RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Vrije School de Vuurvogel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij Vrije School de Vuurvogel

Plaats : Zoetermeer BRIN-nummer : 06MQ Onderzoeksnummer : 127897 Datum schoolbezoek : 22 november 2012 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 4 maart 2013

Kwaliteitsonderzoek Vrije School de Vuurvogel | 22 november 2012

Inhoud 1

Inleiding 5

2

Bevindingen 7

3

Toezichtarrangement 13

pagina 3 van 13


1

Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 22 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op Vrije school De Vuurvogel naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van weten regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. De inspectie heeft voor De Vuurvogel een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten mogelijk onvoldoende zijn. Op 29 oktober 2012 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften

Toezichthistorie In november 2008 heeft de inspectie een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het onderwijs op De Vuurvogel. Ook hier vormde de aanleiding mogelijke tekortkomingen in de opbrengsten en het onderwijsleerproces. Doordat de school toen geen samenhangend systeem van instrumenten had kon de inspectie de leerresultaten van de leerlingen niet beoordelen. Toch constateerde de inspectie een aantal positieve ontwikkelingen. De school had belangrijke stappen gezet om het periodeonderwijs vorm te geven met behulp van de kerndoelen, men wilde het leerlingvolgsysteem versneld compleet maken, de planmatigheid van de zorg was voldoende en kwaliteitszorg was in ontwikkeling. De inspectie constateerde in 2008 ook risico's zoals de verschillende werkwijzen tussen leraren, het onderwijs dat niet was afgestemd op de verschillen in ontwikkeling van kinderen en het feit dat de school onvoldoende systematisch de leeropbrengsten van de leerlingen evalueerde. Bovendien kampte het bestuur van de school toen ook al met financiële problemen. In 2010 heeft de inspectie het bestuur geattendeerd op de risicovolle tussen- en eind-opbrengsten. In 2012 heeft de inspectie het bestuur hierover het bestuur gewaarschuwd. Het bestuur heeft hier niet adequaat op gereageerd waardoor de onderwijskwaliteit verder is verslechterd.

Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten het conceptplan van aanpak van 1 november 2012.

pagina 5 van 13


• •

• • •

De gegevens van rekenschap Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de klassen, 1, 2, 3, 4, 5 6 en één kleuterklas. Bovendien is de I-klas bezocht. Gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van de indicatoren. Een gesprek met leraren. Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur na afloop van het schoolbezoek.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: Opbrengsten - De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Onderwijsleerproces - De aangeboden leerinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. - De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. - Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. - De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken. - De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Zorg en begeleiding - De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen - Leerlingen die dat nodig blijken te hebben krijgen extra zorg Kwaliteitszorg - De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg. - De voorwaarden voor kwaliteitszorg zijn aanwezig. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

pagina 6 van 13


2

Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2011. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.

Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

1

2

3

4

5 z

z z z

1

2

3

z z z z

pagina 7 van 13

4


Kwaliteitsaspect 3 Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.

Kwaliteitsaspect 4 Schoolklimaat 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.

Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

1

2

3

4

z

1

2

3

4

z

1

2 z

3

4

z z

1

2

3

4

3

4

3

4

3

4

3

4

z z z z

1

2 z z

Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.

Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan. 10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan. 10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken.

1

2 z z z z

1

2 z z z z z z

1

2 z z z

z

pagina 8 van 13


Naleving weten regelgeving NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO) NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).

ja

nee

z z z z z

2.2 Beschouwing Context van de school De Vuurvogel is een Vrije school die al een tijd in zwaar weer zit. Na een brand en verbouwing zijn de afgelopen zes jaar veel verschillende mensen verantwoordelijk geweest voor de dagelijkse aansturing. Er was veel ziekteverzuim en het bestuur is sinds 2008 geconfronteerd met financiële problemen. Ondanks de problemen bleef een aantal leraren toch gemotiveerd, maar soms ook geïsoleerd in hun eigen klas onderwijs geven. Sinds dit schooljaar heeft de school weer een directie die het voorzichtige vertrouwen krijgt van het team en de ouders. Het team en vooral de leerlingen vragen om eenduidigheid, continuïteit, veiligheid, structuur en het voortzetten van een aantal positieve ontwikkelingen waar vorig schooljaar een start mee is gemaakt. Tot slot wordt er door het bestuur gewerkt aan de verbetering van de financiële situatie. Toch geven recente ontwikkelingen een hoog financieel risico aan dat er toe heeft geleid dat het financiële toezicht verder is verscherpt door de directie Rekenschap. Deze ontwikkeling maakt duidelijk dat de financiële ruimte voor investeringen in het onderwijsproces beperkt is. In het verbetertraject zal derhalve nadrukkelijk aandacht moeten worden besteed aan de implicaties van voorgenomen activiteiten voor de financiële positie. Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op De Vuurvogel als zeer zwak. De ingezette ontwikkelingen van 2008 zijn niet doorgezet. De school is zelfs in een neerwaartse spiraal terecht gekomen. De kwaliteit van de school blijft dan ook bij een groot aantal kwaliteitsaspecten achter bij wat van een basisschool mag worden verwacht. Zo kunnen de eindopbrengsten niet beoordeeld worden en zijn de tussentijdse opbrengsten onvoldoende. Naast een aantal kernindicatoren zijn vijf normindicatoren en kwaliteitszorg onvoldoende. Bovendien kan de school niet aantonen dat leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. De inspectie ziet dit als een ernstige tekortkoming aangezien de school een speciaal onderwijsklas heeft. In deze speciale klas heeft de inspectie grote risico's in het onderwijsleerproces geconstateerd. Naar het oordeel van de inspectie moet het bevoegd gezag daarom tot zo spoedig mogelijke afbouw van deze klas overgaan. Hieronder volgt een toelichting op het oordeel. Opbrengsten Zoals in het algemeen beeld is genoemd zijn de eindresultaten niet beoordeeld.

pagina 9 van 13


In 2010 waren er nog onvoldoende gegevens voorhanden om nu in 2012 een betrouwbaar oordeel over de eindopbrengsten over drie jaar te kunnen geven. Toch zien de eindresultaten van 2011 en 2012 er zeer risicovol uit. De resultaten van beide jaren liggen ruim onder de norm van de inspectie. Bovendien zijn de tussenresultaten van de vijfde klas, de huidige zesde klas, bij rekenen/wiskunde en begrijpend lezen onvoldoende. Waardoor zeer waarschijnlijk de eindopbrengsten in 2013 ook onvoldoende zullen zijn. Ook de tussenresultaten zijn onvoldoende. Van de vijf meetmomenten zijn er drie onvoldoende en voor technisch lezen in de eerste klas zijn geen gegevens. Het technisch lezen en het rekenen/wiskunde in de tweede klas en het rekenen/ wiskunde in de vierde klas zijn onvoldoende. Het begrijpend lezen in de vierde klas is voldoende. Een zorgelijk beeld want bij een grofmazige analyse van de inspectie wordt zichtbaar dat er te weinig leerrendement uit kinderen wordt gehaald en er zelfs, met name in de bovenbouw, achteruitgang zichtbaar is. Het is dan ook belangrijk dat er concrete, goede evaluaties van de leerresultaten worden gemaakt door het in kaart brengen van de groei van de vaardigheidscores op individueel niveau, groeps- en schoolniveau. Dan pas kunnen er doelgerichte conclusies worden getrokken voor het onderwijs. Het is positief dat er een start is gemaakt met het in kaart brengen van de leerresultaten van de kinderen. Dit kan een uitgangspunt worden gebruikt voor verdere analyses en het stellen van doelen. In hoeverre leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen is niet vast te stellen en daarmee onvoldoende. De school heeft voor deze leerlingen geen ontwikkelingsperspectief vastgesteld met tussendoelen en een daaraan gerelateerd leerstofaanbod. Helemaal op De Vuurvogel is dat een ernstige omissie aangezien de school er destijds bewust voor heeft gekozen ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften onderwijs te bieden door een speciale klas hiervoor in te richten en een aantal leerlingen met extra hulp in het reguliere onderwijs te laten participeren. De sociale competenties kan de inspectie niet beoordelen aangezien de school geen gebruik maakt van een genormeerd instrument om dit in kaart te brengen. Maar dit schooljaar is de school wel gestart met een observatie-instrument waarin de sociaal-emotionele component ook wordt gevolgd. Onderwijsleerproces De school kan onvoldoende inzichtelijk maken dat het onderwijs op De Vuurvogel aan de kerndoelen voldoet. Het onderwijs is niet eenduidig en is er geen samenhang. Door het ontbreken van een helder aanbod en duidelijke, inzichtelijke afspraken sluiten de verschillende leerjaren onvoldoende op elkaar aan en ontbreekt het fundament van het onderwijs. Vorig schooljaar is er een start gemaakt om de kerndoelen te integreren in het periodeonderwijs en dit vast te leggen. Met behulp van planningen zou dan weer een toereikend aanbod in de school gebracht worden. Deze invoering is te vrijblijvend gebleven waardoor er binnen het team verschillend mee is omgegaan en het onduidelijk is wie nu wat heeft aangeboden. Het ontbreken van een volledig aanbod ziet de inspectie als één van de belangrijkste oorzaken van de slechte leerresultaten. De basis ontbreekt. Een basis die noodzakelijk is vooral ook voor de Integratiegroep, want vanuit een doelmatig en volledig aanbod wordt het pas mogelijk aanpassingen te maken die aansluiten bij de speciale leerbehoeften van deze kwetsbare kinderen. De conclusie van de inspectie is dat de school met name ook voor deze leerlingen niet een passend en toereikend aanbod biedt.

pagina 10 van 13


Door het ontbreken van continuïteit in het management en de personeelsbezetting is er geen stevige basis in de vorm van een concrete heldere schoolafspraken over didactiek en pedagogiek. Voor een deel van het team is niet duidelijk wat er precies van ze verwacht wordt. Leraren zijn daardoor, op basis van hun professionaliteit, gewend geraakt eigen keuzes te maken. Dat komt tot uitdrukking tijdens de lesobservaties in de groepen. De meeste leraren realiseren daardoor nog wel een taakgerichte werksfeer en leerlingen zijn over het algemeen actief betrokken.Toch is ook dit kwetsbaar door de grote verschillen binnen het team. Bij het merendeel van de leraren is het geven van een duidelijke uitleg onvoldoende. Dat heeft te maken met het ontbreken van uitleg en indien er wel uitleg wordt gegeven is er vaak geen heldere structuur en duidelijkheid, worden doelen niet benoemd en niet nagegaan of de leerlingen het hebben begrepen. Een ander punt van aandacht is dat de leraren op De Vuurvogel het onderwijs onvoldoende afstemmen op de verschillen in ontwikkeling van de leerlingen. Er wordt over het algemeen klassikaal les gegeven en bij de leerinhouden, de instructie, de verwerkingsopdrachten alsmede de onderwijstijd wordt weinig rekening gehouden met de grote verschillen die er zijn tussen de leerlingen op De Vuurvogel. Gezien de grote verschillen in ontwikkeling van de leerlingen op De Vuurvogel, zowel in de groepen als in de I-klas, is juist het planmatige afstemmen van het onderwijs op de verschillen in ontwikkeling essentieel. De inspectie heeft het schoolklimaat met een voldoende beoordeeld maar gezien de geschiedenis van de school, misschien de verschillende ideeën over de school en de uiteenlopende werkwijzen van leraren is dit wel een onderwerp dat de nadrukkelijke aandacht vraagt van het team en de directie. De zorg en begeleiding De school heeft geen samenhangend systeem van genormeerde instrumenten om de prestaties van de leerlingen te volgen. Er ontbreken toetsen zoals de kleutertoetsen en het is onduidelijk hoe en wanneer de toetsen worden afgenomen. Zo lijkt bijvoorbeeld, uit de gegevens, dat er veel leerlingen zijn die twee keer dezelfde toets maken. Bovendien ontbreekt het aan methodegebonden toetsen en of zijn er bijna geen toetsen die leraren gemaakt hebben om de stof te toetsen. Hierover zijn ook geen duidelijke afspraken en is het niet mogelijk om de leerlingen goed te volgen, (fouten)analyses te maken van de resultaten en op basis daarvan conclusies te trekken voor het vervolg. Bij de I-klas is helemaal onduidelijk wat en op welke wijze wordt getoetst en hoe de voortgang van de ontwikkeling van de kinderen wordt gepland en bewaakt. Door het ontbreken van een groot aantal basisvoorwaarden is de zorg en begeleiding in zijn geheel onvoldoende. Voor de gehele schoolpopulatie en in het bijzonder voor de I-klas is onvoldoende inzichtelijk gemaakt welke leerlingen welke vorm van extra zorg nodig hebben. Het ontbreekt aan goede analyses van leer- en ontwikkelingsachterstanden. Deze vormen echter wel de basis om extra zorg aan specifieke leerlingen concreet en passend te maken. Uit de registraties en tijdens de lesobservaties maakt de inspectie op dat er voor alle leerlingen die extra zorg nodig hebben deze niet wordt gepland. Het is niet zichtbaar dat er consequent wordt gewerkt aan de zorg. Binnen de zorg ontbreekt het over het algemeen aan concrete doelen, een tijdpad, evaluatiemomenten en de afstemming tussen de betrokkenen. Kwaliteitszorg en de voorwaarden van kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is op De Vuurvogel op alle indicatoren onvoldoende. Ook de voorwaarden van kwaliteitszorg heeft de inspectie grotendeels als onvoldoende beoordeeld.

pagina 11 van 13


Het ontbreken van aansturing, zicht op waar de school heen wil en waar de school staat, concrete afspraken, het vastleggen van afspraken en deze ook evalueren ziet de inspectie als een belangrijke oorzaak van de zeer zwakke onderwijskwaliteit. Gelukkig is dit schooljaar, na een lange afwezigheid van duidelijke aansturing, dit weer opgepakt door twee directeuren. Beide zijn ook werkzaam op twee andere scholen van het bestuur. Inmiddels heeft deze directie deels samen met het team en de ouders een analyse gemaakt waarin de knelpunten van de school zijn weergegeven. Hiermee wordt de gezamenlijke betrokkenheid voor de kwaliteit zichtbaar en op hoofdlijnen wordt enige richting beschreven voor de toekomst. Bovendien kunnen er bouwstenen uitgehaald worden voor een plan van aanpak met concrete doelen, een tijdpad, verantwoordelijke personen en wanneer en de wijze waarop de plannen worden geëvalueerd. Het ontbreekt op De Vuurvogel aan een duidelijke visie, over wat voor school De Vuurvogel wil zijn en waar de school wil uitkomen. Uitkomsten die ook noodzakelijk waren geweest om stevige besluiten te nemen over de toekomst van de I-klas. Maar ook voor de wijze waarop de school het gedachtegoed van de school wil integreren in opbrengstgericht onderwijs. Belangrijk daarbij is dat de school goed inzicht heeft in haar leerlingenpopulatie. Nu kent de school de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie nog onvoldoende waardoor er geen gefundeerde keuzes gemaakt kunnen worden voor de inrichting van het onderwijs. Daarbij worden de leeropbrengsten van de leerlingen op De Vuurvogel onvoldoende geëvalueerd, waardoor het niet goed mogelijk is om conclusies voor het onderwijs te trekken en doelen te stellen. Vanzelfsprekend moeten nieuwe ontwikkelingen worden geborgd en verantwoord aan belanghebbenden.

pagina 12 van 13


3

Toezichtarrangement De Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de Vrije school De Vuurvogel een aangepast arrangement zeer zwak toe. De school valt onder intensief toezicht. Met het bestuur is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in 2014 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het derde kwartaal van 2014 een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Verder maakt de inspectie nadere afspraken met het bestuur over te bereiken tussenresultaten en over een tussentijds kwaliteitsonderzoek naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Het bestuur herkent zich in de bevindingen van de inspectie en onderschrijft de noodzaak maatregelen te nemen die opheffing van de geconstateerde tekortkomingen als doel hebben. De minister wordt van de geconstateerde tekortkoming(en) op de hoogte gesteld. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

pagina 13 van 13

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. Vrije School de Vuurvogel

Recommend Documents