VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF KINDEROPVANG DE BOERDERIJ
Locatie Plaats Onderzoeksnummer. Datum onderzoek Datum vaststelling
HB3473706 VVE-rapport 11046
Kinderopvang De Boerderij Geesteren 11046 15-10-2012 06-12-2012
Onderzoeksdatum: 15-10-2012
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Tubbergen. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie. De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Tubbergen. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie. Werkwijze onderzoek Kinderopvang De Boerderij is een van de (voor)scholen die bezocht is door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: groepsbezoeken gesprekken met leidsters en/of leerkrachten gesprekken met ouders gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer. Inhoud rapport In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: de voorwaarden van VVE de ouders de kwaliteit van de educatie - het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden - het pedagogisch klimaat - het educatief handelen de ontwikkeling, zorg en begeleiding de kwaliteitszorg de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool de resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).
HB3473706 VVE-rapport 11046
Onderzoeksdatum: 15-10-2012
Pagina 2 van 8
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 16, waarvan 1 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep b: 16, waarvan 2 doelgroeppeuters Context: De Boerderij is twee jaar geleden gestart met VVE. Het aantal VVE kinderen is relatief laag. Deze kinderen vallen niet onder de gewichtenregeling, maar zijn door de jeugdgezondheidszorg geïndiceerd voor VVE vanwege zorgen rondom hun ontwikkeling.
HB3473706 VVE-rapport 11046
Onderzoeksdatum: 15-10-2012
Pagina 3 van 8
2. HET TOTAALBEELD De inspectie waardeert de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie op kinderopvang De Boerderij op meerdere domeinen van voldoende niveau. Het betreft hier met name de Condities waaronder VVE wordt uitgevoerd, het Ouderbeleid, het Pedagogisch klimaat en Educatief handelen van de leidsters en de basis in de Doorgaande lijn van de voor- naar de vroegschool. De ontwikkelpunten liggen vooral op de domeinen Ontwikkeling, begeleiding, zorg en in de Kwaliteitszorg. De condities waaronder VVE wordt uitgevoerd zijn grotendeels op orde. De certificering van de leidsters voor het VVE-programma vindt in november 2012 plaats. Een aandachtspunt is het VVEopleidingsplan. Tijdens het bezoek heeft de inspectie een gesprek gehad met enkele ouders. Zij zijn tevreden over het aanbod, het contact met de leidsters en de afstemming met leidsters over de ontwikkeling van hun kind. De ouders worden door de voorschool op verschillende manieren betrokken bij de ontwikkeling van hun kinderen en bij het aangeboden VVE-programma. Het opstellen van een gericht ouderbeleid met doelen is een ontwikkelpunt, evenals het motiveren van ouders om thuis ontwikkeling stimulerende activiteiten met hun kinderen te doen. Op kinderopvang De Boerderij is sprake van een positief pedagogisch klimaat. De leidsters creëren een warme sfeer waarin peuters positief ondersteund worden in hun ontwikkeling. De principes van het gebruikte programma zijn herkenbaar. Een verdere uitwerking van het aanbod om te komen tot een doelgerichte planning en een gedifferentieerd aanbod vraagt nog aandacht. In het educatief handelen is er veel interactie tussen leidsters en de kinderen. Ze zijn betrokken bij de kinderen en spelen mee om het spel te verrijken. Hun houding is responsief en er is aandacht voor gerichte taalontwikkelingsactiviteiten. Op het domein Ontwikkeling, begeleiding en zorg is de differentiatie een ontwikkelpunt. Van planmatige begeleiding van de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind en van evaluatie van de aanboden begeleiding en zorg is te weinig zichtbaar. De externe zorg is op alle onderzochte indicatoren van voldoende niveau. De kwaliteitszorg gericht op VVE is op nagenoeg alle indicatoren een verbeterpunt voor de kinderopvang. Door VVE in de reguliere kwaliteitszorgcyclus op te nemen kan dit versterkt worden. Voor de doorgaande lijn zijn gemeente breed netwerkbijeenkomsten gepland, waaraan de kinderopvang deelneemt. Dit biedt goede voorwaarden voor de ontwikkeling van een inhoudelijke afstemming van het aanbod, het pedagogisch klimaat, het educatief handelen, ouderbeleid en de organisatie van de interne begeleiding en zorg. De directie van de kinderopvang herkent de aangegeven ontwikkelpunten en is bereid deze op te pakken.
HB3473706 VVE-rapport 11046
Onderzoeksdatum: 15-10-2012
Pagina 4 van 8
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS
Naam gemeente
Tubbergen
A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Uk en PUk A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor tweeënhalf jaar VVE? A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle leidsters zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
Ja Kinderopvang De Boerderij 3 2
3 3 3
3 3 2 2
Alle leidsters volgen de opleiding voor het VVE programma Uk en Puk. Tevens wordt er een leidster geschoold als opleider voor Uk en Puk zodat interne scholing mogelijk is. Naar verwachting vindt in november 2012 certificering plaats. Het perspectief op verbetering van deze indicator is daarmee positief (A5.4). De VVE scholing is sinds de start van VVE op De Boerderij gericht op het VVE programma. Er is nog geen jaarlijks VVE-scholingsplan (A5.5).
B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
Kinderopvang De Boerderij 2 3 3 2 3 3 3
De ouders van de voorschool waarmee de inspectie heeft gesproken zijn tevreden over de contacten met de leidsters van de kinderopvang. Zij ervaren de ondersteuning bij de begeleiding van hun kinderen en het delen van de zorg als positief. In het ouderbeleid van De Boerderij is geen visie met bijbehorende doelen voor VVEouderparticipatie vastgelegd. Een uitwerking,op basis van een analyse van de kenmerken van de ouderpopulatie en wensen van ouders, kan versterkend werken op ouderbetrokkenheid van de voorschool(B1). Bij de overgang van de dreumesgroep naar de peutergroep vindt er intern een overdracht plaats vergezeld van een observatieformulier, waardoor leidsters bij aanvang in de peutergroep een goed beeld hebben van de ontwikkelingsbehoefte van het kind. Het aantal VVE kinderen is relatief laag. Voor deze kinderen wordt informatie over de ontwikkeling van het kind in een schriftje bij gehouden door ouders, leidsters en indien betrokken, logopedist en fysiotherapeut. Hierin staan ook mogelijkheden om thuis ontwikkelingstimulerende activiteiten te
HB3473706 VVE-rapport 11046
Onderzoeksdatum: 15-10-2012
Pagina 5 van 8
doen. De Boerderij ervaart dit als succesvol en wil dit structureel invoeren voor zorgkinderen. Het verstrekken van informatie alleen is niet genoeg om ouders te motiveren thuis VVE activiteiten te doen. Het dagschriftje is een positief uitgangspunt om dit verder uit te werken (B4).
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Kinderopvang De Boerderij 3 2 3 2 3 3 3 3 3
2 3 3 3 3 3 2
De kinderopvang werkt met het VVE programma Uk en Puk. De jaarplanning van de thema’s vindt centraal plaats. De leidsters werken deze vervolgens uit in een weekplanning en volgen daarbij de themakaternen van Uk en Puk, waardoor de vier ontwikkelingsgebieden evenredig aan bod komen. In de planning staan de activiteiten centraal en ontbreekt een beschrijving van doelen gericht op groeps- en kindniveau. Ook is niet inzichtelijk in hoeverre er sprake is van een gedifferentieerd aanbod afgestemd op de ontwikkelingsbehoefte van de kinderen (C1.2 en C1.4). Het pedagogisch klimaat op De Boerderij is kindvriendelijk en warm. De kinderen kunnen spelen en leren in een prettige omgeving, waarbij de leidsters oog hebben voor het stimuleren van de sociale vaardigheden van de kinderen. Er is sprake van veel interactie tussen leidsters en peuters. De leidsters begeleiden de kinderen in het ontwikkelen van hun zelfstandigheid, onder andere door middel van het gebruik van dagritmekaarten. De peutergroep van De Boerderij beschikt over een ruime, verzorgde zolderruimte. Naast verschillende hoeken is er ruime aandacht voor het gebruik van echte materialen die passen bij het thema en is er sprake van een rijke speel- en leeromgeving. Het educatief handelen van de leidsters kenmerkt zich door een responsieve houding naar de peuters. Zij verrijken het spel van de kinderen door gerichte en bewuste spelinterventies, door open vragen te stellen of iets toe te voegen aan het spel. Ook is zichtbaar dat de leidsters in de omgang met de kinderen gericht zijn op de taalontwikkeling. De onderlinge afstemming tussen leidsters is vooral gericht op organisatorische aspecten. Deze afstemming kan meer verdieping krijgen door de taakverdeling binnen het educatief handelen vast te leggen en daarbij doelen te stellen (C 3.1).
HB3473706 VVE-rapport 11046
Onderzoeksdatum: 15-10-2012
Pagina 6 van 8
Ten slotte vraagt de relatie tussen de resultaten en conclusies van de uitgevoerde observaties en een daarop afgestemd aanbod op verschillen tussen peuters nog nadere aandacht. Een dergelijke differentiatie is op dit moment nog niet uitgewerkt (C3.7).
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voorschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kinderopvang De Boerderij 2 2 2 2 3 3 3
De kinderen op De Boerderij worden gevolgd in hun ontwikkeling op drie van de vier ontwikkelingsgebieden. Voor taal, motoriek en sociaal-emotioneel houden de leidsters de ontwikkeling bij. Aangezien dit niet het geval is voor de rekenkundige ontwikkeling is dit een verbeterpunt (D1.1). Tevens is de op de observatie volgende begeleiding en zorg een ontwikkelpunt. Nadere analyse en begeleiding vragen hier nog aandacht, met name gericht op het formuleren van (tussen)doelen en het beschrijven van planmatige begeleiding gericht op de groep, kleine groep en individuele kinderen. Door een dergelijke planmatige benadering kan beter gevolgd worden of ingezette acties tot de juiste resultaten leiden. Bovendien is daarmee ook aantoonbaar in hoeverre gerichte interventies plaatsvinden op de begeleiding van de taalontwikkeling (D1.2, D1.3, D1.4). Als er peuters zijn die zorg nodig hebben die de kinderopvang zelf niet kan bieden, schakelt zij externe zorgdeskundigen in. De jeugdgezondheidszorg is daar altijd bij betrokken. Voor zorgkinderen wordt er een handelingsplan gemaakt wat één keer in de drie maanden in een multidisciplinair overleg besproken en bijgesteld wordt. De directeur van de kinderopvang voert hierover de regie.
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 E2 E3 E4 E5
Er is VVE-coördinatie in de voorschool De voorschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig De voorschool evalueert de VVE-resultaten van alle kinderen De voorschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen De voorschool borgt de kwaliteit van haar VVE-educatie
Kinderopvang De Boerderij 3 2 2 2 2
De kwaliteitszorg op De Boerderij is op orde waar het de VVE-coördinatie betreft. De directeur is hier verantwoordelijk voor. De voorschool heeft haar procedures en protocollen beschreven, maar de kwaliteitszorg is nog niet specifiek gericht op de kwaliteitsaspecten van VVE. Dit zijn ontwikkelpunten (E2, E3, E4, E5).
HB3473706 VVE-rapport 11046
Onderzoeksdatum: 15-10-2012
Pagina 7 van 8
F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F3.1 Wanneer sprake is van een zorgkind, is er een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd
Kinderopvang De Boerderij 3 2 3 3 2 2 2 2
De peuters van De Boerderij stromen voornamelijk uit naar de basisscholen in Geesteren en Langeveen, beide basisscholen met VVE. Dit is niet vastgelegd in concreet beleid (F2). Vanuit de gemeente is coördinatie van VVE belegd bij een stafmedewerker van TOF (Tubbergens Onderwijs Federatie). In de gemeente Tubbergen is één overdrachtsformulier ontwikkeld voor alle voor- en vroegscholen. Voor doelgroepkinderen vindt er altijd een warme overdracht plaats. Voor zorgkinderen kan de kinderopvang een half jaar voor de overdracht een medewerker van TOF inschakelen die de onderwijsbehoefte van het kind in kaart brengt en kan adviseren over het vervolg. Gemeentebreed is de doorgaande lijn sinds twee jaar georganiseerd middels grote en kleine VVE netwerken. Alle leidsters en leerkrachten zijn hierbij betrokken, waardoor er sprake is van gestructureerde contactmomenten en regelmatige afstemming. Dit betekent dat het perspectief gunstig is om ook een inhoudelijke doorgaande lijn te effectueren (F4, F5, F6, F7). 4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
HB3473706 VVE-rapport 11046
Onderzoeksdatum: 15-10-2012
Pagina 8 van 8