Rabobank Cijfers & Trends Thema: Ondernemen in de regio
Kwartaalupdate | juni 2007
Voorwoord Macro-economische visie Rabobank Cijfers & Trends Kwartaalupdate
3 4 6
Inhoudsopgave Regionale economie: beïnvloedbaar en immer in beweging
10
Ruimtelijke patronen en sectoren:
16
• Waar zijn industrie en distributiesector anno 2007 geconcentreerd?
Ondernemers, verenigt u!
22
• Interview met Arjen Verkaik (Gemeente Velsen) en Kees de Jong (Rabobank Velsen en omstreken)
Sectorvisie dienstverlening
24
• “Niet iedere dienstverlener kiest voor de grote stad” - Interview met Frenk van Vliet (PKF Wallast)
Sectorvisie horeca en recreatie
28
• Tijd voor lokaal vrijetijdsbeleid • “Duitse badgasten die een dagje komen opdrogen in Breda? Kansen genoeg voor de vrijetijdssector” - Interview met Rabobank Breda, MKB Breda, Gemeente Breda en NHTV Breda • Eiland met een verborgen schat - Vrijetijdsbeleving op Goeree-Overflakkee • “Dit eiland heeft nog zoveel mogelijkheden, dat ik wilde dat ik weer achttien was” - Interview met Ludovic den Hollander (recreatiepark de Klepperstee)
Column Willem van der Velden
34
Bronvermelding
35
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
Voorwoord
Wat je van ver haalt is lekker, zo luidt een oud gezegde. Niets is
Als dichtbij-bank bij uitstek weten we als geen ander hoe belang-
krachten of de beschikbaarheid van bedrijventerreinen of bedrijfs-
echter minder waar als het gaat om uw onderneming. Want ondanks
rijk de regionale economie voor u is. Niet alleen vormen onze
panden. En niet in de laatste plaats is ook de wijze waarop met
de globalisering en onze uitstekende exportpositie is het voor veel
lokale Rabobanken een belangrijk onderdeel van die regionale
name de lagere overheid zich ten opzichte van het bedrijfsleven
ondernemers de eigen regio waar zij zaken doen. ‘Ondernemen in
economie, ook maken zij zich sinds jaar en dag sterk haar te
opstelt - van passief tot partner - bepalend voor uw succes.
de regio’ is dan ook het thema van deze uitgave.
stimuleren waar mogelijk. Uiteraard door onze financiële dienst-
Beste lezer,
verlening, maar ook door kennis te delen. Door ondernemers,
Binnen het thema bespreken we voorts de ruimtelijke patronen die
beleidsmakers en andere belanghebbenden te informeren, te
gelden voor de industrie en de distributiesector: waar zijn zij anno
ondersteunen en te mobiliseren. En niet zelden krijgen regionale
2007 in ons land geconcentreerd? Meer uitgebreid gaan we daarna
Uit onderzoek naar de zogenoemde koopkrachtbinding blijkt dat
Rabobankstudies de status van pijler onder het regionaal-econo-
in op de sectoren dienstverlening en horeca en recreatie. Dat doen
90% van de bestedingen van consumenten aan bedrijven binnen
misch beleid. Recent voorbeeld is de gemeente Velsen. In de
we niet alleen aan de hand van onze eigen analyses en visie, maar
een afstand van 27 kilometer plaatsvindt. Zakelijke relaties (b2b)
publicatie die voor u ligt, geven deze gemeente en Rabobank
uiteraard laten we ook de ondernemers zelf aan het woord. Per slot
hebben een grotere actieradius, maar ook daarvoor geldt dat twee
Velsen en omstreken u als ondernemer dan ook een kijkje in
van rekening zijn zij degenen die de regionale economie vormgeven
van de drie relaties zich binnen een straal van 25 kilometer be-
de keuken van de vorming van regionaal-economisch beleid.
en grotendeels bepalen. Voor hen geldt hetzelfde als voor ons: in
vinden. Het grootste deel van de afzetmarkt van ondernemingen
de regio gebeurt het!
is dus gelegen in de regio. En niet alleen is de regio van belang
De ruimtelijke of regionale verschillen die zijn beschreven in deze
voor het bedrijfsleven, andersom is dit bedrijfsleven bepalend
uitgave, raken élke onderneming. Neem alleen al de vestigings-
voor de regionale economie, zoals ook in deze Rabobank
locatie van uw bedrijf. Die kan voor een al dan niet aanzienlijk
Cijfers & Trends Kwartaalupdate is te lezen.
deel bepalend zijn voor uw succes. Niet alleen door de aanwezige
Monika Milz
infrastructuur, maar ook door de nabijheid van afzetmarkten,
Directeur MKB
belangrijke toeleveranciers, het aanbod van geschikte arbeids-
Rabobank Nederland
3
Macro-economische visie
Op de top van de cyclus De Nederlandse economie zal dit jaar naar schatting met 3¼% groeien. Alhoewel alle componenten aan deze groei bijdragen, zullen dit jaar vooral de investeringen de
Tabel 1: Kerngegevens Nederlandse economie
jaar-op-jaar mutatie in %
2005
2006
2007
2008
Bruto Binnenlands Product
1,5
2,9
3¼
3
- Particuliere consumptie
0,7
2,4*
2
3¼
- Overheidsconsumptie
0,3
1,2*
1
1½
- Bruto investeringen
3,6
6,7
7¾
4
- Goederen- en dienstenuitvoer
5,5
7,4
6½
6
- Goederen- en diensteninvoer
5,1
7,9
7
6
Consumentenprijsindex
1,7
1,1
2
2½
dragende kracht onder de economische
Werkloosheid (% beroepsbevolking)
6,5
5,5
4¾
4¼
groei vormen. De export groeit al een paar
Begrotingssaldo overheid (% BBP)
-0,3
0,5
-½
0
Saldo lopende rekening (% BBP)
7,1
7,2
6¾
7
jaar fors. Alleen de consument is nog wat terughoudend. Maar dat zal in de loop
* gecorrigeerd voor de administratieve effecten van de invoering van het nieuwe zorgstelsel per 1-1-2006 Bron: CBS, Rabobank
van dit jaar veranderen, dankzij dalende Investeringen nemen het stokje over van export…
… en geven het door aan de consumptie
Sinds 2004 vindt - onderbroken door een korte terugval in 2005 -
In tegenstelling tot de export en de investeringen, blijft
ligt wel het risico van oververhitting op
een economisch herstel plaats in Nederland. Dit aanvankelijk
de consumptiegroei nog relatief gematigd. Alhoewel het
de loer. Het kabinet zou deze kunnen
geheel exportgeleide herstel was te danken aan een sterke groei
consumentenvertrouwen sinds Prinsjesdag 2005 sterk is gestegen,
voorkomen door de uitgaven niet te laten
van de wereldeconomie. Sindsdien is de groei van de export sterk
is het nog lang niet zo hoog als tijdens vorige perioden van
gebleven, maar door een toename van de import is de bijdrage
hoogconjunctuur. De consumptiegroei vertoont hetzelfde beeld.
van de netto export aan het BBP afgenomen. Ook dit jaar kan
De volumeontwikkeling is sinds 2005 positief maar niet uitbundig.
de export een fors tempo handhaven, maar voor volgend jaar
In de tweede helft van vorig jaar zwakte het zelfs zo sterk af dat de
verwachten wij een afzwakking door een iets tragere Europese
consumptie kwartaal op kwartaal nauwelijks meer toenam. Ook in
groei. De afgelopen twee jaar leverden de bedrijfsinvesteringen
de eerste maanden van dit jaar gaf de consument minder uit dan
de sterkste bijdrage aan de BBP-groei. Ook in 2007 zal de
verwacht. De milde winter verklaart hiervan een groot deel. Door
investeringsgroei fors zijn, waarna deze volgend jaar zal afvlakken.
de hogere buitentemperaturen hoefde er veel minder gestookt te
werkloosheid en stijgende lonen. Hierdoor
oplopen en meer mensen aan het werk te krijgen.
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
worden, waardoor de gasmeter een kwart minder opliep dan vorig jaar. Alhoewel veel consumenten hier pas achter zullen komen bij de jaarafrekening, drukte dit de consumptiegroei in het eerste kwartaal met ongeveer 0,6%-punt. Maar ook afgezien van de lagere
����������������������������������������������������
���������������������������������������� ������ �
��
���
�
�
��
���
�
������ � �
�
gasconsumptie is de consument nog tamelijk voorzichtig. Alhoewel
�
�
de werkloosheid sterk is afgenomen, zijn de loongroei en de koop-
�
�
���
�
�
���
�
�
krachtstijging tot nu toe nog beperkt gebleven. Waarschijnlijk kijkt de consument daarom de kat nog enigszins uit de boom. Er is
��
echter weinig meer dat een robuuste ontwikkeling van de
��
consumptie in de weg staat. De jaarafrekening van de energie zal meevallen, de CAO-lonen zullen iets sterker stijgen en de werkloosheid zal verder dalen waardoor steeds meer mensen
��������
�� ��
������������������������������������������������������������������������������������������������������������
������������������������ ������������������� ������������
�������������������� ��������� �������������������������
����������������������������������������������������������������������������������
een goed besteedbaar inkomen krijgen. Voor dit jaar verwachten
5
��� � �� ��
���
��
���
��
���
��
�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
������������������������� ���������������������������������������������������������������
�������������������
���������
wij een consumptiegroei van 2%. Volgend jaar kunnen bovengenoemde factoren leiden tot een forse toename van het
eerdere kabinetten Balkenende zichtbaar worden. Deze samenloop
lonen en hogere consumptiegroei. In 2008 kan dit al zichtbaar
consumptievolume van 3¼%.
van een grotere nadruk op activeren en een krappere arbeidsmarkt
worden. In de CAO’s die nu worden afgesloten, zien we al een
kan leiden tot een structureel hoger participatieniveau.
��������������������������������������
������� �� forse vrij
loonstijging. We verwachten per saldo voor dit jaar een ��
De snel dalende werkloosheid leidt tot tekorten op de arbeidsmarkt.
Oververhitting in zicht?
Dit wordt zichtbaar in het aantal vacatures dat momenteel erg
Als dit lukt kan dit ook een middel zijn om oververhitting van
hoog is. Deze tekorten kunnen zowel de economische groei
de economie uit te stellen. Het oververhittingsgevaar is reëel.
remmen als via hogere lonen leiden tot hogere inflatie. De grote
Alhoewel de bezettingsgraad nog onder de niveaus blijft die
uitdaging voor de sociale partners zal de komende tijd zijn om
tijdens eerdere perioden van hoogconjunctuur bereikt werden,
zoveel mogelijk mensen aan de slag te krijgen die nu nog langs
is deze toch gestegen van van 81,5% in het laatste kwartaal van
� � � inflatie zal onder invloed hiervan ook verder oplopen tot 2½ in � � � 2008. Oververhitting van de Nederlandse economie via hogere � � �� loonkosten zal ook gevolgen hebben voor de Nederlandse � �� � concurrentiepositie, waardoor de exportgroei zal afnemen. �� � Doordat de arbeidsinkomensquote zal stijgen en de winstquote �� � ��� zal ���������������������������������������������������������������������������������������������������������������� dalen, zullen bedrijven naar verwachting de investeringen
de zijlijn staan. Op de participatietop, die hopelijk binnenkort
2005 tot 83,4% nu. Belangrijker echter voor een economie die
minder������������������������������������������� laten toenemen. Het jaar 2007 zal daarom waarschijnlijk de
gehouden wordt, zal hierover gesproken worden door regering,
voor een groot deel uit diensten bestaat, is de beschikbaarheid
top van de conjunctuurcyclus vormen. Hoewel ook 2008, gedragen
vakbonden en werkgevers. De komende jaren zullen ook de
van arbeid. Oververhitting van de economie zal echter pas
������������������������������������������������ door een waarschijnlijk sterke consumptietoename, nog een
effecten van de hervormingen in de sociale zekerheid van de
plaatsvinden als de krapte op de arbeidsmarkt leidt tot hogere
mooie economische groei zal laten zien.
Arbeidsmarkt wordt snel krapper
�� gemiddelde CAO-loonstijging van 2½% en in 2008 van 3½%. De
�����������������������������������������������
�����
����� � � � � � � � �� ��
Rabobank Cijfers & Trends Kwartaalupdate
Hoog groeipad in alle sectoren
Omzetgroei (%)
2006 Gerealiseerd 2007 Prognose
De Nederlandse industrie draait op volle toeren. Alle branches
Industrie
8,9
5,8
boekten in de eerste maanden van 2007 meer omzet dan een
Bouw
7,2
7,8
jaar eerder. Vooral de metaalindustrie en de bouwmaterialen-
Transport
4,5
4,3
industrie deden en doen goede zaken.
Groothandel
6,6
6,8
Ook de productie en de omzet in de bouw nemen sterk toe. Een
Detailhandel food
3,7
3,2
toenemend knelpunt voor verdere groei in de bouw is echter de
Detailhandel non-food
6,3
5,7
beschikbaarheid van vakkrachten. Steeds meer bedrijven maken
Horeca en recreatie
4,8
5,1
Dienstverlening
6,4
6,9
daarom gebruik van buitenlandse werklieden en/of schakelen zelfstandigen zonder personeel (ZZP`ers) in.
Bron: Rabobank
In deze rubriek vindt u branchenieuws
Het beeld in de groothandel is onverminderd positief. De groei
en actualiteiten uit de Rabobank
in deze sector wordt zowel ondersteund door de export als door
Cijfers & Trends sectoren.
de binnenlandse bestedingen. Voorts profiteren de groothandel
De horeca doet het goed in 2007. Zowel de particuliere als de
in kapitaalgoederen en die in hout en bouwmaterialen van de
zakelijke bestedingen in de sector nemen toe. De hoogste omzet-
sterk aantrekkende investeringen.
groei wordt gemeten bij de hotels en restaurants, maar ook de
De economische groei en de toename van de import en export
andere bedrijven (cafés, lunchrooms, cafetaria’s, ijssalons en
(inclusief wederuitvoer) zijn een impuls voor de bedrijvigheid
dergelijke) presteren goed. Ook de toeristische markt veert op.
in de transportsector. Over de hele linie nemen de vervoers-
Consumenten zijn bereid een toenemend deel van hun budget
stromen toe. Positief voor het rendement van de bedrijven is dat
aan recreatie en vrije tijd te besteden, waarbij het wensenpakket
de transportondernemers weer hogere prijzen kunnen bedingen.
echter wel aan verandering onderhevig is. Cruciaal voor de
Dit is ook nodig om verantwoord te kunnen investeren in nieuw
individuele bedrijven is dan ook dat zij de krachten bundelen
materieel.
zodat ze een breed vrijetijdsaanbod kunnen bieden. Belangrijk
In de detailhandel food ontwikkelt de omzet zich gunstig,
hierbij is het inspelen op snel wijzigende markttrends en een
alhoewel de consument duidelijk niet zo uitbundig is als tijdens
juiste invulling van het ‘gastheerschap’.
de vorige periode van hoogconjunctuur. De omzetgroei bij de
De zakelijke dienstverlening, tot slot, heeft als geen ander profijt
speciaalzaken blijft achter bij die van de supermarkten. De afzet-
van de grote bedrijvigheid in de andere sectoren. De goede
prijzen in de sector verbeteren, maar nog niet substantieel. De
gang van zaken in de sector doet de vraag naar hoogopgeleid
bedrijven in de detailhandel food dienen dan ook onverminderd
personeel sterk toenemen. In een aantal branches (onder meer
alert te blijven op hun (lokale) concurrentiepositie.
IT-dienstverlening, accountancy en technische dienstverlening)
In de detailhandel non-food wordt de hoogste omzetgroei
is hierdoor nu al een nijpend tekort aan gekwalificeerd personeel.
geboekt door de internetverkopers en postorderbedrijven. Verder
Om verdere groei toch mogelijk te maken, zoeken ondernemers
laten de kledingzaken, de winkels in consumentenelektronica en
naar mogelijkheden om de productiviteit te verhogen. Opties
de doe-het-zelfzaken een forse omzetgroei zien.
hierbij zijn onder meer samenwerking, uitbesteding van (deel-)
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
activiteiten en het intensief gebruik van toepassingen op het
en sectorvervaging. Tevens zou het vrijgeven van het ruimtelijk
gebied van informatie- en communicatietechnologie. Door het
economisch beleid op termijn veel meer impact op de sector
laatste zijn ondernemers én werknemers ook steeds minder
kunnen hebben. Zodra gemeenten hun bestemmingsplannen
gebonden aan een specifieke locatie.
loslaten, zullen de lokale marktomstandigheden wijzigen. Dit
���
zal dan weer invloed hebben op de onderlinge concurrentie-
���
verhoudingen. De detailhandel staat, kortom, bloot aan vele
���
ontwikkelingen, waarvan thuiswinkelen er slechts één is.
���
Vormen internetwinkels echt een bedreiging voor de detailhandel? Nederlanders zijn de afgelopen tien jaar steeds meer aankopen
����������������������������������� ����
�
gaan doen via internet. Online shoppen biedt gemak, kan 24 uur
Alle geschetste ontwikkelingen zorgen samen voor de dynamiek
����
per dag en producten kunnen goed vergeleken worden. Consu-
in het winkellandschap. Naar verwachting zal, door toedoen van
����
menten zijn zelfs bereid om bezorgkosten te betalen en hebben
het internetwinkelen, het aantal winkels in sommige branches
����
geen problemen met levertijden. Daarbij zien we het aanbod, de
afnemen. Online shoppen zal naast winkelverkoop blijven bestaan
betrouwbaarheid en de betalingsmogelijkheden toenemen, wat
en niet in plaats daarvan. Consumenten zoeken immers ook uit-
het online kopen verder stimuleert. Maar wat zijn de kansen en
gebreide dienstverlening, amusement en beleving. Dit is te vinden
bedreigingen voor de gevestigde detailhandel in de offline wereld?
in winkels en (nog) niet op internet. Internet vormt pas een be-
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
�����������������������
��������������
dreiging voor de detailhandel als ondernemers hier niet of te laat
Grafische industrie boekt uiteenlopende resultaten
Het online winkelen is de afgelopen jaren gestaag toegenomen.
op inspelen. Zo kan het een nieuw middel zijn om afzet te vergroten.
Terwijl de meeste branches volop profiteren van het economisch
Consumenten gaven in 2006 in totaal 3,6 miljard euro uit aan
Een winkel heeft in eerste instantie alleen de omgeving als afzet-
herstel, blijft de omzetontwikkeling in de grafische industrie
thuiswinkelen. Hiervan werd 1,5 miljard besteed aan diensten en
gebied. Door internet is heel Nederland, zelfs de hele wereld bereik-
achter. De omzetstijging van net iets meer dan 1% in 2006
2,1 miljard aan detailhandelsproducten. Van deze 2,1 miljard ging
baar en dus een potentiële afzetmarkt. De opkomst van collection
steekt schril af bij de omzetplus van bijna 9% van de totale
circa 1,2 miljard op aan online shoppen. Ten opzichte van de totale
and delivery points (CDP) waar e-shoppers hun aankoop kunnen
industrie. Desondanks zijn er eindelijk wat lichtpuntjes, maar
detailhandelsomzet bedraagt deze online omzet slechts 1,5 à 2%.
afhalen, biedt ook kansen voor traditionele winkeliers. In de toekomst
niet elk bedrijf plukt hiervan de vruchten. De juiste strategie
Het online winkelen speelt aldus nog een bescheiden rol.
zullen meer CDP’s het straatbeeld vullen. Internet biedt daarom
bepaalt het succes.
eerder kansen voor de winkelier dan dat het een bedreiging vormt. De populariteit van het thuiswinkelen verschilt sterk per branche.
Hij moet dan wel inspelen op de ontwikkelingen en investeren in
Ruim een kwart van de bedrijven in de grafische industrie maakte
Consumentenelektronica, kleding en schoenen worden het meest
een geavanceerde internetstrategie. Voor de individuele detaillist is
verlies in 2006 (bron: dienstencentrum KVGO). Opmerkelijk, want
via internet gekocht. Dit lijkt bedreigend voor de ‘offline’ winkels
het waarschijnlijk te kostbaar om dit zelfstandig te organiseren. Een
in deze conjunctuurgevoelige branche zou je betere resultaten
die deze producten ook verkopen. Maar vormt het succes van het
mogelijkheid om dit goed van de grond te krijgen is bijvoorbeeld
verwachten vanwege het economisch herstel. Er zijn verschillende
internetwinkelen ook echt een bedreiging voor de sector? Waar-
een samenwerkingsverband; lokaal of via een formule. Daarnaast
redenen voor de tegenvallende resultaten. Ten eerste neemt het
schijnlijk niet. De detailhandel is namelijk onderhevig aan diverse
moet hij zich blijven richten op dat wat de consument steeds meer
belang van het traditionele drukken af ten gunste van bijvoor-
ontwikkelingen. Hierbij valt onder meer te denken aan branche-
van een winkel zal verlangen: beleving.
beeld de elektronische media. Ten tweede zijn de inkoopkosten
7
8
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
(papier en energie) het afgelopen jaar gestegen. Maar de belang-
midden- en kleinbedrijf geldt echter dat de hoogte van de
Het belangrijkste kenmerk van de ZZP’er is uiteraard het ontbreken
rijkste verklaring is dat grafische ondernemers opereren in een
brutowinst een goede indicatie geeft voor de hoogte van het
van personeel. Daarnaast heeft hij geen of beperkte bedrijfsruimte of
competitieve markt. Scherpe (internationale) concurrentie zorgt
resultaat. We zien dan dus dat het ene bedrijf er beter in slaagt om
opslagruimte tot zijn beschikking. Ondernemers zonder personeel in
voor margedruk. Dit wordt in de hand gewerkt doordat al jaren
inkoopkosten door te berekenen aan afnemers dan het andere.
de detailhandel worden niet als ZZP’er aangemerkt. In de zakelijke
sprake is van overcapaciteit. En ondanks een afname van het aantal
Of een bedrijf heeft juist gekozen voor bepaalde (niche) markten
dienstverlening komen veruit de meesten voor. Meer dan de helft
bedrijven, zorgen technologische vernieuwingen ervoor dat de
en/of producten met minder concurrentie en daardoor minder
van alle ZZP’ers is in deze sector actief. Een andere sector met
capaciteit niet afneemt.
margedruk. Het goede nieuws voor alle grafische ondernemers
relatief veel ZZP’ers is de bouw. Deze sector kent de laatste twee
is dan ook dat het met de juiste strategie mogelijk is om goede
jaar een sterke toename van het aantal starters uit Polen. Ook in de
Grote resultaatverschillen
resultaten te behalen. Zelfs in de huidige competitieve markt.
transportsector en de zorg zijn relatief veel ZZP’ers actief.
Toch zijn niet alle grafici in mineurstemming. Er is namelijk ook een
Vooral omdat zich in de markt ook kansen aandienen, zoals de
groep bedrijven die wel prima resultaten boekt. Het is opvallend
opkomst van digitale producties, webgeoriënteerde toepassingen
Andere opmerkelijke kenmerken van ZZP’ers:
hoe groot de verschillen zijn tussen bedrijven (zie figuur 1: Winst
of het printen van variabele (gepersonaliseerde) data.
• Ze hebben een hoger dan gemiddeld opleidingsniveau: HBO of universiteit;
grafische bedrijven). Zo blijkt uit analyse van de Rabobankdatabase dat drukkerijen gemiddeld een winst voor belasting behalen van
Om de kansen die er zijn te pakken, draait het om onderscheidend
• Ze maken relatief weinig gebruik van financiering door derden;
60.000 euro. Echter: 26% van de drukkerijen maakt verlies. Terwijl
vermogen. Maak de klant duidelijk wat je toegevoegde waarde
• Ze werken meer informeel dan formeel samen;
circa 10% van de bedrijven een resultaat voor belasting boekt van
is. Wat de uiteindelijke strategie dan behelst, verschilt per bedrijf.
• Ze zijn ouder dan 36 jaar (de gemiddelde startersleeftijd);
minimaal 175.000 euro.
Voor de een is dat meer dienstverlening aan de klant, een ander
• Het aantal vrouwelijke ondernemers ligt boven het gemiddelde
specialiseert zich in een bepaalde markt of product, terwijl weer De belangrijkste verklaring voor deze uiteenlopende resultaten is het
een ander bedrijf zich door samenwerking en/of schaalvergroting
verschil in brutowinstpercentage tussen bedrijven. De gemiddelde
vooral richt op efficiency en een lage kostprijs.
van 31%; • ICT speelt een belangrijke rol bij hun communicatie. Uit recent onderzoek dat Rabobank onder ZZP’ers heeft uitgevoerd,
brutowinst van drukkerijen bedraagt bijvoorbeeld 60% van de
Ondernemerschap neemt toe: steeds meer ZZP’ers in Nederland
blijkt dat bijna de helft van deze groep als zodanig aan de slag gaat
van minimaal 70% van de omzet, terwijl de onderste 25% van de bedrijven een brutowinstpercentage boekt van minder dan 55.
Het aantal mensen dat een eigen bedrijf begint, heeft de laatste
komen, zijn ‘behoefte aan zelfstandigheid’ en ‘zelf beslissingen
Deze verschillen in brutowinst vertalen zich meestal direct door
jaren een ware vlucht genomen. In 2007 zal het aantal starters
kunnen nemen’, ‘denken het zelf beter te kunnen’, ‘het feit dat het
naar een hogere of lagere nettowinst.
naar alle waarschijnlijk de grens van 75.000 passeren. Steeds meer
een oude droom is’, of ‘gestimuleerd worden door de eigen werk-
van deze ‘starters’ zijn mensen die er bewust voor kiezen om voor
gever’. Ruim 70% van de ZZP’ers begint vanuit loondienst; 10 à 15%
Juiste strategie
eigen rekening en risico te werken zonder daar personeel bij aan
start vanuit een uitkering en zo’n 10% begint direct na zijn/haar studie
Overigens zijn er ook bedrijven die een hoog resultaat halen
te nemen, vaak met beperkte bedrijfshuisvesting, de zogeheten
als ZZP’er. De grote meerderheid werkt fulltime voor zichzelf, een
terwijl ze een gemiddeld lage brutowinst boeken. Deze vaak
Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP’ers). Naar schatting is de
klein gedeelte heeft er een (deeltijd) baan naast.
grotere ondernemingen compenseren de lagere brutowinst
helft van de starters een ZZP’er, waarmee deze groep de laatste
met een hoge omzet. Op die manier slagen ze erin om onder de
jaren sterk is toegenomen en van steeds groter belang wordt
streep toch een goed resultaat te behalen. Voor het gemiddelde
voor de Nederlandse economie.
omzet. De 25% beste bedrijven hebben echter een brutowinst
vanwege ‘de vrijheid’. Andere redenen die veelvuldig naar voren
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
ZZP’ers bieden bedrijven de mogelijkheid flexibele arbeid in te
wordt onze samenleving steeds meer ingekleurd door de gejaagd-
kopen. Met name in de sectoren dienstverlening en bouw worden
heid en haast waarin we tegenwoordig leven. Tijd is een schaars
projecten structureel gepland met de inzet van ZZP’ers. Branches als
goed. Langere openingstijden, meer dienstverlening en amusement
communicatiebureaus en economische adviesbureaus werken veelal
is wat de consument steeds meer op prijs stelt. Beleving wordt
met een flexibele schil van circa 20% van hun medewerkers. Tevens
belangrijker dan ooit.
Strak overheidsbeleid (Gemeente, Rijk, EU)
Scenario 1 Merken aan de macht
bieden ZZP’ers zowel het MKB als het grootbedrijf de mogelijkheid om een specialist in te huren voor bijvoorbeeld communicatie, ICT,
De sector staat aan het begin van een nieuwe fase, die qua karakter
onderzoek of techniek.
afhangt van de machtstrijd binnen de detailhandel en de mate van overheidsbemoeienis. De tegengestelde ontwikkelingen van
Dat de helft van de starters een ZZP’er is, is gezien de risico’s die
beide onzekerheden zijn door het HBD uiteengezet in een kwadrant
gepaard gaan met de start van een bedrijf wel logisch. De huidige
en leiden tot vier scenario’s. Elk scenario geeft een uiterste van de
ontslagwetgeving betekent voor de ondernemer geen stimulans
ontwikkelingen weer.
Merkfabrikanten en nieuwe spelers nemen retailfuncties over
voor het aannemen van personeel. Maar er is meer aan de hand: deze vorm van ondernemerschap geeft mensen de ruimte om op eigen wijze de levensstijl van ondernemers te ervaren en de markt te verkennen. Met name de steeds grotere groep van parttime ondernemers kan dit als een opmaat gebruiken naar het fulltime ondernemerschap.
Bestaande retail versterkt functies door innovatie
Scenario 4 Detailhandel opnieuw uitgevonden
Vrij overheidsbeleid (Gemeente, Rijk, EU)
Scenario 1: Merken aan de macht (strak overheidsbeleid, merkfabrikanten de macht)
Scenario 3 Revolutie in de detailhandel
Scenario 2 Detailhandel heeft de regie
Bron: HBD
Scenario 2: Detailhandel heeft de regie (strak overheidsbeleid, detailhandel de macht) Wij voorzien voor de toekomst van de sector een mengvorm van
Revolutie in de detailhandel? De detailhandel is sterk onderhevig aan veranderingen. Daarbij
Scenario 3: Revolutie in de detailhandel (vrij overheidsbeleid, merkfabrikanten de macht)
krijgt de consument steeds meer invloed. De sector staat aan het
vooral die twee scenario’s waarbij de detailhandel nog steeds dicteert (scenario twee en vier). Vanwege de huidige economische opleving zal de detailhandel naar verwachting genoeg daadkracht hebben
begin van een nieuwe fase, die qua karakter afhangt van de macht-
Scenario 4: Detailhandel opnieuw uitgevonden (vrij
strijd binnen de detailhandel en de mate van overheidsbemoeienis.
overheidsbeleid, detailhandel de macht)
Het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD) werkte op basis van
om een innovatie- en professionaliseringsslag te bewerkstelligen. Investeringen in zowel personeel als technologie stellen de huidige detailhandel in staat de sector in handen te houden. Er is slechts een
deze twee onzekerheden vier toekomstscenario’s uit. Voor de
Detaillist blijft aan zet
aantal branches waar de invloed van merkfabrikanten kan toenemen,
detaillist is het in ieder geval noodzakelijk om onderling meer
De vier scenario’s wijzen uit dat de detailhandel in de nabije toekomst
namelijk die branches waar de consument veel waarde hecht aan
samen te werken, in te spelen op de veranderende consument en
niet langer de vanzelfsprekende schakel is tussen fabrikant en
merken, zoals bovenkleding en schoenen. De kans dat merkfabrikanten
over branchegrenzen heen te kijken. Flexibiliteit is dus vereist.
consument. Er is een fundamentele verandering gaande die andere
de totale macht in handen krijgen is dan ook klein. Het is wel zaak
partijen kansen geeft om de functie van de detailhandel uit te hollen
dat de bestaande detailhandel snel genoeg anticipeert op trends. De
Hoe de toekomst op de langere termijn er uit zal zien, is moeilijk te
of over te nemen. Hoeveel ruimte de nieuwe spelers en merkfabrikanten
belangrijkste aandachtspunten voor de detaillist zijn de noodzaak
zeggen. Wel zien we een aantal duidelijke trends. Zo zal de bevolking
zullen innemen, hangt sterk af van de flexibiliteit en daadkracht van
tot meer onderlinge samenwerking, het sterk veranderende
slechts zeer gematigd groeien en de vergrijzing toeslaan. Daarnaast
de detaillisten en van het soort branche.
consumentengedrag en de toenemende branchevervaging.
9
Thema
Regionale economie: beïnvloedbaar en immer in beweging
In dit themanummer plaatsen we het bedrijfsleven tegen de achtergrond van de regionale en ruimtelijke economie. Wat zijn de spreidings- en concentratiepatronen in ons land en hoe ontwikkelen deze zich? De rode draad in ons betoog is dat de verschillen in de regionale economie slechts ogenschijnlijk een gegeven zijn. In werkelijkheid zien we veranderingen waarop ook ondernemers invloed hebben. De ondernemer weet als geen ander dat het Nederlandse
Economische concentratie nog steeds in de Randstad…
bedrijfsleven niet uit één homogene groep bestaat. We kennen
In veel opzichten vormt de Randstad het zwaartepunt van onze
kleine en grote bedrijven en uiteraard de verdeling van het
samenleving en economie. De provincies Noord- en Zuid-Holland
bedrijfsleven naar sectoren en branches. In deze publicatie staat
en Utrecht tellen gezamenlijk 7,6 miljoen inwoners, ruim 46%
weer een andere dimensie centraal, waarmee íeder bedrijf te
van heel Nederland. Ook als we naar het aantal ondernemingen
maken heeft, namelijk de ruimtelijke of regionale verschillen.
en de werkgelegenheid kijken, zien we een dergelijke verdeling.
Dit onderscheid is van belang, omdat de vestigingslocatie van
Op een kwart van het totale grondgebied van ons land wordt
een bedrijf nog steeds van invloed is op de wijze waarop een
de helft van het bruto binnenlands product (BBP) verdiend. Van
bedrijf in de markt opereert. We zien verschillen bij het aanbod
de toonaangevende buitenlandse ondernemingen in Nederland
van bedrijven, qua dichtheid, maar ook in concentratiepatronen.
is zelfs meer dan de helft in de Randstad gevestigd. Ook de
Afzetmarkten verschillen, bijvoorbeeld tussen steden en het
meeste Nederlandse multinationals hebben hun hoofdvestiging
platteland, maar ook in termen van koopkracht en voorkeuren.
in de Randstad. De Randstad ontleent haar sterke positie aan de
Aan de ‘inputkant’ van het bedrijfsleven is evenmin sprake van
strategische ligging van het gebied (ook in een Europese context)
gelijke omstandigheden. Denk hierbij aan de nabijheid van
en de aanwezigheid van een grote zeehaven én een grote
toeleveranciers of grondstoffen, het aanbod op de arbeidsmarkt
luchthaven. Deze mainports vormen een belangrijke verklaring
of de beschikbaarheid van bedrijventerreinen of bedrijfspanden.
voor de sterke positie van Nederland op het gebied van handel
En niet in de laatste plaats zijn er verschillen tussen de wijze
en logistiek en daarvan afgeleide bedrijvigheid. Rotterdam is
waarop met name de lagere overheid zich ten opzichte van
door zijn centrale ligging een belangrijke steigerplaats voor het
het bedrijfsleven opstelt: van passief tot partner.
Europese achterland en Schiphol is een belangrijke Europese ‘hub’. Daarmee zijn deze knooppunten niet alleen een concentratiepunt van handel en economische activiteit, maar stralen ze ook uit naar andere delen van ons land, én daarbuiten.
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
De regio doet ertoe In deze tijd van globalisering lijkt de wereld aan de voeten van de ondernemer te liggen. De vraag is echter of dit in de praktijk ook altijd het geval is. Cijfers over geldstromen geven daarin inzicht. Geld volgt immers de zakelijke relaties. De grafiek toont de zogenoemde koopkrachtbinding: hoe ver ���������������������������
zitten ontvanger en betaler bij elkaar vandaan. De blauwe
����
lijn toont de betalingen van consumenten aan het bedrijfs-
��� ���
leven (consumer to business: c2b). Denk daarbij vooral aan
���
de detailhandel, horeca en persoonlijke dienstverlening.
���
De oranje lijn toont de relaties tussen bedrijven onderling
��� ���
(business to business: b2b). De analyse is gebaseerd op interne
…met een duidelijke uitstraling naar andere delen van ons land
���
cijfers over het elektronische betalingsverkeer: pinbetalingen
Nederland is echter duidelijk meer dan de Randstad. We zouden de
��
rest van het land tekort doen als we alleen naar de concentraties
��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
in het westen van ons land kijken. Veel ‘economie’ volgt de
���
en bankoverschrijvingen. Contante transacties zijn er niet in
���
meegenomen. De uitkomsten van deze eerste analyse zullen ���
ruimtelijke patronen, die grofweg lopen tussen de grote steden en zuidelijke richting. In deze verbindingscorridors tussen de en werkgelegenheid. Bedrijven vestigen zich graag in deze ‘megacorridor’ in de nabijheid van internationale verbindingsassen. Deze gebieden liggen immers in de buurt van grootstedelijke arbeidsmarkten, hebben een prima kennisinfrastructuur en zijn goed ontsloten voor personeel, toeleveranciers en afzetmarkten. Nederland ligt op twee van zulke megacorridors: die van west naar zuid en die van west naar oost. Naast de verbinding met de Duitse regio’s gaat het om de verbinding van de Randstad met de ‘Vlaamse Ruit’ (Antwerpen-Brussel-Gent). Tenminste zo zichtbaar is de sterke ontwikkeling van de zogenoemde A2-as. Langs deze belangrijke verkeersader zien we een hoge concentratie van sterk groeiende, stuwende werkgelegenheid. De kennisintensiteit
��
�
in ons land en delen van West-Europa, met name in oostelijke grote Europese stedelijke netwerken zien we veel bedrijvigheid
���
voor velen verrassend zijn: 90% van de consumentenbetalingen blijft binnen een afstand van 27 kilometer. Zakelijke relaties hebben een grotere actieradius, maar ook daar zitten twee van de drie relaties binnen een straal van 25 kilometer. De lokale en regionale markt ‘doet er dus toe’ voor het
Bron: Rabobank
bedrijfsleven.
11
12
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
van deze activiteiten is hoog. We kunnen dus spreken van een Werkgelegenheidsgroei in ruimtelijk perspectief
‘A2-kennisas’. De regio Amsterdam kent behalve veel zakelijke dienstverlening en logistiek een sterke concentratie van de
Onderstaande figuur illustreert de regionale groei van de
ICT-contentsector (ontwikkelingen van software en multimedia-
werkgelegenheid in de afgelopen tien jaar. Overduidelijk
applicaties). In de regio Utrecht is de ICT-dienstensector relatief
is zichtbaar dat deze groei niet meer exclusief aan het
sterk vertegenwoordigd, in de regio Eindhoven en Noord-Limburg
westen en midden van ons land is voorbehouden.
de ICT-hardwaresector.
Werkgelegenheidsgroei 1996-2006 (%) > 20% 16%-20% 12%-16% 8%-12% <8%
Steden herwinnen terrein De steden lieten jarenlang een lagere economische groei zien dan landelijk het geval was. Hieraan liggen verschillende oorzaken ten grondslag. Omdat steden al eeuwenlang economische concentraties kenden, zijn ze met enige regelmaat gedwongen om zich aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. Dat ging lang niet altijd probleemloos. Aanvankelijk waren de grote steden echte industriesteden, waar de deïndustrialisatie van na de Tweede Wereldoorlog diepe sporen heeft nagelaten. Ook het stedelijk woonmilieu heeft een rol gespeeld. Veel grote steden kennen oude wijken met overwegend goedkope en kwalitatief slechte woningen, die minder koopkrachtige en kansarme bevolkingsgroepen aantrekken. En niet op de laatste plaats hebben we ruimtelijke effecten gezien. Als het ontwikkelen van goedkoop
Bron: LISA Vestigingenregister
buitengebied tot woon- of werklocatie aantrekkelijker is dan herstructurering in stedelijke gebieden, treedt er geleidelijk een trek vanuit de steden naar buiten op. Sinds de tweede helft van de jaren negentig doen de grote steden het echter weer beter dan gemiddeld. Dit is onder meer te danken aan de herontwikkeling en –ontdekking van het stedelijke woonmilieu, de opkomst van de dienstverlening (en de vaak daaraan verbonden creatieve activiteiten), maar ook aan het inzicht dat de beperkte ruimte in ons land het niet langer mogelijk maakt economische activiteiten naar het landelijke gebied te verplaatsen.
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
Inmiddels wordt ruim 40% van het nationaal inkomen verdiend in de dertig grote steden. Als de randgemeenten worden meegeteld, is dat zelfs 80%. Steden en stedelijke netwerken (de onderling verbonden kernsteden met hun randsteden) zijn daarmee weer de stuwende kracht achter de Nederlandse economie en belangrijk als broedplaats voor kennisontwikkeling, het midden- en kleinbedrijf,
Actueel: de economische winnaars van 2006
persoonlijke dienstverlening, winkels en de toeristisch-recreatieve sector. Juist deze combinatie van factoren tekent de vitaliteit en
In de Visie op provinciale dynamiek presenteert de Rabobank jaarlijks de ‘economische top 40’ van de Nederlandse regio’s. Dat doen
leefbaarheid van de stad.
we op basis van de economische prestaties van het bedrijfsleven in deze gebieden. Daarbij kijken we enerzijds naar de economische groei in het afgelopen jaar, die vrij vertaald als de economische conjunctuurindicator of thermometer kan worden be-
De stedelijke economie wordt echter wel gekenmerkt door
schouwd. Anderzijds kijken we naar de ‘economische kracht’ van de regio’s, die vooral op structuurkenmerken is gebaseerd en als
uitersten. Steden combineren vaak een aantrekkelijk vestigings-
de economische barometer kan worden gezien. Samen vormen deze twee indicatoren een rapportcijfer voor de economische
klimaat voor de diensteneconomie met verouderde bedrijven-
prestaties van de regio. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de economische groei en de economische kracht van
terreinen, slechte autobereikbaarheid en een structureel slechte
Nederlandse regio’s . De grootte van de bollen correspondeert met de omvang van het bruto regionaal product (BRP). Idealiter ligt
aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Knel-
een regio in het kwadrant rechtsboven van de figuur. De regio’s in dat kwadrant krijgen een voldoende voor zowel de economische
punten en kansen verschillen uiteraard per stad.
groei als de economische kracht. De regio’s in het kwadrant links onderin de figuur hebben juist slecht gepresteerd en krijgen voor
Andere landsdelen doen volop mee
zowel de groei als de kracht een on-
Als we ons tot de bovenstaande beschrijving zouden beperken,
voldoende. De winnaar van 2006 is FlevoBrabant en Groot Rijnmond. De hoogste
���
scores zijn dit jaar niet meer uitsluitend voorbehouden aan de randstedelijke regio’s. Ook Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel herbergen gebieden die economisch prima presteerden in 2006. Hekkensluiter is bijna traditiegetrouw de regio Delfzijl en omgeving. De Visie op provinciale dynamiek 2007 staat als interactieve pdf op www.rabobankgroep.nl/provinciestudies
��������������������������������
land, gevolgd door Noordoost-Noord-
���
doen we geen recht aan de economische kracht van andere delen ������ ������ �������� ��������� ��������� ������ �������������� ������������ ��������
��� ���
����������
������
��� ���
�������
in Noord- en Zuidwest Nederland) economisch gezien iets
��������� �������
‘dunner’ zijn dan meer centraal gelegen regio’s. Ook buiten de Randstad zien we grote steden die zich laten kenmerken door
���������� ����������� ������ ������� ��������� ������� ���������� ������ ��������� ��������� ���������
������� ����������� ���������� ��������
���
meer, hoewel regio’s in de periferie van ons land (met name ���������
������
��������������� ������������ �������������������
���
van ons land. Nederland kent geen echte achterstandsgebieden
sterke economische concentraties. Denk hierbij aan de Brabantse stedenrij, het sterk verstedelijkte Zuid-Limburg, maar ook
��������� ������
stedelijke ‘combi’s in het oosten en noorden van ons land, zoals in
�������� �������
Twente of Assen en Groningen. Was aanvankelijk sprake van een economische ‘overflow’ vanuit economische concentratiegebieden
��� ���
���
��� ��� ��� ��� �������������������������������
�
���
���
���
naar minder volle regio’s, tegenwoordig opereren ook de economische kerngebieden buiten de Randstad op eigen kracht.
13
14
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
Regionaal-economisch beleid
potentieel dat initieel al in een regio aanwezig is en dat tot uiting kan
Ook al onttrekt het zich vaak aan zijn directe gezichtsveld, voor de
komen in een reeds bestaande mate van regionale specialisatie. In
ondernemer is het regionaal-economisch beleid wel degelijk van
de notitie ‘Pieken in de Delta’ (ministerie van EZ, april 2006) is dit
betekenis. Beleid bepaalt immers de randvoorwaarden waarbinnen
beleid verwoord. Deze benadering doet recht aan de bestaande
hij kan ondernemen, in termen van ruimte voor bedrijvigheid,
situatie die wordt gekenmerkt door het feit dat ons land op
bereikbaarheid, het sectorale locatiebeleid en de omvang en koop-
hoofdlijnen geen probleemregio’s meer kent. Het beleid van de
kracht van afzetmarkten. Ons land kent een lange, maar zeker niet
Rijksoverheid wordt mede tastbaar gemaakt door het schetsen van
consistente traditie van regionaal-economisch beleid. Lange tijd
een aantal regionale specialisaties, zoals bijvoorbeeld logistiek in
bestond de rode draad van het Rijksbeleid uit het aansterken van
Zuidwest-Nederland, top-technologie in Zuidoost-Noord-Brabant
achterstandsregio’s, onder andere door gericht financieel onder-
of de ‘energievallei’ in het Eemsmondgebied.
steuningsbeleid en het verplaatsen van Rijksdiensten van het westen naar het noorden (KPN naar Groningen) of Zuiden (CBS
Hoewel de illustratieve kracht van een dergelijke benadering niet
naar Heerlen) van het land. Het huidige beleid is pragmatischer
onderschat mag worden, is zij voor veel ondernemers in de praktijk
ingestoken. Het richt zich op versterking van het ontwikkelings-
lastig hanteerbaar. De abstractie van de benadering suggereert
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
immers dat er geen andere ondernemersactiviteiten in de betreffende regio’s zouden zijn. Het tegendeel is echter het geval. Daarnaast - en dat is in de praktijk belangrijker - hebben ondernemers ook nog te maken met provinciaal en lokaal beleid. Op provinciaal niveau worden veel ruimtelijke-ordeningsbeslissingen genomen, zoals de aanleg van infrastructuur (wegen) of de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Het lokale beleid richt zich deels op de invulling en doorvertaling van het rijks- en provinciale beleid. Naast deze ‘harde’ kenmerken heeft het beleid van de lokale overheid ook een aantal ‘zachte’ kanten: hoe stelt men zich op ten opzichte van ondernemers en het ondernemerschap. De praktijk leert dat hierin grote verschillen bestaan. Zo zijn er (woon-)gemeenten waar ondernemerschap weinig aandacht krijgt, maar ook gemeenten die schouder aan schouder met het bedrijfsleven de economie en daarmee het welzijn in de gemeente optimaliseren.
Ruimtelijke aspecten van innovatie R&D-intensiteit (R&D-loonkosten per baan) 629-1152 339-628 224-338 157-223 107-156
Innovatie is belangrijk voor de kracht van ons bedrijfsleven. Het innovatief vermogen en de innovatieve output verschillen uiteraard per regio. Als we kijken naar de R&D-intensiteit, waarbij de R&D-loonkosten per werknemer zijn weergegeven, dan gaan Zuidoost-Noord-Brabant, Noordoost-Noord-Brabant
Tot slot: de invloed van de ondernemer
en Twente aan de leiding. Maar ook Delft, Leiden en ’t Gooi
De voorgaande beschrijving zou de indruk kunnen wekken dat
blijken dan relatief goed te presteren. Een analyse van patenten
vanuit ondernemersoogpunt de regionale economie - en dan
als indicator van innovatie-output, ondersteunt dit beeld. De
met name de verschillen daarin - voor ondernemers min of meer
Noord- en de Zuidvleugel komen prominenter in beeld samen
een gegeven is. Veel bedrijven zitten nu eenmaal waar ze zitten en
met Zuidoost-Noord-Brabant. Ook het KAN-gebied plus Ede-
verplaatsing over grote afstanden is nauwelijks haalbaar, zou men
Wageningen is sterk vertegenwoordigd. De Randstad en Twente
dit al wensen. Betekent dit dat het regionale aspect van het onder-
hebben veel personeel in innovatieve bedrijven. De drie grote
nemerschap geen issue is? Het tegendeel lijkt het geval. Waarom
steden herbergen bedrijven met relatief veel hoog opgeleid
zien we dan enerzijds ondernemers die in economisch minder sterke regio’s een goed belegde boterham kunnen verdienen en anderzijds ondernemers die in economische kerngebieden het hoofd niet boven water kunnen houden? Het heeft allemaal met ondernemerschap te maken. Ken je bedrijf, de markt, de concurrent en weet wie je partners zijn. Niet alleen waar het gaat om het bedrijfsproces zelf, maar ook in de invloedssfeer. En kies daarbij de juiste schaal: soms abstract en op hoofdlijnen, maar vaker op de schaal van de eigen gemeente en de direct omliggende regio.
Bron: Ministerie van Economische Zaken, Pieken in de Delta (2006)
personeel, terwijl de bedrijven met veel R&D-personeel zich bevinden in een band van Zuidoost-Noord-Brabant tot Overijssel.
15
In het voorgaande artikel is regionaal-economisch Nederland belicht vanuit de ruimtelijke invalshoek. Daarbij hebben we gezien dat ‘de economie’ lange tijd niet gelijk over ons land
Thema
verdeeld was, maar geconcentreerd in de Randstad, inclusief de verbindingscorridors naar andere economische centra in Europa
Ruimtelijke patronen en sectoren: Waar zijn industrie en distributiesector anno 2007 geconcentreerd?
en de grote steden. Aansluitend hebben we geconstateerd dat de groei al geruime tijd buiten deze gebieden neerslaat. Als gevolg daarvan heeft vrijwel iedere regio zijn eigen economische zwaartepunt en zijn resterende verschillen in economische kracht geen belemmering meer voor ondernemers om in hun eigen regio een belegde boterham te verdienen. Ter illustratie nemen we in dit verhaal de industrie en de distributiesector. Waar zijn zij anno 2007 in ons land geconcentreerd?
Verschillende sectoren tonen tegengestelde bewegingen
geweest van verschuivingsprocessen over kortere afstand: van de
De op de vorige pagina’s geschetste ontwikkelingen leiden er
kernsteden naar suburbane gemeenten. Het relatieve aandeel van
echter niet toe dat ons land vanuit de optiek van het bedrijfsleven
kennisintensieve diensten is in de kernsteden (met name de vier
ook steeds eenvormiger wordt. Als we de sectoren van het
grote steden) steeds belangrijker geworden.
bedrijfsleven als uitgangspunt nemen, dan zien we dat er arbeidsplaats vergende typen economische activiteiten als
Industrie: sterke vertegenwoordiging buiten de Randstad…
landbouw, industrie en distributie komen vanzelfsprekend minder
Van oudsher waren steden een belangrijke vestigingsplaats
voor in dichtbevolkte gebieden. Kennisintensieve diensten zien we
voor de industrie, onder meer vanwege de hier in ruime mate
daarentegen juist op plaatsen en in regio’s met hoge dichtheden,
aanwezige goedkope arbeid. De deïndustrialisatie van ons land
zowel in arbeidsplaatsen als bewoners. Als gevolg daarvan
- hier gedefinieerd als de afnemende betekenis van de industrie
neemt het aandeel van kennisdiensten in de werkgelegenheid af
voor de werkgelegenheid - heeft de betekenis van de grote steden
naarmate een gemeente kleiner is en de afstand tot kernsteden
als vestigingsplaats voor de industrie echter aangetast. Met de
toeneemt. Voor industrie geldt precies het omgekeerde,
krimp van de industrie hebben we een geleidelijk toename van het
terwijl suburbane gemeenten zich het meest manifesteren als
belang van de dienstverlening gezien. Ruimtelijke patronen van
gebiedstypen waar distributie-activiteiten een groot aandeel in
de industrie zijn daarmee in zekere zin complementair aan die van
de werkgelegenheid kennen. Deze geschetste patronen zijn het
de dienstverlening. De échte industrieregio’s vinden we inmiddels
gevolg van een trend die zich al jarenlang voordoet. Industrie
buiten de Randstad. Delen van Noord-Brabant en Limburg
is weggetrokken uit de steden, maar ook uit de stadsgewesten
kennen relatief veel industriële bedrijvigheid, vergelijkbaar met
als geheel. Voor distributie-activiteiten geldt dat vooral sprake is
het Noordzeekanaalgebied en Rijnmond. Ook in regio’s als Breda/
allerminst sprake is van een gelijke verdeling. Veel ruimte per
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
Figuur 1: Aandeel banen industrie, 2006 (%) >15% 13% - 15% 11% - 13% 9% - 11% <9%
Bron: LISA Vestigingenregister
Tilburg, Achterhoek/Twente, Nijmegen, Heerlen en grote delen van
achtergrond van regionale of nationale concurrentiekracht. Eén
proces van verplaatsing naar andere delen van Nederland zijn de
het noorden (bijvoorbeeld in de Zuid-Drentse stedenrij) is industrie
concurrentiestrategie is gebaseerd op het efficiënt produceren
laatste decennia op grote schaal opgetreden. Buiten de Randstad
relatief sterk vertegenwoordigd.
via hoge investeringen in procestechnologie. Sectoren waar dat
komt arbeidsintensieve industrie sterk verspreid voor.
gebeurt, zijn sterk kapitaalsintensief en onder meer te vinden in het Figuur 1 toont het aandeel van de industrie in de regionale
chemiecomplex in Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg en in het
De kapitaalsintensieve industrie kent van de drie typen
werkgelegenheid. Zonder moeite zijn hierin de ruimtelijke
IJmondgebied. Een andere manier van concurreren is innovatie:
industrie de hoogste toegevoegde waarde per werknemer.
patronen zichtbaar met een relatief groot aandeel industriële
het bedenken en produceren van nieuwe of verbeterde producten.
Dat is ook noodzakelijk om de zeer hoge investeringen in deze
werkgelegenheid in Noord-Brabant en Limburg, Zeeuws-
Dergelijke industriële sectoren kunnen worden aangeduid als
sectoren mogelijk te maken. Juist door de grote hoeveelheid
Vlaanderen, Twente en de Achterhoek en delen van de noordelijke
‘kennisintensief’. Ze zijn vaak te vinden in de nabijheid van
geïnvesteerd kapitaal hebben vestigingen in de kapitaalintensieve
provincies. Binnen de Randstad vormt IJmond met haar
universiteiten en kenniscentra, bijvoorbeeld in Eindhoven, Delft,
industrie (grote delen van de chemie, delen van de voedings-
staalindustrie de enige uitzondering.
Twente of Leiden. Sectoren die beide typen concurrentiekracht in
en genotmiddelenindustrie, basismetaal, papierindustrie,
mindere mate toepassen, zijn hier aangemerkt als arbeidsintensief.
bouwmaterialenindustrie) veelal een lange levensduur en zijn
…maar in detail ligt het beeld genuanceerder
Arbeidsintensieve industrie kent van de drie typen industrie de
ze diep in een regio geworteld. Er hoeft in deze branche relatief
De industrie is echter een omvangrijke sector, met diverse
laagste toegevoegde waarde per werknemer en de laagste groei
minder op loonkosten geconcurreerd te worden. Daardoor ligt
onderliggende deelsectoren en branches. Door haar vanuit
van de productiviteit sinds het midden van de jaren negentig.
het gevaar van wegconcurreren door buitenlandse bedrijven op korte termijn wat minder op de loer. Deze typen industriële
ruimtelijk perspectief over één kam te scheren doen we de industrie tekort. Een veelgebruikte verdeling van de sector is die
De arbeidsintensieve industrie is in ons land en zeker in de
bedrijven hebben vooral behoefte aan ruimte en goede aan-
naar arbeids-, kapitaal- en kennisintensiteit. Deze differentiatie
Randstad nauwelijks meer vertegenwoordigd. In het verleden was
en afvoermogelijkheden (liefst via verschillende modaliteiten).
is ook van belang als we de industrie plaatsen tegen de
dat nog wel zo, maar internationale concurrentie en een sluipend
Zeehavengebieden zijn dan ook gewilde locaties. Daarnaast is
17
18
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
de kapitaalintensieve industrie sterk vertegenwoordigd in West-
De Randstad speelt dus tegenwoordig een minder belangrijke
Noord-Brabant, Limburg, delen van de Achterhoek/Twente en
industriële rol, met uitzondering van het IJmondgebied en
oostelijk Groningen.
het Botlekgebied, waar kapitaalintensieve sectoren met grote goederenstromen en een hoge toegevoegde waarde per
Kennisintensieve industrie (waaronder elektrotechnische
werknemer zijn gevestigd.
industrie, machine-industrie, delen van de transportmiddelenjaar de sterkste groei van de bruto toegevoegde waarde. Het
Ruimtelijke patronen transport en distributie niet vanzelfsprekend
gemiddeld opleidingsniveau van de werknemers en de R&D-
Al eerder hebben we geconstateerd dat ons land zowel ruimtelijk
intensiteit zijn in deze sectoren hoger dan in arbeidsintensieve
als economisch in belangrijke mate is vormgegeven door onze
en kapitaalsintensieve industrie. In delen van de Randstad is
ligging aan de monding van grote rivieren met een omvangrijk
kennisintensieve industrie bovengemiddeld vertegenwoordigd.
achterland. Voor ondernemers die actief zijn in de transport- en
Dat geldt voor het Gooi, de regio Delft en de regio Haarlem/
distributiesector lijkt het daardoor aantrekkelijk om met hun
Haarlemmermeer. De hoogste scores zijn echter buiten de
vestigingsplaats op of dichtbij deze transportassen te zitten.
Randstad te signaleren, met name in het zuidoosten van ons land
De praktijk leert echter dat dit niet vanzelfsprekend is. Figuur
en in Twente en daarnaast in een aantal plaatsen in het noorden
2 toont het absolute aantal banen in het vervoer over land per
(waarbij het overigens vaak gaat om grote nevenvestigingen).
gemeente. Slechts met enige moeite zijn daarin de belangrijkste
Geconstateerd moet worden dat niet de Randstad, maar het
transportassen in ons land herkenbaar.
industrie, farmaceutische industrie) kende de afgelopen vijf
zuidoosten de motor achter de nationale ‘high-tech’ industrie is.
Figuur 2: Totaal aantal banen vervoer over land per gemeente, 2006 > 900 600 -900 300 -600 100 - 300 < 100
Bron: LISA Vestigingenregister
19
Henri van Manen (Tooling Holland BV)
Vestigingsplaats minder van belang door ICT en internationalisering Gereedschapmakerij Tooling Holland BV, gevestigd in Emmen, bewijst elke dag weer dat het mogelijk is om vanuit een locatie bezijden de ‘economische assen’ uitstekend te presteren. Het bedrijf is opgericht in 1980 en met negentig medewerkers anno 2007 een van de grootste gereedschapmakerijen van Nederland.
Tooling Holland BV bezit veel expertise voor de ontwikkeling en
wij een matrijs kunnen ontwikkelen voor twaalf.” Voordeel is
vervaardiging van matrijzen. Het bedrijf maakt deze onder meer
ook dat men matrijzen maakt voor diverse afnemers en markten.
voor de productie van PET-preforms (flessenindustrie), voor het
Hierdoor kan er volgens de directeur sprake zijn van ‘techno-
maken van bouwmaterialen (vooral kunststoffittingen), voor de
logische interactie’: een oplossing die is ontwikkeld voor één
productie van automotive onderdelen, voor de vervaardiging
klant (of deelmarkt) kan vaak ook elders worden toegepast.
van containers en kratten en voor de dunwandige verpakking van foodproducten. Ruim tweederde van de omzet wordt ver-
Tot voor kort had de onderneming eveneens een vestiging in
kregen uit export naar andere landen in Europa, naar Noord- en
Veenendaal. Hiervoor is in 1985 gekozen, aangezien het meren-
Zuid-Amerika, Azië en het Midden-Oosten.
deel van de matrijzen destijds werd afgezet in midden- en zuidNederland, België en Duitsland en direct contact met de klant
De internationale concurrentie is volgens directeur Henri van
toen nog onontbeerlijk was. Vanaf eind jaren negentig begaf
Manen fel, maar Tooling Holland weet zich goed te weren.
het bedrijf zich echter in toenemende mate op de exportmarkt
“Belangrijk hierbij is dat we continu investeren in R&D en in state-
(inclusief Amerika en Azië). Tegelijkertijd werd het steeds
of-the-art CNC- en high speed metaalbewerkingsmachines.
makkelijker om via internet met de klant te communiceren en
Hierdoor kunnen we in de matrijzenmarkt niet alleen onze
matrijstekeningen over en weer te sturen. Beide aspecten maakten
focus op innovatie en kwaliteit waarmaken, maar ook kosten-
een locatie op en nabij de belangrijkste ‘economische assen’
technisch concurrerend zijn. We zijn niet bang voor aanbieders
binnen Nederland minder noodzakelijk. Dit leidde uiteindelijk tot
uit de zogenaamde ‘emerging markets’. Integendeel, deze op-
de verplaatsing van de capaciteit van de vestiging Veenendaal
komende markten zien we juist als een kans voor verdere groei.”
naar Emmen. Aan Emmen houdt men vast omdat hier het hart van het bedrijf ligt. Bovendien is de loyaliteit van de mensen
De sleutel tot succes is het innovatieve vermogen van de
in de regio Emmen groot, wat tot minder verloop leidt. Van
onderneming. Op basis hiervan kan het bedrijf afnemers
Manen: “Deze loyaliteit geeft mij de gelegenheid in mensen te
oplossingen aanbieden die hen meerwaarde in de markt
investeren. Want het zelf opleiden van medewerkers is in de
opleveren en/of kosten besparen, aldus Van Manen. “Als een
gereedschapmakerij heel belangrijk. Het blijft tenslotte een vak
concurrent een matrijs voor zes producten aanbiedt, moeten
waar details en accuratesse het succes van het bedrijf bepalen.”
20
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
De uitstraling van de havens in de Rijnmond Het merendeel van de uitstraling van de havens in de Rijnmond komt terecht binnen het eigen gebied en de aangrenzende gebieden. Het aandeel van het eigen gebied varieert tussen 15 en 40 procent. De aandelen van de aangrenzende gebieden
Toegevoegde waarde (mln. euro) > 600 400 -600 200 -400 100 - 200 < 100
zijn lager, maar blijven toch aanzienlijk. Verder hebben alle grote havens een relatief omvangrijke uitstraling naar de provincies Noord-Brabant, Gelderland, Utrecht en Limburg. De figuur illustreert de betekenis van het haven- en industrieel complex in de Maas-Rijndelta voor de bedrijvigheid in de verschillende provincies en regio’s. Te zien is dat de Maas-Rijndelta voor de afnemers in veel regio’s, ook elders in het land, van belang is. Bron: Bureau Louter, bewerking Rabobank
Kenmerkend van logistiek is de van-naarrelatie. Onze mainports
complex afhankelijk zijn. Bijvoorbeeld een handelsbedrijf dat voor
de Randstad. In Rotterdam slaat de groei van de mainportfunctie
- en dan met name het Rijnmondgebied en Schiphol - zijn de
zijn import en export logistieke dienstverleners in Rotterdam
ook elders neer, in de Drechtsteden en West-Noord-Brabant, en
belangrijkst herkomst- en bestemmingsgebieden van vervoers-
inhuurt. Ter indicatie werken we in het bovenstaande kader de
soms zelfs tot in Gelderland, tot diep in Noord-Brabant en tot
stromen. ‘Onderweg’ wordt echter ook waarde aan logistiek
uitstraling van de havens in de Rijnmond uit.
in Limburg. Buiten de Randstad profiteren vooral steden in het
toegevoegd, bijvoorbeeld in de vorm van diverse bewerkingen.
zuiden (Breda, ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven en Venlo), maar ook gebieden langs de A1 (Amersfoort-Barneveld). Zelfs regio’s
de gebruikers zitten die de producten en diensten van de grote
Tot besluit: infrastructuur medebepalend voor vestigingspatroon
haven- en industriecomplexen afnemen. Het gaat dan om toe-
Waar de rol van de Randstad als industriële motor aanzienlijk is
van onze grote havens. Heerenveen en Meppel/Hoogeveen
gevoegde waarde en werkgelegenheid bij bedrijven die van de
verkleind, is het tegendeel het geval voor de distributie-activiteiten.
vormen inmiddels de toegangspoorten tot het noorden. Ook hier
afname van transport- en overslagdiensten en van industriële
Langzaam maar zeker haken Noord-Brabant en Gelderland daarbij
blijken snelwegen in sterke mate structurerend te zijn voor het
halffabrikaten en eindproducten uit het haven- en industrieel
aan, maar zij kennen, zeker in absolute zin, nog niet het niveau van
vestigingspatroon.
Vanuit deze optiek bezien, is het interessant om te weten waar
in het noorden van ons land profiteren van de distributiefunctie
21
Piet Loos en Simon Loos (Simon Loos BV)
Simon Loos blijft regionale roots trouw De transportsector staat bij uitstek bekend om de clustering
Desondanks merken we vooral in Gorinchem dat het lastig is
vestiging zich dus uit. “De planning van de distributie vindt wel
van bedrijven rond de zogenoemde transportassen. Maar
kwalitatief goede medewerkers te vinden. Het personeelstekort
plaats in Wognum. Onze vrachtauto’s staan op diverse plekken
ook elders zijn er succesvolle bedrijven, zoals Simon Loos BV
is rond de steden groter”, aldus Simon.
in Nederland, maar we sturen ze centraal aan vanuit ons hoofdkantoor”, vertelt Simon.
te Wognum (Noord-Holland). Vader Piet Loos (63) en zoon Simon Loos (40) vertellen waarom het bedrijf haar regionale
Toch zijn er ook nadelen aan regionale vestiging. “Voor distributie
roots trouw blijft.
is Wognum geen goede locatie. Het is te kostbaar om eerst
Tot nu toe heeft de vestiging in West-Friesland goed uitgepakt
producten naar hier te halen om ze vervolgens weer te distri-
voor de onderneming. Piet Loos: “Vooral omdat we klanten
Aan de afslag van de A7 bij Wognum springt het pand van
bueren”, erkent Loos jr. Dat is dan ook de belangrijkste reden
uit andere regio’s vaak kunnen bedienen vanuit onze andere
Simon Loos meteen in het oog. Het bedrijf, al sinds 1938 ge-
dat het bedrijf destijds elders vestigingen heeft geopend. “We
vestigingen. Toch is het geen uitgemaakte zaak dat we bij uit-
vestigd in West-Friesland, behoort nu met bijna 400 vrachtauto’s
verzorgen de distributie voor Albert Heijn. Onze locaties in
breidingsplannen automatisch voor Wognum kiezen. We kunnen
en ruim 700 personeelsleden tot de grotere logistieke dienst-
Geldermalsen en Zaandam liggen daarom nabij de distributie-
hier nog volop groeien, maar sluiten niet uit dat we in de toekomst
verleners in Nederland. Grootvader Simon Loos startte destijds
centra van het supermarktconcern. Om eenzelfde reden is er
juist in andere plaatsen uitbreiden.” Simon besluit: “Als je wilt
in het naburige Spanbroek met een bodedienst tussen Hoorn
een vestiging in Zoeterwoude, nabij een andere klant: Heineken.
groeien, heb je uiteindelijk nieuwe klanten nodig. Soms zijn die
en Alkmaar. Later verhuisde het bedrijf naar Opmeer en ruim
Dat Albert Heijn al 43 jaar klant is bij Loos, is overigens mede
op plaatsen in Nederland gevestigd die makkelijker en goedkoper
zeven jaar geleden verkaste de onderneming naar de huidige
te danken aan het feit dat de grootgrutter is gevestigd in het
met een vestiging dáár zijn te bedienen. Toch zullen we niet
nieuwbouwlocatie. “Een bewuste keuze”, vertelt Piet Loos. “We
relatief nabijgelegen Zaandam. Ook hier betaalt de regionale
vertrekken uit Wognum en blijven we onze vestiging hier trouw.”
hebben verschillende vestigingsplaatsen overwogen, maar uiteindelijk hebben we hier gebouwd. Ten eerste omdat de grond hier goedkoper is dan in de Randstad. Ten tweede omdat ons personeel uit de regio komt. Ten slotte omdat we een goede naam hebben. Iedereen kent ons. Een voordeel naar onze klanten toe, maar ook bij het werven van nieuw personeel.” Dat dit zich uitbetaalt, blijkt in de huidige krappe arbeidsmarkt. Terwijl de sector met personeelstekorten kampt, slaagt Simon Loos er relatief goed in personeel te behouden en nieuw personeel aan te trekken. “Een groot verschil met onze vestigingen die we inmiddels hebben langs de transportassen”, verduidelijkt zoon Simon. Want weliswaar is Simon Loos zijn regionale wortels trouw gebleven, inmiddels zijn er wel vestigingen in Bunnik, Geldermalsen, Gorinchem, Pijnacker, Zaandam en Zoeterwoude. “We kiezen bewust voor vestigingen buiten de grote steden.
22
Samenwerken aan de regionale economie
Ondernemers, verenigt u! De Rabobankstudie ‘Velsen voor de wind’ vormt een van de
Organisch proces
drie pijlers onder het regionaal-economisch beleid van de
De gemeente was weliswaar in een vroeg stadium bij het Rabobank-
gemeente Velsen. Voor deze studie liet Rabobank Velsen en
onderzoek betrokken, maar dit betekent niet dat kritiek naar de beleids-
omstreken de Velsener economie op drie thema’s onder-
makers werd ingeslikt. De Jong: “Hoewel de samenwerking erg soepel
zoeken: Haven en industrie, Toerisme en recreatie en Detail-
verliep - het was echt een heel organisch proces - waren er natuurlijk
handel. De gemeente omarmde de aanbevelingen uit het
verschillen in inzicht. Die hielden we ook niet voor ons. Zo blijven we
onderzoek en borduurde hier op voort. Hoe geef je de
erop hameren dat de gemeente de OZB veel transparanter moet
regionale economie samen vorm? Wethouder van (onder
maken en moet laten zien waar zij deze inkomsten aan besteedt. Zodat
faciliterend voor het bedrijfsleven. Mijn invloed moet bestaan uit het
meer) Economische Zaken, Arjen Verkaik, en Rabobank-
onze ondernemers kunnen zien in hoeverre deze belasting hun ten
slechten van drempels, het stimuleren van samenwerkingsverbanden
directeur Bedrijven Kees de Jong gunnen een kijkje in
goede komt. Volgend jaar wil ik een evaluatie houden met de gemeente
en het leggen van contacten, zodat het bedrijfsleven zich in zijn levens-
de keuken.
om te zien in hoeverre we nog kunnen bijsturen.”
vatbaarheid kan ontwikkelen. En meer niet. Het zijn immers de onder-
Kees de Jong
nemers zelf die het moeten doen. De gemeente kan slechts werken als Van echte knelpunten was echter geen sprake, benadrukken De Jong
katalysator. Een wethouder verandert de wereld niet, maar verlegt
“Ter gelegenheid van onze fusie tot Rabobank Velsen en omstreken
en Verkaik. “Generiek wordt ondernemend Velsen gekenmerkt door de
hooguit wat accenten. Wat ik wel hoop is dat onze ambitie om IJmuiden
wilden we de gemeente een economisch onderzoek aanbieden”,
wil tot samenwerken”, vertelt de laatste. “Ondanks dat verschillende
toeristisch op de kaart te zetten goed uit de verf komt. En dat IJmuiden
vertelt directeur Bedrijven Kees de Jong over het ontstaan van de
partijen, ik bedoel gemeente en ondernemers, wel eens lijnrecht tegen-
aan Zee over tien jaar een florerende badplaats is. Dan kunnen mijn
beleidsmatige samenwerking met de gemeente. Zij is in een vroeg
over elkaar staan, is er altijd en van beide zijden de intentie samen op
collega Annette Baerveldt, die onder meer Toerisme in haar portefeuille
stadium bij het onderzoek betrokken geraakt, benadrukt hij. “Al in
te trekken. Samen werken aan Velsen is dan ook het credo van ons
heeft, en ik trots zijn op het feit dat we de toeristische mogelijkheden
de conceptfase zijn stukken naar de wethouder gestuurd, waarmee
beleidsprogramma voor deze collegeperiode. En net als de twee andere
van Velsen tot speerpunt van ons beleid hebben gemaakt.”
de gemeente haar voordeel heeft kunnen doen.”
rapporten, van de Rabobank en Zeehaven IJmuiden, is dit programma tot stand gekomen door overleg met ondernemers. Niet alleen de grote
De vraag is echter wat er met de gemeentelijke ambities gebeurt na de
Dat de gemeente dankbaar gebruik had gemaakt van de aanbevelingen,
ondernemingen als Corus en Crown van Gelder, maar ook de horeca-
ambtsperiode van het huidige college van B&W. Het is geen zeldzaamheid
bleek na de presentatie van het eindrapport, getiteld ‘Velsen voor de
exploitanten, toeristische ondernemers en de detailhandel.” De Jong:
dat projecten na de komst van een nieuw college worden afgeblazen of
wind - Kompas voor de toekomst van ondernemend Velsen’, op een
“De discussies tussen ondernemers en gemeente werden ook met
zodanig veranderd dat er van de oorspronkelijke plannen niets meer
door de Rabobank georganiseerd ondernemerscongres. Na deze
open vizier gevoerd. En zo’n expliciete discussie werkt altijd beter
overblijft. Verkaik: “Ik wil me er de komende jaren hard voor maken dat
presentatie was het de beurt aan wethouder Arjen Verkaik om de
dan een onderhuidse.”
het beleid zoals verwoord in de Economische Agenda flink in de genen
Economische Agenda van de gemeente uiteen te zetten. Verkaik:
van de gemeente verankerd raakt. Maar ik kan natuurlijk geen garanties
“De studie Velsen voor de wind en het rapport van de private Zeehaven
Katalysator
geven.” De Jong: “De Rabobank is er dan nog wel en kan wellicht wat
IJmuiden N.V., Haven in zicht, sluiten goed aan op de Economische
Hoewel hij als wethouder Economische Zaken ervan droomt een
bijsturen. Wij zullen er in ieder geval scherp op blijven toezien dat de
Agenda van de gemeente. Er zit veel synergie tussen deze rapporten
wezenlijke bijdrage te leveren aan de groei van de economie in Velsen,
speerpunten uit onze studie ook bij een volgend college op het
en daarom vormen zij samen de drie pijlers waarop de economie van
beseft Verkaik dat hij geen sturende invloed heeft op de activiteiten
netvlies komen.”
Velsen de komende jaren wordt ontwikkeld.”
van de ondernemers. “Als wethouder Economische Zaken ben je vooral
23
Velsen voor de wind - Kompas voor de toekomst van ondernemend Velsen Arjen Verkaik
De ligging van de gemeente Velsen is in veel opzichten uniek. Het Noorzeekanaal, dat de gemeente doorsnijdt, verbindt IJmuiden over het water met Amsterdam. Voor vervoer over het water is IJmuiden een van de belangrijkste schakels tussen Amsterdam en de rest van de wereld.
Gesprekspartner
De aanwezigheid van strand en duingebied geeft het gebied recreatieve aantrekkingskracht. Vanwege deze kenmerken is in de studie ‘Velsen
Kees de Jong is tevens bestuurslid van MKB Velsen, wat hem tot een goed
voor de wind - Kompas voor de toekomst van ondernemend Velsen’ gekozen voor de thema’s Haven en industrie en Toerisme en recreatie.
gesprekspartner voor de gemeente maakt. Wethouder Arjen Verkaik
De plannen voor verdere ontwikkeling van het detailhandelaanbod in IJmuiden waren de aanleiding voor het derde thema Detailhandel te
legt uit waarom. “Het is voor een gemeente natuurlijk niet mogelijk om
kiezen. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatieve en een kwalitatieve component. Allereerst zijn kwantitatieve analyses uitgevoerd om
met slechts één commerciële partij op te trekken. Maar door de participatie
inzicht te krijgen in de huidige situatie op het gebied van de genoemde drie thema’s. Velsen wordt hierin voortdurend afgezet tegen Nederland,
van Kees in het MKB en de nauwe contacten tussen de Rabobank en
vergelijkbare gebieden of de regio. Daarnaast zijn rapporten, beleidsstudies en andere onderzoeken bestudeerd. De kwalitatieve component
mij - eerder al organiseerden we samen de Pierloop in IJmuiden - werd
bestond uit interviews met sleutelfiguren uit de Velsener economie en drie ronde tafelbijeenkomsten met ondernemers. Uit de analyses
en word ik uitstekend op de hoogte gehouden van de problemen van
en de gesprekken zijn per thema de voornaamste kwaliteiten en knelpunten vastgesteld. Op basis hiervan is voor elk onderwerp een visie
onze ondernemers. Problemen die de Rabobank uiteraard ook kent uit
uitgewerkt. Visies die door de gemeente Velsen dankbaar zijn omarmd.
de gesprekken die zij met haar zakelijke klanten voert. Bovendien is MKB Velsen één van mijn belangrijkste gesprekspartners als het gaat om de
Voorbeelden van aanbevelingen uit het rapport,
Voorbeelden van aanbevelingen uit het rapport,
ontwikkeling van ons bedrijfsleven.”
op het thema Haven en industrie:
op het thema Detailhandel:
• Zorg voor een centraal ondernemersloket om de communicatie
• Ambieer geen regionale verzorgingsfunctie voor het centrum
Waarmee we komen op de noodzaak voor ondernemers om zich te
tussen ondernemers en gemeente te vergemakkelijken
organiseren, te verenigen. Zowel Kees de Jong als Arjen Verkaik wijzen
• Versterk de verbinding tussen haven en achterland
erop dat dit van levensbelang is om invloed uit te kunnen oefenen op
• Ontwikkel IJmuiden tot centrale draaischijf voor vis in Europa
van IJmuiden • Vergroot het organisatievermogen van detaillisten door positieve maatregelen
de lokale politiek. Verkaik: “Ik kan natuurlijk niet naar iedere individuele ondernemer luisteren. Daar kan ik geen generiek beleid op afstemmen.
Voorbeelden van aanbevelingen uit het rapport,
Als ondernemers zich hebben verenigd tot één of meer organen is het
op het thema Toerisme en recreatie:
een ander verhaal. Dan heb je volwaardige gesprekspartners.” De Jong:
• Erken de sector toerisme en recreatie als een vaste pijler
“Ondernemers hebben elkaar en de gemeente nodig. En dat geldt ook andersom. Dat besef moet tot elke ondernemer doordringen.” Verkaik: “Zoek elkaar op. Stel gezamenlijk een agenda voor de toekomst vast. Leg je ambitieniveau niet te hoog, maar zorg er wel voor dat je de echte problemen van de ondernemers bundelt en aanpakt. Wees realistisch en SMART.”
in de Velsener economie en zorg voor een duidelijke visie en adequaat beleid • Stem de toeristisch-recreatieve mogelijkheden in de regio beter op elkaar af • Geef toeristische promotie een prominente plek
De studie ‘Velsen voor de wind’ is te downloaden op www.rabobankgroep.nl/kennisbank
Sectorvisie
Groene regio steeds vaker vestigingsplaats voor dienstverleners
Figuur 1: Totaalbeeld zakelijke dienstverlening Aantal zakelijke dienstverleners per gemeente, 2006 >800 600-800 400-600 200-400 <200
De zakelijke dienstverlening concentreert zich in de middelgrote en grote steden van ons land. Dit is niet verwonderlijk, aangezien dienstverleners zich van oudsher daar vestigen waar de consumenten- en bedrijvenmarkt zich bevindt. Zij vestigen zich bovendien op locaties die het beste toegang bieden tot relevant en hoger geschoold personeel. En ook daar hebben stedelijke gebieden een streepje voor. Het arbeidsmarktmotief geldt zeker voor branches waar de behoefte aan hooggeschoold personeel groot is, zoals de advocatuur, notarissen, accountantskantoren, reclamebureaus, communicatiebureaus, automatiseringsdiensten en dergelijke. Ook de zogenoemde ‘nieuwe steden’ tellen relatief veel commerciële
De zakelijke dienstverlening concentreert zich van origine in of rond de grote steden. Zij laat zich bij de keuze voor een vestigingslocatie leiden door de aanwezigheid van klanten en arbeid(smarktpotentieel). Maar hierin komt verandering. Door de opkomst van ICT en de introductie van het ‘nieuwe werken’ wordt de vestigingsplaats voor een dienstverlener van minder groot belang. Weliswaar vestigen veel dienstverleners zich nog steeds in de grote steden, al dan niet in de Randstad, maar steeds meer bedrijven kiezen voor een vestigingslocatie in zogenaamde nieuwe steden of in de (groene) regio eromheen. Het belang van de regio als vestigingsplaats neemt hierdoor toe.
dienstverleners: Almere, Haarlemmermeer, Zoetermeer, Nieuwegein, Lelystad en Purmerend. Jonge steden hebben immers een ‘jonge’ economie en in de jonge economie speelt de dienstensector een Bron: Lisa Werkgelegenheidsregister (2006)
prominente rol. Een andere plaats waar zich veel dienst-verleners vestigen, zijn groene landschappen met een welvarende bevolking, in de nabijheid van stedelijk gebied. Daarbij gaat het weliswaar vaak om kleinere bedrijven dan de grote kantoorondernemingen in de grote steden, maar ze drukken wel een stempel op de lokale economie. In de figuur zijn daarom de Utrechtse Heuvelrug, Ede/ Apeldoorn en in mindere mate de Noord-Hollandse kust in lichtblauw herkenbaar.
Wat beïnvloedt de vestigingskeuze? Onder meer dankzij de ontwikkelingen binnen de ICT zijn ondernemers en werknemers steeds minder gebonden aan een specifieke locatie. Vooral de huidige generatie hoogopgeleide medewerkers blijkt in haar baankeuze de kwaliteit van de woon- en werkomgeving sterker mee te laten wegen. Volgens recent onderzoek van Intelligence Group hebben argumenten als ‘makkelijk te bereiken’, ‘flexibele werktijden’, ‘de mogelijkheid om parttime te werken’ en ‘acceptabele werkdruk’ in 2007, ten opzichte van 2005 en 2006, alle
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
aan belang gewonnen. Het onderzoek bevestigt het beeld dat de
belang zijn voor de fysieke kantooromgeving. In de zeer nabije toe-
voordeel van een groot afzetgebied dankzij de nabijheid van de
balans tussen leven en werken voor de Nederlandse werknemer
komst zal de internetgeneratie (geboren vanaf ongeveer 1988)
stad. Als gevolg hiervan is sprake van een groot potentieel klanten
steeds belangrijker wordt. Om als werkgever aantrekkelijk te zijn én
de arbeidsmarkt betreden. Deze generatie is thuis in het digitale
en in toenemende mate ook van een groeiend lokaal afzetgebied.
te blijven voor zogeheten high potentials is de zakelijke dienstverlener
informatietijdperk. Zij hebben wensen ten aanzien van de techno-
Bijkomende voordelen zijn bovendien minder parkeerproblemen en
dus genoodzaakt een oplossing te vinden om aan de wensen van de
logische mogelijkheden op hun werk. Naar verwachting zal het
vaak representatieve huisvesting in historische panden. Voor zowel
werknemer tegemoet te kunnen komen. Mogelijke oplossingen zijn
zogenaamde nieuwe werken dan daadwerkelijk een vlucht nemen.
ondernemers als medewerkers zijn ook de lagere (huisvestings-)
thuiswerken en flexibele werktijden. Deze aspecten kan de dienst-
Het belang van een fysieke werkplek op kantoor neemt steeds verder
kosten en een veelal aantrekkelijke woonomgeving van belang. Een
verlener mee laten wegen in zijn locatiekeuze. Mede dankzij de
af, want in het nieuwe werken is beschikbaarheid belangrijker. Voor
mooi voorbeeld is de Utrechtse Heuvelrug. In deze regio ontbreken
ontwikkelingen op het gebied van de ICT is de noodzaak om een
de zakelijke dienstverlener zijn deze ontwikkelingen medebepalend
bedrijventerreinen en grote kantoorlocaties. Het zijn juist kantoren
vestiging in de grote steden te hebben dan ook een stuk minder
voor een eventuele nieuwe vestigingslocatie.
aan huis, kleinschalige kantoorpanden in woonwijken en tot kantoren
geworden.
omgevormde buitenplaatsen en villa’s, die belangrijke werklocaties
Werklocaties in de regio
zijn. Het zijn in deze regio voornamelijk kleinschalige zakelijke dienst-
En zodra de dienstverlener kan voldoen aan de wensen van de
Zoals hiervoor reeds is gesteld, kiezen kleine en middelgrote dienst-
verleners die op deze locaties zijn gehuisvest. Deze ondernemingen
huidige werkzoekende, dan dient zich alweer een volgende generatie
verleners inmiddels steeds vaker voor een locatie in de zogenaamde
vormen inmiddels een belangrijke motor voor de economie van het
arbeidskrachten aan. Ook die groep stelt weer nieuwe eisen, die van
groene landschappen bij steden. De onderneming heeft dan het
gebied.
������������������������������������������������������ ������������������ � � � � � � � � � ���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ����������
��������������
25
26
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
De opmars van de dienstverlening De sector dienstverlening zal in 2007 naar verwachting een
sector waar veel starters hun geluk beproeven. De sector wordt ook
van 2007, optimistisch. Naast de genoemde omzetstijging
omzetgroei laten zien van bijna 7%. In 2008 zal deze groei
wel de kraamkamer van het MKB genoemd; de helft van de starters is
lijkt het erop dat het komende jaar ook ruimte biedt voor ver-
zelfs nog uitbundiger kunnen uitpakken. Ook is er komend
immers een dienstverlener.
betering van het rendement van de individuele bedrijven. In
jaar ruimte voor rendementsverbetering. Minder gunstig is
de jaren van laagconjunctuur hebben immers veel bedrijven
dat steeds meer branches zich geconfronteerd zien met een
Binnen de commerciële dienstverlening wordt onderscheid gemaakt
gereorganiseerd en/of maatregelen getroffen om de arbeids-
nijpend personeelstekort.
tussen zakelijke en persoonlijke dienstverleners. De zakelijke
productiviteit (verder) te verbeteren.
dienstverlening kan worden opgesplitst in de volgende segmenten: De sector dienstverlening is de afgelopen decennia behoorlijk gegroeid. In 2006 bedroeg de totale omzet ruim € 190 miljard, terwijl in 1987 ‘slechts’ een totale omzet van € 13,2 miljard werd
• Financiële dienstverlening: waaronder assurantietussenpersonen en makelaars;
... krapte op de arbeidsmarkt Deze goede gang van zaken heeft evenwel een keerzijde. De
• Zakelijke dienstverlening: zoals IT-bedrijven, rechtskundige
vraag naar hoogopgeleid personeel in de sector neemt fors
gerealiseerd. De opmars van de sector is ingegeven door de
dienstverlening, accountants, architecten, ingenieurs en
toe. In steeds meer branches (waaronder accountancy, tech-
volgende ontwikkelingen:
economische adviesbureaus;
nische dienstverlening en IT-dienstverlening) is hierdoor al een
• Het terugtrekken op de kernactiviteiten door veel bedrijven leidde tot uitbesteding van deelactiviteiten (marketing, communicatie, facilitaire diensten et cetera); • Privatisering van overheidsdiensten (woningcoöperaties, telecom);
• Facilitaire dienstverlening: waaronder communicatiebureaus, uitzendbureaus en schoonmaakbedrijven; • Tot de persoonlijke dienstverleners rekenen we kappers, schoonheidsverzorging, kinderopvang, reisbureaus en auto- en motorrijscholen.
• Opkomst van ICT (informatie- en communicatietechnologie)
nijpend tekort aan gekwalificeerd personeel ontstaan. Zij gaan op zoek naar creatieve oplossingen om toch omzetgroei te kunnen realiseren. Beroepsorganisaties als NIVRA en NOvAA zijn bijvoorbeeld een actie gestart om meer mensen te interesseren voor het accountantsberoep. Andere opties zijn diverse vormen van samenwerking, uitbesteding en het
Verwachte omzetgroei versus...
intensief gebruik van ICT-toepassingen. Met name de ont-
De groei van de bedrijvigheid in andere sectoren heeft een gunstige
wikkelingen op dit gebied en bij ‘het nieuwe werken’ geven
complexere regelgeving, ontwikkeling techniek en
uitwerking op de afzetmogelijkheden van de dienstverlenende
branches in deze sector de gelegenheid om beter aan te
internationalisering).
bedrijven. Naar verwachting zal de totale omzet van de sector in
sluiten bij de wensen van de nieuwe generatie professionals.
en internet; • Toenemende vraag naar specialisten (als gevolg van
2007 met bijna 7% plussen. De omzetgroei zal in 2008 zelfs nog De toenemende belangstelling voor het (parttime) ondernemer-
iets verder toenemen. Vooral de zakelijke dienstverleners zijn,
schap speelt ook een belangrijke rol. De dienstverlening is een
mede op basis van de ontvangen orders in het eerste kwartaal
Frenk van Vliet (PKF Wallast)
“Niet iedere dienstverlener kiest voor de grote stad” Dat dienstverleners niet per definitie in de grote stad zijn gevestigd, bewijst PKF Wallast Accountants & adviseurs. De onderneming, oorspronkelijk gestart in Delft, heeft inmiddels vier vestigingen in Nederland. Al deze kantoren zijn gehuisvest in de Randstad, maar wel steeds net buiten de grote steden. “Een heel bewuste keuze”, vertelt Frenk van Vliet, een van de
Alhoewel een regionale vestiging veel voordelen kent, zijn er ook
twaalf maten van het kantoor. “Wij richten ons op de DGA in het
nadelen. In de huidige situatie op de arbeidsmarkt, waarbij sprake
familiebedrijf. En het zijn juist deze familiebedrijven die je vaak in
is van een groot tekort aan gekwalificeerd personeel, wordt dat
de regio tegenkomt. In veel gevallen gaat het om middelgrote
pijnlijk zichtbaar. “We moeten bij het zoeken en vinden van nieuw
bedrijven met aansprekende producten. Niet zelden betreft het
personeel extra ons best doen.” Zoekenden op de arbeidsmarkt
bedrijven die wereldwijd marktleider zijn in hun nichemarkt.”
richten zich blijkbaar makkelijker en sneller tot de bekende kantoren in de grote steden. Ook voor PKF Wallast geldt dat de
Volgens Van Vliet heeft een kantoor in de regio meer ‘smoel’,
vestigingen in Delft en Rotterdam minder moeite hebben om
vergeleken met de kantoren die opgaan in de anonimiteit van
vacatures op te vullen dan de vestigingen op Schiphol-Rijk en
de grote stad. “Dankzij onze regionale vestigingen zijn we her-
in Woerden. Vooral voor pas afgestudeerden geldt het gezegde:
kenbaar in de markt, zijn we laagdrempelig én kunnen we ons
onbekend maakt onbemind. Daar staat tegenover dat als je
beter onderscheiden.” Vanzelfsprekend wordt er hard gewerkt
personeel eenmaal voor je hebt gewonnen, er ook meer be-
om dat imago overeind te houden. Medewerkers zijn zeer actief
trokkenheid is. Dat wordt versterkt doordat personeel vaak in de
in het lokale ondernemersnetwerk en het verenigingsleven.
regio woont en daardoor onderdeel uitmaakt van de regionale
Lokale betrokkenheid gaat bij PKF Wallast hand in hand met
gemeenschap. Hiermee stipt Van Vliet ook meteen een zeer
kwalitatief hoogwaardige advisering. Zo organiseert het bedrijf
belangrijk punt aan voor alle bedrijven die regionaal willen
seminars samen met onder meer de Kamer van Koophandel. Het
opereren: “Het moet een weloverwogen, bewuste keuze zijn.
werkgebied is overigens niet geografisch afgebakend. Er zijn ook
Je moet betrokkenheid tonen bij de gemeenschap.”
veel klanten van buiten de directe regio die specifiek voor PKF Wallast en haar manier van werken hebben gekozen.
Van Vliet is overtuigd van de voordelen van de regionale functie. En hij weet waarover hij praat. Want hij heeft ooit bij een groot
Het kantoor beschouwt de integrale dienstverlening als een
landelijk accountantskantoor in de keuken mogen kijken. Op het
van zijn krachtigste wapens. Dit betekent dat de relatiemanager
moment dat hij daar gevraagd werd om partner te worden, koos
multidisciplinair inzetbaar is, wat hoge eisen aan de medewerker
hij bewust voor de overstap naar een kleiner kantoor. PKF Wallast
stelt. In tegenstelling tot de grote kantoren, die steeds verder-
bood hem meer ruimte voor ondernemerschap: “Je kunt hier écht
gaande specialismen kennen, werkt PKF Wallast met relatie-
het verschil maken voor het bedrijf en de klanten. Dat is prettig.
managers die het hele hebben en houden van de klant moeten
Niet in de laatste plaats om persoonlijke redenen. De charme
overzien. Deze herkenbare aanpak draagt bij aan het onder-
van dit kantoor is dat je het totale speelveld overziet, het blijft
scheidend vermogen van de onderneming binnen de regio.
de menselijke maat. En dat maakt het werken zeer plezierig.”
Sectorvisie
Vrijetijdssector heeft de regio steeds meer te bieden maar verdient goed beleid De vooruitzichten voor de sector horeca en recreatie zijn gunstig. Naar verwachting nemen de totale bestedingen in de sector ook dit jaar behoorlijk toe, wat zal leiden tot een omzetstijging van ruim 5%. Eenzelfde groei verwachten we voor 2008. De sector heeft over de hele breedte een goed jaar achter de rug. Vooral de omzetten van hotels en restaurants lieten een forse stijging zien. De ingezette groei van de zakelijke bestedingen zet door en ook de toeristische markt is met een flinke opmars bezig. De vrijetijdssector als geheel groeit ook in economisch belang, maar verdient meer beleidsmatige aandacht.
Het belang van horeca en recreatie voor de lokale economie
De sector horeca en recreatie bestaat uit veel verschillende typen ondernemingen, waaronder hotels, vakantiecentra, restaurants, cafés en cafetaria’s. De sector telt bijna 40.000 ondernemingen.
Aandeel horeca en recreatie in totale werkgelegenheid meer dan 25% 15% tot 25% 10% tot 15% 5% tot 10% 0% tot 5%
Ruim 90% van deze ondernemingen behoort tot het kleinbedrijf. De horeca en recreatie kenmerkt zich dan ook door kleinschaligheid. Het is een relatief arbeidsintensieve sector en biedt werkgelegenheid aan circa 200.000 mensen. Optimale inzet van arbeid is cruciaal. Door onregelmatige werktijden en onvoldoende doorstroommogelijkheden vanwege gebrek aan opleiding kampt de horeca en recreatie met een snelle uitstroom van personeel. De sector heeft behoefte aan goedopgeleide en gemotiveerde vakmensen, maar die zijn moeilijk te vinden. Bron: Lisa werkgelegenheidsregister De kaart geeft het belang weer van de horeca en recreatie
����������������������������������������������� ������������������
in de economie. Hoe donkerder het gebied, des te belangrijker
�
is de sector voor de lokale economie. Logischerwijs springen
�
de Waddeneilanden eruit, evenals de kustgebieden. Met
�
name Zeeland valt wat dat betreft op. Andere toeristische
�
gebieden die, soms met enige inspanning, zijn te her-
�
kennen in de kaart zijn het Friese merengebied, de Drentse
�
zandgronden, de Veluwe en Zuid-Limburg. Weliswaar
�
herbergen de grote(re) steden ook veel toeristische en
��
recreatieve voorzieningen, maar het belang van de sector
�� ���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ����������
��������������
voor de totale economie is hier beperkt.
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
Het groeiend belang van de vrijetijdssector De vrijetijdssector is hot en het economisch belang ervan groeit. Opvallend genoeg neemt De consument is individualistisch, veranderlijk en tijdsbewust. Dit
de laatste jaren het aantal uren vrije tijd af, maar het aantal activiteiten buitenshuis toe. En
betekent dat trends minder eenduidig zijn dan in het verleden en
daarmee ook de bestedingen, die gemiddeld per activiteit 17 euro bedragen. Nederlanders
elkaar steeds sneller opvolgen. Imago- en belevingsaspecten
geven gemiddeld 25% van hun huishoudelijk budget uit aan vrijetijdsbesteding. Dat is in totaal
worden steeds belangrijker. Ook de inrichting van vrijetijdsvoor-
zo’n 88 miljard euro per jaar. Het toerisme in Nederland is verantwoordelijk voor ruim 3% van
zieningen moet hierop aansluiten. Het gebruik van internet neemt
het BBP en zorgt voor bijna 5% van de werkgelegenheid.
toe bij het zoeken en boeken van vrijetijdsactiviteiten zoals logies, eet- en uitgaansgelegenheden. De consument wil de schaarsere vrije tijd optimaal invullen en is steeds meer op zoek naar luxe. Onderscheidende combinaties van vrijetijdsbestedingen worden steeds belangrijker om consumenten te trekken.
ruimtelijke inrichting van ons land. Het aanzien van de stedelijke
gestuurde allianties te sluiten en gezamenlijk nieuwe producten
en landelijke gebieden zal de komende tijd ingrijpend veranderen.
aan te bieden. Consumenten en recreanten kiezen immers niet
Naast de horeca- en recreatieondernemeningen zijn er veel andere
De vele partijen binnen de vrijetijdssector vertonen nog weinig
meer voor geïsoleerde activiteiten maar voor combinaties ervan.
ondernemingen die het vrijetijdsaanbod compleet maken. Bij-
samenhang, waardoor het een nauwelijks herkenbare en aanspreek-
voorbeeld op het gebied van sport, entertainment, kunst, cultuur
bare sector is. Dit is nadelig voor de concurrentiepositie en het
De meeste gemeenten hebben wel een apart beleid voor cultuur,
en natuur. Tegenwoordig spreekt men dan ook vaker van de vrije-
innoverend vermogen. Maar ook slecht voor het vertrouwen bij
horeca, sport, evenementen, natuur, verkeer en milieu. Toch hebben
tijdssector als overkoepelend geheel, waarbij typische toeristische
investeerders en projectontwikkelaars. Het is nodig om deze
verreweg de meeste van hen (nog) geen beleid dat het gemeente-
en recreatieve activiteiten steeds meer worden gecombineerd met
duidelijke impasse te doorbreken, clusters te vormen in plaats
niveau overstijgt en de vrijetijdssector in onderlinge samenhang
activiteiten uit andere branches. De vrijetijdssector behoort tot de
van te verkokeren, vraaggericht te werken, nieuwe producten
brengt. Vanuit het perspectief van een regio zitten er nogal wat
snelst groeiende sectoren binnen de wereldeconomie.
te ontwikkelen en meer proactiviteit te tonen.
voordelen aan integraal vrijetijdsbeleid. Een goed doordacht beleid zorgt voor draagvlak bij burgers en partners. Ondernemers kunnen
Tijd voor lokaal vrijetijdsbeleid
Ook op regionaal niveau wordt het steeds belangrijker dat men zich
hun activiteiten hierop afstemmen en durven te investeren. Integraal
Ons land staat de komende jaren voor een hele uitdaging om mee
bewust is van de eigen identiteit en het imago om deze vervolgens
vrijetijdsbeleid zorgt voor nieuwe vormen van samenwerking tussen
te blijven doen in de strijd om de (inter-)nationale toerist. Met alleen
te versterken. Door een andere aanpak kunnen ondernemers én
bestuur, bedrijven en burgers. Goed vrijetijdsbeleid levert geld op,
een ‘verleuking’ van het land komt Nederland er niet. Er is meer
overheden samen het vrijetijdsaanbod inrichten. Op zichzelf staande
meer banen en meer bestedingen. Bevolking én ondernemers kunnen
nodig en de VROM-raad heeft hiertoe een aanzet gemaakt. Zij
voorzieningen en gebeurtenissen in de regio krijgen zo meer
zo de vruchten plukken van het rijke, gevarieerde en passende
stuurt op samenhang tussen de vrijetijdssector en de toekomstige
betekenis en diepgang. Ondernemers doen er goed aan vraag-
aanbod in hun regio.
1
1
VROM-raad advies 055 ‘Groeten uit Holland; advies over vrije tijd, toerisme en ruimtelijke kwaliteit’
29
30
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
Vrijetijdsbeleving in Breda De basis voor gedegen vrijetijdsbeleid is de kennis die er al is.
trokken partijen met elkaar in gesprek te laten gaan. Dit is wel
Gemeenten, kennisinstellingen, banken en andere bedrijven
een arbeidsintensief proces, maar op de lange termijn worden
beschikken over een schat aan informatie, die nog vaak te weinig
bijzonder sterke resultaten geboekt. De checklist vrijetijdsbeleid1
“Breda is gewoon Breda en heeft recreanten alles te bieden
wordt benut. Van gegevens over demografische opbouw van de
in de tabel geeft een overzicht van de stappen die nodig zijn
wat ze maar wensen.” De toon is gezet in een gesprek met
bevolking tot informatie over gevestigde ondernemers. De beste
om te komen tot integraal vrijetijdsbeleid. Om zo de verborgen
Patrick Timmer (senior accountmanager Rabobank Breda),
manier om deze gegevens boven tafel te krijgen, is door alle be-
schatten van de vrijetijdssector in de regio op te sporen.
Louis Seeuwen (voorzitter MKB Breda), Nicolaas Veltman (senior beleidsmedewerker vrijetijdseconomie Gemeente Breda) en Arend Hardorff (opleidingsmanager van de
Tabel 1: Checklist vrijetijdsbeleid
Stap 1: Inventariseren
Academy for Leisure NHTV Breda). Zij praten enthousiast • Wat is het aanbod van vrije tijd en wat levert het op? • Wat vinden bewoners en bezoekers van het aanbod? • Wie moeten betrokken zijn bij het maken van vrijetijdsbeleid? • Welke middelen kunnen gebruikt worden bij het ontwikkelen van beleid?
Stap 2: Analyseren
• Sterkten en zwakten analyseren van de regio; • Kansen en bedreigingen analyseren van de regio; • Welke trends zijn er voor de korte en lange termijn te verwachten?
Stap 3: Organiseren
over de kansen die de vrijetijdssector de regio Breda te bieden heeft. Voorbeelden van het vrijetijdsaanbod zijn hier legio: een historische binnenstad met veel cultureel erfgoed en monumenten, een breed en gevarieerd winkelaanbod en een aantrekkelijk aanbod van terrassen, cafés en restaurants. Ook vinden er jaarlijks vele (inter-)nationale
• Investeer in samenwerking tussen gemeentelijke afdelingen;
evenementen plaats, zoals het Jazz Festival, Ballon Fiësta,
• Zorg voor draagvlak bij burgers en partners;
Harleydag, Breda Hippique en carnaval.
• Consulteer externe partijen om ideeën te toetsen en inzichten uit ‘het veld’ te verzamelen.
Stap 4: Keuzes maken
Stap 5: Locaties inkleuren
Stap 6: Actie ondernemen Tijdslijnen
• Formuleer een visie voor de toekomst van vrije tijd in de regio;
De kerncijfers over de vrijetijdssector die Nicolaas Veltman van
• Geef antwoord op: waarom, voor wie, wat, waar, met wie en wanneer?
de gemeente Breda heeft verzameld, tonen het economisch
• Kies haalbare en concurrerende thema’s die bij de regio passen.
belang ervan aan. In 2006 bezochten bijna 2,2 miljoen toeristen
• Wijs plekken aan waar vrijetijdsvoorzieningen een impuls kunnen krijgen;
Breda, in totaal goed voor 5 miljoen bezoeken. Met een gemiddelde
• Bundel vrijetijdsvoorzieningen om herkenbaarheid te creëren;
van bijna 2,5 bezoeken per persoon behoort Breda tot de
• Creëer een shortlist van locaties waarbij factoren bereikbaarheid en beschikbaarheid worden gewogen;
topbestemmingen van Nederland. Ruim 762.000 van deze
• Ontwikkel locatieprofielen.
bezoeken komt op het conto van buitenlandse toeristen, onder
• Stel actieplannen op voor de komende twee tot drie jaar;
wie veel Belgen en Duitsers. Breda is vooral bekend als een
• Stel een marketing- en promotieplan op.
gezellige stad met een historisch decor. Recreatief winkelen,
• Ontwikkeling beleid: vier tot zes maanden • Realisatie beleid: drie tot vijf jaar
Bron: Rabobank en MKB Nederland
restaurant- en terrasbezoek zijn dan ook de drie meest ondernomen activiteiten bij een bezoek aan de stad. De toeristisch recreatieve bestedingen kwamen in 2003 uit op ruim € 500 miljoen. De totale werkgelegenheid in de sector bedraagt 5.000 mensen (bijna 5% van de totale werkgelegenheid in Breda). Breda behoort hiermee tot de top van de (zakelijk) toeristische
1
De checklist vrijetijdsbeleid is onderdeel van de ‘Handreiking Lokaal Vrijetijdsbeleid’ door Rabobank en MKB Nederland.
steden in Nederland.
31
“Duitse badgasten die een dagje komen opdrogen in Breda? Kansen genoeg voor de vrijetijdssector” De economische cijfers voor Breda zijn goed. De regio heeft
Veltman noemt het oude CSM terrein (voormalige suikerfabriek)
regio’s waar samenhang ontbreekt, maar heeft vooral ook voor-
haar bezoekers en bewoners immers veel te bieden. Toch zijn
en het landgoed Wolfslaar als voorbeelden van gebiedsgerichte
beelden van hoe het wel kan. “Wij willen deze kennis graag
er nog voldoende uitdagingen en mogelijkheden om meer uit
ontwikkeling waarin het vrijetijdsaanbod nadrukkelijk wordt
delen met ondernemers en overheden”, benadrukt Hardorff.
de vrijetijdssector te halen volgens de vier heren. “Kijk bijvoorbeeld
meegenomen. In het gebied de Wolfslaar zijn recreatie, natuur,
naar de grote aantallen Duitse toeristen die Zeeland bezoeken”,
cultuur, educatie en horecavoorzieningen samengebracht. Een
Ideeën genoeg, maar over de aanpak zijn de meningen divers.
zegt Louis Seeuwen van MKB Breda. “Waarom zouden die, bij
deel van de agrarische collectie uit het depot van Breda’s Museum
Gevraagd naar aanbevelingen om de kansen in de vrijetijdssector
een dagje minder weer, niet vaker naar Breda kunnen komen?”
zal bij Wolfslaar worden tentoongesteld. Ook de Bavelse Berg,
te benutten, meent Hardorff dat er een integraal vrijetijdsbeleid
Veltman vervolgt: “Met het oog op de komst van de HSL liggen
een voormalige vuilstort, is een voorbeeld van een gebied waar
vanuit de politiek ontwikkeld dient te worden. “Nu zijn het nog
er voor Breda extra kansen op meer bezoekers uit België. We
zo’n vrijetijdsontwikkeling zal plaatsvinden. Arend Hardorff
kunstmatige verbindingen tussen verschillende afdelingen.” Ook
zullen de concurrentie met andere regio’s en steden moeten
beaamt dat er al veel gebeurt in de regio, maar pleit voor meer
ziet hij een belangrijke rol weggelegd voor NHTV om zich verder
aangaan.”
samenhang en innovatie. NHTV heeft als kennisinstituut de
te ontwikkelen als kennisinstituut dat samen met bedrijven in-
mogelijkheid de samenhang te onderzoeken en aanbevelingen
novatietrajecten op het gebied van vrije tijd trekt. Louis Seeuwen
te doen. Het instituut kent (inter-)nationale voorbeelden van
roept ondernemers op om bij de tijd te blijven en samen te werken. “Gebruik de kennis van instituten zoals het NHTV. Voor
Van links naar rechts: Nicolaas Veltman, Arend Hardorff, Louis Seeuwen en Patrick Timmer
de overheden is het nog iets te vroeg om ‘piketpalen’ te slaan. Eerst dienen door het bedrijfsleven binnen de brede vrijetijdssector duidelijke keuzes gemaakt te worden.” Patrick Timmer wil de kennis van de Rabobank gebruiken om de vrijetijdssector beter op de kaart te zetten. “En met de vele contacten kunnen wij partijen bij elkaar brengen en initiatieven faciliteren.” Tenslotte vertelt Nicolaas Veltman wat de drie speerpunten van de gemeente Breda zijn voor de komende jaren. Nationale- en internationale promotie van de regio Breda, samenhang brengen in vrijetijdsvoorzieningen bij gebiedsontwikkeling op locatieniveau en het inzetten van het beperkte subsidiebudget voor het stimuleren van samenwerking. De discussie gaat door in Breda want er zitten nog volop kansen in de vrijetijdssector. “Het basisniveau van het vrijetijdsaanbod in Breda moet goed zijn en in de top willen we excelleren om de concurrentie met andere regio’s het hoofd te bieden”, besluit Veltman. “Er is nog werk genoeg te doen.”
32
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
Vrijetijdsbeleving op Goeree-Overflakkee
tussen overheden en ondernemers. De belangrijkste vlakken van
de VVV en de RECRON kunnen de motor op gang brengen. Het
Eiland met een verborgen schat
samenwerking waarop winst te behalen is, zijn:
draait om een ondernemende overheid die de samenwerking
Goeree-Overflakkee is een eiland van kust, rust en ruimte, biedt
• Gezamenlijk aanpakken van de toeristisch-recreatieve
initieert en ondernemers die verder durven te kijken dan hun
tal van mogelijkheden voor waterrecreatie en natuurbeleving
infrastructuur;
én ligt nabij de Randstad. Het eiland heeft twee gezichten. De
• Uitbreiden van luxe verblijfsaccommodaties;
Kop van Goeree met zijn kust, duin en kleinschalig agrarisch
• Aanvulling van dagrecreatief aanbod met
grondgebruik heeft een sterk toeristisch karakter. Overflakkee
slechtweervoorzieningen;
heeft ook een aantal leuke toeristische plaatsen maar het
• Vormen van arrangementen;
vlakke Ommeland wordt door bezoekers als eentonig ervaren.
• Versterken van het imago van het eiland door gezamenlijke
De Rabobank heeft in deze regio een onderzoek1 uitgevoerd
kortetermijnbelangen.
�������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������
promotie;
waarbij onder meer de vrijetijdssector onder de loep is
• Afstemmen van het vrijetijdsbeleid tussen gemeenten;
genomen.
• Betrekken van ondernemers bij vorming en uitvoering van dit
���������
�����
beleid; Het economisch belang van de vrijetijdssector voor Goeree-
• Verbeteren van de organisatiegraad van ondernemers. �����������
Overflakkee is groot. Op de Kop van Goeree is 15% van de bedrijfsvestigingen in deze sector actief, goed voor 24% van alle
Om als vrijetijdssector iets te bereiken, is het vergroten van de
banen. In Overflakkee vertegenwoordigt deze sector 7% van de
organisatiegraad van ondernemers cruciaal. Het opgerichte
vestigingen en 5% van alle banen. De afgelopen vijf jaar is de
Innovatieplatform Kop van Goeree is een prachtig initiatief. Maar
werkgelegenheid in de vrijetijdssector in Goeree-Overflakkee
ook voor de overheid zijn de belangen groot. Initiatieven waarbij
sterker gegroeid dan gemiddeld in Nederland.
de gemeenten nauw samenwerken met instanties als de KvK,
�������������� �
�
��
��
��
��
������������������������������������������������������������ �����������������������������������
De vrijetijdssector biedt het eiland veel potentieel, maar de ontwikkeling daarvan is versnipperd. De vier afzonderlijke
Tabel 2: Sterkten en zwakten van de vrijetijdssector op Goeree-Overflakkee
gemeenten op het eiland zouden daartoe elkaars sterke kanten
Sterkten
Zwakten
moeten benutten en de zwakke punten moeten compenseren. De
• Gunstige ligging nabij de Randstad en aan de Noordzeekust
• Slechte bereikbaarheid
belangrijkste sterkten en zwakten van de vrijetijdssector in Goeree-
• De ‘eilandidentiteit’
• Ontbreken van sterk toeristisch imago
Overflakkee zijn weergegeven in de tabel.
• De rust, ruimte en natuurwaarden
• Natuur nog te weinig toegankelijk voor bezoeker
• De vele mogelijkheden voor waterrecreatie
• Gering cultuuraanbod en geringe slechtweervoorzieningen
De combinatie van sterke punten maakt het aanbod op het eiland
• Uitgebreid dag- en verblijfstoeristisch aanbod (onder meer) Port Zélande
• Weinig avontuurlijk, dynamisch en eigentijds aanbod
uniek. De aanbevelingen uit de studie richten zich op de vraag hoe
• Actieve toeristische sector op de Kop van Goeree
• Weinig combinaties van toeristische producten op het eiland
deze sterkten beter te benutten. De belangrijkste aanbevelingen
• Verschillende gezichten Overflakkee en de Kop van Goeree
• Ontbreken gezamenlijke toeristische visie op het eiland
betreffen investeringen in de kwaliteit en de afstemming van het
• Groeiend economisch belang toerisme
• Achterblijvend belang toerisme op Overflakkee
aanbod. Voorts is er een sterke behoefte aan betere samenwerking
Bron: Rabobank 1
Rabobank Goeree-Overflakkee heeft een studie verricht naar de toekomst van GoereeOverflakkee. Deze studie is beschreven in het rapport ‘Kiezen of Delen - Op zoek naar een duurzame balans op Goeree-Overflakkee’.
33
Ludovic den Hollander (recreatiepark de Klepperstee)
“Dit eiland heeft nog zoveel mogelijkheden, dat ik wilde dat ik weer achttien was” Ludovic den Hollander, eigenaar van recreatiepark de
Den Hollander kan zich herkennen in de sterkten en zwakten
en kunnen gezamenlijk arrangementen aanbieden. “Je moet
Klepperstee aan de rand van Ouddorp, is ervan overtuigd
uit het Rabobankonderzoek ‘Kiezen of delen’. “Door de huidige
keuzes maken in het gebied, anders gaat het verrommelen”,
dat door een gezamenlijke gebiedsgerichte aanpak de
werkzaamheden aan de wegen komt de slechte ontsluiting van
benadrukt Den Hollander. “Hiervoor is visie nodig en eenheid
verborgen schatten van het eiland kunnen worden bloot-
het gebied extra pijnlijk naar voren in alle filemeldingen. Ook
tussen de betrokken gemeenten.”
gelegd. “Zet eerst een goede infrastructuur op voor toerisme
de natuurgebieden kunnen meer opengesteld worden. Indien
en recreatie en zorg daarna voor de promotie van het gebied”,
je kwetsbare gebieden toch afsluit voor mensen, maak dan
Op zijn bedrijf is hij volop bezig met nieuwe plannen. Zo wordt
zegt hij resoluut. Zijn bedrijf, de Klepperstee, is een vier-
duidelijk waarom je dat doet. Op die manier breng je kennis
er tegenover het huidige park een uitbreiding voorbereid van
sterrenrecreatiepark aan de rand van de familiebadplaats
en respect bij voor de natuur.” De aanbevelingen uit het onder-
circa 35 hectare waar naast extra verblijfplaatsen, een hotel, een
Ouddorp in het uiterste westen van het eiland Goeree-
zoek raken de kern van het probleem, aldus de recreatie-
elk-weer-voorziening en een winkel komen. “En waarom dan
Overflakkee.
ondernemer. “Maar werk gestructureerd samen zodat niet
niet meteen het winkelaanbod, maar ook bijvoorbeeld de tennis-
elke gemeente zijn eigen golfbaan krijgt. Kijk naar welke
banen, van alle kleinere parken in de buurt concentreren op
Het 40 hectare grote park biedt ruimte aan zo’n 1.200 verblijf-
activiteit op welke locatie het beste tot haar recht komt en
één plaats?”, vraagt hij zich af. Naast de bouw van nieuwe vrije-
plaatsen verdeeld naar bungalows, vaste stacaravans en seizoens-
verbind dit met elkaar. Het begint bij het opstellen van een
tijdsvoorzieningen is een ecologische verbindingszone onderdeel
plaatsen. Het is aangelegd in 1966 toen de gemeente Ouddorp
gezamenlijke visie”, vertelt hij. Het Innovatie Platform dat de
van de uitbreiding. Ook wordt gewerkt aan upgrading van de
drie gebieden had aangewezen voor ‘grootschalige’ recreatie.
ondernemers op Goeree hebben opgericht, speelt daarbij een
huidige verblijfplaatsen door eigen sanitair in afzonderlijke
Door de Deltawerken kreeg het eiland betere verbindingen en
belangrijke rol. Den Hollander is lid van dit platform. Het idee
units bij staanplaatsen. Bovendien zijn er plannen om op de
kwam het toerisme op gang. Ludovic den Hollander, zoon uit
is nu geopperd om een ‘groene verbindingszone’ te maken
vaste caravans zonnepanelen aan te brengen voor duurzame
een advocatenfamilie, heeft als werknemer van de Klepperstee
over geheel Goeree-Overflakkee van zo’n 400 meter breed.
energievoorziening. Ludovic den Hollander heeft nog genoeg
het park destijds overgenomen van de projectontwikkelaar.
Binnen deze zone verbinden wandel-, fiets- en ruiterpaden het
ideeën. Enthousiast zegt hij: “Er zijn nog zoveel mogelijkheden
vrijetijdsaanbod met elkaar. Boeren, ondernemers en bewoners
op dit eiland en met mijn bedrijf, dat ik wilde dat ik weer
in deze zone dienen bij de ontwikkeling betrokken te worden
achttien was.”
“Dit is een prachtig gebied, met veel ruimte, rust en natuur. Er zijn voldoende mogelijkheden voor verdere uitbreiding van de Klepperstee”, verkondigt Den Hollander. Hij is een bevlogen recreatie-ondernemer met oog voor het potentieel van het eiland. “De gemeente Goedereede beslaat circa 7.200 hectare, waarvan 4.000 hectare puur natuur. Ook bezit het gebied een strandlengte van meer dan 20 kilometer en het Grevelingenmeer is met 11.000 ha het grootste zoutwatermeer van WestEuropa. Door de fiets-, wandel- en vaarroutes is dit prachtige gebied toegankelijk voor recreanten.”
Column
Zonder mkb geen lokale economie
Maar er is een onverwachte plek waar de beleidsabstractheid en de
Als je zo te werk gaat, kan je de eerdergenoemde abstracte
praktijk van het ondernemen bij elkaar komen. Dat is het regionale
begrippen concretiseren en daarmee daadwerkelijk bijdragen
en lokale speelveld. ‘Den Haag‘ geeft daartoe steeds meer de ruimte
aan een sterke economie. Dan blijkt er naast een internationale
en legt de bal bij de gemeenten neer. Vaak moeten deze wennen
concurrentiepositie ook een beïnvloedbare lokale concurrentie-
aan de nieuwe situatie. Niet vreemd, omdat de zegen decennia-
kracht te zijn. Waarbij de ene gemeente veel aantrekkelijker blijkt
lang van boven is gekomen.
voor ondernemers dan de andere. Dan blijkt het vraagstuk van innovatie en vernieuwing teruggebracht te kunnen worden door
Ondernemers hebben er alle belang bij om samen met de lokale
kennisuitwisseling tussen ondernemers onderling en tussen
overheid de geboden ruimte te grijpen. Het is niet altijd gemakkelijk
ondernemers en scholen. Dan blijkt de dreigende krapte op de
om elkaar daarbij meteen als partners te zien. Deels is dit terug te
arbeidsmarkt oplosbaar door in de wijken de mensen te vinden
voeren op het verleden: er is immers lang lokaal beleid gemaakt voor,
die graag aan de slag willen, maar zogenaamd niet bemiddelbaar
maar zonder ondernemers. En als er al een ondernemersgeluid was,
waren. Dan blijken de problemen van bereikbaarheid en ruimte
verstomde dit in de gangen áchter de loketten. Ondernemers
voor bedrijvigheid letterlijk ter plekke oplosbaar te zijn. Dan blijkt
hebben lange tijd weinig begrip getoond voor de bredere verant-
het landelijke beleid slechts de kaders te bevatten die je zelf verder
woordelijkheid van het bestuurlijke veld. Alleen maar zeuren over
moet invullen.
bereikbaarheid, de scheefliggende stoeptegel en de parkeertarieven maakt je geen geloofwaardige gesprekspartner.
Cijfers over de actieradius van bedrijven tonen aan, dat de markt voor de meeste bedrijven binnen enkele tientallen kilometers
Ons collectieve geheugen is kort. Niet zo lang geleden zuchtten we onder de laagconjunctuur, nu kan het niet op. Het lijkt onder
Gelukkig zien we dat lokaal bestuur en ondernemers elkaar weten
van het bedrijf ligt. Een mkb’er is dus letterlijk tot zijn eigen regio
zulke omstandigheden flauw om over mindere tijden te praten,
te vinden. Soms omdat er iets moét gebeuren, bijvoorbeeld omdat
veroordeeld. En dat is maar goed ook, want daarmee is hij een
maar voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Of zoals een
de lokale economie achterblijft. Of omdat de binnenstad aan-
betrokken en constante factor, waar de lokale bestuurders niet
ander spreekwoord zegt: je moet het dak repareren als de zon
trekkelijkheid en concurrentiekracht verliest. Steeds vaker zien we
omheen kunnen.
schijnt.
ook een proactieve houding, waarbij overheid en ondernemers met oog voor de toekomst de neuzen naar dezelfde kant willen richten.
Er lijkt een groot gat te zitten tussen de taal die wetenschappers
De mkb’er maakt de regionale economie en de regionale economie maakt de ondernemer. Het gezamenlijke belang zou wel eens
en beleidsmakers bezigen en de praktijk van de doorsnee mkb’er.
Er is geen blauwdruk die verzekert dat dergelijke processen tot
Begrippen als innovatie, concurrentiepositie, globalisering, inter-
een goed einde komen. De ervaring leert dat het begint met
nationalisering en een flexibele arbeidsmarkt vliegen ons om de
een gesloten ondernemersfront. Als je elkaar in het bijzijn van
oren, terwijl de ondernemer gewoon zijn boterham probeert te
de wethouder de tent uitvecht, kan je het wel vergeten. Aan
Willem van der Velden
verdienen. Abstract en concreet lijken nauwelijks verenigbaar,
bestuurderszijde ligt de uitdaging om tijdig de stap van praten
Plv. hoofd Kennis en Economisch Onderzoek
vooral als het zich vertaalt in ‘Den Haag’ versus ‘de rest van het land’.
naar doen te maken en ondernemerszin, inclusief lef te tonen.
Rabobank Nederland
groter kunnen zijn dan men lang heeft gedacht.
Deze publicatie is een uitgave van Rabobank Nederland. Overname van tekst- en cijfermateriaal is alleen toegestaan voor niet-commercieel gebruik onder de volledige bronvermelding: Rabobank Cijfers & Trends. Het woordmerk Rabobank Cijfers & Trends is geregistreerd in het Benelux Merken Register. De in deze publicatie gepresenteerde visie is gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen die worden genoemd in de bronvermelding. Deze bronnen zijn op zorgvuldige wijze in onze analyse verwerkt. Rabobank Nederland aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens of prognoses onjuistheden bevatten noch voor eventuele (zet-)fouten en onvolledigheden. De gegevens
Bij de vervaardiging van dit drukwerk is gebruik gemaakt van minder
zijn verwerkt tot 14 juni 2007. Een uitgebreide samenvatting van Rabobank Cijfers & Trends is
milieubelastende materialen. Bij de druk is Novavit Bio mineraalolie-
beschikbaar op: www.rabobank.nl/bedrijven.
vrije inkt gebruikt op 250 en 150 grams PhoeniXmotion Xantur.
Colofon Samenstelling
Bronvermelding
Literatuur
Rogier Aalders, Arjan Bakkeren, Ben Beerens, Sergej Bulterman,
Rabobank Cijfers & Trends is een samenwerking tussen onder
• Dik Bijl (2007), Het nieuwe werken, op weg naar
Joop Buisman, Henri Cocu, Jos Dilven, Marleen Jansen, Richard
meer de directoraten MKB, Kennis en Economisch Onderzoek
Jeurissen, Lizethe Kluijtmans, Helga Manning, Gertine Mensink,
(KEO) en Corporate Clients van Rabobank Nederland, alle lokale
• EIM (2006), MKB regionaal bekeken, Zoetermeer
Paula Oud, Bert Sikken, Willem van der Velden, Enrico Versteegh,
Rabobanken en EIM. Bij het samenstellen van deze uitgave is
• HBD (2007), 2020: Vier scenario’s voor de toekomst
Niels Visser, Lennart de Waard
medewerking verleend door de volgende organisaties die onze interne kennis wisten aan te vullen met hun documentatie en
Eindredactie
deskundigheid:
Enrico Versteegh
een productieve kenniseconomie, Den Haag
van de detailhandel, Den Haag • Intelligence Group (2007), Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek, Rotterdam • Lisa (2006), Werkgelegenheidsregister, Enschede
• Bedrijfschap Horeca en Catering Productiemanagement (vormgeving, fotografie, prepress en druk)
• Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
De Regiekamer Communicatie, Zaltbommel
• Centraal Planbureau (CPB) • EIM • Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) • KVGO Dienstencentrum • LISA • NIVRA • NOvAA • NRIT • Reuters EcoWin • Thuiswinkel.org
• MKB Nederland en Rabobank Utrechtse Heuvelrug (2006), Grensverleggend samenwerken op de Heuvelrug, Utrecht • Rabobank (2006), Kiezen of Delen - Op zoek naar een duurzame balans op Goeree-Overflakkee, Utrecht • Rabobank (2007), Velsen voor de wind - Kompas voor de toekomst van ondernemend Velsen, Utrecht • Rabobank en MKB Nederland (2006), Handreiking Lokaal Vrijetijdsbeleid, Utrecht • VROM-raad advies 055 (2006), Groeten uit Holland; advies over vrije tijd, toerisme en ruimtelijke kwaliteit, Den Haag
RABOBANK CIJFERS & TRENDS KWARTAALUPDATE JUNI 2007
82426-06-07 € 15
36
www.rabobank.nl/bedrijven