gemeente Eindhoven
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Raadsnummer OQ.R452.OOI Inboeknummer oauoooBBB Beslisdatum B8rW as april soos
Dossiernummer prr.SSs
Raadsvoorstelinzake het maatschappelijk vangnet vreemdelingen zonder voorzieningen 1 Inleiding Het college is zich er van bewust dat de aanwezigheid van vreemdelingen onlosmakelijk verbonden is aan een stad. De bestuurlijke visie 2002-2006 Samen Stad, waar de raad op 13 mei 2002 van in kennis is gesteld, zet in Eindhoven wonende vreemdelingen zonder wettelijke verblijfsstatus op de agenda. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven wil binnen de democratisch totstandgekomen Rijkskaders, binnen haar autonome beleidsruimte en binnen het kader van haar zorgplicht op grond van de Gemeentewet haar bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een zorgvuldig gemeentelijk beleid, gebaseerd op humaniteit en haalbaarheid. Het college heeft daarom in oktober 2002 in een Contourennota een koersbepaling vastgesteld als start voor de verdere beleidsontwikkeling gericht op een zorgvuldig gemeentelijk beleid. Als onderdeel van dit koersdocument werd tevens een Actieplan vastgesteld ter verdere concrete uitwerking van deze beleidslijn. Zowel beleidslijn als nadere uitwerking vormen onderdeel van het programma Diversiteit en lnburgering.
2 Probleemstelling Deze notitie vormt een uitwerking van het Actieplan, zoals dat op 1 oktober 2002 door het college is vastgesteld. Landelijke en regionale ontwikkelingen hebben invloed gehad op de uitwerking. De uitwerking die nu voorligt past binnen het beleid, zoals dat op dit moment is vastgesteld (april 2003).
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het maatschappelijk effect van de gemeentelijke inspanning moet zijn dat: kinderen zonder wettelijke verblijfsstatus geen blokkades ervaren bij deelname aan onderwijs;
mensen zonder wettelijke verblijfstitel hun rechten kennen en daadwerkelijk toegang hebben tot gezondheidszorg en rechtshulp; mensen in Eindhoven eenvoudig informatie kunnen krijgen over vreemdelingenzaken;
Raadsnummer Og.R452.OOI
ondersteuning bij terugkeer naar het land van herkomst beschikbaar is en dat deze mensen bekend zijn met de ondersteuningsmogelijkheden; in specifieke situaties van gemeentewege noodopvang beschikbaar is. Meetpunt voor succes is:
de continuering van de bestaande voorziening voor informatie en advies; de optimalisering van het rechtmatig gebruik van onderwijs voor minderjarigen, van rechtshulp en van medische voorzieningen; een opvang op maat; een aanpak die financieel beheersbaar is en past binnen de kaders van het overheidsbeleid en de bestaande wetgeving.
3a Milieutoets Niet van toepassing.
4 Wijze van aanpak/oplossingsrichting Teneinde een goed vangnet te realiseren voor vreemdelingen zonder voorzieningen zijn in de Contourennota en het daarbijbehorende Actieplan een aantal centrale thema’s aangereikt: 4.1. Advies en informatie.
Het Vreemdelingen Informatie Punt (hierna: VIP) is een van de belangrijkste informatiepunten voor vreemdelingen voor juridische ondersteuning en nadere doorverwijziging naar relevante ketenpartners. De doelstelling van deze organisatie is onder meer: door het ontwikkelen van een sluitende keten van hulpverlening en doorverwijzing voorkomen, dat als gevolg van zwerfgedrag en/of kleine criminaliteit een openbaar ordevraagstuk ontstaat. De doelgroep van VIP is zeer divers: r de MVV-ers (mensen met een machtiging tot voorlopig verblijf); mensen met juridische vragen op het gebied van regulier verblijf en asielprocedures; mensen die willen terugkeren naar het land van herkomst; vragen over naturalisatie, Wet Arbeid Vreemdelingen, e.d.; klachten over Vreemdelingendienst en Immigratie- en Naturalisatiedienst; niet-rechtmatig verblijvenden; alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s). Naast individuele clientcontacten organiseert het VIP bijeenkomsten voor het door haar ontwikkelde netwerk teneinde hierbinnen haar deskundigheid in te brengen. Door een andere spreiding van het GSB-budget zijn er tot 1 januari 2004 GSB-middelen beschikbaar voor subsidiering van VIP. Gezien het belang als informatie- en ondersteuningspunt is een structureel voortbestaan van deze instelling relevant. In 2003 zal gezocht worden naar financiele mogelijkheden om het VIP structureel vorm te geven als activiteit. Een van de mogelijkheden is structurele inbedding in Loket W; dit zal in de loop van 2003 uitgewerkt en gerealiseerd moeten worden.
Raadsnummer OQ.R452.OOI
4.2. Onderwijs.
De Leerplichtwet kent een territoriale werking en geldt dus voor alle kinderen die in Nederland wonen of langdurig verblijven, ongeacht nationaliteit, religie of verblijfsstatus. Scholen zijn niet verplicht te vragen naar de verblijfstatus of het land van herkomst van een leerling - zij hebben in deze geen opsporingstaak. Voor ieder kind, met of zonder wettelijke verblijfstitel, ontvangt een school de reguliere bekostiging. Daarnaast kunnen scholen extra geld ontvangen voor allochtone leerlingen (met of zonder wettelijke verblijfstitel) via de zogeheten ’gewichtenregeling’. Parallel aan deze onderwijsplicht bestaat er een recht op onderwijs - een recht dat is vastgelegd in allerlei internationale verdragen waaronder het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Tijdens een landelijke expertmeeting werd de nota Tussen recht en realiteit gepresenteerd en besproken. Het gaat hier om een onderzoek van Defence for Children International Nederland in samenwerking met de Stichting Cordaid. Een van de voorstellen vanuit dit onderzoek was, ook binnen onderwijs over te gaan tot het instellen van een Koppelingsfonds, vergelijkbaar met dat voor medische kosten. Vanuit het
Nederlandse onderwijsveld is aangegeven dat een dergelijk fonds waarschijnlijk inadequaat c.q. inefficient gaat werken. Geprefereerd werd het zoeken binnen bestaande gemeentelijke fondsen. Aan de afdeling Onderwijs van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling is, gegeven dit kader, verzocht een voorstel te formuleren teneinde de bestaande obstakels voor
onderwijsparticipatie van kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers en reguliere vreemdelingen te minimaliseren. Na overleg met de Stichting Vluchtelingen in de Knel (een van de organisaties die bij de uitoefening van haar werk regelmatig geconfronteerd wordt met de obstakels ten aanzien van onderwijsparticipatie van kinderen zonder wettelijke verblijfstitel) alsmede een inventarisatie van de situatie op de Eindhovense scholen stelt de afdeling Onderwijs het volgende voor: "Waar het aantal kinderen van illegalen in Eindhoven relatief gering is, hebben de scholen over het algemeen voldoende mogelijkheden om de problematiek binnen de bestaande financiele kaders te kunnen opvangen (eigen middelen, onderwijsachterstandmiddelen etc.). Indien er toch problemen zijn kan de school (of de ouder zonder wettelijke verblijfsstatus) terecht bij de Stichting Vluchtelingen in de Knel. Deze of een andere onafhankelijke instelling is goed in staat ten aanzien van deze problematiek te bemiddelen. Hiertoe moet de lokale overheid wel de middelen verschaffen om de taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Het voorstel is dan ook om deze middelen beschikbaar te stellen onder nader te bepalen kaders. Als richtbedrag voor 2002 en 2003 wordt het bedrag genomen dat door de Stichting Vluchtelingen in de Knel over 2001 ten behoeve van de scholen is uitgegeven, zijnde 6 8.000,ÃćâĆňâĂİ (plus indexering). Voor 2003-2006 wordt dit opgehoogd tot 6 10.000,ÃćâĆňâĂİ
(plus indexering) in verband met de verwachte toename van de vraag". Voor de aanvang van het volgende schooljaar zal door de Stichting Vluchtelingen in de Knel in samenwerking met afdeling Onderwijs een informatiefolder worden ontwikkeld waarin scholen worden geÃŕnformeerd over de ontwikkelingen.
Raadsnummer Og.R452.OOI
4.3. Gezondheidszorg. 4.3.1. Mogelijkheden en belang van informatie.
Mensen die in Nederland zonder wettelijke status verblijven hebben recht op medische zorg. Het gaat om zowel eerstelijnszorg (huisarts, tandarts, enz.), gespecialiseerde zorg (ziekenhuizen) als preventieve zorg (bijvoorbeeld vaccinaties of tbc-bestrijding). Om de bekendheid met de gezondheidsvoorzieningen onder deze mensen te bevorderen zal van breed formeel en informeel contactennetwerk gebruik gemaakt moeten worden, aangezien de doelgroep niet via de reguliere kanalen wordt bereikt. Het is van belang de voorlichting te laten plaatsvinden op plaatsen en met middelen die voor de doelgroep laagdrempelig en toegankelijk zijn. Voorgesteld wordt om voorlichtingsmateriaal (in verschillende talen) te ontwikkelen omtrent de
mogelijkheden voor medische zorg voor deze doelgroep en dit materiaal te verspreiden via organisaties, zoals vluchtelingenorganisaties (VIP, VIDK), thuiszorg, consultatiebureaus, gezondheidscentra, huisartsen, apotheken en Loket W. Daarnaast is het gewenst voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen voor de eerstelijns hulpverleners. Zij zijn vaak onvoldoende op de hoogte van de achtergronden van mensen zonder wettelijke verblijfsstatus en hun specifieke problemen (bijvoorbeeld traumatische ervaringen), hetgeen goede hulpverlening in de weg kan staan. 4.3.2. Financieel vangnet. Eerstelijns medische zorgverleners die medische hulp bieden aan mensen zonder verblijfstatus kunnen voor een financiele tegemoetkoming in aanmerking komen (deze mensen zijn immers niet verzekerd). Het moet dan gaan om medische zorg met een noodkarakter en om zorg die onder het ziekenfondspakket valt. Hiervoor is de Regeling Stichting Koppeling in het leven geroepen. Deze regeling is geen open eind regeling (op = op), bovendien is er geen sprake van een keihard recht op vergoeding (elke aanvraag van een hulpverlener wordt beoordeeld). Daar op dit moment het beschikbare budget en de gevraagde compensatie met elkaar in evenwicht zijn, wordt 100’Yo vergoed. Het is echter voorstelbaar dat dit op enig moment minder kan gaan worden - de omvang van het beschikbare budget ligt immers vast, de omvang van de gevraagde compensatie niet. In onze regio wordt de regeling uitgevoerd door de GGD Zuid-Oost Brabant. Aanvankelijk had deze regeling aanloopproblemen waardoor de tijd tussen aanvraag en tegemoetkoming lang duurde. Inmiddels zijn deze aanloopproblemen overwonnen en wordt 90 a 9596 van de aanvra-
gen in een redelijk korte tijd afgewikkeld. In het voorlichtingsmateriaal voor hulpverleners zal deze mogelijkheid opgenomen worden. Wij zullen de ontwikkelingen rondom het Koppelingsfonds nadrukkelijk volgen.
Ziekenhuiszorg valt buiten de Koppelingswet, maar voor ziekenhuizen geldt, dat zij 19o van hun capaciteit mogen inzetten voor onverzekerden. Er zijn signalen dat deze regeling gaat vervallen.
De medische preventieve taken (voorlichting en vaccinaties) en de vangnettaken die de Gemeentelijke Gezondheidsdienst voor deze doelgroep verzorgt, vallen gedeeltelijk buiten de Koppelingswet.
Raadsnummer Og.R452.OOI
4.3.3. Knelpunten.
Opvallend in een (in december 2001 opgesteld) overzicht van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst is de zorg die wordt uitgesproken over risicogroepen - met name uitgeprocedeerde voormalige AMA’s, uitgeprocedeerde volwassenen en gezinnen en mensen die klachten van psychische aard hebben. Tot slot vormt de opvang van zwangere vrouwen zonder wettelijke status een speciaal aandachtspunt. Hiervoor bestaat geen opvang. Het is gewenst een tijdelijke opvang voor deze vrouwen te regelen voor, tijdens en na de bevalling. Rondom de specifieke problematiek van deze groep is een overlegplatform gestart waarin VIP, NIDOS, Humanitas, de Gemeentelijke Gezondheidsdienst en dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Welzijn participeren. 4.4. Rechtshulp,
Rechtshulp is vooralsnog gewaarborgd via de gevestigde instellingen waarbij met name het Sociaal Raadslieden Werk en het Eindhovense Buro voor Rechtshulp een belangrijke rol vervullen. Doorverwijzing naar deze instanties gebeurd vaak via het VIP.
4.5. Opvang op maat. 4.5. t. Opvangmogelij kheden.
Parallel aan de Contourennota werd in oktober 2002 een adviesnota Tijdelijke voorziening in afwachting van de besluitvorming betreffende opvang op maat ten behoeve van ex-ROA/VVTV-ers en ex-AMA’s zonder voorzieningen in Eindhoven die zich in complexe omstandigheden bevinden vastgesteld. In deze nota werd aangegeven dat de omvang van de benodigde opvang moeilijk is in te schatten. Zowel gezinnen als alleenstaanden kunnen er gebruik van maken. De toegang tot deze opvang is gebaseerd op criteria. Een toetsingscommissie beoordeelt of iemand toegang krijgt tot de ’opvang op maat’. Door de onduidelijkheid over de toestroom is het niet in te schatten hoeveel plaatsen er nodig zijn. De meest voor de hand liggende organisatie voor het bieden van deze opvang zou de Stichting Vluchtelingen in de Knel zijn geweest. Deze organisatie heeft echter in een gesprek aangegeven hiervoor niet beschikbaar te zijn. Naast onderhandelingen met de Stichting Vluchtelingen in de Knel zijn er ook gesprekken geweest met het Leger des Heils, Loket W, Stichting Vluchtelingen Werk Eindhoven (hierna: VWE) en NEOS. Ook is de mogelijkheid van onderdak in het beoogde sociaal pension Hotel Corso onderzocht alsmede het gebruik van kraakpanden.
Op korte termijn bleek geen opvang beschikbaar. Bestaande opvangvoorzieningen hebben een hoge bezettingsgraad waardoor geen flexibele en in samenstelling wisselende instroom mogelijk is. De opvang die zij op middellange termijn zouden kunnen bieden is aanmerkelijk duurder dan in de Contourennota en in de nota over tijdelijke voorzieningen werd voorzien. Zo vraagt het Leger des Heils de richtprijs voor
Raadsnummer OQ.R452.OOI
opvang, zoals door de Federatie Opvang wordt geadviseerd (6 80,ÃćâĆňâĂİ per dag per per-
soon, uitgaande van bed, bad en brood alsmede 24-uurs begeleiding). Loket W heeft evenals VWE geen eigen opvangvoorzieningen. Beide organisaties hebben daarom aangegeven uitsluitend opvang te kunnen bieden door het huren van panden van de woningcorporaties. Het gegeven, dat er onder de uitgeprocedeerde asielzoekers veel (grote) gezinnen zijn, bemoeilijkt het zoeken naar adequate opvang. Daarnaast geven een aantal instellingen aan, moeite te hebben met het feit, dat de opvangperiode gebonden is aan een maximale termijn (zoals bepaald in het Koersdocument) waardoor mogelijk op enig moment een hernieuwde uitzetting zou moeten plaatsvinden waarbij de onderdak biedende instelling partij zou zijn. In een gezamenlijk overleg is in december 2002 door de welzijnsorganisaties aangegeven de gevraagde opvang niet te kunnen bieden. Als meest reele en pragmatische oplossing werd voorgesteld, om uit te gaan van de leeggekomen plaatsen in de ROAwoningen en hiervoor een specifiek op de situatie toegesneden (tijdelijke) overeenkomst te sluiten met de betrokken uitgeprocedeerden. VWE gaf hierbij aan begeleiding zonder extra meerkosten uit te kunnen voeren. Ex-AMA’s worden begeleid door het VIP.
In het verlengde van dit voorstel zijn gesprekken gevoerd met Flexx, als representant van de woningcorporaties, de dienst Algemene en Publiekszaken en VWE. Een bij de situatie passende conceptovereenkomst wordt in overleg met juridische adviseurs opgesteld. In het tweede kwartaal van 2003 zullen, indien mogelijk, definitieve afspraken gemaakt worden.
Ook binnen deze constructie zal de wisselende omvang en samenstelling van de betrokken groep uitgeprocedeerden een probleem blijven. Een probleem dat vergroot wordt doordat inmiddels door de ’Bestuurlijke werkgroep vreemdelingen’ van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven namens alle gemeenten en in opdracht van het regionaal college van burgemeesters overeengekomen is, dat de benodigde opvang in de gehele regio door Eindhoven en Helmond geboden zal worden. 4.5.2. Toegang tot de opvang.
Om toegelaten te worden tot de opvang in Eindhoven of Helmond is een Regionale Toetsingscommissie in het leven geroepen door het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. De voorbereiding is gebeurd door de werkgroep ’Vreemdelingen’, een gecombineerde werkgroep van vertegenwoordigers van het regionaal college van burgemeesters en wethouders uit de regio, de Vreemdelingendienst (VD), het Openbaar Ministerie (OM) en gemeenteambtenaren. De Regionale Toetsingscommissie bespreekt met een grote regelmaat de kandidaten die worden voorgedragen door de individuele regiogemeenten en is beleidsuitvoerend. ledere gemeente fungeert als ’voorzeef’ naar deze commissie, hetgeen inhoudt dat door de desbetreffende gemeente een goed onderbouwd, weloverwogen, aan de criteria getoetst voorstel wordt voorgelegd om bepaalde personen in de verlengde opvang c.q. noodopvang
R-aÂżumm- Og.R452.OOI
te plaatsen. Voor de gemeente Eindhoven betekent dit, dat op het moment dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst het terugkeerdossier aanbiedt van een bepaald persoon dit marginaal getoetst wordt op volledigheid en correctheid ten aanzien van de gevolgde procedure. Daarna wordt gekeken naar de criteria van de Regionale Toetsingscommissie waarbij met name de criteria: meewerken aan terugkeer; en
mogelijkzicht op alsnog het verkrijgen van een verblijfsvergunning een grote rol spelen. De kandidaten voor noodopvang worden besproken in een overleg met VWE, Stichting Vluchtelingen in de Knel, VIP en de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Dossiers van akkoord bevonden kandidaten worden doorgesluisd naar de Regionale Toetsingscommissie. Criteria die door de Regionale Toetsingscommissie zijn opgesteld en gehanteerd worden voor de beoordeling zijn: de uitgeprocedeerden moeten 6f een realistische kans hebben om alsnog een wettelijke verblijfstatus te krijgen, of zich - in het kader van herorientatie ÃćâĆňâĂİ actief
en aantoonbaar op terugkeer dan wel doormigratie richten. In het laatste geval dient de zogenaamde blauwe brief (aanvraagformulier) van de Internationale Organisatie voor Migratie te worden overlegd; er moet sprake zijn van complicerende omstandigheden, bijvoorbeeld onderbouwd door medische verklaringen; de betrokkenen dienen deel uit te maken van de groep ex-ROA/VVTV/AMA’s of Afghanen waarvoor eerder een vertrekmoratorium gold en waarvan nu de vergunning wordt ingetrokken of personen die in een centrale opvang in een regiogemeente verblijven en waarvan de vergunning wordt ingetrokken; en die een aantoonbare binding met de gemeente hebben. Dit laatste moet blijken uit een inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van de betreffende gemeente. Peildatum daarvoor is 2 december 2002.
Duur van de opvang is gebaseerd op de omstandigheid waarop getoetst is. De gemeente Eindhoven conformeert zich aan het gezamenlijke standpunt van de 22 SRE-gemeenten.
De desbetreffende gemeenten dragen niet alleen kandidaten voor die wonen in ROA/VVTV-woningen, maar zij kunnen ook ex-AMA’s, ZZA-ers" en uitgeprocedeerden
uit de asielzoekerscentra en de onderzoeks- en opvangcentra die binnen hun gemeentegrenzen gevestigd zijn ter beoordeling voordragen aan de commissie. Kosten van advies en opvang worden in eerste instantie gedeclareerd bij het ministerie. Indien deze declaratie niet wordt geaccepteerd, zullen de kosten door de SRE-gemeenten gezamenlijk gedragen worden.
’ ZZA : Zelf Zorg Arrangement.
Raadsnummer Og.R452.OOI
Op dit moment is door de gemeente Eindhoven een ex-AMA in de noodopvang geplaatst. Het betreft een vrouw met kind die meewerkt aan terugkeer naar het land van herkomst. 4.6. Ondersteuning bij terugkeer. Evenals VIP vormt ook de Internationale Organisatie voor Migratie een bron van informatie, maar dan met name voor mensen die terug willen keren naar hun eigen land. De Internationale Organisatie voor Migratie zorgt voor ondersteuning, hulp en informatie hierbij en maakt als zodanig onderdeel uit van de hele keten van partners die tezamen het vangnet vormt. Het zou wenselijk zijn dat de Internationale Organisatie voor Migratie ten aanzien van deze terugkeer een meer pro-actieve rol en functie gaat vervullen. In de zienswijzegesprekken’ die door twee ambtenaren van de gemeente Eindhoven met de uitgeprocedeerde ROA/VVTV’ers worden gevoerd, wordt nadrukkelijk verwezen naar de mogelijkheden die de Internationale Organisatie voor Migratie biedt bij een eventuele terugkeerwens.
Het is wenselijk dat de Internationale Organisatie voor Migratie een regulier spreekuur- en bezoekadres heeft in het centrum. Inmiddels is dit gerealiseerd doordat de Internationale Organisatie voor Migratie op bepaalde tijden spreekuur houdt vanuit het pand van VWE hetgeen een laagdrempelige toegang bevordert. Eerder hebben de vijf grote Brabantse steden (B5) bij de minister aangegeven dat ze de ondersteuning bij terugkeer zou moeten verbeteren. Als er een nieuw kabinet is, zal vanuit Eindhoven het initiatief worden genomen om hier wederom bij het ministerie op aan te dringen. 4.7. Stedelijke Planvormingsgroep. Het veld van betrokkenen bij de opvang van asielzoekers en alle daarmee samenhangende activiteiten is nauw op elkaar afgestemd. Er zijn korte onderlinge lijnen en er is sprake van veel regulier overleg en overleg op ad hoc basis. Ten aanzien van statushouders en asielzoekers bestaat er tevens reeds een regulier overleg in SRE-verband waarin ook het COA, de directie Coordinatie Integratiebeleid Minderheden (ressorterend onder het Ministerie van Justitie), de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Internationale Organisatie voor Migratie (ad hoc) en de Vreemdelingenpolitie participeren. Daarnaast zijn er veel regionale contacten zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau.
Op stedelijk niveau is inmiddels een toetsingscommissie opgericht. Zoals reeds vermeld werken stedelijke en regionale commissies in elkaars verlengde.
’ Met de uitgeprocedeerde asielzoeker wordt naar aanleiding van de ontvangst van het terugkeerdossier van de Immigratie- en Naturalisatiedienst een zienswijzengesprek gevoerd waarin nogmaals zijn/haar positie wordt medegedeeld en zienswijze hierover wordt gevraagd. Tevens vindt er binnen dit kader een laatste marginale toetsing plaats van de gevolgde procedure en de daarbij gebruikte gegevens.
Raadsnammer Og.R452.OOI
Naast de reeds bestaande stedelijke overleggen is er tevens een platform samengesteld rondom de specifieke problematiek van zwangere vrouwen zonder wettelijke verblijfsstatus en is er een overleg samengesteld dat zich bezighoudt met de AMAproblematiek in Eindhoven. Gezien de veelheid aan (goed werkende) communicatiekanalen is vooralsnog geen stedelijke planvormingsgroep geformeerd. 4.7. 1. AMA’s.
Alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s) vormen een specifieke groep vreemdelingen met een geheel eigen problematiek. Daar de gewijzigde wetgeving en gewijzigd landelijk beleid zich ook (en op een aantal terreinen zelfs met name) op deze groep richt is er inmiddels een stedelijke projectgroep opgericht waarin VWE, VIP, NIDOS, Vreemdelingenpolitie, Internationale Organisatie voor Migratie en gemeente zitting hebben. Ten aanzien van het anticiperen op noodopvang voor uitgeprocedeerde AMA’s zij opgemerkt, dat dit niet realiseerbaar is, daar de concrete samenstelling van deze groep niet bekend is. Zowel NIDOS als Immigratie- en Naturalisatiedienst geven, op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens aan, moeite te hebben met het geven van namen van betreffende jongeren. 4.8. Regionale- en landelijke ontwikkelingen. 4.8.1. Regionale ontwikkelingen.
Eindhoven staat niet alleen in haar streven om de onderhavige problematiek op adequate en humane wijze op te lossen. Velerlei bewegingen zijn zowel op regionaal als provinciaal en landelijk niveau waar te nemen. Ontwikkelingen, die van rechtstreekse invloed kunnen zijn op de inhoud en de vorm van de activiteiten in Eindhoven. Binnen het overleg van de B5 is aandacht besteed aan terugkeer van mensen zonder wettelijke verblijfsstatus naar hun land van herkomst. In opdracht van de Provincie heeft het PON een boekje uitgegeven met als titel ’Aan de andere kant van de slagboom’ (april 2003) waarin onderhavige problematiek is beschreven. Zodra een nieuw
kabinet is geformeerd zal Eindhoven samen met de andere B5-gemeenten landelijk aandacht vragen voor de problematiek waarmee iedere gemeente wordt geconfronteerd. 4.8.2. Landelijke ontwikkelingen. De VNG heeft een projectgroep ingesteld die ten behoeve van de minister van
Vreemdelingenzaken en Integratie een advies heeft opgesteld omtrent de mogelijkheid (tijdelijke) voorzieningen voor uitgeprocedeerde asielzoekers in te richten. Op 13 december 2002 heeft de minister in de Tweede Kamer verslag gedaan van dit advies. Op basis van het advies is overeenstemming bereikt over het bieden van voorzieningen aan uitgeprocedeerde of rechtmatige verwijderbare ex-asielzoekers in de door de Rijksoverheid gefinancierde opvangvoorzieningen, waarop de oude Vreemdelingenwet van toepassing is. Het terugkeerregime blijft hierbij strikt gehandhaafd. Be-
Raadsnummer Og.R452.OOI
staande beeindigingsprocedures, van terugkeergesprekken tot ontruimingsprocedures, worden volledig gevolgd. Echter, wanneer de ex-asielzoeker een schriftelijk bewijs aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst kan overleggen waaruit blijkt dat naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn een laisser-passer door zijn ambassade of consulaat zal worden afgegeven, kan de gemeente besluiten de titel tot ontruiming vooralsnog niet ten uitvoer te brengen. Het inschakelen van een deurwaarder voor de ontruiming wordt korte tijd uitgesteld tot de daadwerkelijke afgifte van het laisser-passer dan wel een definitieve weigering van de ambassade om een laisserpasser af te geven. Ondanks het voorgaande is evident, dat in Tweede Kamer en kabinet veel onduide-
lijkheid is ten aanzien van de problematiek. Geruchten van een generaal pardon worden onmiddellijk overschaduwd door het bericht dat hier absoluut geen sprake van kan zijn, gevolgd door berichten over een gedeeltelijk generaal pardon voor hen die in een schrijnende situatie verkeren. Op grond van deze laatste mededeling heeft VWE alle in Eindhoven nog wonende ROA/VVTV’ers bij het landelijk meldpunt hiervoor aangemeld als zijnde schrijnend. De Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft hierop namens de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie op iedere aanmelding afzonderlijk gereageerd met de mededeling dat binnen drie maanden na dagtekening van de brief bericht zal worden wat het standpunt is over deze specifieke aanmelding.
5 Financiele gevolgen en risico’ s Het realiseren van een goed vangnet betekent niet-voorziene kostenposten op met name het gebied van onderwijs en ’bed, bad en brood’. Bij de overige thema’s betreft het reeds voorziene kosten en/of ontwikkelingen die geen extra financiele risico’ s met zich mee brengen. Onderwijs.
Zoals door de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Onderwijs aangegeven gaat het hierbij om 68.000,ÃćâĆňâĂİ (plus indexering) voor 2002-2003 en om 6 10.000,ÃćâĆňâĂİ
(plus indexering) voor 2003-2006. De hier genoemde kosten kunnen volledig worden gedekt uit de nog vrij te besteden GOA-middelen. De afdeling Onderwijs is er voorstander van deze middelen jaarlijks ter beschikking te stellen aan de Stichting Vluchtelingen in de Knel. Daarmee zou deze stichting stedelijk aanspreekpunt worden voor ouders van leerplichtige kinderen zonder wettelijke verblijfsstatus die niet over de benodigde financiele middelen beschikken om hun kinderen aan het onderwijs te laten deelnemen.
De kosten voor het realiseren van een informatiefolder zijn nog niet begroot, maar kunnen volledig worden gedekt uit een van de bestaande Onderwijsfondsen.
Raadsnummer Og.R452.OOI
Gezondheidszorg. De kosten voor het realiseren van tijdelijke opvang voor zwangere vrouwen zonder wettelijke status moeten nog begroot worden. Humanitas is bezig met financiele en inhoudelijke uitwerking van deze opvang, op basis van vergelijkbare opvang in de Randstad. Het is gewenst om zowel de kosten voor deze opvang als voor de uitvoering van additionele taken die de Gemeentelijke Gezondheidsdienst heeft ten aanzien van de gehele doelgroep - vreemdelingen zonder voorzieningen ÃćâĆňâĂİ nader in
beeld te brengen. Noodopvang. Op 1 oktober 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met de tijdelijke "opvang op maat" voor specifieke vreemdelingen zonder voorzieningen (dossier 02U002354). Hiervoor heeft zij een bedrag van 6 63.000,ÃćâĆňâĂİ beschikbaar gesteld vanuit de in het ka-
der van de jaarrekening 2001 gereserveerde middelen "maatschappelijke opvang en vrouwenopvang". Deze middelen worden in dit dossier ingezet. Opvang in de reeds bestaande ROA-panden heeft tot gevolg dat de kosten voor verdere opvang c.q. noodopvang vergelijkbaar zijn met de standaard ROA-kostendekking, te weten 6525,ÃćâĆňâĂİ per maand per opvangplaats. Uitgaande van een opvang-
periode van een jaar betekent dit, dat er vooralsnog 10 opvangplaatsen te realiseren zijn:
12 maanden x 10 opvangplaatsen x de maandprijs per opvang plaats van 6 525,ÃćâĆňâĂİ 6 63.000,ÃćâĆňâĂİ Omdat onbekend is of dit budget op termijn voldoende is (gezien de moeilijk in te schatten omvang van de groep die valt binnen de criteria van de toetsingscommissie) is monitoring van de ontwikkelingen noodzakelijk teneinde tijdig financiele knelpunten te kunnen signaleren.
Ten aanzien van de kosten voor opvang van uitgeprocedeerden uit de regio is door de Bestuurlijke Werkgroep Vreemdelingen in opdracht van het regionale college vastgesteld dat de gemeente waaruit de op te vangen persoon komt, zelf zorgt voor bekostiging van deze opvang. De gemeenten beschouwen dit als voorfinanciering: de rekening wordt bij het Rijk neergelegd. Dit is als een van de afspraken neergelegd in een dienstverleningsovereenkomst tussen het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. Deze overeenkomst (van 27 maart 2003), waarin ook de criteria die door
de Regionale Toetsingscommissie worden gehanteerd bij de beoordeling zijn opgenomen, is ter informatie voor u ter inzage gelegd.
Raadsnummer OgeR452oOOI
Regionale Toetsingscommissie. De kosten voor het functioneren van de Regionale Toetsingscommissie zijn verdeeld in vaste en variabele kosten. De gemeenten dragen naar evenredigheid van het aantal inwoners bij aan de vaste kosten. Deze hebben betrekking op: presentiegeld van de leden; kosten vergaderaccommodatie; secretariaatskosten, en bedragen voor Eindhoven 64.500,ÃćâĆňâĂİ.
De variabele kosten bestaan met name uit het opstellen van het advies. Naar raming kost dit 6 200,ÃćâĆňâĂİ per advies. Uitgaande van 10 adviezen voor Eindhoven zou dit
6 2.000,ÃćâĆňâĂİ voor een jaar betekenen. Op grond van huidige ervaringen is de verwach-
ting dat het hierbij gaat om het maximaal aantal benodigde adviezen voor de Eindhovense ROANVTV-groep.
De totale kosten voor Eindhoven in verband met de Regionale Toetsingscommissie komen daarmee (eenmalig) op 66.500,ÃćâĆňâĂİ. Deze kosten zouden gedekt kunnen wor-
den door het Fonds Onderhoudsvoorziening ROA-panden. Dit fonds, dat is opgericht om ROA-panden na vertrek van de bewoners op te knappen indien dit nodig is, bevat voldoende middelen om dit bedrag te kunnen ’meenemen’
Sa Bestuurlijke kaders De bestuurlijke visie 2002-2006 Samen Stad alsmede de Voorjaarsnota 2004-2007, programmalijn S6 (’ Diversiteit en inburgering’).
6 Overige gevolgen van de aanpak Een blijvend probleem op het terrein van asielzoekers- en vreemdelingenbeleid is het gegeven, dat op landelijk niveau doorlopend nieuwe ontwikkelingen zijn. Het vormen van een consequent en definitief vastliggend lokaal beleid is derhalve moeilijk realiseerbaar. Onzeker is immers, of vandaag vastgestelde uitgangspunten morgen nog uitvoerbaar zijn.
7 Resultaten van overleg / inspraak Met de organisaties die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers en onrechtmatig in Nederland verblijvende personen is uitvoerig overleg gevoerd teneinde de onderwerpen, zoals neergelegd in de Contourennota en het bijbehorende Actieplan, uit te werken. Het belang van een goed vangnet wordt door eenieder onderschreven; een aantal organisaties kunnen hierbij daadwerkelijk iets betekenen, De adviesnota is ter informatie naar alle betrokken organisaties verstuurd.
8 Communicatie Niet van toepassing.
Raadsnnmmer OQ.R452.OOI
9 Ter inzage gelegde stukken 1 Koersdocument Contourennota en Actieplan inzake het bieden van een informatievoorziening en opvang op maat voor vreemdelingen zonder voorzieningen in Eindhoven d.d. 24 september 2002. 2 Nota Tijdelijke voorziening in afwachting van de besluitvorming betreffende opvang op maat ten behoeve van ex-ROA/VVTV-er en ex-AMA’s zonder voorzienin-
gen in Eindhoven die zich in complexe omstandigheden bevinden d.d. 24 september 2002.
3 Brief van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven met dienstverleningsovereenkomst d.d. 27 maart 2003.
4 T ussen recht en realiteit - een orienterende studie naar illegale kinderen in het Nederlandse onderwijs ((Cordaid 2002). 5 Zorg aan onverzekerde insolvente vreemdelingen ÃćâĆňâĂİ ervaringen en knelpunten in 2001.
6 Overzicht vergoedingen aan Eindhovense zorgverleners van januari 2002 t/m augustus 2002.
7 Adviesnota maatschappelijk vangnet vreemdelingen zonder voorzieningen d.d. 16 april 2003.
10 Referendabiliteit Het voorstel is niet referendabel in het kader van de Tijdelijke Referendumwet.
Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
G. Kok-Mol, loco-secretaris.
Raad snummer Og. R452.OOI
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 april en 20 mei 2003; besluit:
1. in te stemmen met de weergegeven wijze van aanpak van specifieke vreemdelingen zonder voorzieningen in Eindhoven waardoor: a. mensen zonder wettelijke verblijfstitel hun rechten kennen en daadwerkelijk toegang hebben tot gezondheidszorg en rechtshulp; b. kinderen zonder verblijfsstatus geen blokkades ervaren bij deelname aan onderwijs; c. mensen in Eindhoven eenvoudig informatie kunnen krijgen over vreemdelingenzaken; d. ondersteuning bij terugkeer naar het land van herkomst beschikbaar is en deze mensen bekend zijn met de ondersteuningsmogelijkheden; e. in specifieke situaties van gemeentewege noodopvang beschikbaar is.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 juni 2003.
R. Welschen, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
wa03004873
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat
Retouradres Postbus goxso, S6oo RB Eindhoven
Aan de leden van de raad
van de gemeente Eindhoven.
Raadsnummer og. R452.00$ Behandeld door M. Honing
Telefoon (o4o) 2382488 Ons kenmerk griffie Verzenddatum
Commissie advies Betreft cie Sp: - Raadsvoorstel inzake het maatschappelijke vangnet voor vreemdelingen zonder voorzieningen (03.R452.001); Initiatief raadsvoorstel vangnetregeling vreemdelingen met of zonder recht tot verblijf (03.R452.002);
De commissie Sociale pijler heeft in haar vervolgvergadering van 13 mei 2003 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerpen. Gezien de samenhang tussen beide raadsvoorstellen heeft de commissie gekozen voor een gezamenlijke behandeling.
Wethouder J. Kuppens heeft tijdens en naar aanleiding van de commissiediscussie toegezegd in een naderetoelichting in te zullen gaan op de navolgende onderwerpen: de schoolkosten worden reeds vergoed voor het schooljaar 2002/2003 (vergissing in het raadsvoorstel); in B5 -verband wordt gewerkt aan initiatieven in het kader van ondersteuning bij terugkeer en opleidingsmogelijkheden. Daarin neemt ook de gemeente Eindhoven in deel; de positie van het Vreemdelingen informatiepunt is op dit moment nog niet helder (waar, wie en hoe), het college zal met een structureel dekkingsvoorstel komen; evaluatie na een jaar; het beslispunt van het raadsvoorstel zal qua vorm worden aangepast; het dekkingsvoorstel van de PvdA (onderuitputting Bijzondere Bijstand) ten aanzien van de kosten van onderwijs neemt de wethouder mee naar het college.
Indien de raad iets extra’s wenst bovenop het collegevoorstel geeft de wethouder de commissie nadrukkelijk in overweging gegeven om een forse waarderingssubsidie toe te kennen aan charitatieve instellingen.
De commissie heeft met inachtneming van de door de wethouder toegezegde aanvullingen/aanpassingen zich uitgesproken over het raadsvoorstel en het initiatiefvoorstel van GroenLinks:
Bezoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Openingstijden
Postadres Postbus goxSo s6oo RB Eindhoven
ma t/m vr g.oo-x6.oo uur
Telefonisch bereikbaar
Ons kenmerk griffie
’leefbaar eindhoven’ CDA SP D66 en OuderenA el adviseren positief over het collegevoorstel (inclusief de toezeggingen van de wethouder); PvdA en VVD behouden de stem voor.
pvdA heeft twijfels bij de dekkingsvoorstellen en neigt naar het initiatiefvoorstel van GroenLinks, maar dan met een andere dekking; VVD wacht de aanpassingen/aanvullingen van het college af; GroenLlnks en De Stads arti’ kiezen voor het initiatiefvoorstel van GroenLinks, waarbij mw S. de Niet de andere fracties heeft opgeroepen om te zoeken naar een andere dekking. CDA behoudt de stem voor ten aanzien van het initiatiefvoorstel van GroenLinks.
De secretaris van de commissie,