Rapport betreffende fundering Nieuw Leyden 3 en 4 aan de Willem de Zwijgerlaan te Leiden
Opdracht nummer
AA13906-1
Datum rapport
8 april 2014
Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden Wabo 142288 - 1528211
AA13906-1
blz. 1
Rapport betreffende fundering Nieuw Leyden 3 en 4 aan de Willem de Zwijgerlaan te Leiden
Opdracht nr.
AA13906-1
Datum rapport
8 april 2014
Opdrachtgever
Portaal Vastgoed Ontwikkeling BV Postbus 2211 3500 GE Utrecht
Constructeur
CAE Nederland BV Postbus 9358 3007 AJ Rotterdam tel.: 010 447 17 44
Bijlagen - tabel paalpuntniveaus - bepaling negatieve kleef - berekening draagvermogen - bepaling paalkopzakking - berekening trekbelasting - sondeergrafieken met kleefmeting - situatie sondeerpunten rapportcontrole: T. de Wit
0172 44 98 22
dd. 8 april 2014
1 2 3.1 en 3.2 4.1 t/m 4.3 5.1 en 5.2 01, 02 en 06 t/m 22 T01 opgesteld door: P. Schoppen
AA13906-1
blz. 2
INLEIDING
Op 21 januari 2014 ontving Geomet van Portaal Vastgoed Ontwikkeling de opdracht voor het uitvoeren van een grondonderzoek en het uitbrengen van een funderingsadvies betreffende Nieuw-Leyden 3 en 4 aan de Willem de Zwijgerlaan te Leiden. In aansluiting op de reeds verstrekte gegevens bevat dit rapport de resultaten van het grondonderzoek alsmede het funderingsadvies.
GRONDONDERZOEK
Uitgevoerd werden 19 diepsonderingen met meting van de plaatselijke mantelwrijving. Het resultaat is gepresenteerd op de sondeergrafieken 01, 02 en 06 t/m 22. De diepte op de sondeergrafieken is gegeven in meters ten opzichte van NAP. In verband met bouwmaterialen ed. konden een aantal sonderingen nog niet worden uitgevoerd. De uitzetgegevens zijn vermeld op de bijgevoegde situatie T01. De sonderingen zijn uitgevoerd met een elektrische conus met hellingmeter conform NEN-EN-ISO 22476-1. Met de elektrische conus vindt een directe en continue meting plaats van zowel de weerstand aan de conuspunt als van de wrijving langs de kleefmantel. De continue registratie van de ondervonden bodemweerstand verzekert een gedetailleerd beeld van de bodemopbouw. Dit geldt niet alleen voor de sterkte van de bodem, maar tevens met betrekking tot de aard van de aanwezige grondlagen. De verhouding tussen wrijvingsweerstand en conusweerstand, het zogenaamde wrijvingsgetal, heeft namelijk voor iedere grondsoort een andere waarde. Als indicatie gelden voor de gladde elektrische conus bij normaal geconsolideerde gronden onder de grondwaterstand de navolgende relaties: wrijvingsgetal in % 0,3 – 1,2 1,5 – 2,0 2,5 – 5,0 > 5,0
grondsoort zand, grof tot fijn silt klei veen
Tussen de verschillende grondsoorten komen overgangsvormen voor waardoor de aangegeven grenzen niet als hard zijn te beschouwen. In de conus bevindt zich een hellingmeter waardoor een controle mogelijk is op een eventueel afwijken van de verticaal. De gemeten afwijkingen zijn gepresenteerd op de sondeergrafieken. Bijzondere afwijkingen zijn niet vastgesteld.
0172 44 98 22
AA13906-1
blz. 3
BODEMGESTELDHEID
De projectlocatie is gelegen aan de Willem de Zwijgerlaan. Het maaiveldpeil ter plaatse van de sondeerpunten varieerde tijdens het grondonderzoek van 0,15 m- NAP tot 1,10 m+ NAP. Het vloerpeil van de nieuwbouw zal 0,48 m+ NAP bedragen. De grondwaterstand kon tijden het grondonderzoek niet worden ingemeten vanwege een extreem nat bouwterrein. Uit de resultaten van het grondonderzoek kan de navolgende bodemopbouw worden afgeleid: Diepte in m- NAP
Bodembeschrijving
m.v.
- 2,0 à 3,0
ZAND, met klei- en siltlagen, grillige opbouw, opgebrachte laag
2,0 à 3,0
- 5,0 à 8,0
VEEN en KLEI, slappe lagen, afwisselende lagen
5,0 à 8,0
- 12,0 à 12,5
KLEI, slap, weinig silthoudend
12,0 à 12,5
- 12,5 à 13,0
VEEN, holocene basispakket
12,5 à 13,0
- ca 35,25
ZAND, vast tot zeer vast gepakt, locaal met overgeconsolideerde klei- en siltlagen, Pleistoceen
ca 35,25
maximaal verkende diepte
De bodemopbouw betreft een zo goed mogelijke inschatting, welke is gebruikt voor de adviezen. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend ten aanzien van samenstelling en eventuele bijmengingen van de grond.
0172 44 98 22
AA13906-1
blz. 4
FUNDERINGSADVIES
Gelet op de aangetroffen bodemopbouw komt alleen een fundering op palen in aanmerking. In overleg met de constructeur is besloten een fundering op grondverdringende in de grond gevormde palen volgens het systeem vibro nader uit te werken. De uit de constructie bepaalde rekenwaarden van de optredende belastingen volgens NEN-EN 1990 en NEN-EN 1991 is 1750 kN en 2000 kN. Gekozen is voor het toepassen van een paalafmeting ∅500/560 mm. Het per sondering aan te houden paalpuntniveau is gegeven in de overzichtstabel op bijlage 1. Variaties in bodemopbouw en benodigde lengte van de paal kunnen bij vibropalen in het werk worden opgevangen. Indien het gewenst is een gelijk paalpuntniveau te verkrijgen dan dient plaatselijk rekening te worden gehouden met een reductie van de paalbelasting, één en ander zoals aangegeven in de overzichtstabel. Voor herhaald kortdurende windbelasting kan een draagvermogen van 300 kN worden aangehouden. (alleenstaande paal) De trillingen ten gevolge van het heiwerk kunnen mogelijk hinder en beïnvloeding van de omgeving opleveren.
berekeningen Berekeningen zijn uitgevoerd volgens NEN 9997-1+ C1:2012. Hierin zijn NEN-EN 1997-1+ C1:2012+ NB:2012 opgenomen zodat berekeningen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit 2012. De constructie is als een niet-stijf bouwwerk beschouwd. Ten aanzien van het grondonderzoek wordt gesteld dat voor ieder deelgebied tenminste 3 representatieve sonderingen zijn uitgevoerd. Bij bepaling van de rekenwaarde van de maximale draagkracht zijn op basis van de bovengenoemde randvoorwaarden correlatiefactoren ξ3= 1,30 en ξ4= 1,30 vastgesteld. De maximale draagkracht van de paalpunt is berekend met de 4D/8D methode van Koppejan. Verder zijn αp, β en s gelijk aan 1,0 gesteld, uitgaande van een verhouding tussen de oppervlakten van paalpunt en paalschacht kleiner dan 1,5 en volledige betondruk op de grond tijdens het trekken van de buis. De maximale schachtwrijving is bepaald aan de hand van een percentage van de gemiddelde conusweerstand. De aan te houden paalklassefactor αs is 0,014, ervan uitgaande dat de buis heiend wordt getrokken. De betrouwbaarheidsklasse RC1 t/m RC3 volgens NEN-EN 1990/NB heeft geen invloed op de berekende draagkracht van de paalfundering, maar bepaalt wel de rekenwaarde van de optredende belasting uit de constructie.
0172 44 98 22
AA13906-1
blz. 5
Iedere sondering is in principe als een afzonderlijk rekenelement te beschouwen, maar bij de bepaling van het paalpuntniveau wordt ook rekening gehouden met de resultaten van omliggende sonderingen. In bijlage 1 zijn de geadviseerde puntniveaus vermeld en op bijlage 3 de berekeningsresultaten. Voor de tabellen geldt dat de berekening plaatsvindt op basis van de door de adviseur geïnterpreteerde waarden vanuit de sonderingen. Praktische aspecten van paalinstallatie zijn deels meegewogen bij bepaling van het draagvermogen. Bij een uniforme bodemopbouw mag het draagvermogen worden gelijkgesteld aan de gemiddelde waarde op basis van ξ3, waarbij tevens geldt dat deze niet hoger mag zijn dan de laagste waarde met ξ4 in de betreffende groep. Bij toepassing van een gemiddelde waarde van de draagkracht mag de variatiecoefficient maximaal 12% zijn. Bij dit project is niet gerekend met een draagvermogen op basis van een gemiddelde. Bij het bepalen van de benodigde inheiniveaus is rekening gehouden met het ontstaan van negatieve kleef langs de paalschacht. De samendrukbare lagen boven de vaste zandlaag kunnen hierdoor een zetting ondergaan die groter is dan de paalverplaatsing welke nodig is voor het ontwikkelen van het draagvermogen. Een berekening van de negatieve kleefbelasting volgens NEN 9997-1 is op bijlage 2 gepresenteerd. Hierop is tevens het gehanteerde toekomstig maaiveldniveau vermeld. berekening trekpalen Bij -
de dimensionering van de trekpalen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: berekening op basis van percentage van de conusweerstand bepaling rekenwaarde is conform NEN 9997-1 palen zijn beschouwd als alleenstaande paal αt = 0,012 voor vibropalen met heiend getrokken buis correlatiefactoren ξ3= 1,30 en ξ4= 1,30 γs;t = 1,35 maximale belasting is herhaald kortdurend ten gevolge van windbelasting, waarbij is uitgegaan van γm;var;qc = 1,5 positieve bijdrage paalgewicht is niet meegenomen bij bepaling trekdraagvermogen
De berekeningsresultaten voor de trekpalen zijn in bijlage 5 gepresenteerd.
paalwapening en betonkwaliteit De wapening en betonkwaliteit moeten door de constructeur of leverancier worden bepaald op basis van optredende belastingen in gebruiksfase en uitvoeringsfase. Bij de dimensionering moet rekening worden gehouden met horizontale grondverplaatsingen en trekbelastingen ten gevolge van ontgravingen na paalinstallatie, het gewicht van de heistelling en grondverdringing door installatie van omliggende palen. In verband hiermee wordt geadviseerd alle palen te voorzien van een wapeningskorf tot in de funderingszandlaag.
0172 44 98 22
AA13906-1
blz. 6
vervormingen De zakking voor het ontwikkelen van het grondmechanisch draagvermogen is bepaald op ca 12 tot 15 mm voor een paalafmeting ∅500/560 mm. Het betreft de paalkopzakking s van een alleenstaande paal volgens NEN 9997-1 in de bruikbaarheidsgrenstoestand. De berekening is gepresenteerd op bijlage 4.1 en 4.2. De maximale waarde van de representatieve paalkopbelasting Fc;rep is bepaald voor een partiële factor γF= 1,25 uit de constructieve berekening. De berekende zakking is inclusief de elastische verkorting van de paal, waarbij een E-modulus van 20.000 N/mm² is aangehouden. Op bijlage 4.1 en 4.2 is op basis van bovengenoemde uitgangspunten de relatie tussen de representatieve waarde van de paalbelasting en de paalpuntzakking sb gegeven. De grafiek geeft de mogelijk optredende waarde van de paalpuntzakking voor statische belasting, rekening houdend met enige variatie in de vastheid van het zandpakket. Op bijlage 4.1 en 4.2 is tevens de veerstijfheid van de paal vermeld. Voor kortdurende belastingen zoals wind zijn hogere veerstijfheden toepasbaar. Bij de bepaling van de veerstijfheid in de uiterste grenstoestand is een partiële factor voor vervormingen γm;k= 1,30 gehanteerd. Voor paalgroepen kan een geringe toename s2 van de maximale paalzakking optreden ten gevolge van samendrukking in dieper gelegen lagen. Bij de onderhavige bodemopbouw en paalopzet is de invloed van deze zetting niet significant of nagenoeg uniform. De extra zakking bij paalgroepen is derhalve niet of nauwelijks van belang bij de toetsing van de grenstoestanden. Voor palen met windbelasting is een paalkopvervorming s van 10 mm berekend, uitgaande van volledig dynamische belasting (bijlage 4.3). De berekende zakking is inclusief de elastische verkorting van de paal, waarbij voor de herhaald kortdurende windbelasting een E-modulus van 31.000 N/mm² is aangehouden.
INSTALLATIE VIBROPALEN
De vibropalen dienen te worden geïnstalleerd door een hierin gespecialiseerd en gerenommeerd bedrijf. Het inbrengen van de stalen buis dient bij voorkeur te worden uitgevoerd met een regelbaar heimiddel. Bij de keuze van het heiblok dient rekening te worden gehouden met energieverliezen. Deze verliezen zijn afhankelijk van het type heimiddel, heimuts, ouderdom en slijtage van het blok. De zwaarte van het blok dient zodanig te zijn dat in de funderingszandlaag een voldoende hoge kalenderwaarde wordt bereikt om het benodigde basisniveau te kunnen verifiëren. Het energieniveau dient te worden afgesteld, waarbij de kalenderwaarde ter plaatse van de sonderingen in principe tussen 15 à 25 slagen per tocht van 0,25 meter zal bedragen. De gegevens verkregen op de sonderingen vormen de leidraad voor de beoordeling van het draagvermogen van de tussen de sonderingen geïnstalleerde palen.
0172 44 98 22
AA13906-1
blz. 7
Bij verschillen in inheiniveau dient van laag naar hoog te worden geheid, zodat een betere controle op het heiwerk mogelijk is. Teneinde voldoende inzicht te verkrijgen in de opbouw van het paaldraagvermogen en de overgangen in de niveaus tussen de sonderingen is het noodzakelijk dat de kalenderwaarde wordt vastgelegd in de funderingszandlaag vanaf ca 12,5 m- NAP. Als het basisniveau is bereikt moet bij iedere paal een controle plaatsvinden op waterindringing in de buis. De wapeningskorf moet voldoende sterkte en stijfheid hebben zodat hij zonder blijvende vervorming kan worden getransporteerd en ingehangen. De buis dient tot boven het maaiveld te worden gevuld met plastische beton. Vooral bij langere wapeningslengtes moet rekening worden gehouden met een afname van de betondruk aan de onderzijde van de buis. Tijdens het trekken is een voldoende uitstroomdruk in de funderingszandlaag belangrijk om te voldoen aan de uitgangspunten van het grondmechanisch draagvermogen. Maatregelen om de uitstroomdruk te verhogen zijn toepassing van een zeer plastisch betonmengsel met fijn toeslagmateriaal, het ophangen van de wapeningskorf op minimaal 0,5 meter boven de punt en het in aanvang aanbrengen van overhoogte van het beton in de buis. Tijdens het trekken van de buis moet worden gecontroleerd of het nettendraad strak blijft staan. Het bijvullen van het beton mag alleen plaatsvinden zolang onderkant buis nog in de funderingszandlaag hangt. Het is van belang dat de treksnelheid is afgestemd op de uitstroomsnelheid van het beton, teneinde de kans op insnoeringen te beperken. Het lager afstorten dan tot het werkniveau is niet toegestaan. Tijdens het maken van nieuwe palen en het manoeuvreren met de heistelling moet het betonniveau van nog niet uitgeharde palen in de omgeving goed worden bewaakt. Beïnvloeding tijdens met maken van nieuwe palen kan in het algemeen worden voorkomen door het handhaven van een afstand van 4 maal de paalvoetdiameter, maar in specifieke gevallen kan een grotere afstand nodig zijn. Indien nazakking of oppersing wordt vastgesteld dan dient een uitgebreidere controle van de paalschacht plaats te vinden en moet de onderlinge afstand bij de paalvervaardiging worden vergroot. De hoeveelheid gebruikte beton dient te worden bijgehouden. Afwijkingen hierin kunnen optreden als gevolg van het ontstaan van insnoeringen en verdikkingen tijdens dan wel na het trekken van de buis. In verband hiermee verdient het aanbeveling de kwaliteit van alle palen na de verhardingstijd te controleren door middel van akoestisch doormeten, uitgevoerd volgens CUR aanbeveling 109. In geval van twijfel over de kwaliteit van de paalkop dient het bovenste deel van de paal te worden blootgegraven. Als na de akoestische meting nog ontgravingen of horizontale belastingen optreden kan het wenselijk zijn om een nieuwe meting uit te voeren. De betonsamenstelling dient zodanig gekozen te worden dat rekening wordt gehouden met de specifieke bodemomstandigheden alsook de paalconfiguratie wat betreft diameter en wapening. Na het maken van de paal mag niet worden gepord of getrild in de verse paalkop. Na uitharding moet de paalkop worden gesneld over een lengte die tenminste zodanig is dat de vereiste betonsterkte en betondoorsnede worden bereikt. Het snellen van paalkoppen dient op een zodanige wijze te worden uitgevoerd dat geen bezwijken van wapeningsstaven of scheurvorming mogelijk is. De betonkwaliteit in het bovenste deel van de palen moet worden gecontroleerd door middel van het boren en beproeven van betoncilinders bij tenminste 5% van de palen.
0172 44 98 22
AA13906-1
blz. 8
Alle verzamelde gegevens moeten worden vastgelegd. Dit geldt niet alleen voor het uiteindelijk bereikte inheiniveau en de gevonden kalenderwaarden, maar ook type heiblok en afstelling, heivolgorde en overige bijzonderheden. Een deskundig toezicht tijdens de uitvoering is een vereiste, teneinde de kwaliteit van de fundering en de uiteindelijke bebouwing te waarborgen. Richtlijnen hiervoor zijn vastgelegd in CUR Aanbeveling 114 “Toezicht op de realisatie van paalfunderingen”.
Alphen a/d Rijn, 8 april 2014
GEOMET B.V.
Opgesteld door:
Ing. P. Schoppen Senior Projectleider
0172 44 98 22
Ing. T. de Wit Hoofd Adviesafdeling
AA13906-1
bijlage 1
OVERZICHTSTABEL PAALDRAAGVERMOGEN
Paalpuntniveau in m- NAP vibropalen (heiend getrokken) --------------------------------------sond maaiveld ∅500/560 mm ∅500/560 mm nr in m NAP Fc;d= 1750 kN* Fc;d= 2000 kN* ================================================================== 01 +0,14 19,0 20,0 02 +0,18 17,5-18,0 ↓ 18,0 ↓ 03 nog niet kunnen uitvoeren 04 nog niet kunnen uitvoeren 05 nog niet kunnen uitvoeren 06 +0,13 16,5-17,0 ↓ 17,0 ↓ 07 +0,20 17,0 17,5-18,0 08 +0,15 16,5 ↓ 17,5 09 +0,15 16,5 ↓ 17,5-18,0 ↓ 10 -0,06 18,0 20,0 11 +0,25 15,5 ↓ 16,0 ↓ 12 +0,04 17,0 ↓ 18,5 ↓ 13A +0,99 17,5-18,0 18,0 ↓ 14A +0,10 16,0 ↓ 18,0 ↓ 15 +0,14 16,0 ↓ 17,0 ↓ 16 +0,21 16,0:F=1345 of 19,0 20,0 ↓ 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 ND ↓ 16,5-17,0 *
+0,21 +1,10 +0,01 -0,08 -0,15 +0,22
16,0:F=1640 of 17,0 of 19,0 ND 17,0 ↓ 17,0:F=1067 of 20,0 17,0 ↓ 17,0 ↓ 17,0-17,5 nog niet kunnen uitvoeren nog niet kunnen uitvoeren nog niet kunnen uitvoeren nog niet kunnen uitvoeren
17,5 of 21,0 17,5-18,0 ↓ 20,5 18,0 ↓ 18,0 ↓ 18,0
= niet dieper heien = dieper heien toegestaan = Traject van mogelijke inheiniveaus. Afhankelijk van oplopen kalender kan het hogere niveau worden aangehouden. = Het paaldraagvermogen is opgebouwd uit positieve kleef en puntweerstand. De kalender dient te worden vastgelegd vanaf aanvang funderingszandlaag.
0172 44 98 22
AA13906-1
bijlage 2
BEPALING REKENWAARDE MAXIMALE NEGATIEVE KLEEFBELASTING
Basis:
Rekenmethode volgens NEN 9997-1+ C1:2012, waarin NEN-EN 1997-1:2012 is opgenomen
Berekening wrijving tussen paal en grond is gebaseerd op verticale korrelspanningen. De ingevoerde volumegewichten van de grond zijn effectieve waarden. Maaiveld: Grondwaterstand: Bovenbelasting: Paaltype: Schachtdiameter ds: Paaloppervlak: Grondoppervlak A: Paalomtrek Os;gem: Partiële belastingsfactor γf;nk : laag
m NAP m NAP kN/m² Vibropaal (heiend getrokken) mm in de grond gevormd m² (alleenstaande paal) meter (-)
φ'j;rep (0)
K0*tan δj
mj
σ'v;j;rep
m NAP
γ'j;rep kN/m³
(-)
(-)
kN/m²
kN/m²
kN/m²
kN
0,00 -1,50 -2,00 -7,00 -13,00
18,00 10,00 3,00 4,00
30,00 30,00 15,00 20,00
0,289 0,289 0,250 0,250
0,000 0,000 0,000 0,000
0,00 27,00 32,00 47,00 71,00
0,00 27,00 32,00 47,00 71,00
0,00 27,00 32,00 47,00 71,00
0,00 9,18 15,87 93,43 232,44
o.k. laag
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
0,00 -1,50 0,00 3 500 2 0,00 1,57 1,00
σ'v;j;sur;rep σ'v;j;m;rep
De representatieve waarde van de maximale negatieve kleef bedraagt: Fnk;rep
=
232 kN
De rekenwaarde voor de maximale negatieve kleef wordt dan Fnk;d= Fnk;rep/ γf;nk: Fnk;d
=
232 kN
Negatieve kleef bij overige paalafmetingen: F
nk;d
=
0172 44 98 22
148 kN/m¹ paalomtrek
Fnk;rep
AA13906-1
bijlage 3.1
BEPALING REKENWAARDE MAXIMALE DRAAGKRACHT Rekenmethode volgens NEN 9997-1+ C1:2012, waarin NEN-EN 1997-1:2012 is opgenomen Rc;netto;d = Rc;d - Fnk;d Netto rekenwaarde maximale draagkracht Rekenwaarde maximale draagkracht Rc;d = Rb;k/γb+ Rs;k/γs Karakteristieke draagkracht alleenstaande paal Rc;k = Min {(Rb;cal+ Rs;cal)gem/ξ3; (Rb;cal+ Rs;cal)min/ξ4} Rb;cal;max;i = Apunt * qb;max;i Maximale draagkracht paalpunt Maximale schachtwrijvingskracht Rs;cal;max;i = Os;∆L;gem * ∆L * αs * qc;z;a Maximale puntweerstand qb;max;i = ½* αp* β* s *(½*(qc;I;gem+ qc;II;gem)+ qc;III;gem) Paaltype Schachtafmeting Puntafmeting
: Vibropaal (heiend getrokken) ds : Ø 500 mm Dp : Ø 560 mm
Paalklassefactor punt αp Paalklassefactor schacht αs Paalvoetvormfactor β Vormfactor paalvoetdwarsdoorsnede s Correctiefactor ontgraving qb Correctiefactor ontgraving qc;z;a Correctiefactor verdichting qc;III en qc;z;a Correctiefactor verdichting 4D onder punt Negatieve kleef Fnk;d Waarde 1 Waarde 2 sond punt nr m NAP
qc;I;gem
: : : : : : : : : :
qc;II;gem MPa
qc;III;gem
1,00 0,014 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 147 kN/m1 0 kN/m1 qc;z;a ∆L m MPa
Hvoet : grondsoort OCR D2eq / d2eq Hv/Deq
: : : : : n : ξ3 : ξ4 : γb, γs : γm;var;qc :
Stijf bouwwerk Aantal sonderingen Correlatiefactor Rc;cal;gem Correlatiefactor Rc;cal;min Materiaalfactoren Belastingvariatiefactor qb;max Rb;cal;max Rs;cal;max Rc;d kN MPa kN
Fnk;d
kN
0
mm
zand 1,00 1,25 0,00 nee 3 1,30 1,30 1,20 1,00 Rc;netto;d Rc;netto;d ξ3 kN ξ4 kN
1
-20,00 -18,00 -19,00
11,1 10,5 9,4
10,9 8,6 8,6
7,6 6,4 7,1
6,96 4,96 5,96
9,1 8,5 9,0
9,32 7,94 8,02
2295 1956 1976
1387 930 1179
2361 1850 2023
231 231 231
2130 1619 1792
2130 1619 1792
2
-17,00 -18,00
10,5 16,5
9,1 10,6
5,9 7,7
4,02 5,02
9,8 10,2
7,87 10,59
1937 2608
863 1130
1795 2396
231 231
1564 2165
1564 2165
6
-17,00 -16,00 -15,00 -16,00 -17,00 -18,00 -16,50 -16,00 -17,00 -18,00 -16,50 -16,00 -17,00 -18,00 -17,50 -15,00 -16,00 -18,00 -19,00 -20,00
15,0 10,1 13,6 13,2 11,7 11,1 11,5 12,1 10,5 12,0 10,0 15,5 13,0 9,3 11,6 16,8 12,3 10,0 9,1 11,7
10,8 9,4 9,4 10,1 10,6 10,9 9,6 9,6 10,2 11,3 9,5 8,6 8,6 7,8 7,8 9,9 6,3 8,7 8,8 9,6
7,4 5,3 3,3 5,3 7,3 9,4 6,3 6,0 8,1 9,7 7,1 5,4 6,6 7,8 7,4 3,5 3,6 5,9 6,5 7,2
3,97 2,97 1,97 2,75 3,75 4,75 3,25 3,05 4,05 5,05 3,55 3,05 4,05 5,05 4,55 1,96 2,96 4,96 5,96 6,96
11,3 11,1 9,6 11,7 12,2 12,2 12,2 13,6 13,3 12,9 13,7 12,4 12,9 13,3 13,2 9,5 11,4 11,5 11,3 11,2
10,14 7,50 7,38 8,48 9,25 10,23 8,44 8,44 9,21 10,66 8,40 8,72 8,70 8,18 8,53 8,43 6,42 7,63 7,70 8,93
2498 1848 1818 2089 2279 2520 2078 2078 2270 2625 2068 2149 2142 2015 2102 2076 1582 1879 1897 2199
986 727 416 706 1004 1269 870 915 1182 1437 1071 829 1153 1472 1318 411 739 1255 1486 1709
2233 1651 1432 1792 2104 2429 1890 1919 2213 2604 2012 1909 2112 2235 2192 1595 1488 2009 2169 2505
231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231
2002 1420 1201 1561 1873 2198 1659 1688 1982 2373 1782 1678 1882 2004 1961 1364 1257 1778 1938 2274
2002 1420 1201 1561 1873 2198 1659 1688 1982 2373 1782 1678 1882 2004 1961 1364 1257 1778 1938 2274
11
-15,00 -16,00 -15,50
19,1 18,7 18,9
11,1 12,1 11,1
4,6 7,0 5,8
2,05 3,05 2,55
12,6 13,4 13,1
9,84 11,20 10,39
2425 2758 2559
569 898 733
1919 2343 2111
231 231 231
1688 2112 1880
1688 2112 1880
12
-15,00 -17,00 -18,50
14,8 15,7 13,7
8,7 8,4 9,3
3,0 5,4 6,7
1,96 3,96 5,46
9,3 11,2 11,5
7,39 8,72 9,12
1819 2148 2246
400 979 1383
1423 2004 2326
231 231 231
1192 1773 2096
1192 1773 2096
13
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00
11,1 9,5 8,0 18,0
8,0 8,0 8,0 13,0
3,2 5,2 6,8 8,4
2,01 3,01 4,01 5,01
10,7 11,4 11,0 11,0
6,34 6,99 7,39 11,97
1561 1720 1820 2949
474 753 970 1216
1305 1586 1789 2670
231 231 231 231
1074 1355 1558 2439
1074 1355 1558 2439
7
8
9
10
0172 44 98 22
AA13906-1
Paaltype sond punt nr m NAP
bijlage 3.2
(*) : qc;I;gem
Vibropaal (heiend getrokken) qc;II;gem MPa
qc;III;gem
dschacht : Dpunt :
Ø Ø
∆L m
qc;z;a MPa
qb;max Rb;cal;max Rs;cal;max Rc;d kN MPa kN
Fnk;d
kN
500 560
mm mm
Rc;netto;d Rc;netto;d ξ3 kN ξ4 kN
14
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00
14,6 14,0 12,6 10,6
12,1 11,9 8,3 8,3
4,7 7,3 7,2 8,3
2,00 3,00 4,00 5,00
11,5 12,5 12,8 12,9
9,01 10,10 8,86 8,88
2220 2488 2183 2187
504 824 1127 1422
1747 2123 2122 2314
231 231 231 231
1516 1892 1891 2083
1516 1892 1891 2083
15
-15,00 -16,00 -17,00 -16,00 -15,00 -17,00 -16,50 -19,00 -20,00 -17,50 -15,00 -16,00 -17,00 -18,00 -17,50 -21,00 -19,00 -15,00 -16,00 -17,00 -18,00
14,9 13,7 12,7 11,3 13,0 9,1 9,9 8,0 18,0 8,6 15,4 14,3 10,8 12,7 15,3 12,6 9,9 13,1 12,4 12,3 13,2
11,4 11,2 11,2 7,0 9,8 6,8 6,7 7,8 11,8 6,7 9,5 9,5 9,6 4,5 9,3 8,9 4,5 9,8 10,0 8,5 8,5
3,9 6,4 8,8 4,4 3,9 5,7 5,0 6,7 7,3 6,4 3,3 5,3 7,4 4,5 8,2 3,7 4,5 3,4 5,5 6,7 8,1
1,96 2,96 3,96 2,99 1,99 3,99 3,49 5,99 6,99 4,49 1,99 2,99 3,99 4,99 4,49 7,99 5,99 2,00 3,00 4,00 5,00
10,9 12,0 12,4 12,0 11,5 12,1 12,1 11,1 11,2 11,9 10,7 12,1 12,7 12,8 12,6 12,1 12,9 9,6 10,8 11,5 11,4
8,55 9,40 10,36 6,79 7,63 6,82 6,63 7,30 11,10 7,01 7,84 8,63 8,79 6,52 10,26 7,25 5,82 7,40 8,31 8,54 9,51
2105 2316 2551 1672 1880 1680 1633 1798 2733 1726 1931 2126 2166 1607 2527 1786 1434 1823 2047 2104 2343
471 782 1076 787 504 1061 928 1469 1723 1179 467 794 1116 1409 1244 2121 1703 424 713 1010 1256
1652 1986 2325 1576 1528 1757 1642 2094 2857 1863 1538 1872 2104 1933 2417 2505 2011 1440 1769 1996 2307
231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231 231
1421 1755 2094 1345 1297 1526 1411 1863 2626 1632 1307 1641 1873 1702 2186 2274 1780 1209 1538 1765 2076
1421 1755 2094 1345 1297 1526 1411 1863 2626 1632 1307 1641 1873 1702 2186 2274 1780 1209 1538 1765 2076
19
-15,00 -17,00 -16,00 -20,00 -20,50
10,4 11,1 9,7 12,4 14,7
9,4 3,2 9,4 11,7 10,4
3,3 2,3 5,3 2,7 3,6
1,99 3,99 2,99 6,99 7,49
9,1 9,8 9,8 9,7 9,9
6,61 4,74 7,44 7,38 8,10
1627 1166 1831 1819 1995
400 857 643 1497 1634
1299 1297 1586 2126 2327
231 231 231 231 231
1068 1066 1355 1895 2096
1068 1066 1355 1895 2096
20
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00
12,6 11,5 10,7 11,9
10,3 10,3 10,4 9,5
3,3 5,5 7,8 9,2
1,98 2,98 3,98 4,98
8,6 10,3 10,6 11,0
7,37 8,22 9,16 9,96
1815 2025 2255 2452
374 672 932 1207
1403 1729 2043 2346
231 231 231 231
1172 1498 1812 2115
1172 1498 1812 2115
21
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00
13,4 15,3 12,9 10,6
13,0 10,1 9,3 9,3
3,3 5,5 7,3 9,1
2,05 3,05 4,05 5,05
7,9 9,8 10,9 11,3
8,24 9,09 9,18 9,51
2030 2239 2261 2342
354 659 970 1258
1528 1858 2071 2308
231 231 231 231
1297 1627 1840 2077
1297 1627 1840 2077
22
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00 -17,50
14,2 14,7 12,4 11,4 12,1
13,9 11,5 8,5 8,5 8,5
3,2 5,7 6,3 8,1 7,2
1,98 2,98 3,98 4,98 4,48
7,7 10,0 11,2 11,7 11,4
8,66 9,40 8,40 9,00 8,77
2132 2315 2068 2216 2159
336 655 982 1277 1122
1582 1904 1955 2239 2104
231 231 231 231 231
1351 1673 1724 2008 1873
1351 1673 1724 2008 1873
16
17
18
0172 44 98 22
AA13906-1
statische belasting
bijlage 4.1
BEPALING PAALKOPZAKKING VOOR STATISCHE BELASTING Rekenmethode volgens NEN 9997-1+ C1:2012, waarin NEN-EN 1997-1:2012 is opgenomen Paalkopzakking s = s1+ s2
s1 = sb + sel
Paaltype Schachtafmeting Puntafmeting Schachtdoorsnede E-modulus paalschacht Sondering Paalkopniveau Paalpuntniveau Begin afdracht positieve kleef
: Vibropaal (heiend getrokken) : Ø 500 mm : Ø 560 mm 0,196 m2 : 20.000 N/mm2 : 1 : 0,00 m NAP : -19,00 m NAP : -13,04 m NAP :
Representatieve paalkopbelasting Fc;rep Representatieve negatieve kleef Fnk;rep
: :
1400 kN 231 kN
Rb;cal;max : Rs;cal;max : Rs;cal;max :
1976 kN 1179 kN 0 kN
ds Dp
Maximale draagkracht paalpunt Maximale schachtwrijving statisch Extra schachtwrijving bij korte duur
deq : 500 mm Deq : 560 mm alleenstaande paal m : 0,96 (-) σ'v;4D : 0 kPa A4D : 0,0 m2 Eea;gem : 60 MPa
Correlatiefactor ξ3 : 1,30 (-) Materiaalfactoren γb, γs: 1,00 (-)
zakking van de paalvoet sb <-- Rs;i (kN) -1500
-1000
Rb;i --> -500
0
0
500
-10
<-- Sb (mm)
-20 -30 -40 -50 -60 -70 -80
Rb;max;i Rs;max;i Rb;i Rs;i Rs;korte duur;i
: : : : :
1520 907 779 852 0
sb sel s1
: : :
8,0 mm 6,9 mm 14,8 mm
s2 s
: :
0,0 mm 14,8 mm
veerstijfheid paalkop kv;rep
:
94.400 kN/m1
γm;kh rekenwaarde veerstijfheid kv;d
: :
1,3 (-) 72.600 kN/m1
0172 44 98 22
kN kN kN kN kN
1000
1500
2000
AA13906-1
statische belasting
bijlage 4.2
BEPALING PAALKOPZAKKING VOOR STATISCHE BELASTING Rekenmethode volgens NEN 9997-1+ C1:2012, waarin NEN-EN 1997-1:2012 is opgenomen Paalkopzakking s = s1+ s2
s1 = sb + sel
Paaltype Schachtafmeting Puntafmeting Schachtdoorsnede E-modulus paalschacht Sondering Paalkopniveau Paalpuntniveau Begin afdracht positieve kleef
: Vibropaal (heiend getrokken) : Ø 500 mm : Ø 560 mm 0,196 m2 : 20.000 N/mm2 : 1 : 0,00 m NAP : -20,00 m NAP : -13,04 m NAP :
Representatieve paalkopbelasting Fc;rep Representatieve negatieve kleef Fnk;rep
: :
1600 kN kN
Rb;cal;max : Rs;cal;max : Rs;cal;max :
2295 kN 1387 kN 0 kN
ds Dp
Maximale draagkracht paalpunt Maximale schachtwrijving statisch Extra schachtwrijving bij korte duur
deq : 500 mm Deq : 560 mm alleenstaande paal m : 0,96 (-) σ'v;4D : 0 kPa A4D : 0,0 m2 Eea;gem : 60 MPa
Correlatiefactor ξ3 : 1,30 (-) Materiaalfactoren γb, γs: 1,00 (-)
zakking van de paalvoet sb <-- Rs;i (kN) -1500
-1000
Rb;i --> -500
0
0
500
-10
<-- Sb (mm)
-20 -30 -40 -50 -60 -70 -80
Rb;max;i Rs;max;i Rb;i Rs;i Rs;korte duur;i
: : : : :
1766 1067 719 881 0
sb sel s1
: : :
4,9 mm 7,4 mm 12,3 mm
s2 s
: :
0,0 mm 12,3 mm
veerstijfheid paalkop kv;rep
:
129.900 kN/m1
γm;kh rekenwaarde veerstijfheid kv;d
: :
1,3 (-) 99.900 kN/m1
0172 44 98 22
kN kN kN kN kN
1000
1500
2000
AA13906-1
windbelasting
bijlage 4.3
BEPALING PAALKOPZAKKING VOOR STATISCHE BELASTING Rekenmethode volgens NEN 9997-1+ C1:2012, waarin NEN-EN 1997-1:2012 is opgenomen Paalkopzakking s = s1+ s2
s1 = sb + sel
Paaltype Schachtafmeting Puntafmeting Schachtdoorsnede E-modulus paalschacht Sondering Paalkopniveau Paalpuntniveau Begin afdracht positieve kleef
: Vibropaal (heiend getrokken) : Ø 500 mm : Ø 560 mm 0,196 m2 : 31.000 N/mm2 : 1 : 0,00 m NAP : -20,00 m NAP : -13,04 m NAP :
Representatieve paalkopbelasting Fc;rep Representatieve negatieve kleef Fnk;rep
: :
1600 kN kN
Rb;cal;max : Rs;cal;max : Rs;cal;max :
2295 kN 1387 kN 0 kN
ds Dp
Maximale draagkracht paalpunt Maximale schachtwrijving statisch Extra schachtwrijving bij korte duur
deq : 500 mm Deq : 560 mm alleenstaande paal m : 0,96 (-) σ'v;4D : 0 kPa A4D : 0,0 m2 Eea;gem : 60 MPa
Correlatiefactor ξ3 : 1,30 (-) Materiaalfactoren γb, γs: 1,00 (-)
zakking van de paalvoet sb <-- Rs;i (kN) -1500
-1000
Rb;i --> -500
0
0
500
-10
<-- Sb (mm)
-20 -30 -40 -50 -60 -70 -80
1766 1067 719 881 0
Rb;max;i Rs;max;i Rb;i Rs;i Rs;korte duur;i
: : : : :
sb sel s1
: : :
4,9 mm 4,8 mm 9,7 mm
s2 s
: :
0,0 mm 9,7 mm
veerstijfheid paalkop kv;rep
:
164.900 kN/m1
γm;kh rekenwaarde veerstijfheid kv;d
: :
1,3 (-) 126.900 kN/m1
0172 44 98 22
kN kN kN kN kN
1000
1500
2000
AA13906-1
bijlage 5.1
BEPALING REKENWAARDE MAXIMALE DRAAGKRACHT ALLEENSTAANDE TREKPALEN Rekenmethode volgens NEN 9997-1+ C1:2012, waarin NEN-EN 1997-1:2012 is opgenomen Rc;netto;d = Rc;d - Fnk;d Netto rekenwaarde maximale draagkracht Rekenwaarde maximale draagkracht Rc;d = Rb;k/γb+ Rs;k/γs Karakteristieke draagkracht alleenstaande paal Rc;k = Min {(Rb;cal+ Rs;cal)gem/ξ3; (Rb;cal+ Rs;cal)min/ξ4} Rb;cal;max;i = Apunt * qb;max;i Maximale draagkracht paalpunt Maximale schachtwrijvingskracht (*) Rs;cal;max;i = Os;∆L;gem * ∆L * αs * qc;z;a Maximale puntweerstand qb;max;i = ½* αp* β* s *(½*(qc;I;gem+ qc;II;gem)+ qc;III;gem) Paaltype Schachtafmeting Puntafmeting
: Vibropaal (heiend getrokken) ds : Ø 500 mm Dp : Ø 560 mm
Paalklassefactor punt αp Paalklassefactor schacht αs Paalvoetvormfactor β Vormfactor paalvoetdwarsdoorsnede s Correctiefactor ontgraving qb Correctiefactor ontgraving qc;z;a Correctiefactor verdichting qc;III en qc;z;a Correctiefactor verdichting 4D onder punt Negatieve kleef Fnk;d Waarde 1 Waarde 2 sond punt nr m NAP
qc;I;gem
: : : : : : : : : :
qc;II;gem MPa
qc;III;gem
1,00 0,012 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 147 kN/m1 0 kN/m1 qc;z;a ∆L m MPa
Hvoet : grondsoort OCR D2eq / d2eq Hv/Deq
: : : : : n : ξ3 : ξ4 : γb, γs : γm;var;qc :
Stijf bouwwerk Aantal sonderingen Correlatiefactor Rc;cal;gem Correlatiefactor Rc;cal;min Materiaalfactoren Belastingvariatiefactor qb;max Rb;cal;max Rs;cal;max Rc;d kN MPa kN
Fnk;d
kN
0
mm
zand 1,00 1,25 0,00 nee 3 1,30 1,30 1,35 1,50 Rc;netto;d Rc;netto;d ξ3 kN ξ4 kN
1
-20,00 -18,00 -19,00
11,1 10,5 9,4
10,9 8,6 8,6
7,6 6,4 7,1
6,96 4,96 5,96
9,1 8,5 9,0
9,32 7,94 8,02
0 0 0
793 532 674
452 303 384
0 0 0
452 303 384
452 303 384
2
-17,00 -18,00
10,5 16,5
9,1 10,6
5,9 7,7
4,02 5,02
9,8 10,2
7,87 10,59
0 0
493 645
281 368
0 0
281 368
281 368
6
-17,00 -16,00 -15,00 -16,00 -17,00 -18,00 -16,50 -16,00 -17,00 -18,00 -16,50 -16,00 -17,00 -18,00 -17,50 -15,00 -16,00 -18,00 -19,00 -20,00
15,0 10,1 13,6 13,2 11,7 11,1 11,5 12,1 10,5 12,0 10,0 15,5 13,0 9,3 11,6 16,8 12,3 10,0 9,1 11,7
10,8 9,4 9,4 10,1 10,6 10,9 9,6 9,6 10,2 11,3 9,5 8,6 8,6 7,8 7,8 9,9 6,3 8,7 8,8 9,6
7,4 5,3 3,3 5,3 7,3 9,4 6,3 6,0 8,1 9,7 7,1 5,4 6,6 7,8 7,4 3,5 3,6 5,9 6,5 7,2
3,97 2,97 1,97 2,75 3,75 4,75 3,25 3,05 4,05 5,05 3,55 3,05 4,05 5,05 4,55 1,96 2,96 4,96 5,96 6,96
11,3 11,1 9,6 11,7 12,2 12,2 12,2 13,6 13,3 12,9 13,7 12,4 12,9 13,3 13,2 9,5 11,4 11,5 11,3 11,2
10,14 7,50 7,38 8,48 9,25 10,23 8,44 8,44 9,21 10,66 8,40 8,72 8,70 8,18 8,53 8,43 6,42 7,63 7,70 8,93
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
563 416 238 404 573 725 497 523 676 821 612 474 659 841 753 235 422 717 849 977
321 237 135 230 327 413 283 298 385 468 349 270 376 479 429 134 241 409 484 556
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
321 237 135 230 327 413 283 298 385 468 349 270 376 479 429 134 241 409 484 556
321 237 135 230 327 413 283 298 385 468 349 270 376 479 429 134 241 409 484 556
11
-15,00 -16,00 -15,50
19,1 18,7 18,9
11,1 12,1 11,1
4,6 7,0 5,8
2,05 3,05 2,55
12,6 13,4 13,1
9,84 11,20 10,39
0 0 0
325 513 419
185 292 239
0 0 0
185 292 239
185 292 239
12
-15,00 -17,00 -18,50
14,8 15,7 13,7
8,7 8,4 9,3
3,0 5,4 6,7
1,96 3,96 5,46
9,3 11,2 11,5
7,39 8,72 9,12
0 0 0
229 559 790
130 319 450
0 0 0
130 319 450
130 319 450
13
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00
11,1 9,5 8,0 18,0
8,0 8,0 8,0 13,0
3,2 5,2 6,8 8,4
2,01 3,01 4,01 5,01
10,7 11,4 11,0 11,0
6,34 6,99 7,39 11,97
0 0 0 0
271 431 554 695
154 245 316 396
0 0 0 0
154 245 316 396
154 245 316 396
7
8
9
10
0172 44 98 22
AA13906-1
Paaltype sond punt nr m NAP
bijlage 5.2
(*) : qc;I;gem
Vibropaal (heiend getrokken) qc;II;gem MPa
qc;III;gem
dschacht : Dpunt :
∆L m
qc;z;a MPa
qb;max Rb;cal;max Rs;cal;max Rc;d kN MPa kN
Ø Ø Fnk;d
kN
500 560
mm mm
Rc;netto;d Rc;netto;d ξ3 kN ξ4 kN
14
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00
14,6 14,0 12,6 10,6
12,1 11,9 8,3 8,3
4,7 7,3 7,2 8,3
2,00 3,00 4,00 5,00
11,5 12,5 12,8 12,9
9,01 10,10 8,86 8,88
0 0 0 0
288 471 644 813
164 268 367 463
0 0 0 0
164 268 367 463
164 268 367 463
15
-15,00 -16,00 -17,00 -16,00 -15,00 -17,00 -16,50 -19,00 -20,00 -17,50 -15,00 -16,00 -17,00 -18,00 -17,50 -21,00 -19,00 -15,00 -16,00 -17,00 -18,00
14,9 13,7 12,7 11,3 13,0 9,1 9,9 8,0 18,0 8,6 15,4 14,3 10,8 12,7 15,3 12,6 9,9 13,1 12,4 12,3 13,2
11,4 11,2 11,2 7,0 9,8 6,8 6,7 7,8 11,8 6,7 9,5 9,5 9,6 4,5 9,3 8,9 4,5 9,8 10,0 8,5 8,5
3,9 6,4 8,8 4,4 3,9 5,7 5,0 6,7 7,3 6,4 3,3 5,3 7,4 4,5 8,2 3,7 4,5 3,4 5,5 6,7 8,1
1,96 2,96 3,96 2,99 1,99 3,99 3,49 5,99 6,99 4,49 1,99 2,99 3,99 4,99 4,49 7,99 5,99 2,00 3,00 4,00 5,00
10,9 12,0 12,4 12,0 11,5 12,1 12,1 11,1 11,2 11,9 10,7 12,1 12,7 12,8 12,6 12,1 12,9 9,6 10,8 11,5 11,4
8,55 9,40 10,36 6,79 7,63 6,82 6,63 7,30 11,10 7,01 7,84 8,63 8,79 6,52 10,26 7,25 5,82 7,40 8,31 8,54 9,51
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
269 447 615 450 288 606 530 839 985 674 267 454 638 805 711 1212 973 242 408 577 718
153 255 350 256 164 345 302 478 561 384 152 258 363 459 405 691 554 138 232 329 409
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
153 255 350 256 164 345 302 478 561 384 152 258 363 459 405 691 554 138 232 329 409
153 255 350 256 164 345 302 478 561 384 152 258 363 459 405 691 554 138 232 329 409
19
-15,00 -17,00 -16,00 -20,00 -20,50
10,4 11,1 9,7 12,4 14,7
9,4 3,2 9,4 11,7 10,4
3,3 2,3 5,3 2,7 3,6
1,99 3,99 2,99 6,99 7,49
9,1 9,8 9,8 9,7 9,9
6,61 4,74 7,44 7,38 8,10
0 0 0 0 0
229 490 367 856 934
130 279 209 488 532
0 0 0 0 0
130 279 209 488 532
130 279 209 488 532
20
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00
12,6 11,5 10,7 11,9
10,3 10,3 10,4 9,5
3,3 5,5 7,8 9,2
1,98 2,98 3,98 4,98
8,6 10,3 10,6 11,0
7,37 8,22 9,16 9,96
0 0 0 0
213 384 532 690
122 219 303 393
0 0 0 0
122 219 303 393
122 219 303 393
21
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00
13,4 15,3 12,9 10,6
13,0 10,1 9,3 9,3
3,3 5,5 7,3 9,1
2,05 3,05 4,05 5,05
7,9 9,8 10,9 11,3
8,24 9,09 9,18 9,51
0 0 0 0
202 377 554 719
115 215 316 410
0 0 0 0
115 215 316 410
115 215 316 410
22
-15,00 -16,00 -17,00 -18,00 -17,50
14,2 14,7 12,4 11,4 12,1
13,9 11,5 8,5 8,5 8,5
3,2 5,7 6,3 8,1 7,2
1,98 2,98 3,98 4,98 4,48
7,7 10,0 11,2 11,7 11,4
8,66 9,40 8,40 9,00 8,77
0 0 0 0 0
192 374 561 729 641
109 213 320 416 365
0 0 0 0 0
109 213 320 416 365
109 213 320 416 365
16
17
18
0172 44 98 22
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,14 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 1,1
-1
0,9
-2
0,7
-3
0,9
-4
1,1
-5
1,4
-6
1,6
-7
1,7
-8
1,8
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
2,1
-10
2,2
-11
2,4
-12
2,7
-13
2,9
-14
3,2
-15
3,5
-16
3,7
-17
4,1
-18
4,4
-19
4,7
-20
5,0
-21
5,3
-22
5,5
-23
5,9
-24
6,0
-25
6,4
-26
6,6
-27
6,9
-28
6,9
-29
7,4
-30
7,8
-31
8,2
-32
8,6
-33
9,0
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 7-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 01
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,18 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 0,8
-1
1,4
-2
2,4
-3
2,7
-4
2,9
-5
3,1
-6
3,4
-7
3,7
-8
3,4
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
3,2
-10
2,9
-11
2,7
-12
2,3
-13
2,0
-14
1,7
-15
1,3
-16
1,1
-17
0,7
-18
0,2
-19
0,2
-20
0,7
-21
1,0
-22
1,4
-23
1,9
-24
2,2
-25
2,6
-26
2,8
-27
3,1
-28
3,4
-29
4,0
-30
4,3
-31
4,5
-32
4,7
-33
4,9
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 7-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 02
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,13 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 0,5
-1
0,4
-2
0,5
-3
0,6
-4
1,0
-5
1,2
-6
1,5
-7
1,8
-8
2,1
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
2,4
-10
2,9
-11
3,5
-12
4,4
-13
5,0
-14
5,2
-15
5,5
-16
5,7
-17
5,9
-18
6,0
-19
6,3
-20
6,4
-21
6,5
-22
6,8
-23
7,0
-24
7,3
-25
7,6
-26
8,0
-27
8,4
-28
8,4
-29
8,7
-30
9,1
-31
9,3
-32
9,5
-33
9,7
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 6-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 06
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,20 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 0,3
-1
0,1
-2
0,2
-3
0,3
-4
0,4
-5
0,7
-6
0,8
-7
1,0
-8
1,2
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
1,4
-10
1,7
-11
1,7
-12
2,1
-13
2,3
-14
2,4
-15
2,6
-16
3,0
-17
3,3
-18
3,7
-19
4,1
-20
4,4
-21
4,8
-22
5,3
-23
5,5
-24
5,7
-25
5,8
-26
6,0
-27
6,3
-28
6,6
-29
6,8
-30
7,1
-31
7,4
-32
7,6
-33
7,8
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 6-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 07
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,15 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 1,8
-1
1,9
-2
2,1
-3
2,4
-4
2,7
-5
3,0
-6
3,3
-7
3,9
-8
3,9
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
3,9
-10
3,9
-11
3,6
-12
3,5
-13
3,5
-14
3,2
-15
3,0
-16
2,7
-17
2,4
-18
2,2
-19
2,1
-20
2,2
-21
1,9
-22
1,9
-23
1,9
-24
1,8
-25
1,7
-26
1,8
-27
2,1
-28
2,3
-29
2,6
-30
2,7
-31
2,9
-32
3,1
-33
3,2
-34
3,5
-35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 6-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 08
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,15 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 1,1
-1
1,3
-2
1,3
-3
1,4
-4
1,5
-5
1,5
-6
1,7
-7
1,8
-8
1,8
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
2,0
-10
2,1
-11
2,2
-12
2,4
-13
2,6
-14
2,7
-15
2,9
-16
3,3
-17
3,5
-18
3,8
-19
4,2
-20
4,4
-21
4,9
-22
5,1
-23
5,5
-24
5,8
-25
6,1
-26
6,3
-27
6,4
-28
6,6
-29
6,9
-30
7,0
-31
7,1
-32
7,4
-33
7,8
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 6-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 09
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa 0
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : -0,06 m NAP
18
20
8
6
4
2
1,2
-1
1,1
-2
1,2
-3
1,2
-4
1,4
-5
1,6
-6
1,7
-7
1,9
-8
2,0
-9
2,2
-10
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
10
2,4
-11
2,5
-12
2,7
-13
3,0
-14
3,3
-15
3,7
-16
4,2
-17
4,6
-18
5,1
-19
5,5
-20
5,9
-21
6,4
-22
6,7
-23
7,0
-24
7,3
-25
7,5
-26
7,7
-27
8,1
-28
8,5
-29
8,8
-30
9,2
-31
9,6
-32
10,1
-33
10,5
-34
11,0
-35 -36 -37 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 10
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,25 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 0,6
-1
0,2
-2
0,4
-3
0,4
-4
0,3
-5
0,4
-6
0,6
-7
0,8
-8
1,0
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
1,1
-10
1,4
-11
1,7
-12
2,0
-13
2,1
-14
2,3
-15
2,7
-16
3,2
-17
3,7
-18
4,1
-19
4,6
-20
5,0
-21
5,4
-22
5,8
-23
6,2
-24
6,5
-25
6,9
-26
7,2
-27
7,5
-28
7,8
-29
8,1
-30
8,5
-31
8,7
-32
9,1
-33
9,3
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 11
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,04 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 1,2
-1
1,1
-2
1,1
-3
1,1
-4
1,2
-5
1,3
-6
1,6
-7
1,8
-8
2,0
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
2,0
-10
2,1
-11
2,4
-12
2,4
-13
2,6
-14
2,8
-15
3,1
-16
3,4
-17
3,5
-18
3,8
-19
4,1
-20
4,2
-21
4,5
-22
4,9
-23
5,2
-24
5,4
-25
5,8
-26
5,9
-27
6,3
-28
6,6
-29
6,9
-30
7,3
-31
7,4
-32
7,8
-33
8,1
-34
8,3
-35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 12
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
12 14 16 M.V. : 0,99 m NAP
18
20
22
24
26
28
30
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
0 -1 -2 -3 -4
gestaakt i.v.m. obstakel
-5 -6 -7 -8 -9 -10 -11 -12 -13 -14 -15 -16 -17 -18 -19 -20 -21 -22 -23 225 15
cm² cm²
x
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
Helling (I) in graden Datum : 4-2-2014 Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. : AA13906 Sondeernr.:
13
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,99 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 1,4
-1
1,6
-2
1,8
-3
2,0
-4
2,2
-5
2,4
-6
2,7
-7
2,8
-8
3,0
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
3,1
-10
3,3
-11
3,4
-12
3,7
-13
3,9
-14
4,2
-15
4,5
-16
4,8
-17
5,7
-18
6,3
-19
6,9
-20
7,2
-21
7,4
-22
7,7
-23
8,1
-24
8,6
-25
9,0
-26
9,2
-27
9,4
-28
9,7
-29
10,0
-30
10,5
-31
10,9
-32
11,2
-33
11,5
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 13A
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
12 14 16 M.V. : 0,10 m NAP
18
20
22
24
26
28
30
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
0 1,6
-1 -2 -3 -4
gestaakt i.v.m. obstakel
-5 -6 -7 -8 -9 -10 -11 -12 -13 -14 -15 -16 -17 -18 -19 -20 -21 -22 -23 225 15
cm² cm²
x
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
Helling (I) in graden Datum : 4-2-2014 Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. : AA13906 Sondeernr.:
14
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,10 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 0,4
-1
0,6
-2
1,0
-3
0,6
-4
0,4
-5
0,3
-6
0,3
-7
0,3
-8
0,6
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
0,9
-10
1,0
-11
1,3
-12
1,4
-13
1,6
-14
1,9
-15
2,3
-16
2,7
-17
3,0
-18
3,4
-19
3,8
-20
4,3
-21
5,0
-22
5,5
-23
6,0
-24
6,5
-25
7,1
-26
7,4
-27
7,8
-28
8,2
-29
8,7
-30
9,0
-31
9,5
-32
10,1
-33
10,5
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 14A
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,14 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 2,7
-1
2,6
-2
2,6
-3
2,6
-4
2,6
-5
2,5
-6
2,4
-7
2,5
-8
2,5
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
2,5
-10
2,5
-11
2,5
-12
2,4
-13
2,2
-14
2,0
-15
1,8
-16
1,7
-17
1,6
-18
1,7
-19
1,4
-20
1,4
-21
1,1
-22
38,6 -> 1,1
-23
1,1
-24
1,5
-25
1,9
-26
2,1
-27
2,4
-28
2,7
-29
2,9
-30
3,1
-31
3,4
-32
3,5
-33
3,8
-34
4,0
-35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 15
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,21 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 0,7
-1
0,8
-2
0,8
-3
0,8
-4
0,9
-5
1,0
-6
1,1
-7
1,1
-8
1,2
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
1,3
-10
1,3
-11
1,4
-12
1,5
-13
1,5
-14
1,7
-15
1,9
-16
2,1
-17
2,3
-18
2,5
-19
2,8
-20
3,0
-21
3,2
-22
3,4
-23
3,8
-24
3,9
-25
4,3
-26
4,4
-27
4,7
-28
4,9
-29
5,2
-30
5,5
-31
5,8
-32
6,3
-33
6,6
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 16
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,21 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 0,4
-1
0,7
-2
0,5
-3
0,5
-4
0,5
-5
0,5
-6
0,4
-7
0,4
-8
0,5
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
0,7
-10
0,6
-11
0,5
-12
0,6
-13
0,8
-14
0,8
-15
1,0
-16
1,3
-17
1,5
-18
1,9
-19
2,3
-20
2,6
-21
3,2
-22
3,5
-23
3,9
-24
4,2
-25
4,7
-26
4,9
-27
5,2
-28
5,5
-29
5,8
-30
6,0
-31
6,4
-32
6,8
-33
7,3
-34
7,6
-35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 17
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +2
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 1,10 m NAP
18
20
8
6
4
2
0,6
+1
1,1
0
1,3
-1
1,7
-2
2,0
-3
2,2
-4
2,4
-5
2,6
-6
3,0
-7
3,3
-8
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
10
3,6
-9
3,9
-10
4,3
-11
4,7
-12
5,1
-13
5,5
-14
5,9
-15
6,4
-16
6,9
-17
7,4
-18
7,7
-19
8,1
-20
8,5
-21
9,0
-22
9,4
-23
9,9
-24
10,3
-25
10,7
-26
11,0
-27
11,4
-28
11,7
-29
12,1
-30
12,4
-31
12,8
-32
13,2
-33 -34 -35 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 4-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 18
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,01 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 1,3
-1
1,5
-2
1,7
-3
1,0
-4
1,0
-5
1,1
-6
1,2
-7
1,4
-8
1,5
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
1,6
-10
1,7
-11
1,9
-12
2,1
-13
2,2
-14
2,4
-15
2,6
-16
2,8
-17
3,0
-18
3,2
-19
3,4
-20
3,7
-21
4,1
-22
4,5
-23
4,9
-24
5,3
-25
5,4
-26
5,7
-27
6,0
-28
6,2
-29
6,5
-30
6,8
-31
7,3
-32
7,7
-33
8,2
-34
8,5
-35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 6-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 19
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa 0
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : -0,08 m NAP
18
20
8
6
4
2
1,1
-1
1,2
-2
1,4
-3
1,5
-4
1,6
-5
1,7
-6
1,9
-7
2,2
-8
2,3
-9
2,4
-10
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
10
2,5
-11
2,8
-12
2,9
-13
3,1
-14
3,3
-15
3,6
-16
3,9
-17
4,2
-18
4,4
-19
4,5
-20
4,6
-21
4,8
-22
4,9
-23
5,0
-24
5,3
-25
5,7
-26
6,0
-27
6,2
-28
6,4
-29
6,6
-30
7,0
-31
7,3
-32
7,6
-33
7,9
-34
8,2
-35 -36 -37 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 6-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 20
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa 0
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : -0,15 m NAP
18
20
8
6
4
2
0,9
-1
1,1
-2
1,0
-3
1,0
-4
1,2
-5
1,3
-6
1,5
-7
1,7
-8
1,8
-9
2,0
-10
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
10
2,1
-11
2,3
-12
2,5
-13
2,7
-14
2,9
-15
3,2
-16
3,4
-17
3,6
-18
3,8
-19
4,0
-20
4,1
-21
4,4
-22
4,8
-23
4,9
-24
5,1
-25
5,3
-26
5,5
-27
5,8
-28
6,0
-29
6,3
-30
6,7
-31
7,0
-32
7,2
-33
7,6
-34
7,8
-35 -36 -37 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 6-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 21
1/1
Conusweerstand (qc) in MPa +1
2
4
6
8
10
Wrijvingsgetal (Rf=fs/qc) in % 12 14 16 M.V. : 0,22 m NAP
18
20
10
8
6
4
2
0 0,8
-1
1,0
-2
1,1
-3
1,2
-4
1,5
-5
1,7
-6
1,9
-7
2,1
-8
2,4
Diepte in m ten opzichte van referentieniveau (NAP) gecorrigeerd voor hellingsafwijking
-9
2,6
-10
2,8
-11
3,1
-12
3,3
-13
3,6
-14
3,7
-15
3,8
-16
3,9
-17
4,2
-18
4,4
-19
4,8
-20
5,2
-21
5,6
-22
6,0
-23
6,1
-24
6,4
-25
6,6
-26
6,9
-27
7,1
-28
7,3
-29
7,6
-30
7,7
-31
8,0
-32
8,3
-33
8,7
-34 -35 -36 225 15
cm² cm²
0,10 0,20 0,30 Wrijvingsweerstand (fs) in MPa
0,40
0,50
CPTask V1.33
sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 Project : NIEUW LEYDEN 3 EN 4 Locatie : LEIDEN
x
Helling (I) in graden : 6-2-2014 Datum Conusnr. : S15CFII.S12352 Projectnr. :
AA13906 Sondeernr.: 22
1/1