RAPPORTAGE KWALITATIEF BLADONDERZOEK ‘FF SERIEUS’ T.B.V. VOEDINGSCENTRUM
Opdrachtgever:
Voedingscentrum
Datum:
januari 2012
Uitvoering:
QUO-communications Winthontlaan 200, Postbus 85183, 3508 AD Utrecht Telefoon 030-2800434, fax 030-2800377 E-mail:
[email protected]
1. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
QUO-communications is een bureau voor kwalitatief onderzoek & advies, gespecialiseerd in onderzoek naar marketing- en communicatievraagstukken. DIENSTEN VAN QUO-COMMUNICATIONS pre- en posttests van diverse communicatie-uitingen, zoals o.a.: - tijdschriften en nieuwsbrieven - mailpacks - websites - namen en slogans - advertenties - tv-spots - folders en brochures - posters - video's pretests en evaluaties van campagnes marktonderzoek naar (concepten van) producten of diensten onderzoek naar bestaand of voorgenomen (marketing)beleid (informatie)behoefteonderzoek draagvlakonderzoek kwaliteits- en tevredenheidsonderzoek imago-onderzoek evaluatieonderzoek lezersonderzoek interviewtraining en individuele coaching advies en second opinion
- huisstijlen - verpakkingen - formulieren
GERENOMMEERDE OPDRACHTGEVERS QUO-communications heeft o.a. onderzoek uitgevoerd in opdracht van RIVM, KWF Kankerbestrijding, Nederlandse Diabetes Federatie, Diabetes Fonds, Diabetesvereniging Nederland, Astma Fonds, Nierstichting, NIGZ, Stivoro Rookvrij, Rode Kruis, Zorgverzekeraars Nederland, LHV, ARCADIS, Koninklijke Nederlandse Munt, ASR Verzekeringen, Bike Totaal, UMC Utrecht. Nationale Hypotheek Garantie, Ministerie van Justitie DJI, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Gemeente Utrecht, Gemeente Apeldoorn, Gemeente Zoetermeer, Provincie Utrecht, Avans Hogeschool, WoningNet e.v.a. MEER INFORMATIE Meer weten? Bezoek onze website: www.quo-communications.nl
© QUO-communications, 2012 Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van QUO-communications te Utrecht. De gegevens uit dit rapport zijn uitsluitend bestemd voor kennisneming door werknemers en beroepsmatige adviseurs van de rechthebbende opdrachtgevers van QUO-communications. Bij eventuele publicatie van de onderzoeksresultaten, - opzet of een deel hiervan in de media, vakliteratuur of in andere uitgaven is zowel toestemming nodig van QUO-communications als van de in dit rapport genoemde opdrachtgever.
2. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
INHOUD
pagina
INLEIDING
4
HOOFDSTUK 1: DOEL EN METHODE VAN HET ONDERZOEK
5
1.1. doel, doelgroep en onderzoeksvragen
5
1.2. werving en selectie
5
1.3. onderzoeksmethode
6
HOOFDSTUK 2: BELANGRIJKSTE CONCLUSIES
8
3. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
INLEIDING Vanuit een aantal maatschappelijke organisaties (Soa Aids Nederland, Rutgers WPF, Trimbos, Stivoro en Voedingscentrum) is onlangs een jongerenmagazine ontwikkeld voor groep 8-ers van het basisonderwijs. Dit magazine heet ‘FF Serieus’ en is gemaakt door Sanoma. Het blad wordt via GGD’en en het onderwijskanaal verspreid. QUO-communications, bureau voor kwalitatief (communicatie-)onderzoek & advies, heeft in opdracht van het Voedingscentrum in de periode tussen 21 december 2011 en 11 januari 2012 het blad FF Serieus onderzocht bij de doelgroep. Voor het onderzoek zijn 20 leerlingen uit groep 8 geïnterviewd. Dit rapport is als volgt opgebouwd: * Hoofdstuk 1 bevat het doel en de methode van het onderzoek; * Hoofdstuk 2 bevat de belangrijkste conclusies van het onderzoek. Wij hopen dat de resultaten van dit onderzoek zullen bijdragen aan een goede voorlichting over gezondheidsthema’s aan kinderen die binnenkort naar de middelbare school gaan. QUO-communications, Dick Speelpenning (Utrecht, januari 2012)
4. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
HOOFDSTUK 1: DOEL EN METHODE VAN HET ONDERZOEK 1.1. DOEL, DOELGROEP EN ONDERZOEKSVRAGEN A. doel en doelgroep Vanuit een aantal maatschappelijke organisaties (Soa Aids Nederland, Rutgers WPF, Trimbos, Stivoro en Voedingscentrum) is onlangs een jongerenmagazine ontwikkeld voor groep 8-ers van het basisonderwijs. Dit magazine heet ‘FF Serieus’ en is gemaakt door Sanoma. Het blad wordt via GGD’en en het onderwijskanaal verspreid. De initiatiefnemers zouden het magazine graag bij de doelgroep willen toetsen m.b.v. een kwalitatief onderzoek.
B. onderzoeksvragen De volgende onderzoeksvragen kunnen worden geformuleerd: Wordt het blad gewaardeerd? Waarom (niet)? Steekt men iets op van het blad? Zo ja, wat dan? Wat vindt men van de bundeling van de verschillende gezondheidsthema’s? Welke zouden meer aandacht mogen, welke minder? Deze onderzoeksvragen zijn bij de voorbereiding van het onderzoek verder uitgewerkt.
1.2. WERVING EN SELECTIE A. werving en selectie respondenten Voor de werving van de respondenten heeft QUO-communications gebruik gemaakt van een bureau voor werving en selectie voor marktonderzoek.
B. steekproefverantwoording Eén van de doelen was om een steekproef te krijgen van 20 respondenten uit groep 8 van verschillende scholen (algemene scholen, katholieke - en christelijke scholen) en zowel uit een dorp als uit een stad. Ook was spreiding gewenst in geslacht en opleidingsniveau. Uiteindelijk zijn conform de doelstelling 20 respondenten persoonlijk en individueel geïnterviewd. Voor het profiel zie Hoofdstuk 2.
5. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
1.3. ONDERZOEKSMETHODE Alle respondenten zijn individueel en persoonlijk geïnterviewd aan de hand van een gestructureerde vragenlijst. Deze heeft QUO-communications in overleg met het Voedingscentrum opgesteld. Vrijwel alle respondenten hadden het blad vooraf thuisgestuurd gekregen en gelezen, een enkeling heeft deze voorafgaande aan het interview doorgenomen. De interviews duurden gemiddeld circa een half uur. De gesprekken vonden plaats bij het faciliteitenbureau in Amersfoort. Alle respondenten hebben voor hun deelname een deelnamevergoeding ontvangen. Van de gesprekken zijn aantekeningen gemaakt door de interviewer. De resultaten zijn op deze aantekeningen gebaseerd. Het veldwerk heeft plaatsgevonden tussen 21 december 2011 en 11 januari 2012.
6. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Dit onderzoek is een vorm van kwalitatief onderzoek, d.w.z. gericht op het verkrijgen van betrouwbare indicaties van wát waaróm leeft onder de doelgroep. Een ander belangrijk doel is kwaliteitsverbetering, die mede gebaseerd is op wensen en behoeften, ervaringen en oordelen van de doelgroep. Eén opmerking van één enkele respondent kan daarom een net zo belangrijke bijdrage leveren als het eensluidend commentaar van meerdere respondenten. Kwalitatief onderzoek is indicatief en verkennend. De uitkomsten van het onderzoek geven een indicatie van wat de doelgroep vindt, maar mogen niet getalsmatig doorgetrokken worden naar de totale doelgroep of subdoelgroepen. Zo moeten bijvoorbeeld gemiddelde rapportcijfers meer in relatieve zin (dus in hun onderlinge samenhang) dan in absolute zin worden beoordeeld. Ook dienen conclusies op basis van slechts een beperkt aantal oordelen met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden!
7. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
HOOFDSTUK 2: BELANGRIJKSTE CONCLUSIES Hierna staan een aantal belangrijke indicatieve conclusies die aan de hand van dit kwalitatieve onderzoek getrokken kunnen worden. * Bij gemiddelde rapportcijfers staat meestal de standaarddeviatie (SD) vermeld. Dit is de afwijking van het gemiddelde en vormt een maat voor de mate van overeenstemming in de antwoorden: hoe kleiner de standaarddeviatie, hoe meer de antwoorden overeenstemmen. Een relatief hoge standaarddeviatie is een aanwijzing dat de meningen uiteen lopen, hoe lager het getal, hoe meer overeenstemming. Voorbeeld: een SD van bijvoorbeeld 0,7 betekent dat men het met elkaar eens is, bij een SD van 2,0 lopen de meningen nogal uiteen. * Tekst tussen dubbele aanhalingstekens (“ ”) is een zo reëel mogelijke weergave van opmerkingen van de respondent op basis van schriftelijke aantekeningen. * Opmerkingen tussen rechte haken ( [ ... ] ) zijn aanduidingen of toevoegingen geplaatst door de samensteller van het rapport. * Sterke emoties zijn meestal aangegeven door accenten of uitroeptekens. * Woorden of woordgroepen, zinnen dan wel tekstcitaten zijn soms gemarkeerd met accenten '....'. Deze markering is bedoeld om een woord, woordgroep, zin of tekstcitaat beter te onderscheiden van de rest van de zin.
Profiel respondenten De steekproef (N = 20) bestaat voor de helft uit meisjes en de helft uit jongens uit groep 8 van de basisschool in de leeftijd van 11-12 jaar (driekwart 11, een kwart 12). Tweederde woont in de stad Amersfoort, een derde in een dorp in de omgeving. Circa een derde zit op een openbare school, circa een derde op een Christelijke school (waarvan 1 op een Evangelische) en circa een derde zit op een katholieke school. Ruim een derde heeft een indicatie voor VMBO, ruim een derde voor HAVO/VWO en iets minder dan een derde voor MAVO/HAVO. Eén respondent is van Turkse komaf.
8. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Bekendheid blad De respondenten is gevraagd of men het blad voorafgaande aan het onderzoek al kende. Geen van de respondenten blijkt het blad al te kennen (zie grafiek). Blad al bekend? 0
Ja Nee 20
Verwacht leesgedrag De respondenten is gevraagd wat men met het blad zou hebben gedaan als ze niet aan dit onderzoek hadden meegedaan en het ergens zouden krijgen (zie grafiek).
Circa driekwart geeft te kennen het blad (groten)deels of helemaal te gaan lezen omdat het wel interessant overkomt. Circa een kwart zou er in gelijke mate snel doorheen bladeren (en er iets uit lezen) of er niets mee doen. De respondenten die er niets mee zouden doen, geven vooral te kennen dat ze het blad saai vinden of niet van lezen houden. Verwacht leesgedrag? Helemaal lezen
11
Deels lezen Snel doorbladeren
3 3
3
Niks
9. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Eerste indruk blad De respondenten is gevraagd wat hun eerste indruk was van het blad. Vrijwel alle respondenten zijn positief over hun eerste indruk van het blad. Men noemt het blad leuk, grappig, kleurrijk en vrolijk. De onderwerpen op de cover prikkelen en ogen interessant, vooral het interview met de Spangassterren en de feiten of fabels: “Ik vind het er heel leuk uit zien. De kleuren zijn goed en ik vind de tekeningetjes leuk.”, “Heel vrolijk door de kleuren en het onderwerp is heel leerzaam en leuk.” Een enkeling is minder positief en noemt het blad respectievelijk ‘saai’ of “niet voor mijn leeftijd, maar voor de brugklas.”
Inhoud blad De respondenten is gevraagd in hun eigen woorden te vertellen waar dit blad over gaat. Men beschrijft het blad vooral als een voorproefje van het leven na de basisschool en wat daarbij zoal komt kijken, zoals vooral verliefdheid en seksualiteit, verstandige keuzes maken, nee durven zeggen en fitheid: “Over problemen waarin je meegesleurd kan worden, dat je voor jezelf moet opkomen en niet naar anderen moet luisteren.”, “Gezond eten, verliefdheid. Hoe je in je puberteit om moet gaan met alcohol en drugs, dat je verstandige keuzes moet maken in je puberteit. Dat je niet moet gaan roken.”, “Allemaal tips voor het puber zijn. Leren nee zeggen en zo. Het komt mooi op tijd.” Men ziet vooral een stukje weerbaarheid in het blad terug, veel meer dan gezondheid. Het woord gezondheid wordt dan ook nauwelijks gebruikt. Drugs, roken en voeding worden als onderwerpen ook niet zo vaak teruggespeeld. Diverse respondenten beschrijven de inhoud van het blad aan de hand van termen als ‘interviews’, ‘testjes’, ‘kwisjes’ en ‘spelletjes’. Over het algemeen is men enthousiast over een blad dat op deze manier over deze onderwerpen gaat. Men vindt het interessant om te lezen. Wel vindt een deel van de respondenten bepaalde onderwerpen meer iets voor de middelbare school (met name alcohol en drugs).
10. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Aandacht op school voor onderwerpen in blad De respondenten is gevraagd of er bij hen op school aandacht is geweest voor de onderwerpen in dit blad (zie grafiek). Bij circa driekwart van de respondenten is er op school aandacht geweest voor onderwerpen die in het blad worden behandeld. Relaties en seksualiteit wordt het meeste genoemd, dat met name in groep 8 aan bod komt. Ook voor roken en alcohol is wel aandacht geweest, maar in beduidend mindere mate. Drugs, voeding en fitheid blijken nauwelijks thema’s te zijn. Aandacht op school voor onderwerpen? 14
Ja Nee 6
Positieve aspecten blad De respondenten is gevraagd een aantal dingen te noemen die ze goed vinden aan het blad (zie tabel).
Men noemt vooral stukken in het blad en niet zozeer vormaspecten. Het interview met de Spangassterren is midden in de roos. Ook het spel, de testen en het artikel Feit of fabel? scoren goed. Wel wordt opgemerkt dat de uitslag van de Fittest een grote fout bevat. Positieve aspecten aan FF Serieus 1. interview Spangassterren 2. spel feit of fabel? fittest 5. test ‘Hoe stevig sta je in je schoenen?’ Lucien & Iris 7. leuke tekeningen 8. veel (nuttige) tips vrolijk . leuke vragen leuk geschreven interessante onderwerpen 13. simpele uitleg
9x 7x 7x 7x 5x 5x 4x 3x 3x 3x 3x 3x 2x
11. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Negatieve aspecten blad De respondenten is gevraagd een aantal dingen te noemen die ze minder goed of slecht vinden aan het blad (zie tabel). Dit mocht alles betreffen: zowel vorm- als inhoudsaspecten, teveel of juist te weinig aandacht voor iets etc. Twee dingen springen er uit: bijna de helft zegt strips te missen, terwijl ook het interview met Floris Bosveld niet erg wordt gewaardeerd. Negatieve aspecten aan FF Serieus 1. strips ontbreken 2. niks 3. interview Floris Bosveld
8x 6x 4x
Leukste stukjes De respondenten is gevraagd welke stukjes ze het leukste of meest interessant vinden aan het blad (zie tabel). Interviews met interessante bekenden, testen, een spel en weetjes blijken goede vormen om de boodschap te verpakken. Leukste stukjes 1. interview Spangassterren fittest 3. spel test ‘Hoe stevig sta je in je schoenen?’ 5 feit of fabel? 6. 12 nee Iris & Lucien 8. weetjes bij ‘Liefde in de lucht’
10x 10x 6x 6x 5x 3x 3x 2x
12. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Minst leuke stukjes De respondenten is gevraagd welke stukjes ze het minst leuk of stom vinden aan het blad (zie tabel). D.w.z. concrete artikelen die men minder geslaagd vindt. Circa eenderde kan niks noemen. De rest vindt het vaakst de koelkast van Timor het minst leuke, gevolgd door het interview met Floris Bosveld. Redenen hiervoor zijn dat veel respondenten deze mensen niet kennen, dat vooral jongens niks hebben met dansen en dat het koelkastartikel niet interessant wordt gevonden (“Het maakt mij niet uit wat ie-eet.”). Minst leuke stukjes 1. spiek mee in de koelkast van Timor 2. niks 3. interview Floris Bosveld 4. wat zeg je? 12x nee
8x 6x 4x 2x 2x
Belangrijkste boodschap van het blad Een kwart van de respondenten kan niet zo goed zeggen wat de boodschap van het blad is (“Geen idee. Iets met verliefd zijn denk ik?”). Driekwart van de respondenten kan wel iets noemen. Ruim de helft hiervan noemt het durven opkomen voor jezelf c.q. nee durven zeggen: “Dat je gezond moet eten en je niet moet laten overhalen om te gaan roken of zo. Ben ik het wel mee eens.”, “Dat je nee moet durven zeggen, dat vind ik best goed. En verder nog veel over roken en alcohol. Maar vooral dat je nee moet durven zeggen.”, “Dat als je vrienden gaan drinken of roken, je dan nee moet zeggen en dat je voor jezelf opkomt.”, “Dat je niet met anderen moet meelopen als je naar de middelbare school gaat, maat jezelf moet zijn. Je moet goed weten waar je aan toe bent en daar helpt dit blad bij, dat is erg fijn!”, “Dat roken en alcohol slecht zijn en dat je moet durven nee zeggen. Dit blad helpt, ik durf dat nu eerder. Ik heb er meer zelfvertrouwen door gekregen om nee te zeggen.” Bijna de helft van de respondenten die een boodschap in het blad heeft ontdekt, noemt als boodschap dat roken en alcohol slecht voor je zijn.
13. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Missende onderwerpen De respondenten is gevraagd of men onderwerpen in het blad mist (zie grafiek). Circa een derde heeft wel iets gemist in het blad, maar meer een bepaalde vorm dan een bepaald onderwerp. Men mist hoofdzakelijk strips en spelletjes (zoals woordzoekers), maar een meisje mist ook zoentips. Ontbreken er onderwerpen in het blad? 7
Ja Nee 13
Overbodige onderwerpen De respondenten is gevraagd of men onderwerpen in het blad overbodig vindt (zie grafiek).
Circa een derde noemt iets dat men overbodig vindt in het blad. Men noemt vrijwel allemaal iets anders (spel, inhoudsopgave, wat zeg je?, gezonde broodjes, koelkast). Staan er overbodige onderwerpen in het blad? 7
Ja Nee 13
14. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Nieuws De respondenten is gevraagd of men nieuwe dingen in het blad heeft gelezen (zie grafiek). Ruim driekwart heeft wel iets nieuws uit het blad gehaald. Men noemt vooral de rubriek Feit of e fabel? of een onderdeel daaruit (nagellakremover, blikgroenten gezond, alcohol is tot je 24 extra nadelig voor je hersenen, dat je plas apart kan ruiken na het eten van asperges, dat jongens tegen meer alcohol kunnen dan meisjes). Ook de weetjes rechts op de pagina ‘Liefde in de lucht’ zijn nieuws (zoenen is goed voor je weerstand, zoenen verbruikt energie). Veel respondenten zijn leergierig en geven aan dat er nog wel meer interessante wetenswaardigheden in het blad zouden mogen staan: “Er mag nog wel meer in staan, daar leer je van.” Staan er nieuws in het blad? 4
Ja Nee 16
Acceptatie inhoud blad De respondenten is gevraagd in welke mate men het eens is met de inhoud van het blad (zie grafiek).
Men blijkt het eens met de inhoud, omdat men de inhoud geloofwaardig vindt en het gevoel heeft c.q. weet dat het allemaal wel klopt. Ook blijkt men vaak nogal overtuigd anti-roken te zijn. Eens met inhoud blad? Helemaal mee eens 15
Mee eens Er tussenin Niet mee eens
4 0
1
Helemaal niet mee eens
15. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Veranderintentie De respondenten is gevraagd of er iets in het blad staat waardoor men zegt: nu ik dit weet, ben ik er anders over gaan denken en daarom ga ik iets anders doen (zie grafiek). Circa een derde geeft te kennen na het lezen van het blad dingen anders te gaan aanpakken. Vooral meisjes geven aan meer zelfvertrouwen door het blad te hebben gekregen en eerder voor hun mening uit te durven komen: “Leren nee zeggen en tips. Het heeft me meer moed gegeven.”, “Ik ga eerder nee zeggen. Die quiz ‘Hoe sterk sta jij in je schoenen?’ helpt.” Ook zeggen sommigen meer te gaan bewegen of eerder te gaan zoenen [!] (“Ik dacht dat tongzoenen heel vies was, maar het is zelfs goed voor je!”) De respondenten die geen veranderintentie hebben, zeggen vaak dat ze voorafgaande aan het lezen van het blad al in de lijn van het blad dachten: “Voordat ik dit las, was ik ook al tegen roken en alcohol.” Veranderintentie n.a.v. informatie in het blad? 2 7
Ja Nee Weet niet
11
Actie n.a.v. lezen blad De respondenten is gevraagd of men iets heeft gedaan na het lezen van het blad, zoals een website bezocht of met iemand gepraat over de inhoud (zie grafiek).
Ruim een derde van de respondenten heeft iets gedaan n.a.v. het lezen van het blad, vooral gepraat met - vooral - hun moeder over verliefdheid en seksualiteit en over hoe stevig ze in hun schoenen staan. Twee respondenten hebben een site bezocht, respectievelijk op zoek naar FF serieus en alcoholinfo.nl. Actie n.a.v. lezen blad? 2 6
Ja, site bezocht Ja, over gepraat Nee
12
16. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Meest geschikte leeftijd De respondenten is gevraagd of men het blad het meest geschikt vindt voor kinderen van hun eigen leeftijd, voor jongere kinderen of juist voor oudere kinderen (zie grafiek). Men typeert het blad als een tijdschrift voor kinderen tussen circa 11 en 13 jaar, d.w.z. de leeftijd van de respondenten en iets ouder. Met sommige onderwerpen is men nog niet zo mee bezig en vindt men meer iets voor de brugklas (roken en drugs), maar ook liefde en seksualiteit blijkt vooral voor jongens van 11 nog niet zo vaak al een thema. Lucien en Iris van Het huis Anubis vindt men juist meer iets voor jongere kinderen (“Daar keek ik vroeger vaak naar.”). Meest geschikte leeftijd? 0
Mijn leeftijd
5
Ouder 15
Jonger
Meest geschikte doelgroep De respondenten is gevraagd of men het blad het meest geschikt vindt voor jongens, voor meisjes of voor allebei (zie grafiek).
Over het algemeen vindt men het een blad voor beiden. Een enkeling vindt het vanwege de ruime aandacht voor liefde meer iets voor meisjes. Meest geschikte doelgroep? 2 0
Jongens én meisjes Jongens Meisjes 18
17. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Beeld makers blad De respondenten is gevraagd aan wie degene die dit blad heeft gemaakt hen het meeste doet denken, bijvoorbeeld aan een leuke meester of juf, een vervelende meester of juf, een dokter, vader of moeder et cetera. Uit de antwoorden ontstaat het beeld van een leuk iemand, een beetje een kruising tussen een wetenschapper en een aardige en enthousiaste meester of juf (“Serieus iemand van rond de 40, een leuk iemand, de meester of zo., “Leuk iemand, jong, iemand die meestal wel blij is, want er staan leuke dingen in. Een vrouw, de juf of zo.”). Een enkeling beschrijft een beetje saai, streng iemand (“Een juf met een bril en een knotje, een beetje streng, maar wel aardig.”)
Naam FF Serieus Ruim driekwart is positief over de naam FF Serieus. Men noemt deze vanwege de afkorting ‘FF’ grappig en redelijk goed passend bij de inhoud: “Wel een leuke naam. Dat FF is MSN-taal.”, “Grappig, ik moest er wel om lachen.”, “Tienertaal, leuk. Wel serieus, maar op een leuke manier.” Bijna een kwart is wat minder positief, vooral omdat men het blad en vooral de tekeningen en foto’s níet zo serieus vindt: “Goeie afkorting, die wordt vaak gebruikt. Maar het klopt niet helemaal met wat er in staat. De tekst is redelijk serieus, maar hoe het er uit ziet juist helemaal niet.”
Rapportcijfer oordeel vormgeving De respondenten geven gemiddeld het cijfer 8,1 (variërend van 6,5 tot 10) voor de vormgeving, d.w.z. hoe het blad er uit ziet. De standaard deviatie is 0,8. Er is geen verschil tussen jongens en meisjes. Men is overwegend positief tot zeer positief over de vormgeving. Men noemt het blad vrolijk en leuk, met goeie kleuren en leuke tekeningen en foto’s: “Ziet er heel leuk uit, met veel kleuren en verschillende lettertypes.”, “Veel leuke verschillende kleuren, het is totaal niet saai en de plaatjes en tekeningetjes zijn ook leuk.” Enkele respondenten noemen het blad erg druk vormgegeven en wat rommelig, vooral de pagina’s 2/3 en 6/7. Ook noemen enkele respondenten het blad niet dik genoeg: “Het is alleen heel dun, dat vind ik minder leuk.”
Begrijpelijkheid Geen van de respondenten vindt dat er veel moeilijke woorden in het blad staan. De respondenten geven gemiddeld het cijfer 8,9 (variërend van 7 tot 10) voor de leesbaarheid / begrijpelijkheid van de stukjes. De standaard deviatie is 0,7. Er is geen verschil tussen jongens en meisjes en ook niet tussen respondenten met verschillende opleidingsindicaties.
18. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Oordeel FF Serieus aan de hand van tegenstellingen De respondenten is gevraagd een keuze te maken uit een rij combinaties van twee tegenstellingen, die men het meest van toepassing vindt op het blad (zie grafieken). Soms heeft men gekozen voor ‘er tussenin’, dit is in de grafiek buiten beschouwing gelaten. Men typeert het blad over het algemeen (zeer) positief. Uit het netto oordeel (meest genoemde oordelen verminderd met tegenovergestelde oordelen) is goed af te lezen dat men het blad niet erg op zichzelf betrekt, vooral omdat men nog niet rookt of drinkt of met seks bezig is: “Het gaat niet over mij, maar als ik ouder zou zijn, kan het wat voor me wezen.”, “Ik heb nog niet met vrienden te maken die roken of drinken. Ik let ook nog niet op seksualiteit.”, “Gaat niet over mij, want dan zou er meer over voetbal in moeten staan in plaats van over dansen.”, “Gaat niet over mij, want ik rook bijvoorbeeld niet. Wel voor mij bedoeld, want ik ga volgend jaar naar de middelbare school.”
Oordeel FF Serieus echt voor mij bedoeld gaat niet over mij cool boeiend modern mooi niet betuttelend informatief interessant -10
-8
-6
-4
-2
0
2
meestgenoemd
4
6
8
10
12
14
16
18
20
tegenovergestelde
19. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Netto oordeel FF Serieus echt voor mij bedoeld gaat niet over mij cool boeiend modern mooi niet betuttelend informatief interessant 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
Interesse in lessen over gezondheidsonderwerpen De respondenten is gevraagd of men interesse heeft in lessen op school over de onderwerpen die in dit blad staan (zie grafiek). Ruim driekwart van de respondenten zou hier interesse in hebben. Interesse in lessen over onderwerpen blad? 4
Ja Nee 16
20. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Blad aanraden aan vriend(innet)je De respondenten is gevraagd of men dit blad aan een vriendje of vriendinnetje zou willen geven (zie grafiek). Driekwart wil het blad wel aan een vriend(innet)je geven. Een aantal van hen vraagt ook daadwerkelijk om een extra blad om mee naar huis te nemen. De belangrijkste reden is dat men het een leuk en leerzaam blad vindt: “Omdat het een informatief en interessant boekje is en leuk om te lezen.”, “Aan mijn beste vriendin, want er staan heel veel tips in. Ik denk dat ze er heel veel aan heeft.”, “Er staat heel veel info in het blad dat je kan helpen, nuttige dingen. En het is totaal niet saai. Ik heb het al wel 4x gelezen en het is nog niet saai!” Een kwart wil het niet aan een ander geven of aanraden of twijfelt, omdat men denkt dat er geen interesse voor zal zijn. Doorgeven aan vriend(innet)je? 3
Ja Nee
2
15
Weet niet
Interesse in nieuwe uitgave blad? De respondenten is gevraagd of, als er een nieuwe versie van dit blad zou uitkomen, men die zou willen ontvangen (zie grafiek).
Men heeft bijna unaniem interesse in een volgende uitgave. Interesse in volgende uitgave? 1
Ja
2
Nee
17
Weet niet
21. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
Rapportcijfer eindoordeel FF Serieus De respondenten geven gemiddeld het rapportcijfer 8,4 (variërend van 7 tot 10) voor hun eindoordeel over het blad. De standaarddeviatie bedraagt 0,9. Er is geen verschil tussen jongens en meisjes.
Kort oordeel over FF Serieus per pagina Tot slot is nog even kort het blad per pagina doorgenomen (zie tabel). Pagina
Kort oordeel
cover
Men noemt de cover vrijwel unaniem leuk, aantrekkelijk, mooi en vrolijk. Het interview met de Spangassterren, de fittest en Waar of niet waar? spreken aan, Lucien & Iris wat minder.
pagina 2/3:
Men noemt de inhoudsopgave vrijwel unaniem goed en nuttig. Een enkeling vindt het onbelangrijk of te druk.
inhoudsopgave pagina 4/5/6: Eefje en Ricardo
Men noemt het interview met Eefje en Ricardo van Spangas vrijwel unaniem interessant en leuk. Een enkeling vindt het minder interessant, omdat hij ze niet kent. Ook vindt iemand het interview te lang.
pagina 7: Doe de fittest!
De fittest is door vrijwel iedereen ingevuld. Men noemt de test (zeer) aansprekend. Stap 2 is alleen door enkele meisjes ingevuld. Meerdere respondenten merken op dat de kleuren verwisseld zijn, waardoor de uitslag niet klopt. Ook vindt een enkeling de antwoordmogelijkheden stom of ontbreken voor de hand liggende (kat als huisdier).
pagina 8/9: liefde in de lucht
Een grote meerderheid van de respondenten vind dit wel een aardige pagina, nuttig en nieuw. Zaken die met verliefdheid en zoenen te maken hebben passen beter bij de belevingswereld van de doelgroep dan zaken die met seksualiteit te maken hebben. Vooral de weetjes aan de rechterkant van de pagina scoren goed en worden interessant en leerzaam genoemd. Circa een kwart van de respondenten, hoofdzakelijk jongens, is nog niet echt met het onderwerp bezig en vindt het onderwerp oninteressant.
pagina 10: 12x nee
Men reageert gematigd positief op deze pagina. Vooral meisjes vinden het leuk en nuttig, jongens vinden het vaker overdreven of overbodig.
pagina 11: Koelkast van Timor
Bijna tweederde van de respondenten vindt dit stukje raar, saai of oninteressant (“Saai, gaat alleen maar over spullen in zijn koelkast.”). Veel respondenten kennen Timor ook niet.
22. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012
pagina 12/13: Men noemt het spel vrijwel unaniem (erg) leuk, alleen enkele jongens lekker in je vel-spel vinden het niet spannend genoeg. De helft van de meisjes heeft het spel al gespeeld en er ook nuttige tips uitgehaald (zoals over het Facebookprofiel). pagina 14/15: stevig in je schoenen
Deze test wordt unaniem positief gewaardeerd. Men vindt het een nuttige, leuke en leerzame test. Een klein kritiekpuntje is de ingewikkelde puntenteling en de relatief grote omvang van de test.
pagina 16/17: Floris Bosveld
Tweederde van de respondenten vindt dit stukje saai en oninteressant, mede vanwege het feit dat het opnieuw een (onbekende) danser betreft , terwijl men niet zoveel heeft met dansen. Vooral jongens vinden dit helemaal niks . Men ziet veel liever een bekende sporter (voor jongens: een voetballer), acteur/actrice of zanger(es). Een derde vindt het wél een leuk onderwerp, met name meisjes, die soms ook de danspasjes hebben uitgeprobeerd.
pagina 18: wat zeg je?
Ongeveer de helft vindt dit wel leuk en heeft er soms ook tekstjes bij bedacht, ongeveer de helft vindt het maar niks. Meisjes zijn in meerderheid positief, jongens in meerderheid negatief.
pagina 19: gigagezonde broodje
Ongeveer de helft lijkt het wel wat om een keer zo’n broodje te maken, vooral meisjes die de broodjes er wel lekker uit vinden zien. Ongeveer de helft vindt het onderwerp oninteressant, omdat men niks met eten heeft en zelf geen brood klaarmaakt of omdat de broodjes er niet lekker uit zien.
pagina 20/21: feit of fabel?
Deze pagina wordt vrijwel unaniem positief gewaardeerd. Men noemt de pagina (erg) interessant en leuk om te lezen. Ook de tekeningen worden gewaardeerd.
pagina 22/23: Lucien en Iris
Deze pagina wordt vrijwel unaniem positief gewaardeerd. Men noemt het een leuke, interessante pagina. Wel worden er regelmatig vraagtekens bij de hoofdpersonen gezet, omdat deze meer geschikt zijn voor jongere kinderen (“Hier keek ik naar toen ik 8 was of zo.”, “De vragen zijn goed, maar ik zou voor andere mensen kiezen.”)
pagina 24: Nog FF wat
De meningen zijn verdeeld over deze pagina met links. Men heeft na het lezen van dit blad meestal geen behoefte meer aan aanvullende informatie, maar kan zich soms wel voorstellen dat dit voor andere kinderen wél nuttig kan zijn. Enkele respondenten zijn geïnteresseerd in het maken van een werkstuk over een van de onderwerpen. Vooral alcohol en drugs en roken worden genoemd.
---
23. Rapportage kwalitatief bladonderzoek ‘FF Serieus’ t.b.v. Voedingscentrum QUO-communications, Utrecht – januari 2012