Rapport over het Verloskundig Samenwerkingsverband rond het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam Inspectiebezoek in het kader van het thematisch toezicht geboortezorg, op 11 maart 2015
Utrecht, maart 2016
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Inhoud
1
Inleiding ..................................................................................................... 3 1.1
Achtergrond ................................................................................................... 3
1.2
Vraagstelling voor het inspectiebezoek............................................................... 4
1.3
Methode ........................................................................................................ 4
1.4
Afbakening ..................................................................................................... 5
2
Resultaten inspectiebezoek......................................................................... 6 2.1
Algemene informatie en kerndata ...................................................................... 6
2.2
Governance; organisatiestructuur VSV .............................................................. 7
2.3
Samenwerking in de praktijk ............................................................................ 8
2.4
Continuïteit van zorg tijdens de zwangerschap, getoetst aan het beleid voor kwetsbare zwangeren .................................................................................... 11
2.5
Continuïteit van zorg bij de bevalling ............................................................... 15
2.6
Gegevensoverdracht ...................................................................................... 18
3
Conclusies ................................................................................................. 20
4
Handhaving ............................................................................................... 21
5
4.1
Maatregelen en aanbevelingen voor het VSV .................................................... 21
4.2
Vervolgacties inspectie .................................................................................. 21
Verbeteracties gemeld door het VSV ......................................................... 22
Bijlage 1. Toetsingskader Thematoezichtonderzoek Geboortezorg ......................................... 24 Bijlage 2. Bezoekprogramma ........................................................................................... 39
Pagina 2 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
1
Inleiding
In het kader van haar toezichthoudende taak heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg op 11 maart 2015 een bezoek gebracht aan het Verloskundig Samenwerkings Verband (VSV) rond het AMC te Amsterdam. Doel van dit bezoek was het toetsen op de werkvloer van de samenwerking rond zwangerschap en bevalling en de voortgang van de implementatie van het advies van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte ‘Een goed begin’. De nadruk lag bij dit bezoek op de zorg rond de kwetsbare zwangere. 1.1
Achtergrond De ‘geboortezorg’ in Nederland staat sinds een aantal jaren hoog op de professionele, politieke en maatschappelijke agenda vanwege een relatief hoog percentage ongunstige perinatale uitkomsten. De Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte bracht in 2010 het advies ‘Een goed begin’ (SZG-advies) uit met een groot aantal aanbevelingen om de kwaliteit van perinatale zorg te verbeteren.1 De minister van VWS stelde het College Perinatale Zorg (CPZ) in om de aanbevelingen uit het SZG-advies nader uit te werken en de implementatie te coördineren en te faciliteren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie) acht perinatale gezondheid een graadmeter voor de kwaliteit van de gezondheidszorg. Zij beschouwt het SZGadvies dan ook als niet vrijblijvend en acht het noodzakelijk dat het veld zijn eigen aanbevelingen omzet in concrete doelen en daden. Zij ziet erop toe dat het veld de adviezen voor de noodzakelijke voorwaarden voor veilige zorg rond zwangerschap en geboorte naleeft om vermijdbare schade voor moeder en kind te voorkomen. Zij heeft daartoe in 2012 en 2013 inspectiebezoeken gebracht aan een kwart van alle VSV’s in Nederland. Deze bezoeken maakten deel uit van een groter inspectieonderzoek gericht op de veiligheid van zorg voor moeder en kind rond zwangerschap en geboorte.2 De bezoeken lieten zien dat het veld voortvarend aan de slag was gegaan met de aanbevelingen uit het SZG-advies, maar dat het tempo per regio verschilde. Op veel onderdelen voldeden de meeste bezochte VSV’s aan de in het toetsingskader genoemde normen. Waar dat niet het geval was, vroeg de inspectie om binnen drie of zes maanden (afhankelijk van het onderwerp) aan te geven dat de noodzakelijke verbeteringen gerealiseerd waren. In haar eindrapport3 vroeg de inspectie alle nietbezochte VSV’s na te gaan in hoeverre zij aan diezelfde normen voldeden en waar nodig eveneens binnen drie dan wel zes maanden de nodige verbetermaatregelen te nemen.
1 Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte. Een goed begin. Veilige zorg rond zwangerschap en geboorte. 2010 2 Inspectie voor de gezondheidszorg. Mogelijkheden voor verbetering geboortezorg nog onvolledig benut Samenvattend eindrapport van het inspectieonderzoek naar de invoering van het Advies van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte. Utrecht, juni 2014. www.igz.nl/onderwerpen ->geboortezorg 3 Inspectie voor de gezondheidszorg. Verloskundige samenwerkingsverbanden: acute zorg veiliger, preventie is blijven liggen. Utrecht, juni 2014. www.igz.nl/onderwerpen ->geboortezorg Pagina 3 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
In een follow-up onderzoek (periode eind 2014 – 2015) toetste de inspectie dit met een schriftelijke vragenlijst (zelfevaluatie) in de vorm van een web based survey (WBS) bij alle niet-bezochte VSV’s. Daarnaast bezoekt zij opnieuw een aantal regio’s om de samenwerking rond de geboortezorg in de praktijk te onderzoeken, en te zien hoe de antwoorden op de schriftelijke uitvraag zich verhouden tot de samenwerking in het VSV in de praktijk. 1.2
Vraagstelling voor het inspectiebezoek 1. In hoeverre voldoet de samenwerking binnen het VSV aan de veldnormen en de aanbevelingen uit het SZG-advies. 2. Hoe is de continuïteit van zorg geregeld tijdens de zwangerschap, getoetst aan het beleid en de praktijk bij de zorg voor de kwetsbare zwangere. 3. Hoe is de continuïteit van zorg geregeld bij de bevalling, zowel in de acute situatie als in de niet-acute situatie, getoetst aan het beleid en de praktijk rond overdracht en verantwoordelijkheidsverdeling.
1.3
Methode Om tot een verantwoord oordeel te kunnen komen gebruikt de inspectie een verkorte versie van het bezoekinstrument dat bij de bezoeken in 2012 en 2013 werd gehanteerd. De vragen hierin sluiten aan bij het SZG-advies en bij risico’s die naar voren kwamen bij calamiteiten en uit eerder thematisch toezicht. Het instrument is daarnaast gebaseerd op relevante wetgeving (Kwaliteitswet, wet BIG, WGBO) en de veldnormen die de koepelorganisaties en beroepsverenigingen ter zake hebben ontwikkeld. De onderwerpen zijn verdeeld in aandachtsgebieden die per aandachtsgebied gescoord worden. Het hierbij gebruikte toetsingskader staat in bijlage 1. Na verwerking van commentaar op het conceptrapport voegt de inspectie in het definitieve rapport aanbevelingen en verbeteracties toe (hoofdstuk 3). De resultaten in hoofdstuk 2 zijn gebaseerd op het bestuderen van de zelfevaluatie (de ingevulde vragenlijst) en de vooraf opgevraagde documenten, en vervolgens op gesprekken met: - het VSV-bestuur - vertegenwoordigers van eerstelijns verloskundigenpraktijken - leidinggevenden van de verloskundeafdeling - gynaecologen - klinisch verloskundigen - arts-assistenten - O&G-verpleegkundigen. Tijdens een onaangekondigd bezoek aan de verlosafdeling van het ziekenhuis werden daarnaast gesprekken gevoerd met de dienstdoende professionals. Daarin kwam onder meer de dossiervoering, de personele bezetting, de overdrachten en de bekendheid van (nieuwe) protocollen aan de orde. Een overzicht van het bezoekprogramma en opgevraagde documenten staat in bijlage 2.
Pagina 4 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
1.4
Afbakening Het onderzoek betrof de samenwerking rond de (kwetsbare) zwangere. De inspectie geeft in dit rapport geen oordeel over de individuele zorgverlening en individuele zorgverleners voor zover het niet hun bijdrage aan de samenwerking betreft.
Pagina 5 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
2
Resultaten inspectiebezoek
In dit hoofdstuk zijn in de tabellen de scores uit de zelfevaluatie van het VSV weergegeven, met daarnaast de beoordeling van de inspectie. Bij bijzonderheden, of indien niet aan de norm wordt voldaan, of als de beoordeling afwijkt van de zelfevaluatie, is een toelichting toegevoegd. 2.1
Algemene informatie en kerndata In de eerste lijn waren in de VSV-regio Amsterdam ZO (VSV-klein)in 2014 in totaal 1355 bevallingen, waarvan 157 (12%) thuisbevallingen. De 214 (16%) poliklinische en de 984 (72%) medische bevallingen uit de eerste lijn vonden zowel in het AMC als in andere ziekenhuizen in Amsterdam plaats. In het AMC waren in 2014 1476 medische bevallingen. Dit betrof, naast bevallingen uit de VSV-regio, ook medische bevallingen van andere praktijken uit Amsterdam en de derdelijns regio-overstijgende bevallingen. Daarnaast werden in het AMC 315 poliklinische bevallingen begeleid door de eerste lijn, zowel uit de VSV-regio als door andere praktijken uit Amsterdam. In de eerste lijn werken 24 verloskundigen in 6 verloskundigenpraktijken. Er zijn geen verloskundig actieve huisartsen in de regio. Het merendeel van de verloskundigen is maat in vrijgevestigde verloskundigenpraktijken, enkelen werken in loondienst. De verloskundige praktijken VIDA en Bijlmermeer zijn de grootste partners in de samenwerking met het AMC en vormen hiermee het VSV-klein. Acht Amsterdamse kraamzorgorganisaties hebben zich verenigd in het KSV Groot Amsterdam, en zijn vertegenwoordigd in het VSV. In het ziekenhuis zijn 5 verloskamers, waarin zowel klinische als poliklinische bevallingen plaatsvinden. Er zijn 2 kamers, die in geval van drukte ook gebruikt kunnen worden als verloskamers. Twee kamers hebben een sluis en kunnen worden gebruikt voor (beschermende) isolatie. Eén van deze twee kamers kan ook als obstetrische High Care gebruikt worden. Er zijn 3 triage-/behandelkamers die zijn ingericht voor problematiek van jonge zwangerschappen, voor spoedconsulten en overige consulten. Aangrenzend aan de verloskamers is een reanimatiekamer met een ‘giraf’, een couveuse waarvan het deksel open kan zodat het kind niet van tafel naar couveuse verplaatst hoeft te worden. De kraam/verlosafdeling heeft in totaal 20 bedden. De afdeling voor zwangere vrouwen met complicaties heeft 10 bedden, waarvan er 4 voor obstetrische High Care zijn ingericht. Op de kraamafdeling zijn 10 kamers ingericht voor moeder en partner, waarvan er 2 zijn gelegen naast de medium care voor de neonaat. Op de kraamafdeling wordt gewerkt volgens het family centered care concept. In het ziekenhuis werken 26 gynaecologen (23 fte) waarvan 10 perinatologen, 26 arts-assistenten, waarvan 17 in opleiding tot gynaecoloog, en 14 klinisch verloskundigen waarvan 2 de opleiding tot klinisch verloskundige hebben gevolgd. Daarnaast hebben 5 verloskundigen de wetenschappelijke masteropleiding Pagina 6 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
afgerond, 2 verloskundigen hebben de eerstegraads docentenopleiding en 2 verloskundigen zijn gepromoveerd. Er is de intentie samen te werken met het VUmc en te komen tot een gezamenlijk Vrouw Kind Centrum. Hiertoe worden al werkbezoeken over en weer gebracht en best practices uitgewisseld. Een gezamenlijk elektronisch patiëntendossier is overeengekomen en zal in 2015 in het AMC het eerst worden ingevoerd. De populatie in de regio kent een hoog percentage kwetsbare zwangeren. Er is veel grootstedelijke problematiek, zoals een laag opleidingsniveau en een nietNederlandse culturele achtergrond. Een van de eerstelijns verloskundigen schat het percentage onverzekerden in haar praktijk op meer dan twintig procent. Deze vrouwen komen over het algemeen laat in zorg (>20 wk). 2.2
Governance; organisatiestructuur VSV Het SZG-advies bevat specifieke voorwaarden voor de samenwerking in het VSV. Dit betreft de aanwezigheid van een operationeel VSV, actieve deelname van alle professionals die samen de zorg rond zwangerschap en geboorte leveren, het realiseren van afstemming en onderling vertrouwen en het op lokaal niveau implementeren en uitvoeren van landelijke richtlijnen. De norm o.b.v. veldnormen en wetgeving
Score zelfevaluatie VSV
Score IGZ o.b.v. bezoek
Toelichting
Geformaliseerd actief VSV
D.
D.
Er is een formeel, in een notitie vastgelegd VSV met regelmatige bijeenkomsten, met een concrete agenda. Besluiten en notulen worden actief gecommuniceerd naar alle betrokkenen.
De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Het VSV is recent opnieuw ingericht om partijen beter bij elkaar te brengen, de samenwerking te formaliseren en het VSV te professionaliseren. Dit is per 22-01-2015 formeel vastgelegd. Besluiten en notulen worden actief gecommuniceerd naar alle betrokkenen. De besluitvormingsprocedure is beschreven.
Samenstelling VSV
D.
D.
Alle in het SZG-advies genoemde disciplines en instellingen nemen deel aan het VSV met gemandateerde vertegenwoordigers. Alle disciplines zijn bij de vergaderingen en in werkgroepen vertegenwoordigd.
De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Twee keer per jaar is er een VSV-groot vergadering, waarbij alle disciplines (gynaecologen, klinisch verloskundigen, verloskundigen 1e lijn uit wijde omgeving, kraamzorg, kinderartsen, huisartsen, arts-assistenten, jeugdgezondheidszorg, anesthesisten en medisch maatschappelijk werk) worden uitgenodigd. Diverse disciplines hebben zich aangemeld voor deelname in een werkgroep. Op indicatie wordt ambulancezorg uitgenodigd. Kinderartsen zijn sinds begin 2015 Pagina 7 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
formeel opgenomen in het VSV, maar nemen nog niet altijd actief deel aan het VSV. Visie en doelstelling VSV Het VSV heeft een missie / visie vastgelegd die bekend is bij alle aan het VSV deelnemende disciplines. Doelen zijn niet concreet benoemd.
Bestuurlijke verantwoordelijkheid VSV Het VSV heeft een multidisciplinair bestuur. De taken en bevoegdheden van het bestuur ten aanzien van de deelnemers zijn vastgelegd
2.3
C. De zorg voldoet aan de norm
D. De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
B. C. De zorg De zorg voldoet voldoet gedeelaan de telijk norm, aan de ervan norm, uitgaande maar er is dat het nog beverbetreffende tering document nodig inmiddels is vastgesteld
De visie is, in het kader van de nieuwe VSV-structuur, recent opgesteld door een multidisciplinaire groep en per 2201-2015 vastgesteld. De doelen zijn benoemd en hiervoor is een groot aantal werkgroepen opgenomen in het organigram. Het is een breed-gedragen idee dat elke zwangere ongeacht problematiek, wensen of omstandigheden altijd geholpen dient te worden (“verloskunde op maat”). Ook bij vrouwen met een medische indicatie wordt zoveel mogelijk de fysiologie van de baring bewaakt.
Het VSV heeft een multidisciplinair bestuur met een externe voorzitter, die ook is aangesloten bij het gemeentelijk overleg. Recentelijk is een organogram en een besluitvormingsprocedure voor het VSV geformuleerd. Deze is op de VSV-Groot vergadering van 15 juni 2015 ter stemming aangeboden, waarna aan invulling kan worden gewerkt.
Samenwerking in de praktijk
Het SZG-advies bevat specifieke voorwaarden voor de samenwerking in het VSV. Dit betreft, naast de in hoofdstuk 2.2 beschreven aanwezigheid van een operationeel VSV, actieve samenwerking van alle professionals die samen de zorg rond zwangerschap en geboorte leveren, het realiseren van afstemming en onderling vertrouwen en het op lokaal niveau implementeren en uitvoeren van landelijke richtlijnen.
Pagina 8 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
De norm o.b.v. veldnormen en wetgeving
Score zelfevaluatie VSV
Score IGZ Toelichting o.b.v. bezoek
Samenwerking binnen en tussen disciplines
C. De zorg voldoet aan de norm
B. De zorg voldoet gedeeltelijk aan de norm, maar er is nog verbetering nodig
Er is binnen het VSV consensus over het verwijsbeleid, eventuele knelpunten zijn bespreekbaar en het beleid wordt in de praktijk ook zo uitgevoerd. In de praktijk bestaat een goede werkrelatie tussen en binnen eerste en tweede lijn. Deelnemers kunnen elkaar aanspreken.
Er is een goede werkrelatie tussen de verschillende disciplines. Er wordt veelvuldig en gemakkelijk overlegd en deelnemers kunnen elkaar aanspreken. Er zijn met betrekking tot standaardprotocollen zoals serotiniteit verschillen in afspraken met de twee verloskundigenpraktijken die het meeste met het AMC werken. Deze afspraken zijn niet geformaliseerd en niet altijd bekend bij de artsassistenten. Eerstelijns verloskundigen ervaren de samenwerking hierdoor soms als stroef. Het AMC is een opleidingsziekenhuis met veel wisselende arts-assistenten. In de kliniek wordt onderkend dat het inwerken van arts assistenten en hen vertrouwd maken met de afgesproken logistiek in VSV-verband veel aandacht vergt en soms een bedreiging vormt voor de samenwerking tussen 1e en 2e lijn en. Het plan om bij bepaalde ‘enkelvoudige’ indicaties de begeleiding bij de eerste lijn te laten (“verlengde arm-constructie”) wordt niet door allen in het VSV omarmd; ook binnen de eerste lijn verschilt de visie hierop. Vanwege visieverschillen zijn niet alle verloskundige praktijken in het VSV lid van de Kring verloskundigen.
Toelatingsovereenkomst
C.
C.
Alle verloskundigen en verloskundig actieve huisartsen die gebruik maken van de verloskundige faciliteiten in een ziekenhuis hebben – individueel een schriftelijk vastgelegde toelatingsovereenkomst met het betreffende ziekenhuis.
De zorg voldoet aan de norm
De zorg voldoet aan de norm
Landelijke protocollen vertalen en implementeren
C.
C.
De zorg voldoet aan de norm
De zorg voldoet aan de norm
Er zijn in het VSV lokale protocollen die monodisciplinair zijn opgesteld maar ook door de
Uit de reactie van het VSV op het conceptrapport blijkt dat 83% van de verloskundige praktijkhouders in het gebied van het VSV-Groot (19 van de 23) een toelatingsovereenkomst met het AMC hebben gesloten. Men streeft naar een volledig up-todate toelatingsovereenkomstenbestand per 1 januari 2016. Protocollen worden bijgesteld in het verband van het Consortium Noord West Noord-Holland. Alle partijen conformeren zich hieraan, al vindt men dat niet altijd gemakkelijk. Via de Pagina 9 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
andere disciplines worden onderschreven, en in de praktijk ook door alle disciplines worden gevolgd / geïmplementeerd.
Deelname PRN Binnen het VSV nemen alle disciplines die betrokken zijn bij de perinatale zorg deel aan de registratie. De dekking is 100% van de zorggevallen.
Deelname PAN
website worden actuele protocollen gepubliceerd. Bij het onverwachte bezoek aan de afdeling bleek de vindplaats en inhoud van protocollen bekend bij de aangesproken professionals. D.
C.
De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
De zorg voldoet aan de norm
C.
C.
De zorg Er zijn binnen het VSV structurele voldoet multidisciplinaire aan de auditbesprekingen volgens de norm systematiek van de PAN, alle disciplines die betrokken zijn bij de perinatale zorg nemen daar aan deel.
De zorg voldoet aan de norm
Het AMC heeft als perinatologisch centrum in de regio een voortrekkersrol met betrekking tot de perinatale audit. Alle VSV-partijen nemen aan de auditbesprekingen deel. De e audit wordt in een multidisciplinaire werkgroep voorbereid en uitgewerkt.
De aanbevelingen worden belegd in het VSV of bij de betrokken discipline(s). Evaluatie van zorggegevens Binnen het VSV vindt een periodieke, tenminste jaarlijkse, evaluatie van de geboden geboortezorg plaats op basis van relevante gegevens (zoals overzicht parallelle acties, PAN, PRN en VOKS rapportages). Indien nodig leidt dit tot aanpassing van beleid.
B.
B. Het evalueren van zorg zowel De zorg De zorg disciplinair, interdisciplinair als binnen voldoet voldoet het VSV is nog geen gedeelgedeelvanzelfsprekendheid. telijk telijk aan de aan de In de tweede lijn worden PRN cijfers norm, norm, opgenomen in het jaarverslag. Zij maar er is maar er is worden niet gebruikt voor evaluatie van nog nog de zorg. Het monitoren van aantallen, verbeverbebereik en effect bij alle initiatieven tering tering gericht op de kwetsbare zwangeren is nodig nodig nog niet gebruikelijk. Men benoemde wel dat evaluatie van veranderingen in het zorgaanbod de basis zouden moeten zijn voor het evidence based invoeren van
Pagina 10 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
innovaties en ideeën, zoals Centering Pregnancy en de R4U-screening 4.
2.4
Continuïteit van zorg tijdens de zwangerschap, getoetst aan het beleid voor kwetsbare zwangeren
Bij calamiteiten in de verloskunde blijkt het ontbreken van voldoende continuïteit van zorg tijdens de zwangerschap vaak een rol te spelen. Dit klemt nog meer bij de begeleiding van een kwetsbare zwangere. Het SZG-advies noemt het tijdig signaleren en inschatten van risico’s essentieel voor een optimale uitkomst van zwangerschap en geboorte. Het gaat daarbij niet alleen om medische risico’s, maar ook om risico’s die voortvloeien uit leefstijl, huisvesting, armoede en (psycho)sociale factoren. Omdat bij de inspectiebezoeken in 2012 en 2013 bleek dat structurele, VSV-brede, aandacht voor kwetsbare zwangeren nog onvoldoende van de grond was gekomen, toetst de inspectie het beleid bij de prenatale zorg vooral aan de hand van het beleid voor de kwetsbare zwangere. De norm o.b.v. veldnormen en wetgeving
Score zelfevaluatie VSV
Score IGZ o.b.v. bezoek
Toelichting
Beleid bij ernstige psychosociale/psychiatrische problemen
B. D. Zie toelichting onder tabel De zorg De zorg voldoet voldoet gedeelaan de Het VSV heeft een samenhangend telijk norm en beleid van 0e, 1e en 2e lijn en aan de meer kraamzorg voor norm, dan de zwangeren/kraamvrouwen met maar er is minimum ernstige nog eisen psychosociale/psychiatrische verbeproblemen. Dit werkt in de tering praktijk goed. nodig
Beleid bij kwetsbare zwangeren
B. D. Zie toelichting onder tabel De zorg De zorg Het VSV heeft een samenhangend voldoet voldoet beleid van 0e, 1e en 2e lijn en gedeelaan de kraamzorg voor kwetsbare telijk norm en zwangeren. Dit werkt in de aan de meer praktijk goed. norm, dan de maar er is minimum nog eisen verbetering nodig
4 R4U: Rotterdam Reproduction Risk Reduction checklist Pagina 11 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Beleid laaggeletterden Zowel in de eerste lijn als in de tweede lijn als bij de kraamzorg en de JGZ is beleid gericht op laaggeletterden.
C. De zorg voldoet aan de norm
B. De zorg voldoet gedeeltelijk aan de norm, maar er is nog verbetering nodig
Professionals besteden in de praktijk wel aandacht aan het herkennen van laaggeletterde zwangeren.
C. De zorg voldoet aan de norm
C. De zorg voldoet aan de norm
Elke week is er een ‘poli-overleg’ waarin alle nieuwe tweede- en derdelijns zwangeren worden besproken, plus alle consulten of verwijzingen vanuit de eerste lijn. Ook kan de eerste lijn hier andere problematiek inbrengen. Deelnemers aan het poli-overleg zijn gynaecologen, arts-assistenten, klinisch verloskundigen, eerstelijns verloskundigen, co-assistenten. Tijd en middelen ontbreken om alle zwangeren te bespreken. Er is een protocol voor tussentijds bespreken. Consultatie van dienstdoende gynaecologen of artsassistenten op de poli gebeurt laagdrempelig.
Professionals besteden in de praktijk aandacht aan het herkennen van laaggeletterde zwangeren en passen voor de laaggeletterde zwangere de werkwijze aan. Bespreken individuele zwangeren Binnen het VSV zijn afspraken over hoe en welke zwangeren structureel besproken worden. Het bespreken van zwangeren vindt structureel plaats, zowel uit het eerste als uit het tweede echelon.
Beschikbare instrumenten zijn echter niet bij alle zorgverleners bekend en er is geen structurele toets bij de zwangere. Voorlichtingsmateriaal is niet aangepast op laaggeletterdheid.
Huisbezoek
B. B. Er is nog geen samenhangend beleid De zorg De zorg geformuleerd ten aan zien van Het VSV heeft een samenhangend voldoet voldoet huisbezoek. In de praktijk doet de beleid geformuleerd over doel en gedeelgedeelkraamzorg zoveel mogelijk een vroege organisatie van het huisbezoek en telijk telijk intake en deelt ze verkregen informatie over de wijze waarop de aan de aan de laagdrempelig met de verloskundige. relevante gegevens van het norm, norm, Bij ‘no-show’ van kwetsbare zwangeren huisbezoek met alle betrokken maar er is maar er is in de tweede lijn gaat de eerstelijns professionals worden gedeeld. nog nog verloskundige op huisbezoek. verbeverbetering tering nodig nodig Leefstijl en stoppen met rokenadvisering Er is een beleid voor stoppen met roken begeleiding in eerste en tweede lijn, inclusief overdracht aan de JGZ. Dit beleid is binnen het VSV afgestemd en wordt door
B. De zorg voldoet gedeeltelijk aan de norm, maar er is
B. De zorg voldoet gedeeltelijk aan de norm, maar er
Er is geen gezamenlijk beleid voor stoppen met roken in de eerste of tweede lijn. De eerste lijn gebruikt VMis, eigen tips of verwijst naar de Jellinek kliniek. Ze is niet op de hoogte welk beleid de tweede lijn hanteert na een eventuele verwijzing. De tweede lijn vraagt bij de intake en daarna in tweede en derde trimester naar het Pagina 12 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
allen in de praktijk gebracht.
nog verbetering nodig
is nog verbetering nodig
rookgedrag. Ze verwijst zwangeren door naar het programma van de Jellinekkliniek. Ze monitort niet hoeveel zwangeren verwezen worden of wat het resultaat ervan is. Knelpunt is dat veel zwangeren niet te motiveren zijn om te stoppen met roken. Het rookgedrag is vaak cultureel bepaald en de eigen bijdrage vormt een drempel voor deelname aan een programma.
Voorlichting aan de zwangere Er is in het VSV afstemming over de inhoud van de (prenatale) voorlichting aan zwangeren en de voorlichting in de verschillende echelons is eenduidig.
B. B. De zorg De zorg voldoet voldoet gedeelgedeeltelijk telijk aan de aan de norm, norm, maar er is maar er nog is nog verbeverbetering tering nodig nodig
De inhoud van de voorlichting is weliswaar in principe conform de gezamenlijke protocollen, maar de voorlichting is niet op elkaar afgestemd.
Beleid voor kwetsbare zwangeren Er is een VSV-breed beleid voor kwetsbare zwangeren met als uitgangspunt dat iedere zwangere ‘er mag zijn’; de hulp is niet oordelend, maar gaat uit van kansen. Gebruik van drugs en HIV worden beschouwd als een signaal voor de aanwezigheid van sociale problemen. De hulpverlening is gericht op het in kaart brengen van de sociale situatie en het hulpverlenersnetwerk voor en na de bevalling. Hierin wordt met Jeugdzorg en Jellinek samengewerkt, en ook is er vaak afstemming met het AMK (nu ‘veilig thuis’ geheten). Preconceptieadvies (PCA) werd aangeboden samen met de huisarts, maar het bereik was minimaal. In het kader van Healthy Pregnancy for all (HP4all) heeft de gemeente een gerichte mailing gestuurd aan alle vrouwen in de vruchtbare leeftijd en hebben de verloskundigen hiervoor avondspreekuren ingesteld. Dit heeft geleid tot een grote toeloop, met een deelname van 30 %. De indruk van de verloskundigen is dat de betreffende vrouwen aan het begin van de zwangerschap duidelijk beter geïnformeerd zijn. Er is een maandelijks overleg tussen gemeente, JGZ, de zorgverzekeraar en partijen die bij geboortezorg zijn betrokken. Hier komen beleidsvragen aan bod zoals het aantal zwangeren dat laat in de zorg komt. Bij dit overleg is ook een epidemioloog van het AMC betrokken; de resultaten van de overleggen zijn nog niet in de uitkomsten zichtbaar. Herkennen De afspraak om de R4U checklist te gebruiken, om vast te stellen of extra zorg nodig is, wordt nog niet door alle eerstelijns praktijken toegepast. Laaggeletterdheid Pagina 13 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
is geen onderdeel van deze screening. Voor niet Nederlands sprekende zwangeren gebruikt men de tolkentelefoon of hulp van tweetalige AMC-medewerkers. Eerstelijns praktijken maken naast de tolkentelefoon gebruik van VETC’ers5 of van de diensten van kraambureau ‘het Geboortecollectief’ dat veel informele tolken beschikbaar heeft. Het AMC heeft besloten om de kosten van de noodzakelijke tolkdiensten niet op de patiënt te verhalen, maar zelf te betalen. De door de zorgverlener bij het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN) geregelde tolkdiensten worden uit een centraal budget betaald. Specifieke begeleiding Sinds drie jaar bestaat in de regio een systeem van zwangerschapsbegeleiding in de vorm van groepsconsulten, Centering Pregnancy, waarin zwangeren zelf hun zorgvraag formuleren en elkaar informeren en corrigeren, met de verloskundige als mediator. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat Centering Pregnancy de zwangerschapsuitkomsten verbetert. Ongeveer een derde van de zwangeren maakt hiervan gebruik; deelnemende verloskundige praktijken hebben dus twee verschillende soorten spreekuren. Ook na eventuele verwijzing naar de tweede lijn blijven de zwangeren deze groepsconsulten in de eerste lijn volgen. Sinds een jaar is er nu ook Centering Parenting, nog in een pilot. Zwangeren met psychosociale problemen worden besproken in het wekelijkse polioverleg waarin ondermeer wordt besproken in hoeverre begeleiding in de eerste lijn mogelijk is. Overeengekomen beleid en plan worden vastgelegd in het elektronisch patiëntendossier dat voor alle partijen in te zien is. Eerstelijns praktijken die niet aanwezig waren worden telefonisch op de hoogte gebracht van uitkomsten. Ten behoeve van zorg op maat voor alle zwangeren zijn er in het AMC meerdere initiatieven, namelijk: KADEX (kinderen antenatale drugs expositie) & Zorg poli POM (Poli-op-maat; dit betreft de zorgvragen buiten de verloskundige indicatielijst) HIV-spreekuur Life-style poli (groepsconsulten olv een gespecialiseerd klinisch verloskundige) Stoppen-met-roken poli (i.s.m. de Jellinek). De KADEX fungeert als een zorgpad, waarbij afspraken worden vastgelegd in het digitale patiëntendossier (verloskunde) en de KADEX-map (kindergeneeskunde). Dit betreft de begeleiding in de zwangerschap, de indicatie voor klinische partus en kraambed, en opname van het kind. De begeleiding na de geboorte wordt antenataal al besproken, vastgelegd en in gang gezet. Hierbij ligt de nadruk op de ‘zwangerschap als nieuwe kans’ in plaats van op het gebruik van verslavende middelen. Waar mogelijk wordt terugverwezen naar de eerstelijnszorg. Het medisch maatschappelijk werk heeft een centrale rol. Er is een no-show beleid, een enkele maal raakt een zeer problematische zwangere ‘kwijt’ en worden instanties ingelicht naar de zwangere uit te kijken. De eerste lijn heeft daarnaast ook een eigen netwerk dat ze kan aanspreken bij kwetsbare zwangeren, zoals FIOM, maatschappelijk werk en schuldhulpverlening, Ze
5 VETC-er: Voorlichters eigen taal en cultuur Pagina 14 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
maakt vaak gebruik van het programma Voorzorg van het OKC en heeft veelvuldig overleg met huisartsen. Evaluatie Het programma HP4all, waarin ook het R4U (the Rotterdam Reproduction Risk Reductio checklist) is opgenomen wordt nog wetenschappelijk geëvalueerd. De resultaten zijn echter al zo positief dat besloten is tot definitieve invoering. Ervaren knelpunten De eigen bijdragen voor stoppen met roken en de kraamzorg zijn een drempel om van deze zorg gebruik te maken terwijl juist kwetsbare zwangeren deze ondersteuning nodig hebben. Sinds de overheveling van maatschappelijke zorg aan de gemeenten is het voor het medisch maatschappelijk werk vaak lastig een patiente adequaat te verwijzen. Het wordt als een knelpunt ervaren dat in de bekostiging geen ruimte is voor de extra zorg aan kwetsbare zwangeren. Het achterstandstarief functioneert niet: dat is formeel van toepassing op enkele postcodes, terwijl de problemen bij veel meer postcodes voorkomen. 2.5
Continuïteit van zorg bij de bevalling In het SZG-advies staan voorwaarden waaraan voldaan moet worden bij acute verloskundige problemen die in de eerste lijn ontstaan. Dit geldt ook voor acute situaties binnen de tweedelijn, waar tijdwinst kan worden bereikt door gelijktijdig met het oproepen van de gynaecoloog ook andere professionals met de benodigde extra of andere deskundigheid (zoals kinderarts, anesthesioloog of OK team) op te roepen (interne parallelle actie). Voor een verantwoorde begeleiding en bewaking tijdens de bevalling moeten moeder en kind kunnen rekenen op voldoende, aantoonbaar deskundige professionals die in hun samenwerking weten wat ze van elkaar kunnen verwachten De norm o.b.v. veldnormen en wetgeving
Score zelfevaluatie VSV
Score IGZ o.b.v. bezoek
Toelichting
Protocol parallelle actie
C.
C.
Het protocol ‘parallelle actie’ functioneert tweeënhalf jaar naar tevredenheid van de eerstelijns verloskundigen. Bij een acuut probleem thuis belt de verloskundige met de arts-assistent. Code rood betekent dat iedereen bij binnenkomst klaar staat. Bij een acuut probleem tijdens de bevalling op de (poli)klinische verloskamers kan iedereen gebruik maken van de noodbel. Er is geen structurele evaluatie.
De zorg Er is een protocol voor overdracht voldoet eerste- naar tweedelijn in geval aan de van een acute levensbedreigende norm situatie, en dit functioneert in de praktijk goed. De afspraken met de ambulancedienst zijn bekend. Voor een ‘parallelle actie’ binnen de tweedelijn zijn vastgelegde sluitende afspraken wie de bevoegdheid heeft OK-team en
De zorg voldoet aan de norm
Pagina 15 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
kinderarts in huis te roepen. Deze afspraken worden ad hoc geëvalueerd. Bewaking bij de bevalling/ medische bezetting
niet in WBS
Er is een GOP 7x24 uur in het ziekenhuis aanwezig. De gynaecoloog/GOP stelt zich regelmatig op de hoogte van de conditie van moeder en kind en het verloop van de baring.
D. De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
De gynaecoloog is oproepbaar en binnen 30 minuten aanwezig. Er is een beleid voor piekdrukte.
Begeleiding tijdens de bevalling Er zijn 7x 24 uur voldoende O&G verpleegkundigen/ kraamverzorgenden voor een verantwoorde begeleiding. Er is een beleid voor piekdrukte.
niet in WBS
B. De zorg voldoet gedeeltelijk aan de norm, maar er is nog verbetering nodig
In de nacht is altijd een arts assistent in opleiding en de tweedelijns verloskundige aanwezig. In de avond is daarnaast ook nog een jongste arts assistent aanwezig. De arts assistent in opleiding heeft dienst voor alle O&G-bedden. De dienstdoend gynaecoloog is altijd in huis en direct telefonisch beschikbaar voor complexe zaken of drukte. Daarnaast is er een perinatoloog als achterwacht bereikbaar en indien nodig binnen 30 minuten aanwezig.
Bij een poliklinische eerstelijns bevalling verlenen medewerkers van het ziekenhuis de verpleegkundige begeleiding. Op de verlosafdeling werken 2 O&G verpleegkundigen per dienst. Daarnaast zijn er afhankelijk van het tijdstip van de dag meerdere O&Gverpleegkundigen, een doktersassistente en een baliemederwerkster en afdelingsassistente aanwezig voor de zwangeren- en kraamafdeling. Er is een ‘bevalcoach’ die de barende actief kan begeleiden aanvullend aan de zorg van de verloskundige of O&G-verpleegkundige. Bij piekdrukte moet altijd contact worden opgenomen met de leidinggevende, zodat voor een oplossing kan worden zorggedragen. In de praktijk ervaren verpleegkundigen de bezetting op de verloskamers bij drukte echter als beperkt.
Bevoegdheid en bekwaamheid per niet in discipline WBS Professionals in opleiding treden pas zelfstandig op nadat bekwaamheid is getoetst, dit is
D. De zorg voldoet aan de norm en meer dan
Eerstelijns verloskundigen en hun waarnemers zijn alle ingeschreven in het kwaliteitsregister. Zij nemen deel aan scenariotrainingen (MedSim en SAVE). Binnen het ziekenhuis onderhouden Pagina 16 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
vastgelegd in een portfolio.
de minimum eisen
Er is een adequaat inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers en waarnemers. Er is structurele bijscholing voor het onderhouden van de bekwaamheid en er wordt geregistreerd en bewaakt wie welke training heeft gevolgd.
alle verpleegkundigen, verloskundigen en artsen hun bekwaamheid. Voor verpleegkundigen en tweedelijns verloskundigen is dit geborgd door het E-portfolio wat jaarlijks met de leidinggevende wordt besproken. Arts-assistenten worden geautoriseerd voor zij handelingen zelfstandig mogen doen. In het AMC zijn wekelijks acute situatie trainingen die openstaan voor eerstelijns verloskundigen. Hiervan wordt in de praktijk nog weinig gebruik gemaakt. Er is onlangs een VSV-brede communicatietraining geweest in het kader van de LOCOMOTIV-studie.
Taakafbakening in multidisciplinair verband
Niet in WBS
Binnen het ziekenhuis zijn duidelijke, vastgelegde afspraken over taakafbakening van de verschillende disciplines en het inroepen van extra deskundigheid en deze verlopen in de praktijk 24 uur per dag goed.
Foetale monitoring tijdens de bevalling Tijdens de tweedelijns bevalling is het 7x24 uur mogelijk op indicatie de foetale conditie te monitoren met CTG en MBO. Degene die de bevalling begeleidt is voldoende opgeleid en getraind om het CTG te beoordelen en het MBO te interpreteren.
Niet in WBS
D. De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
C. De zorg voldoet aan de norm
Taakafbakening verloopt in de praktijk goed. Professionals in het AMC functioneren in gezamenlijkheid in een positief opleidingsklimaat waarin elkaar beoordelen en feedback geven een natuurlijk gegeven is. Wekelijks is er een werkplekmanagement overleg, waarin een gynaecoloog, een klinisch verloskundige en de hoofdverpleegkundige zijn vertegenwoordigd. Hierin worden de gemaakte afspraken betreffende de taakafbakening geëvalueerd. Op alle kamers is CTG-registratie mogelijk. De CTG-apparaten zijn draadloos. Uit privacyoverwegingen heeft het AMC er bewust voor gekozen op de verloskamer niet de CTG’s van andere kamers inzichtelijk te maken. Ze zijn wel op meerdere schermen in overdrachtsruimten op zowel de kraam als de verlosafdeling te zien.
De dienstdoend gynaecoloog kan (indien niet aanwezig op verloskamer) de CTG-registratie op afstand bekijken.
Pagina 17 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Pijnbehandeling De zwangere wordt tijdens de zwangerschap goed voorgelicht over de mogelijkheden en risico’s van pijnbehandeling.
Niet in WBS
Op verzoek is een adequate en veilige vorm van pijnbehandeling mogelijk en dag en nacht laagdrempelig beschikbaar.
D. De zorg voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Er is een transmuraal pijnstilling durante partu. Tijdens de zwangerschap worden de zwangeren zowel op de polikliniek als tijdens de voorlichtingsavond van de eerste en van de tweedelijn voorgelicht over pijnstilling durante partu. Voor de pijnbehandeling wordt standaard epidurale pijnbestrijding aangeboden, tenzij deze is gecontraindiceerd. Indicatiestelling wordt altijd overlegd met een ander staflid. De samenwerking met de anesthesie wordt als prettig ervaren. De aios anesthesie lopen ook stage op de verlosafdeling.
2.6
Gegevensoverdracht Door zowel medische gegevens als afspraken in het dossier vast te leggen kunnen overdrachtsituaties veiliger worden gemaakt. In de zorg rond de zwangere zijn er veel mondelinge overdrachten, zowel van eerste naar tweede of derde lijn als binnen één echelon bij overdracht van de dienst. Het is bij deze overdrachten van belang dat zowel de belangrijkste medische en psychosociale gegevens als de eventuele vraagstelling en het advies of behandelplan op een systematische manier aan bod komen. Bij meldingen over calamiteiten blijken het ontbreken van een volledige overdracht of onduidelijkheid over afspraken over interventies vaak een rol te spelen.
De norm o.b.v . veldnormen en wetgeving
Score zelfevaluatie VSV
Score IGZ o.b.v. bezoek
Toelichting
Overdracht tussen professionals (binnen en tussen disciplines)
Niet in WBS
C. De zorg voldoet aan de norm
Uit gesprekken bleek dat de overdracht tussen eerste en tweede lijn gestructureerd en volledig verloopt. Er wordt expliciet aan de hand van SBAR gewerkt. Hierop wordt in eerste en tweede lijn gezamenlijk getraind.
De overdrachten tussen de disciplines en de overdrachten binnen een discipline verlopen gestructureerd op zodanige wijze dat overdracht van noodzakelijke gegevens en afspraken over het beleid geborgd is.
In het AMC zijn nog niet alle medische en verpleegkundige overdrachten gezamenlijk; er wordt toegewerkt naar een volledige integratie van alle overdrachten van artsen, verloskundigen en verpleegkundigen.
Pagina 18 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Dossiervoering Alle disciplines hebben een overzichtelijk patiëntendossier waarin zowel medische en verpleegkundige gegevens als afspraken over het beleid zijn vastgelegd en waarin bij overdracht van de zorg de relevante informatie van de voorgaande zorgverlener(s) is opgenomen.
C. De zorg voldoet aan de norm
Gegevens bij overdracht van zorg C. na een bevalling in het ziekenhuis De zorg voldoet Het ziekenhuis doet bij ontslag aan de van moeder/kind na een norm poliklinische (eerstelijns) bevalling een overdracht naar de kraamzorg en na een klinische (tweedelijns) bevalling een overdracht naar de kraamzorg, de verloskundige en de huisarts. Deze overdracht is gestructureerd, tijdig en volledig.
Overdracht van gegevens naar de B. JGZ bij afsluiting van het De zorg kraambed voldoet gedeelEr is een beleid voor overdracht telijk van kindgegevens naar de JGZ na aan de afsluiten van het kraambed in norm, eerste en tweede lijn en bij de maar er is kraamzorg. In de praktijk nog verloopt de overdracht verbegestructureerd, tijdig en volledig tering nodig
C. De zorg voldoet aan de norm
De eerstelijns verloskundige kaart wordt bij verwijzing in het ziekenhuisdossier ingescand. De gynaecologen gebruiken een digitaal dossier; de eerste lijn heeft hierin geen inzage. Kinderartsen gebruiken voor kwetsbare zwangeren waarbij zij zijn betrokken een papieren dossier. In 2015 wordt een nieuw elektronisch verloskundig dossier Amsterdam (EVA) ingevoerd voor zowel AMC als VUmc.
C. De zorg voldoet aan de norm
Bij ontslag na de bevalling geeft de klinisch verloskundige of de coassistent een volledige mondelinge overdracht aan de eerste lijn. Indien de moeder ondanks aandringen van de verloskundige geen professionele kraamzorg heeft genomen, worden de controles postpartum door de verloskundige gedaan.
De eerstelijns verloskundige sluit bij voorkeur het kraambed af ná de kraamzorg. Overdracht aan de Jeugdgezondheidszorg is schriftelijk en waar nodig met mondelinge toelichting. De huisarts wordt ingelicht en andere zorginstanties als dat aan de orde is. Op indicatie wordt ook Jeugdzorg op de hoogte gesteld. Of de overdracht tijdig en volledig verloopt, is niet aan de orde gekomen.
Pagina 19 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
3
Conclusies
Het VSV AMC is gereorganiseerd en sinds januari 2015 geformaliseerd. Het was ten tijde van het inspectiebezoek nog in de opstart fase, maar zag er veelbelovend uit. Er zijn regelmatige bijeenkomsten met een concrete agenda, besluiten en notulen worden naar alle betrokkenen gecommuniceerd. De visie wordt in de basis gedeeld, de doelen en prioritering zijn vastgelegd in een organigram en in juni in het grootVSV besproken. De samenwerking verloopt in de praktijk goed. Door het grote aantal specialisten en (wisselende) arts-assistenten op de afdeling verloskunde is continuïteit in de afstemming over de relatie met de eerste lijn een blijvend punt van aandacht. Het sluiten van toelatingsovereenkomsten tussen AMC en eerstelijns verloskundigen is geactualiseerd, dit wordt in de loop van 2015 afgerond. Afspraken over het beleid zijn vastgelegd in VSV-brede protocollen die zijn afgestemd met het regio-overleg Noord west. Hoewel evaluatie als basis voor evidence based beleid wordt benoemd, is VSV-brede evaluatie van de geboden geboortezorg op basis van relevante gegevens zoals overzicht parallelle acties, PAN, PRN en VOKS rapportages nog niet gebruikelijk. Er is een VSV-breed beleid voor kwetsbare zwangeren, redenerend vanuit de zwangere met als uitgangspunt dat iedere zwangere ‘er mag zijn’. Dat blijkt ook uit de poli op maat voor zwangeren met afwijkende zorgvragen. Het beleid, dat uit gaat van kansen, is goed gestructureerd en werkt in de praktijk goed. Het VSV neemt deel aan Healthy Pregnancy for all met een goed bereik bij de doelgroep. Er is nog geen structurele aandacht voor laaggeletterdheid. Het stoppen met roken beleid en het beleid voor huisbezoek in de zwangerschap voldoen nog niet aan de normen uit ‘Een goed begin’. De zorg bij de bevalling voldoet aan de norm. Er is 7x24 uur zowel een klinisch verloskundige als een arts-assistent en een gynaecoloog in het ziekenhuis aanwezig. In het ziekenhuis is veel aandacht voor opleiding, multidisciplinaire training en transparantie over de vaardigheid en deskundigheid van alle medewerkers. De opleidingssituatie maakt tegelijkertijd dat er veel wisselende gezichten zijn, waardoor extra aandacht nodig is voor de continuïteit van de zorg voor de zwangeren. Overdrachten binnen en tussen disciplines zijn volledig en gestructureerd. Gebruik van de SBAR wordt in eerste en tweede lijn gezamenlijk getraind. Overdracht naar de kraamzorg en indien nodig JGZ verloopt goed. Dossiers zijn deels digitaal en deels op papier en niet voor alle zorgverleners gelijkelijk in te zien.
Pagina 20 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
4
Handhaving
De conclusies uit het vorige hoofdstuk laten zien dat op een aantal punten nog verbeteringen nodig en mogelijk zijn. De hierna genoemde maatregelen sluiten aan bij de onderwerpen die ten tijde van het inspectiebezoek in maart 2015 nog niet of onvoldoende waren geregeld. 4.1
Maatregelen en aanbevelingen voor het VSV De inspectie verwacht uiterlijk 1 november 2015 een schriftelijke bevestiging van het VSV dat onderstaande verbeterpunten gererealiseerd zijn dan wel een tijdstip waarop dit het geval zal zijn. Dit betreft een bevestiging dat:
4.2
een adequaat beleid is opgesteld voor de begeleiding en bewaking van de bevalling bij piekdrukte op de verlosafdeling beleid is opgesteld voor specifieke beleidsaspecten voor kwetsbare zwangeren zoals het herkennen van en omgaan met laaggeletterdheid6, stoppen met roken begeleiding7, afspraken over doel en organisatie van het huisbezoek en het delen van de relevante gegevens daaruit met alle betrokken professionals en een VSV-breed beleid voor de voorlichting aan zwangeren; afspraken zijn gemaakt voor een jaarlijkse VSV-brede evaluatie van de verleende zorg op basis van PRN en overige relevante gegevens.
Vervolgacties inspectie De inspectie volgt de opvolging van de maatregelen schriftelijk. Daarnaast gebruikt de inspectie de resultaten bij de beoordeling van meldingen over de verloskundige zorg in deze regio.
6 Zie (bijvoorbeeld) de websites van de Alliantie gezondheidsvaardigheden (www.gezondheidsvaardigheden.nl/tipstools/) of van de stichting Lezen en schrijven (www.lezenenschrijven.nl/aan-de-slag/zelf/herkennen) 7 Zie (bijvoorbeeld) de Handreiking voor VSV’s van het Trimbos instituut, gepubliceerd op de CPZ-website (goedgeboren.nl/netwerk/h/520/31/2835/Publicaties/Handreiking-stoppen-met-roken) Pagina 21 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
5
Verbeteracties gemeld door het VSV
Gevraagde verbeteracties
Reactie VSV november 2015
Oordeel inspectie
Het opstellen van een adequaat beleid voor de begeleiding en bewaking van de bevalling bij piekdrukte op de verlosafdeling
Het beleid voor de begeleiding en bewaking van de bevalling bij piekdrukte op de verlosafdeling is onderwerp geweest van de WPMvergaderingen (werkplek management). In bijlage 2 vindt u de acties die naar aanleiding hiervan zijn ingezet. Op dit moment is reeds 90% van de verpleegkundige breed opgeleid. De uitbreiding van de benodigde FTE wordt op korte termijn gerealiseerd.
C. Voldoet aan de norm
Het opstellen van een beleid voor specifieke beleidsaspecten voor kwetsbare zwangeren zoals het herkennen van en omgaan met laaggeletterdheid, stoppen met roken begeleiding, afspraken over doel en organisatie van het huisbezoek en het delen van de relevante gegevens daaruit met alle betrokken professionals en een VSVbreed beleid voor de voorlichting aan zwangeren;
Inmiddels is een stuurgroep ingesteld, waaronder een aantal projectgroepen ressorteren (zie organigram bijlage 1). De opdracht aan de stuurgroep is reeds nader geformuleerd en de opdrachten voor werkgroepen worden uitgewerkt. Naar aanleiding van uw rapport en in opdracht van het VSV-bestuur zal prioriteit worden gegeven aan projectgroepen voor het opstellen van beleid voor laaggeletterden, het formaliseren van het AMCverloskunde beleid voor stoppenmet-roken begeleiding, organiseren van een geïntegreerd huisbezoek en een VSV-brede opzet voor voorlichting aan zwangere vrouwen. Daarnaast wordt er een projectgroep opgericht, die een plan maakt voor de evaluatie van zorg. Een jaarlijkse VSV-brede evaluatie op basis van PRN gegevens zal een onderdeel van dit plan zijn.
voldoet in de loop van 2016
In de convocatie en ten tijde van de VSV-‘groot’ vergadering van 19 november a.s. worden leden opgeroepen zitting te nemen in één van de bovenstaande Pagina 22 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
projectgroepen, waarna deze aan de slag kunnen. Van de projectgroepen betreffende de laaggeletterden en de stoppenmet-roken begeleiding verwachten we voor de zomer van 2016 een afgerond protocol. Van de overige projectgroepen verwachten we voor de zomer van 2016 een uitgewerkt plan. Implementatie van de plannen zal gerealiseerd zijn in het najaar 2016.
Het maken van afspraken voor een jaarlijkse VSV-brede evaluatie van de verleende zorg op basis van PRN en overige relevante gegevens.
onbekend
Pagina 23 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Bijlage 1. Toetsingskader Thematoezichtonderzoek Geboortezorg
Op basis van de normen uit het advies van de Stuurgroep zwangerschap en geboorte (SZG-advies) en andere veldnormen, stelde de inspectie een concept toetsingskader op ten behoeve van de bezoeken aan de VSV-regio’s. Het toetsingskader werd voor commentaar toegestuurd aan de besturen van KNOV en NVOG, en in juni 2013 tijdens een invitational conference met alle betrokken veldpartijen besproken en vervolgens bij- en vastgesteld.
Het toetsingskader bevat vier scoringskolommen. Deze geven aan of een VSV-regio op het betreffende onderdeel voldoet aan de norm (= kolom C) of dat een VSV-regio op het betreffende onderdeel niet voldoet aan de norm (= kolom A). In een aantal gevallen was het VSV al bezig met de realisatie van een bepaalde norm maar was op het moment van het onderzoek op aspecten nog verbetering nodig. Om recht te doen aan het beschrijven van die situatie is in het toetsingskader kolom B opgenomen. Voor enkele normen geldt dat op het moment van het onderzoek een landelijke implementatie nog niet mogelijk was. Soms voldeed een VSVregio echter al wel aan deze ‘streefnorm’, waarmee ze dus aan méér dan de norm voldeed. Om recht te doen aan die situatie is in het toetsingskader kolom D opgenomen.
Bestaande (veld)normen en wetgeving gelden voor de inspectie als basis voor haar toezicht en handhaving. De beoordeling van de onderscheiden onderdelen is dan ook gebaseerd op kolom C van het toetsingskader. Het opleggen van maatregelen is gebaseerd op kolom A en B van het toetsingskader.
Pagina 24 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Criterium/norm
Bron
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Er is geen formeel, in een notitie vastgelegd VSV en/of er zijn geen (structurele) bijeenkomsten
Er is een formeel, in een notitie vastgelegd VSV met regelmatige bijeenkomsten, maar er is geen concrete agenda en/of het verzenden van notulen en besluiten van de vergadering naar alle betrokkenen ontbreekt.
Er is een formeel, in een notitie vastgelegd VSV met regelmatige bijeenkomsten, met een concrete agenda. Besluiten en notulen worden actief gecommuniceerd naar alle betrokkenen.
Er is een formeel, in een notitie vastgelegd VSV met regelmatige bijeenkomsten, met een concrete agenda. Besluiten en notulen worden actief gecommuniceerd naar alle betrokkenen. De besluitvormingsprocedure is beschreven.
In het VSV ontbreken één of meer verloskundige disciplines.
Niet alle in het SZGadvies genoemde disciplines en instellingen nemen deel aan het VSV. En/of niet alle praktijken/ instellingen zijn vertegenwoordigd. En/of in de bijeenkomsten ontbreken regelmatig disciplines. En/of vertegenwoordigers zijn niet gemandateerd.
Alle in het SZG-advies genoemde disciplines en instellingen nemen deel aan het VSV met gemandateerde vertegenwoordigers. Alle disciplines zijn bij de vergaderingen en in werkgroepen vertegenwoordigd.
Alle in het SZG-advies genoemde disciplines en instellingen nemen deel aan het VSV met gemandateerde vertegenwoordigers. Alle disciplines zijn bij de vergaderingen en werkgroepen vertegenwoordigd. Anderen worden op indicatie uitgenodigd.
Het VSV heeft geen gezamenlijke missie / visie vastgelegd.
Het VSV heeft een missie / visie vastgelegd maar deze is niet bekend bij (een deel van) de aan het VSV deelnemende disciplines.
Het VSV heeft een missie / visie vastgelegd die bekend is bij alle aan het VSV deelnemende disciplines. Doelen zijn niet concreet benoemd.
Het VSV heeft een missie / visie vastgelegd die bekend is bij alle aan het VSV deelnemende disciplines en voorzien is van concrete doelstellingen met tijdpad, prioritering en aanspreekpunt.
Governance Geformaliseerd actief VSV
Samenstelling VSV
Visie en doelstelling VSV
Er is een actief operationeel VSV dat geformaliseerd is, op regelmatige basis bijeenkomt en heldere en bindende afspraken rond samenwerking maakt.
Advies SZG, pagina 32 en 63;
Deelname van eerstelijns verloskundigen, VAH*, gynaecologen, tweedelijns verloskundigen*, kinderartsen en kraamzorgorganisaties (* indien aanwezig)
Advies SZG, pagina 32 en 63;
Het actieve VSV heeft een gezamenlijke visie waarin moeder en kind centraal staan. De visie is uitgewerkt in concrete doelstellingen met tijdpad, prioritering en aanspreekpunt.
Advies SZG, pagina 32 en 63;
Checklist CPZ
Checklist CPZ
Checklist CPZ
Pagina 25 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Bestuurlijke verantwoordelijkh eid VSV
Criterium/norm
Er is een VSV gevormd door gemandateerde professionals. Via een actieve VSV kunnen ook andere gremia worden betrokken bij het optimaliseren van de kwaliteit van zorg.
Bron
Advies SZG, pagina 32 en 63
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Het VSV heeft een monodisciplinair bestuur. De taken en bevoegdheden van het bestuur ten aanzien van de deelnemers zijn niet vastgelegd.
Het VSV heeft een multidisciplinair bestuur. De taken en bevoegdheden van het bestuur ten aanzien van de deelnemers zijn niet vastgelegd.
Het VSV heeft een multidisciplinair bestuur. De taken en bevoegdheden van het bestuur ten aanzien van de deelnemers zijn vastgelegd.
Het VSV heeft een multidisciplinair bestuur. De taken en bevoegdheden van het bestuur ten aanzien van de deelnemers zijn vastgelegd. Ook de verantwoordelijkheid en bevoegdheid tov andere bestuurders /gremia is vastgelegd.
Samenwerking in de praktijk Samenwerking binnen en tussen disciplines
Afstemming realiseren en vertrouwen opbouwen en onderhouden tussen lokale en regionale professionals
Doelstelling VSV, Advies SZG, pagina 32;
Er is binnen het VSV geen consensus over het verwijsbeleid.
Risico bij meldingen.
Er is binnen het VSV consensus over het verwijsbeleid maar in de praktijk levert het problemen op en/of de samenwerking tussen eerste lijn en tweede lijn en/of binnen eerste lijn of binnen tweede lijn verloopt niet optimaal.
Er is binnen het VSV consensus over het verwijsbeleid , eventuele knelpunten zijn bespreekbaar en het beleid wordt in de praktijk ook zo uitgevoerd. In de praktijk bestaat een goede werkrelatie tussen en binnen eerste en tweede lijn. Deelnemers kunnen elkaar aanspreken.
Er is binnen het VSV consensus over het verwijsbeleid , eventuele knelpunten zijn bespreekbaar en het beleid wordt in de praktijk ook zo uitgevoerd. In de praktijk bestaat een goede werkrelatie tussen en binnen eerste en tweede lijn. Deelnemers spreken elkaar aan en de samenwerking wordt regelmatig expliciet geëvalueerd.
Toelatingsovereen
Het ziekenhuis sluit een toelatingsovereenkomst af met
Modelovereenko mst ziekenhuis –
Niet alle verloskundigen en
Pagina 26 van 40
Alle verloskundigen en verloskundig actieve
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Criterium/norm
Bron
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
komst
de eerstelijns verloskundigen en verloskundig actieve huisartsen die gebruik maken van verloskundige faciliteiten in het ziekenhuis (Niet bedoeld zijn: 1e lijns professionals die op incidentele basis gebruik maakt van de faciliteiten in uw ziekenhuis, bijvoorbeeld op verzoek van de cliënt, als waarnemer of omdat het ziekenhuis waar de professional normaliter gebruik van maakt vol is).
verloskundige. NVZ en KNOV; Verloskundig Vademecum
verloskundig actieve huisartsen die gebruik maken van de verloskundige faciliteiten in een ziekenhuis hebben – individueel - een schriftelijk vastgelegde toelatingsovereenko mst met het betreffende ziekenhuis.
Landelijke protocollen vertalen en implementeren
Regionaal implementeren en lokaal uitvoeren van landelijk vastgestelde multidisciplinaire protocollen en kaders.
Doelstelling VSV, Advies SZG, pagina 32;
Er zijn in het VSV geen lokale protocollen die gezamenlijk zijn onderschreven.
Er zijn in het VSV lokale protocollen aanwezig, maar in de praktijk worden deze niet door alle disciplines gevolgd/ geïmplementeerd.
Er zijn in het VSV lokale protocollen die monodisciplinair zijn opgesteld maar ook door de andere disciplines worden onderschreven, en in de praktijk ook door alle disciplines worden gevolgd / geïmplementeerd.
Er zijn in het VSV lokale protocollen die multidisciplinair zijn opgesteld, door alle betreffende disciplines worden onderschreven en in de praktijk ook door alle disciplines worden gevolgd / geïmplementeerd. Het gebruik hiervan wordt gezamenlijk en op transparante wijze geëvalueerd.
Binnen het VSV nemen niet alle disciplines die betrokken zijn bij de perinatale zorg deel
Binnen het VSV nemen alle disciplines die betrokken zijn bij de perinatale zorg deel aan de registratie maar de dekking is niet 100% van
Binnen het VSV nemen alle disciplines die betrokken zijn bij de perinatale zorg deel aan de registratie. De dekking is 100% van de
Binnen het VSV nemen alle disciplines die betrokken zijn bij de perinatale zorg deel aan de registratie. De dekking is 100% van de zorggevallen. De zorg wordt geregistreerd in de
Stichting PAN, perinatale audit:eerste verkenningen
Deelname PRN
Alle zorgverleners (verloskundigen, verloskundig actieve huisartsen, gynaecologen, kinderartsen) nemen deel aan de PRN, registratie is compleet (aantal
Advies SZG, pagina 63, 66 en 67 en 73; Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen
huisartsen die gebruik maken van de verloskundige faciliteiten in een ziekenhuis hebben – individueel - een schriftelijk vastgelegde toelatingsovereenkomst met het betreffende ziekenhuis.
Pagina 27 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Deelname PAN
Evaluatie van zorggegevens
Criterium/norm
Bron
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
en inhoud).
uit het Advies ‘Een goed begin’
aan de registratie.
de zorggevallen.
zorggevallen.
Alle zorgverleners (verloskundigen, verloskundig actieve huisartsen, gynaecologen, kinderartsen) nemen deel aan de Perinatale Audit Nederland.
Advies SZG, pagina 67;
Er is binnen het VSV geen structurele multidisciplinaire auditbespreking volgens de systematiek van de Perinatale Audit Nederland.
Er zijn binnen het VSV structurele multidisciplinaire auditbesprekingen volgens de systematiek van de Perinatale Audit Nederland, maar niet alle disciplines die betrokken zijn bij de perinatale zorg nemen daar aan deel en/of de aanbevelingen worden niet belegd.
Er zijn binnen het VSV structurele multidisciplinaire auditbesprekingen volgens de systematiek van de PAN, alle disciplines die betrokken zijn bij de perinatale zorg nemen daar aan deel.
Er vindt binnen de eerste lijn en/of binnen de tweede lijn een periodieke, tenminste jaarlijkse, evaluatie van de geboden geboortezorg plaats op basis van relevante gegevens (zoals overzicht parallelle acties, PAN, PRN en VOKS rapportages). Deze evaluatie is beperkt tot de eigen discipline en wordt niet met de samenwerkingspartners gedeeld.
Binnen het VSV vindt een periodieke, tenminste jaarlijkse, evaluatie van de geboden geboortezorg plaats op basis van relevante gegevens (zoals overzicht parallelle acties, PAN, PRN en VOKS rapportages). Indien nodig leidt dit tot aanpassing van beleid.
De professionals moeten de geregistreerde informatie gebruiken om te reflecteren op hun eigen handelen en het gevoerde perinatale beleid en hun zorg zo nodig aan te passen.
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’
Advies SZG, pagina 67
Er vindt geen periodieke, tenminste jaarlijkse, evaluatie van de geboden geboortezorg plaats op basis van relevante gegevens (zoals overzicht parallelle acties, PAN, PRN en VOKS rapportages).
Pagina 28 van 40
nieuwe PRN dataset.
De aanbevelingen worden belegd in het VSV of bij de betrokken discipline(s). Binnen het VSV vindt een periodieke, tenminste jaarlijkse, evaluatie van de geboden geboortezorg plaats op basis van relevante gegevens zoals overzicht parallelle acties, PAN, PRN en VOKS rapportages. Indien nodig leidt dit tot aanpassing van beleid. Deze verbetermaatregelen zijn SMART geformuleerd en de invoering in de diverse disciplines wordt in het VSV actief gevolgd.
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Criterium/norm
Bron
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Continuïteit tijdens de zwangerschap, beleid bij kwetsbare zwangeren Beleid bij ernstige psychosociale/ psychiatrische problemen
Het VSV heeft beleid geformuleerd voor hoe zij omgaan met vrouwen met psychosociale problemen.
Advies SZG, pagina 55 - 58
Binnen het VSV is geen beleid voor zwangeren/kraamvro uwen met psychosociale problemen en de vroege inzet van JGZ indien nodig.
Eerste en tweede lijn, kraamzorg en JGZ hebben beleid voor zwangeren/kraamvrouwe n met psychosociale problemen maar de samenhang ontbreekt.
Het VSV heeft een samenhangend beleid van 0e, 1e en 2e lijn en kraamzorg voor zwangeren/kraamvrouwen met psychosociale problemen. Dit werkt in de praktijk goed.
Het VSV heeft een samenhangend beleid van 0e, 1e en 2e lijn en kraamzorg voor zwangeren/kraamvrouwen met psychosociale problemen. Dit werkt in de praktijk goed. Er is een regelmatige evaluatie en waar nodig worden afspraken bijgesteld.
Advies SZG, pagina 55 - 58
Binnen het VSV is geen beleid voor kwetsbare zwangeren en de vroege inzet van JGZ indien nodig.
Eerste en tweede lijn, kraamzorg en JGZ hebben beleid voor kwetsbare zwangeren maar de samenhang ontbreekt.
Het VSV heeft een samenhangend beleid van 0e, 1e en 2e lijn en kraamzorg voor kwetsbare zwangeren. Dit werkt in de praktijk goed.
Het VSV heeft een samenhangend beleid van 0e, 1e en 2e lijn en kraamzorg voor kwetsbare zwangeren. Dit werkt in de praktijk goed. Er is een regelmatige evaluatie en waar nodig worden afspraken bijgesteld.
Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst;
De betrokken disciplines hebben geen beleid gericht op laaggeletterden. In de praktijk wordt laaggeletterdheid niet herkend.
De betrokken disciplines hebben geen beleid gericht op laaggeletterden.
Zowel in de eerste lijn als in de tweede lijn als bij de kraamzorg en de JGZ is beleid gericht op laaggeletterden.
Er is VSV-beleid gericht op laaggeletterden.
Aanwezigheid multidisciplinair team van gynaecoloog, kinderarts, psycholoog, maatschappelijk werkende en psychiater (POP poli)
Beleid bij kwetsbare zwangeren
Het VSV heeft beleid geformuleerd voor hoe zij omgaan met kwetsbare zwangeren. Aanwezigheid multidisciplinair team van gynaecoloog, kinderarts, psycholoog, maatschappelijk werkende en psychiater (POP poli)
Beleid laaggeletterden
Het VSV/ de betrokken professional besteedt aandacht aan het herkennen van laaggeletterde zwangeren en past voor de laaggeletterde zwangere de werkwijze en de communicatiemiddelen aantoonbaar aan.
Rapport Laaggeletterdheid te lijf en reactie van de minister daarop; Toolkit LHV;
Professionals besteden in de praktijk wel aandacht aan het herkennen van laaggeletterde zwangeren.
Pagina 29 van 40
Professionals besteden in de praktijk aandacht aan het herkennen van laaggeletterde zwangeren en passen voor de laaggeletterde zwangere de
Professionals besteden in de praktijk aandacht aan het herkennen van laaggeletterde zwangeren en passen voor de laaggeletterde zwangere de werkwijze aan. Voorlichtingsmateriaal en bewegwijzering zijn hierop
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Criterium/norm
Bron
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Advies SZG pagina 56-57
werkwijze aan.
aangepast.
Bespreken individuele zwangeren
Binnen het VSV zijn afspraken gemaakt over het uitwisselen van informatie over iedere zwangere.
Advies SZG pagina 32 en 44
Het VSV heeft geen afspraken gemaakt over hoe en welke zwangeren structureel besproken worden en heeft geen plannen daartoe in ontwikkeling. Zwangeren worden alleen op indicatie besproken.
Het VSV heeft afspraken gemaakt over hoe en welke zwangeren structureel besproken worden, maar deze afspraken zijn (nog) niet geïmplementeerd en/of alleen de zwangeren uit één echelon worden besproken.
Binnen het VSV zijn afspraken over hoe en welke zwangeren structureel besproken worden. Het bespreken van zwangeren vindt structureel plaats, zowel uit het eerste als uit het tweede echelon.
Binnen het VSV zijn afspraken dat iedere zwangere structureel besproken wordt. Het bespreken van alle zwangeren vindt structureel plaats.
Huisbezoek
Bij elke zwangere is een huisbezoek verricht dat inzicht geeft in de mogelijke risico’s in de thuissituatie van de zwangere. Dit betreft de medische en (psycho)sociale risico’s voor moeder en kind in de laatste fase van de zwangerschap, tijdens de bevalling en de kraamperiode. Dit huisbezoek wordt altijd vóór de 34e week afgelegd.
Advies SZG, pagina 44
Geen enkele discipline binnen het VSV heeft een beleid voor tijdstip, doel, inhoud en verantwoordelijke voor het huisbezoek.
Eerste lijn, kraamzorg en JGZ hebben ieder een eigen doelstelling en beleid voor het afleggen van een huisbezoek, maar deze zijn niet met elkaar afgestemd waardoor de samenhang ontbreekt. De verschillende disciplines communiceren niet met elkaar over de resultaten van een huisbezoek.
Het VSV heeft een samenhangend beleid geformuleerd over doel en organisatie van het huisbezoek en over de wijze waarop de relevante gegevens van het huisbezoek met alle betrokken professionals worden gedeeld.
Het VSV heeft een samenhangend beleid geformuleerd over doel en organisatie van het huisbezoek en over de wijze waarop de relevante gegevens van het huisbezoek met alle betrokken professionals worden gedeeld.
Pagina 30 van 40
Iedere zwangere krijgt voor de 34e week een huisbezoek.
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Leefstijl en stoppen met rokenadvisering
Criterium/norm
Zorgverleners in de eerste en tweede lijn besteden structureel aandacht aan stoppen met rokenbegeleiding bij rokende zwangeren
Bron
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Er is geen beleid voor stoppen met rokenbegeleiding in eerste en/of in de tweede lijn
Er is een beleid voor stoppen met rokenbegeleiding in eerste en tweede lijn maar het beleid eerste en tweede lijn sluiten niet op elkaar aan en/of het beleid wordt niet door allen in praktijk gebracht.
Er is een beleid voor stoppen met roken begeleiding in eerste en tweede lijn, inclusief overdracht aan de JGZ. Dit beleid is binnen het VSV afgestemd en wordt door allen in de praktijk gebracht.
Zowel eerste als tweede lijn en kraamzorg hebben een stoppen met roken beleid op basis van bijvoorbeeld V-MIS. Rookgedrag en ingezet beleid worden geregistreerd. Het beleid wordt geëvalueerd.
Advies SZG pagina 28-29
Er is geen voorlichting aan zwangeren in eerste en/of tweede lijn.
Er is in het VSV geen afstemming over de inhoud van de (prenatale) voorlichting aan zwangeren en/of de voorlichting in de verschillende echelons is niet eenduidig.
Er is in het VSV afstemming over de inhoud van de (prenatale) voorlichting aan zwangeren en de voorlichting in de verschillende echelons is eenduidig.
Er is in het VSV afstemming over de inhoud van de (prenatale) voorlichting aan zwangeren, de voorlichting is eenduidig en er wordt gezamenlijke voorlichting gegeven.
Advies SZG pagina 48, 49;
Er is geen protocol voor overdracht eerste- naar tweedelijn in geval van een acute levensbedreigende situatie en er zijn geen vastgelegde afspraken voor ‘parallelle actie’ in geval een acute levensbedreigende situatie binnen de tweedelijn ontstaat.
Er is een protocol voor overdracht eerste- naar tweedelijn in geval van een acute levensbedreigende situatie, maar dit functioneert niet (altijd) in de praktijk. En/of
Er is een protocol voor overdracht eerste- naar tweedelijn in geval van een acute levensbedreigende situatie, en dit functioneert in de praktijk goed.
Er is een protocol voor overdracht van de eerste naar de tweede lijn in geval van een acute levensbedreigende situatie, en dit functioneert in de praktijk goed.
Rapport Staat van de Gezondheids-zorg 2012; V-MIS; Advies SZG pagina 41
Voorlichting aan de zwangere
Goed voorbereide zwangere door eenduidige (prenatale) voorlichting over (o.a.): Verloop zwangerschap, leefstijl, screening, risico’s, scenario’s bevalling, locatie van bevallen, kraamzorg, borstvoeding
Continuïteit van zorg bij de bevalling Protocol parallelle acties
Bij een acute levensbedreigende situatie moeten duidelijke afspraken zijn vastgelegd over taken en verantwoordelijkheden, in VSVverband en met de regionale ambulancedienst. Ook in de overdracht binnen het ziekenhuis moet onnodig tijdverlies worden vermeden.
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’; NVOG-nota Kwalificaties geautoriseerd obstetrisch professional
Afspraken met de ambulancedienst ontbreken. En/of In geval van een acute levensbedreigende situatie binnen de tweedelijn zijn er geen
Pagina 31 van 40
De afspraken met de ambulancedienst zijn bekend. In geval van een acute levensbedreigende situatie binnen de tweedelijn zijn er sluitende afspraken vastgelegd wie de bevoegdheid heeft OKteam
De afspraken met de ambulancedienst zijn bekend. In geval van een acute levensbedreigende situatie binnen de tweedelijn zijn er sluitende afspraken vastgelegd wie de
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Bewaking bij de bevalling
Begeleiding tijdens de bevalling
Criterium/norm
Bron
De zwangere moet erop kunnen rekenen dat 7x24 uur goed gekwalificeerde professionals bereikbaar en beschikbaar zijn en de kwaliteit van de acute zorg is gegarandeerd. De taken van de GOP bestaan zowel uit directe zorgverlening als uit het organiseren van zorg rond de obstetrische patiënte (inschakelen gynaecoloog, kinderarts, anesthesioloog en operatieteam). De GOP moet de keten opstarten en moet derhalve 24/7 aanwezig zijn.
Advies SZG, pagina 47 en 48; Inspectierapport Zorg in ANW; Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’;
De zwangere moet erop kunnen rekenen dat 7x24 uur per week goed gekwalificeerde professionals bereikbaar en beschikbaar zijn en de kwaliteit van de acute zorg is gegarandeerd. Bij de bevalling een 1:1 begeleiding door kraamverzorgende of O&G verpleegkundige, afhankelijk van het risicoprofiel,
Advies SZG pagina 61; Inspectierapport Zorg in ANW; Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’; Brief minister aan beroepsgroepen
NVOG-nota Kwalificaties geautoriseerd obstetrisch professional
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
sluitende afspraken vastgelegd voor wie de bevoegdheid heeft OKteam en kinderarts in huis te roepen als een ‘parallelle actie’ binnen de tweedelijn geïndiceerd is.
en kinderarts in huis te roepen als een ‘parallelle actie’ binnen de tweedelijn geïndiceerd is. Deze afspraken worden ad hoc geëvalueerd.
bevoegdheid heeft OK-team en kinderarts in huis te roepen als een ‘parallelle actie’ binnen de tweedelijn geïndiceerd is. Deze afspraken worden structureel geëvalueerd.
Er is geen GOP 7x24 uur aanwezig.
Er is geen GOP 7x24 uur aanwezig.
Er is een GOP 7x24 uur in het ziekenhuis aanwezig.
Er is een gynaecoloog 7x24 uur in het ziekenhuis (wakker) aanwezig.
De bewaking van de bevalling wordt uitgevoerd door een niet-GOP. De gynaecoloog komt naar de verloskamer op verzoek van de niet-GOP.
De bewaking van de bevalling wordt uitgevoerd door een nietGOP.
De gynaecoloog/GOP stelt zich regelmatig op de hoogte van de conditie van moeder en kind en het verloop van de baring.
Of De gynaecoloog is oproepbaar maar niet binnen 30 minuten aanwezig. Er zijn niet 7x 24 uur voldoende O&G verpleegkundigen/ kraamverzorgenden voor verantwoorde begeleiding.
De gynaecoloog stelt zich regelmatig op de hoogte van de conditie van moeder en kind en het verloop van de baring.
De gynaecoloog is oproepbaar en binnen 30 minuten aanwezig.
De gynaecoloog is oproepbaar en binnen 30 minuten aanwezig. Er zijn 7x 24 uur O&G verpleegkundigen/ kraamverzorgenden, maar in geval van piekdrukte moet ad hoc bekeken worden hoe verantwoorde begeleiding kan worden vormgegeven.
Er zijn 7x 24 uur voldoende O&G verpleegkundigen/ kraamverzorgenden voor een verantwoorde begeleiding. Er is een beleid voor piekdrukte.
Pagina 32 van 40
Er zijn 7x 24 uur voldoende O&G verpleegkundigen/ kraamverzorgenden (afhankelijk van het risicoprofiel), zodat 1 op 1 begeleiding mogelijk is. Er is een beleid voor piekdrukte.
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Bezetting medische professionals
Criterium/norm
De zwangere moet erop kunnen rekenen dat 7x24 uur goed gekwalificeerde professionals bereikbaar en beschikbaar zijn en de kwaliteit van de acute zorg is gegarandeerd. Voor de 1e lijns bevalling een 1:1 bewaking (medisch professional:vrouw); voor de 2e lijns bevalling 1:2 bewaking.
Bron
en Tweede Kamer dat ze om personele en financiële redenen de 1:1 / 1:2 norm niet overneemt Advies SZG, pagina 61. Inspectierapport Zorg in ANW; Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’;
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Er zijn niet 7x 24 voldoende verloskundigen (voor de 1e lijns bevalling) en/of GOPs/gynaecologen (voor de tweedelijns bevalling) voor een verantwoorde bewaking.
Er zijn 7x 24 uur 1e lijns verloskundigen cq GOPs/gynaecologen, maar in geval van piekdrukte moet ad hoc bekeken worden hoe verantwoorde bewaking kan worden vormgegeven.
Er zijn 7x 24 uur voldoende 1e lijns verloskundigen cq GOPs/gynaecologen voor een verantwoorde bewaking. Er is een beleid voor piekdrukte.
Er is 7x 24 uur een 1 op 1 bewaking door de verloskundige bij een 1e lijns bevalling en een 1 op 2 bewaking door een GOP/gynaecoloog bij een 2e lijns bevalling. Er is een beleid voor piekdrukte.
Brief minister aan beroepsgroepen en Tweede Kamer dat ze om personele en financiële redenen de 1:1 / 1:2 norm niet overneemt
Pagina 33 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Bevoegdheid en bekwaamheid per discipline
Taakafbakening in multidisciplinair verband
Foetale
Criterium/norm
De zorgaanbieder organiseert de zorgverlening op zodanige wijze, voorziet de instelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot een verantwoorde zorg.
Bron
Wet BIG art 40; Kwaliteitswet Zorginstellingen art 3; Checklist CPZ
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
-Professionals in opleiding treden zelfstandig op zonder dat bekwaamheid expliciet is getoetst. En
- professionals in opleiding treden pas zelfstandig op nadat bekwaamheid is getoetst , dit is echter niet vastgelegd in een portfolio. En/of
- Er is geen inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers en waarnemers. En/of
De zorgaanbieder organiseert de zorgverlening op zodanige wijze, voorziet de instelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot een verantwoorde zorg.
Wet BIG art. 40; Kwaliteitswet Zorginstellingen art. 3;
De verantwoordelijk
NVOG-nota
KNMGHandreiking verantwoordelijkh eidstoedeling bij samenwerking in de zorg
- er is geen structureel inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers en waarnemers. En/of
- professionals in opleiding treden pas zelfstandig op nadat bekwaamheid is getoetst , dit is vastgelegd in een portfolio.
- professionals in opleiding treden pas zelfstandig op nadat bekwaamheid is getoetst , dit is vastgelegd in een portfolio.
- er is een adequaat inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers en waarnemers
- een adequaat inwerk programma voor nieuwe medewerkers en waarnemers
- er is structurele bijscholing voor het onderhouden van de bekwaamheid en er wordt geregistreerd en bewaakt wie welke training heeft gevolgd.
- structurele bijscholing, geregistreerd en bewaakt wie welke training heeft gevolgd.
Binnen het ziekenhuis/ VSV zijn duidelijke afspraken over taakafbakening van de verschillende disciplines en het inroepen van extra deskundigheid en deze verlopen in de praktijk 24 uur per dag goed en de afspraken worden regelmatig geëvalueerd.
- Er is geen structurele bijscholing voor het onderhouden van de bekwaamheid.
- er is bijscholing voor het onderhouden van de bekwaamheid, maar dit wordt niet geregistreerd en er wordt niet bewaakt wie welke training heeft gevolgd.
Binnen het ziekenhuis zijn geen of onduidelijke afspraken over taakafbakening van de verschillende disciplines en het inroepen van extra deskundigheid.
Binnen het ziekenhuis zijn duidelijke afspraken over taakafbakening van de verschillende disciplines en het inroepen van extra deskundigheid, maar deze zijn niet vastgelegd of zij functioneren in de praktijk niet 24 uur per dag.
Binnen het ziekenhuis zijn duidelijke, vastgelegde afspraken over taakafbakening van de verschillende disciplines en het inroepen van extra deskundigheid en deze verlopen in de praktijk 24 uur per dag goed.
Tijdens de
Tijdens de tweedelijns
Tijdens de tweedelijns
Pagina 34 van 40
- structureel gezamenlijke multidisciplinaire trainingen (eerste en tweede lijn).
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
monitoring tijdens de bevalling
Criterium/norm
zorgverlener zorgt voor een adequate monitoring van de conditie van het kind tijdens de bevalling
Bron
Kwalificaties geautoriseerd obstetrisch professional; Risico bekend uit interventietoezich t
Pijnbehandeling
Iedere zwangere moet toegang hebben tot adequate pijnbehandeling. De in 2008 vastgestelde richtlijn ‘Medicamenteuze pijnbehandeling tijdens de bevalling’ moet op zo kort mogelijke termijn worden geïmplementeerd in alle ziekenhuizen in Nederland.
Advies SZG, pagina 50; Richtlijn Pijnbehandeling tijdens de bevalling (NVA, NVOG 2008); Richtlijn sedatie en/of analgesie (PSA) op locaties buiten de operatiekamer
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
tweedelijns bevalling is het niet 7x24 uur mogelijk op indicatie de foetale conditie te monitoren met CTG omdat er geen CTGapparaat beschikbaar is. En/of
bevalling is het 7x24 uur mogelijk op indicatie de foetale conditie te monitoren met CTG. Degene die de bevalling begeleidt is voldoende opgeleid en getraind om het CTG te beoordelen.
Er is een CTGapparaat maar degene die de bevalling begeleidt is niet voldoende opgeleid en getraind om het CTG te beoordelen.
Maar er is niet 24x7 mogelijkheid voor MBO. En/of
Pijnbehandeling vindt niet veilig plaats, zoals: Remifentanil buiten onderzoekssetting en/of lachgas zonder adequate afzuiging.
De mogelijkheden en risico’s van pijnbehandeling komen pas tijdens de baring ter sprake.
De zwangere wordt tijdens de zwangerschap goed voorgelicht over de mogelijkheden en risico’s van pijnbehandeling.
De zwangere wordt tijdens de zwangerschap goed voorgelicht over de mogelijkheden en risico’s van pijnbehandeling.
En/of op verzoek is effectieve en veilige pijnbehandeling volgens de richtlijn mogelijk maar niet dag en nacht laagdrempelig beschikbaar.
Op verzoek is een adequate en veilige vorm van pijnbehandeling mogelijk en dag en nacht laagdrempelig beschikbaar.
Op verzoek is een adequate en veilige vorm van pijnbehandeling mogelijk en dag en nacht laagdrempelig beschikbaar. Er is een transmuraal multidisciplinair protocol voor pijnbehandeling
De dienstdoend gynaecoloog kan (indien niet aanwezig op verloskamer) de CTGregistratie niet op afstand bekijken.
Gegevensoverdracht
Pagina 35 van 40
bevalling is het 7x24 uur mogelijk op indicatie de foetale conditie te monitoren met CTG en MBO. Degene die de bevalling begeleidt is voldoende opgeleid en getraind om het CTG te beoordelen en het MBO te interpreteren. De dienstdoend gynaecoloog kan (indien niet aanwezig op verloskamer) de CTGregistratie op afstand bekijken.
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
Criterium/norm
Bron
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
Overdracht tussen professionals (binnen en tussen de disciplines)
Voor continuïteit van zorg (in acute en niet-acute situaties) moet bij overdracht tussen verschillende professionals duidelijk zijn: a) welke informatie minimaal noodzakelijk is voor een adequate overdracht; b) welke professional op welk moment aan wie gegevens dient over te dragen.
Advies SZG p 65; Wet BIG art 40; Kwaliteitswet Zorginstellingen
De overdrachten tussen de disciplines en de overdrachten binnen een discipline verlopen niet gestructureerd en de noodzakelijke gegevens en afspraken over het beleid worden (regelmatig) niet overgedragen.
De overdrachten tussen de disciplines of de overdrachten binnen een discipline verlopen niet gestructureerd waardoor de overdracht van noodzakelijke gegevens en afspraken over het beleid niet geborgd is.
De overdrachten tussen de disciplines en de overdrachten binnen een discipline verlopen gestructureerd op zodanige wijze dat overdracht van noodzakelijke gegevens en afspraken over het beleid geborgd is.
Dossiervoering
Door zowel medische gegevens als afspraken in het patiëntendossier op te nemen, kunnen overdrachtssituaties veiliger worden gemaakt. Een cliëntvolgend perinataal webbased dossier (PWD) is van belang voor de samenwerking tussen betrokken professionals vanwege overdracht (verwijsinformatie), het toepassen van de juiste interventies, de evaluatie van zorg en een eventuele volgende zwangerschap
Advies SZG p 31, 65;
Er is (bij één of meerdere disciplines) geen patiëntendossier.
Het patiëntendossier is, door de (papieren of elektronische) vormgeving, niet inzichtelijk voor anderen dan de betreffende zorgverlener, zodat bij dienstwisseling of overname van zorg risico is op verlies van gegevens en/of het beleid is niet in het dossier vermeld en/of na overdracht van de zorg is de relevante informatie van de voorgaande zorgverlener(s) niet opgenomen.
Alle disciplines hebben een overzichtelijk patiëntendossier waarin zowel medische en verpleegkundige gegevens als afspraken over het beleid zijn vastgelegd en waarin bij overdracht van de zorg de relevante informatie van de voorgaande zorgverlener(s) is opgenomen.
Bij ontslag postpartum uit het ziekenhuis moet duidelijk zijn: a) welke informatie minimaal noodzakelijk is voor een
Advies SZG pagina 65;
Bij ontslag na een poliklinische (eerstelijns) bevalling is het niet gebruikelijk dat het
Het ziekenhuis doet bij ontslag van moeder/kind na een poliklinische (eerstelijns) bevalling een overdracht naar de
Het ziekenhuis doet bij ontslag van moeder/kind na een poliklinische (eerstelijns) bevalling een overdracht naar de
Gegevens bij overdracht van zorg na een bevalling in het
Wet BIG art 40; Kwaliteitswet Zorginstellingen art.4
Wet BIG art 40; Kwaliteitswet
Pagina 36 van 40
Er is een cliëntvolgend perinataal dossier waarin zowel medische gegevens als afspraken over het beleid zijn vastgelegd.
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Onderdeel
ziekenhuis
Overdracht van gegevens naar de JGZ bij afsluiting van het kraambed
Criterium/norm
Bron
adequate overdracht; b) op welke manier huisarts, verloskundige en kraamzorgorganisatie door het ziekenhuis worden geïnformeerd als de zorg na de bevalling aan de eerste lijn wordt overgedragen. De informatie moet gestructureerd, tijdig en volledig zijn.
Zorginstellingen artikel 2;
Bij afsluiting van het kraambed moet duidelijk zijn: a) welke informatie minimaal noodzakelijk is voor een adequate overdracht; b) op welke manier de huisarts en de JGZ worden geïnformeerd als het kraambed wordt afgesloten. De informatie moet gestructureerd, tijdig en volledig zijn.
Advies SZG pagina 65;
Standpunt gegevensoverdracht van kraamzorg en verloskunde naar de JGZ
Wet BIG art 40; Kwaliteitswet Zorginstellingen artikel 2; Standpunt gegevensoverdracht van kraamzorg en verloskunde naar de JGZ
A.
B.
C.
D.
Voldoet niet aan de norm
Voldoet gedeeltelijk aan de norm; er is nog verbetering nodig
Voldoet aan de norm
Voldoet aan de norm en meer dan de minimum eisen
ziekenhuis een schriftelijke overdracht doet aan de kraamzorg en/of bij ontslag na een klinische (tweedelijns) bevalling is het niet gebruikelijk dat het ziekenhuis een schriftelijke overdracht doet aan de kraamzorg en/of de verloskundige en de huisarts.
kraamzorg en na een klinische (tweedelijns) bevalling een overdracht naar de kraamzorg, de verloskundige en de huisarts. Deze overdracht verloopt niet altijd gestructureerd, tijdig en volledig.
kraamzorg en na een klinische (tweedelijns) bevalling een overdracht naar de kraamzorg, de verloskundige en de huisarts. Deze overdracht is gestructureerd, tijdig en volledig.
Er is geen specifiek beleid voor overdracht van kindgegevens naar de JGZ na afsluiten van het kraambed in de eerste en/of de tweede lijn en/of de kraamzorg.
Er is een beleid voor overdracht van kindgegevens naar de JGZ na afsluiten van het kraambed in eerste en tweede lijn en bij de kraamzorg. In de praktijk verloopt de overdracht niet altijd gestructureerd.
Er is een beleid voor overdracht van kindgegevens naar de JGZ na afsluiten van het kraambed in eerste en tweede lijn en bij de kraamzorg. In de praktijk verloopt de overdracht gestructureerd, tijdig en volledig.
Literatuur: -
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte (SZG).Een goed begin: veilige zorg rond zwangerschap en geboorte. Utrecht, december 2009
Pagina 37 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
-
Checklist voor afspraken in de regio (VSV) – versie 0.1, College Perinatale Zorg. Definities 24/7 acute verloskunde en andere normen voor de ziekenhuizen uit het advies van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte. NVZ en NVOG, juni 2011 Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg. KNMG et al. Utrecht, januari 2010 Kamerbrief ‘Reactie briefadvies ‘laaggeletterdheid te lijf’, Minister Schippers, 29 februari 2012 (PG/OGZ 3104403) Kamerbrief ‘Reactie rapporten acute zorg en verloskunde’, Minister Schippers, 1 maart 2012 (CZ CZ/TSZ-3106339) Kwaliteitswet Zorginstellingen. Den Haag, februari 1996 Laaggeletterdheid, toolkit. LHV, 2011 Laaggeletterdheid te lijf. Gezondheidsraad, Den Haag, 2011 Modelovereenkomst ziekenhuis – verloskundige. NVZ en KNOV, Utrecht / Bilthoven, 2003 Nota kwalificaties geautoriseerd obstetrische professional acute verloskundige zorg. NVOG, Utrecht, 2012 Perinatale audit: eerste verkenningen. Stichting Perinatale Audit Nederland, Utrecht, 2011 Richtlijn medicamenteuze pijnbehandeling tijdens de bevalling. NVA, NVOG, Utrecht, 2008 Richtlijn Sedatie en/of analgesie (PSA) op locaties buiten de operatiekamer. NVA et al, Utrecht, 2009 en 2012 Risico’s ziekenhuiszorg in avond, nacht en weekend moeten beter afgedekt. IGZ, Utrecht, september 2011 Staat van de Gezondheidszorg 2012. IGZ, Utrecht, november 2012 Standpunt gegevensoverdracht van kraamzorg en verloskunde naar de jeugdgezondheidszorg. RIVM/Centrum jeugdgezondheid, april 2011 Stoppen met roken met hulp van de verloskundige, Handleiding voor verloskundigen, De V-MIS. Stivoro. Verloskundig Vademecum, Diemen 2003 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Den Haag, november 1993 Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. Den Haag, december 1994
Pagina 38 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Bijlage 2. Bezoekprogramma
A. Onderdelen bezoekprogramma Gesprek bestuur VSV en (indien van toepassing) vertegenwoordigers van VSVgremia die geen deel uitmaken van het bestuur
Ca 30 min een presentatie over inrichting en werkwijze van uw VSV met de nadruk op de wijze waarop men binnen uw VSV omgaat met de zorg voor de kwetsbare zwangere. Hiermee bedoelen wij de ‘zwakke’ zwangere met lage sociale vaardigheden, lage gezondheidsvaardigheden, taal- of leesproblemen, armoede, (verdenking op) huiselijk geweld. 1 uur interview Interviews en ruimte voor pauze en intern inspectieoverleg
30 min
60 min
Volgorde van de verschillende delen in overleg.
Een of twee gynaecologen (bij voorkeur niet de gynaecoloog uit het VSV-bestuur) Afdelingsmanager verloskunde- kraamafdeling
30 min
Twee tot drie vertegenwoordigers van eerstelijns verloskundigenpraktijken en/of verloskundig actieve huisartsen (max 1 per praktijk) Twee tot drie vertegenwoordigers tweede lijn (1 klinisch verloskundige, 1 arts-assistent , 1 O&G-verpleegkundige) Lunchpauze, inzage documenten, intern overleg
60 min
30 min
60 min 60 min
Intern inspectieoverleg
30 min
Terugkoppeling aan VSV-bestuur
30 min
B. Documenten gaarne vooraf toesturen aan IGZ (
[email protected]) VSV
Startnotitie VSV
Overzicht deelnemende eerstelijns verloskundigenpraktijken (naam praktijk, aantal verloskundigen per praktijk)
Voorbeeld (leeg) van een toelatingsovereenkomst tussen de eerstelijns verloskundige en ziekenhuis
Overzicht vergaderdata VSV 2014
Agenda en presentielijst van de laatste VSV-bijeenkomst
Agenda en presentielijst van de laatste VSV-bestuursvergadering Pagina 39 van 40
Definitief rapport inspectiebezoek aan het VSV rond het AMC te Amsterdam, op 11 maart 2015
Bevallingen
Overzicht aantal bevallingen voorgaande kalender jaar in VSV-regio, uitgesplitst naar klinisch/tweede lijn, poliklinisch 1e lijn, thuis
Ziekenhuis
Dag/weekprogramma van de afdeling verloskunde
Dienstlijsten (desgewenst geanonimiseerd) van
(met vermelding functie gynaecoloog, klinisch verloskundige, arts-assistent, O&Gverpleegkundige, andere verpleegkundige, kraamverzorgende)
Pagina 40 van 40