Open brief aan de mini ste r van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties J.P.H. Donner
Bonaire, 22 juni 20 11
Geachte heer Donner,
Op 17 juni nam ik kennis van de Voorjaa rsrapportage van de Rijksvertegenwoordiger over de stand van zaken op Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot 1 mei 2011.
Ik constateer in de ze rapportage
voor het eerst van Nederlandse zijde een krit i sche noot: " Bona irianen,
Statianen en Sabanen hebben de nieuwe staatkundige
structuur niet in het hart gesloten. Veelgehoord zi jn klachten over het ver lies van de eigen identiteit en cultuur, de toestroom van Nederlanders uit West-Europa en de vrees steeds minder te zeggen te krijgen over het reilen en zeilen op het eigen eiland. Er is teveel veranderd,
in een tekort tijdsbestek. Het vertrouwen in de nieuwe
toekomst als onderdeel van Nederland is pril en kwetsbaar." De inzet van de nieuwe Rijksvertegenwoordiger is er op gericht om het ver trouwen te versterken en,
indien nodig, te herstellen.
Dat zal
geen eenvoudige zaak zi jn. Te meer omdat de diep gevoelde onvrede over de 'vernederlandsing' van de Bonairiaanse samenleving me t de dag toeneemt.
Ik zal dit toelichten.
Veel van de huidige weerstand tegen de integra t ie binnen het Nederlandse staatsbestel i s een direct gevolg van eerder genomen besliss i ngen. Daarnaast dragen veel van de maatregelen niet bij aan de toegezegde verbeteringen van de leef- wo on- en werkomstandigheden van de Bonairianen, er zi j n ze lfs maatregelen die hebben geleid tot een verslechtering. Tot slot blijkt de overeengekomen in v loed die het bestuur is toeb edach t via rechtstreekse advisering aan de Raad van State in de praktijk een wassen neus.
De geschiedenis van het transitieproces
De bevolking van Bonaire heeft zich,
in strijd met resolutie 1514
van de Ve renigde Naties, nooit kunnen uitspreken over de annexatie
1
I
door Nederland. De bevolking heeft zich in een twijfelachtig referendum in 2004 in meerderheid uitgesproken voor directe banden met Nederland. Nooit heeft de bevolking zich in het kader van haar ze l fbeschikkingsrecht uitgesproken voor staatkundige integratie, sterker nog in de toelichting bij het voorstel voor directe banden werd exp l iciet vermeld dat dit niet zou l eiden tot integratie. Om deze lacune te herstellen werd een daartoe voorgenomen referendum van maart 2010 op aanwijzing van Nederland geblokkeerd door de Gezaghebber en de Gouverneur. Daarnaast werden al eerder toegezegde financiele middelen bevroren. Belangrijkste reden voor Nederland was de angst dat het staatkundige hervormingsproces zou stagneren. Een eerder door mij geformuleerd voorstel, waarmee de stagnatie zou worden voorkomen werd van de hand gewezen. Uiteindelijk leidde de Nederlandse druk, maar evenzo de druk vanu i t verschillende Bonairiaanse maatschappelijke organisaties,
tot het besluit om te
gaan onderhandelen met Nederland. Als een van de voorwaarden voor het voeren van onderhandelingen werd gesteld dat het ze l fbeschikkingsrecht expliciet moest worden opgenomen in het bestuurlijk akkoord.
Veel maatregelen dragen niet bij aan de toegezegde verbeteringen van de leef- woon- en werkomstandigheden
Het overgrote deel van de rapportage van de Rijksvertegenwoordiger bestaat uit een opsomming van activiteiten die de verschil l ende ministeries allemaal hebben u i tgevoerd of nog gaan uitvoeren.
In de
rapportage wordt nergens ingegaan op de vraag of deze activiteiten een bijdrage leveren aan het verbeteren van de l eef- woon- en werkomstandigheden van de Bonairianen. Het beeld dat door Neder l andse ambtenaren wordt neergezet is dat ons eiland, soms expliciet beleden superiorite i tsgevoel,
vanuit een
herschapen moet worden
naar het beeld van een doorsnee Nederlandse gemeente. De meest expliciete prediker van dit gevoel was de voormalige BES-commissaris die meermalen publiekelijk verklaarde dat de Nederlandse overheid een van de meest efficiente ter wereld is en daarmee een zegen voor ons eiland zou zijn.
2
I
Door deze houding wordt ernstig geweld gedaan aan de cult u rele en bestuurlijke verworvenheden die de Bonairiaanse gemeenschap sinds de openba re verkoop van het eiland in 1868 noodgedwongen heeft ontwikkeld. Gedurende bijna 150 jaar systematis che verwa arl ozing heeft de Bonairiaan geleerd zijn eigen boontjes te doppen en is er met vallen en opstaan een min of meer evenwichtige same nlevingsopbou w ontstaan. Een samenleving die,
onder andere door
het ontbreken van natuurlijke ri jkdommen of grootschalige industrialisat ie voor verbeter ingen vatbaar is, maar in de kern een (h)echte samenlev i ng i s. De enige aanpak die op termijn op draagvlak kan rekenen is er een die geworteld i s in onze normen en waarden en daarop voortbouwt.
De eerste stap in een su ccesvol transit i eproces zou dan ook moeten zijn het gemeenschappelijk vaststellen welke tekortkomingen er zijn en waar verbet eringen mogelijk en wenselijk zijn . Het uitvoeren van activiteiten die niet direct bijdragen aan een verb eter ing van de leef- woon- en werkomstandigheden of het eenzijd i g opleggen van regels en wetten gebaseerd op een eenzijdige Nederlandse kijk op de samenle ving werkt zeker contraprodu c tief. Een voorbee ld van dat laatste is het per amendement op l eggen van het homohuwelijk.
Als het gaat om de verbetering van de leefomstandigheden heb ik bi jvoorbeeld in ons overleg van april 2010 over de hoogte van de (sociale) uitkeringen , op grond van de door mij geleverde cijfers over het vastgestelde bestaansminimum van
Cura~ao ,
geconcludeerd dat
er een versch i l bestaat tussen de toen vastgestelde uitkeringen en het wenselijk niveau van de behoe fte n van bestaan. Als ambitie gold dit verschil te vermind eren in het kader van het gezamenlijk streven het minimumloon,
de AOV en de onderstand in de toekomst verd er te
verbeteren naar gelang de eco nomi sche draagkracht en ontw ikkeling.
Ik ben er toen van ui t gegaan dat dit gemeenschappelijk standpunt er toe zou leiden dat de Nederlandse overheid zou kie zen voor het aanjagen van de ec onomische ontwikkeling. Economische ontwikke ling betekent onde r meer investeren in havens en infrastructuur. Voor veel van deze beleidsterreinen liggen er uitgewerkte plannen, waar
3
niets mee wordt ge da an. Bij de acti v iteiten van bij vo orbeeld de ministeries van Economische Zaken , Landbouw & Innovatie en Infrastructuur & Milieu ligt op een enkele gunstige uitzondering na, de nadruk op zaken als marktwerkin g, handhaving , investeren in Nederlandse prioriteiten,
toezicht en het
zoals zonne-energie. Een
uitzondering vormt de in ves teringen in de luc h t '.a ve n,
zij het dat
die primair zijn gedaan om ve iligheidsredenen.
Op basis van de voo rliggende rapp ort age kan ni et anders dan worden geconcludeerd dat het merendeel va n de uitge voe rde acti v iteiten niet direct bijdraagt aan een v erbetering va n de leef- woon- en we rkomstandigheden.
Invloed van het lokale bestuur op wet- en regelgeving blijkt een wassen neus Een andere voorwaarde om met Nederland de afspraken over de taakverdeling ve rder in te vull en was de eis dat het lokale best u r invloed zou kunnen uitoefenen op de in te vo eren wet- en regelgeving. Hi ertoe werd ee n procedure afgesproken waarbij de Bes tuu rscollege v ia de Raad van State in Nederland advies zou kunnen uitbrengen over ingediende wetten.
In de praktijk is geb l eken dat ,
ondanks gefundeerde kritiek va n de Raad van State op wets voo rstellen, mede gebaseerd op on ze adviezen , de Nederlandse regering gewoon doordendert. Wetge v ing die de Nederlandse ministeries vanuit hun visie van belang v indt, wordt vrijwel o ng ewijz i gd door het parlement ge l ood st. Pas bij de overdreven uitgebreide onderwijswetgeving ging de Eerste Kamer krit is che v ragen stellen , terwijl de behandeling v an wet VROM BE S voorlopig is aan geh ouden. Maar ondertussen ligt er een pak aan we t- en rege l gevi ng die er niet om liegt en waarop niemand op Bona ire zit te wachten.
Slot Vo rig jaar heb ik bij vee l ge legenheden Nederlandse gezagsdragers als Kamp , Bijleveld en ook U zelf ,
zowel onder vier ogen als
publieke lijk horen verklaren dat de staa tkun dige veranderingen voor 4
I
Bonaire en de Bonairianen positief zouden uitpakken.
Iedere
waarschuwing van onze kant dat zaken niet goed liepen of weerstand opwekten en iedere suggestie om het anders en beter aan te pakken werd afgedaan met de mantra "afspraak is afspraak". Nu we 2 1/2 jaar verder zijn (de BES-commissaris begon op 1 januari 2009 met zijn werkzaamheden ) blijkt "afspraak is afspraak" maar in een richting te gelden. Nederlandse toezeggingen blijken flinterdun of worden gewoonweg niet nagekomen. De beloofde verbeteringen in de gezondheidszorg laten nog steeds op zich wachten, waarbij door velen de vraag wordt gesteld of de gedane beloften over de permanente aanwezigheid van basisspecialisten waargemaakt kan worden. De gevolgen van de nieuwe fiscale wetgeving zijn desastreus. Veel ouderen zijn er in inkomen op achteruitgegaan, terwijl de prijzen van eerste levensbehoeften explosief zijn gestegen. De omzetbelasting
(AAB)
is verhoogd van 5% naar 8%. De accijnzen op
benzine zijn met 22% verhoogd. Het tarief van de invoerrechten is op 0% gesteld, maar het grootste deel van de invoerrechten worden geheven op Curayao. De kloof tussen rijk en arm, die al groot was, is ten gevolge van alle fiscale maatregelen nog groter geworden. Steeds meer mensen zakken onder het niveau van het bestaansminimum. Het gevolg daarvan is dat de criminaliteit een recordniveau bereikt. Diefstallen en roofovervallen zijn aan de orde van de dag.
De hierboven geschetste,
ongewenste, ontwikkelingen worden in hoge
mate de hier aanwezige Nederlanders aangerekend. Latente gevoelens van 'makambahaat' worden hierdoor gevoed en verstoren de traditionele harmonieuze samenlevingsopbouw. Kosmetische aanpassingen van het proces of de inhoud zullen dit niet stoppen. Een fundamentele herbezinning op korte termijn is nodig om erger te voorkomen.
Ih!
u",c1-.e4 4..<
r-/
5