gemeente Eindhoven
Dienst Algemene en Publiekszaken
Raadsnummer 05.RI/25.OOI Inboeknummer ogbstoaogs Beslisdatum Bikw r november 2005
Dossiernummer sst.zsz
Raadsvragen van het raads1id de heer B. Gerard inzake Social Return, over de Wet Werk en Bijstand en de grenzen van het programma lCOON Om een complex van met elkaar samenhangende vragen in te leiden wil ik eerst een aantal recente voorbeelden aan de orde stellen.
A TOPSecurity. Ik kreeg in maart van dit jaar een afschrift van een brief van het Eindhovense beveiligingsbedrijf TOPSecurity aan het college, waarop ik tot mijn schande pas in augustus kon reageren. Tot nog grotere schande bleek toen dat er uberhaupt nog geen enkele andere reactie binnen was. TOPSecurity is een Eindhovens bedrijf, dat sinds 1999 diverse beveiligingsdiensten aanbiedt. In een gesprek vertelde de directeur mij, dat zijn bedrijf in een onderaannemerspositie soms het Huis van Bewaring in Tilburg bewaakt, en dat het een achtervangpositie inneemt inzake cameratoezicht door de overheid, en regelmatig contact heeft met Bijzondere Wetten. Dat lijkt toch wel te wijzen op een zekere mate van betrouwbaarheid, maar verder kan en wil ik het bedrijf niet kwalificeren, enerzijds omdat ik geen kennis van en ervaring in deze bedrijfstak heb, anderzijds omdat het mijn taak als raadslid niet is. Wat ik wel bij mijn taak als raadslid vind horen is de opvatting, die het bedrijf heeft over hun deelname aan werk- en scholingstrajecten. De directeur schetst de volgende algemene gang van zaken in deze bedrijfstak. Geinteresseerden (vaak wer-
kelozen die in een reintegratietraject zitten) krijgen een duurbetaalde opleiding, die bestaat uit 120 tot 150 uur theorieles, waarna een aantal maanden stage volgt. Veel bedrijven zetten deze stagiaires in als waren zij volleerde krachten, en zetten ze na afloop van de stage gewoon weer terug op straat (ook als deze stage succesvol geweest is), waarna ze gewoon bij het ROC een blik nieuwe opentrekken, en de geschiedenis zich herhaalt. De directeur van TOPSecurity zegt, dat hij waar mogelijk stagiaires, die bij hem met succes de opleiding afgemaakt hebben, een betrekking aanbiedt. Daardoor voert hij zijn beveiligingstaak uit met relatief veel gediplomeerd personeel in vaste dienst. Alleen, daardoor is het bedrijf ook duurder en dan valt de bijl van het programma ICOON. De directeur vindt, dat "bij elke aanbesteding de eis zou moeten zijn dat de bewaking moet bestaan uit 7096 gediplomeerd beveiligingspersoneel in vaste dienst, en uit 3096 stagiaires die een dusdanige baangarantie
Raadsnummer 05.RZ425.OOZ
hebben, dat zij na afloop er vast werk aan overhouden". Wederom doe ik geen uitspraak over de details van de bewering, maar ik ondersteun in zijn algemeenheid de opvatting dat een goede omgang met reintegratietrajecten en een goed werkge-
legenheidsbeleid een zwaarwegend criterium in de aanbesteding zou moeten zijn.
B De Ergon. in het blad van de Ergon van juli 2005 gaat het over de tekorten bij de Ergonbedrijven. Er wordt melding gemaakt van een "vermindering van het resultaat van de Ergon met t 7,5 mijloen, alleen al als gevolg van de aanbesteding van de werkzaamheden in het groenin Eindhoven. Hierbij dient te worden opgeteld de prijsdalingin het groenin Veldhoven en,in mindere mate, ookin de andere gemeentes". Gevoegd bij het steeds groter wordende gat tussen de rijkssubsidie WSW en de feitelijke loonkosten kijkt de Ergon ineens tegen een tekort van zo’n < 3 miljoen aan. Het artikel beschrijft hoe de directie dit tekort te lijf denkt te gaan, en dat is onder andere "door de beschutte werkplekken binnen de Ergonmuren verderin aantal te verkleinen". Daartoe zal een aantal met name genoemde units worden opgeheven of verkleind. C De NRE.
Het bureau Ronald Berger Strategy Consultants heeft geschat dat liberalisering van de energiemarkt in Nederland in de komende vijf tot acht jaar leidt tot een werkgelegenheidsverlies van 10.000 van de 23.000 banen, ca. 4096. De splitsing van de bedrijven zou op langere termijn nog eens 4.000 banen kosten (waarmee het percentage op 609b komt). In een persbericht van 2 juli 2005 legt de OR van de NRE wethouder Pastoor een verlies aan arbeidsplaatsen van ca. 90 in de mond, overigens zonder dat er op dat moment een sociaal plan was. Onlangs werd ons meegedeeld dat de gemeente Eindhoven zijn energie twee jaar lang niet meer bij de NRE inkoopt. Welke gevolgen dat heeft voor onze inkomsten uit dividend, werd er niet bij verteld.
D De inzameling van kringloopgoederen en textiel. In het commissiedossier van 14 juni 2005 wordt gesproken over hoe deze aanbesteding eruit zou moeten zien. Een aantal aspecten passeren de revue, waaronder ook sociale doelstellingen, waaronder de voorwaarde dat er ca. 10 werkervaringsplaatsen per jaar, gericht op uitstroom naar reguliere arbeid, aangeboden moeten worden. Nu heeft de SP zijn twijfels over de effectiviteit van arbeidservaringplaatsen maar vastgesteld moet worden dat het opnemen van sociale doelstellingen in aanbestedingen blijkbaar mogelijk is. "Ook andere criteria dan alleen de prijs worden beoordeeld om de winnende inschrijven te kunnen bepalen" staat er expliciet. Niet voor niets, veronderstel ik, gebruikt het college hier de passage "meest economische aanbieding", welke term in de Europese richtlijnen tegenover de "laagste prijs" gepositioneerd wordt. Aan de "meest economische aanbieding" kunnen volgens het Europese recht een groot aantal nadere criteria verbonden worden,
Raadsnummer O5.Rr425.OOI
Vanaf het allereerste begin heeft de SP bij de behandeling van het programma ICOON ervoor gewaarschuwd, dat men zich niet te snel rijk moest rekenen, Wij zagen de dollartekens in de ogen en wij zagen hoe velen zich met de blik op oneindig en het verstand op nul al op korte termijn bedragen van ca. 6 10 tot 6 15 miljoen per jaar toerekenden. De SP heeft ervoor gewaarschuwd dat de centrale zwakte van het stuk was, dat wij als gemeente met sommige instellingen meer dan alleen een inkooprelatie hebben, en dat winst in de ene relatie wel eens een verlies in de andere kon
betekenen. De SP heeft daarbij het voorbeeld van de Ergon met nadruk genoemd. Wethouder Pastoor heeft toen even nadrukkelijk toegezegd dat het niet de bedoeling was om het sociale karakter van de Ergon aan te tasten, en even nadrukkelijk gebeurt dat dus toch wel.
1 Is wethouder Pastoor alweer vergeten dat hij toegezegd heeft (bij de start van het programma ICOON) dat het sociale karakter van de Ergon niet aangetast zou worden? 2 Gaat het college de aantasting, die nu plaatsvindt, compenseren en zo ja, hoe? Er zijn verschillende typen relaties naast de inkooprelatie. Bij de Ergon zijn wij mede verantwoordelijk voor het aanzuiveren van structurele tekorten, voor het sociale karakter van de werkgelegenheid, en voor het betalen van bijstandsuitkeringen aan Eindhovenaren, die nog niet of niet langer bij de Ergon kunnen werken.
In de beveiligingsbranche betalen wij reintegratiegelden voor opleidingen die tot een baan zouden moeten leiden maar dat niet doen, en daarna betalen wij WWBuitkeringen aan Eindhovenaren die terugkeren in de bijstand. Daarnaast is het de vraag of wij met een instelling die met weinig vast personeel werkt (en dus een duiventil is) een even goede beveiligingsrelatie hebben als met een onderneming, die met veel vast personeel werkt. Bij de NRE kopen wij in en profiteren wij (tot nu toe) van de opbrengst van de inkoop. Bovendien zullen wij straks aan een deel van de 90 arbeidsplaatsen een WWB-uitke-
ring betalen en/of reintegratiegelden. In zijn algemeenheid heeft de WWB, zo beschouwd, het karakter van een tweepersoonsbed waarin de wethouders Pastoor en Claassen liggen. Wethouder Pastoor wint de strijd om de dekens en wethouder Claassen ligt bloot in de kou.
Puur op basis van economische logica ligt het voor de hand om het inkoopgebeuren integraal te zien. Dus om niet alleen maar te kijken naar de opbrengsten, maar ook naar de kosten elders in de gemeentebegroting, Dat is niet eenvoudig, maar dat is wel wat op termijn de werkelijke financiele positie van de gemeente bepaalt. Puur op basis redenerend van het vermijden van menselijk leed zou het voor de hand liggen om, veel vaker dan tot nu toe, sociale doelstellingen op te nemen in aanbestedingscontracten. Het voorbeeld van het inzamelingsverhaal lijkt uit te wijzen, dat dat
Raadsnummer 05.RI4.25.OOI
kan. Waarom doen we dat dan niet vaker? Dit is niet eens een nieuwe gedachte. Een aantal jaren geleden, voordat de economische hausse de noodzaak wegnam, hebben wij in Raad en commissie regelmatig gesproken over de zogenaamde "Social Return". Als een aannemer een groot bouwwerk voor ons mocht aanleggen, moest het college onderhandelen dat daarbij minstens zus en zoveel Eindhovense (of regionale) manjaren arbeid ingeschakeld werden. Dat was sociaal goed en financieel ook. Financieel is het nu zelfs veel beter dan toen, omdat wij nu voor 100’ro over de bijstand gaan en tOen maar VOOr 10re.
3 Is het college het met de SP eens, dat het verstandig is om integraal naar het inkooptraject te kijken, en dat het dus niet verstandig is om je alleen maar te focussen op de bespaarde inkoop? 4 Heeft het college al eens op een dergelijke manier gehandeld en zo ja, waar en met welk gevolg? 5 Is het college bereid en in staat om het totaal van indirecte geldelijke en maatschappelijke kosten, dat voortvloeit uit directe inkoopvoordelen, in kaart te brengen? 6 Welke mogelijkheden ziet het college in zijn algemeenheid om sociale doelstellingen te verbinden aan aanbestedingscontracten? 7 Meer specifiek, hoe gaat het college om met de in de Europese richtlijnen geboden mogelijkheden om een uitzondering te maken voor de sociale werkvoorziening? 8 Welke mogelijkheden ziet het college, meer specifiek, om lokale werkgelegenheid te verbinden aan aanbestedingscontracten? 9 Welke mogelijkheden ziet het college, meer specifiek, om zaken als het in dienst hebben van vast personeel en het constructief omgaan met reintegratietrajecten te verbinden aan aanbestedingscontracten? 10 In welke mate geeft publieksrechterlijke financiering (subsidieren) de gemeente vrijheden om naar eigen goeddunken te handelen die privaatrechterlijke financiering (inkoop en aanbesteding) niet geeft? Waar ligt, naar de mening van het college, de grens tussen beide en hoe scherp is die grens? ln welke situaties bestaat er een keuzemogelijkheid tussen beide financieringsvormen?
Eindhoven, 8 september 2005.
Antwoord van burgemeester en wethouders 1 We passen de aanbestedingsregels toe zoals de vigerende wet- en regelgeving dit voorschrijft en gunnen Ergonbedrijven een voorkeurspositie waar mogelijk (toepassen van de percelenregeling). Daarnaast worden in het in voorbereiding zijnde inkoopbeleid richtlijnen opgesteld voor het uitsluitend door SW-bedrijven laten uitbrengen van offertes (in concurrentie weliswaar, maar binnen de huidige weten regelgeving).
Raadsnummer 05.Rz425.oor
2 Ergonbedrijven wordt in staat gesteld binnen de vigerende wet- en regelgeving mee te doen aan het verwerven van de werkzaamheden. Ergonbedrijven opereert - zoals alle SW-bedrijven - niet alleen binnen de eigen regio maar ook buiten de eigen regio bij het verkrijgen van opdrachten. Omgekeerd geldt dit ook uiteraard voor andere SW-bedrijven. De genoemde vigerende wet- en regelgeving kent geen (andere) (compensatie) ruimte dan de in het antwoord geschetste werkwijze. 3 Het inkooptraject wordt integraal benaderd. Besparingen zijn het gevolg van professioneel, doelmatig en rechtmatig inkopen. Bij inkopen gaat het om een goede prijs/kwaliteit verhouding en de economisch juiste aanbieding. 4 Bij alle inkooptrajecten is de benadering niet louter gericht op het verkrijgen van de laagste prijs. Inkoop is erop gericht die producten en diensten te verkrijgen die nodig zijn om de dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen zo optimaal mogelijk te doen plaatsvinden. 5 De besparingen op Inkoop betreffen in eerste aanleg bruto besparingen. Een deel van deze besparingen heeft als gevolg dat de kosten van dienstverlening aan burgers niet meer in rekening worden gebracht. Bij de bouwleges worden alleen de feitelijk gemaakte kosten in rekening gebracht en betekent een vermindering van de indirecte kosten een voordeel voor de aanvragers van de betreffende vergunningen. Dat uit directe inkoopvoordelen indirecte geldelijke en maatschappelijke kosten voortvloeien wordt niet zonder meer onderschreven. Het is niet mogelijk het gevraagde "totaal van indirecte geldelijke en maatschappelijke kosten", als zou hier sprake zijn van een structureel statisch gegeven, in kaart te brengen op een wijze die tot conclusies ten aanzien van het programma ICOON kan leiden.
6 De mogelijkheid om sociale doelstellingen te verbinden aan aanbestedingscontracten is aanwezig. In alle gevallen dat tegen relatief gering te ramen meerkosten belangen van arbeidsmarktbeleid (zoals reintegratie leerlingwerkplaatsen etc.) kunnen worden gediend via het hanteren van bijzondere selectie- en gunningscriteria, bestekseisen of bijzondere contractvoorwaarden, zal dit geschieden. 7 De bijzondere belangen van de gemeente bij de opdrachtverlening aan de SWsector wordt actief door het gemeentelijk management bewaakt. In die gevallen dat binnen de kaders van de rechtmatigheid opdrachten kunnen worden gegund aan een SW-bedrijf wordt dit in het inkoop- en aanbestedingsbeleid betrokken overeenkomstig hetgeen hiervoor bij punt 6 is uiteengezet. 8 Aan leveranciers worden eisen gesteld die in verhouding staan tot de te gunnen opdrachten. Bijvoorbeeld: voor een opdracht van < 100.000,ÃćâĆňâĂİ wordt niet als eis
gesteld dat een leverancier een jaaromzet van E 70 miljoen heeft. Dit betekent dat daar de verhouding in evenwicht is, ook de lokale leveranciers kunnen aanbieden. Ook dit onderdeel wordt opgenomen in het Inkoopbeleid. 9 Wij hebben opdracht gegeven tot het opstellen van beleidskaders inzake de inschakeling van mensen die niet zonder hulp zelf aan de slag komen in relatie met het door ons verstrekken van opdrachten voor het leveren van diensten, leverin-
Raadsnummer 05.RI/25. OOI
gen en werken. het gaat daarbij onder meer om het hanteren van bijzondere selectie- en gunningscriteria, bestekseisen of bijzondere contractvoorwaarden waardoor specifieke groepen bij de uitvoering worden ingeschakeld. 10 Publiekrechtelijke financiering in de vorm van subsidieren is gebonden aan het regime van de Algemene wet bestuursrecht. Deze wet definieert het begrip subsidie en bakent dit begrip daarmee af. Ingevolge genoemde wet kunnen aan subsidie naast doelgebonden verplichtingen ook niet-doelgebonden verplichtingen worden verbonden. Niet-doelgebonden verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie kunnen slechts aan de subsidie worden verbonden voorzover dit bij wettelijk voorschrift is bepaald en kunnen slechts betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteiten worden verricht. Privaatrechtelijke financiering in de vorm van inkoop en aanbesteden heeft een ander wettelijk regime. De gemeente dienst als aanbestedende dienst de EU-aanbestedingsrichtlijnen te volgen. Gegadigden, ook als het Ergon betreft, dienen gelijk behandeld te worden. De vrijheid van ’onderhands, niet in concurrentie, grote hoeveelheden werk gunnen’ mag niet bij deze EU-aanbestedingsregels. Vrijheden zijn er echter wel onder de drempelbedragen, in de vorm van de percelenregeling en de regel met betrekking tot de concurrentie tussen SW-bedrijven onderling. Inzake de grens en de keuzemogelijkheden tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke financiering verwijzen wij naar het terzake gestelde in het op 20 september 2005 door ons vastgestelde Verbeterplan subsidies, waarover wij u inmiddels door middel van een raadsinformatiebrief 05.R1380.001 hebben geinformeerd. Eindhoven, 1 november 2005.
EG05032471