2009-11998
RAADSVOORSTEL
Raadsvergadering
: 1 februari 2010
Agendapunt
: 9 Evaluatie en klantonderzoek samenwerking SoZa Opsterland en : Smallingerland : Henk Hoen
Onderwerp Portefeuillehouder
Beetsterzwaag, 7 december 2009
Voorstel 1. In te stemmen met de inhoud van het rapport "Evaluatie en klanttevredenheidsonderzoek inkomensfunctie sociale zaken gemeente Opsterland" van 29 oktober 2009. 2. Te kiezen voor het netwerkmodel als grondslag voor de vormgeving van de uitvoering. 3. Het college te verzoeken om de uitvoering conform dit model vorm te geven.
Inleiding Vanaf 2003 voert de gemeente Smallingerland SoZa taken uit voor onze gemeente. De afspraken over de uitvoering zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. In het collegeprogramma is een evaluatie van deze uitvoering opgenomen. Hierbij treft u het evaluatierapport aan.
Beoogd effect 1. Een antwoord op de onderzoeksvragen vermeld in paragraaf 2.3. van het rapport. 2. Een keuze uit de vier door de onderzoekers voorgestelde modellen. 3. Een uitwerking van de uitvoering conform de keuze.
Argumenten 1. Het onderzoek is zorgvuldig en volledig volgens de opdracht uitgevoerd. Het evaluatieproces is breed van opzet en intensief geweest. Alle relevante actoren zijn betrokken bij de opzet en de uitvoering. Hierdoor is het mogelijk op basis van de uitkomsten valide uitspraken te doen over de afgelopen periode en de komende periode. 2. Het evaluatiegedeelte over de vormgeving van de samenwerking onderscheidt vier modellen waarvan het netwerkmodel de meest passende is. In het rapport geven de onderzoekers aan dat de huidige vormgeving van de samenwerkingsrelatie niet optimaal is. Het (bij)sturend vermogen van de gemeente Opsterland is beperkt: • de informatierelatie is vanaf het begin onvoldoende vormgegeven; • de belangenrelatie kent onvoldoende prikkels; • de vertrouwensrelatie is (mede door de vormgeving van het arrangement) onder druk komen te staan. De onderzoekers stellen voor opnieuw over het sturingsarrangement met de gemeente Smallingerland in gesprek te gaan. Hoewel de onderzoekers vier modellen van een sturingsarrangement benoemen wordt geen voorkeur uitgesproken. Wel geeft men aan dat de huidige vormgeving kenmerken heeft van een marktrelatie en een netwerkrelatie (blz.38). Wij onderschrijven de situationele analyse zoals die in het rapport is vermeld. Het vormgeven van een goed werkende samenwerking tussen gemeenten bij de uitvoering van een complex gebeuren als de inkomensvoorziening is niet eenvoudig. De valkuil bij de vormgeving is een te grote aandacht voor de praktische zaken en een relatief minder grote aandacht voor zaken die potentieel de werking van het sturingsarrangement kunnen beïnvloeden. Die komen aan het licht wanneer de werking van de afspraken in de praktijk wordt getest. Een voorbeeld in onze situatie is het nadien gebleken verschil in de uitvoeringscultuur. Maar ook de wederzijdse afbakening van de WAT en de HOE vraag. Deze
2009-11998 fricties in de werking van het huidige sturingsarrangement werden in de stukken behorende bij het onderzoek van de rekenkamer ook al benoemd en in dit rapport nog eens bevestigd. De vervolgvraag is hoe om te gaan met deze omissie? Anders gezegd wat is er nodig om de samenwerking op een manier te laten verlopen die tegemoet komt aan de wensen van beide partijen? En meer specifiek: welke aanpassingen zijn voor de gemeente Opsterland toereikend om de komende jaren de samenwerking met vertrouwen tegemoet te zien. De onderzoekers geven als denkrichting aan om op basis van drie vragen (blz. 36 en 37) te kiezen voor één van de vier modellen. Deze vragen zijn: 1. In hoeverre heeft de sturende partij de deskundigheid of capaciteit in huis om een beleidsprobleem aan te pakken. 2. In hoeverre wil de sturende partij beheersen welke beleidsdoelen worden behaald en op welke manier dat gebeurt, en 3. In hoeverre komen de belangen van de sturende en de gestuurde partij overeen? Naar onze mening is vraag 2 de meest relevante. Welke accenten wil de gemeente Opsterland qua beleid leggen? En welke resultaatverwachting hoort daarbij? Pas daarna komt de vraag of de belangen overeen komen en of er voldoende beleidcapaciteit is. Bij de beantwoording van de tweede vraag is allereerst van belang dat het hier gaat om een deel van de SoZa taken. En dan specifiek de inkomensvoorziening. Als algemeen uitgangspunt kiezen wij hierbij voor het netwerkmodel. Zeker bij de uitkeringen is het de uitvoerende organisatie die het best kan bepalen wat de wet eist en op welke wijze dat, gelet op de lokale omstandigheden, wordt uitgevoerd. De uitvoerende organisatie verdient hiervoor vooraf het volste vertrouwen. Vertrouwen dat uiteraard dient te worden bevestigd in de vorm van een verantwoording achteraf. Een uitzondering op dit algemeen uitgangspunt maken we bij de bijzondere uitkeringsregelingen. Hieronder worden beide soorten uitkeringen nader uitgewerkt. Bij de algemene inkomensregelingen geeft de wet of de op de wet gebaseerde regeling richting aan de financiële verstrekking. De gemeentelijke uitvoering omvat vooral het toepassen hiervan. Concreet gaat het bij de algemene inkomensregelingen om de volgende activiteiten: • Het tijdig, juist en volledig betalen van de uitkeringen. • Het opleggen en uitvoeren van maatregelen bij verwijtbaar en vermijdbaar gedrag. • Het vormgeven en uitvoeren van fraudepreventie en het waar nodig inschakelen van de sociale recherche. • Het correct uitvoeren van verhaal en terugvordering en het daaraan gerelateerde debiteurenbeheer. • Het toepassen van jurisprudentie. • Het beheer en de toepassing van verordeningen. • Het vormgeven en uitvoeren van Interne controle als ondersteuning van de accountantscontrole. • Het behandelen van bezwaar- en beroepszaken. Naast de invulling van de bovenstaande zaken heeft de gemeente beleidsruimte bij het flankerend beleid: de informatievoorziening, de signaleringsstructuur, de laagdrempeligheid van het aanvragen en de toegankelijkheid van de organisatie. Omdat de uitvoering plaats vindt door de gemeente Smallingerland, is de toepassing van de wettelijke bepalingen en de invulling van het flankerend beleid een zaak die qua verantwoordelijkheid bij deze gemeente behoort te liggen. Met betrekking tot de beleidsruimte is naar onze mening de positie van onze gemeente aanreikend en niet bepalend. Het is de gemeente Smallingerland die het meeste zicht heeft op de wensen en behoeften vanuit de doelgroep en de mogelijkheden van de eigen organisatie. Modelmatig past hierbij een netwerkmodel. Het primaat van de toepassing van dit model ligt, voor wat betreft de algemene inkomensregelingen, bij de gemeente Smallingerland. De inzet van de gemeente Opsterland is hierbij reactief. Bij deze reactieve houding passen de volgende uitgangspunten: a. Smallingerland draagt zorg voor de vormgeving van beleid voor de beleidsruimte bij de algemene uitkeringsregelingen. b. Smallingerland draagt zorg voor het programmeren en operationaliseren van het vastgestelde beleid. c. Smallingerland draagt zorg voor de sturing op tactisch en operationeel uitvoeringsniveau. d. Smallingerland draagt zorg voor de sturing op individueel cliëntniveau. e. De huidige informatiestroom van de gemeente Smallingerland is voldoende. f. Van de gemeente Smallingerland wordt verwacht dat bestuurlijk relevante zaken van te voren met de portefeuillehouder van onze gemeente worden overlegd.
2009-11998 Op basis van deze visie en de uitgangspunten is een aanpassing van de huidige tekst van de overeenkomst niet nodig.
Bij de bijzondere inkomensregelingen geeft de wet een kader aan waarbinnen de gemeente vrijheid heeft om, gelet op de lokale situatie, eigen accenten te leggen. Concreet gaat het bij de bijzondere inkomensregelingen om de volgende activiteiten: • Bijzondere individuele bijstand • Bijzondere categoriale bijstand o Regeling bijkomende kosten chronisch zieken, ouderen en gehandicapten. o Regeling bijkomende kosten schoolgaande kinderen. o Regeling maatschappelijke participatie. o Regelingen telefoonkosten 75+ o Witgoedregeling o Regeling aanvullende ziektekostenverzekering (AV Frieso) o Langdurigheidstoeslag o Regeling Kind en PC Naast de invulling van de bovenstaande zaken heeft de gemeente ook hier beleidsruimte bij het flankerend beleid: schuldenaanpak, subsidiering van initiatieven zoals de voedselbank, de informatievoorziening, de signaleringsstructuur, de laagdrempeligheid van het aanvragen en de toegankelijkheid van de organisatie. De bijzondere inkomensregelingen vragen om een andere benadering. De aard en de omvang van de bijzondere inkomensregelingen is direct afhankelijk van en gerelateerd aan de kennis van de lokale situatie en omstandigheden. Op basis van deze kennis vindt er een politieke afweging plaats. Een afweging die leidt tot besluitvorming waarvan de inhoud leidend is voor de uitvoeringsorganisatie. Bij de bijzondere inkomensregelingen past daarom een proactieve houding. Modelmatig gaat het om een netwerkmodel plus. Bij de proactieve invulling passen de volgende uitgangspunten gekozen: a. De strategische beleidsvorming is een zaak van de gemeente Opsterland. Hiervoor wordt een (meerjaren) strategisch document vastgesteld. b. Smallingerland draagt zorg voor het programmeren en operationaliseren van het vastgesteld beleid. c. Smallingerland draagt zorg voor de sturing op tactisch en operationeel uitvoeringsniveau. d. Smallingerland draagt zorg voor de sturing op individueel cliëntniveau. e. De huidige informatiestroom van de gemeente Smallingerland is voldoende. f. Van de gemeente Smallingerland wordt verwacht dat bestuurlijk relevante uitvoeringszaken van te voren met de portefeuillehouder van onze gemeente worden overlegd. Op basis van deze visie en de uitgangspunten is een aanpassing van de huidige tekst van de overeenkomst niet nodig. 3. Het evaluatiegedeelte over de klanttevredenheid mondt uit in te onderschrijven aanbevelingen De in het rapport vermelde aanbevelingen die voortkomen uit het klanttevredenheidsonderzoek worden onderschreven.
Kanttekeningen 1. het huidige contract loopt ingaande 1.1.2013 af. De samenwerkingsovereenkomst loopt per 1.1.2013 af. Een eventueel besluit om de overeenkomst te beëindigen moet voor 1.1.2012 worden genomen. De overeenkomst bevat de mogelijkheid tot stilzwijgende verlenging van opnieuw 10 jaar. Na de verlenging is de overeenkomst steeds per jaar opzegbaar.
Middelen De evaluatie heeft geen gevolg voor de middelen. Begrotingswijziging noodzakelijk? Nee
Hoe de effecten te meten De effecten van het beleid worden gemeten op basis van de door de gemeente Smallingerland verstrekte informatie. Aangevuld met een periodiek te houden klanttevredenheidsonderzoek.
2009-11998
Behandelingsvoorstel Niet van toepassing.
Toevoeging college n.a.v. de commissiebehandeling Niet van toepassing.
Bijlagen 1. Rapport “Evaluatie en klanttevredenheidsonderzoek”. 2. Huidige samenwerkingsovereenkomst. (Bijlagen reeds in bezit van de raads- en commissieleden, staan op internet onder BIS, raad februari 2010)
Ter inzage gelegde stukken 1.
Burgemeester en wethouders van de Gemeente Opsterland,
Francisca Ravestein,
burgemeester.
Ties Zweers,
secretaris.
Afdeling
: Ontwikkeling
Behandelend ambtenaar : Jan Sijbesma Telefoonnummer
: 0512-386 326
Emailadres
:
[email protected]
2009-11998
Ontwerp raadsbesluit Raadsvergadering
: 1 februari 2010
Agendapunt
: 9 Evaluatie en klantonderzoek samenwerking SoZa Opsterland en : Smallingerland
Onderwerp
De raad van de Gemeente Opsterland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 december 2009, gezien het advies van de commissie Mienskip van 18 januari 2009.,
besluit: 1. In te stemmen met de inhoud van het rapport "Evaluatie en klanttevredenheidsonderzoek inkomensfunctie sociale zaken gemeente Opsterland" van 29 oktober 2009. 2. Te kiezen voor het netwerkmodel als grondslag voor de vormgeving van de uitvoering. 3. Het college te verzoeken om de uitvoering conform dit model vorm te geven. Nee
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente Opsterland van 1 februari 2010.
De griffier,
De voorzitter,
Ieke Zwart
Francisca Ravestein