...................................................................................................................... 5 1.
Snelheid & Uithoudingsvermogen ................................................................................................. 6 1.1: T-test ............................................................................................................................................ 6 1.2: Lineaire-test.................................................................................................................................. 7 1.3: Shuttle Run ................................................................................................................................... 8
2. Basketball specifiek ............................................................................................................................ 9 2.1 schotpercentage ............................................................................................................................ 9 2.2: Dribble Elbow ............................................................................................................................. 10 2.3A: Vijf (5) star driepunters ............................................................................................................ 11 2.3B: Vijf (5) star tweepunters........................................................................................................... 11 2.4: 25x driepunters Wings ................................................................................................................ 12 2.5: 94 fifty ........................................................................................................................................ 13 3.
Fysiek ............................................................................................................................................. 14 3.1 RPE testen.................................................................................................................................... 14 3.2 Gewicht ........................................................................................................................................ 16 3.3 Sprongkracht ............................................................................................................................... 17 3.4 Lichaamssamenstelling ............................................................................................................... 18 3.5 FMS (legg raise & core stabilty in puss-up) ................................................................................. 19 3.6 Klatt ............................................................................................................................................. 21
4.
Fysio............................................................................................................................................... 22 4.1 Cybex meting/Nknee ................................................................................................................... 22 4.2 Fysieke check ............................................................................................................................... 23
5.
Arts ................................................................................................................................................ 24 5.1 Sportmedische keuringen ............................................................................................................ 24 5.2 Lengte en Wing ........................................................................................................................... 25
6.
Mentaal ......................................................................................................................................... 26
3
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
6.1 Action Type .................................................................................................................................. 26 6.2 transactionele analyse................................................................................................................. 27 6.3 Leerstijlen Kolb ............................................................................................................................ 28 7.
Voeding ......................................................................................................................................... 29
Bijlagen.................................................................................................................................................. 30 FMS uitleg(legg raise & core stabilty in puss-up) .............................................................................. 30 Action Type bepalen .......................................................................................................................... 33 Communicatiestijl bepalen ................................................................................................................ 35 Leerstijl Kolb bepalen ........................................................................................................................ 37 Doeners - Leerstijl en Werkwijze ................................................................................................... 38 Bezinner - Leerstijl en Werkwijze .................................................................................................. 39 Denker - Leerstijl en Werkwijze..................................................................................................... 40 Beslissers - Leerstijl en Werkwijze ................................................................................................. 41
4
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
JAARPLANNING 2012-2013
september
1e helft 2e helft
oktober
1e helft 2e helft
november
1e helft 2e helft
december
1e helft 2e helft
januari
1e helft 2e helft
februari
1e helft 2e helft
maart
1e helft 2e helft
Voeding
KolB
Mentaal
Action Type Communicatie
Arts Lengte/Wing sportmedische keuringen
Fysiek ckeck Nknee test
Klatt
Fysio
FMS
RPE
Sprongkracht
Gewicht
Vet
Fysiek
94 fifty
25x 3p wing
5 star 2p
5 star 3p
dribble elbo
Basketbal specifiek
Schotpercentage
Shuttle Run
Liniear-test
T-test
Snelheid
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
1. SNELHEID & UITHOUDINGSVERMOGEN 1.1: T-TEST Benodigdheden: - 4 pylonnen - meetlint - Stopwatch Uitleg: Zet de pylonnen uit elkaar. Pylon A naar pylon B heeft een afmeting van 9.14 m en pylon B naar C en D heeft een afmeting van 4.57 m (zie tekening). De speelster start bij pylon A. Op het moment dat de trainer ‘GO’ roept gaat de stopwatch aan en sprint de speelster zo snel mogelijk naar pylon B. De speelster tikt de pylon aan met haar rechterhand. Vervolgens sprint de speelster zo snel mogelijk naar pylon C. De speelster tikt pylon C aan met haar linkerhand. Van pylon C sprint de speelster naar pylon D. Pylon D tikt de speelster met haar rechterhand aan. Van pylon D sprint de speelster naar Pylon B. Deze tik ze met haar linkerhand aan. Tot slot sprint de speelster naar Pylon A. De stopwatch stopt wanneer de speelster bij pylon A aankomt. Normering: Meiden (seconden) Uitstekend Goed
> 10.5 10.5 t/m 11.5
Gemiddeld
11.5 t/m 12.5
Matig/zwak
>12
Tekening:
6
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
1.2: LINEAIRE-TEST Benodigdheden: - Meetlint - stopwatch - 2 pylonnen - Timing poorten Uitleg: Bij deze test gaat het om het draaien van een enkel maximaal sprint over een ingestelde afstand, met opgenomen tijd. Na een gestandaardiseerde warming-up, wordt de test uitgevoerd over een afstand van 10 m. De uitgangspositie moet worden gestandaardiseerd, vanuit een stationaire positie met een voet achter de startlijn, zonder schommelende bewegingen. Het is gebruikelijk om de speelster een adequate warming-up te laten doen. Normering:
Meiden Uitstekend
< 5.30
Goed
5.30 - 5.59
Gemiddeld
5.60 - 5.89
Matig/zwak
5.90 - 6.20
Slecht
> 6.20
Tekening:
7
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
1.3: SHUTTLE RUN Benodigdheden: - Gymzaal - 4 pylonnen - 20m meetlint - cd speller en de cd shuttle run test Uitleg: De loopsnelheid van de deelnemers wordt bepaald door het interval tussen twee geluidssignalen, waarbij de signalen worden aangeboden met behulp van de shuttle run test cd. De hardloopsnelheid wordt elke minuut verhoogd door het interval tussen de geluidssignalen te verkorten. De deelnemer moet gelijkmatig lopen, dat wil zeggen niet langzamer, maar ook niet sneller dan het door de geluidssignalen aangegeven tempo. Dus precies tijdens het geluidssignaal van de cd bij de lijn. Het keerpunt is de 20-meterlijn. Aantikken van deze lijn met één voet is voldoende. Het keerpunt dient met een zo kort mogelijke draai gemaakt te worden en de deelnemers moeten in een rechte baan tussen de twee 20-meterlijnen lopen. Als de deelnemer voor het geluidssignaal de 20-meterlijn heeft bereikt, dan moet hij doorlopen en zijn tempo dusdanig aanpassen, opdat hij bij het volgende geluidssignaal weer op tijd de 20-meterlijn heeft bereikt. Hij mag dus niet stilstaan, maar zal zijn tempo moeten verminderen. Als de deelnemer de 20-meterlijn nog niet bereikt heeft bij het geluidssignaal, dan moet hij doorlopen en de 20-meterlijn alsnog aantikken. Tevens dient de deelnemer er voor te zorgen dat hij bij het volgende geluidssignaal de andere 20-meterlijn wel weer heeft bereikt. Normering: Meiden Uitstekend
> 12
Heel goed
10 – 12
Goed
8 – 10
Gemiddeld
6–8
Matig/zwak
4–6
Tekening:
8
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
2. BASKETBALL SPECIFIEK 2.1 SCHOTPERCENTAGE Benodigdheden - Microsoft office Excel - Laptop/computer Uitleg: Gedurende het seizoen worden tijdens de trainingen alle tweepunters, driepunters en vrije worpen bijgehouden in een Excel bestand. De speelsters geven tijdens de ochtend- en middagtrainingen hun scores door aan de stafleden. Deze scores worden geregistreerd in een Excel bestand. In het Excel bestand is precies af te lezen per speelster wat haar schotpercentage is bij de tweepunters, driepunters en vrije worpen. Weergave: Schotpercentage 2 punter
Raak
3punters
totaal percentage Raak
Vrije worpen
totaal
Percentage raak
totaal
percentage
Namen speelsters :
9
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
2.2: DRIBBLE ELBOW Benodigdheden - kar met ballen - 1 aangever - 2 rebounders Uitleg: De speelster krijgt de bal van de zijkant aangespeeld. Zij maakt een open step richting de sidelane. Vervolgens maakt zij een crossover step over de screen. Ze maakt daarbij 1 dribbel (jump-) stop en schiet gedurende 1 minuut lang op de basket. (Dit gebeurt aan beide kanten van het veld). Tekening:
10
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
2.3A: VIJF (5) STAR DRIEPUNTERS Benodigdheden - Kar met ballen - 1 passer - 2 rebounders Uitleg: De oefening heet STAR-shooting: De speelster krijgt de bal van de zijkant aangespeeld. Zij maakt drie series achter elkaar van vijf driepunters in de vorm van een ster. Tekening
2.3B: VIJF (5) STAR TWEEPUNTERS Benodigdheden -
Kar met ballen 1 passer 2 rebounders
Uitleg: Ook deze oefening heet STAR-shooting: De speelster krijgt de bal van de zijkant aangespeeld. Zij maakt daarbij drie series achter elkaar van vijf tweepunters in de vorm van een ster. Tekening: Idem aan afbeelding 2.3 alleen dan binnen de driepunters lijn.
11
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
2.4: 25X DRIEPUNTERS WINGS Benodigdheden: - 10 ballen - 1 aangever - 2 rebounders
Uitleg: De speelster neemt vanaf vijf plekken buiten de driepuntslijn vijf schoten achter elkaar. Aandachtspunten: - Bij een te lange tussenpauze – STOPPEN - Bij meer dan 2 air ballen na elkaar - STOPPEN Tekening:
12
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
2.5: 94 FIFTY Benodigdheden: - Apparatuur vanuit 94 fifty - 2 baskets - Meetlint - Pionnen / stoelen als screens Uitleg: De Speelsters worden getest middels twee ballen met sensoren erin. Hiermee meten we een aantal zaken die van belang zijn bij hun ontwikkeling zoals o.a. spin/angle release speed. Deze gegevens worden digitaal ingeladen in een webbased rapport waar de speelster en coach een melding van krijgen. Hieruit krijgen we vervolgens gegevens die onze verdere trainingen helpen om het talent te begeleiden. Geteste vaardigheden: Basic Shooting: - 14ft Stand still - 14ft Off the dribble - 14ft Off the screen - 21ft Stand still - 21ft Off the dribble - 21ft Off the screen Advanced Ballhandling: - RH V-dribble (right hand) - LH V-dribble (left hand) - Figure 8 - Behind the back - 2 ball side V-dribble
Website om in te loggen: http://www.94fifty.com/
13
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
3. FYSIEK 3.1 RPE TESTEN Benodigdheden: - Format invulstencil - Pen - Microsoft Office Excel Uitleg: Na afloop van elke training schrijven de speelsters hun tijd en RPE op. Dat betekent dat zij ten eerste de tijd noteren, hoe veel minuten hebben zij die dag gesport, vervolgens geven zij aan op een schaal van 1-10 hun RPE, hoe zwaar zij de training vonden op mentaal en fysiek gebied. De tijd en de RPE wordt met elkaar vermenigvuldigd. Dan heb je de internal load per dag. De dagen van maandag t/m vrijdag tel je vervolgens ook weer bij elkaar op om af te lezen wat de totale belasting in de week was. Dit wordt gebruikt om gemiddeldes per speelster te kunnen berekenen en te zien of ze vooruit gaan in kracht. Hiernaast is het een meetinstrument voor onze periodisering. Normering Hoe zwaar vond je de training op fysiek gebied? Schaal van 1 op 10 Minimale inspanning: Super makkelijk 1 Je kan de training makkelijk bij benen 2 Lichte training 3 Lichte training 4 Gemiddelde inspanning 5 Gemiddelde inspanning 6 Half zware training gehad 7 Je hebt het zwaar gehad tijdens de training 8 Op het randje van overgeven/ bijna verzuurd 9 Maximale inspanning: Super zwaar tot kotsend 10 aan toe.
14
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Tekening/schema:
s ochtends Groep 1/2 jrs
internal load = tijd x RPE
NAAM tijd
RPE
Maandag Dinsdag woensdag donderdag Vrijdag
load 0 0 0 0 0
0
s middags Groep 1/2 jrs
internal load = tijd x RPE
NAAM Tijd maandag Dinsdag woensdag donderdag Vrijdag
Fysiek
RPE Mentaal
Load 0 0 0 0 0
0
15
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
3.2 GEWICHT Benodigdheden: - Weegschaal Uitleg: De speelsters schrijven minimaal een keer per drie dagen voor de training het gewicht op. Deze gegevens worden bewaard in een Excel bestand. Tijdens het stafoverleg komt het onderwerp ‘gewicht’ aanbod. Wanneer een speelster te zwaar blijkt te zijn, zullen er maatregelen getroffen worden en zal er contact gezocht worden met de speelster. Normering: NVT Tekening/schema:
1/2 e jaars Namen
gewicht December 2012
gewicht November 2012
gewicht Oktober 2012
Gewicht September 2012
16
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
3.3 SPRONGKRACHT Benodigdheden: - Sprong hoogtemeter met latjes Uitleg: De test bestaat uit 2 sprongen: sprong 1= countermovement jump zonder aanloop. En sprong 2= layup met aanloop. De counter movement jump is een verticale hoogtesprong met tegenbeweging in de benen. Er worden 5 maximale sprongen uitgevoerd, van elkaar gescheiden door 20 à 30 sec rust na elke sprong. Bij meerdere sprongtests wordt 3 à 5 min rust genomen tussen de reeksen Normering: Interne beoordelingsnorm m.b.t. monitoring proces van sprongkracht per speelster. Absolute norm van de 2 sprongen en het verschil tussen de 2 sprongen. Tekening: Countermovement jump:
17
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
3.4 LICHAAMSSAMENSTELLING Benodigdheden: - Weegschaal incl. vetpercentage meter - Vetplooimeter Uitleg: In de eerste week van elke maand worden de speelsters gemeten betreft hun vetgehalte. De biceps, triceps, schouder en heup wordt opgemeten. De fysieke trainer zal dit meten en de resultaten bespreken tijdens het fysieke overleg. Normering: vergelijken met eerdere resultaten en weggezet tegen een algemeen beeld en andere indicatoren (gewicht en kracht).
Tekening/schema:
Name Lichaamsn samenstelling
gewich bicep tricep schoude heu t s s r p
totaal mm
vetvrij vetpercentag e e massa
18
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
3.5 FMS (LEGG RAISE & CORE STABILTY IN PUSS-UP) Benodigdheden: - stok - 2 halterschijven - matje Uitleg: De test bestaat uit oorspronkelijk 7 onderdelen waarvan er 4 worden getest: Active leg raise, Overhead Squat, Trunk Stab Push up en shouldermobility (zie bijlage voor uitleg van de oefeningen.) Tekening/schema: Test 1: Active leg raise
Test 2: Overhead squat
Test 3: Trunk stab Push-up
19
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Test 4: Shouldermobility
20
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
3.6 KLATT Benodigdheden: - step Uitleg: - De speelster begint staand op de step met haar armen recht naar voren op schouderbreedte - handen in een bidgreep. - 1 been is schuin los naar voren gericht. - Het been dat op de step staat is ook het landingbeen na afstappen van de step. Normering: Kijkend naar enkel, knie, heup en totale lichaam welke aangeeft waar de zwakke spierketen zich bevindt. Tekening:
21
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
4. FYSIO 4.1 CYBEX METING/NKNEE Benodigdheden: - Apparatuur Cybex (krachtmeting) Wat is Cybex: De Cybex is een isokinetisch apparaat, d.w.z. dat de vooraf ingestelde (hoek)snelheid constant blijft, onafhankelijk van de door de testpersoon geleverde kracht. Voor de test wordt de testpersoon d.m.v. banden en steunen op het meetinstrument vastgemaakt zodat alleen de gewenste gewrichtsfunctie wordt getest. Tevens wordt bepaald binnen welk bereik van het bewegen wordt gemeten. Tijdens de test probeert de speelster het gewricht met zoveel mogelijk kracht te bewegen op de vooraf ingestelde snelheid. Er wordt op verschillende snelheden getest en het aantal uit te voeren herhalingen kan verschillen. De door de Cybex geregistreerde gegevens worden zowel in getallen als in grafieken weergegeven en door de fysiotherapeut geanalyseerd. Een test kan op deze manier een eventueel gebrek aan kracht, snelkracht en uithoudingsvermogen van de spieren rond een gewricht vaststellen. Door deze betere objectivering is het mogelijk de behandeling, in de vorm van training, meer specifiek en daarom efficiënter te laten verlopen. Door een hertest in een later stadium kan geregistreerd worden of de training het beoogde effect heeft en dus zinvol is. Uitleg test NKnee: NKnee bestaat uit twee testen: een voor de knie en de ander voor de schouder. Test voor de knie (beweging met het been van buigen naar strekken) De speelster gaat zitten in een zit houding. Zitting omhoog van de stoel, leuning 80 procent, twee vingers tussen de knieholte en stoel. De speelsters strekt haar been van 90 graden naar 180 graden. Tijdens de test probeert de speelster het gewricht met zoveel mogelijk kracht te bewegen op de vooraf ingestelde snelheid.
Test voor de schouder (beweging met de arm van beneden naar boven)
22
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
De speelster gaat liggen op haar rug. Op het sein van de trainer geeft zij zoveel mogelijk kracht en duwt het apparaat in een omhooggaande beweging.
4.2 FYSIEKE CHECK Benodigdheden: - geen Uitleg: Elke speelster wordt verplicht een keer per twee weken helemaal gezien en gecheckt te zijn door de fysio. Dit met als doel preventief te werken.
23
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
5. ARTS 5.1 SPORTMEDISCHE KEURINGEN Benodigdheden: - Vragenlijst sportmedische keuring - Apparatuur sportmedisch onderzoek Uitleg: Er wordt een algemeen groot sportmedisch onderzoek uitgevoerd net na het einde van het seizoen, als alle nieuwe speelsters bekend zijn. Dan krijgen de speelsters een schema (waarin tekortkomingen kunnen worden aangepakt) mee voor de zomer. Dit onderzoek wordt minimaal een keer per twee jaar in het ziekenhuis uitgevoerd. Uitgebreide vragenlijst invullen. - Anamnese (doornemen van deze vragenlijst met speelster en uitdiepen daarvan) - Biometrie: lengte, gewicht en vetpercentage - Intern onderzoek: bloeddruk, luisteren/onderzoeken: hart, longen, buik, bloedvaten, schildklier en lymfeklieren - Orthopedisch onderzoek: alle gewrichten nakijken, statiek bekijken en bewegingsuitslagen vastleggen - Ogen testen - Neurologisch onderzoek. - Keel/neus/ooronderzoek - Rust ECG. - Longfunctietest - Urineonderzoek - Inspanningstest met ademgasanalyse en ECG/bloeddrukbewaking. - Uitgebreid bloedonderzoek (rood-en wit bloedbeeld; onstekingsparameters, lever-, nier- en schildklier. Ijzer, suiker, vetspectrum en aantal vitaminen.
24
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
5.2 LENGTE EN WING Benodigdheden: - Hoogte meter Uitleg: - Ga met blote voeten (ook geen sokken!) met de hiel tegen de plint van een muur staan. - Ga zo goed mogelijk rechtop staan en probeer jezelf zo lang mogelijk te maken. - Meet de afstand op met een nauwkeurigheid van 0,5 cm. - Spanwijdte (zie tekening rechts) Tekening:
25
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
6. MENTAAL Aan het begin van een nieuw seizoen worden er zelfbeoordelingstesten afgenomen bij de speelsters. De resultaten van de testen worden op individueel- en op groepsniveau besproken. De uitslag van de test wordt per speelster vergeleken met haar gedachte over zichzelf. Het kan voorkomen dat de speelster een ander beeld heeft dan dat er uit de test komt. Wanneer dit het geval is wordt er gekeken hoe dit kan. Tevens is het belangrijk dat de speelster een realistisch zelfbeeld heeft. Ook voor de trainer/coach zijn de uitslagen van de testen erg nuttig. Aan de hand van de resultaten uit de testen kan er rekening gehouden worden per speelster zowel op de training als daar buiten.
6.1 ACTION TYPE Benodigdheden: - Invulstencil Action Type - Boek: Totaalcoachen Auteur, Jan Huijbers en Peter Murphy Uitleg: De speelsters vullen een stencil in met 20 stellingen. Als het stencil ingevuld is wordt er gekeken bij welk Action Type zij horen. De Action Type is een praktisch toepasbaar systeem waarmee inzicht wordt verkregen hoe het trainen en coachen optimaal afgestemd kan worden op de sporter. Als trainer/coach is het didactisch handig en zinvol om aan te sluiten bij de belevingswereld van de sporter om zodoende maatwerk te kunnen leveren. Normering/tekening/schema: ISTJ
ISFJ
INFJ
INTJ
ISTP
ISFP
INFP
INTP
ESTP
ESFP
ENFP
ENTP
ESTJ
ESFJ
ENFJ
ENTJ
26
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
6.2 TRANSACTIONELE ANALYSE Benodigdheden: - invulstencil communicatie stijlen Uitleg: Iedereen heeft een eigen stijl van communiceren. De één houdt zich in, de ander uit zich meer. Iemand neemt ruimte, terwijl een ander juist ruimte geeft. Daarom is het belangrijk voor de trainer/coach om te weten welke communicatie stijl welke speelster dominant hanteert. Normering/tekening/schema: Zet jouw scores in de tabel naast het nummer van de vragen en tel vervolgens de score van elke stijl op. Kritische Voedende Volwassene Aangepast Natuurlijk Ouder
Ouder
Kind
kind
1
4
2
3
5
8
6
7
10
9
14
12
13
11
15
17
18
20
19
16
24
23
21
22
25
26
27
30
29
28
32
31
35
34
33
39
37
38
40
36
0 Totaal
0 Totaal
Totaal
0 Totaal
0 Totaal
0
Teken een staafdiagram van de scores bij de verschillende types. 24 21 18 15 12 9 6 3 0 Kritische ouder Natuurlijk kind
Voedende ouder
Volwassene
Aangepast kind
27
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
6.3 LEERSTIJLEN KOLB Benodigdheden: - Invulstencil Leerstijlen Kolb Uitleg: Mensen verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Leren is op te vatten als een proces dat uiteindelijk leidt tot gedragsverandering. In dit proces zijn verschillende fasen te onderscheiden, zoals het verzamelen van informatie, het toetsen van nieuwe inzichten of het nadenken over dingen die je overkomen. De psycholoog Kolb deed onderzoek naar verschillende manieren van leren van mensen en hij onderscheidde er vier, die hij als fasen die van elkaar afhankelijk zijn kon vastleggen. Deze vier leerfasen kunnen worden beschreven in termen van de vaardigheden die bij die fasen horen. Normering/tekening/schema: 1. De beslisser Als het gaat om een probleem om een probleem op te lossen waar een juiste oplossing voor gezocht moet worden, ben je bij de beslisser aan het goede adres. 2. De denker voor een denker ligt de nadruk op de (logische) samenhang tussen zaken. 3. De bezinner Een bezinner bezit een groot voorstellingsvermogen en is vooral bezig met concrete ervaringen. 4. De doener het woord zegt het al. Het gaat om het ‘doen’ Een doener werkt doelgericht, is een sociaal persoon en wil tastbare resultaten halen.
28
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
7. VOEDING Benodigdheden: - Weegschema voor gewicht - Eet weegschaal Uitleg: In de eerste twee weken van de maand september 2012 meten de speelsters na elke middagtraining hun gewicht. Deze gegevens worden opgeschreven en doorgestuurd naar de voedingsspecialist. De voedingsspecialist maakt een analyse hiervan. Naast het meten van het gewicht wordt het avondeten ook gewogen. Dit om te kijken wat zij dagelijks binnen krijgen aan koolhydraten, vetten, suikers en eiwitten etc. Aan de hand hiervan krijgen zij voedingsadviezen en maken we speelsters actief bewust van hun eetgedrag dan wel de verbeteringen die hierin kunnen plaats vinden.
Tekening/schema:
29
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
BIJLAGEN FMS UITLEG(LEGG RAISE & CORE STABILTY IN PUSS-UP)
30
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
31
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
32
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
ACTION TYPE BEPALEN
33
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Omcirkel het antwoord wat het beste bij je past. Let op: deze vragenlijst gaat uitsluitend over hoe je bent in het dagelijks leven en de antwoorden moeten daar dus betrekking op hebben. Niet op wedstrijden of trainingen. Na de lijst vind je een overzicht waar je de antwoorden op in kunt vullen en je score kan bekijken. 1. A U gedraagt zich energiek en houdt van drukte. B U gedraagt zich ingetogen en houdt van rust. 2. A U vat dingen letterlijk op, u vertrouwt op uw gezonde verstand. B U zoekt naar de betekenis van dingen, u vertrouwt op uw inzicht. 3. A U vertrouwt op logica en stelt vragen aan anderen voordat u een beslissing neemt. B U gaat op uw gevoel af en laat alles op u inwerken voor u een beslissing neemt. 4. A U bent georganiseerd en netjes. B U bent ongeorganiseerd en slordig.
5. A U spreekt luid. B U spreekt zacht. 6. A U bent praktisch en realistisch. B U bent onpraktisch en dromerig. 7. A U bent recht door zee en direct. B U bent tactvol en bemoedigend. 8. A U doet alles stap voor stap. B U doet alles tegelijk. 9. A U neigt naar actie. B U neigt naar reflectie. 10. A U bent gewoon. B U bent uniek. 11. A U bent kritisch en wilt argumenten winnen. B U bent vriendelijk en wil partijen verenigen. 12. A U houdt van regels en systemen. B U houdt van improviseren en opties open houden. 13. A U pakt van alles zomaar aan.
34
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
B U wilt er eerst over nadenken.
14. A U staat met beide benen op de grond. B U bent fantasievol. 15. A U bent streng maar rechtvaardig. B U bent een gevoelsmens. 16. A U neemt de spanning weg door op tijd te beginnen. B U creëert spanning door op het laatste moment te beginnen. 17. A U bent actief, u zet zaken in gang. B U bent passief, u laat zaken over u heen komen. 18. A U bent vooral gericht op feiten en mensen. B U bent vooral gericht op ideeën en fantasie. 19. A U bent zakelijk en blijft bij het onderwerp. B U bent gevoelig en dwaalt af als dat zo uitkomt. 20. A U wilt controle en neemt graag initiatief. B U wilt vrijheid en initiatief interesseert u niet zo.
COMMUNICATIESTIJL BEPALEN
35
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Typisch voor mij
Score
1 Ik vertel anderen met stelligheid hoe zij zich moeten gedragen. 2 Ik heb de neiging dingen eerst te beredeneren alvorens ze uit te proberen. 3 Ik doe dingen zoals het mij verteld wordt. 4 Ik gedraag mij welwillend ten opzichte van mensen met problemen. 5 Ik geniet echt wanneer ik met andere samen ben. 6 Ik geniet ervan om voor andere te zorgen. 7 Ik vind het prettig om problemen op een systematische en logische wijze op te lossen. 8 Ik vertel wat anderen moeten doen. 9 Ik laat anderen zonder schroom weten hoe ik mij werkelijk voel. 10 Ik ben aardig en beleefd 11 Ik doe het tegenovergestelde van wat anderen van mij verwachten. 12 Wanneer iemand nieuw is, doe ik een poging ze te laten zien waar alles is. 13 Ik blijf rustig in een panieksituatie. 14 Wanneer ik weet dat ik gelijk heb, sta ik erop dat anderen naar mij luisteren. 15 Ik stel veel vragen wanneer ik nieuwsgierig ben. 16 Ik ben erg enthousiast over mijn sport. 17 Anderen rekenen erop van mij het antwoord te horen. 18 Ik word veelal gevraagd mij te bekommeren over nieuwkomers. 19 Ik kan goed overweg met mensen die aardig voor mij zijn. 20 Ik blijf in staat om zelfs onder druk logisch te denken. 21 Mijn werkaanpak is systematisch en geordend. 22 Ik draag graag naar het werk vergelijkbaren kleren als anderen. Ik doe graag dingen voor anderen wanneer ik denk dat zij niet voor zichzelf kunnen 23 zorgen. 24 Ik kan putten uit mijn vroegere ervaringen wanneer problemen overheersen. 25 Anderen zeggen vaak dat ik creatief en vindingrijk ben. 26 Ik hou ervan zelf de leiding te nemen in plaats van een ander te volgen. 27 Ik maak mij te druk om anderen. 28 Ik ben te emotioneel in vergelijking met anderen. 29 Ik reken erop dat mijn coach mij een instructie meegeeft. 30 Ik neem alle gezichtspunten door voordat er een beslissing wordt genomen. 31 Ik draag anderen uit hun eigen kwaliteiten te tonen. 32 Anderen klagen over mijn bazigheid. 33 Ik besteed veel tijd om te kunnen genieten. 34 Anderen zeggen dat ik uitermate beleefd ben. 35 Ik val op door mijn rustige en beheerste optreden. 36 Ik toon mijn gevoelens of ik mij gelukkig of ongelukkig voel, zodat anderen mij kunnen gelukwensen of ondersteunen. 37 Ik heb anderen gecontroleerd, zelfs wanneer zij zichzelf kunnen redden. 38 Ik heb de neiging grappen uit te leggen, waardoor ik het voor anderen bederf. 39 Anderen doen wat ik zeg. 40 Ik doe precies wat anderen van mij willen.
36
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Scoren 0 = helemaal niet mee eens 1 = niet mee eens 2 = mee eens 3 = helemaal mee eens
LEERSTIJL KOLB BEPALEN
37
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Doener - Concreet ervaren (Feeling) – van D naar A - Leerstijl is Accomoderen Denker - Reflectieve waarneming (Watching) – van A naar B - Leerstijl is Divergeren Bezinner - Abstracte begripsvorming (Thinking) – van B naar C - Leerstijl is Assimileren Beslisser - Actief experimenteren (Doing) – van C naar D - Leerstijl is Convergeren
DOENERS - LEERSTIJL EN WERKWIJZE Accomoderende stijl. Accomodeerders zullen eerst doen en dan denken. Ze zijn heel sterk in improviseren. Ze zijn flexibel en spelen makkelijk in op onverwachte situaties. Als ze van een oorspronkelijk doel of resultaat afdwalen, vinden ze dit niet zo erg en eigenlijk ook wel interessant. Accomodeerder - Doener, ondernemer, ondernemende activiteit. Kernpunten en vragen Is er bij deze leeractiviteit of werkplek de mogelijkheid om: iets nieuws leren, iets dat ik nog niet wist of kon? verschillende activiteiten te ondernemen en niet lang te zitten en te luisteren? iets uit te proberen, fouten te maken, het leuk te vinden? geconfronteerd te worden met complexe problemen en uitdagingen? om te gaan met gelijkgestemde mensen? De accomodeerder: gaat na een korte “aanzet” het liefste direct en vooral practisch aan de slag houdt van uitdagende, zelfs spanningsvolle situaties die om snelle keuzes vragen smult van constructies vervaardigen, muurvellen volschrijven en dingen visueel maken, houdt van handenwerk prefereert een afwisselend programma, korte pauzes en variatie in werkvormen kan dingen uiterst creatief oppakken. Wil wel eens teveel hooi op de vork nemen Houdt van praktische thuisopdrachten
38
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Doener - Concreet ervaren (Feeling) – van D naar A - Leerstijl is Accomoderen Denker - Reflectieve waarneming (Watching) – van A naar B - Leerstijl is Divergeren Bezinner - Abstracte begripsvorming (Thinking) – van B naar C - Leerstijl is Assimileren Beslisser - Actief experimenteren (Doing) – van C naar D - Leerstijl is Convergeren
BEZINNER - LEERSTIJL EN WERKWIJZE Assimilerende stijl. Assimileerders denken vanuit concepten. Ze bedenken in hun hoofd oplossingen door theorieën te combineren en toe te passen. Voordat ze aan de slag gaan, bereiden ze de werkwijze eerst voor. Assimileerder - Denker, wetenschapper, theoreticus. Kernpunten en vragen Is er bij deze leeractiviteit of werkplek de mogelijkheid om: tijd te hebben om te overwegen, assimileren, me voor te bereiden? relevante informatie te verzamelen? naar de mening van anderen te luisteren: een gemêleerde groep met diverse visies? niet onder druk te staan en te moeten improviseren? om te gaan met gelijkgestemde mensen? De assimleerder: neemt graag informatie en leerstof, vooraf aangegeven mee van huis vraagt om duidelijke doelen en een helder opgezet programma wordt bij voorkeur over achtergronden geïnformeerd en vraagt hier naar houdt van hersenkrakers en complexe situaties als uitdaging zet tijdspaden uit in termen van haalbaarheid werkt graag met vragenlijsten, zoekprogramma’s en eigen uitwerking van opdrachten
39
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Doener - Concreet ervaren (Feeling) – van D naar A - Leerstijl is Accomoderen Denker - Reflectieve waarneming (Watching) – van A naar B - Leerstijl is Divergeren Bezinner - Abstracte begripsvorming (Thinking) – van B naar C - Leerstijl is Assimileren Beslisser - Actief experimenteren (Doing) – van C naar D - Leerstijl is Convergeren
DENKER - LEERSTIJL EN WERKWIJZE Divergerende stijl. Divergeerders zijn kijkers. Ze kijken naar dingen en denken er over na. Ze laten hun fantasie de vrije loop. Ze houden van het bedenken van nieuwe dingen en toepassingen. Ze zijn goed in brainstormen. Ze onderhouden nauw contact met hun omgeving en werken graag in groepjes. Divergeerder - Bezinner, dromer, detective, ontwerper. Kernpunten en vragen Is er bij deze leeractiviteit of werkplek de mogelijkheid om: veel en vaak vragen te stellen? een duidelijke structuur te vinden qua doelstellingen en structuur? me te verdiepen en mijn visie te verruimen door ingewikkelde concepten en ideeën? benaderingen en te onderzoeken concepten verder theoretisch uit te werken? om te gaan met mensen van hetzelfde niveau als ik? De divergeerder: stelt een goede voorbereiding thuis op prijs ziet de leeromgeving vooral als een plaats voor (het uiten van) ervaringen en gevoelens prefereert gedachten uitwisseling en discussie wil gelegenheid groepsgenoten te leren kennen en hun standpunten te horen vraagt een relatief veilige, niet bedreigende benadering in een coöperatieve omgeving heeft ruimte voor eigen inbreng nodig heeft moeite met docenten die niet vaardig overkomen
40
Reader CTO Amsterdam Vrouwenbasketball
Doener - Concreet ervaren (Feeling) – van D naar A - Leerstijl is Accomoderen Denker - Reflectieve waarneming (Watching) – van A naar B - Leerstijl is Divergeren Bezinner - Abstracte begripsvorming (Thinking) – van B naar C - Leerstijl is Assimileren Beslisser - Actief experimenteren (Doing) – van C naar D - Leerstijl is Convergeren
BESLISSERS - LEERSTIJL EN WERKWIJZE Convergerende stijl. Convergeerders houden van kant en klare theorieën en individuele opdrachten waar ze meteen mee aan de slag kunnen gaan. Ze leren en functioneren het liefste door het toepassen van de beschikbare theorie in de praktijk. Convergeerder - Beslisser, probleemoplosser, organisator, pragmaticus. Kernpunten en vragen Is er bij deze leeractiviteit of werkplek de mogelijkheid om: veel en vaak vragen te stellen? om volop te experimenteren en te oefenen? met praktische tips, praktische zaken, opdrachten en technieken bezig te zijn? met echte, praktische problemen bezig te zijn die resulteren in actie- of handelingsplannen om ook enige huidige problemen aan te pakken? deskundigen of experts te ontmoeten die zelf weten of in staat zijn de dingen te doen? De convergeerder:
Houdt van een goed opgebouwd betoog Kan gegrepen worden door een (nieuw) idee of een inspirerende oproep Stelt practische uitwerkingen in dagelijkse situaties op prijs Wil wel eens te grote stappen zetten in de uitvoering van een opdracht of vraag Doet moeite de rode draad vast te houden en in het verhaal op te gaan. Zoekt zelf de vertaalslag van opvattingen naar praktijk.
41