Vraag 19 Laat jij over je heen lopen? Over assertiviteit
Je zit in de bioscoop en achter je zitten twee mensen onophoudelijk te praten. Je ergert je daaraan, maar durft hen niet aan te spreken. Heb jij soms ook het gevoel dat je over je heen laat lopen? Het is niet leuk om mensen op hun gedrag aan te spreken, maar toch kan zo’n gesprek op een aangename en beleefde manier verlopen, als je het maar op een assertieve manier aanpakt.
1 2 3 4
Doe de test! Wat is assertief reageren? Enkele tips Doe het met flair!
1 Doe de test! Opdracht 1
Kom jij voor jezelf op en op welke manier doe jij dat? Of laat je eerder over je heen lopen en zit je daarna met de gebakken peren? Wil je weten hoe assertief je bent? Doe de assertiviteitstest op www.knooppunt.net.
2 Wat is assertief reageren? Opdracht 2
Bekijk de situaties en beantwoord de vragen. Situatie 1 Noteer de plus- en de minpunten van de verschillende reacties. Reactie 1 De leerling komt voor zichzelf op door wat hij zegt. In het begin maakt de Pluspunten: leerling oogcontact.
Minpunten: De leerling spreekt te snel en te stil. Na een tijdje kijkt hij de anderen niet meer in de ogen. Daardoor komt de boodschap niet overtuigend over.
Woordverklaring
138
Deel 3
staat om voor assertief = bereid en in rzekerd fve zel en; kom zichzelf op te
Reactie 2 Pluspunten: De leerling laat zich niet doen en staat op. Minpunten: De leerling begint luider te praten. Dat haalt niets uit en maakt de
tegenpartij alleen maar bang of boos. Door zijn felle reactie durven de anderen amper te reageren. Reactie 3 Pluspunten: / Minpunten: De leerling komt niet voor zichzelf op, laat zich doen. Hij zegt amper
iets, stottert wat en lijkt wel bang van de andere drie.
Reactie 4 Pluspunten: De leerling doet een poging om zich te verdedigen. Minpunten: De leerling protesteert amper en laat zich te gemakkelijk doen.
Bovendien blijft hij zitten en staan de anderen recht. Daardoor lijkt hij kleiner en minder overtuigend. Reactie 5 Pluspunten: De leerling neemt een open houding aan. Hij kijkt de anderen in de ogen en Minpunten: /
brengt rustig en met krachtige stem de boodschap over. Hij laat de anderen reageren, maar geeft ook daar een antwoord op.
2 Welke reacties zijn onderdanig, assertief en agressief? Onderdanig: reactie 3 en 4 Assertief: reactie 5 en 1 (reactie 1 is slechts een begin, nog niet voldoende) Agressief: reactie 2 3 Zijn deze uitspraken juist of fout? Verbeter de foute uitspraken. 1 Bij assertiviteit speelt lichaamstaal een belangrijke rol. Juist 2 Zitten is een assertievere houding dan staan. Fout: Staan is beter dan zitten, tenzij je erg klein bent. A ls de anderen zitten, is 3 Vouw je armen over elkaar, dan kom je zelfverzekerder over.
gaan staan bedreigend.
Fout: Dat komt arrogant of betweterig over. 4 Wat je zegt, is belangrijker dan de wijze waarop je het zegt.
Fout: Beide zijn even belangrijk. Als je bv. heel snel gaat spreken, wijst dat op gespannenheid of haast.
Vraag 19 - Laat jij over je heen lopen?
139
Opdracht 3
Noteer bij deze reacties telkens of ze assertief (AS), onderdanig (ON) of agressief (AG) zijn. Tijdens de grote vakantie nodig je een aantal goede vrienden uit om een weekendje te komen logeren. Het plan is om twee dagen allerlei leuke activiteiten te doen en op maandagochtend als afsluiter nog samen te ontbijten. Daarna gaat iedereen terug naar huis. Je zit samen aan de ontbijttafel op maandagochtend en je had een heel leuk weekend. Je bent tevreden, maar ook blij dat iedereen weer weggaat omdat je je erop verheugt weer wat tijd voor jezelf te hebben. Tijdens het ontbijt zeggen je vrienden echter: ‘We zouden graag nog wat blijven. We hebben toch nog vakantie en het was hier zo leuk. Je vindt het toch wel goed zeker?’ à ON
Je zegt meteen ja, maar ergert je de komende dagen enorm.
Je zegt boos dat het genoeg is geweest en dat je eindelijk met rust gelaten wilt worden. à AG Je zegt dat je er niet echt op had gerekend, maar als iedereen zo graag wil blijven, het niet anders zal kunnen …
à ON
Je zegt dat je het fijn vond, maar dat je nu wat tijd nodig hebt voor jezelf en voor andere zaken. Het komt je dus eigenlijk slecht uit dat je vrienden nog wat langer willen blijven. Een ander keertje? à AS
In een probleemsituatie kun je op drie verschillende manieren reageren: Onderdanig Je probeert het conflict te ontlopen en blijft gefrustreerd achter. De andere kiest in jouw plaats. Agressief Je krijgt je zin ten koste van anderen. Je bent bot en dominant. Assertief Je komt op voor je rechten én respecteert ook de rechten van anderen. Zo vermijd je ongewenste conflicten met jezelf of met je omgeving en bereik je gemakkelijker wat je wilt. Bij de eerste twee reacties heb je telkens een winnaar en een verliezer. Wanneer je op een assertieve manier reageert, voelen beide partijen zich achteraf goed.
3 Enkele tips Opdracht 4
Lees deze dialoog.
Tine brengt in een boetiek een truitje terug dat ze daar gisteren kocht. Het truitje dat ze in de winkel paste, zat goed en zag er goed uit. Ze kreeg een truitje mee dat nog in de verpakking zat. Toen ze die thuis opende, bleek dat er een paar grote vlekken op het truitje zaten.
Woordverklaring
140
Deel 3
, als iets of iemand dominant = overheersend dan de rest ft hee cht ma of meer invloed
Tine: Ik heb hier gisteren dit truitje gekocht en thuis zag ik dat er een paar grote vlekken op zitten. Ik wil graag een ander truitje zonder vlekken of ik wil mijn geld terug. Winkelierster: Daar weet ik niks van, want ik was hier gisteren niet. Tine: Kijk, mevrouw, ik heb dit truitje hier gisteren gekocht. Ik heb het bonnetje nog. Het truitje is vuil en dat wil ik natuurlijk niet. Winkelierster: Maar die vlekken horen op het truitje mevrouw, dat zijn geen vlekken, maar een motief. Dat had u gisteren al moeten zien. Als u dat niet mooi vindt, waarom hebt u het dan gekocht? Tine: Ik weet heus wel wat ik koop. Ik ben helemaal niet blij dat dit gebeurd is, ik voel me er ook niet lekker bij, maar dit truitje is vuil en ik wil mijn geld terug. Winkelierster: Luister, er staan nog andere mensen in mijn boetiek die hulp nodig hebben. Wilt u alstublieft plaats voor ze maken? Het is niet eerlijk dat ze allemaal op u moeten wachten. Tine: Ik zie ook wel dat er mensen staan te wachten, maar zolang ik mijn geld niet terugkrijg, ga ik niet weg. Winkelierster: Oké, goed dan. Kan ik het bonnetje zien?
1 De winkelierster praat erop los zodat ze Tine niet zou moeten terugbetalen. Welke argumenten geeft ze en wat voor argumenten zijn dat? Zoek: manipulerend, onzinnig, afleidend.
Manipulerend: er staan nog andere mensen te wachten. Onzinnig: ik was hier gisteren niet. Afleidend: dat hoort zo met die vlekken, het is een motief 2 Tine reageert op een assertieve manier. Noteer vier tips die jou kunnen helpen in soortgelijke situaties door je te baseren op Tines aanpak. 1
Spreek vanuit de ik-persoon.
2
Weer slechte argumenten af.
3
Houd voet bij stuk.
4
Wees duidelijk en precies: wat wil je precies?
– Gebruik ik-boodschappen waarin je je eigen gevoelens en problemen weergeeft en val de ander dus niet aan door jij-uitspraken te doen. Zeg niet: ‘Jij houdt geen rekening met mij’, maar zeg: ‘Ik vind het niet leuk dat je me onderbreekt.’ – Houd altijd voet bij stuk. – Maak duidelijk wat je precies wilt of wat het exacte probleem is. – Verwerp zinloze argumenten en herhaal nog eens wat je al had gezegd.
Woordverklaring ongemerkt manipuleren = anderen beïnvloeden
Vraag 19 - Laat jij over je heen lopen?
141
tip
Enkele zinnetjes die je kunnen helpen om assertiever te worden: Ik zou willen dat je luistert naar wat ik je te zeggen heb. Sorry, maar ik heb daar nu geen tijd voor. Ik ben het niet met jullie eens. Ik wil niet dat je dat doet. Ik verwacht meer van je.
Dat kun je zelf wel. Ik heb het gevoel dat je me voor de gek houdt. Ik zou willen dat je rekening houdt met mijn wensen. Ik vind dat vervelend. Ik heb liever dat u zich daar niet mee bemoeit.
4 Doe het met flair! Opdracht 5
Lees deze vervelende situaties. Reageer assertief. Wat zou jij zeggen?
1 Aan de kassa Je staat aan te schuiven aan de kassa en achter jou staat een moeder met haar twee kinderen. Het jongetje rijdt constant met het winkelwagentje tegen je hielen. De moeder merkt het niet op omdat zij in een tijdschrift bladert. 2 In de rij Je staat aan te schuiven in de bioscoop om een ticket te kopen. Achter jou staat een man die voortdurend tegen je aan duwt en probeert voor te gaan. 3 Op de trein Je zit op de trein en tegenover jou komt een meisje zitten. Ze legt haar voeten op de zetel voor zich, zet haar laptop aan en begint een film te bekijken (zonder oortjes). 4 Verjaardagscadeau Je hebt het nieuwe meisje uit je klas uitgenodigd voor je verjaardagsfeestje. Zij heeft een cd mee van een groep die jij niet graag hoort. Het is een exclusieve editie en moet dus aardig wat geld gekost hebben. 5 Op restaurant Je luncht samen met een vriendin. Je werkt net het laatste hapje naar binnen als de ober komt vragen of je kunt betalen en vertrekken.
Wat moet je kennen?
142
Wat moet je kunnen?
Je kent verschillende manieren om op een probleemsituatie te reageren.
Je kunt reflecteren op gepaste/ongepaste reacties in probleemsituaties.
Je weet dat assertief reageren een positieve manier van reageren is.
Je kunt in bepaalde probleemsituaties op een gepaste, assertieve manier reageren.
Deel 3
Vraag 20
Geef je mij een goede recensie?
Herhaling: tekststructuren
Bij vraag 15 maakte je opnieuw kennis met enkele tekststructuren en verbanden. Je kent de chronologische, de opsommende, de vergelijkende en de oorzaak-gevolgstructuur. In deze les leer je een nieuwe structuur: de evaluatiestructuur. Je oefent die meteen in en maakt daarbij gebruik van de gepaste structuuraanduiders.
1 Het oordeel over Judas 2 De muziekjournalist aan het werk 3 Je bent aan zet
1 Het oordeel over Judas Opdracht 1
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Recensie Judas – Helen Vreeswijk Nadia verhuist met haar vader van België naar Nederland omdat haar vader daar zijn nieuwe liefde Desiree gevonden heeft. Desirees zoon Ron ziet hen liever niet komen. Ook op school loopt het moeilijk. Nadia raakt nog dieper in de put wanneer ze per sms en per mail vervelende berichten krijgt … Helen Vreeswijk slaagt er telkens in om een actueel probleem in een spannend en intrigerend verhaal te gieten. Een verhuis kan aanpassingsproblemen geven, maar de zorgen stapelen zich pas echt op wanneer je zoals Nadia naar het buitenland verhuist en plots met een huisgenoot opgescheept zit die je liever meteen weg wilt omdat hij met onfrisse zaakjes bezig is. Als je bovendien gepest wordt, krijg je het wel erg hard te verduren. Bij pestproblemen op school en thuis, wordt de politie vaak laat ingeschakeld en in Judas komt de politie er helemaal niet aan te pas. Er wordt wel een politieonderzoek gevoerd in het verhaal: naar een overval op een oude dame. Dat die overval uiteindelijk ook iets met Nadia’s problemen te maken heeft, is louter toeval. Dat maakt Judas minder sterk dan Helen Vreeswijks vorige verhalen waar het politieonderzoek wel op de hoofdverhaallijn van toepassing was. Nadia’s probleem wordt ook niet erkend of in de juiste verhoudingen gezien. Het raakt bovendien niet opgelost, er wordt niet duidelijk weergegeven hoe de situatie het best aangepakt kan worden. Toch leest het verhaal vlot en raakt het je, je voelt je even machteloos als Nadia en raakt daardoor gefrustreerd wanneer er geen oplossing uit de bus komt. Jammer. Naar: www.pluizuit.be
1 Wat wordt er geëvalueerd? Het boek Judas van Helen Vreeswijk
Vraag 20 - Geef je mij een goede recensie?
143
2 Markeer de positieve punten.
Het is een spannend en intrigerend verhaal en het onderwerp is actueel. 3 Onderstreep de negatieve elementen. 4 Wat is het eindoordeel?
Het verhaal leest vlot en het raakt je, maar je blijft gefrustreerd achter omdat er geen oplossing volgt aan het eind van het verhaal.
Als er in een tekst een oordeel, mening of uiteenzetting gegeven wordt over een gebeurtenis, boek, toneelstuk, film, concert of tentoonstelling, dan heb je te maken met een evaluatiestructuur. Het thema is altijd iets wat geëvalueerd of beoordeeld moet worden. Voor recensies van boeken en films wordt die structuur altijd gebruikt. Een vast schema voor de structuur is er niet, maar je kunt de tekst samenvatten aan de hand van vier basisvragen: – Wat wordt er geëvalueerd? – Wat zijn de positieve punten? – Wat zijn de negatieve punten? – Wat is het eindoordeel?
2 De muziekjournalist aan het werk Opdracht 2
Lees de recensie.
One Direction – Take Me Home De zogenaamde British Invasion werd in jaren zestig aangevoerd door The Beatles, maar de inval van Britse popmuziek wordt anno 2012 geleid door Mumford & Sons, Muse en Coldplay, op de hielen gevolgd door One Direction. Take Me Home is het tweede album van de door Simon Cowell samengestelde jongensgroep One Direction, een jaar na het debuut Up All Night. In de finale van het zevende seizoen van de Britse variant van The X Factor eindigde de groep als derde, maar inmiddels veroveren de nog maar net uitgepuberde heren de wereld. De productie is voor een groot deel in handen van de Zweed Rami Yacoub, die uitgebreide ervaring heeft opgedaan met Westlife, Backstreet Boys en Britney Spears. Die ervaring hoor je terug in een zestal feilloze, maar wat onavontuurlijke popliedjes. Ook de ervaring van boyband McFly wordt geraadpleegd voor het nogal kleurloze I Would.
Woordverklaring
144
Deel 3
ordeling van een boek, recensie = schriftelijke beo film … teit voorbij uitgepuberd = de puber
Hoewel de leden hier en daar een handje meehielpen, heeft One Direction nog niet zo’n onmiddellijk herkenbaar geluid als de bovengenoemde groepen. Met ervaren hitschrijvers maakten ze de twee beste nummers van de plaat (Summer Love en They Don’t Know About Us) en Ed Sheeran levert met Little Things een aardige ballad af. Stoer Het enige door Dr. Luke geschreven en geproduceerde nummer, Rock Me, klinkt alsof het eigenlijk bedoeld was voor het laatste album van Pink. Voor de jongens van One Direction is het net iets te stoer. Het is niet helemaal het imago waar de groep voor gaat, getuige foto’s van de braaf uitziende jochies met hun Disney-oogjes. Zelfs ondanks het van The Clash gejatte gitaarriffje in de eerste single Live While We’re Young lopen de vijf Britse boys in het gareel. Het lijkt wel alsof jongensgroepen na New Kids On The Block en Take That steeds liever zijn geworden. Naar: Nu.nl, Pierre Oitmann
1 Vul het schema aan. Titel: One Direction – Take Me Home Teksttype: recensie Tekstbron: NU.nl/Pierre Oitmann Groep: One Direction Ander album: Up All Night Productieleiding: de Zweed Rami Yacoub Positieve punten
Negatieve punten
– 2 beste nummers: Summer Love en
– Lied I Would klinkt kleurloos
They Don’t Know About Us
– Little things is een aardige ballad
– Onavontuurlijke popmuziek
–
– Lied Rock Me klinkt net iets te stoer
voor de band.
2 De drie laatst ingevulde tekenende woorden in de tabel verraden de mening van de recensent. Een recensie is dus objectief/subjectief. 3 Welke structuuraanduiders (signaal- en verbindingswoorden) gebruikt de auteur om de structuur duidelijk te maken? Markeer ze in de tekst.
Woordverklaring
kwereld, waarmee een riff = begrip in de muzie oeld wordt bed ritmisch basispatroon t een melancholische me r me num ballad = rustig tekst uit de pop of de jazz
Vraag 20 - Geef je mij een goede recensie?
145
3 Je bent aan zet Oriënteren – Je zult in deze opdracht een film beoordelen. Welke structuur kies je het best?
de evaluatiestructuur – Wat is je schrijfdoel? overtuigen – Wie is je doelpubliek? leeftijdsgenoten, jongeren Voorbereiden – Wat is het doel van een evaluatieve tekst?
Iets beoordelen, de positieve en negatieve elementen benoemen en een eindoordeel formuleren. – Kies een leuke film die je nog niet hebt gezien. Vul het eerste deel van de tabel in. Bekijk de film en vul tijdens of kort na het bekijken het schema aan met positieve en negatieve punten en formuleer ook het eindoordeel. Film: Thema: Positieve punten
Negatieve punten
Eindoordeel:
Uitvoeren Zet de tabel die je maakte in de vorige stap om in een vlotte tekst. Typ die tekst en voeg hem toe aan je portfolio. Gebruik de spelcorrector. • Bouw je tekst op volgens de IMS-structuur en verdeel hem in alinea’s, met gepaste structuuraanduiders. • Vergeet je titel niet. • Zorg voor een correct taalgebruik. Dat betekent: – correcte spelling van alle werkwoorden en andere woorden, – correcte zinsconstructies,
146
Deel 3
– correcte lidwoorden, – correct gebruik van de leestekens. • Maak een tekst van minstens 25 zinnen. • Raadpleeg het woordenboek of het internet bij twijfel. Reflecteren
Checklist
Vergeet de checklist en je vorderingsfiche niet. In de inleiding vermeld je het onderwerp van de schrijfoefening. Met de alinea’s geef je voldoende positieve en negatieve punten over je onderwerp. Je gebruikt het gepaste register. Je gebruikt geen afkortingen of smileys. Je alinea vertrekt vanuit een kernzin. Binnen een alinea staan alle zinnen achter elkaar. Elke zin heeft een onderwerp en een wwg of nwg. Elke zin begint met een hoofdletter. Je zorgt voor afwisseling in de zinsbouw: niet elke zin begint met het onderwerp. In het slot maak je een besluit. Je keek je tekst grondig na op spelfouten. Je hebt je opmerkingen bij de vorige schrijfopdracht(en) nagelezen en daarmee rekening gehouden. Vind jij het gemakkelijker als je een model of schema hebt dat je kunt gebruiken terwijl je schrijft? Verduidelijk.
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?
Je kent de opbouw van de evaluatiestructuur.
Je kunt teksten schematiseren volgens een gepaste structuur.
Je kent bij die structuur de basisvragen.
Je kunt teksten schrijven met een tekststructuur als bouwplan. Je kunt gepaste structuuraanduiders (signaal- en verbindingswoorden) gebruiken. Je kunt het centraal thema formuleren van een tekst die je las. Je kunt een eigen tekst evalueren aan de hand van criteria.
Vraag 20 - Geef je mij een goede recensie?
147
148
Deel 3
/5
Positieve en negatieve argumenten
/5
Afstemmen op situatie
/5
Afstemmen op doel
0 1 2
e positieve en negatieve punten van D de tekst waren niet duidelijk en je eigen mening was onvoldoende gemotiveerd.
0 1 2
e stijl is onvoldoende aangepast aan de D situatie: te plechtig/te informeel/…
0 1 2
e lezer krijgt onvoldoende informatie bij D het onderwerp.
Beginner
3
e positieve en negatieve punten van de tekst D waren redelijk duidelijk en je eigen mening was voldoende gemotiveerd, maar het kon beter.
3
e stijl past bij de situatie. Een enkele keer D is het taalgebruik te plechtig/te informeel. Bijvoorbeeld:
3
e lezer kan de tekst bij het onderwerp D volgen. Het volgende heeft misschien meer uitleg nodig:
Gevorderde
Noteer hier je eigen vorderingen. Je wordt beoordeeld op vier aandachtspunten en je zorg voor taal.
Vorderingsfiche
4 5
e positieve en negatieve punten D van de tekst waren heel duidelijk en je eigen mening was goed en correct gemotiveerd.
4 5
e stijl is perfect aangepast aan de D situatie.
4 5
e tekst bevat voldoende informatie D en is duidelijk voor de lezer.
Expert
Vraag 20 - Geef je mij een goede recensie?
149
TOTAAL /30
Je bent een beginner. Je hebt nog een aantal werkpunten:
Misschien kun je de volgende keer op dit werkpuntje letten:
Je bent goed op weg. Dit heb je erg goed gedaan:
L everde je de taak tijdig in? Leverde je de taak netjes in?
Attitude
3
e tekst is vlot geschreven. Zinsconstructies D zijn afwisselend. De tekst bevat spelfouten of opvallende taalfouten.
6 7 8
e indeling (inleiding, midden en slot) is D gedeeltelijk terug te vinden in de tekst. Bijna elke alinea haalt een nieuw deelonderwerp van het hoofdonderwerp aan. Het eindoordeel is niet duidelijk.
Heb je rekening gehouden met opmerkingen bij vorige schrijfopdrachten?
0 1 2
E r is te weinig afwisseling in de zinsconstructies. De tekst bevat opvallende spel- en taalfouten, ook in zeer eenvoudige woorden of zinnen.
0 1 2 3 4 5
e indeling (inleiding, midden en slot) is D niet terug te vinden in de tekst. Niet elke alinea haalt een nieuw deelonderwerp van het hoofdonderwerp aan. Er is geen eindoordeel.
Evolutie
/5
Zorg voor taal
/10
Opbouw van alinea’s
Knappe prestatie: je bent een expert!
4 5
e tekst is vlot geschreven. D Zinsconstructies zijn afwisselend. De tekst bevat geen spelfouten of opvallende taalfouten.
9 10
e indeling (inleiding, midden en slot) D is volledig terug te vinden in de tekst. Elke alinea haalt een nieuw deelonderwerp van het hoofdonderwerp aan. Er is een gepast eindoordeel.
Vraag 21
Vind jij mijn scherm aantrekkelijk?
Over passende taal bij een presentatie
Wanneer je een presentatie geeft, houd je rekening met je ontvangers. Wat vindt je doelpubliek interessant, hoe zal het reageren op je informatie? Je past niet alleen de inhoud van je presentatie aan je doelpubliek aan, maar ook je taal. Je weet dat wanneer je een presentatie voor de klas geeft, je het best Standaardnederlands spreekt. Wat je zegt en hoe je dat zegt, is van belang, dat weet je. Ook wat je toont en hoe je dat toont is belangrijk. In deze vraag leer je hoe je een overzichtelijke en aantrekkelijke diapresentatie maakt (bv. PowerPoint, Keynote). Ook presenteren met Prezi komt aan bod.
1 Tips & tricks 2 Het lukt! 3 Kan het ook anders?
1 Tips & tricks Opdracht 1 1 Vorig jaar kreeg je al enkele tips om een goede presentatie te maken. Welke?
2 Bekijk de PowerPointpresentatie waarin je nog meer tips krijgt. Een aantal tips ken je al van vorige jaren. Noteer vijf zaken uit de presentatie die nieuw zijn voor jou en die je zeker zult toepassen wanneer je een diapresentatie geeft. Is er niets nieuws, noteer dan wat jij vooral belangrijk vindt.
Mogelijke persoonlijke antwoorden zijn: max. 7 regels van elk max. 7 woorden = 7 × 7 regel / sobere achtergrondkleur / geen diaeffecten (bv. woorden die rondvliegen) / geen geluiden (bv. het geluid van brekend glas) / kernwoorden i.p.v. volzinnen / beginnen met een overzicht / werken met korte opsommingen / kijken naar het publiek, niet naar het scherm / de dia’s niet letterlijk voorlezen
Wanneer je een presentatie maakt, zorg je er best voor dat je presentatie: – sober blijft; – overzichtelijk is; – duidelijk opgemaakt is; – bij elke dia dezelfde lay-out heeft.
150
Deel 3
2 Het lukt! Opdracht 2
Na deze tips en tricks is het aan jou. Je begint eenvoudig. Je krijgt een aantal dia’s die fout opgemaakt zijn. Bespreek klassikaal wat je zou veranderen. Noteer op de blanco dia telkens drie aanpassingen.
moeilijk leesbaar / te veel verschillende kleuren / de gele achtergrondkleur is veel te fel / de cover van het boek is veel te groot en daardoor is de tekst niet meer leesbaar
Inhoudstabel ‘Loverboys’ – Helen Vreeswjk • eigen mening • karaktertrekken • hoofdpersonage • ruimte • tijd • verhaal
te veel verschillende kleuren en lettertypes / tekst te dicht op elkaar
Biografie van de schrijfster • Naam: Helen Vreeswijk • Leeftijd: 51 op 1 maart • Woonplaats: Gelderland • Eerste boek: Het geheim van Brute Han • 2de boek: Stuurloos
niet overzichtelijk / een slordige indruk / lijkt meer een tekst, geen kernwoorden
Persoonlijke gegevens van Lisa Familie • Haar vader en moeder zijn gescheiden • Ze heeft één broertje dat jonger is Woonplaats: Ze woont ergens in een klein appartement in Antwerpen Leeftijd: Ze is 15 jaar Uiterlijk: • ze heeft zwart lang haar • ze draagt kleren die niet meer in de mode zijn Karakter: • ze is zeer verlegen en onzeker • ze is zeer volgzaam en naïef
Vraag 21 - Vind jij mijn scherm aantrekkelijk?
151
Opdracht 3
Je krijgt een informatieve tekst over een nieuw onderwatervoertuig. Maak van de tekst een diapresentatie met minimaal 5 en maximaal 8 dia’s. Houd rekening met de tips die je net kreeg en maak er iets aantrekkelijks van. Galatea is een project van acht studenten aan de technische universiteit Delft. Het behelst het ontwerpen, bouwen en testen van een bio-inspired autonomous underwater vehicle, een zogenaamde AUV. Er is grote behoefte aan een betaalbaar, flexibel en onbemand onderwatervoertuig. Echter, behalve een toepassingsgerichte ontwerpopdracht is Galatea ook een onderzoeksproject dat de techniek die geïnspireerd is op het sierlijke zwemmen van een rog probeert te begrijpen. Over die techniek is nog maar weinig bekend, maar de voordelen die ervan verwacht worden, zijn een stillere, stabielere, wendbaardere en efficiëntere voortstuwing. Zoals een rog zwemt, door rustig met de zijkanten van zijn platte lichaam te golven, zo moet ook de robotrog vooruit. Waar een propeller al snel aan troep of waterplanten blijft hangen, wappert de robot twee keer met zijn vinnen en zwemt weer weg. Met zijn snelheid van een tot twee meter per seconde wint de robotrog het niet van bestaande onderwaterrobots maar hij heeft grote voordelen: Galatea kan rustig en stabiel door het water zweven en dat is precies wat hem nuttig maakt voor inspecties onder water. Bovendien is hij heel wendbaar. De robotrog moet een lege doos worden, waar verschillende sensoren in kunnen. Een simpele camera, een sonarsysteem of een chemische sensor bijvoorbeeld. Inspecties die nu met schepen vol dure apparatuur en bemanning worden uitgevoerd, kunnen straks wellicht een stuk goedkoper en efficiënter. Met een sonar kan de robotrog de marine helpen bij de opsporing van de vele zeemijnen die na de Tweede Wereldoorlog in de Noordzee zijn blijven liggen. Ook kan hij de bodem van een rivier in kaart brengen, zodat Rijkswaterstaat weet waar moet worden gebaggerd. Vissers kunnen uit de eigenschappen van de waterbodem afleiden waar bepaalde vissen hun habitat hebben. Een robotrog met een chemische sensor kan voor Rijkswaterstaat de groei van blauwalg in recreatieplassen in de gaten houden en voor Fugro kan hij met een camera op de zeebodem pijpleidingen inspecteren. De douane hoopt met de robotrog drugstransporten op te sporen. Smokkelaars bevestigen de drugs soms aan de buitenkant van hun boot. Naar: E. Verdult, Ingenieus
3 Kan het ook anders? Niet alleen diapresentaties geven een boeiende ondersteuning. Prezi.com maakt een andere werkwijze voor visuele ondersteuning mogelijk.
Opdracht 4
Ga op zoek naar informatie over Prezi.
1 Noteer de sites die je gebruikt. 2 Bespreek met je buur hoe Prezi werkt.
152
Deel 3
Opdracht 5
Je hebt een supergoed idee voor de volgende sportdag, studiereis, opendeurdag of leerlingenraad. Je hebt je buur ook al enthousiast gemaakt en nu willen jullie je project voorstellen aan de klas, de directie of de leerlingenraad.
1 Maak samen een boeiende presentatie met Prezi. 2 Zorg voor leuke illustraties en duidelijke informatie en bewaak het evenwicht tussen beide. 3 Toon je presentatie: de info hierover krijg je van je leraar.
Opdracht 6
Reflecteer op je werk.
1 Vul de tabel in. 2 Wat goed is, onthoud je voor een volgende presentatie. 3 Voor wat minder goed of onvoldoende was, ga je op zoek naar de oorzaak. Noteer onder de tabel hoe je het de volgende keer zult aanpakken. Checklist
+
+/–
–
Had je de presentatie goed voorbereid? Vonden je klasgenoten de presentatie boeiend? Was de informatie duidelijk? Vond je deze manier van presenteren leuk? Dit onthoud je voor de volgende keer.
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?
Je kent het belang van duidelijke en overzichtelijke dia's.
Je kunt duidelijke en overzichtelijke dia’s maken.
Je kent de afspraken om een diapresentatie op te stellen.
Je kunt een diapresentatie maken met de tips die je kreeg.
Je kent de werkwijze om via internet informatie op te zoeken.
Je kunt via internet informatie over andere visuele ondersteuning opzoeken en de werkwijze en de voordelen samenvatten. Je kunt een presentatie opmaken met visuele ondersteuning (Prezi). Je kunt op je eigen presentatie reflecteren.
Vraag 21 - Vind jij mijn scherm aantrekkelijk?
153
Vraag 22
Hoe snel krijg jij kippenvel?
Over moderne verhalen
Spannende verhalen en films zijn heel populair. Het lijkt ergens in de genen te zitten: hoe meer bloed, hoe meer achtervolgingen, hoe liever. Voeg daar nog een vleugje magie of een beetje technisch vernuft aan toe en je hebt de perfecte ingrediënten voor een boeiend sciencefiction- of fantasyverhaal. Ook moderne sages maken gretig gebruik van onze angsten. In deze les bekijk je die drie genres van dichterbij.
1 Stap je mee in de tijdmachine? 2 Geloof jij in draken en dwergen? 3 Het gerucht doet de ronde dat …
1 Stap je mee in de tijdmachine? Opdracht 1
Lees een fragment uit Starters van Lissa Price en beantwoord de vragen.
5
10
15
20
25
Ik griezel van Enders. De portier die me bij de bodybank binnenliet, lachte routineus zijn tanden bloot. Hij was niet zo gek oud, een jaar of honderdtien, maar toch liepen de rillingen me over de rug. Zoals de meeste Enders had hij zilvergrijs haar, een nepperig ereteken van zijn leeftijd. De ultramoderne, hoge ruimte binnen maakte dat ik me heel klein voelde. Ik liep door de ontvangsthal alsof ik door een droom gleed, op voeten die de marmeren vloer amper aanraakten. De portier bracht me naar de receptioniste, die wit haar had. Toen ze naar me glimlachte, plakte haar matrode lippenstift aan haar voortanden. Ze moesten wel aardig tegen me doen, hier in de bodybank, maar op straat zouden ze dwars door me heen kijken. Het maakte niet uit dat ik de beste van de klas was geweest toen er nog scholen waren. Ik was zestien. Een baby, in hun ogen. De receptioniste bracht me op hakken waarvan het getik weerkaatste in de kale ruimte naar een wachtkamertje dat leeg was op de zilverbrokaten stoelen in de hoeken na. Ze deden antiek aan, maar de chemische geur in de lucht was afkomstig van verse verf en synthetische materialen. De zogenaamde natuurgeluiden met bosvogels waren al net zo nep. Ik keek naar mijn rafelige sweatshirt en afgetrapte schoenen. Ik had ze zo goed mogelijk gepoetst, maar ik kreeg de vlekken er niet uit. En doordat ik helemaal door de motregen naar Beverly Hills was gesjouwd, zag ik er ook nog eens uit als een verzopen kat. Mijn voeten deden zeer. Ik wilde niets liever dan op een stoel ploffen, maar was bang dat ik een natte kontafdruk op de zitting zou achterlaten. Mijn beleefdheidsdilemma werd verstoord door de komst van een lange Ender. ‘Callie Woodland?’ Hij keek op zijn horloge. ‘Wat ben je laat.’ ‘Sorry. De regen…’ ‘Geeft niet. Je bent er nu toch?’ Hij reikte me de hand. Zijn zilverwitte haar leek nog witter door het contrast met zijn kunstmatig bruine huid. Hoe breder zijn glimlach werd, hoe verder hij zijn ogen opensperde, wat me nog nerveuzer maakte dan
Woordverklaring
154
Deel 3
snufjes vernuft = vindingrijkheid, verlangend naar op, zijn k gretig = happig/tu
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
anders met Enders. Ze verdienden het niet senioren genoemd te worden, zoals ze graag wilden, die hebberige ouwe sokken op het randje van de dood. Ik dwong mezelf zijn gerimpelde hand te schudden. ‘Ik ben meneer Tinnenbaum. Welkom bij TopBestemmingen.’ Hij legde zijn andere hand op de mijne. ‘Ik kom alleen kijken…’ Ik keek om me heen alsof ik was gekomen om de inrichting te inspecteren. ‘… hoe het allemaal werkt? Natuurlijk. Kijken kost niets.’ Hij grinnikte en liet mijn hand eindelijk los. ‘Loop je met me mee?’ Hij wenkte alsof ik zelf de deur niet zou kunnen vinden. Zijn tanden waren zo spierwit dat ik in elkaar kromp als hij glimlachte. We liepen door een korte gang naar zijn kantoor. ‘Treed binnen, Callie. Ga maar aan het bureau zitten.’ Hij deed de deur achter zich dicht. Toen ik de krankzinnige luxe in de kamer zag, moest ik op mijn tong bijten om niet naar adem te snakken. Langs een van de wanden klaterde het heldere, schone water eindeloos uit een enorme koperen fontein naar beneden alsof het niets kostte. In het midden van de kamer stond een groot, glazen bureau met ledlichtjes in het blad. Een halve meter erboven zweefde een luchtscherm waarop een meisje van mijn leeftijd te zien was, met lang rood haar en een sportbroekje aan. Ze glimlachte, maar doordat ze frontaal was gefotografeerd leek het net een arrestatiefoto. Ze leek lief. Hoopvol. Ik ging op een moderne metalen stoel zitten en meneer Tinnenbaum posteerde zich achter het bureau en wees naar het luchtscherm. ‘Een van onze nieuwste leden. Ze had via een kennis van ons gehoord, net als jij. Haar huurders waren heel tevreden.’ Hij raakte een hoek van het scherm aan en er verscheen een foto van een jongen van mijn leeftijd in een wedstrijdzwembroek met superstrak wasbordje. ‘Ze was doorverwezen door deze jongen, Adam. Hij kan snowboarden, skiën en bergbeklimmen. Hij is populair onder buitenmannen die dergelijke sporten al tientallen jaren niet meer hebben kunnen beoefenen.’ Zijn woorden maakten het allemaal veel te echt. Enge oude Enders met stramme ledematen die het lichaam van deze tiener een week overnamen, letterlijk in zijn huid gekropen. Mijn maag keerde zich bijna om. Ik wilde het op een rennen zetten, maar iets hield me tegen. Tyler. Ik omklemde de zitting van mijn stoel met beide handen. Mijn maag knorde. Tinnenbaum hield me een tinnen schaaltje met supertruffels in papieren cupjes voor. Mijn ouders hadden net zo’n schaaltje gehad, ooit. ‘Wil je er een?’ vroeg hij. Ik pakte zwijgend een bovenmaatse truffel. Toen dacht ik aan mijn goede manieren van vroeger. ‘Dank u wel.’ ‘Tast toe.’ Hij zwaaide met het schaaltje om me te verleiden. Ik nam een tweede en een derde truffel, aangezien het schaaltje bij mijn hand bleef zweven. Ik vouwde de papieren cupjes dicht en stopte ze in de zak van mijn sweatshirt. Het leek Tinnenbaum teleur te stellen dat hij me niet kon zien eten, alsof ik zijn vermaak van die dag was. De fontein achter me borrelde en klaterde plagerig. Als hij me niet snel iets te drinken aanbood, zou hij me met mijn hoofd onder die fontein te zien kunnen krijgen, slurpend als een hond. ‘Zou ik een glaasje water mogen? Alstublieft?’ ‘Maar natuurlijk.’ Hij knipte met zijn vingers. ‘Glas water voor de jongedame,’ zei hij met stemverheffing, alsof hij het tegen een verborgen microfoon had. Even later kwam er een vrouwelijke Ender met een modellenfiguur binnen met een glas water op een dienblad. Er was een linnen servet omheen gewikkeld. Ik pakte het glas en zag blokjes die schitterden als diamanten. IJs. Ze zette het blad bij me neer en ging weg. Ik legde mijn hoofd in mijn nek en sloeg het heerlijke water in één teug achterover. Ik voelde de koude vloeistof door mijn keel stromen, deed mijn ogen dicht en genoot van het schoonste water dat ik had geproefd sinds het eind van de oorlog. Toen ik klaar was, liet ik een ijsblokje in mijn mond vallen. Het knarste terwijl ik erin beet. Toen ik mijn ogen weer opende, zag ik Tinnenbaum naar me kijken. ‘Wil je nog een glas?’ vroeg hij. Dat wilde ik, maar zijn ogen zeiden me dat hij het niet meende. Ik schudde mijn hoofd en slikte de rest van het ijsblokje door. Mijn nagels leken nog smeriger tegen
Vraag 22 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
155
80
85
90
95
100
105
115
het glas toen ik het weer op het dienblad zette. Het smeltende ijs in het glas herinnerde me aan de laatste keer dat ik ijswater had gedronken. Het leek een eeuwigheid geleden, maar het was maar een jaar, de laatste dag in ons huis voordat de politie was gekomen. ‘Wil je weten hoe het allemaal werkt?’ vroeg meneer Tinnenbaum. ‘Hier bij de TopBestemmingen?’ Ik hield mijn gezicht met moeite in de plooi. Enders. Wat zou ik hier anders komen doen? Ik glimlachte scheef en knikte. Tinnenbaum tikte tegen een hoek van het luchtscherm om het te legen en toen nog een keer om holoanimaties op te roepen. Op de eerste lag een senior op een soort relaxfauteuil. Uit een kapje op haar achterhoofd kwamen gekleurde snoertjes die naar een computer liepen. ‘De huurder wordt aangesloten op een BCI, een Body Computer Interface, in een kamer met ervaren verpleegkundigen,’ legde hij uit. ‘Dan krijgt ze een roesje.’ ‘Zoals bij de tandarts?’ ‘Juist. Haar ademhaling, hartslag, temperatuur en bloeddruk worden gedurende de hele reis bewaakt.’ Aan de andere kant van het scherm lag een tienermeisje op een lange gecapitonneerde stoel. ‘Jij wordt onder narcose gebracht. Het is volkomen pijnloos en ongevaarlijk. Een week later word je wakker, een beetje suf, maar een stuk rijker.’ Hij lachte die tanden weer bloot. Ik kromp bijna in elkaar, maar bedwong me. ‘Wat gebeurt er in die week?’ ‘Zij mag jou zijn.’ Hij stak zijn handen op en draaide ze vanuit de polsen. ‘Ken je die computergestuurde hulpmiddelen waarmee mensen kunsthanden kunnen bewegen? Ze hoeven er maar aan te denken of ze bewegen. Daar heeft het veel van weg.’ ‘Dus zij stelt zich voor dat ze mij is en als ze iets wil pakken, denkt ze eraan en mijn hand gehoorzaamt?’ ‘Alsof ze echt in je lichaam zit. Ze gebruikt haar geest om je lichaam hier weg te laten lopen, en dan is ze weer jong.’ Hij zette zijn ene elleboog in zijn andere hand. ‘Voor eventjes.’ ‘Maar hoe…’ Hij knikte naar de andere kant van het scherm. ‘De donor, dat ben jij dus, wordt hier in een andere kamer via een draadloze BCI aan de computer gekoppeld.’ ‘Draadloos?’ ‘We implanteren een minuscule neurochip in je achterhoofd. Je voelt er niets van. Absoluut pijnloos. Zo kunnen we je op elk moment aan de computer koppelen. Vervolgens sluiten we jouw hersengolven aan op de computer, en de computer verbindt jullie tweeën.’ ‘Verbindt.’ Ik probeerde me voor te stellen hoe twee geesten op die manier verbonden kunnen zijn en fronste mijn voorhoofd. BCI. Neurochip. Implanteren. Het werd met de minuut griezeliger. De drang om het op een lopen te zetten diende zich weer sterk aan, maar tegelijkertijd wilde ik ook meer weten.
Uit: Lissa Price, Starters
1 In welke tijd speelt het fragment zich af? In de toekomst 2 Waaruit besluit je dat? Zoek drie voorbeelden uit de tekst.
de bodybank, mensen die gemakkelijk meer dan 100 jaar worden, de ultramoderne ruimte (nepmeubelen en -geluiden), holoanimaties, BCI (Body Computer Interface), computergestuurd, neurochip-implantaten …
3 Is het verhaal realistisch? Wat maakt het (on)realistisch?
Nee: Enders – mensen die heel oud zijn – kunnen iemands lichaam huren en het motorische geheugen via een computersysteem overnemen zodat ze opnieuw hun favoriete sport kunnen beoefenen. De donor krijgt zijn hersenfuncties terug via een computer. Dergelijke technieken zijn in onze huidige maatschappij ondenkbaar: het is en blijft voorlopig een verzonnen wetenschap.
156
Deel 3
4 Houd je van dit soort verhalen? Waarom wel/niet?
Persoonlijk antwoord 5 Zou je willen verder lezen? Wat verwacht je van het vervolg?
Persoonlijk antwoord
Sciencefiction betekent letterlijk verzonnen wetenschap. SF-verhalen spelen zich af in een onbepaalde toekomst. Technisch vernuft, zoals ruimtereizen en robots, speelt een centrale rol. Ook ruimtewezens maken dikwijls hun opwachting in sciencefictionverhalen.
2 Geloof jij in draken en dwergen? Opdracht 2
Lees een fragment uit het boek De vloek van de schaduw van Alexey Pehov en beantwoord daarna de vragen.
5
10
15
20
Het was stil. Zo stil dat je de motten in de koelte van de nacht met hun broze vleugeltjes kon horen ritselen. Het was alweer een tijdje geleden dat de wacht langsgemarcheerd was en het werd hoog tijd dat ik aan de slag ging, maar om de een of andere reden voelde ik me die nacht extra waakzaam… Een voorgevoel bracht me ertoe in mijn schuilplaats te blijven, naast de muur van het gebouw dat in het duister was gehuld. Er waren geen verdachte geluiden te horen in het smalle straatje met de oude stenen huizen die zich de Rustige Tijd nog konden herinneren. Niets, afgezien van een beschilderd blikken uithangbord boven de bakkerij dat rammelde in de zwakke wind. De langzaam voortkruipende geelgrijze mist waar onze hoofdstad beroemd om was lag in een dichte bank over de kinderkopjes van de straat, beschadigd en gebarsten door de wagenwielen. Men zegt dat de mist in een ver verleden door een stuntel van een tovenaar was veroorzaakt. Maar sindsdien was niet een van de aartsmagiërs van het koninkrijk erin geslaagd de stad van de gevolgen van deze onschuldige schelmenstreek te bevrijden. De stilte verontrustte me. De enige plek waar het net zo stil is, is de schatkamer van een rijkaard na een bezoek van een van de dievenbendes uit de stad. Het uithangbord piepte, de zachte wind woei speels, wolken gleden traag langs de nachtelijke hemel. Maar hier stond ik, versmolten met de schaduw van het gebouw, terwijl ik probeerde geen vin te verroeren. Mijn intuïtie en mijn levenservaring dwongen me naar de nachtelijke stilte in de stad te luisteren. Geen enkele straat, al was die nog zo verlaten, kon zo doods zijn als deze. Er zouden nachtelijke geluiden moeten klinken. Ratten die in het vuilnis ritselden. Een zatlap die ernaast lag te snurken, zijn zakken geleegd door dieven die allang in een donker hoekje een schuilplaats voor de nacht hadden gezocht. Gesnurk van achter de ramen van de grijze huizen. Een schurftige hond die door de duisternis sloop. De hijgende ademhaling van een beginnende dief die op de loer lag voor een slachtoffer, met in een handpalm, die bezweet was van de spanning,
Woordverklaring zijn opwachting maken opduiken
= voorkomen,
Vraag 22 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
157
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
158
zijn mes geklemd. Geluiden uit winkels en werkplaatsen, want zelfs ’s nachts waren nijvere lieden in sommige ervan aan het werk. Maar niets van dit alles in het donkere straatje dat in een deken van mist was gehuld. Niets dan stilte, duisternis en een toenemend gevoel van gevaar. De zorgeloze, speelse wind woelde teder door mijn haar, maar ik durfde mijn kap niet omhoog te doen. Een dwingende hand leek me tegen te houden. Bij Sagot! Wat was er aan de hand in dit rustige straatje vol handwerkslieden? In antwoord op mijn schietgebed leek de roemrijke god der dieven mijn gehoor te scherpen. Voetstappen. Haastige voetstappen die de voortkruipende geelgrijze mist zelfs niet kon dempen. In een nis in de muur van het huis aan de overkant ontwaarde ik heel even een sprankje duisternis. Had iemand anders besloten zich hier te verstoppen? Ik tuurde ingespannen de inktzwarte nacht in. Nee. Ik had het me verbeeld. Ik was te gespannen, en beeldde me niet-bestaande moeilijkheden in. Ik werd kennelijk oud. Inmiddels klonken de voetstappen steeds luider. De geluiden kwamen uit de straat die de patrouille van de stadswacht een paar minuten geleden ingeslagen was. Ik verstijfde en probeerde nog meer met de schaduw te versmelten, terwijl het spook van het gevaar traag boven mijn hoofd cirkelde. Een man kwam snel de hoek om gelopen, hij rende bijna, recht op mij af. Hij moest een dwaas of heel erg dapper zijn om alleen in het donker rond te zwerven. Waarschijnlijk was hij een dwaas. Dappere mensen leefden in onze wereld niet erg lang. Trouwens, dwazen ook niet, tenzij ze als hofnar voor onze roemrijke koning werkten. De vreemdeling kwam dichterbij. Hij was lang en goed gekleed, hij zag er zelfs rijk uit en zijn hand rustte op het gevest van een vrij goed zwaard. Opnieuw dreven wolken langs de hemel; ze bedekten de sterren en de duisternis die al bijna volkomen was, werd nu absoluut ondoordringbaar. Zelfs toen hij vlak voor me stond, kon ik het gezicht van de vreemdeling niet onderscheiden, hoewel hij zo dichtbij was dat ik mijn hand maar hoefde uit te steken om de goedgevulde beurs van zijn gordel te trekken, als ik dat gewild had. Maar ik was geen minderwaardige zakkenroller, daartoe verlaagde ik me niet; mijn onbezonnen jeugdjaren lagen ver achter me en mijn instinct had me trouwens al duidelijk gemaakt dat dit het verkeerde moment was om een vin te verroeren of zelfs maar diep adem te halen. In de nis aan de overkant begon de duisternis weer te wervelen, draaide chaotisch in het rond en zwol op tot een duistere doodsbloem. Ik vroor letterlijk ter plaatse vast vanwege de ijskoude angst. Vanuit het donker schoot de Duisternis in de gestalte van een gevleugelde demon met een gehoornde schedel als hoofd tevoorschijn en stortte zich als een lawine in de Dwergenbergen op zijn slachtoffer dat hij met zijn verbazingwekkende gewicht tegen de grond drukte. De man liet een gekrijs als van een gewonde kat horen en greep tevergeefs naar zijn nutteloze zwaard, dat hij probeerde te trekken. De Duisternis drukte de nachtelijke wandelaar echter in elkaar, zoog hem op en verslond hem. Vervolgens schoot het schepsel, wat het ook was, omhoog de lucht in, samen met zijn verse vlees en misschien ook wel een ziel. Ik gleed langzaam langs de muur omlaag en probeerde mijn ademhaling weer onder controle te krijgen. Mijn hart bonsde als een razende. De demon had mij niet opgemerkt, hoewel ik de hele tijd recht tegenover hem stond. Maar als ik ook maar de geringste beweging had gemaakt… Als ik maar wat luider was gaan ademhalen… dan zou ik zijn prooi zijn geweest! Ik had geluk gehad. Opnieuw had ik heel erg veel geluk gehad. Het geluk van een dief is wispelturig als een vrouw, het kan je elk ogenblik de rug toekeren, maar zo lang het aan mijn kant is kan ik mijn werk blijven doen. In een duister hoekje bij het volgende gebouw piepte een rat, gevolgd door een tweede. Er vloog een vleermuis door de lucht op jacht naar late nachtuiltjes. Het gevaar was geweken en ik kon verdergaan. Ik maakte me los van de muur en zette me in beweging, waarbij ik in de donkerste delen van de straat probeerde te blijven. Snel, maar zonder dat mijn laarzen enig geluid maakten, schoot ik van gebouw naar gebouw, van schaduw naar schaduw. Ik liet de Straat van de Bakkers achter me en schoot een steegje rechts van
Deel 3
80
85
90
me in. De mist was hier dichter, hij verwelkomde me met de zachte omhelzing van zijn klamme armen, dempte mijn voetstappen en verborg me voor de ogen van zowel mensen als niet-mensen. Er kwam een eind aan de duistere steeg. De donkere, sinistere muren van de huizen die van zo veel vreugde en verdriet getuige waren geweest weken abrupt uiteen. De wind verdreef de wolken en de hemel veranderde in een tafellaken waarover een rijke man talloze glinsterende muntstukken had uitgestrooid. Honderden, duizenden sterren twinkelden naar me in de frisse zomernacht. Op het Grokplein brandde hier en daar een straatlantaarn. Het is tenslotte een van de grote pleinen in het centrum en ook al waren ze bang, de lantaarnopstekers moesten hun werk doen. Omhuld door een glazen pantser wierp elke vlam een kleine poel flikkerend licht om zich heen en verwrongen schaduwen dansten in stilte op de muren van de naargeestige gebouwen. Ik wenste dat de wind zijn kudde grijze, wollige schapen weer langs de hemel zou drijven, maar voorlopig moest ik in de schaduw blijven, dicht tegen de muren van de hoge gebouwen gedrukt. Maar de schaduw was inmiddels bleek en beschroomd vanwege het vele licht in de omgeving. Grok zelf keek me stilzwijgend aan met zijn alziende ogen. Ik geloof dat hij een generaal was die ons koninkrijk na een invasie van orks heeft gered, of een koninklijke raadsman in de goeie ouwe tijd. En daar, vlak achter de stenen rand van zijn sokkel, bevond zich het doel van mijn nachtelijke tocht.
Uit: Alexey Pehov, De vloek van de schaduw
1 In welke tijd speelt het fragment zich af? In het verleden 2 Waaruit besluit je dat? Zoek drie voorbeelden uit de tekst.
Het was alweer een tijdje geleden dat de wacht langsgemarcheerd was, oude stenen huizen, een beschilderd blikken uithangbord, de kinderkopjes van de straat beschadigd en gebarsten door de wagenwielen, de patrouille van de stadswacht, een hofnar voor onze roemrijke koning, het gevest van een vrij goed zwaard, de goedgevulde beurs aan zijn gordel 3 Is het verhaal realistisch? Wat maakt het (on)realistisch?
Nee: fantastische figuren zoals orks, tovenaars en aartsmagiërs, Sagot, de roemrijke god der dieven, de Duisternis in de gestalte van een gevleugelde demon met een gehoornde schedel, de Dwergenbergen, de Duisternis die de nachtelijke wandelaar in elkaar drukte, opzoog en verslond, zowel mensen als niet-mensen 4 Hoe noem je dit soort verhalen? fantasy Houd je van dit soort verhalen? Waarom wel/niet?
Persoonlijk antwoord
Fantasy is een verhaalsoort die zich meestal afspeelt in een onbepaald verleden. Het gaat om een denkbeeldige wereld waarin magie, bovennatuurlijke elementen en gefantaseerde wezens een belangrijke rol spelen.
Vraag 22 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
159
Opdracht 3
Bekijk vijf verschillende sciencefiction- en fantasytrailers.
1 Zet het nummer van het filmfragment (1–5) naast het juiste kenmerk. Let op: elk fragment heeft meer dan een kenmerk. – onbepaald verleden: fragment 1, 5
– het heden: fragment 1, 3
– ruimtewezens: fragment –
– wetenschap: fragment 3
– verzonnen: fragment 1, 2, 3, 4, 5
– gefantaseerde wezens: fragment 1, 3, 5
– bovennatuurlijke elementen: fragment 1, 3
– technisch vernuft: fragment 2, 4, 5
– ruimtereizen/-tuigen: fragment 2, 4, 5
– onbepaalde toekomst: fragment 2, 4, 5
– tovenarij: fragment 1, 3
– robots: fragment 5
2 Besluit of het om fantasy of sciencefiction gaat. Fragment 1 = fantasy (Beowulf) Fragment 2 = sciencefiction (Lockout) Fragment 3 = fantasy (Twilight – Breaking Dawn Part 2) Fragment 4 = sciencefiction (Prometheus) Fragment 5 = mengeling van beide (Avatar)
3 Het gerucht doet de ronde dat … Opdracht 4
Lees het artikel en beslis of het verhaal waargebeurd is of niet.
De trouwe herdershond Een boer en zijn vrouw zijn erg dol op hun grote Duitse herder. De hond is bijzonder intelligent: als de boer met een lege drinkkruik op het veld staat en dorst heeft, loopt de hond met de drinkkruik naar de boerderij, laat ze vullen door de boerin en brengt ze terug. Op zekere dag krijgen de boer en boerin een baby. De hond is bij het kind niet weg te slaan. Als er iets is, waarschuwt hij meteen. Op een dag moet de boerin naar de markt en de boer heeft nog drukke bezigheden op het land. Geen probleem, denken ze, de hond waarschuwt wel als er iets is en de baby slaapt toch. Dus blijft de baby alleen achter, samen met de trouwe herdershond. Na een tijdje komt de boer terug naar huis. In de gang ligt de hond, zijn bek helemaal onder het bloed. Geschrokken vliegt de boer naar boven en daar ligt de baby in een bebloed ledikantje. De boer aarzelt niet. Hij pakt zijn geweer en schiet de hond dood. Vervolgens gaat hij terug naar de baby en bekijkt het tafereel nog eens goed. De baby is ongedeerd en slaapt. Hij pakt het kind uit de wieg en ziet in het bed een grote rat liggen, doodgebeten door de hond. Naar: www.broodjeaap.nl
Woordverklaring
160
Deel 3
trailer = promotiefilmpje bestaande uit een reeks e film fragmenten uit een nieuw bed = nt ledika
Waarop baseer je je om te oordelen of dit verhaal waargebeurd is of niet?
Mogelijke redenen (pro en contra): – Je hebt dit verhaal al eens gehoord/gelezen. – Details zoals plaats en tijdstip/jaartal ontbreken. – Het lijkt je (on)realistisch dat een rat een baby kan doden. Dit verhaal is niet waargebeurd. Het deed al de ronde in de middeleeuwen. Opdracht 5
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Gigantische ratten vreten twee baby’s op In Zuid-Afrika zijn twee baby’s bij aparte incidenten gedood en gedeeltelijk opgegeten door ratten. Lunathi Dwadwa (3) sliep in een hutje in de Khayelitsha-sloppenwijk, buiten Kaapstad, toen ze werd aangevallen. Bukiswa Dwadwa, haar 27-jarige moeder, vond het levenloze lichaam. ‘Er was gegeten van haar wenkbrauwen en haar kaken’, aldus de geschokte moeder. ‘Ik kan maar niet vergeten hoe lelijk mijn kind eruitzag toen haar ogen weg waren’.
Aanvallen door grote ratten lijken steeds vaker voor te komen in Zuid-Afrika. Vorige maand werd de 77-jarige Nomathemba Joyi nog het slachtoffer van uit de kluiten gewassen ratten. De vrouw stierf nadat de dieren de rechterkant van haar gezicht opvraten.
Nalatigheid
Een tweede meisje werd in Soweto, nabij Johannesburg, gedood door een reusachtige rat. Haar tienermoeder was op dat moment op stap met vrienden. De jonge vrouw werd gearresteerd wegens nalatigheid en doodslag. Naar: www.gva.be
1 Wat is het teksttype? Het is een krantenartikel. 2 Geloof jij wat in dit artikel beschreven is? Waarom (niet)?
persoonlijk antwoord 3 Waarom denken mensen al snel dat dit verhaal echt gebeurd is?
Het verscheen in de krant. 4 Wat bewijst deze situatie?
Dat sommige van onze angsten gegrond zijn. Je moet niet alles wat in de krant staat geloven. Je moet leren om kritisch te lezen. Opdracht 6
Kijk naar een fragment uit de film Urban Legend. Het vat mooi samen wat een stadssage is. Noteer enkele kernwoorden.
Vraag 22 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
161
Opdracht 7
Heb je journalistieke kwaliteiten, of zie je jezelf eerder als acteur, regisseur of camera-/geluidsman? Je krijgt twee keuzemogelijkheden voor een groepswerk over de stadssage. Bekijk samen met je leraar welke opdracht het beste bij je past. a Maak je eigen voorpagina van een krant, waarop je drie artikels publiceert. b Speel en film een stadssage die je zelf verzonnen hebt. Meer info ontvang je van je leraar.
Een stadssage is een bizar verhaal dat volledig verzonnen is. Het speelt in op de angsten van mensen. De hoofdpersoon overkomt meestal iets gruwelijks. Het lijkt alsof het echt gebeurd is, maar dat is niet zo. Je hebt het verhaal van horen zeggen. Details ontbreken vaak.
Krant Oriënteren Stap 1 Wat is je tekstdoel? Je wilt je publiek informeren / ontspannen / overtuigen / ontroeren (emotioneren). Stap 2 Welke taal past bij deze schrijfopdracht? Je gebruikt formele / informele taal. Voorbereiden Surf naar www.krantenmaker.be en registreer je online. Je leraar helpt je de nodige stappen te zetten. Je kunt nu aan de slag met een heus redactieteam. Veel succes!
Uitvoeren – Zoek je favoriete stadssage op www.broodjeaap.nl. – Zoek een krantenartikel dat een beetje luguber of vreemd aandoet en perfect past binnen de sfeer van de stadssage. – Schrijf zelf een korte stadssage. Houd rekening met de kenmerken zoals je die in deze les gezien hebt. Presenteer het verhaal als een krantenartikel: gebruik dus een zakelijke stijl. – Zorg telkens voor een originele titel en passende illustraties. Overleg met je leraar hoe je de krant presenteert: online / via e-mail / afgedrukt. Je groepswerk moet klaar zijn op ���������������������������������������������������������� .
Woordverklaring
162
Deel 3
heus = werkelijk, echt luguber = akelig
Reflecteren Bekijk de checklist voor je begint te schrijven. Je gebruikt Standaardnederlands. Je let op je spelling. Je schrijft korte, duidelijke zinnen. Je brengt variatie in je woordkeuze. Je stemt je taal op de ontvanger af. Je vermeldt de bron van de artikels die je niet zelf geschreven hebt. Je houdt rekening met de kenmerken van de stadssage. Je zorgt voor een frisse lay-out met passende foto’s. Je verzint originele titels voor de artikels.
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?
Je kent de kenmerken van sciencefiction- en fantasyverhalen en stadssages.
Je herkent sciencefiction- en fantasyverhalen en stadssages. Je kunt de kenmerken van de drie genres aankruisen. Je kunt zelf een korte stadssage als krantenartikel schrijven.
Vraag 22 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
163
164
Deel 3
0 1 2 3 4 5
/10
/5
Attitude
/5
0 1 2
J e leverde de taak in, maar te laat. De taak was slordig of niet afgewerkt. De bronnen van de artikels die je niet zelf schreef, ontbreken.
0 1 2
e krantenartikels bevatten te veel taal-/ D spelfouten. Je schrijft te lange, onduidelijke zinnen. Je gebruikt veel herhalingen.
Je stemt de taal in je artikel niet op de ontvanger af. De lay-out van de krant is onverzorgd. Er ontbreken foto’s/artikels. De artikels hebben geen of weinig originele titels. De plot van het artikel dat je zelf schreef, is helemaal niet verrassend.
Afstemmen op situatie/context/ doelpubliek
Zorg voor taal
0 1 2 3 4 5
De kenmerken van de stadssage komen amper aan bod in je krantenartikel.
/10
Afstemmen op doel
Beginner
3
J e leverde de taak in, maar te laat. De taak was grotendeels verzorgd. De bronnen van de artikels die je niet zelf schreef, zijn onvolledig.
3
e krantenartikels zijn grotendeels foutloos. D Fouten komen vooral voor bij moeilijker woorden. Je schrijft meestal korte, duidelijke zinnen, maar gaat af en toe nog in de fout. Je varieert geregeld je woordkeuze.
6 7 8
J e stemt de taal in je artikel op de ontvanger af. De lay-out van de krant is in orde: foto’s en tekst wisselen elkaar af. De artikels hebben enkel originele titels. De plot van het artikel dat je zelf schreef, heeft een aantal originele ideeën, maar is voor een groot deel gebaseerd op een bestaand verhaal.
6 7 8
In het artikel vind je voldoende kenmerken van de stadssage terug.
Gevorderde
Noteer hier je eigen vorderingen. Luister goed naar de groepsevaluatie en de persoonlijke beoordeling.
Vorderingsfiche bij de schrijfopdracht (stadssage)
4 5
J e leverde de taak tijdig in. De taak was tot in de puntjes afgewerkt. De bronvermelding is voor alle artikels in orde.
4 5
e krantenartikels bevatten geen taal-/ D spelfouten. Je schrijft duidelijke zinnen. Je varieert je woordkeuze door bijvoorbeeld synoniemen te gebruiken.
9 10
e taal in je artikel is heel duidelijk en D aantrekkelijk voor de ontvanger. De krant heeft een frisse lay-out met passende foto’s. De artikels hebben verrassende, originele titels. De plot van het artikel dat je zelf schreef, is uniek.
9 10
Het is overduidelijk dat het artikel een stadssage is.
Expert
Vraag 22 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
165
TOTAAL /30
Je bent een beginner. Je hebt nog een aantal werkpunten:
Misschien kun je de volgende keer op dit werkpuntje letten:
Je bent goed op weg. Dit heb je uitstekend gedaan:
Knap artikel: je bent een expert.
Vraag 23
Kan het wat nauwkeuriger?
Over loperwoorden
Veel mensen besteden te weinig aandacht aan hun taalgebruik. Daardoor hanteren ze vaak vage en onnauwkeurige (werk)woorden die in heel wat situaties van toepassing zijn en verschillende betekenissen kunnen hebben. Die woorden noem je loper(werk)woorden. Uit vorige jaren weet je dat het interessanter is om nauwkeurigere woorden te gebruiken en de loper(werk)woorden te vermijden.
1 Loperwerkwoorden 2 Andere loperwoorden
1 Loperwerkwoorden Opdracht 1
Lees deze teksten aandachtig. Tekst 1
Tekst 2
Deze ochtend liepen mijn man en ik door de winkelstraat. We keken naar de verschillende uitstalramen en liepen nog wat verder. Ook keken we naar de mensen die ons voorbij gingen. Plots liep er een mooie dame voorbij. Ik zei tegen mijn man dat hij moest stoppen met gluren. Hij zei dat hij naar haar schoenen keek en dat ik ook eens zo’n paar moest nemen.
Deze ochtend wandelden mijn man en ik door de winkelstraat. We bekeken de verschillende uitstalramen en kuierden nog wat verder. Ook gluurden we naar de mensen die ons passeerden. Plots flaneerde een adembenemende dame voorbij. Ik siste tegen mijn man dat hij moest stoppen met gluren. Hij verklaarde dat hij haar schoenen observeerde en dat ik me ook eens zo’n paar moest aanschaffen.
1 Welke verschillen ontdek je tussen beide teksten?
In tekst 2 worden meer verschillende woorden gebruikt, krijg je meer afwisseling. 2 Welke tekst geeft de meeste informatie? Tekst 2 3 Hoe komt het dat je in die tekst meer informatie krijgt dan in de andere?
De schrijver gebruikt heel wat verschillende werkwoorden die concreter aangeven hoe de man en de vrouw zich voortbewegen, kijken en praten: wandelen, kuieren, flaneren, gluren, observeren, sissen, verklaren. 4 In tekst 1 vind je werkwoorden die je in allerlei situaties kunt gebruiken. Hoe noem je zulke werkwoorden? loperwerkwoorden bv. loper
166
Deel 2
Opdracht 2 Vervang het werkwoord zeggen door een (tekenend) werkwoord uit deze lijst: brullen, fluisteren, aankondigen, beloven, ventileren, vertellen, vaststellen, herhalen, besluiten. 1 De dokter zei dat het een griepje was. stelde
vast
2 De werkman zegt dat hij me niet kan horen omdat er te veel lawaai is. brult 3 Opa zei: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’ vertelde/besloot 4 De burgemeester zei dat hij zijn best zou doen om aan alle wensen tegemoet te komen. beloofde 5 De gids zegt nogmaals dat het stil moet zijn in het museum. herhaalt
(zonder 'nogmaals')
6 Fien zei tegen haar vriendin dat ze een oogje had op de jongen die wat verder stond. fluisterde 7 De leraar zei dat het morgen toets is. kondigde
aan
Een loperwerkwoord is een weinigzeggend, onnauwkeurig werkwoord dat in heel wat zinnen past, maar weinig zegt. Voorbeelden van loperwerkwoorden: lopen, gaan, doen, zeggen, kijken, maken … Hoe nauwkeuriger het werkwoord, des te duidelijker de zin/de boodschap. Probeer dus zo veel mogelijk loperwerkwoorden te vermijden en gebruik tekenende werkwoorden. Voorbeelden van tekenende werkwoorden zijn: rennen, gluren, staren …
Opdracht 3-4 Oefen verder en vermijd loperwoorden bij de opdrachten op www.knooppunt.net.
Opdracht 5 1 Woorden kun je positief, negatief of neutraal aanvoelen. Test dat uit met deze woorden. Kies uit: spelen, roddelen, pronken, huilen, oprotten, schrijven, vertellen, bewonderen, grienen, staren, gaan, noteren, stoeien, tonen. Negatieve woorden
Neutrale woorden
Positieve woorden
krabbelen
schrijven
noteren
staren
kijken
bewonderen
oprotten
gaan
vertrekken
roddelen
praten
vertellen
rotzooien
spelen
stoeien
grienen
huilen
snikken
opscheppen
tonen
pronken
Vraag 23 - Kan het wat nauwkeuriger?
167
2 Verduidelijk vijf tekenende werkwoorden naar keuze uit de vorige oefening door ze in een betekenisvolle zin te gebruiken. Bv. Hij staarde de hele dag wezenloos voor zich uit nadat zijn vriendin het uitgemaakt had. 1
2
3
4
5
Tekenende werkwoorden kunnen zowel een negatieve als positieve gevoelswaarde hebben. Denk dus goed na over het werkwoord dat je kiest. Kies het gepaste, betekenisvolle woord/synoniem.
2 Andere loperwoorden Naast de loperwerkwoorden zijn er ook nog andere loperwoorden (zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden …). Net zoals de loperwerkwoorden, kun je de loperwoorden beter vermijden en vervangen door tekenende, nauwkeurigere woorden.
Een loperwoord is een weinigzeggend, onnauwkeurig woord (zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord …) dat in heel wat zinnen past, maar weinig zegt. Voorbeelden van loperwoorden zijn: ding, bak, zeer, mooi … Hoe nauwkeuriger het woord, hoe meer info je hebt en hoe duidelijker de zin. Probeer dus zo veel mogelijk loperwoorden te vermijden en gebruik tekenende woorden.
168
Deel 2
Opdracht 6 Vervang in deze versie van een sprookje van de gebroeders Grimm de vervelende loper(werk)woorden door tekenende varianten. Gebruik iedere variant slechts één keer. De dochter van de koning had een glimmende gouden bal, waarmee ze graag speelde. Maar op een dag stuiterde de bal en rolde hij van haar weg, zo de vijver in. De prinses was zeer (1) bedroefd. Ze kon niet bij de bodem van de vijver. Opeens hoorde ze een stemmetje: ‘Huil maar niet,’ zei (2) het. Ze keek op en zag een vette, groene kikker zitten. ‘Wat krijg ik van je,’ zei (3) de kikker, ‘als ik je bal uit het water haal?’ ‘Alles wat je maar wilt,’ zei (4) de prinses. ‘Dan wil ik van je bordje eten en in je bedje slapen,’ zei (5) de kikker. Dat wilde de prinses liever niet. Maar omdat ze zo graag haar bal terugwou, zei (6) ze: ‘Goed.’ De kikker bracht de bal terug. En zonder dankjewel te zeggen, ging (7) de prinses ermee weg. De volgende dag zat de prinses met haar ouders aan tafel, toen de kikker binnenkwam. ‘Wat doet dat beest hier?’ zei (8) de koningin. Toen moest hun dochter wel vertellen wat ze aan de kikker had gezegd (9). ‘Wat je beloofd hebt, moet je doen,’ zei de koning. Na het eten ging (10) het prinsesje naar bed. De kikker kwam achter haar aan en sprong met zijn glibberige lijf op haar hoofdkussen. ‘Ik mag in je bedje slapen,’ zei hij. ‘Ga weg!’ zei (11) de prinses en ze gooide de kikker in de verste hoek van de kamer. Maar toen veranderde hij plots in een mooie (12) prins met een bult op zijn hoofd. ‘Jij hebt de betovering verbroken,’ zei (13) de prins. ‘Ik was door een gemene heks in een kikker veranderd.’ Nu wilde het prinsesje wel dat de prins van haar bordje at en in haar bedje sliep. Ze zouden trouwen en de gouden bal, die ook een plaatsje kreeg op het feest, was (14) mooier (15) dan ooit.
1 verschrikkelijk/enorm
9 beloofd
2 troostte
10 liep
3 vroeg
11 schreeuwde
4 riep
12 aantrekkelijke
5 besliste
13 snikte
6 fluisterde
14 blonk
7 rende
15 prachtiger
8 brulde
Wat moet je kennen? Je weet wat loper(werk)woorden zijn. Je weet wat tekenende (werk)woorden zijn.
Wat moet je kunnen? Je kunt loper(werk)woorden vervangen door tekenende (werk)woorden. Je kunt het gepaste woord/synoniem gebruiken (positief – neutraal – negatief ) binnen een bepaalde communicatieve situatie.
Vraag 23 - Kan het wat nauwkeuriger?
169
Vraag 24 Herhaling: hoofdletters
Hoe word je in een handomdraai een zeemeermin/-man?
Een zeemeermin is een mythologisch wezen met het bovenlichaam van een vrouw en een vissenstaart in plaats van benen. Haar mannelijke tegenpool is de zeemeerman. Al sinds de oudheid duiken die wezens op in verhalen. Ook nu nog spreken ze tot onze verbeelding, want ze verschijnen in hedendaagse films of in de (jeugd-)literatuur. Het moet toch een ongelooflijke ervaring zijn om je als een vis in het water te kunnen bewegen? In deze les lees je er meer over, terwijl je het gebruik van hoofdletters opfrist.
1 Inspiratie door de eeuwen heen … 2 Miljonairsgadget of niet?
1 Inspiratie door de eeuwen heen … Opdracht 1
Lees de tekst en beantwoord de vragen. Verleidelijke vrouwen met staart Eeuwenlang al spreekt ze tot de verbeelding van menig zeevaarder: de zeemeermin of sirene. Het verhaal wil dat vissers haar terug in zee gooien als ze in hun netten belandt. Er is immers niets mee aan te vangen … Ze verschijnt her en der in mythen en sagen, in films en strips, op schepen en in het straatbeeld. Maar waar komt ze vandaan? En bestaat er ook een mannelijke versie, een zeemeerman? De oudste watergod was alvast een man. Hij heette Oannes, door de Babyloniërs ‘Ea’ genoemd. De godheid was zo’n 5 000 jaar voor Christus een van de belangrijkste goden in het tweestromenland Mesopotamië (kerngebied van het huidige Irak). Hij werd voorgesteld als half-vis, half-mens. De zeemeerman zou volgens de Babylonische overlevering de kunsten en de wetenschappen aan de mensheid hebben geschonken. De eerste officiële zeemeermin was de Syrische maangodin Atagartis, een vruchtbaarheidsgodin met donkere kantjes. Overigens bleef het zeemeermingebeuren niet beperkt tot het Midden-Oosten. Ook Azië, Zuid-Amerika, Afrika en Europa kennen hun varianten op het thema. Bij de Grieken waren zeemeerminnen bekend als sirenes, die met hun dodelijke gezangen zeevarenden probeerden te verleiden. Zo duiken ze onder andere op in de beroemde Odyssee, het door Homeros gebrachte verhaal van Odysseus’ zwerftocht na de Trojaanse Oorlog. Met hun wondermooie hymnes willen ze ook Odysseus en zijn kameraden op de klippen laten lopen. Odysseus echter beveelt zijn matrozen bijenwas in hun oren te stoppen en hem aan de mast van het schip vast te binden, om zo te kunnen weerstaan aan de verleiding.
Woordverklaring
170
Deel 3
uit verhalen over mythologisch = afkomstig de wereld goden en het ontstaan van ie tas fan = ing verbeeld ere vorm of andere variant = iets met een and one versie gew de eigenschappen dan ang gez ig cht ple hymne =
De zeemeermin zou in de middeleeuwen en lang daarna een belangrijke rol blijven vervullen in grote delen van Europa, omdat de kerk de verhalen gebruikte om mensen te waarschuwen voor het kwaad van de verleiding. Geen wonder dat dit symbool voor de verleiding alom in volksverhalen of als versiering op gebouwen opduikt. In het sprookje van Hans Christian Andersen wordt de kleine zeemeermin (in het Deens ‘Den Lille Havfrue’) meer een slachtoffer dan een verleidelijk zeewezen. Ariël, verliefd op een mensenprins, ruilt haar mooie stem en vissenstaart voor een stel benen … Naar: Zeekrant
1 Welk teksttype herken je? Een krantenartikel 2 Wat is de bron van de tekst? Zeekrant 3 Waarover gaat de tekst? Over zeemeerminnen 4 Wat weet je zelf over het onderwerp? Persoonlijk antwoord 5 Markeer in de tekst de woorden die een hoofdletter kregen. 6 Rangschik de gemarkeerde woorden in een tabel. Zoek zelf een hoofd voor elke kolom. Opgelet: je mag een woord telkens maar in één kolom plaatsen.
Eerste woord
Eigennaam
Aardrijkskundige naam
Historische
van de zin
(Persoonsnaam)
of een afleiding daarvan
gebeurtenis
Verleidelijke
Oannes, Ea,
Babyloniërs, Mesopota-
Trojaanse
Eeuwenlang, Het,
Christus,
mië, Irak, Babylonische,
Oorlog
Ze, Maar, En, De,
Atagartis,
Syrische, Midden-Oosten,
Hij, De, Hij, De, De,
Homeros,
Azië, Zuid-Amerika,
Overigens, Ook, Bij, Odysseus,
Afrika, Europa, Grieken,
Zo, Met, De, Geen,
Hans, Christi-
Deens
In
an, Andersen,
Ariël
7 Ondervond je problemen bij het rangschikken van de woorden met hoofdletters? Welke?
Persoonlijk antwoord Odysseus past zowel in de kolom ‘begin van een zin’ als in de kolom ‘eigennaam’. Odyssee heeft geen plaats: naam van een literair werk
Vraag 24 - Hoe word je in een handomdraai een zeemeermin/-man?
171
8 Bespreek jouw schikking met die van je buur. Zijn er gelijkenissen of heb je een totaal andere indeling gemaakt? Leg uit hoe dat komt. 9 Wat kun je doen als je twijfelt over hoofdletters? Het vademecum raadplegen. Daarin staan de
regels opgesomd.
tip
Sommige woorden moet je met een hoofdletter schrijven. De regels voor het gebruik van hoofdletters vind je terug in het vademecum.
2 Miljonairsgadget of niet? Opdracht 2
Lees de tekst en beantwoord de vragen samen met je buur. stop dreaming, start flying! wie jaren vertoeft op de zuid-franse boulevards van sainttropez en monaco is het na een tijdje wel beu om te ‘zien en gezien te worden’ en snakt naar wat vertier op het water. maar … wat valt er tegenwoordig nog voor leuks te beleven? het voltallige plebs scheurt al op jetski’s langs de stranden van de middellandse zee, dus die belevenis valt af. gelukkig is er nu de jetlev flyer. dat is een jetpack waarmee je letterlijk boven de paupers op de jetski’s uit stijgt, tot wel 10 meter hoog! boven het water kun je daarna racen met een snelheid van 35 kilometer per uur. hoe werkt de jetlev flyer? aan het gadget zit een flexibele slang die naar een onbemande volgboot leidt. die is uitgerust met een 200 pk sterke viertaktmotor die zorgt voor 1 850 newton aan stuwkracht. wil je als welgestelde high roller iets unieks beleven? voor 79 900 euro maak jij met iedere aankomst een verpletterende indruk! bekijk ook de andere miljonairsspeeltjes op onze website. Naar: www.megagadgets.be
1 Wat is het tekstdoel? Overtuigen/aanzetten tot reclame maken voor een nieuw gadget, de Jetlev Flyer.
2 Voor wie is de tekst bedoeld? Waaruit kun je dat afleiden?
Voor miljonairs: bron (www.megagadgets.be), miljonairsspeeltjes, woorden als ‘plebs’, ‘paupers’ en ‘high roller’, prijs van het gadget.
Woordverklaring
172
Deel 3
usement vertier = ontspanning, am gemeen volk e, lass ksk vol plebs = laagste n paupers = arme mense verouderde eenheid om een t, ach nkr rde paa = pk . 1pk = 0,736 KiloWatt vermogen aan te duiden tor viertaktmotor = soort mo kracht van d hei een = ton new met grote bedragen high roller = persoon die speelt in een casino
3 Hoe komt de tekst bij jou over? Leg uit.
De tekst is weinig respectvol naar gewone mensen toe. De schrijver richt zich duidelijk tot miljonairs en beschouwt gewone mensen als minderwaardig. Dat komt tot uiting in de woordkeuze (plebs, paupers).
4 Markeer de woorden die je met een hoofdletter moet schrijven. Leg uit aan de klas waarom je een hoofdletter gebruikt.
5 Vertel waar je hebt getwijfeld. Opdracht 3
Kijk je eigen teksten na. Neem een taak, opdracht of toets die je maakte voor aardrijkskunde of geschiedenis. Herlees je eigen zinnen en controleer of je overal de regels voor het gebruik van hoofdletters correct hebt toegepast.
1 Wat stel je vast? Persoonlijk antwoord, bv. Ik maak weinig fouten tegen het gebruik
van hoofdletters. Ik pas de regels van de hoofdletters niet of te weinig toe. 2 Welke raad kun je jezelf geven voor de toekomst?
Persoonlijk antwoord, bv. Ik doe verder mijn best om fouten te vermijden en ik zal mijn teksten goed nalezen voor ik ze indien. Ik moet beter opletten voor het correct gebruik van hoofdletters.
Wat moet je kennen? Je kent de regels voor het gebruik van hoofdletters.
Wat moet je kunnen? Je kunt de regels voor het gebruik van hoofdletters correct toepassen. Je kunt de spellingregels voor de hoofdletters gebruiken om je eigen teksten kritisch na te kijken.
Vraag 24 - Hoe word je in een handomdraai een zeemeermin/-man?
173
Vraag 25 Hoe vermijd je toetsen proefwerkflaters?
Vragen over de leerstof en beantwoorden van proefwerkvragen
Kijk jij net voor een proefwerk nog snel in je boek of laat je je op de valreep ondervragen over de leerstof? Gaat het dan nog wel eens fout? Niet iedereen is een kei in vragen oplossen. Soms ken je het antwoord, maar is het moeilijk om te verwoorden wat je wilt zeggen. Het kan ook gebeuren dat je domme fouten maakt omdat je gehaast of zenuwachtig bent. In deze les leer je vragen stellen over de leerstof en bestudeer je toets- en proefwerkvragen met een vergrootglas.
1 2 3 4
Beheers jij de leerstof? Ontleed de vraag Schrijfkaders te hulp! Let op je taalgebruik!
1 Beheers jij de leerstof? Opdracht 1
Lees de tekst en voer de opdrachten uit. Vlinders hebben in de regel vier vleugels, net als andere gevleugelde insecten zoals kevers, wantsen en rechtvleugeligen. Vooraan hebben ze een paar voorvleugels en achteraan een paar achtervleugels. De voorvleugels zijn bij de meeste soorten het grootst. De vleugels van vlinders verschillen enigszins per familie. Zo hebben de vedermotten vertakte vleugels, waardoor het lijkt alsof ze meer dan vier vleugels hebben. Slechts enkele soorten zijn vleugelloos en dan vaak alleen nog de vrouwtjes. De twee voorste vleugels, die zich het dichtst bij de kop bevinden, worden de voorvleugels genoemd en die zijn het grootst. De achtervleugels zijn kleiner en vaak ook anders van vorm. De vleugels van vlinders kunnen bij sommige soorten uitzonderlijke afmetingen bereiken in vergelijking met andere insectensoorten. De spanwijdte varieert van enkele millimeters tot wel 25 cm, zoals bij de atlasvlinder, een Aziatische soort. Het vleugeloppervlak wordt bij veel soorten vergroot door rijen haartjes of cilia aan de achterrand van de vleugel. Naar: wikipedia.org
1 Neem de taak van je leraar over en bedenk drie vragen over de tekst. Noteer ze. Wanneer je klaar bent, wissel je je vragen met een klasgenoot en schrijf je allebei de antwoorden op. 1 vraag: persoonlijk antwoord antwoord: persoonlijk antwoord 2 vraag: persoonlijk antwoord antwoord: persoonlijk antwoord
174
Deel 3
3 vraag: persoonlijk antwoord antwoord: persoonlijk antwoord 2 Waren alle vragen duidelijk voor jou? Kon je de correcte antwoorden geven? Kreeg je zelf de antwoorden die je verwachtte? Waarom (niet)? persoonlijk antwoord 3 Vragen stellen begint eigenlijk al voor je de toets of het proefwerk voorgeschoteld krijgt. Je oriënteren is immers even belangrijk als de opdracht uitvoeren. Welke belangrijke vraagwoordvragen stel je jezelf het best wanneer je bijvoorbeeld een tekst voor geschiedenis studeert? wie, wat, waar, wanneer, waarom (hoe) è
de vijf w’s
Wanneer je een tekst studeert, stel je jezelf de belangrijkste topische vragen. Door een antwoord op die vragen te formuleren, kun je de hoofd- van de bijzaken onderscheiden. Wie Wat Waar Wanneer Waarom Hoe
tip
Niet elke tekst geeft op elke topische vraag een antwoord.
2 Ontleed de vraag Opdracht 2
Bekijk deze toets- en proefwerkflaters. Wat loopt er fout? Overleg met je leraar.
1
Bij het treinongeval kwamen negen doden om het leven.
2 Hoe heet een huwelijk van één man met één vrouw? Monarchie 3 Sinds wanneer kan de mens rechtop lopen? Een jaar na de geboorte 4 Leg kort uit wat hard water is. IJs 5 Wat weet je over magnetische polen? Niets
Vraag 25 - Hoe vermijd je toets- en proefwerkflaters?
175
Opdracht 3 Toets- en proefwerkvragen bevatten heel wat schooltaalwoorden. Het gaat om instructies die je perfect moet begrijpen als je de vraag foutloos wilt beantwoorden. Markeer de instructiewoorden in deze toets- en proefwerkvragen. 1 Bespreek de ruimte in het verhaal. 2 Leg in je eigen woorden uit wat fotosynthese betekent. 3 Omcirkel de hoofdsteden van de EU-landen. 4 Formuleer in een vijftal zinnen je mening over de tekst. 5 Arceer de Middellandse Zee en de Perzische Golf op de wereldkaart. 6 Maak een schema van de tekst. 7 Noem één voor- en één nadeel van internetbankieren. 8 Gebruik hybride in een zin.
Schooltaalwoorden zijn typisch voor de schoolse context. Je hebt er al heel wat geleerd in vraag 6. Ze komen vooral voor in lesmateriaal en in instructies die de leraar geeft. Voorbeelden zijn rangschikken, vergelijken …
tip
Opdracht 4
Markeer instructiewoorden bij toets- en proefwerkvragen en voer ze nauwkeurig uit.
Niet alleen het instructiewoord is van belang. Je vraag bevat telkens ook een of meer kernwoorden waarop die instructie van toepassing is. Omcirkel de kernwoorden in de toets- en proefwerkvragen uit opdracht 3.
Als je studeert, zijn kernwoorden belangrijk om je een beeld te vormen van wat je moet kennen. Het zijn die woorden in de tekst die je helpen om de leerstof te onthouden en te gebruiken op het proefwerk. Door ze op te schrijven weet je al in grote lijnen waarover de les gaat. Kernwoorden helpen je ook om de structuur in een tekst te ontdekken en ze helpen je bij het leren.
tip
176
Lees de toets- of proefwerkvraag volledig. Als je de kernwoorden markeert, ben je al een eind op de goede weg.
Deel 3
3 Schrijfkaders te hulp! Een eerste stap om toets- en proefwerkvragen op te lossen, is de vraag begrijpen. Dat doe je door ze te ontleden, zoals in opdrachten 3 en 4. Daarna komt het erop aan je antwoord te formuleren. Dat doe je het gemakkelijkst met behulp van een schrijfkader. In vraag 5 leerde je werken met die kaders.
Opdracht 5
Probeer het antwoord op deze vraag te structureren met het schrijfkader. Hoe bereid ik me goed voor op een toets of een proefwerk? Je hebt nodig … persoonlijk antwoord
(Suggesties: kamer/bureau
Eerst … persoonlijk antwoord
opruimen, samenvatting
Daarna … persoonlijk antwoord
maken, herhalen…)
Vervolgens … persoonlijk antwoord Ten slotte … persoonlijk antwoord
tip
Gebruik een schrijfkader om je antwoord te structureren.
4 Let op je taalgebruik!
Opdracht 6
Schenk voldoende aandacht aan de manier waarop je zinnen formuleert. Veel taalfouten op toetsen en proefwerken kun je vermijden als je naleest wat je geschreven hebt. Bekijk deze vijf zinnen uit een proefwerk. Markeer de taalfout en verbeter ze.
. om 1 Ik heb een hamer nodig voor een nagel in de plank te slaan 2 Onze sportclub is dan toch gewonnen! heeft 3 Mijn vader is groter als ik. dan
ben ervan overtuigd 4 Ik ben overtuigd dat ons land de crisis zal overleven. Ik ik naar Londen 5 Volgende maand heb ik vakantie en reis naar Londen. reis
Vraag 25 - Hoe vermijd je toets- en proefwerkflaters?
177
Lees je antwoorden op toets- en proefwerkvragen rustig na en controleer je taalgebruik. Spelfouten moet je echt vermijden.
Wat moet je kennen? Je kent de belangrijkste topische vragen. Je kent de schrijfkaders die je gebruikte in de vorige lessen.
178
Deel 3
Wat moet je kunnen? Je kunt de instructie- en kernwoorden in een vraag herkennen. Je kunt een toets- of proefwerkvraag gestructureerd beantwoorden door een schrijfkader te gebruiken.
Woordencocktail 3 Woorden heb je dagelijks nodig om een gesprek aan te knopen of om iets te begrijpen. In de voorbije lessen leerde je weer heel wat nieuwe woorden. Hier herhaal je ze nog eens.
Opdracht 1
Anagram Bekijk de afbeeldingen en vorm met de letters zeven bijvoeglijke naamwoorden, die ook in de zinnen passen. Tip: de eerste letter is de eerste letter van het gezochte woord. 1
2
atesriesf = assertief 3
dmnoanit = dominant
! a r e Ho
4
18
...eindelijk volwassen!! udipubgteer = uitgepuberd
getrgi = gretig
5 6
lgurbeu = luguber
mepulfinitaa = manipulatief
Woordencocktail 3
179
7
vrngeituf = vernuftig 1 Die vrouw komt voor zichzelf op en is dus assertief . 2 Het mannetje op de top is dominant , hij overheerst iedereen. 3 Mijn 15-jarige broer gedraagt zich weer heel onvolwassen, hij is duidelijk nog niet uitgepuberd ! 4 Dat kind is heel gretig om zijn cadeautjes zo snel mogelijk te openen. 5 Wat een beeld met al dat bloed… brrr! luguber 6 gedrag is niet voor jezelf opkomen, maar proberen te krijgen wat je wilt met Manipulatief behulp van achterbakse middelen. 7 Die professor heeft alweer een plannetje klaar, hij is heel , want hij vindt iedere dag vernuftig wel iets nieuws uit.
Opdracht 2
Lees de omschrijvingen en zoek het woord. De omschrijving kan letterlijk of cryptisch zijn, denk dus goed na. Beeld waarbij je veel fantasie moet gebruiken. V
E
R
B
E
E
L
T
I
E
R
I
A
N
T
D
I
N
Afstandelijk geluid voor de show. V
E
R
Een riant uitgevallen vader. V
Opdracht 3
A
R
Combinatiespel In elk kader combineer je drie woorden. Zo vind je een woord uit deze lijst. recensie / trailer / hymne / riff / mythologie / ballad Kader 1
180
rustig nummer
van een boek
uit de pop of jazz
schriftelijke beoordeling
melancholische tekst
verzameling verhalen
van een film
over het ontstaan van de wereld
over goden
Deel 3
G
ballad recensie mythologie Kader 2 promotiefilmpje
nieuwe film
ritmisch basispatroon
plechtig
Engelstalig woord
Grieks woord
begrip uit de muziekwereld
reeks fragmenten
gezang
trailer riff hymne Opdracht 4
Rebus
1 Zoek de uitdrukking. Elk cijfer staat voor een letter uit het alfabet. Bijvoorbeeld 1=a, 2=b, 3=c, 4=d… 26
9
10
14
z
i
j
n
15
16
23
1
3
8
20
9
14
7
o
p
w
a
c
h
t
i
n
g
13
1
11
5
14
m
a
k
e
n
2 Noteer wat de uitdrukking betekent.
voorkomen, opduiken
Woordenschatlijst assertief ballad dominant gretig hymne luguber
manipuleren/manipulatief mythologie recensie riff trailer uitgepuberd
variant/variëren verbeelding vernuftig vertier zijn opwachting maken
Woordencocktail 3
181
Zelftoets 3
Wat heb je geleerd en wat weet je daar nog van? Werk samen met een partner. Maak elke opdracht eerst afzonderlijk. Vergelijk daarna jullie oplossingen en bespreek de verschillen. Als je twijfelt, kun je je leraar om hulp vragen.
Zakelijk lezen – literatuur – poëzie 1 Lees de recensie en vul het schema in. Hoe Seppe ondanks alles zijn zestiende verjaardag haalde Ed Franck schreef met Hoe Seppe ondanks alles zijn zestiende verjaardag haalde een even uitbundig als merkwaardig boek dat zich moeilijk laat omschrijven. In feite is het een biografie van een jongen, vanaf zijn geboorte tot zijn zestiende verjaardag. ‘Ondanks alles’ suggereert dat hem verschrikkelijke rampen overkomen maar dat valt reuze mee. Seppe is de zoon van een BOM-moeder die hem bij zijn geboorte toefluistert: ‘Ik weet niet welke route het leven voor jou in petto heeft, Seppe. Maar weet je wat? Later zal ik je vertellen dat je recht door zee moet gaan, je eigen weg. Schop maar tegen de schenen van wie je in de weg staat. Ik zal je helpen opgroeien tot een sterke en koppige en wijze man, en dat zal mijn geschenk aan jou zijn’. Een levensles die Seppe met overtuiging in de praktijk brengt, geholpen door zijn eigenzinnige moeder en de man met wie ze een relatie begint, en die al even vrijgevochten en ruimdenkend is. Ze erven het huis van Seppes grootouders waardoor hij in relatieve luxe opgroeit, met een grote tuin waar hij naar hartelust kan ronddartelen. Franck beschrijft het leven van Seppe van voor zijn geboorte vidsfonds Ed Franck, Uitgeverij Da tot zijn puberteit op een onvoorstelbaar energieke manier. Meer dan de inhoud is de manier van schrijven en het ritme de kracht van dit boek. Vanaf de eerste bladzijde wordt de lezer meegenomen in een maalstroom die maar niet stopt. Het is een opeenvolging van gekke gebeurtenissen, maffe ontmoetingen, filosofieën en experimenten. Seppe ontdekt de wereld op zijn eigen manier en dat leidt tot hoofdstukjes met titels als: Seppe en de magie van de taal, Seppe en de ordening van de wereld, Seppe en het mysterie God, Seppe en de vernietigingsdrang van de mensheid. Niet zelden zijn de ontwikkelingen bizar en bijna te grappig en gek. Het is een overdaad die soms dreigt te ontsporen en in al zijn veelheid eentonig wordt. Natuurlijk is dit boek te hilarisch en bij vlagen karikaturaal maar het is niet storend omdat die maalstroom in feite het thema is. Het gaat maar door met deze jongen, met zijn ongebreidelde fantasie, zijn nieuwsgierigheid en naïeve en ontwapenende eerlijkheid. Naast die overdonderende achtbaan van levensvreugde is Hoe Seppe ondanks alles zijn zestiende verjaardag haalde een uitbundig taalfeest. De zinnen staan er zo vloeiend en makkelijk en het is onbedaarlijk grappig geschreven. Het is dezelfde
182
Deel 3
/7
duizelingwekkende gekte die je soms tegenkomt in de oudere romans van bijvoorbeeld John Irving, al blijft Franck chronologischer op één en hetzelfde pad. Het wordt niet duidelijk waarom het boek ophoudt bij Seppes zestiende verjaardag. Waarschijnlijk omdat de roman dan al ruim 400 pagina’s dik is. En er is een belofte voor meer: ‘Over een jaar of drie breng ik misschien verslag uit over zijn ongetwijfeld turbulente - adolescentenperiode. Schiet me niet neer als ik doodga voor ik deze belofte kan nakomen’. Deze roman is niet heel diepgaand in de zin dat er belangrijke conclusies of wezenlijke thema’s worden aangesneden. In feite gaat het over alles wat het leven de moeite waard maakt en misschien vooral wel over de onvoorwaardelijke liefde van ouders voor hun kind. Ze laten hem zo vrij en in zijn waarde dat hij alle ruimte krijgt om zich te ontwikkelen, dingen te ontdekken en fouten te maken. Een overdonderende achtbaan van levensvreugde
8.0
a Wat wordt er geëvalueerd?
‘Hoe Seppe ondanks alles zijn zestiende verjaardag haalde’, een boek van Ed Franck. b Zet de ontbrekende woorden op de passende plaats in het schema: bizar en grappig, de manier van schrijven, de inhoud, te hilarisch en karikaturaal, een uitbundig taalfeest +
–
: De manier van schrijven
: De inhoud
Vanaf de eerste bladzijde wordt de lezer meegenomen in een maalstroom die maar niet stopt. Het is een opeenvolging van gekke gebeurtenissen, maffe ontmoetingen, filosofieën en experimenten.
Deze roman is niet heel diepgaand in de zin dat er belangrijke conclusies of wezenlijke thema’s worden aangesneden.
Bizar, grappig,
te hilarisch en karikaturaal
: een uitbundig taalfeest De zinnen staan er zo vloeiend en makkelijk en het is onbedaarlijk grappig geschreven c Eindoordeel: Een overdonderende achtbaan van levensvreugde
8.0
d Vul aan. Ik vermoed dat dit boek me (niet) zou aanspreken want persoonlijk antwoord
2 Lees het fragment. Kruis de juiste kenmerken onder het fragment aan. Op grond daarvan beslis je of het om sciencefiction, fantasy of een stadssage gaat.
5
/10
Er was eens een Ierse jongen die alles wilde weten wat er te weten viel, dus las hij het ene boek na het andere tot zijn hoofd vol zat met astronomie, wiskunde, kwantumfysica, romantische dichters, forensische wetenschap en antropologie, en met nog wel honderd andere onderwerpen. Maar zijn lievelingsboek was een dun boekje dat hij zelf nog nooit had gelezen. Het was een oud gebonden exemplaar dat zijn vader vaak gekozen had om voor het slapengaan uit voor te lezen, met de titel De gouden kruik, waarin het verhaal werd verteld van een inhalige jongen die een kabouter gevangen had genomen in een vergeefse poging dat wezen zijn goud af te pakken.
Zelftoets 3
183
10
15
20
25
30
35
40
Als zijn vader het laatste woord op de laatste bladzijde had gelezen, dat ‘einde’ luidde, deed hij het versleten, in leer gebonden boekje dicht, keek glimlachend op zijn zoon neer en zei: ‘Dat was een goed plan van die jongen. Als hij er een beetje beter over had nagedacht was het hem gelukt’, en dat was geen alledaagse mening voor een vader. Althans, niet voor een verantwoordelijke vader. Maar deze vader was niet van het type ‘verantwoordelijke ouder’, nee, dit was Artemis Fowl senior, de belangrijkste persoon van een van de grootste criminele imperiums ter wereld. De zoon was ook niet bepaald doorsnee. Hij was Artemis Fowl II, die aanstonds zelf ook een fenomenaal individu zou worden, zowel in de mensenwereld als in de elfenwereld eronder. Een beetje beter nadenken, dacht Artemis junior vaak wanneer zijn vader hem een kus op zijn voorhoofd gaf. Gewoon een beetje beter nadenken. En dan viel hij in slaap en droomde over goud. Naarmate de jonge Artemis ouder werd, dacht hij vaak over De gouden kruik na. Hij ging zelfs zo ver dat hij onder schooltijd een beetje onderzoek deed en tot zijn verbazing heel veel geloofwaardige bewijzen vond voor het bestaan van het elfenvolk. Deze uren van studeren en plannen maken waren hooguit een luchtige afleiding voor de jongen, tot zijn vader in het Noordpoolgebied vermist raakte ten gevolge van een ‘misverstand’ met de Russische Mafiya. Het Fowl-imperium viel in rap tempo uiteen, de crediteuren kwamen uit het houtwerk gekropen en de debiteuren groeven zich er juist in. Ik zal het moeten doen, realiseerde Artemis zich. Ik zal ons fortuin weer opbouwen en mijn vader vinden. Dus haalde hij het kabouterdossier uit het stof. Hij zou een elf vangen en die met goud als losgeld aan zijn eigen volk terug verkopen. Alleen een jeugdig genie kan dit plan tot een succes maken, concludeerde Artemis heel juist. Iemand die oud genoeg is om de principes van de handel te doorgronden, maar toch jong genoeg om in toverkracht te geloven. Met de hulp van zijn meer dan bekwame bodyguard Butler, slaagde de twaalfjarige Artemis er daadwerkelijk in een elf gevangen te nemen en in de schuilkelder van Huize Fowl vast te houden. Deze elf was echter een zij en geen onzijdig wezen. En daarbij ook nog eens opmerkelijk mensachtig. Had Artemis aanvankelijk gedacht dat hij tijdelijk een lager wezen gevangen had genomen, nu leek het er, vervelend genoeg, toch meer op dat hij een meisje had ontvoerd. Er waren nog meer complicaties: deze wezens waren niet de eenvoudige elfjes uit een sprookjesboek. Nee, dit waren arrogante hightechwezens, leden van een elitekorps van de elfenpolitie: de elfBI. En Artemis had Holly Short ontvoerd, de eerste vrouwelijke kapitein uit de geschiedenis van het korps. Iets waardoor hij niet bepaald in een goed blaadje kwam te staan bij de uitstekend bewapende elfenonderwereld.
Uit: Eoin Colfer, Artemis Fowl en het Atlantiscomplex
onbepaald verleden ruimtewezens van horen zeggen verzonnen plaats is bepaald bovennatuurlijke elementen ruimtereizen/-tuigen robots bevat een waarschuwing
gefantaseerde wezens onbepaalde toekomst tovenarij technisch vernuft details ontbreken gruwelijk wetenschap het heden plaats is onbepaald
Besluit: dit fragment is een sciencefiction / fantasy / een stadssage.
184
Deel 3
3 Lees het artikel en zoek vijf w-vragen waarop je in het artikel een antwoord krijgt. Noteer de vragen en het antwoord in het T-schema. /10
Vijf doden nadat reddingsboot van cruiseschip bij oefening in zee valt Vijf bemanningsleden van een cruiseschip zijn vandaag om het leven gekomen toen hun reddingsboot tijdens een oefening in zee viel. Dat gebeurde in de haven van Santa Cruz op het Canarische eiland La Palma, zo meldt de BBC. De doden zouden drie Indonesiërs, iemand uit de Filipijnen en een Ghanees zijn. Drie anderen raakten gewond. Het gaat om het cruiseschip Majesty van de Britse rederij Thompson Cruises. De oorzaak van het ongeval is niet bekend. Volgens verklaringen van lokale autoriteiten maakte de reddingsboot een val van ongeveer 30 meter. Er waren geen passagiers bij het ongeval betrokken. Naar: www.hln.be, 10 februari 2013
Vijf doden nadat reddingsboot van cruiseschip bij oefening in zee valt Bv. Waar gebeurde het ongeval?
In de haven van Santa Cruz op het Canarische eiland La Palma
Op welk schip gebeurde het ongeval?
cruiseschip Majesty
Wanneer gebeurde het ongeval?
vandaag (10 februari 2013)
Wat deden de slachtoffers op het
Het waren bemanningsleden.
schip?
Waarom stierven ze?
Een reddingsboot aan boord viel 30
meter omlaag.
Wat is de nationaliteit van de
Indonesiërs, een Filipijn en een 3
slachtoffers?
Ghanees.
4 Onderstreep de instructiewoorden in deze vragen.
/5
1 Kleur 3 Europese landen aan de Middellandse Zee en noteer de hoofdstad in het land. 2 Vergelijk de gotische en de romaanse kunst op drie manieren in een schema. 3 Onderstreep de fout gespelde woorden en noteer de correcte vorm onder de oefening. 5 Zet deze instructietekst in een schrijfkader. Gebruik de passende verbindingswoorden.
/4
Waarschuw de mensen in de directe omgeving. Blijf altijd laag bij de grond in verband met rook en hitte. Doe een bluspoging met het blusapparaat uit het gebouw. Blus een elektriciteitsbrand nooit met water. Blus een gasleiding die brandt nooit; maar houd de omgeving nat tot de gasleiding is afgesloten. Als u ziet dat de bluspoging niet lukt, speel dan niet voor held, maar sluit de deuren en verlaat het pand. Waarschuw direct de brandweer via 112. Naar: www.brandblusserwinkel.nl
Zelftoets 3
185
je een brand opmerkt, waarschuw je eerst Als de mensen in je omgeving. doe je een bluspoging. Daarna blus nooit een elektriciteitsbrand met water. Maar Blus nooit in een brandende gasleiding maar houd de omgeving nat tot ook de gasleiding is afgesloten. de bluspoging niet lukt, dan sluit je de deuren en verlaat je het pand. Als Bel direct de brandweer (112). dan
Taalbeschouwing: taalsysteem 1 Op www.knooppunt.net vind je een opdracht over hoofdletters. 2 Markeer de letters die je als hoofdletter moet schrijven.
/15
russen zoeken witte orka russische wetenschappers zijn op zoek naar een volwassen witte orka. volgende week begint de expeditie naar het zoogdier, dat de naam ijsberg heeft gekregen. de russische wetenschappers zagen de witte orka voor het eerst in augustus 2010 bij de komandorski-eilanden in de beringzee, een zee in het noordelijke deel van de grote oceaan. in het gebied zijn twee andere witte orka’s bekend, maar dat zijn onvolwassen dieren. het zou de eerste keer zijn dat er een volwassen witte orka is gespot. ijsberg zou minstens 16 jaar oud moeten zijn, gezien de grootte van zijn rugvin. de onderzoekers willen vaststellen of hij een albino is of niet. de meeste albinodieren worden niet volwassen, omdat ze door hun lichte kleur te veel opvallen. Naar: www.hln.be
Taalbeschouwing: taalgebruik 1 Vul in. Vervang het werkwoord ‘zeggen’ door een ander werkwoord. Kiest uit: stamelen, kwebbelen, sissen, piepen, fluisteren, keuvelen, jammeren, opmerken, lallen. 1 ‘Auw, een pleister verwijderen doet zo’n pijn’, jammerde hij. 2 ‘Geef me gauw nog een frisse pint, ik heb nog zin na m’n vijf pintjes’, lalde de herbergbezoeker. 3 ‘Ik … ik … zal het dadelijk teruggeven’, stamelde zij. 4 ‘Verlaat onmiddellijk deze privéterreinen’, de jachtwachter ons toe. blafte 5 ‘Hé, hier staat een foute wegwijzer’, de chauffeur op . merkte 6 Op de kermis aan de autoscooters stond een groepje pubers luidruchtig te kwebbelen . 7 Tijdens de misvieringen moet ik fluisteren , vertelde de gids bij het binnengaan van de kerk. 8 In het park zaten enkele mama’s met kindjes gezellig te keuvelen .
186
Deel 3
/10
9 ‘Daar durf ik niet door te kruipen’, het bedeesde meisje. piepte 10 ‘Dat moest je maar eens durven!’ hij, rood van woede. siste 2 Vul in. Vervang het werkwoord ‘gaan’ door een ander werkwoord. Kies uit: ijsberen, kuieren, slenteren, huppelen, sprinten, sloffen.
/5
1 Hij door de gang, wachtend op de resultaten van het onderzoek. ijsbeerde 2 Ze kuiert over het strand. Haar blaffende hond sprint naar de bal. 3 De leerling sloft naar de leraar toe om zijn straf te halen. 4 Blij huppelt mijn dochter naar het verjaardagsfeestje van haar vriendin. 5 Volgens de krant is de hele dag slenteren beter voor de gezondheid dan één uurtje intensief sporten. 3 De letters van de woorden staan door elkaar. Zet ze in de juiste volgorde. Je krijgt telkens één tip. Met de omcirkelde letters zoek je het slotwoord. / 10
tip
NYEHM
h
y
m
n
e
RUGLEUB
l
u
g
u
b
e
r
SITFAESER
a
s
s
e
r
t
i
e
MNNIDOAT
d
o
m
i
n
a
n
t
NAURPMILNEE
m
a
n
i
p
u
l
e
r
e
HOMGIOLEYT
m
y
t
h
o
l
o
g
i
e
GLBIROENVEE
v
e
r
b
e
e
l
d
i
n
FEURIGNVT
v
e
r
n
u
f
t
i
g
TEVRIER
v
e
r
t
i
e
r
p
u
b
gezang
akelig
f
zelfverzekerd
overheersend
n
beïnvloeden
goden
g
fantasie
snufjes
ontspanning
Slotwoord:
u
i
t
g
e
e
r
d
Zelftoets 3
187