Randstad onderzoek Award naar de kwaliteit 2014 van de employer brand
van de grootste Belgische bedrijven
1
inhoud 3 belang van een sterke employer brand 5 aanpak 7 resultaten 7 instrumentele bouwstenen die de aantrekkelijkheid van een bedrijf als werkgever bepalen 7 waarom kiezen mensen voor een bedrijf? 10 resultaten doelgroepen 11 symbolische bouwstenen die de aantrekkelijkheid van een bedrijf als werkgever bepalen 14 welke sectoren zijn de meest aantrekkelijke werkgevers? 14 farmaceutische sector opnieuw meest aantrekkelijke sector 17 aantrekkelijkheid van de private sectoren volgens de subgroepen 19 waarom zijn de sectoren (on)aantrekkelijk? 20 waarom is de socialprofitsector (on)aantrekkelijk? 21 welke bouwstenen scoren het best bij de socialprofit- en de private sector? 22 welke bedrijven zijn de meest aantrekkelijke werkgevers? 22 naambekendheid van privéwerkgevers 23 naambekendheid van socialprofitorganisaties 24 relatieve aantrekkelijkheid van privéwerkgevers1 30 relatieve aantrekkelijkheid van socialprofitorganisaties 32 relatieve aantrekkelijkheid van alle bedrijven samen 34 absolute aantrekkelijkheid van privéwerkgevers 35 absolute aantrekkelijkheid van socialprofitorganisaties
2
36
belangrijkste conclusies
38 bijlage: lijst van deelnemende privéwerkgevers 41 bijlage: lijst van socialprofitorganisaties
belang van een sterke employer brand
Als humanresourcesdienstverlener en marktleider op het vlak van uitzendarbeid ervaart Randstad dagelijks hoe belangrijk een sterke employer brand is. Dankzij een sterke employer brand trekken bedrijven niet alleen gemakkelijker mensen aan, maar behouden ze die ook langer. Bovendien heeft een sterke employer brand een positieve invloed op de betrokkenheid van de werknemers. Die identificeren zich namelijk gemakkelijker met een bedrijf met een sterke brand en zijn dan ook sneller geneigd om extra inspanningen te doen. Bedrijven houden er het best een langetermijnvisie op na als het op hun employer brand aankomt. Het is geen goed idee om alleen aan je employer brand te werken als het goed gaat. Een goede naam en faam opbouwen kost meestal jaren. Wie hier pas mee begint als de economie aantrekt, komt hopeloos te laat. De filosofie achter de Randstad Award is dat de manier waarop potentiële werknemers naar een bedrijf kijken niet afhangt van enkele toevalligheden. Denk maar aan een leuk krantenartikel of
een hippe, inspirerende CEO. Integendeel: hun beeld is grotendeels gebaseerd op feitelijke en duurzame ontwikkelingen. De communicatie bepaalt het imago van een bedrijf alleen maar voor een deel. De opinie van het publiek wordt vooral beïnvloed door de feiten, handelingen en initiatieven van een bedrijf. Met andere woorden: door de manier waarop de onderneming doet wat ze doet. Elk bedrijf heeft dus, binnen bepaalde grenzen, invloed op zijn eigen employer brand. Randstad wil bedrijven helpen om hun employer brand te verbeteren. Daarom hebben we een kwalitatief en sterk onderbouwd onderzoek opgezet dat peilt naar de aantrekkelijkheid van de grootste werkgevers in België. Dit onderzoek en de bijbehorende Randstad Award zijn uitgegroeid tot een sterk format. De boodschap? Getalenteerd personeel aantrekken en behouden in de 21ste eeuw kan alleen als je investeert in een sterke employer brand. Niet verwonderlijk spreekt deze boodschap heel wat spelers op de arbeidsmarkt aan.
alweer een award … Hoe onderscheidt de Randstad Award zich van onderzoeken die op het eerste gezicht vergelijkbaar zijn? De Randstad Award is uitsluitend gebaseerd op de brede publieke opinie. Iedereen tussen 18 en 65 jaar (actief op de arbeidsmarkt of niet) komt in aanmerking als respondent. Vergelijkbare studies zijn meestal gebaseerd op vragenlijsten voor de humanresourcesafdelingen of op de mening van de vaste
3
medewerkers of enkele experts. Dit onderzoek draait om de employer brand van bedrijven. Die is dan weer gebaseerd op het imago van het bedrijf als werkgever. Hoe kijkt de buitenwereld naar dit bedrijf? Die vraag proberen we te beantwoorden. Het onderzoek gaat dus niet over de identiteit van het bedrijf. Daarbij draait het namelijk om deze fundamentele vraag: hoe zien we onszelf als bedrijf? Het spreekt voor zich dat de
identiteit en het imago van een bedrijf niet samenvallen. Anderzijds is het duidelijk dat beiden elkaar sterk beïnvloeden. Bij dit onderzoek komen alle grote privéwerkgevers met meer dan 1.000 werknemers aan bod. Ze hoeven zelf geen initiatief te nemen, want Randstad neemt ze automatisch op in het onderzoek. Alle grote bedrijven die in België actief zijn, komen dus in aanmerking voor deze award. Dit jaar gaat het om 185 bedrijven. In tegenstelling tot de voorbije twee jaar komen de 29 publieke diensten deze keer niet aan bod. 36 bedrijven en organisaties uit de
wat mag u verwachten? In dit rapport vindt u het antwoord op de volgende vragen: • Op basis van welke criteria kiezen mensen een werkgever? • In welke sectoren vinden we de meest aantrekkelijke werkgevers en waarom? Welke individuele bedrijven zijn de meest aantrekkelijke werkgevers en waarom? • Hoe verschilt de employer brand in de socialprofit- en de private sector? • Wat zijn de grote tendensen als we de resultaten van deze studie vergelijken met die van voorgaande studies? We wensen u alvast veel leesplezier.
4
socialprofitsector namen hun plaats in. Tot nu toe was dit de enige sector die de respondenten nog niet hadden geëvalueerd. Randstad reikt deze award uit op basis van een onderzoek bij 15.000 respondenten. Sinds 2010 voeren we het online uit. Het grote voordeel van deze nieuwe methode? We kunnen de samenstelling van de respondentengroep nog beter controleren dan vroeger. In 2014 wordt de Randstad Award uitgereikt in 23 landen.
aanpak
1 Volgens deze criteria komt een holding die in België enkele duizenden mensen tewerkstelt bij verschillende bedrijven met verschillende namen niet in aanmerking voor dit onderzoek. Bedrijven zoals Unilin en Pfizer die onder verschillende btw-nummers opereren (entiteiten van elk minder dan 1000 werknemers), maken wel deel uit van de lijst. We hebben verschillende bronnen geraadpleegd om de lijst van deelnemende bedrijven te vervolledigen. Staat een bedrijf dat aan de criteria voldoet toch niet in de lijst? Gelieve ons dan op de hoogte te brengen. We nemen het bij de volgende peiling op in onze lijst.
Tijdens de maanden september, oktober en november 2013 verzamelde Randstad in samenwerking met ICMA International voor de veertiende keer op rij de mening van 15.000 respondenten (studenten, werknemers, werkzoekenden, huisvrouwen …) tussen 18 en 65 jaar. Net zoals de drie voorgaande jaren vulden de respondenten de vragenlijst online in. Randstad vroeg hen om hun mening over de aantrekkelijkheid van de employer brands van de belangrijkste werkgevers in België. Op basis van een aantal selectiecriteria kozen we hiervoor 185 bedrijven uit de private sector. Het gaat om ondernemingen die op Belgisch grondgebied actief zijn en meer dan 1.000 mensen tewerkstellen onder eenzelfde naam (of een deel van een naam)1. Dit jaar komen ook 36 socialprofitorganisaties aan bod in het onderzoek. Zij namen de plaats in van de publieke diensten. Normaal gezien nemen deze bedrijven en organisaties volgend jaar opnieuw deel aan het onderzoek. In de bijlage vindt u een lijst van de deelnemende werkgevers en diensten. de respondenten geslacht taal leeftijd
opleidingsniveau
5
man vrouw Franstalig Nederlandstalig 18-24 jaar 25-39 jaar 40-65 jaar master bachelor maximaal secundair
49 % 51 % 47 % 53 % 33 % 33 % 33 % 21 % 37 % 42 %
Zoals altijd is het aandeel jongeren bewust oververtegenwoordigd in vergelijking met de totale bevolking. Jongeren zijn namelijk meer mobiel op de arbeidsmarkt. Bovendien wordt op die manier hun minder goede kennis van de bedrijfswereld gecompenseerd en krijgen we significante resultaten voor een doelgroep die erg belangrijk is in het kader van dit onderzoek. Door het relatief grotere aandeel jongeren is ook het aandeel hooggeschoolden oververtegenwoordigd. Deze studie heeft twee doelen. Ten eerste willen we achterhalen welke bedrijven beschouwd worden als de meest aantrekkelijke werkgevers in België. Daartoe vragen we aan de respondenten om voor de bedrijven uit de lijst die ze kennen aan te geven of ze er al dan niet graag zouden werken. Op die manier krijgen we een beeld van de globale aantrekkelijkheid van een bedrijf als werkgever. Ten tweede focust deze studie op wat deze bedrijven nu net aantrekkelijk maakt. Heeft het te maken met de aantrekkelijke lonen of is de fijne werksfeer het belangrijkst? In de praktijk gaat het altijd om een mix van factoren. We noemen deze de bouwstenen van de employer brand. We onderscheiden er 17. Eerst gaan we na hoe zwaar deze bouwstenen doorwegen. Respondenten kunnen 1.000 punten verdelen over deze bouwstenen: • competitief loonpakket (salaris, extralegale voordelen) • werkzekerheid op langere termijn • financiële gezondheid • aangename werksfeer • interessante jobinhoud • toekomstperspectieven/loopbaanmogelijkheden • internationale loopbaanmogelijkheden • kwalitatieve opleidingsmogelijkheden • kwaliteit van het management • goede balans tussen werk en privéleven
• flexibele werkvoorwaarden • ligging van het bedrijf • aandacht voor milieu en samenleving • aandacht voor diversiteit • kwalitatieve producten en diensten • sterke waarden • nieuwste technologieën/innovatievermogen In de rest van de tekst gebruiken we verkorte versies van deze bouwstenen (alleen de tekst in blauw). Daarnaast evalueren de respondenten voor elk van de deelnemende bedrijven nog eens 10 van deze 17 bouwstenen afzonderlijk. • loonpakket • toekomstperspectieven • werksfeer • werkzekerheid • financiële gezondheid • jobinhoud • opleidingen • management • balans privé/werk • milieu/samenleving Op die manier komen bedrijven niet alleen te weten hoe aantrekkelijk ze zijn als werkgever, maar ook waarom.
6
Dit jaar breiden we onze analyse van de bouwstenen van een employer brand opnieuw uit. Naast de instrumentele bouwstenen (loonpakket, werkzekerheid …) vragen we de respondenten voor het eerst ook naar hun mening over de symbolische bouwstenen. Die slaan op de menselijke trekken die we met merken, en dus ook werkgeversmerken, associëren (eerlijkheid, betrouwbaarheid, zekerheid …). De theorie is dat heel wat organisaties (en merken) zich eerder via symbolische kenmerken onderscheiden dan via instrumentele bouwstenen. Volgens deze theorie verklaart de combinatie van symbolische en instrumentele bouwstenen de uiteindelijke aantrekkingskracht van de employer brands. • eerlijk • betrouwbaar • veilig • oprecht • gerespecteerd • intelligent • opwindend • spannend • nuchter • hoog aangeschreven • sterk • robuust • gedurfd • hoge status • mannelijk
resultaten
instrumentele bouwstenen die de aantrekkelijkheid van een bedrijf als werkgever bepalen waarom kiezen mensen voor een bedrijf? Wat maakt een bedrijf aantrekkelijk in de ogen van de buitenwereld? O p basis van welke criteria beslist iemand of hij al dan niet voor een bedrijf wil werken? Om dit te achterhalen, gaan we dieper in op de bouwstenen van een employer brand. Zoals we al zeiden in het vorige hoofdstuk, maken we dit jaar voor het eerst een opsplitsing tussen instrumentele en symbolische bouwstenen. In het verleden stelden we al vast dat het belang van de verschillende bouwstenen van een employer brand al bij al heel stabiel blijft. Wel treden er in de loop der jaren soms veranderingen op. Die beperkte wijzigingen hebben meestal te maken met de economische conjunctuur. Zo hebben we gemerkt dat de bouwsteen ‘werkzekerheid’ belangrijker wordt in jaren waarin het conjunctureel gezien moeilijker gaat. Maar ook structurele veranderingen of bepaalde gebeurtenissen kunnen een rol spelen. Omdat de lijst met bouwstenen twee jaar geleden licht is aangepast en ook hun benaming soms (licht) is veranderd, kunnen we alleen vergelijken met de voorbije twee jaar.
7
Opnieuw weinig verrassingen dit jaar (figuur 1). De top zes bestaat uit dezelfde bouwstenen als de voorbije jaren, met ‘werkzekerheid’ als belangrijkste criterium. De financiële gezondheid van een bedrijf staat dit jaar op de tweede plaats, gevolgd door ‘loonpakket’. ‘Jobinhoud’ behoudt de vierde plaats, hoewel deze bouwsteen qua belang een lichte achteruitgang noteert. ‘Werkklimaat’ en ‘balans werk/privé’ bekleden dezelfde positie in de top zes als vorig jaar. Figuur 1: Welke symbolische bouwstenen zijn belangrijk bij de keuze voor een werkgever en evolutie t.o.v. 2013?
bouwsteen
De enige noemenswaardige wijziging dit jaar is dat de bouwsteen ‘ligging van het bedrijf’ aan belang inboet. Vorig jaar was deze bouwsteen opgeklommen tot een zevende plaats, toen de beste score ooit. Dit jaar valt hij opnieuw terug naar een traditionele negende plaats. Ook opvallend is dat de kleinere bouwstenen er allemaal op vooruitgaan. De tien bouwstenen die vorig jaar de laagste posities innamen, stijgen gezamenlijk van 22,6 naar 26,2 %.
2014
2013
werkzekerheid
14,9
financieel gezond
13,1
competitief loonpakket
11,1
12,4 12,7
interessante jobs
8,7
9,6
aangename werksfeer
8,7
9,3
goede balans tussen privé en werk
6,3
toekomstperspectieven/carrièremogelijkheden
6,1
6,5 5,9
kwalitatieve opleidingen
5,1
4,6
goed gelegen
4,9
6,1
flexibele werkvoorwaarden
4,3
4,2
kwalitatieve producten/diensten
2,7
2,2
sterk management
2,7
2,4
bewuste omgang met milieu en samenleving
2,5
2,1
internationale/wereldwijde loopbaanmogelijkheden
2,4
2,1
diversiteit aangemoedigd
2,3
1,7
sterk imago/sterke waarden
8
15
1,9
1,6
nieuwste technologieën/innovatief
1,7
1,4
andere
0,5
0,5
Overzicht subgroepen
werkzekerheid financieel gezond competitief loonpakket interessante jobs (jobinhoud) aangename werksfeer balans privé/werk toekomstperspectieven/carrièremogelijkheden kwalitatieve opleidingen goed gelegen flexibele werkvoorwaarden kwalitatieve producten/diensten sterk management bewust omgaat milieu/samenleving internationale loopbaanmogelijkheden diversiteit aanmoedigt sterke waarden nieuwste technologieën/innovatief
9
totaal 14,9 % 13,1 % 11,1 % 8,7 % 8,7 % 6,3 % 6,1 % 5,1 % 4,9 % 4,3 % 2,7 % 2,7 % 2,5 % 2,4 % 2,3 % 1,9 % 1,7 %
man vs vrouw -1,1 % 2,8 % 0,3 % -1,2 % -2,3 % -1,6 % 0,8 % 0,8 % -0,6 % -0,9 % 0,2 % 0,6 % 0,0 % 0,9 % -0,1 % 0,3 % 0,8 %
secundair en lager vs master 4,6 % 2,9 % 0,1 % -4,2 % -0,2 % -0,9 % -1,0 % -0,0 % 0,0 % 0,1 % -0,1 % -0,1 % -0,6 % -0,9 % 0,4 % -0,1 % -0,1 %
-24 vs 50+ -5,4 % -6,5 % -2,3 % 1,6 % 0,3 % -0,1 % 2,1 % 1,9 % 0,7 % 0,1 % 0,3 % 0,6 % 0,7 % 2,5 % 1,1 % 1,3 % 1,1 %
resultaten doelgroepen De arbeidsmarkt is niet homogeen. Er zijn verschillende groepen op actief die niet altijd met dezelfde bril naar de verschillende bouwstenen kijken. In de loop der jaren wijzigt de manier waarop de subgroepen de verschillende bouwstenen waarderen overigens zeer weinig. Deze nieuwe trend die we vorig jaar opmerkten, krijgt dit jaar bevestiging. Vrouwen hechten meer belang aan werkzekerheid, de werksfeer, de balans privé/werk, flexibele werkvoorwaarden, de ligging van het bedrijf en de jobinhoud. Mannen vinden de financiële gezondheid van en de toekomstperspectieven/(internationale) loopbaanmogelijkheden en opleidingen bij een bedrijf dan weer belangrijker. Net zoals vorig jaar hechten beide subgroepen hetzelfde belang aan een competitief loonpakket. Vroeger vonden mannen dat duidelijker belangrijker dan vrouwen. Dit is de enige, zij het wel heel belangrijke, verschuiving die we opmerken.
10
Werknemers met een masterdiploma hechten meer belang aan de jobinhoud, toekomstperspectieven, een internationale loopbaan en de balans privé/werk. Werknemers met maximaal een diploma secundair onderwijs zijn gevoeliger voor de werkzekerheid bij en de financiële gezondheid van een bedrijf. Net zoals vorig jaar verschilt het belang van een competitief loonpakket niet tussen deze subgroepen. 50-plussers zijn net zoals vorig jaar in vergelijking met -25-jarigen meer gericht op werkzekerheid, financiële gezondheid en een competitief loonpakket. De jongeren vinden (internationale) loopbaanmogelijkheden, kwalitatieve opleidingen en toekomstperspectieven belangrijker.
symbolische bouwstenen die de aantrekkelijkheid van een bedrijf als werkgever bepalen Zoals we al zeiden in hoofdstuk 2, spelen bij de aantrekkelijkheid van bedrijven naast instrumentele bouwstenen ook symbolische bouwstenen een rol. Die laatste slaan op de menselijke trekken die we met merken, en dus ook werkgeversmerken, associëren (eerlijkheid, betrouwbaarheid, zekerheid …). Zoals bij instrumentele bouwstenen het geval is, verwachten we ook een verschil in waardering tussen de verschillende symbolische bouwstenen. Net zoals bij de instrumentele bouwstenen krijgen de respondenten 1.000 punten ter beschikking. Die mogen ze vrij verdelen over de symbolische bouwstenen. Op figuur 2 ziet u de resultaten.
Figuur 2: Welke symbolische bouwstenen zijn belangrijk bij de keuze voor een werkgever? eerlijk betrouwbaar
13,7
veilig
9,9
oprecht
8,9
gerespecteerd
6,5
intelligent
5,8
opwindend
5,4
spannend
5
nuchter
4,7
hoog aangeschreven
4,3
sterk
4,1
robuust
4
gedurfd
3,2
hoge status mannelijk
11
20,6
2,7 1,2
Mensen verwachten van een potentiële werkgever in de eerste plaats dat hij eerlijk en betrouwbaar is. Deze bouwstenen halen respectievelijk 21 en 14 %. ‘Veilig’ (zekerheid) staat op de derde plaats met 10 %. De bouwsteen ‘oprecht’ haalt op zijn beurt 9 % en ‘gerespecteerd’ sluit de top vijf af. Kenmerken zoals ‘opwindend’ en ‘spannend’ spelen weliswaar een niet te
onderschatten rol, maar zijn duidelijk minder belangrijk. Onderaan de lijst vinden we criteria zoals ‘sterk’, ‘robuust’, ‘mannelijk’ en ‘gedurfd’.
Subgroepen symbolische kenmerken
eerlijk betrouwbaar veilig oprecht gerespecteerd intelligent opwindend spannend nuchter hoog aangeschreven sterk robuust gedurfd hoge status mannelijk
12
totaal 20,6 % 13,7 % 9,9 % 8,9 % 6,5 % 5,8 % 5,4 % 5,0 % 4,7 % 4,3 % 4,1 % 4,0 % 3,2 % 2,7 % 1,2 %
man vs vrouw 0,2 % -1,5 % -1,2 % -0,3 % -1,2 % 0,2 % 0,1 % -0,3 % 0,4 % 0,7 % 0,5 % 0,0 % 0,8 % 0,8 % 0,8 %
secundair en lager vs master (+) 2,4 % 1,4 % 2,9 % 0,6 % 0,0 % -4,4 % -1,1 % -1,3 % -0,5 % 0,0 % 0,0 % 0,1 % -0,5 % -0,1 % 0,4 %
-24 vs 50+ -7,2 % -4,0 % -2,4 % -0,4 % 0,6 % 1,4 % 2,2 % 2,5 % 1,1 % 0,3 % 1,0 % -0,6 % 2,2 % 1,9 % 1,4 %
De 15 symbolische bouwstenen zijn terug te brengen tot 5 basisdimensies: Oprecht: eerlijk, oprecht, nuchter Innovatief: gedurfd, opwindend, spannend Prestigieus: hoge status, hoog aangeschreven, gerespecteerd Competent: zekerheid, intelligent, betrouwbaar Robuust: robuust, sterk, mannelijk
Het valt op dat er weinig verschillen zijn bij de subgroepen. Mannen en vrouwen scoren nagenoeg identiek, zelfs bij de basisdimensie ‘robuust’. Ook tussen onderwijsniveaus is er geen noemenswaardig verschil. Alleen bij de leeftijden zien we enig onderscheid. Veertigplussers hechten meer belang aan oprechtheid en competenties, jongeren gaan meer voor innovatie. Maar ook bij de jongeren zijn de belangrijkste basisdimensies ‘oprecht’ en ‘competent’.
Twee basisdimensies springen er duidelijk bovenuit: ‘oprecht’ en ‘competent’, met respectievelijk 34 en 29 %. Op ruime afstand volgen ‘innovatief’ (14 %), ‘prestigieus’ (13 %) en ‘robuust’ (9 %).
Instrumentele en symbolische bouwstenen: welke verklarende waarde voor de algemene aantrekkelijkheid van een bedrijf? Er is een heel sterk verband tussen de scores die bedrijven halen op de verschillende bouwstenen en hun algemene aantrekkelijkheid. In deze context dringt deze belangrijke vraag zich op: versterken de scores van bedrijven op de symbolische bouwstenen dit verband nog? Om daar een antwoord op te krijgen, hebben we een regressieanalyse uitgevoerd. Daarbij gold de aantrekkelijkheid van een bedrijf als uitgangspunt en kwamen respectievelijk de instrumentele en symbolische bouwstenen in een eerste en tweede stap aan bod. Beide blokken van bouwstenen spelen een aanzienlijke rol bij de vastgestelde verschillen op het vlak van
13
de aantrekkelijkheid van een bedrijf. Voor de instrumentele is dit .331 of 33 %, voor de symbolische .025 ofwel afgerond 3 %. Alle bouwstenen samen verklaren dus 36 % van de verschillen in aantrekkelijkheid van bedrijven. De extra verklaring van de symbolische bouwstenen is weliswaar significant, maar alles bij elkaar genomen beperkt. Het verband tussen de scores voor afzonderlijke bouwstenen van bedrijven en hun algemene aantrekkelijkheid blijkt voor beide soorten bouwstenen hoog te liggen. Bij de instrumentele ligt dit tussen de .541 en de .361. Voor de symbolische is dit .457 en .347. Speciale dank aan Saartje Cromheecke (Faculteit Psychologie, Universiteit Gent), die de analyses heeft uitgevoerd.
welke sectoren1 zijn de meest aantrekkelijke werkgevers? farmaceutische sector opnieuw meest aantrekkelijke sector Met de indeling per sector bedoelen we niet de traditionele sectoren. De 185 deelnemende bedrijven aan deze studie (zie lijst in de bijlage) werden ondergebracht in 22 sectoren. De scores van een specifieke sector zijn de gemiddelde scores van de bedrijven die onder deze sector vallen. Dit jaar hebben we de indeling in sectoren aangepast. Om een correcte vergelijking met 2013 mogelijk te maken, hebben we de scores van de betrokken sectoren van vorig jaar opnieuw berekend. Naast de 22 privésectoren is ook de socialprofitsector als aparte sector opgenomen. 1
Weinig wijzigingen bij de rangschikking van de sectoren dit jaar. De top vijf van de privésectoren is exact dezelfde als vorig jaar. De farmaceutische sector is opnieuw de winnaar en ziet zijn aantrekkelijkheid met maar liefst 9 procentpunten stijgen tot een historische score van 49 %. Gemiddeld gingen de bedrijven er dit jaar 6 procentpunten op vooruit. De winst van de farmasector is intussen geen verrassing meer. Op één editie na (2009) kwam deze sector telkens als de nummer één uit de bus. Op de tweede plaats vinden we de media, die ook een sterke stijging laten optekenen (7 %). Ook de nummer drie, de sector informatica & consultancy, gaat er sterk op vooruit. Op de vierde en de vijfde plaats vinden we net als vorig jaar aeronautica en elektronica. Als we rekening houden met de socialprofitsector, dan halen deze twee laatste sectoren een vijfde en een zesde plaats. Een eerste redelijke verschuiving vinden we op positie tien. Na jaren van terugval klimt de financiële sector eindelijk weer op in de rangschikking en eist hij opnieuw een plek in de top tien op. Ook de sector niet-metaal maakt een mooie sprong voorwaarts, net als de retailsector. De automotivesector (retail en diensten) moet daarentegen enkele plaatsen inleveren.
2
14
% respondenten die 4 of 5 geven op een schaal van 5.
Aantrekkelijkheid van de sectoren – 2013 tegenover 20142
farmaceutica media informatica & consultancy social profit aeronautica elektronica voeding bouw & installatie chemie banken & verzekeringen niet-metaal automotive (productie) energie retail (textiel, meubelen…) transport (goederen), logistiek automotive (retail, diensten) horeca & toerisme human resources telecom & contact centers distributie transport (mensen) metaal-staal industriële schoonmaak, milieu & veiligheid totaal
2013 39 37 33 32 30 27 28 27 24 24 25 25 23 23 25 24 23 22 19 19 19 17 25
2014 49 44 42 38 37 37 35 34 31 31 30 30 30 29 29 29 29 29 28 25 25 23 23 31
Dit jaar hebben we voor het eerst ook 36 socialprofitorganisaties opgenomen in het onderzoek. Deze bedrijven halen een gemiddelde aantrekkelijkheidscore van 38,4 %. Daarmee neemt de sector de vierde plaats in, na de farmasector, de media en informatica & consultancy. Hoe de socialprofitsector zich verhoudt
tot de publieke sector, kunnen we vanuit dit onderzoek niet rechtstreeks beantwoorden. Als we kijken naar de score van de publieke sector in de voorbije twee jaar, vermoeden we dat die sector iets boven de socialprofitsector zou eindigen.
De aantrekkelijkheid van de sectoren volgens hun Net Promotor Score (NPS)
farmaceutica informatica & consultancy media elektronica social profit aeronautica voeding bouw & installatie chemie banken & verzekeringen niet-metaal energie automotive (productie) transport (goederen) & logistiek human resources retail (textiel, meubelen,…) telecom & contact centers automotive (retail & diensten) horeca & toerisme distributie transport (mensen) industriële schoonmaak, milieu & veiligheid metaal & staal
15
% 4-5 48,7 % 42,1 % 44,4 % 37,2 % 38,4 % 37,4 % 34,9 % 34,3 % 31,2 % 31,0 % 30,1 % 29,7 % 30,1 % 29,1 % 28,6 % 29,4 % 27,6 % 29,0 % 28,9 % 25,3 % 24,7 % 22,5 % 23,0 %
plaats ( % 4-5) 1 3 2 6 4 5 7 8 9 10 11 13 12 15 18 14 19 16 17 20 21 23 22
% 1-2 20,3 % 24,0 % 26,7 % 24,8 % 31,3 % 30,6 % 28,7 % 30,5 % 35,1 % 35,0 % 34,4 % 34,1 % 35,9 % 35,6 % 35,2 % 36,1 % 36,1 % 38,5 % 40,4 % 42,3 % 44,7 % 43,9 % 45,1 %
plaats ( % plaats % 4-5 1-2) vs %1-2 1 0 2 1 4 -2 3 2 8 -4 7 -3 5 1 6 1 12 -3 11 -1 10 1 9 4 15 -3 14 1 13 5 16 -2 17 2 18 -2 19 -2 20 0 22 -1 21 2 23 -1
NPS 28,4 % 18,1 % 17,7 % 12,4 % 7,2 % 6,8 % 6,2 % 3,8 % -3,9 % -4,0 % -4,3 % -4,3 % -5,8 % -6,5 % -6,7 % -6,7 % -8,5 % -9,5 % -11,6 % -17,0 % -20,1 % -21,4 % 22,1 %
plaats (NPS) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
Sinds jaar en dag wordt de aantrekkelijkheid van de sectoren gemeten door de scores 4 en 5 op een schaal van 5 samen te tellen. Dit zijn de respondenten die graag tot heel graag voor een bepaald bedrijf willen werken. Een alternatieve methode is om de positieve scores af te zetten tegen de negatieve. Het is namelijk niet onmogelijk dat een bedrijf net zoveel fans telt als personen die er een aversie tegen koesteren. Deze alternatieve score (de net promotor score) wordt berekend door de scores 1 en 2 af te trekken van de totaalscore van 4 en 5. Wie een positieve score haalt, heeft een positief geladen merk. De vraag is wel of deze alternatieve berekening de rangschikking verandert. De resultaten leren dat de uiteindelijke rangschikking weinig wijzigt. Uit deze alternatieve meting komt de farmasector zelfs als een nog sterkere winnaar naar voor. Deze sector kent niet alleen het hoogste aandeel respondenten die de score 4 of 5 geven, maar ook het laagste aandeel van zij die 1 of 2 geven. Daardoor stijgt de voorsprong op de nummer twee van 6,6 % naar maar liefst 10,3 %. Bij deze alternatieve berekening verliezen de media ook hun tweede plaats. Deze sector kent namelijk meer ‘tegenstanders’ dan informatica & consultancy. Daardoor wipt deze laatste over de media naar de tweede plek. De socialprofitsector blijkt iets minder aantrekkelijk op basis van deze alternatieve meting. Omgekeerd wint de humanresourcessector op deze manier net enkele plaatsen in de rangschikking.
16
aantrekkelijkheid van de private sectoren volgens de subgroepen Hoewel de farmasector dit jaar zijn leiderspositie als meest aantrekkelijke sector verstevigde, is dit niet het geval bij de verschillende subgroepen. Vorig jaar scoorde deze sector het hoogst bij alle subgroepen, op één na. Dit jaar zien vier subgroepen de farmasector niet als meest aantrekkelijke. Bij de studenten en jongeren is de toppositie weggelegd voor de sector informatica & consultancy. De farmasector is bij beide subgroepen ‘slechts’ derde. De mediasector haalt het bij de Franstalige respondenten en de sector bouw & installatie is de meest aantrekkelijke bij de arbeiders.
Ondanks deze resultaten profileert de farmasector zich bij de meeste subgroepen als meest aantrekkelijke sector. De hegemonie van de drie meest aantrekkelijke privésectoren bij de verschillende subgroepen komt dit jaar ook iets minder uit de verf dan vorig jaar. Toen kon amper één sector hun heerschappij doorbreken. Dit jaar slagen drie sectoren daarin: bouw & installatie (zoals gezegd winnaar bij de arbeiders), aeronautica (ook bij de arbeiders) en de elektronicasector (bij de mannen en de kaderleden).
Welke drie private sectoren kregen de hoogste score van de onderzochte subgroepen?
totaal student man vrouw 18-24 jaar 25-39 jaar 40-65 jaar master bachelor secundair onderwijs en lager arbeider bediende kaderlid Franstalig Nederlandstalig
17
1 farmaceutica informatica & consultancy farmaceutica farmaceutica informatica & consultancy farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica bouw & installatie farmaceutica farmaceutica media farmaceutica
2 media media informatica & consultancy media media media media media media media farmaceutica media elektronica farmaceutica media
3 informatica & consultancy farmaceutica elektronica informatica & consultancy farmaceutica informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy aeronautica informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy
Hoe scoort de socialprofitsector eigenlijk bij de verschillende subgroepen? In tegenstelling tot de publieke sector in de voorbije twee jaar slaagt de socialprofitsector er niet in om de toppositie in te nemen bij een subgroep. Bij amper twee subgroepen (vrouwen en bedienden) nestelt de sector zich in de top drie. Ter vergelijking: de publieke sector haalde vorig jaar de top drie bij maar liefst negen subgroepen. Welke drie sectoren kregen de hoogste score van de onderzochte subgroepen, met inbegrip van de socialprofitsector?
totaal student man vrouw 18-24 jaar 25-39 jaar 40-65 jaar master bachelor secundair onderwijs en lager arbeider bediende kaderlid Franstalig Nederlandstalig
18
1 farmaceutica informatica & consultancy farmaceutica farmaceutica informatica & consultancy farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica bouw & installatie farmaceutica farmaceutica media farmaceutica
2 media media informatica & consultancy media media media media media media media farmaceutica media elektronica farmaceutica media
3 informatica & consultancy farmaceutica elektronica social profit farmaceutica informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy aeronautica social profit informatica & consultancy informatica & consultancy informatica & consultancy
waarom zijn de sectoren (on)aantrekkelijk? Hoe aantrekkelijk een werkgever overkomt, heeft te maken met een combinatie van verschillende bouwstenen. Het volstaat niet om sterk te scoren op een of andere bouwsteen om hoge toppen te scheren in de rangschikking.
Het verbaast dan ook niet dat de meest aantrekkelijke sectoren niet alleen de hoogste punten krijgen voor een welbepaalde bouwsteen, maar dat ze het vaak ook erg goed doen voor de tien onderzochte bouwstenen samen. Zo staat de farmasector net zoals vorig jaar op nummer één bij negen van de tien bouwstenen. Alleen bij ‘werksfeer’ is dat opnieuw niet het geval: daar strandt de sector op de tweede plaats. Een heel ander beeld zien we bij de media. Traditioneel munt deze sector alleen in enkele bouwstenen uit. Ook dit jaar haalt hij de eerste plaats bij ‘werksfeer’. Daarnaast eindigt deze sector in de top drie van de bouwstenen ‘jobinhoud’, ‘toekomstperspectieven’ en ‘milieu/samenleving’. De nummer drie van de algemene rangschikking, informatica & consultancy, haalt
loonpakket toekomst werksfeer zekerheid balans privé/werk financieel gezond jobinhoud opleidingen management milieu/samenleving
19
1 farmaceutica farmaceutica media farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica
dit jaar de top drie bij zeven van de tien bouwstenen. Alleen bij ‘balans privé/werk’, ‘milieu/samenleving’ en ‘werkzekerheid’ is dat niet het geval. Ook op het vlak van de instrumentele bouwstenen doet deze sector het dit jaar beter dan de media. Maar vijf andere sectoren (buiten de traditionele top drie) slagen erin om de top drie te halen bij een bouwsteen. Vorig jaar miste banken & verzekeringen de top drie bij alle bouwstenen, maar dit jaar is deze sector terug van de partij bij twee criteria: ‘loonpakket’ en ‘balans werk-privé’. Ook de sectoren voeding, energie, elektronica en bouw & installatie konden de heerschappij van de top drie doorbreken.
2 informatica & consultancy informatica & consultancy farmaceutica bouw & installatie banken & verzekeringen informatica & consultancy media informatica & consultancy informatica & consultancy media
3 banken & verzekeringen media informatica & consultancy energie voeding voeding informatica & consultancy elektronica voeding energie
waarom is de socialprofitsector (on)aantrekkelijk? De socialprofitsector is de op drie na meest aantrekkelijke sector. Maar hoe scoort deze sector eigenlijk bij de verschillende instrumentele bouwstenen? De socialprofitsector haalt de top drie bij vijf bouwstenen: ‘milieu en maatschappij’, ‘werksfeer’, ‘werkzekerheid’, ‘balans werk/privé’ en ‘opleidingen’. Ook wat de inhoud van de jobs betreft, scoort deze sector uitstekend met een vierde plaats. De zwakste bouwstenen van de sector zijn ‘kwaliteit van het management’ en ‘loonpakket’.
Welke drie sectoren kregen de hoogste scores voor de verschillende bouwstenen, met inbegrip van de socialprofitsector?
loonpakket toekomstperspectieven werksfeer werkzekerheid balans werk/privé financieel gezond jobinhoud opleidingen management milieu/samenleving
20
1 farmaceutica farmaceutica media farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica farmaceutica social profit
2 informatica & consultancy informatica & consultancy social profit social profit social profit informatica & consultancy media informatica & consultancy informatica & consultancy farmaceutica
3 banken & verzekeringen media farmaceutica bouw & installatie banken & verzekeringen voeding informatica & consultancy social profit voeding media
Figuur 3: Vergelijking aantrekkelijkheid bouwstenen tussen private en socialprofitsector
21
management
3,52
3,44
3,14
3,67
3,47
farmaceutica
opleidingen
social-profit
3,67
3,16
3,35
3,38
3,13
jobinhoud
werkzekerheid
gem. 22 privé secoren
3,17
3,47
3,77
3,40
bewust milieu samenleving
werksfeer
3,11
3,68
3,33
3,15 2,96
3,75
financieel gezond 3,48
3,26
toekomstperspectieven 3,40
3,75
3,11 3,25
balans werk/privé 3,38
Als we de waarderingen voor de bouwstenen bij de socialprofitsector en de private sector in zijn geheel vergelijken, dan scoort de eerste het best. Alleen wat ‘loonpakket’ en ‘kwaliteit van het management’ betreft, doet de private sector het globaal beter. Bij ‘financiële gezondheid’ is er geen verschil. Vooral bij ‘zorg voor milieu/samenleving’, ‘jobinhoud’, ‘opleidingen’ en ‘werkzekerheid’ geven de socialprofitorganisaties hun private tegenhangers het nakijken.
3,07
Bij de socialprofitsector zijn de bouwstenen enigszins anders gerangschikt. De best presterende bouwstenen zijn ‘zorg voor milieu/samenleving’, ‘jobinhoud’, ‘opleidingen’ en ‘werkzekerheid’. Het loonpakket is het zwakke broertje in deze sector.
competitief loonpakket
3,43
Ook dit jaar halen de financiële gezondheid en de kwaliteit van het management de beste score in de private sector. De slechtst scorende bouwstenen zijn dan weer ‘milieu/samenleving’ en ‘balans privé/werk’. Opvallend is wel dat de kwalitatief sterkste bouwstenen (de bouwstenen die vorig jaar het sterkst zijn gedaald) dit jaar het meest stijgen. Naar analogie met de stijging van de algemene aantrekkelijkheid neemt de waardering voor alle bouwstenen toe.
3,17
welke bouwstenen scoren het best bij de socialprofit- en de private sector?
welke bedrijven zijn de meest aantrekkelijke werkgevers? Om de meest aantrekkelijke werkgever op te sporen, maken we zoals elk jaar een onderscheid tussen de ‘relatieve’ en de ‘absolute’ aantrekkelijkheid van een bedrijf. De absolute aantrekkelijkheid van een bedrijf is het percentage van respondenten die voor dat bedrijf willen werken. Deze indicator hangt sterk af van de naambekendheid van het bedrijf. En dat is logisch: het is onmogelijk dat iemand voor een bedrijf wil werken als hij of zij het niet kent.
Daarom hebben we ook de ‘relatieve’ aantrekkelijkheid van een bedrijf ingevoerd. Daarbij zetten we het percentage mensen die voor een bedrijf willen werken af tegenover zij die het bedrijf daadwerkelijk kennen. Zo koppelen we de aantrekkelijkheid los van de naambekendheid van het bedrijf. Een onderneming kan namelijk een zwakke naambekendheid hebben en toch sterk scoren bij mensen die het kennen en omgekeerd. Voor dit concept moeten we dus eerst een intermediaire indicator invoeren: de naambekendheid.
naambekendheid van privéwerkgevers Onder ‘naambekendheid’ verstaan we niet de naambekendheid in de marketingbetekenis van het woord. Hier gaat het om het percentage respondenten die het bedrijf goed genoeg kennen om te weten of ze er zouden willen werken of niet en om een score te kunnen geven voor de verschillende factoren die de aantrekkelijkheid bepalen. 1
22
De naambekendheid1 van de bedrijven is het eerste element dat we hebben gemeten. Zoals we hierboven al zeiden, gebruiken we deze parameter alleen als noodzakelijke tussenstap om de absolute aantrekkelijkheid te berekenen. Traditioneel zijn er weinig verschuivingen in de rangschikking van de bekendste privéwerkgevers. Dat is ook dit jaar niet anders. Er is maar één nieuwkomer in de top tien: bpost. Dit bedrijf nestelt zich voor het eerst sinds de naamwijziging van De Post naar bpost (2010) weer bij de tien bekendste werkgevers. Dit jaar is Coca-Cola voor het eerst de bekendste, gevolgd door Delhaize, Carrefour en Colruyt.
Top 10 bekendste privéwerkgevers in België Coca-Cola Delhaize Colruyt Ikea Carrefour Aldi Belgacom Mobistar bpost Electrabel
88 % 86 % 86 % 86 % 85 % 84 % 83 % 79 % 79 % 78 %
naambekendheid van socialprofitorganisaties Bij de socialprofitorganisaties heeft het Rode Kruis (73 %) de grootste naambekendheid. Op ruime afstand volgen de Christelijke Mutualiteiten en het ABVV. Die gaan enkele van hun ideologische tegenhangers vooraf: het Wit-Gele Kruis, de Socialistische Mutualiteit en het ACV. Met een zevende plaats is de KULeuven de bekendste universiteit. Bij de ziekenhuizen is die eer weggelegd voor het Erasmusziekenhuis (plek acht). De Onafhankelijke Ziekenfondsen en de Liberale Mutualiteiten maken de top tien compleet.
23
Top 10 bekendste socialprofitorganisaties in België Rode Kruis Christelijke mutualiteit
73 % 62 %
ABVV Wit-Gele Kruis Socialistische mutualiteiten ACV Katholieke Universiteit Leuven Erasmus ziekenhuis Onafhankelijke Ziekenfondsen Liberale mutualiteit
58 % 53 % 51 % 49 % 43 % 42 % 38 % 37 %
relatieve aantrekkelijkheid van privéwerkgevers1 Om op de lijst ‘relatieve aantrekkelijkheid’ te komen, is vanaf dit jaar een minimale naambekendheid van 10 % vereist. Vroeger was dit 7,5 %. Daarmee schikt deze Belgische studie zich naar de wereldwijde norm. De nieuwe norm van 10 % heeft geen direct effect op de top tien van de rangschikking. Omdat DEME en Techspace Aero dit jaar een naambekendheid van minder dan 7,5 % haalden, zouden ze sowieso uit de lijst verdwenen zijn. 1
2 De score van 58,2 % vertegenwoordigt het aantal mensen die een score van 4 of 5 gaven (op een schaal van 5) op de vraag ‘Zou u voor dit bedrijf willen werken?’.
24
Naar goede gewoonte onderzoeken we met deze studie ook de relatieve aantrekkelijkheid van bedrijven (het percentage mensen die een bedrijf kennen en er graag tot zeer graag zouden werken) en de achterliggende redenen. Na de daling van de aantrekkelijkheidscores vorig jaar zien we dit jaar een sterke stijging op dit vlak. Dit is enigszins verrassend, omdat er nog niet echt sprake is van een krachtig economisch herstel. Maar blijkbaar zorgt de kentering die in de loop van het jaar is ingezet dat mensen de werkgeversmerken van de bedrijven positiever gaan evalueren. Van de 185 onderzochte bedrijven is GSK dit jaar verkozen tot de meest aantrekkelijke privéwerkgever in België. 58,2 % van de ondervraagden die het bedrijf kennen, bevestigen dat ze er graag zouden werken2. Zo wint het bedrijf voor de derde keer de Randstad Award en wordt het mederecordhouder met Janssen Pharmaceutica en Techspace Aero. GSK haalde de hoogste score ooit in de veertienjarige geschiedenis van de Randstad Award. Pfizer is dit jaar tweede met een score van 54 %, een persoonlijk record. Meteen ook de beste prestatie sinds het bedrijf in 2003 de Randstad Award op zijn naam schreef. Op de derde plaats vinden we Jan De Nul terug, ook al een voormalige winnaar. Janssen Pharmaceutica bekleedt de vierde plek. Dit is het enige bedrijf dat sinds het ontstaan van de award in 2000 onafgebroken in de top tien stond en de prijs ook drie keer in de wacht sleepte.
Top 20 relatieve aantrekkelijkheid privéwerkgevers in België GSK Pfizer Jan De Nul Janssen Pharmaceutica Coca-Cola Baxter VRT Solvay Bayer RTBF UCB Multipharma Brussels Airlines P&G Thomas Cook Estee Lauder Deloitte Mercedes-Benz Ernst & Young Nationale Bank
58,2 % 54,1 % 50,4 % 50,4 % 49,5 % 49,4 % 48,9 % 47,3 % 46,5 % 46,3 % 45,9 % 44,6 % 44,2 % 44,2 % 44,1 % 44,1 % 43,5 % 43,1 % 43,1 % 42,9 %
Op nummer vijf vinden we het eerste bedrijf dat de Randstad Award nog nooit heeft gewonnen: Coca-Cola. Vorig jaar dook het bedrijf voor het eerst in zijn geschiedenis op in de top tien. Dit jaar maakt het een nieuwe sprong naar de top vijf. Het is de enige onderneming die op korte termijn de heerschappij van de drie best scorende farmabedrijven en Jan De Nul kan doorbreken. Op zes staat nog maar eens een farmabedrijf: Baxter. Het is pas
de derde top tien plek voor deze onderneming. De VRT moet dit jaar wat gas terugnemen met een zevende plaats. Op acht vinden we voor het eerst in vele jaren Solvay terug. Bayer staat op negen. Vorig jaar was deze oud-winnaar (2005) voor het eerst in de geschiedenis van de Randstad Award uit de top twintig verdwenen. Een mooie comeback voor Bayer dus. Op de tiende stek ten slotte staat de RTBF, de eerste top tien plaats voor de Franstalige openbare omroep. Nog nooit was het verschil met de VRT kleiner.
Van welke bedrijven is de aantrekkelijkheid het meest vooruitgegaan sinds de crisis uitbrak?
In de top twintig vinden we zes bedrijven die er vorig jaar buiten vielen: Solvay (8), Bayer (9), Estée Lauder (16), Deloitte (17), Ernst&Young (19) en de Nationale Bank (20). Estée Lauder, Ernst&Young en de Nationale Bank halen voor het eerst de top twintig.
Audi Brussels D’ieteren Brussels Airlines Center Parcs Colruyt Jan De Nul Coca Cola Accor Hotels Ernst & Young Robert Bosch
Dat de farmaceutische sector de meest aantrekkelijke is, blijkt ook duidelijk uit deze lijst. In de top tien staan vier farmabedrijven. Het vijfde farmabedrijf (UCB) bekleedt de elfde plaats. De sectoren media en informatica & consultancy moeten het elk met twee vertegenwoordigers in de top twintig stellen.
25
Als we de resultaten van 2008 naast die van 2014 leggen, dan zien we dat een aantal bedrijven hun score gevoelig hebben verbeterd. Audi Brussels levert de beste prestatie: sinds 1980 is de aantrekkelijkheid van dit bedrijf met maar liefst 23,5 procentpunten gestegen. Voor die prestatie krijgt AUDI de Challenger Award. 23,5 % 21,0 % 20,2 % 18,6 % 18,3 % 17,8 % 17,8 % 16,3 % 16,3 % 16,0 %
Waarom is GSK de meest aantrekkelijke werkgever? Uit onderstaande grafiek blijkt dat het bedrijf voor alle bouwstenen duidelijk beter scoort dan het gemiddelde. De employer brand van GSK vertoont dus geen enkele zwakke plek. Bij twee bouwstenen haalt GSK de eerste plaats: ‘loonpakket’ en ‘jobinhoud’. Bij nog eens twee bouwstenen vinden we dit bedrijf in de top drie: ‘management’ en ‘toekomstperspectieven’.
competitief toekomstwerksfeer werkzekerheid balans loonpakket perspectieven werk/privé
26
financieel gezond
jobinhoud
opleidingen management
3,13
2,96
3,92
3,43
3,78
3,16
3,84
3,11
3,91
3,40
3,20
3,07
3,50
3,14
3,30
3,13
GSK
3,81
3,15
3,17
4,04
algemeen
milieu/ samenleving
Uit onderstaande blijkt ook dat Jan De Nul opnieuw de meeste ‘overwinningen’ behaalt. Vorig jaar was dat het geval bij zes van de tien bouwstenen, nu gaat het om vijf: ‘toekomstperspectieven’, ‘werkzekerheid’, ‘financiële gezondheid’, ‘management’ en ‘opleidingen’. Daarmee staat de teller van Jan De Nul op 26 overwinningen in de loop der jaren. Geen enkel bedrijf deed ooit beter. Zo moet Janssen Pharmaceutica het met één zege minder stellen. De resterende overwinningen zijn voor de VRT (‘werksfeer’), Multipharma (opnieuw de winnaar bij ‘balans privé/werk’) en Colruyt (voor de vijfde keer de beste bij ‘milieu/samenleving’). Colruyt nestelt zich trouwens bij nog twee andere bouwstenen in de top drie: ‘financiële gezondheid’ en ‘balans privé/werk’. Bij ‘werkzekerheid’ valt het bedrijf net buiten de top drie. Welke drie privéwerkgevers kregen de hoogste scores voor de verschillende bouwstenen?
loonpakket toekomstperspectieven werksfeer werkzekerheid financieel gezond jobsinhoud opleidingen management balans werk/privé milieu/maatschappij
27
1 GSK Jan De Nul VRT Jan De Nul Jan De Nul GSK Jan De Nul Jan De Nul Multipharma Colruyt
2 Jan De Nul Pricewaterhousecoopers (PwC) Center Parcs Janssen Pharmaceutica Coca-Cola Janssen Pharmaceutica Pricewaterhousecoopers (PwC) Coca-Cola Colruyt Ikea
3 Janssen Pharmaceutica GSK RTBF Bayer Colruyt VRT Janssen Pharmaceutica GSK Janssen Pharmaceutica Sita
Welke drie privéwerkgevers kregen de hoogste score van de onderzochte subgroepen?
Nederlandstalig Franstalig mannen vrouwen 18-24 25-39 40-65 master bachelor secundair & lager onderwijs
1 DEME RTBF GSK GSK Jan De Nul GSK GSK DEME GSK Pfizer
GSK zet zijn globale overwinning glans bij met de eerste plaats bij maar liefst vijf subgroepen: mannen, vrouwen, 25-39 jaar, 40-65 jaar en bachelor. DEME haalt het in twee subgroepen: master en Nederlandstaligen. Drie andere bedrijven schrijven één subgroep op hun naam: Jan De Nul bij de -25-jarigen, Pfizer bij max. secundair onderwijs en de RTBF bij de Franstaligen.
28
2 GSK Pfizer Pfizer Estée Lauder Pfizer Pfizer Janssen Pharmaceutica GSK UCB Jan De Nul
3 VRT GSK Jan De Nul Janssen Pharmaceutica Coca-Cola UCB BNB Bayer Janssen Pharmaceutica GSK
Tot nu toe wordt de Randstad Award telkens toegekend aan het bedrijf met de hoogste relatieve aantrekkelijkheid. Een alternatieve manier om bedrijven te rangschikken is door hun aantrekkelijkheidscore te vergelijken met het gemiddelde in hun sector. Het bedrijf dat het best scoort in vergelijking met dat gemiddelde, is dan de winnaar. Een voordeel van deze methode is dat alle bedrijven met min of meer gelijke wapens strijden. De gemiddeldes van de verschillende sectoren kunnen namelijk sterk verschillen. Voor dit jaar levert dit onderstaande rangschikking op. De 20 outperformers Colruyt Thomas Cook Solvay G4S Bayer Mercedez-Benz Jan De Nul P&G Estee Lauder Center Parcs Atlas Copco Coca Cola Audi Brussels D’ieteren SD Worx Nationale Bank Delhaize NMBS Nike Cobelguard
29
162 153 152 151 149 148 147 147 146 145 143 142 140 139 139 138 136 135 133 132
Op het eerste gezicht wijkt deze rangschikking heel sterk af van de klassieke. Toch merken we dat maar liefst negen bedrijven uit deze lijst ook terugkomen in de algemene top twintig. Het zijn stuk voor stuk bedrijven die niet alleen een hoge relatieve score halen, maar ook aanzienlijk beter scoren dan het gemiddelde in hun sector. Wel valt op dat bedrijven uit de absolute topsectoren (farmaceutica, media, informatica & consultancy, aeronautica en elektronica) hier ontbreken. De gemiddelde aantrekkelijkheidscores in deze sectoren liggen namelijk zo hoog dat het moeilijker is om nog beter te doen. Colruyt is de overtuigende winnaar en krijgt hiervoor de Outperformer Award.
relatieve aantrekkelijkheid van socialprofitorganisaties Voor de allereerste keer hebben we dit jaar ook een selectie van socialprofitorganisaties opgenomen in het onderzoek. Omdat we ook voor deze sector het minimumaantal van 1.000 werknemers hanteren, gaat het vooral om universiteiten, universitaire ziekenhuizen, ziekenfondsen en vakbonden. De universiteit van Namen sleept de allereerste Social Profit award in de wacht met een aantrekkelijkheidscore van 51,7 %. De universiteit haalt het nipt voor het universitair ziekenhuis Saint-Luc en de Luikse universiteit. Op de zesde plaats vinden we de eerste Nederlandstalige universiteit (Antwerpen). Een blik op de top twintig leert ons dat die lijst zo goed als alleen uit universiteiten en universitaire ziekenhuizen bestaat. Het Rode Kruis is de enige socialprofitorganisatie in de top twintig die geen universiteit of universitair ziekenhuis is. De scores van de employer brands van de universiteiten en universitaire ziekenhuizen liggen overigens heel dicht bij elkaar. Tussen de nummer 1 en de nummer 10 is er amper 6 procentpunten verschil. Ter vergelijking: in de privésector gaat het om 12 procentpunten. Dat betekent dat alle universiteiten (van hoog tot laag in de rangschikking) kunnen steunen op een sterke gemeenschappelijke brand, maar moeite hebben om zich daarbuiten afzonderlijk te profileren. Dat stelden we de vorige jaren ook vast bij de afzonderlijke federale overheidsdiensten (FOD’s).
30
Top 10 relatieve aantrekkelijkheid socialprofitorganisaties in België Université de Namur Cliniques universitaires Saint-Luc Université de Liège Université Saint-Louis Bruxelles Université Catholique de Louvain Universiteit Antwerpen Université de Mons Universiteit Gent C.H.U. de Liège UZ Leuven
51,7 % 50,0 % 49,7 % 49,4 % 49,1 % 49,0 % 47,6 % 46,9 % 46,9 % 45,7 %
De universiteit van Namen zet haar eerste plek glans bij met winst bij twee bouwstenen: ‘werksfeer’ en ‘jobinhoud’. Ook bij ‘balans privé/werk’ en ‘milieu/samenleving’ haalt de universiteit de top drie. Het is verrassend dat het Universitair Ziekenhuis Leuven de meeste overwinningen behaalt: ‘loonpakket’, ‘werkzekerheid’, ‘financiële gezondheid’ en ‘management’. De overige winnaars zijn Universiteit Gent (‘toekomstperspectieven’), Universiteit Leuven (‘opleidingen’) en Université de Mons (‘balans privé/werk’). Het Rode Kruis ten slotte scoort het best bij ‘milieu/samenleving’ en haalt zo als enige niet-universitaire organisatie een overwinning bij een van de bouwstenen. In de top drie is de hegemonie van de universitaire instellingen verpletterend. Naast het Rode Kruis (zie hierboven) slaagt alleen de Christelijke Mutualiteit erin om zich ergens in de top drie te nestelen (‘balans privé/werk’).
Welke socialprofitorganisaties kregen de hoogste scores voor de verschillende bouwstenen?
loonpakket toekomstperspectief werksfeer werkzekerheid financieel gezond jobinhoud opleidingen management balans werk/privé milieu/maatschappij
1 UZ Leuven Universiteit Gent Université de Namur UZ Leuven UZ Leuven Université de Namur Katholieke Universiteit Leuven UZ Leuven Université de Mons Rode Kruis
2 UZ Antwerpen Katholieke Universiteit Leuven Universiteit Gent UZ Gent Katholieke Universiteit Leuven Université de Liège Universiteit Antwerpen UZ Gent Christelijke mutualiteit Université de Namur
3 Universiteit Antwerpen UZ Leuven Université de Mons UZ Antwerpen Universiteit Gent Université de Mons Université Catholique de Louvain Katholieke Universiteit Leuven Université de Namur Universiteit Gent
Welke socialprofitbedrijven in België kregen de hoogste scores van de onderzochte subgroepen?
Nl Fr mannen vrouwen 18-24 25-39 40-65 master bachelor secundair & lager onderwijs
1 Universiteit Antwerpen Université de Namur Université de Namur Université de Liège Universiteit Gent Université de Namur Cliniques universitaires Saint-Luc Université Saint-Louis Bruxelles Université de Mons Cliniques universitaires Saint-Luc
Bij de afzonderlijke subgroepen zien we maar liefst zeven verschillende winnaars. De universiteit van Namen zet haar globale overwinning extra in de verf met winst bij drie subgroepen: 25-39 jaar, Franstaligen en mannen. UZ Saint-Luc haalt het bij maximaal secundair onderwijs en 40-65 jaar. De overige subgroepen kennen
31
2 Katholieke Universiteit Leuven Université de Liège Cliniques universitaires Saint-Luc Université Saint-Louis Bruxelles C.H.U. de Liège Université de Liège Université de Mons Université de Liège Université de Liège Université de Mons
3 UZ Leuven Université Saint-Louis Bruxelles Universiteit Antwerpen Université de Namur Universiteit Antwerpen Université Saint-Louis Bruxelles Université de Namur Universiteit Antwerpen Université Catholique de Louvain C.H.U de Liège
telkens een andere winnaar: Université de Mons (bachelor), Universiteit Antwerpen (Nederlandstaligen), Université de Liège (vrouwen), Universiteit Gent (18-24 jaar) en ten slotte Universiteit Saint-Louis Brussel (master).
relatieve aantrekkelijkheid van alle bedrijven samen Hoe ziet de rangschikking eruit als we alle bedrijven samen nemen?
‘management’) en GSK (‘loonpakket’).
Relatieve aantrekkelijkheid socialprofit- en privésector samen
Welke drie werkgevers kregen de hoogste scores voor de verschillende bouwstenen, met inbegrip van de socialprofitorganisaties?
GSK Pfizer Université de Namur Jan De Nul Janssen C.U. de Saint Luc Université de Liège Coca Cola Baxter Université Saint Louis Brussel
58,2 % 54,1 % 51,7 % 50,4 % 50,4 % 50,0 % 49,7 % 49,5 % 49,4 % 49,4 %
Vorig jaar was de Vlaamse overheid de meest aantrekkelijke werkgever. Dit jaar valt die eer te beurt aan GSK. In de top tien staan zes privébedrijven en vier socialprofitorganisaties. Welke bedrijven scoren het best per bouwsteen als we zowel de privéondernemingen als de socialprofitorganisaties bekijken? Die laatste halen het bij zes van de tien bouwstenen. Zo is de universiteit van Namen de nummer één bij ‘werksfeer’ en ‘jobinhoud’. De Leuvense universiteit haalt het dan weer wat ‘opleidingen’ betreft. Bij ‘balans privé/werk’ is de universiteit van Bergen de primus van de klas; bij ‘werkzekerheid’ het UZ Leuven. Het Rode Kruis sluit het rijtje met winnaars uit de socialprofitsector af met de beste score bij ‘milieu/samenleving’. Bij de overige bouwstenen gaan privébedrijven met de pluimen lopen: Jan De Nul (‘toekomstperspectieven’, ‘financiële gezondheid’ en
32
loonpakket toekomstperspectief werksfeer
1 GSK Jan De Nul
Université de Namur werkzekerheid UZ Leuven financiële Jan De Nul gezondheid jobinhoud Université de Namur opleiding KULeuven management balans privé/ werk milieu/ samenleving
Jan De Nul Université de Mons Rode Kruis
2 Jan De Nul PwC
3 Janssen GSK
VRT
Universiteit Gent
UZ Gent Coca-Cola
Jan De Nul Colruyt
Université de Liège Universiteit Antwerpen Coca-Cola Christelijke Mutualiteit Université de Namur
GSK UCL GSK Université de Namur Colruyt
Welke bedrijven mogen zich per subgroep de meest aantrekkelijke noemen als we zowel de socialprofit- als de private sector in beschouwing nemen? De privébedrijven trekken hier de macht duidelijk naar zich toe met winst in zowat alle subgroepen. Alleen het UZ Luik doorbreekt deze heerschappij met winst bij de vrouwen. 1 GSK
2 Pfizer
man vrouw
GSK Université de Liège
Pfizer GSK
18-24 jaar 25-39 jaar
Jan De Nul GSK
Pfizer Pfizer
40-65 jaar
GSK
master
DEME
C.U. de Saint-Luc GSK
bachelor
GSK
UCB
totaal
max. secundair Pfizer Franstalig RTBF Nederlandstalig DEME
33
Jan De Nul Pfizer GSK
3 Université de Namur Jan De Nul Université Saint-Louis Brussel Coca-Cola Université de Namur Université de Mons Université Saint-Louis Brussel Université de Mons GSK GSK VRT
absolute aantrekkelijkheid van privéwerkgevers Bij de meest aantrekkelijke werkgevers vinden we zowel bekende als enkele minder bekende bedrijven terug. Daarom voeren we ook een tweede aantrekkelijkheidindicator in: de absolute aantrekkelijkheid. Daarvoor vermenigvuldigen we de naambekendheidscore van een bedrijf met de score op het vlak van de relatieve aantrekkelijkheid. Is een bedrijf bekend én aantrekkelijk? Dan zal deze indicator des te hoger liggen. De resultaten van deze berekening weerspiegelen in zekere zin het absolute theoretische rekruteringspotentieel van de bedrijven in kwestie. De absolute aantrekkelijkheid van een bedrijf hangt vooral af van zijn naambekendheid. Dat verklaart meteen waarom deze resultaten doorgaans minder schommelen dan bij de relatieve aantrekkelijkheid. Op de eerste plaats vinden we voor de achtste keer Coca-Cola terug. Coca-Cola wint met een grote voorsprong op Colruyt, Ikea, Thomas Cook en Brussels Airlines. Samen met de RTBF is Coca-Cola het enige bedrijf dat de top tien haalt bij zowel de absolute als de relatieve aantrekkelijkheid. Een opvallende daler dit jaar is de VRT: vorig jaar nog in de top tien, deze keer gezakt naar de 19de plaats. Omdat de relatieve aantrekkelijkheidscores dit jaar fors hoger lagen, zijn ook de absolute aantrekkelijkheidscores gestegen bij alle bedrijven.
34
Top 20 absolute aantrekkelijkheid privéwerkgevers in België Coca-Cola Colruyt Ikea Thomas Cook Brussels Airlines Delhaize Mercedes-Benz RTBF Philips Belgacom ING Siemens Nike Center Parcs Media Markt NMBS Groep Decathlon ICI Paris XL VRT H&M
43,3 % 35,3 % 33,2 % 30,4 % 29,9 % 29,7 % 28,7 % 28,3 % 28,1 % 27,7 % 27,0 % 26,9 % 26,8 % 25,9 % 25,7 % 25,5 % 25,1 % 24,9 % 24,1 % 23,8 %
absolute aantrekkelijkheid van socialprofitorganisaties
35
Ook bij de socialprofitorganisaties ziet de ‘absolute’ top tien er volledig anders uit dan de ‘relatieve’. Net zoals bij de privéwerkgevers dus. Bij de relatieve aantrekkelijkheid domineren universiteiten en universitaire ziekenhuizen de top tien, maar dit is minder het geval bij de absolute aantrekkelijkheid. Het Rode Kruis scoort op dit vlak het best van alle socialprofitorganisaties, gevolgd door de Christelijke Mutualiteit en de Universiteit van Leuven. Het Erasmusziekenhuis en de UCL vervolledigen de top vijf.
Als we een algemene rangschikking opstellen van zowel private als socialprofitorganisaties, dan is het overwicht van de privéwerkgevers verpletterend wat de absolute aantrekkelijkheid betreft. Niet minder dan negentien plaatsen in de top twintig nemen ze voor hun rekening. Alleen het Rode Kruis doorbreekt deze heerschappij met een zevende plaats.
Top 10 absolute aantrekkelijkheid socialprofitorganisaties in België
Top 10 absolute aantrekkelijkheid socialprofit- en privésector samen
Rode Kruis Christelijke mutualiteit Katholieke Universiteit Leuven Erasmus ziekenhuis Université Catholique de Louvain Socialistische mutualiteiten Université libre de Bruxelles UZ Leuven Universiteit Gent Wit-Gele Kruis
Coca-Cola Colruyt Ikea Thomas Cook Brussels Airlines Delhaize Rode Kruis Mercedes-Benz RTBF Philips
29,2 % 22,0 % 19,6 % 16,8 % 16,7 % 16,7 % 16,0 % 15,9 % 15,4 % 15,3 %
43,3 % 35,3 % 33,2 % 30,4 % 29,9 % 29,7 % 29,2 % 28,7 % 28,3 % 28,1 %
belangrijkste conclusies
• Na de daling vorig jaar veren de employer brands van de privébedrijven dit jaar opnieuw op. Hun gemiddelde aantrekkelijkheid stijgt van 25 naar 31 %. Deze stijging wordt wereldwijd vastgesteld.
• Net als de publieke sector de voorbije twee jaar is de socialprofitsector (38 %) gemiddeld gezien aantrekkelijker dan de privésector (31 %).
• Op basis van welke bouwstenen kiezen mensen voor een bepaald bedrijf? Ook dit jaar is ‘werkzekerheid’ het belangrijkste criterium. De financiële gezondheid van het bedrijf herovert de tweede plaats ten koste van het loonpakket. ‘Jobinhoud’ en ‘werksfeer’ vervolledigen de top vijf.
• Als we voor de socialeprofit- en de privésector de scores voor de bouwstenen naast elkaar leggen, dan scoren de socialprofitorganisaties duidelijk het best. Alleen bij ‘loonpakket’ en ‘management’ doet de private sector beter. Op het vlak van ‘financiële gezondheid’ is er geen verschil. De socialprofitsector geeft de privébedrijven vooral het nakijken bij ‘milieu/ samenleving’, ‘opleidingen’, ‘jobinhoud’ en ‘werkzekerheid’.
• Voor het eerst hebben we naast de instrumentele bouwstenen ook de symbolische onderzocht. Twee basisdimensies springen er duidelijk bovenuit: ‘oprecht’ (34 %) en ‘competent’ (29 %). Op ruime afstand volgen ‘innovatief’ (14 %), ‘prestigieus’ (13 %) en ‘robuust’ (9 %). Opvallend is dat de subgroepen weinig van elkaar verschillen wat de symbolische bouwstenen betreft. Mannen en vrouwen scoren nagenoeg identiek. Ook bij het kwalificatieniveau is er geen noemenswaardig verschil. Alleen bij de leeftijden zien we enig onderscheid. Zo hechten veertigplussers meer belang aan oprechtheid en competenties dan jongeren. Jongeren vinden innovatie dan weer belangrijker dan veertigplussers. Maar ook bij de jongeren zijn ‘oprecht’ en ‘competent’ de belangrijkste basisdimensies. • De farmaceutische sector is dit jaar nog maar eens de meest aantrekkelijke. De gemiddelde aantrekkelijkheidscore van deze sector is met maar liefst 9 procentpunten gestegen. De media staan op twee en informatica & consultancy op drie. De socialprofitsector – voor het eerst een onderdeel van dit onderzoek – haalt een zeer verdienstelijke vierde plaats. Na vele jaren van achteruitgang slaagt de financiële sector erin om opnieuw terrein te winnen. Deze sector duikt weer de top tien van meest aantrekkelijke sectoren binnen.
36
• De farmasector haalt het qua globale aantrekkelijkheid van de socialprofitsector. Dat zien we ook bij de verschillende bouwstenen. Zo laat de socialprofitsector de farmabedrijven bij amper twee bouwstenen achter zich: ‘werksfeer’ en ‘milieu/samenleving’. De farmasector is bij nagenoeg alle bouwstenen de meest aantrekkelijke sector. Alleen bij ‘werksfeer’ (media) en ‘milieu/ samenleving’ (socialprofitsector) scoren andere sectoren beter. • GSK is de meest aantrekkelijke privéwerkgever en wint net als Jansen Pharmaceutica en Techspace Aero voor de derde keer de Randstad Award. GSK haalt het voor Pfizer, Jan De Nul, Janssen Pharmaceutica en Coca-Cola. Dat laatste bedrijf staat voor het eerst in de top vijf. GSK scoort bij alle bouwstenen fors hoger dan het gemiddelde van de privésector. De employer brand van dit bedrijf kent dan ook geen zwakke plekken. • De universiteit van Namen is de eerste winnaar bij de socialprofitorganisaties. De top van de rangschikking bestaat uitsluitend uit universiteiten en universitaire ziekenhuizen. Universitair ziekenhuis Saint-Luc staat op de tweede plaats, de universiteit van Luik op de derde.
• Bij zes van de tien bouwstenen scoren socialprofitorganisaties het hoogst qua aantrekkelijkheid. Wel is het grootste aantal overwinningen weggelegd voor een privébedrijf: Jan De Nul. Bij drie bouwstenen is deze onderneming de meest aantrekkelijke werkgever. • Bij de subgroepen halen dan weer vooral privébedrijven het laken naar zich toe. GSK is de primus van de klas bij vier subgroepen: mannen, bachelors, 25-39 jaar en 40-65 jaar. DEME wint bij de Nederlandstaligen en de masters; Pfizer bij wie maximaal een diploma secundair onderwijs heeft. Université de Liège scoort het hoogst bij de vrouwen en is zo de enige winnaar uit de socialprofitsector. • In een alternatieve rangschikking zijn we voor het eerst nagegaan hoe afzonderlijke bedrijven het doen in vergelijking met het gemiddelde van hun sector. Volgens deze nieuwe berekeningsmethode haalt Colruyt het voor Thomas Cook, Solvay, G4S en Bayer. Opvallend is dat in de top twintig maar liefst negen bedrijven uit de ‘klassieke’ top twintig staan. Die combineren dus een hoge aantrekkelijkheid met een sterke score ten opzichte van het sectorgemiddelde. • Audi Brussels is de challenger. Het bedrijf kende de voorbije 6 jaren de grootste vooruitgang inzake aantrekkelijkheid.
37
bijlage: lijst van deelnemende privéwerkgevers (AIB) Vincotte Accenture Accor Adecco AG Insurance AGC Agfa Alcatel-Lucent Bell Alcon Couvreur ALDI Allianz Alstom Aperam Stainless ArcelorMittal Atlas Copco Atos Audi Brussels Aviapartner AXA Balta Barco BASF Baxter Bayer Bekaert Belfius Belgacom Blokker BNB BNP Paribas Fortis
38
Informatica & consultancy Informatica & consultancy Horeca & toerisme Human resources Banken & verzekeringen Niet-metaal Informatica & consultancy Elektronica Farmaceutica Distributie Banken & verzekeringen Bouw & installatie Metaal & staal Metaal & staal Metaal & staal Informatica & consultancy Automotive (productie) Aeronautica Banken & verzekeringen Niet-metaal Elektronica Chemie Farmaceutica Chemie Metaal & staal Banken & verzekeringen Telecom & contact centers Retail (textiel, meubelen,…) Banken & verzekeringen Banken & verzekeringen
bpost Brico Brussels Airlines C&A C.M.I. CARE Carrefour Caterpillar CBC Cegelec Center Parcs Ceva CFE Cleaning Masters Cobelguard Coca-Cola Cofely Colruyt Compass Cora Corelio DAF Trucks Daikin Dalkia De Lijn Decathlon Delhaize
Transport (goederen) & logistiek Retail (textiel, meubelen,…) Aeronautica Retail (textiel, meubelen,…) Metaal & staal Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Distributie Automotive (productie) Banken & verzekeringen Bouw & installatie Horeca & toerisme Transport (goederen) & logistiek Bouw & installatie Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Voeding Bouw & installatie Distributie Horeca & toerisme Distributie Media Automotive (productie) Metaal & staal Bouw & installatie Transport (mensen) Retail (textiel, meubelen,…) Distributie
Deloitte Delta Lloyd DEME DHL D’Ieteren DSV Eandis EDF Luminus Electrabel Elia Ernst & Young Esso (ExxonMobil) Estée Lauder Ethias Euroclean Euroclear Evonik F.N. Herstal Fluxys FrieslandCampina G.O.M. G4S Galère GSK H&M H. Essers HP IBM ICI PARIS XL Ikea
39
Informatica & consultancy Banken & verzekeringen Bouw & installatie Transport (goederen) & logistiek Automotive (retail/diensten) Transport (goederen) & logistiek Energie Energie Energie Energie Informatica & consultancy Chemie Niet-metaal Banken & verzekeringen Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Banken & verzekeringen Chemie Metaal & staal Energie Voeding Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Bouw & installatie Farmaceutica Retail (textiel, meubelen,…) Transport (goederen) & logistiek Informatica & consultancy Informatica & consultancy Retail (textiel, meubelen,…) Retail (textiel, meubelen,…)
Imtech InBev Belgium Ineos Infrax ING Initial Inno IRIS ISS Jan De Nul Janssen Pharmaceutica Johnson Controls KBC Keolis groep (Eurobus/ Keolis Vlaanderen) Krëfel Kruidvat LANXESS Laurenty Lidl Logistics Lunch Garden Makro Match McBride Media Markt Mercedes-Benz Mestdagh MIVB
Bouw & installatie Voeding Chemie Bouw & installatie Banken & verzekeringen Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Retail (textiel, meubelen,…) Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Bouw & installatie Farmaceutica Automotive (productie) Banken & verzekeringen Transport (mensen) Retail (textiel, meubelen,…) Retail (textiel, meubelen,…) Chemie Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Distributie Transport (goederen) & logistiek Horeca & toerisme Distributie Distributie Niet-metaal Retail (textiel, meubelen,…) Automotive (retail/diensten) Distributie Transport (mensen)
Mobistar Mondelez Belgium Multipharma N-ALLO New Holland (CNH Belgium) Nexans Nike NLMK NMBS GROEP Okay ONE group ORES P&G Partena Pfizer Philips Pizza Belgium Puratos PwC Quality Meat Renmans Randstad RealDolmen Recticel Robert Bosch Roularta RTBF SABCA Saint-Gobain SD Worx Securitas
40
Telecom & contact centers Voeding Farmaceutica Telecom & contact centers Automotive (productie) Metaal & staal Transport (goederen) & logistiek Metaal & staal Transport (mensen) Distributie Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Energie Niet-metaal Human resources Farmaceutica Elektronica Horeca & toerisme Voeding Informatica & consultancy Distributie Human resources Informatica & consultancy Chemie Automotive (productie) Media Media Aeronautica Niet-metaal Human resources Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid
SERIS SGS Shanks Sibelga - BNO Siemens Sita Sodexo Solvay SONACA SPIE Start People Swissport TEC Techspace Aero (Safran) Tecteo Telenet Tempo-Team Tenneco Automotive Thomas & Piron Thomas Cook TNT Total Toyota Tractebel TVH Tyco UCB Umicore UNILIN
Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Informatica & consultancy Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Energie Elektronica Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Horeca & toerisme Chemie Aeronautica Bouw & installatie Human resources Aeronautica Transport (mensen) Aeronautica Telecom & contact centers Telecom & contact centers Human resources Automotive (productie) Bouw & installatie Horeca & toerisme Transport (goederen) & logistiek Chemie Automotive (retail/diensten) Bouw & installatie Automotive (productie) Elektronica Farmaceutica Chemie Niet-metaal
Van Gansewinkel Van Hool Vanden Borre Volvo Cars Volvo Group Belgium
Industriële schoonmaak, milieu & veiligheid Automotive (productie) Retail (textiel, meubelen,…) Automotive (productie) Automotive (productie)
VRT Westvlees Wienerberger Willy Naessens Zara Zeeman
Media Voeding Niet-metaal Bouw & installatie Retail (textiel, meubelen,…) Retail (textiel, meubelen,…)
bijlage: lijst van socialprofitorganisaties ABVV ACLVB ACV Armonea Bewel C.H.U. de Liège Christelijke mutualiteit Cliniques universitaires Saint-Luc Entiris Erasmus ziekenhuis Familiehulp Familiezorg Hogeschool-Universiteit Brussel Katholieke Universiteit Leuven Liberale mutualiteit Neutrale ziekenfondsen Onafhankelijke Ziekenfondsen Rode Kruis
41
Socialistische mutualiteiten Universiteit Antwerpen Université Catholique de Louvain Universiteit Gent Universiteit Hasselt Université Libre de Bruxelles Université de Liège Université de Mons Université de Namur Université Saint-Louis Bruxelles UZ Antwerpen UZ Brussel UZ Gent UZ Leuven Village n°1 Reine Fabiola Vrije Universiteit Brussel WAAK Beschutte Werkplaats Wit-Gele Kruis