Rapporteurs: Bouw, Rijswijk ing. L.J.A.R . van der Klugt en ir. Th.J. van den Boom, TNO Opmaak: Plaatwe rk Rotterd am
©Copyright SBR, Rotterdam
I stichting bouwresearch
Tegels op gevels
,'
Rotterdam, maart 1998
©Copyright SBR, Rotterdam
1::
oQ. Q.
... GI
la
'iii 1/1
'Ë
Doelstelling Stichting Bouwresearch
E o
CJ
1/1
'ij
> GI
Cl Q.
o
1/1
'ij
Stichting Bouwresearch (SBR) verleent de bouwnijverheid hulp bij het voorkomen en het oplossen van knelpunten bij toepassing van nieuwe inzichten en ontwikkelingen gericht op verbetering van kwaliteit, productiviteit, arbeidsomstandigheden en zorg voor de werkgelegenheid.
Cl
Belangrijke doelstellingen zijn: • Het verzamelen van knelpunten en het waarnemen van relevante ontwikkelingen voor de bouwnijverheid. • Het stimuleren van de coördinatie van de programmering van onderzoek. • Het leiding geven aan onderzoekprojecten, • Het verspreiden en uitdragen van de resultaten naar alle geledingen van de bedrijfstak. De Stichting en degenen die aan dit product hebben meegewerkt hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken - naar de laatste inzichtenvan de opgenomen gegevens. De mogelijkheid dat zich desondanks toch onjuistheden en/ of onvolkomenheden kunnen voordoen, kan niet worden uitgesloten, De gebruiker van het product aanvaardt daarvoor het risico. De Stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan dit product hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie uit dit product. @ Stichting Bouwresearch
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, getransformeerd tot software, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel16b Auteurswet 1912 in verbinding met het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient u zich te richten tot: Stichting Bouwresearch, Postbus 1819, 3000 BV Rotterdam. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, stored in a database or retrieval system, or any other means without written permis sion from the Stichting Bouwresearch.
©Copyright SBR, Rotterdam
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Inleiding
6
1. Ondergrond
7
2. Afwerking met tegels
9
3. Aanbrengen van tegels
17
4. Detailleren
23
5. Uitvoering
25
6. Praktijkonderzoek
27
7. Laboratoriumonderzoek
41
8. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
47
Literatuur
51
Tabellen
62
stichting bouwresearch
©Copyright SBR, Rotterdam
3
t!
o a. a.
. 111
GI 'iij
,!!
E E o
C.J UI
"ij
> c:n GI
a.
o
UI
"ij
c:n
4
©Copyright SBR, Rotterdam
stichting bouwresearch
Voorwoord De eisen die wij aan gevels stellen nemen toe in die zin dat naast het technisch resultaat ook het esthetisch uiterlijk een belangrijkere rol gaat spelen. Deze twee fenomenen staan echter op gespannen voet met elkaar. De beheerder van het bouwwerk zoekt naar het evenwicht tussen investering- en exploitatiekosten terwijl de beleving van het gebouw niet zijn uit te drukken in een cijfermatige benadering. Tegels, op al dan niet geïsoleerde gevels, worden gelijk andere bouwmaterialen sterk thermisch maar ook mechanisch belast. Voor het verkrijgen van meer duidelijkheid werd er door TNO Bouw onderzoek in-situ maar ook in het laboratorium uitgevoerd. De uitvoering lag in handen van twee TNO-medewerkers te weten de heer ing. L.J.A.R. van der Klugt, als deskundige op het gebied van keramische bouwmaterialen, en de heer ir. Th.J. van den Boom, als deskundige op het gebied van lijmen en kitten. Discussies tijdens de vergadering van de begeleidingscommissie en gesprekken met individuele leden leverden waardevolle gegevens op die verwerkt zijn in het commissierapport dat nu voor u ligt. Dit onderzoek is financieel mede mogelijk gemaakt door de volgende bedrijven: Bedrijfschap STS; Afbouwbedrijf te Woerden Eurocol B.v. te Wormerveer Gail-Inax AG te Haarlem Granol Holland v.o.f. te Alphen aid Rijn Iston B.V. te Haaksbergen Koninklijke Mosa B.V. te Maastricht Schönox/Akzo Nobel te Amstelveen Spadon Agenturen B.V. te Warmond Zwaan B.V. te Lisse De commissie was samengesteld uit de onderstaande personen die op persoonlijke titel deelnamen aan het tot stand komen van dit commissierapport. Dat betekent dat nadrukkelijk wordt opgemerkt dat de organisatie of het bedrijf waartoe zij behoren over de inhoud van het commissierapport niet kan worden aangesproken. H.P. Burger, Bedrijfschap STS; Afbouwbedrijf te Woerden, voorzitter· J. Akemann, Strikotherm B.V. te Raamsdonkerveer, corresponderend lid P. Bakker I Tegelhandel- en tegelzetbedrijf Venhuizen, te Venhuizen L.G.J. van den Berg, ARWO B.v. te Heemstede R. van Boxtel, LSGI te 's-Herthogenbosch ing. J.c. van Es, Stichting Bouwresearch te Rotterdam, projectmanager J.W. Klosters, M.A.C. Klosters B.V. te Meerkerk K. Potjans, Schönox GmbHI Akzo Nobel te Rosendahl (D) J.P.J. Roos, Zwaan B.V. te Lisse U.A. Spadon, Spadon Agenturen te Warmond, corresponderend lid T. Sterkenburg, Master Builders PCI B.V. te Oosterhout, corresponderend lid F. Terwindt, BKB, B.V. Kwaliteitsverklaringen Bouw te Rotterdam P. Tromp, Granol Holland v.o.f. te Alphen aid Rijn A. Verhijde, Eurocol te·Wormerveer C. Weerts, Koninklijke Mosa B.V. te Maastricht H.P. Wehnes, Gail lnax AG te Haarlem, corresponderend lid H.J. Wielens, Iston B.V. te Haaksbergen, corresponderend lid
stichting bouwresearch
©Copyright SBR, Rotterdam
5
1::
o
Q. Q.
.
al
GI
'iij 1/1
'Ë
Inleiding
E
o
CJ 1/1
'ii > GI Cl Q.
o
1/1
'ii
Cl
In toenemende mate worden gevels voorzien van een tegelafwerking. Ook de inmiddels in ons land ingeburgerde buitengevelisolatiesystemen worden steeds vaker, tenminste op beganegrondniveau, met tegels afgewerkt in plaats van met een sierpleister, Om goed en duurzaam functionerend buitentegelwerk te realiseren moet vanzelfsprekend met verschillende zaken rekening worden gehouden. Daarbij doen zich onder meer de volgende vragen voor: • Aan welke eisen moeten tegels voor buitentoepassing voldoen en maakt het verschil of de tegels op een steenachtige of op een isolerende ondergrond worden toegepast? • Verdienen geglazuurde of juist ongeglazuurde tegels de voorkeur? • Hoe groot en dik mogen of moeten tegels bij de verschillende toepassingen zijn? • Hoe moeten die tegels aangebracht en gevoegd worden? • Zijn dilataties nodig en hoe moeten die dan aangebracht worden om schade aan de betegeling of zelfs aan de ondergrond te voorkomen? TNO Bouw bracht bij Stichting Bouwresearch onder de aandacht dat er bij een aantal toepassingen in buitensituaties vorstschade aan Bij deze gevelrenovatie onderging het de tegels optrad. Daarbij werd erop gewezen dat die tegels steeds wijkgedeelte waartoe de betreffende woonaan Europese normen voldeden, inclusief de Europese gebouwen behoonlen als het ware een facevorstbestandheidsnorm. Ook werd opgemerkt dat het hier een lift. Ieder gebouw kreeg een eigen, door een kunstenaar ontworpen kleurstelling. schadevorm betreft die de indruk geeft dat die te maken heeft met gewijzigde productietechnologie. Tegelleveranciers suggereerden dat de toepassing van tegels op een warmte-isolerende tussenlaag onredelijk hoge eisen aan de vorstbestandheid van de tegels zou stellen. Stichting Bouwresearch breidde het door TNO Bouw voorgestelde onderzoek uit met zaken als die welke hiervoor werden aangestipt. Het doel werd zodoende het vergaren van informatie op grond waarvan aanbevelingen zouden kunnen worden gedaan met betrekking tot de toepassing van tegels op gevels. Het onderzoek bestond uit het vergaren van kennis bij betrokkenen, uit inspecties aan uitgevoerde en nog in uitvoering zijnde projecten, alsmede uit 'Uitschulpen', een typisch vorstschadebeeld van geglazuurde tegels. Deze schadevorm is onafhankelijk van de aard van de oriënterend laboratoriumonderzoek. Bij de inspecties ondergrond. De witte kringen zijn het begin van het uitvallen ging het om zowel nieuwbouw als renovatiewerk, van een stukje glazuur met een aanklevend stukje van het tegellichaam. gekozen uit projecten die door de commissieleden werden genoemd. Die commissieleden brachten ook een belangrijk deel van de bestaande praktijkkennis in. De onderzoekers brachten onder meer kennis in die zij eerder opdeden bij onderzoek aan tegelschadegevallen en onderzoek met betrekking tot het ontwikkelen van gevelisolatiesystemen. Omdat het aanbrengen van tegelwerk op gevelisolatiesystemen ten tijde van het onderzoek tamelijk actueel was en ook omdat in het verleden meer aandacht is besteed aan tegelwerk op steenachtige ondergrond, zijn er meer projecten geïnspecteerd waarbij gevelisolatie werd aangebracht dan waarbij tegels op een steenachtige ondergrond zijn gelijmd. In het bijzonder werd gezocht naar projecten waarbij dezelfde tegels zowel op steenachtige als op warmte-isolerende ondergrond waren aangebracht.
6
©Copyright SBR, Rotterdam
stichting bouwresearch
1. Ondergrond Bij een te betegelen gevel, of algemener gesteld bij aanbrengen van tegels op opgaand werk, kan het gaan om een steenachtige ondergrond als metselwerk of beton. Het is echter ook mogelijk tegels aan te brengen op een warmte-isolerende laag die op zo'n steenachtige ondergrond is aangebracht. Dan is er sprake van een gevelisolatiesysteem. Steenachtige ondergronden
Bij een zo ruwe ondergrond als metselwerk ligt het voor de hand de tegels aan te brengen met behulp van zetspecie. Steeds vaker wordt echter de voorkeur gegeven aan lijmen. Daartoe dient metselwerk eerst te worden beraapt. Beton zal in het algemeen vlak genoeg zijn om er de tegels direct op te kunnen lijmen. Gevelisolatiesystemen
Onder gevelisolatiesystemen worden in het kader van dit commissierapport die isolatiesystemen verstaan die aan de buitenzijde van een bouwwerk worden aangebracht. Een belangrijk argument voor het toepassen van gevelisolatie is dat het aanbrengen van thermische isolatie aan de buitenzijde van een bouwwerk bouwfysisch gezien de beste oplossing is. Gevelisolatiesystemen worden veel toegepast bij renovatie, maar ook bij nieuwbouwprojecten wordt meer en meer naar deze systemen gegrepen. In dat geval wordt de gevel in het algemeen massief uitgevoerd; in beton of in kalkzandsteen. Soms moet er aan een bestaande gevel zoveel gebeuren om die weer een goede verschijningsvorm te geven dat het goedkoper is het geheel van een gevelisolatiesysteem te voorzien. Bij samentrekking van gebouwen of bij aanbouw biedt het toepassen van gevelisolatie met de daarbij mogelijke (kleurige) afwerking in de vorm van stukadoorswerk of betegeling een goede mogelijkheid de afzonderlijke gebouwdelen tot een architectonische eenheid te maken. Bij een gevelisolatiesysteem worden isolatieplaten op de ondergrond bevestigd met een cementgebonden, kunsthars-gemodificeerde lijm. Soms worden de isolatieplaten ook nog mechanisch verankerd. De isolatieplaten bestaan uit polystyreenschuim (PS), waarbij worden onderscheiden Door middel van betegeling werd bij aanbouwen bijvoeging van een aantal losse eenheden een fraai geheel gemaakt. geëxpandeerd (EPS) en geëxtrudeerd polystyreenschuim (XPS). Verder worden toegepast cellulair glas en minerale-wolplaat. Bij geëxpandeerd PS gaat het om aan elkaar gekitte bolletjes. Dit materiaal neemt -afhankelijk van de dichtheid van het materiaal- meer of minder water op. Bij geëxtrudeerd PS gaat het om een gesloten-cellig materiaal dat is vervaardigd met behulp van een strengpers (extruder). Dit materiaal is er ook in verschillende dichtheden en neemt nauwelijks tot geen water op. Op de isolatieplaten wordt een afwerklaag aangebracht bestaande uit een wapeningslaag en een laag die dient ter verfraaiing van het systeem. De wapeningslaag bestaat uit een minerale pleister op basis van cement of cement en kalk waaraan ter wille van de verwerkbaarheid, hechting en lagere elasticiteitsmodulus,
stichting bouwresearch
©Copyright SBR, Rotterdam
7
't
o a. a.
.. 111 CD
'iii .!!!
E E o
CJ
1/1
'ij
> CD Cl
a. o
kunsthars is toegevoegd. In die laag wordt ter vermindering van de kans op scheurvorming een kunsthars-gecoat glasweefsel ingebed. De wapeningslaag is nadrukkelijk niet bedoeld als uitvlaklaag. Als de steenachtige ondergrond niet vlak genoeg is, dan dient die te worden uitgevlakt voordat de isolatieplaten worden aangebracht. In het geval de isolatieplaten ook mechanisch aan de ondergrond worden bevestigd, wordt het weefsel in het algemeen over de verankering aangebracht. Daarmee wordt gemakkelijker een vlak geheel verkregen. Op de weefsellaag komt veelal een voorstrijklaag en daarop de uiteindelijke afwerking: meestal een sierpleister, soms tegels. Onderscheiden worden minerale en kunsthars-gebonden pleisters. Voor meer informatie, zie literatuur [1,2,3].
1/1
'ij
Cl
Uit de aard van het materiaal biedt een afwerking met sierpleister minder weerstand tegen mechanische belasting zoals schuren, stoten en baldadigheid dan een traditioneel gevelmateriaal als metselwerk. Verwijdering van bekladdingen leidt onvermijdelijk tot lichte vlekken al was het maar dat de pleister daarmee plaatselijk ook van vuil wordt ontdaan. Vanwege de zwakte van het materiaal komen straalmethoden in principe niet in aanmerking voor het verwijderen van bekladdingen. Bij kunstharsgebonden pleister doet zich bovendien het probleem voor dat de kunsthars gemakkelijk kan worden aangetast door oplosmiddel houdende verfafbijtmiddelen. Daarbij bestaat zelfs kans dat het oplosmiddel door de pleister dringt en de achterliggende polystyreenschuimplaat aantast. Waar bekladdingen kunnen worden verwacht, dienen gepleisterde afwerkingen dan ook van een anti-bekladdingcoating te worden voorzien die goede reinigbaarheid zonder schade mogelijk maakt. Uitgebreide informatie over anti-bekladdingmiddelen is te vinden in literatuur [4].
8
©Copyright SBR, Rotterdam
stichting bouwresearch