RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK VOORTGEZET ONDERWIJS Almende College, locatie Wesenthorst voor vmbo VMBOGT
Plaats BRIN-nummer BRIN-nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : : :
Ulft 14UM|C2 14UM|02|VMBOGT 195945 30 mei 2013 26 augustus 2013
Pagina 2 van 13
INHOUDSOPGAVE INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 BEVINDINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Algemeen beeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Kwaliteits- en nalevingsprofiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Toelichting bij kwaliteitsprofiel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Pagina 3 van 13
Pagina 4 van 13
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 30 mei 2013 een onderzoek uitgevoerd op het Almende College, locatie Wesenthorst, afdeling vmbo g/t in Ulft naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Het doel van dit onderzoek is om een beeld te vormen van de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling. Daarmee geldt dit onderzoek ook als het bezoek dat de inspectie op alle scholen voor voortgezet onderwijs ten minste eens in de vier jaar aflegt. De bevindingen uit dit onderzoek worden gebruikt om te bezien of het bestaande basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Toezichthistorie De locatie Wesenthorst van het Almende College in Ulft is twee jaar geleden (maart 2011) bezocht in het kader van de landelijke steekproef naar de staat van het voortgezet onderwijs in Nederland. Het onderzoek richtte zich destijds op de afdeling vmbo kaderberoepsgerichte leerweg. Tijdens dat onderzoek werd vastgesteld dat het onderwijsproces grotendeels op orde was. Verbeterpunten betroffen de actieve betrokkenheid van leerlingen en de afstemming op verschillen tussen leerlingen in de klas. Binnen de zorg en begeleiding was de evaluatie van de handelingsplannen nog onvoldoende vastgelegd, waardoor het onduidelijk was of de geboden hulp ook effect heeft gehad, helemaal als het gaat om de zorg en begeleiding in de klas zelf. De kwaliteitszorg werd in 2011 als voldoende beoordeeld. Onderzoeksopzet De inspectie heeft de indicatoren uit het kernkader onderzocht. Dit is het kader dat de inspectie bij haar kwaliteitsonderzoeken minimaal beoordeelt. Het onderzoek heeft zich verder gericht op het aanbod van het vak Engels, omdat tijdens de voorbereiding van het onderzoek hier risico's werden geconstateerd. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Onder de leerlingen is een digitale vragenlijst uitgezet waarin leerlingen bevraagd worden naar hun oordeel over het didactisch handelen.
Pagina 5 van 13
•
Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal lessen de onderwijspraktijk is geobserveerd. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management. • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, docenten en de zorgcoördinator. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en de kernteamleiders. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek en wordt het vigerende toezichtarrangement weergegeven. In hoofdstuk 3 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.
Pagina 6 van 13
CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De inspectie concludeert dat de onderwijskwaliteit op het Almende College, locatie Wesenthorst, afdeling vmbo g/t op een deel van de onderzochte onderdelen van voldoende niveau is, maar op een aantal onderdelen kan de kwaliteit verbeterd worden. De inspectie handhaaft het reeds toegekende basisarrangement. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
Pagina 7 van 13
BEVINDINGEN Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op het Almende College, locatie Wesenthorst, afdeling vmbo g/t is op een deel van de onderzochte onderdelen van voldoende niveau, maar enkele onderdelen zijn voor verbetering vatbaar. De inspectie stelt vast dat de basiskwaliteit van de lessen in orde is. Er is verder sprake van een prettig schoolklimaat, waarin docenten en leerlingen respectvol met elkaar omgaan. De school slaagt erin om al jarenlang voldoende opbrengsten te realiseren. Verbeterpunten liggen ten eerste op het gebied van het systematisch volgen van de leervorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. Ook zal de school ervoor moeten zorgen dat voor geïndiceerde leerlingen wettelijk verplichte handelingsplannen aanwezig zijn. Doordat deze nu voor een belangrijk deel ontbreken kan niet worden vastgesteld of de zorg voor deze groep leerlingen planmatig wordt uitgevoerd. Andere verbeterpunten betreffen de systematische evaluatie van het onderwijsproces en het borgingsaspect. De school is bezig om dit in het kader van de kwaliteitszorg vorm en inhoud te geven, maar dit behoeft nog enige versterking. Het bovenstaande algemene oordeel wordt hieronder toegelicht. In paragraaf 3.2 staat het kwaliteitsprofiel in de vorm van oordelen op onderzochte indicatoren. In paragraaf 3.3 staat een toelichting bij dat profiel. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg. Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed
Pagina 8 van 13
5. niet te beoordelen De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden
1
2
3
1.1
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
•
1.2.3
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-gt.
•
1.3.3
De leerlingen van de opleiding vmbo-gt behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
•
1.4.3
Bij de opleiding vmbo-gt zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
•
Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming 5.5
1
2
De school kent een op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur.
Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling
4
5
3
4
•
1
2
3
7.1
De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw.
•
7.2
De leerlingen krijgen een begrijpelijke uitleg.
•
7.3
De leerlingen zijn actief betrokken.
•
De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) (De school bestrijdt effectief achterstanden.)
1
2
3
9.1
De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen.
9.2
De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen.
•
9.3
De school heeft doelen gesteld die erop gericht zijn om achterstanden te bestrijden.
•
9.4
De school voert de ondersteuning planmatig uit.
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 12.1
De school evalueert systematisch de opbrengsten.
4
4
•
• 1
2
3
4
•
Pagina 9 van 13
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 12.2
1
De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten.
De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 13.1
De school evalueert systematisch het onderwijsproces.
13.2
De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.
13.3
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces.
Nalevingsindicatoren 2013 N1
N2
N4
2
3
4
•
1
2
3
4
• • •
Onvoldoende Voldoende
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a).
•
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (art. 24c en 24 WVO).
•
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de verplichte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31).
•
Toelichting bij kwaliteitsprofiel Opbrengsten De afdeling vmbo-gt van het Almende College, locatie Wesenthorst heeft voldoende opbrengsten. Op alle onderdelen levert deze afdeling prestaties die rond het landelijk gemiddelde liggen. Opvallend is dat de cijfers al jaren stabiel voldoende zijn. Een aandachtspunt betreft het verschil tussen het centraal examen (ce) en het schoolexamen (se). Dit ligt met 0.49 punt nog net binnen de toegestane marge van 0,5 punt. De school is zich hiervan bewust en heeft maatregelen genomen op de verschillen tussen het se en ce te verkleinen. Het onderwijsproces Op de afdeling vmbo-gt van het Almende College in Ulft beheersen de leraren de basisvaardigheden in voldoende mate. De lessen laten zien dat er sprake is van een goede pedagogische omgang met leerlingen, met wederzijds respect tussen de leraren en de leerlingen. De inspectie beoordeelt vrijwel alle lessen met een
Pagina 10 van 13
voldoende als het gaat om de doelgerichte opbouw en het geven van een begrijpelijke uitleg. De actieve betrokkenheid van de leerlingen bij de lesactiviteiten wordt weliswaar als voldoende beoordeeld, maar dit onderdeel blijft net als in 2011 een aandachtspunt. Om leerlingen actief bij de les te betrekken besteedt de school in toenemende mate aandacht aan het gebruik van ICT-middelen in en buiten de klas. Hoewel de basiskwaliteit zonder meer aanwezig is, merkt de inspectie op dat de structuur van de les versterkt kan worden door het hanteren van een 'kopromp-staart' principe, waarbij aan het begin van de les het lesdoel wordt aangegeven. Aan het eind van de les wordt vervolgens hierop gereflecteerd, door bijvoorbeeld leerlingen te laten vertellen wat ze die les hebben geleerd. Het omgaan met verschillen tussen leerlingen (differentiatie) is tijdens het onderzoek niet door de inspectie beoordeeld. Niettemin merkt de inspectie hierover het volgende op. De geobserveerde lessen laten zien dat de uitleg door docenten meestal duidelijk en functioneel is, maar vrijwel altijd gericht op de hele klas. Afzonderlijke uitleg aan individuele of groepjes leerlingen is niet waargenomen. Daarmee ontstaat het beeld dat de leraren de meer complexe vaardigheden nog in onvoldoende mate beheersen. Het gaat hier met name om het bewust en doelgericht differentiëren tijdens de instructiemomenten en verwerkingsopdrachten. In de lessen zijn geen of nauwelijks situaties aangetroffen waarbij docenten op basis van een analyse van de leerprestaties binnen hun klassenmanagement rekening houden met (niveau)verschillen tussen leerlingen. In het kader van opbrengstgericht werken is het omgaan met verschillen een belangrijk aspect. Differentiatie vindt nu veelal buiten de reguliere lessen plaats, bijvoorbeeld in de vorm van steunlessen. Aanbod Engels Aangezien bij het vak Engels een risico werd gesignaleerd bij de opbrengsten, heeft de inspectie tijdens het onderzoek het aanbod Engels onderzocht. De school heeft in haar beleid en in het aanbod maatregelen genomen om de resultaten bij het vak Engels te verbeteren. De examenresultaten worden geanalyseerd en besproken, het toetsbeleid is bijgesteld en het vakwerkplan vertoont meer samenhang en een doorgaande lijn onder- en bovenbouw. Zwakke leerlingen op het gebied van lezen krijgen in de examenklas extra hulp van de orthopedagoog. De resultaten van het afgelopen jaar laten zien dat er sprake is van een stijgende lijn. De inspectie constateert op dit moment geen risico's in het aanbod bij het vak Engels.
Pagina 11 van 13
Zorg en begeleiding Uit gesprekken met docenten, leerlingen en de zorgcoördinator blijkt dat de school de leerlingen goed in beeld heeft. Er vinden verschillende leerlingenbesprekingen plaats en per klas zijn de zorgleerlingen in beeld gebracht door de mentor. Leerlingen die bovendien uitvallen op cognitief gebied komen in aanmerking voor steunlessen of remediërende hulp. Binnen de zorg en begeleiding zijn twee onderdelen nog van onvoldoende kwaliteit: • de school gebruikt nog geen genormeerde toetsen voor de kernvakken om de vorderingen van leerlingen te volgen. Volgend schooljaar wordt Diataal ingevoerd, maar dit wordt vooralsnog alleen voor het onderdeel Nederlandse taal gedaan, niet voor rekenen/wiskunde. •
uit dossieronderzoek blijkt dat voor de vmbo-gt leerlingen met een lwooindicatie er geen wettelijk verplichte handelingsplannen aanwezig zijn. Afgezien van het feit dat die plannen er moeten zijn, is hierdoor niet te bepalen c.q. te evalueren of de hulp aan deze leerlingen planmatig wordt uitgevoerd. Het gaat hierbij tevens om de vraag in hoeverre docenten in staat zijn handelingsgericht te werken in de klas op basis van de specifieke zorgvraag van de leerling. Het inzichtelijk maken van de effecten van de uitgevoerde zorg was overigens in 2011 ook een aandachtspunt.
De kwaliteitszorg Binnen de door de school gehanteerde PDCA-cyclus is er voldoende aandacht voor het evalueren van de opbrengsten. De opbrengsten worden met name op sectieniveau besproken en geanalyseerd. Hoewel de nadruk in de afgelopen jaren heeft gelegen op het verbeteren van de resultaten bij de vakgroep Engels, zijn er meer vakken die risico's vertonen als het gaat om de verschillen tussen se en ce. De school is zich hiervan bewust en heeft maatregelen genomen deze verschillen goed te monitoren. Het systematisch evalueren van de kwaliteit van het onderwijsproces alsmede het borgen van de onderwijskwaliteit is in ontwikkeling. De school heeft een nieuwe opzet gemaakt voor de gesprekkencyclus en er worden incidenteel lesbezoeken uitgevoerd. Duidelijk is dat op dit moment niet alle docenten structureel worden bezocht en dat de school daardoor geen geaggregeerd beeld heeft van de kwaliteit van het primaire proces. Het is te overwegen om in dit verband een kijkwijzer te hanteren, gebaseerd op de eigen schooldidactische
Pagina 12 van 13
uitgangspunten, waarmee docenten worden bezocht. Daarnaast vraagt de inspectie tevens meer aandacht voor het borgen van gerealiseerde kwaliteit, zoals het taalbeleid, het toetsbeleid, het naleven van afspraken rondom magister en het meenemen van een leesboek door leerlingen. Uit documenten en gesprekken op school blijkt dat de school doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces werkt. Belangrijk is dat de school enkele prioriteiten stelt om te voorkomen dat bepaalde verbeterprocessen niet worden afgerond of van de grond komen. Ook kunnen de plannen concreter worden uitgewerkt (smart). Eén van de belangrijkste verbeterprocessen betreft het gebruik van ICT op school. De school heeft recentelijk geïnvesteerd in ICThardware en is nu bezig met het vergroten van de ICT-vaardigheden onder de docenten.
Pagina 13 van 13