RAPPORTAGE CASUSSEN PROJECT INCLUSION 2000 BESCHRIJVING VAN 21 CASUSSEN VAN DEELNEMERS MET PSYCHISCHE BEPERKINGEN OP ROC’S IN GRONINGEN, FRIESLAND EN DRENTHE
PROJECT INCLUSION
Colofon Projectnummer Titel Auteur Datum Versie
66699.0V Rapportage casussen project Inclusion 2000 Marian de Groot september 2003 1
Pettelaarpark 1 Postbus 1585 5200 BP ’s-Hertogenbosch Tel: 073-6800800 Fax: 073-6123425 www.cinop.nl
©
CINOP 2003
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud
Inleiding...............................................................................1 1 Casussen ........................................................................2 2 Gebruik van het format regionaal arrangement / begeleidingsmodel .....................................................14 3 Conclusies per provincie ............................................15 3.1 Drenthe ........................................................................................................................ 15 3.2 Groningen ................................................................................................................... 15 3.3 Friesland ....................................................................................................................... 16
4 Conclusies ten aanzien van de doelstellingen met betrekking tot begeleid leren ....................................18 5 Conclusies ten aanzien van de samenwerking tussen onderwijs en geestelijke gezondheidszorg...............20 6 Aanbevelingen ............................................................22 BIJLAGE..............................................................................25
I
Inleiding Het project Inclusion 2000 wordt met subsidie van de provincies Friesland, Groningen en Drenthe uitgevoerd door de BVE-instellingen en GGZinstellingen in de drie noordelijke provincies. Een van de doelen van het project is om zicht te krijgen op de problematiek, de knelpunten en wensen op het gebied van de samenwerking tussen BVE (Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie), GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg) en arbeidstoeleiding. Daartoe zijn door de onderwijsinstellingen en GGZinstellingen uit de drie noordelijke provincies casussen beschreven. Het betreft casussen van mensen: •
Uit het onderwijs die te maken hebben/krijgen met psychische problematiek
•
Uit de GGZ, die een opleidingswens hebben.
In hoofdstuk 2 worden de casussen beschreven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het gebruik van het format, dat gemaakt was om de casussen te beschrijven. Hoofdstuk 4 bevat per provincie een korte beschrijving van de wijze waarop de samenwerking tussen BVE, GGZ en arbeidstoeleiding plaats vindt. In hoofdstuk 5 komen de conclusies aan de orde ten aanzien van de inhoudelijke doelstellingen. In hoofdstuk 6 de conclusies ten aanzien van de samenwerking. In hoofdstuk 7 zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd. In de bijlage zijn de gebruikte afkortingen opgenomen. Voor meer informatie over de opzet van het project, de ondernomen activiteiten en de resultaten verwijzen we naar de eindrapportage van het project Inclusion 2000. In BVE-instellingen wordt afwisselend over cursisten, leerlingen of deelnemers gesproken. In dit rapport wordt steeds de term deelnemer gebruikt voor iemand die onderwijs volgt in een BVE-instelling. Iemand die in behandeling is bij een GGZ-instelling wordt in dit rapport als cliënt aangeduid.
66699.0V, CINOP, september 2003
1
1 Casussen Voor het beschrijven van de casussen is een format gebruikt, het zogenaamde regionaal arrangement/begeleidingsmodel. In dit model worden de volgende fasen onderscheiden: 1. Voorintake 2. Intake 3. Onderzoek 4. Facilitering 5. Voorscholing 6. Leren en werken 7. Leren en stage 8. Voortgang 9. Plaatsing 10. Consolidatie Dit zijn de verschillende fasen die een deelnemer kan doorlopen, die een (beroeps)opleiding volgt. Deze rapportage is gebaseerd op gegevens van 21 casussen, te weten: 8 deelnemers van het Drenthe College 2 van het Alfa-college 3 van het Noorderpoort College 6 van ROC Friese Poort 2 van het Friesland College Voor de conclusies is daarnaast gebruik gemaakt van een notitie van een bedrijfsmaatschappelijk werker, die cliënten van arbeidsintegratie en sociale activering bij de contractpoot van ROC Friese Poort begeleid heeft en van een notitie met 15 korte, geanonimiseerde gevalsbeschrijvingen van het Meldpunt van het Friesland College van deelnemers die tussen 2000 en 2002 zijn aangemeld bij of doorverwezen naar de GGZ. Deze notitie is door de medewerker van het meldpunt gemaakt om voor de GGZ inzichtelijk te maken welke problematiek men tegenkomt bij Mbo-deelnemers en op welke vragen de school graag antwoord wil van de GGZ. De 21 casussen betreffen beschrijvingen van mensen met de volgende psychische beperkingen: •
3 aan autisme verwante (contact)stoornis
•
1 PDD-NOS
•
4 getraumatiseerde asielzoekers (waaronder AMA)
•
sociaal-emotionele problematiek/zelfverminking
66699.0V, CINOP, september 2003
2
•
zelfmoordgedachten
•
3 met depressieve klachten
•
(extreme) faalangst
•
psycho-sociale problemen: agressief
•
2 onzeker, gebrek aan assertiviteit
•
agorafobie
•
2 manisch-depressiviteit
Bij twee casussen is niet aangegeven om welke aandoening het gaat. De keuze van de casussen is overgelaten aan de instellingen, die deze beschreven hebben. Het moest in elk geval mensen betreffen die 1. bij de start van hun opleiding in het ROC te maken hebben met psychische problemen óf 2. te maken kregen met psychische problemen tijdens het volgen van een opleiding op een ROC óf 3. behandeld zijn/worden door de GGZ in verband met psychische problemen en een opleiding in een ROC willen volgen. In Drenthe is uitdrukkelijk gekozen voor aandacht voor anderstalige vluchtelingen. Bij ROC Friese Poort zijn ook oudere deelnemers beschreven. Het gaat daarbij veelal om mensen die in het kader van een reïntegratietraject of sociale activeringstraject een opleiding of cursus volgen bij de afdeling contractactiviteiten van het ROC. Het gaat om elf mannen en tien vrouwen, in leeftijd variërend van 17 tot 50 jaar. Van elf casussen is de leeftijd niet aangegeven, maar kan uit de beschrijving wel opgemaakt worden hoe oud de betreffende persoon ongeveer is. Vier mensen zijn jonger dan 18 jaar, negen zijn tussen de 18 en 23 jaar en acht zijn ouder dan 23 jaar. In vijf casussen betreft het mensen die afkomstig zijn uit het buitenland. Omwille van de privacy zijn de namen van de beschreven personen weggelaten. In onderstaand overzicht worden de casussen gepresenteerd. Per casus worden beschreven: •
enige persoonsgegevens, voorzover bekend, zoals leeftijd, geslacht, school
•
de aard van de psychische handicap
•
de opleiding die gevolgd wordt of werd
•
de betrokkenen
•
de problemen die zich voor hebben gedaan
66699.0V, CINOP, september 2003
3
Casus/ROC
Opleiding
Betrokkenen
Psychische handicap
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat 1. man
Kort detailhandelÆ
Psycholoog
Stage: inzicht en tempo te Mentoren hebb laag, erg onzelfstandig
OriëntatietrajectÆ
studentendienstÆ
Drenthe College
Kort Facilitaire
kinderpsychiater
Na 1,5 jaar werd een
diploma haalbaar is,
aan autisme verwante
gezien problemen op
contactstoornis
gebied van sociale
Psycholoog contactpersoon het vlak van SOVA
geconstateerd
vaardigheden (SOVA),
tussen deelnemer, mentor
wordt nu onderzocht in
en GGZ
problematiek ni
onderkendÆ he
dienstverleningÆ vraag of (na 1 jaar studie) Mentor
informeren over Vraag is of deelnemer
en werkzaamhe
gezien de handicap op
studentendienst
voldoende kan leren
stage, anders deelkwalificaties en TNA (toeleiding naar arbeid) om passende werkplek te vinden Onbekend
Onbekend
Heeft Armeense literatuur
Taalschool,
Asielzoeker/
Vraag: waarom
gestudeerd aan
trajectbegeleiding bureau
inburgeraar,
contact met
Drenthe College,
universiteit; beheerst
nieuwkomers
gezinshereniging gevolgd
studentendienst
40 jaar, gehuwd, 1 kind,
Engels, Frans en Russisch;
door scheiding, slecht
GGZ?
leeft sinds kort
heeft in NL taalniveau 1
slapen, niet kunnen
gescheiden
behaald, advies in
concentreren, geen
november 2001 om
contact met
Sinds 1998 in NL,
taalcursus te vervolgen,
mededeelnemers maken
gezinshereniging 1999,
sinds maart 2002 niet
gescheiden levend sinds
meer op school
2000, slaapt zeer slecht,
verschenen.
onrustig en jachtig,
Trajectbegeleiding van
maakt geen contact
bureau nieuwkomers
met groepsgenoten in
biedt praktijkgericht
de klas, kan ’s morgens
programma aan
2. man
Taallessen, nooit verder
Drenthe College, 36 jaar,
gekomen dan niveau 1,
gehuwd, 3 kinderen
heeft niveau 2 nodig om
Onbekend
weer als ober te werken, Sinds 1994 in Nederland,
wil graag naar CBB voor
afkomstig uit Kosovo,
assessment, wordt
slaapt slecht, droomt
afgewezen ivm te laag
over de oorlog, alle
taalniveau
beelden komen terug 3. man.
bed niet uitkomen en komt daardoor te laat of niet, kan zich niet concentreren, geeft tijdens intake aan veel psychische problemen te hebben
66699.0V, CINOP, september 2003
4
Casus/ROC
Opleiding
Betrokkenen
Psychische handicap
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat 4. 17 jarig meisje Drenthe
Facilitaire dienstverlening
Intake ROC, mentor,
Deelnemer gaf zelf in
College
niveau 4
cursistenservice (adviseur)
intake aan extra begeleiding nodig te
Geen contact met GGZ
Zelfverminking (sneden in
hebben bij het
polsen), moeilijk contact
onderwijsproces. Is via
mee te krijgen, houdt
mentor geregeld met
zich afzijdig, in
cursistenservice. Adviseur
psychotherapie ivm
voert gesprekken, nu is
sociaal-emotionele
deelnemer nog
problematiek
afhoudend
5. Vrouw 22 jaar,
Administratie/secretaresse Begeleiders stageadres,
mindere resultaten. Op
thuis geen problemen Drenthe College
Diagnose?
Op school sterk
politie, ouders, hulpverlening defensieve reactie bij
Antilliaans, geadopteerd, Niveau onbekend Heeft opleiding
stage idem, maar wordt
afgemaakt en zit nu in de
erger. Heeft moeite met
hulpverlening
sociale contact. Dan
Gedachte aan
komen mails bij
zelfmoord leidt tot
begeleiders op
hatemail en dreigmail
stageadres, die
richting stageadres
toenemen in ernst (tot en met bedreiging met de dood)
6. Meisje Drenthe College
In okt 2001 opnieuw
school heeft vee
diplomering SPW en 1 jaar Teamcoördinator VP
depressie (komt ook in
mogelijkheden h
HBO-V
Beroepskeuze
familie voor)Æ
begeleiden, evt
Psycholoog van
antidepressiva,
contact te houd
studentendienst
aanmelding bij
GGZ, onduidelijk
mentor
studentendienst,
prognose maak
beroepskeuzetest geeft
een probleem v
aan dat VP goede keuze
school
DGO, verpleging na
Juni 2001 instroom in Depressieve klachten
ROC:
3de
jaar
tijdens HBO-V stage in psychiatrie
GGZ
is, wekelijks gesprek met mentor, opleiding vervolgen (insteek: proberen opleiding te halen) probleem is stage (wat, waarom?) 7. Jongen, AMA, Drenthe ISG/ISK-groep met 5 College
leeftijdgenoten: Breekijzer
Contact tussen
ROC:
AMA-huizen melden dat
Mentor ISK/ISG groep
ze geen grip op de
stichting Nidos v
jongen hebben, daarom
slecht: school be
(luister- en Verzuimt veel, moeizaam spreekvaardigheden)
Jeugdzorg en Nidos:
moet er een kamer voor
regelmatig (op
in contacten, slaapt
Stichting Jade (jeugdzorg)
hem gevonden worden
antwoordappar
slecht, slechte
Mentoren AMA-huis (Nidos)
wordt niet terug
eetgewoonten, praten
Voogd (stichting Nidos,
volgens school m
over verleden doet hem
voorheen de Opbouw)
hulp/begeleidin
in huilen uitbarsten, net
66699.0V, CINOP, september 2003
psychische prob 5
Casus/ROC
Opleiding
Betrokkenen
Psychische handicap
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat als praten over een
wordt niet opge
kamer zoeken
AMA-huizen zou
frequenter moe
begeleiden, zod
jongeren regelm
naar school gaa 8.
Vrouw
SPW
De trajectbegeleider van de De deelnemer neemt
Afstemming me
Mevrouw wil andere
GGZ is aanwezig bij het
vanaf het begin een
school en GGZ i
Drenthe College
mensen helpen en denkt
intakegesprek. Bij aanvang
centrale positie in de klas
optimaal gewee
Onlangs verhuisd vanuit
dat ze, met haar
van de opleiding verbreekt
in, ze wordt tot
Wellicht had ee
Westen van het land,
achtergrond en ervaring
mevrouw de banden met
klassenvertegenwoordiger casuïstiekbespre
daardoor nog geen
opgedaan tijdens de
de GGZ: een nieuw leven
gekozen. De
sociaal netwerk.
opname, hier goed toe in
beginnen.
studieresultaten zijn goed. de school hoe m
staat is.
duidelijkheid ge
Contact met
Dan ontstaan er rond
vrouw om te ga
Is 4 jaar verpleegd,
cursistenservice van het
kerst conflicten, haar
Het lesprogramm
waarvan 1 jaar op
ROC n.a.v. moeilijkheden.
studieresultaten worden
aangepast moe
gesloten afdeling
Huisarts schrijft
minder. Ze weigert
worden om de d
Na conflicten slecht
slaapmedicatie voor
contact op ten nemen
de deelnemer t
slapen Æ
met GGZ, ziet dit als falen. verminderen.
slaapmedicatie.
Wil door met de
Verschijnt na een tijdje
opleiding, geeft wel aan
niet meer op school. Blijkt
dat het teveel is. Na de
enkele maanden later
krokusvakantie blijft zij
een suïcidepoging
weg van school. School
gedaan te hebben. Is
neemt contact op met
opgenomen.
GGZ en trajectbegeleider. Deze kunnen niets doen omdat de deelnemer geen contact opneemt.
9. Vrouw (1984),
Medewerker Beheer
Docenten: signalering en
Conclusies/vragen van
Was het zinvol(le
Noorderpoort College
Informatiesystemen, BOL-
doorverwijzen
invuller:
contact op te n
3
Tweede lijnsbegeleider
Goed dat tussentijdse
ouders en psych
Depressieve klachten,
cursistendienstverle-
opvang in O& S mogelijk
erg veel energie
veel lessen missen, last
ing (CDV): signalering,
is;
zitten in motiver
van
doorverwijzing, onderzoekÆ
minderwaardigheids-
advies: contact blijven
gevoelens,
houden met psycholoog en
Hoe actief betrek je
Loopt inmiddels bij
snel starten met oriënterend
ouders bij e.e.a. met en
psycholoog (maar komt
programma (is inmiddels
zonder deelnemer?
niet altijd opdagen),
gebeurd)
deelnemer om c te nemen…
Diagnose onbek
gebruikt medicijnen (welke, welke
HuisartsÆ psycholoog
diagnose?), CDVonderzoek wijst uit dat ze
66699.0V, CINOP, september 2003
6
Casus/ROC
Opleiding
Betrokkenen
Psychische handicap
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat zich labiel, gespannen en depressief voelt 10. en 11.
Timmerkracht,
Docententeam
Met de ene deelnemer gaat het erg goedÆ
BOL niveau 2 Extra begeleidingsuren
jongens van 16 en 17 jaar
vanuit unit
(1e
en
2e
minder begeleiding nodig
lijn) Ander is twijfelgeval: er
Noorderpoort College Aan autisme verwante
contactpersoon
spelen conflicten in de
gehandicapten
thuissituatie, die regelmatig tot verzuim
contactstoornissen, melding van gemaakt bij
Uitgangspunt: GGZ en
leiden: er zijn
intake, nog in
onderwijs doen beiden hun
(contract)afspraken
behandeling bij externe
werk. Het is
gemaakt
hulpverlening
verantwoordelijkheid deelnemer en ouders om contacten te onderhouden en gevolgen te melden.
12. Vrouw 24
Welzijn SPW na 2 jaar
Mentor oriëntatietrajectÆ
Deelnemer heeft
Er heeft geen ov
Alfa-college
gestopt (1997)
orthopedagoog Alfa-
depressie/ziektehistorie
plaats gevonde
college (1 jaar begeleiding
niet gemeld bij intake opl. orthopedagoog Verzorging
Depressiviteit
Oriëntatietraject
gegeven)Æ COCB (GGZ) 1
(manifesteerde zich
(1997/1998)
maand opname kinder- en
tijdens oriëntatietraject) Gezondheidszorg BOL Extreme vorm van
opleiding ivm w ziekte
jeugdpsychiatrie AZG, half
Begeleiding door
jaar dagbehandeling
orthopedagoog door
Extra tijd docen
studentendienst van Alfa-
mentoren financ
college
gedekt
verzorging afgerond
faalangst (manifesteerde (1998-2001)
Vanuit opleiding
zich tijdens 2e jaar
verzorgende doorverwezen
opleiding verzorging)
naar
Financiering:
studentenservicebureau:
Begeleiding door mentor
orthopedagoog heeft
door unit
onderzoek gedaanÆ handelingsplan opgesteld, met deelnemer en mentor besproken: gedurende 2 jaar elke week gesprek met mentor (half uur), daarnaast regelmatig gesprekken met orthopedagoog (doel: versterken zelfbeeld), daarnaast afstemming tussen orthopedagoog en mentor over handelingsplan, bijstelling begeleiding, aanpassing examens (examentraining gedaan en geoefend met
66699.0V, CINOP, september 2003
7
Casus/ROC
Opleiding
Betrokkenen
Psychische handicap
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat docenten en simulanten), zoeken stageplaats: extra ondersteuning door mentor en orthopedagoog, na diplomering nog half jaar door orthopedagoog begeleid 13. Man
Welzijn SPW na 1,5 jaar
Einde eerste jaarÆ
Beperking niet gemeld bij
Tijd tussen aanm
21 jaar
afgebroken
studentendienst/
intake, wel
WAJONG en toe
orthopedagoog: info
levensgeschiedenis
Alfa-college
ruim jaarÆ in tus
10e
Oriëntatietraject 3
verzameld via mentor,
verteld (o.a. vanaf
maanden
vorige school, moeder en
jaar speciaal onderwijs en maken van toel
mag je geen ge
mentor KTCÆ
bij intake wonend in
Noorderpoort College
handelingsplan samen met
Kamer training centrum)
laboratoriumopleiding
mentor opgesteld (half uur
(BOL)
per week begeleiding
Traject SPW niet gelukt:
van jongerenlok
mentor, speciale
deelnemer heeft ingezien
hij ingeschreven
stageplaats, GAK:
dat beroep met veel
blijven op schoo
WAJONG-uitke
sociale interventies voor
terugvallen op m
ring, aangemeld bij
hem niet is weggelegd.
Toeleiding naar Arbeid ivm
Toeleiding naar tijdelijk
CWI is niet inges
speciale training voor
werk is mislukt.
mensen met PP
mensen met beperking in
Daarna oriëntatietraject
autistisch spectrum
doorlopen en vervolgens
missen sluitende
gestart met
vanuit school na
inzet: 60 klokuren docenten
laborantenopleiding op
instanties
en 40 klokuren
NPC. Overdracht heeft
orthopedagoog
plaats gevonden
PDD-NOS
naar arbeid
Kan geen gebru
Docenten en m
Financiering:
niet betaald
Begeleiding door mentor door unit Orthopedagoog door Alfacollege studentendienst
14.
VZ BOL
Jongen van 18 jaar
Intaker (docent zorg en
Problemen kwamen bij
welzijn), mentor Æ
intake niet ter sprake
Docenten zijn schriftelijk
vertrouwenspersoon
(meerdere keren)
(problemen bespreken, van
geïnformeerd over de
ja af praten) Æ
Psycho-sociale
problemen en de
Maatschappelijk Werk
problemen: agressief
hulpverlening door
Friesland (hulpverlening)Æ
maatschappelijk werk
Jeugdzorg Friesland (om uit
ROC Friese Poort
huis te gaan)
Bedoeling was om minder agressief te
Format gebruikt
Docent heeft stageplaats
66699.0V, CINOP, september 2003
8
Casus/ROC
Opleiding
Betrokkenen
Psychische handicap
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat worden, om te gaan met geregeld (van 25-11-02 problematiek voor
tot maart 2003)
zichzelf en in relatie tot anderen 15.
Integra-project (in
ITB-er, docenten
Volgens respondent is het
vrouw, bijna 50,
opdracht van gemeente
bedrijfsmaatschappelijk
traject goed gelopen
gescheiden, 2 kinderen,
of arbeidsvoorziening):
werkster (ruim een jaar
dankzij de door haar
levend van uitkering, was Sociale vaardigheden,
gesprekken 1 keer per week, geleverde hulp.
computerlessen, meer
soms iets minder vaak over
praktische lessen
wat deelnemer wil, wat
Deelnemer is
ROC Friese Poort,
(welke?), workshop
haar motivatie is, haar
uitgestroomd naar
contractopleidingen
omgaan met stress,
manier van reageren, inzicht vrijwilligerswerk, sterker
sociale activering en
werkervaring opdoen
dat je alleen jezelf kunt
geworden, kan beter
arbeidsintegratie
(hulpkapster in
veranderen, RET-methode,
verwoorden wat ze wil en
(Foarwurk)
verzorgingstehuis en
ontspanningsoefeningen) Æ
wat haar grenzen zijn
gastvrouw in ziekenhuis)
huisarts
16.
Trajekt bij Foarwurk,
ITB-er Foarwurk Æ
vrouw begin 30,
werkervaringsplaats bij de bedrijfsmaatschappelijk
gescheiden, 2 kinderen
Kameleon. Doel was
werker, coördinator
interventies, o.a. gericht
werkervaring opdoen en
Kameleon
op ventileren gevoelens
vroeger kapster
In het verleden overspannen geweest (1995, contact met RIAGG), kan slecht nee zeggen, erg onzeker, heeft veel bevestiging nodig, subassertief of agressief gedrag (t.o.v. zoon) Volgens respondent gaat het allemaal goed dankzij
ROC Friese Poort
sollicitatievaardigheden
zonder (ver)oordelen,
contractopleidingen
vergroten
positieve zelfinstructie,
sociale activering en
ruimte voor zichzelf
arbeidsintegratie
Na ziektewet: opleiding
(Foarwurk)
werken met kinderen
vragen en nemen
gaan doen met
Contact met nieuwe
goedkeuring van
coördinator Kameleon
uitkerende instantie, loopt
verliep niet goed Æ
stage, gaat goed
ziektewet In hulpverlening blijkt sprake van projectie van negatieve (incest)ervaringen op deze coördinator; tijdens deze fase blijkt grote moeheid en achterstand thuis met opruimen, e.d.
66699.0V, CINOP, september 2003
9
Casus/ROC
Opleiding
Betrokkenen
Psychische handicap
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat (lang op haar tenen gelopen) Æ opruimen, tijd nemen i.k.v. ziektewet en hulpverlening, mee op schoolkamp met kinderen 17.
onbekend
Sociale Dienst, bedrijfsmaatschappelijk
vrouw, heeft kinderen
werk, ROC Friese Poort
Stichting Profiel (ivm
contractopleidingen
bemiddeling naar
sociale activering en
vrijwilligerswerk
arbeidsintegratie
(kinderboerderij)
Angst om huis uit te gaan als reactie op spanningen, durft niet met openbaar vervoer te reizen Hulpverlening gericht op omgaan met spanningen in persoonlijk leven (met name contact herstellen met haar kinderen) 18.
Gesprekken gericht op
Bedrijfsmaatschappelijk
jonge man
zoeken ander werk
werker, AMW, sociale dienst,
(algemeen klusjesman
wet Rea, Stichting Nova,
scheepswerf) en
Kameleon
ROC Friese Poort
Diagnose onbek
handhaven thuissituatie thuissituatie is spanningsvol, is geneigd zich afwachtend op te stellen, moet gestimuleerd worden zelf actie te ondernemen 19.
Fotonica BOL niveau 4
BPV-docenten (stagebedrijf
Op school gaat het
In de intake is w
jonge man
Extra uren voor
zoeken), studiebegeleider
redelijk, probleem is
ingegaan op de
ROC Friese Poort
begeleiding
werken onder stress. In die
aangevraagd
tijden: gesprek met
“Het zal moeilijk
studiebegeleider
deze deelneme
Manisch depressief
te vinden” “Het zal moeilijk zijn voor deze deelnemer om werk te vinden
20. vrouw, vluchteling
MBO-elektro, niveau 2,
Friesland College:
Deelnemer zondert zich
Vluchtelingenpr
BOL
Mentor
af, was liefst alleen,
niet aan de ord
66699.0V, CINOP, september 2003
10
Casus/ROC
Opleiding
Betrokkenen
Psychische handicap
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat
in intakegesprek
Decaan/cursistenbegeleider piekerde veel en had
Friesland College
van de unit
weinig vertrouwen in
Asielzoeker met
Team Zorgcoördinatie
anderen
traumatisch verleden
Coördinator
(oorlogservaringen,
mentorprogramma
Opleiding loopt goed,
intakegesprek b
vluchtelingenachtergond
Externe mentor
regulier programma
GGZ nam geen
maal toe niet op
wordt gevolgd, geen
met haar op, on
GGZ:
speciale voorwaarden
verzoek daartoe
Beleidsmedewerker
aan praktijkplaats
school. Uiteinde
en misbruik). Slaap- en concentratieproblemen
Deelnemer vers
vluchtelingen/asielzoekers
deelnemer verh
Ambulante hulpverlening,
daarom post nie
medewerker asielzoekers
ontvangen.
meldde deelnemer aan bij team 21. man Friesland College
MBO-
Friesland College:
Gestoorde motoriek als
Consult en onde
metaal/werktuigbouw
Centrale zorgcoördinatie
gevolg van
Revalidatie Fries
niveau 4, BOL
Loopbaanadviseur
medicijngebruik
betaald door RO
Steunpunt Gehandicapten Bipolaire stoornis
Decaan unit techniek
(manisch-depressiviteit),
Begeleiders
dyslexie
oriëntatieprogramma
Euro) Conflicten met docenten
Informatie uit int Dyslexie
psychische prob
heeft niet geleid Revalidatie Friesland:
Deelnemer loop zowel
concrete afspra
Coördinator en
theoretisch als praktisch
de school en sc
psychologen arbeidsteam
vast aan begin
2de
van juiste
leerjaarÆ consult
randvoorwaard
GGZ:
arbeidsteam Revalidatie
Behandelend psychiater
Friesland en
Werkwijze schoo
Coördinator Centrum voor
beroepskeuzeonderzoek
name curatief
Nog geen duidelijke
Intensieve coac
UWV:
keuze gemaakt: er
nodig zijn op sch
WAJONG-traject in gang
worden veel haken en
de praktijk, hierv
gezet
ogen geconstateerd: op
echter geen ge
lichamelijk vlak
zou GGZ ingesc
(medicatie), op cognitief
moeten worden
vlak (capaciteitenÅÆ
(ambulante beg
wensen) en op sociaal-
en jobcoaching
Arbeidsrehabilitatie (CAR)
emotioneel vlak (stressgevoeligheid)
Deelnemer is all
bekend bij GGZ
66699.0V, CINOP, september 2003
Daarom aanmelding bij
geen aandacht
Centrum voor
aan (beperking
Arbeidsrehabilitatie voor
studie- en beroe
werkervaringsplaats
overdracht/afst 11
Casus/ROC
Opleiding
Psychische handicap
Betrokkenen
Problematiek
Problemen
deelnemer/vragen/
organisatie/vrag
resultaat
met de (toekom WAJONG-traject inzetten
school
Periode bij Cent
arbeidsrehabilita deelnemer gee
onderwijsdeelne
eigenlijk uitgesc
worden. Dit hee gevolgen voor
studiefinancierin
trajectbewaking
Friesland Colleg
66699.0V, CINOP, september 2003
12
De 15 casussen die het Friesland College beschreven heeft voor de GGZ betreffen 8 vrouwen en 7 mannen. Zij variëren in leeftijd van 18 tot 27 jaar. Het gaat om deelnemers die uiteenlopende opleidingen volgen en verschillende klachten hebben. De school vraagt soms ook advies hoe om te gaan met de betreffende deelnemer. Wat is nodig om de opleiding met succes te kunnen vervolgen en zich weer beter te gaan voelen? De school vraagt steeds of de GGZ wil laten weten of de deelnemer gearriveerd is bij de GGZ.
66699.0V, CINOP, september 2003
13
2 Gebruik van het format regionaal arrangement/begeleidingsmodel Lang niet alle respondenten hebben het format gebruikt. In Drenthe heeft dit wellicht te maken met het wisselen van de contactpersoon bij het Drenthe College. Soms zijn ook beschrijvingen ingeleverd, die al voor de start van het project gemaakt zijn. Het invullen van het format is heel verschillend gebeurd. Sommigen hebben het erg summier gedaan, anderen zeer uitgebreid. In het format wordt gevraagd om per fase aan te geven welke activiteiten ondernomen zijn , wie erbij betrokken waren, welke interventies gedaan zijn, wat dit opgeleverd heeft en hoe een en ander gefinancierd is. Over het algemeen kan gezegd worden dat degenen die gebruik gemaakt hebben van het model uitgebreidere en vollediger casebeschrijvingen hebben geleverd. Degenen, die het format gebruikt hebben, stelden voor om het als (format voor) handelingsplan te gaan gebruiken. Opvallend is dat de meeste casussen beschreven zijn door medewerkers van ROC’s. Vier zijn er beschreven door een maatschappelijk werker. Met name de activiteiten zijn beschreven. In een aantal casusbeschrijvingen wordt niet duidelijk welke functionarissen erbij betrokken zijn. Financiering wordt bijna nergens vermeld. Dit kan komen doordat degenen die het format ingevuld hebben hiervan niet op de hoogte zijn of doordat de extra activiteiten niet extra bekostigd zijn.
66699.0V, CINOP, september 2003
14
3 Conclusies per provincie 3.1
Drenthe
In principe is er in het Drenthe College een organisatiestructuur aanwezig en zijn er afspraken met betrekking tot signalering van handicaps en doorverwijzing naar de cursistenservice (tweede lijn) door de opleiding (mentor, eerste lijn). In de praktijk blijkt dit niet altijd te werken. In een geval wordt geconstateerd dat de mentoren de problematiek van een deelnemer niet onderkend hebben. Conclusie is dat mentoren en opleidingen beter geïnformeerd moeten worden over het signaleren van psychische problematiek en het (kunnen) inschakelen van de cursistenservice. De expertise en dienstverlening van de cursistenservice zou duidelijker gecommuniceerd moeten worden met de opleidingen. Bij een andere casus wordt geconstateerd dat bij bepaalde psychische aandoeningen de prognose onvoorspelbaar is. Dat wordt door de opleiding als een probleem ervaren. De contacten tussen de school en Nidos (voogdijvereniging voor AMA’s) lopen in een casus niet goed. Nidos is onbereikbaar (alleen antwoordapparaat) en belt niet terug, ook niet na herhaaldelijk inspreken op het antwoordapparaat. Uit de casussen wordt niet duidelijk of er reeds sprake is van structurele samenwerking tussen onderwijs en GGZ, noch hoe deze samenwerking vorm gegeven wordt. Wel wordt duidelijk dat er soms doorverwezen wordt door onderwijs naar GGZ en dat in een geval de adviseur van de cursistenservice als contactpersoon fungeert tussen deelnemer, mentor en GGZ. 3.2
Groningen
In Groningen zijn 3 ROC’s actief in het project Inclusion 2000: het Alfacollege, het Noorderpoort College en het Menso Alting College. De casussen zijn afkomstig van het Alfa-college en het Noorderpoort College. Ze zijn beschreven door een contactpersoon gehandicapten van een van de opleidingen van het Noorderpoort College en door een orthopedagoog van ACTING (Alfa-college Toont Initiatief Naar Gehandicapten). ACTING is een geïntegreerd onderdeel van de Studentendienst. Beide scholen hebben het format gebruikt. In het Noorderpoort College zijn afspraken met betrekking tot doorverwijzing vanuit de opleiding. In een geval is sprake van doorverwijzing vanuit de opleiding naar de tweede lijnsbegeleiding van Cursistendienstverlening (CDV). Vraag van de school is of het zinvol zou zijn om – met toestemming 66699.0V, CINOP, september 2003
15
van de deelnemer en haar ouders – contact op te nemen met de psycholoog. Tevens vraagt men zich af hoe actief je ouders betrekt bij het begeleidingsproces. Het Alfa-college heeft binnen de Studentendienst ACTING, een tweedelijns voorziening voor deelnemers met een handicap. Bij de Studentendienst van het gehele Alfa-college werken onder andere vijf orthopedagogen. Opleidingen kunnen deelnemers doorverwijzen naar de Studentendienst en ACTING. De orthopedagoog kan onderzoek doen en de deelnemer/opleiding begeleiden bij en adviseren ten aanzien van extra ondersteuning/afspraken tijdens de opleiding, onder andere op het gebied van communicatieve vaardigheden, zelfvertrouwen en assertiviteit (onder andere RET), ondersteunen van de deelnemer tijdens groepslessen, aanpassingen in examens en stage, enzovoorts. Er wordt door de orthopedagoog een handelingsplan opgesteld, dat met de mentor en deelnemer besproken wordt. ACTING kan ook helpen met het aanvragen van een uitkering en/of aanpassingen en voorzieningen. ACTING constateert een paar problemen: •
na vroegtijdig stoppen met een BOL-opleiding in verband met PDD-NOS moet een deelnemer een half jaar wachten voor deze gebruik kan maken van Rea-faciliteiten. Deelnemers met aandoeningen zoals PDDNOS komen vaak van het Voortgezet Speciaal Onderwijs. Het gaat dan om kleine, overzichtelijke scholen waar met een orthopedagogische blik naar de leerlingen gekeken wordt. De overstap naar het ROC is dan heel groot. Er wordt meer zelfstandigheid verwacht van deelnemers en er wordt vaak in kleine groepjes gewerkt. Dit is voor deelnemers met PDDNOS en aanverwante stoornissen vaak moeilijk.
•
het CWI blijkt niet te zijn ingesteld op het vinden van werk voor mensen met PDD-NOS.
•
Financiering is een groot probleem. Deelnemers met psychische problemen hebben extra tijd en aandacht nodig, waarvoor geen financiering is. Dit wordt nu vaak in de vrije tijd gedaan door docenten en begeleiders. De andere scholen, die deelnemen in het project Inclusion 2000 ervaren hetzelfde probleem.
3.3
Friesland
In Friesland zijn de casussen door twee ROC’s beschreven: ROC Friese Poort en het Friesland College. Binnen ROC Friese Poort is dit gebeurd door het Bureau Traject Advies Begeleiding. Daarbij is tweemaal gebruik gemaakt van het format. De andere vier casussen zijn afkomstig uit dossiers van een 66699.0V, CINOP, september 2003
16
bedrijfsmaatschappelijk werkster, die door de contractafdeling van het ROC in dienst is genomen om deelnemers aan sociale activerings- en reïntegratietrajecten te begeleiden. Zij heeft met name verslag gedaan van haar (begeleidings)activiteiten. De bedrijfsmaatschappelijk werkster functioneert op het snijvlak van onderwijs en hulpverlening. Zij is als hulpverleenster de school binnengehaald. In een geval heeft zij nog doorverwezen naar het Algemeen Maatschappelijk Werk, in de andere gevallen leek haar hulpverlening te volstaan. Het ging bij deze cases steeds over mensen, die al een verleden met psychische problemen hadden en nu via het sociale activeringstraject de draad op proberen te pakken. Betaald werk is voor hen meestal nog een brug te ver. Ze doen vaak werkervaring op en gaan vrijwilligerswerk doen of in een enkel geval een opleiding. De deelnemers van het regulier onderwijs binnen het ROC volgen beiden een BOL-opleiding. In een geval heeft doorverwijzing naar Maatschappelijk Werk plaats gevonden via de vertrouwenspersoon van de school. Binnen het Friesland College zijn twee casussen uitgebreid beschreven door de coördinator van het Steunpunt Gehandicapten. Als een deelnemer bij de intake aangeeft te maken te hebben met psychische of andere problemen, dan volgt een verlengde intake. Als tijdens de opleiding problemen geconstateerd worden, dan kan de decaan van de unit de deelnemer doorverwijzen naar het team Zorgcoördinatie. Dit team heeft als taak de trajecten van de aangemelde deelnemers te bewaken en waar nodig externe contacten te leggen en onderhouden. Het team heeft onder andere contacten met de GGZ. De coördinator van het Steunpunt gehandicapten heeft tevens 15 gevallen beschreven van deelnemers die tussen 2000 en 2002 vanuit het ROC door haar zijn doorverwezen naar de GGZ omdat ze zodanige psychische problemen hadden dat de school diagnose en eventueel behandeling door de GGZ van belang achtte.
66699.0V, CINOP, september 2003
17
4 Conclusies ten aanzien van de doelstellingen met betrekking tot begeleid leren •
Lang niet altijd wordt aan het begin van een opleiding gesignaleerd dat iemand te maken heeft (of heeft gehad) met psychische beperkingen. Herhaaldelijk wordt vermeld dat mensen niet opnieuw geconfronteerd willen worden met hun verleden, de problemen die toen speelden en de hulpverlening waarmee men toen in aanraking is geweest. Zij waren met een schone lei begonnen, maar werden toch weer geconfronteerd met de oude problematiek. In een aantal gevallen werd de informatie door de deelnemers wel gegeven, maar deed de school er in eerste instantie niets mee. In een aantal gevallen gaf de deelnemer aan dat deze nog psychische problemen had. En soms manifesteerden de problemen zich pas tijdens de opleiding. Geconstateerd kan worden dat er in de opleidingen binnen ROC’s nog sprake is van een taboe om onder woorden te brengen dat iemand psychische problemen en/of een psychische stoornis heeft. Er bestaat nog geen vanzelfsprekendheid om iemand naar de tweedelijns voorziening binnen de school door te verwijzen. Veelal wordt er in de opleidingen zelf “gedokterd” en “gepsychologiseerd” in plaats van tijdig te signaleren en door te verwijzen, zodat er – als dat nodig is – een handelingsplan gemaakt kan worden en eventueel doorverwezen kan worden naar de GGZ.
•
Onderwijsvernieuwingen zoals competentiegericht leren en probleemgestuurd onderwijs kunnen voor deelnemers met psychische problemen moeilijkheden opleveren. Er wordt een andere structuur aangeboden, die een appèl doet op communicatieve en samenwerkingsvaardigheden. Er moet veel in kleine groepen samengewerkt worden, deelnemers moeten (deel)taken op zich nemen. De vraag/zorg is of deze vormen van onderwijs deelnemers met psychische problemen uitsluiten.
•
Opvallend is dat de meeste personen die beschreven zijn in de casussen wat ouder zijn dan de gemiddelde deelnemer. Dit kan te maken hebben met het feit dat een deel van de beschreven mensen reeds een geschiedenis in de GGZ had en daarom vertraging op heeft gelopen. Voor deze mensen is specifieke deskundigheid soms onontbeerlijk. ROC’s hebben zelf vaak deskundigheid in huis om de problematiek te diagnosticeren, een handelingsplan op te stellen en waar nodig door te verwijzen naar GGZ.
66699.0V, CINOP, september 2003
18
•
Deelnemers met psychische problemen hebben vaak meer moeite met het vinden van een stage- of werkplek. Ook is het vaak moeilijk om zich te handhaven op de werkplek. Uit de casusbeschrijvingen blijkt dat deelnemers soms van opleiding wisselen omdat hun stoornis teveel beperkingen met zich meebrengt om de opleiding tot een goed eind te brengen. Ouderen, die als gevolg van psychische problemen hun studie eerder hebben moeten staken, hebben vaak een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zij volgen sociale activeringstrajecten. Betaald werk is niet altijd mogelijk. Dan is vrijwilligerswerk of een werkervaringsplaats een alternatief.
66699.0V, CINOP, september 2003
19
5 Conclusies ten aanzien van de samenwerking tussen onderwijs en geestelijke gezondheidszorg •
De meeste casusbeschrijvingen zijn gemaakt door medewerkers van onderwijsinstellingen. Deze beschrijven onderwijsdeelnemers met psychische problemen. Daarnaast is er een beperkt aantal casussen dat mensen beschrijft die in een reïntegratietraject of sociaal activeringstraject zitten.
•
In een aantal gevallen wordt geen gewag gemaakt van contact met de GGZ.
•
In het Alfa-college is een organisatiestructuur opgezet voor deelnemers met een handicap. Er is een werkwijze ontwikkeld, waarbij de opleidingen deelnemers met een handicap, die belemmeringen ervaren als gevolg van hun handicap doorverwijzen naar ACTING, het steunpunt voor deelnemers met een handicap. Dit steunpunt fungeert als tweede lijnsvoorzieningen in het ROC. Er is onder andere een orthopedagoog in dienst, die de deelnemers kan onderzoeken, begeleiden en als het nodig is kan doorverwijzen. Deelnemers met psychische problematiek kunnen doorverwezen worden naar een GGZ-instelling in de regio, waarbij contact onderhouden wordt tussen ROC en GGZ om de begeleiding en voortgang af te stemmen, met goedvinden van de deelnemer. Deze werkwijze zorgt voor tijdige signalering en doorverwijzing.
•
In Friesland kan iemand alleen via de huisarts toegang tot de GGZ krijgen. Voor de scholen is dit een probleem: zij kunnen daardoor niet rechtstreeks contact opnemen met de GGZ en deelnemers doorverwijzen.
•
Uit de casusbeschrijvingen blijkt dat het onderwijs en de GGZ elkaar nog nauwelijks kennen en kunnen vinden. Het onderwijs moddert vaak te lang alleen door en verwacht soms teveel van deelnemers met psychische problematiek of kan onvoldoende flexibel inspelen op de specifieke behoeften van deze deelnemers. De GGZ weet onvoldoende van de (on)mogelijkheden van het onderwijs en kan cliënten onvoldoende voorlichten en doorverwijzen.
•
Het is van belang dat het onderwijs goed op de hoogte is van de diensten en expertise die de GGZ kan leveren en dat men weet hoe men deze kan bereiken (plaats, tijd, wachtlijsten, kosten, e.d.). Binnen het onderwijs zou er meer kennis moeten zijn om psychische problematiek te signaleren en te weten wanneer doorverwijzen van belang is. Tevens is het belangrijk dat de GGZ op de hoogte is van de (on)mogelijkheden
66699.0V, CINOP, september 2003
20
van het onderwijs. En dan gaat het niet alleen om informatie over het aanbod aan opleidingen, maar ook over mogelijkheden als flexibele instroom, rekening houden met vermoeidheid, ander dagritme, medicijngebruik, afstemming met behandeling(stijden), en dergelijke. •
Onduidelijk is of de GGZ trajectbegeleiding (begeleid leren) kan bieden aan (ex-)cliënten met een opleidingswens en zo ja, of deze begeleiding tijdens de opleiding voortgezet kan worden.
66699.0V, CINOP, september 2003
21
6 Aanbevelingen Ten aanzien van BVE-instellingen •
Signaleer zo mogelijk aan het begin van de opleiding of iemand te maken heeft (gehad) met psychische problematiek;
•
Zorg voor een goede overdracht van relevante informatie door de toeleverende school, bijvoorbeeld in doorstroomdossier of portfolio. Niet om de deelnemer te stigmatiseren, maar om de deelnemer binnen boord te houden en op maat te kunnen bedienen;
•
Docenten uit het Voortgezet Speciaal Onderwijs constateren een toename van deelnemers met ADHD, ADD en PDD/NOS. Voor deze deelnemers is de overstap naar het middelbaar beroepsonderwijs moeilijk. Aan de niveau 1 en 2 opleidingen binnen de ROC’s nemen relatief veel van zulke deelnemers deel. De vraag is of het raadzaam is aparte klassen voor deze jongeren te vormen naar analogie van de ‘time-out-klassen’, waar jongeren tijdelijk een veilige plek vinden als het even niet meer gaat. Op deze wijze wordt het schoolsysteem aangepast aan de leermogelijkheden van de deelnemers. Andere mogelijkheid is om klassen te verkleinen tot 15 deelnemers en/of meer individuele begeleiding aan te bieden;
•
Onderwijsvernieuwingen zoals competentiegericht leren en probleemgestuurd onderwijs kunnen voor deelnemers met psychische problemen moeilijkheden opleveren. Er wordt een andere structuur aangeboden, die een appèl doet op communicatieve en samenwerkingsvaardigheden. Er moet veel in kleine groepen samengewerkt worden, deelnemers moeten (deel)taken op zich nemen. Hiervoor is specifieke aandacht nodig om te zorgen dat deelnemers met psychische problemen niet uitgesloten worden;
•
BVE-instellingen maak beleid ten aanzien van de financiering van het onderwijs aan deelnemers met een (psychische) handicap. Stel vast wat regulier gefinancierd kan worden en wat additioneel gefinancierd moet worden;
•
Betrek een orthopedagoog bij de (verlengde) intake indien psychische problemen geconstateerd worden bij de aanmelding. De orthopedagoog kan een handelingsplan opstellen en eventueel doorverwijzen;
•
Investeer in een goede tweedelijns voorziening in het ROC, zodat vroegtijdig gesignaleerd wordt en deelnemers minder tussentijds ongediplomeerd uitstromen en/of een verkeerde
66699.0V, CINOP, september 2003
22
onderwijs/beroepskeuze maken (denk aan rendementsbekostiging, en dergelijke); •
Registreer binnen de BVE de deelnemers die te maken hebben/krijgen met psychische problematiek. Zo krijgt de instelling zicht op de omvang van de doelgroep en kunnen er tijdig specifieke voorzieningen en/of maatregelen getroffen worden;
•
Werk binnen het ROC samen met de contractafdeling als het gaat om het aanvragen van een WAJONG-uitkering of PGB.
Ten aanzien van de GGZ-instellingen •
Zorg dat de leeftijdsgrens van Jeugdzorg en GGZ niet te strikt gehanteerd wordt om te voorkomen dat jongeren en jongvolwassenen tussen wal en schip vallen. Zorg daarbij voor bij voorkeur een loket voor medewerkers van BVE-instellingen;
•
Registreer binnen de GGZ de cliënten die een opleidingswens hebben. Vraag bij de intake of men een opleiding volgt en of er contacten zijn met een opleidingsinstelling.
Ten aanzien van arbeidstoeleiding •
Het UWV zou idealiter de aanvragen voor een WAJONG-uitkering sneller moeten behandelen zodat mensen met een psychische handicap sneller aan een opleiding kunnen beginnen of deze kunnen voortzetten met de benodigde extra’s of naar arbeid toegeleid kunnen worden;
•
Het CWI dient meer kennis te verwerven om mensen met PDD-NOS toe te leiden naar de arbeidsmarkt.
Ten aanzien van de samenwerking tussen BVE, GGZ en/of arbeidstoeleiding •
GGZ zou SPV-ers in scholen kunnen stationeren (vergelijk SPV-ers in huisartsenpraktijken). Zo creëer je een laagdrempelige consultatiemogelijkheid voor deelnemers en medewerkers;
•
Organiseer een duidelijk doorverwijzingssysteem binnen het ROC en tussen ROC en GGZ;
•
Zorg dat scholen op tijd doorverwijzen naar ter zake kundigen (intern naar zorgteams/steunpunt studie en handicap en extern naar GGZ) en niet door blijven modderen met deelnemers die te maken hebben/krijgen met psychische problemen;
•
Maak afspraken over gedragsregels tussen eerste en tweede lijn binnen de school en tussen ROC en GGZ;
•
Organiseer deskundigheidsbevordering vanuit GGZ voor onderwijs met betrekking tot signalering, ziektebeelden, mogelijkheden en
66699.0V, CINOP, september 2003
23
onmogelijkheden. Hierbij dient aandacht besteed te worden aan vaardigheden, kennis en attitude; •
Organiseer deskundigheidsbevordering vanuit onderwijs voor GGZ met betrekking tot organisatie van het onderwijs en onderwijsaanbod;
•
Organiseer vanuit de GGZ trajectbegeleiding, waarbij cliënten begeleid worden van behandeling via opleiding naar arbeid (sluitende aanpak), waarbij goede afstemming met het onderwijs plaats vindt;
•
Besteed specifieke aanacht aan scholing en (re)integratie voor mensen met psychische problemen;
•
Verbeter de communicatie tussen de instellingen (UWV, Reïntegratiebedrijf, GGZ, onderwijs) die betrokken zijn bij het (re)integratieproces van mensen met psychische beperkingen.
66699.0V, CINOP, september 2003
24
BIJLAGE Lijst met gebruikte afkortingen ACTING
Alfa-college Toont Initiatief Naar Gehandicapten
ADD
Attention Deficit Disorder
ADHD
Attention Deficit Hyperactive Disorder
AMA
Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker
AZG
Academisch Ziekenhuis Groningen
BOL
Beroepsopleidende leerweg
BPV
Beroepspraktijkvorming
BVE
Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
CAR
Centrum voor Arbeidsrehabilitatie
CDV
Cursistendienstverlening
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
DGO
Dienstverlening en GezondheidszorgOnderwijs
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
HBO-V
Hoger beroepsonderwijs Verpleegkunde
ISK/ISG
Internationale schakelklas/internationale
schakelgroep ITB
Individuele trajectbegeleiding
KTC
Kamertrainingscentrum
MBO
Middelbaar beroepsonderwijs
NL
Nederland
NPC
Noorderpoort College
O&S
Oriëntatie en schakelen
PDD-NOS
Pervasive Development Disorder Not other Specified (een aan autisme verwante stoornis)
PGB
Persoonsgebonden budget
RET
Rationeel-emotieve therapie
RIB
Reïntegratiebedrijf
ROC
Regionaal Opleidingen Centrum
SOVA
Sociale vaardigheden
SPV-er
Sociaal-psychiatirsch verpleegkundige
SPW
Sociaal-pedagogisch werk
UWV
Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen
VP
Verpleging
VZ
Verzorging
WAJONG
Wet arbeidsongeschiktheid jonggehandicapten
66699.0V, CINOP, september 2003
25
66699.0V, CINOP, september 2003
26