RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1151756 Datum: 5 juni 2015
Behandeld door: C.F.J. Mens
Afdeling / Team: SO / ROE
Onderwerp: Oprichting ondernemersfonds voor de Binnenstad. Samenvatting: Voorgesteld wordt om de verordening Reclamebelasting Purmerend 2015 vast te stellen waarvan de opbrengsten na aftrek van de perceptiekosten onder voorwaarden beschikbaar worden gesteld aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend. Ter uitvoering van e.e.a. wordt voorgesteld de Bijzondere Subsidieverordening Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend 2015 vast te stellen, op basis waarvan de jaarlijkse opbrengst van de reclameheffing onder aftrek van de perceptiekosten als subsidie onder voorwaarden beschikbaar wordt gesteld aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds (BOF) Purmerend.
Registratienummer: 1151756 Onderwerp: Oprichting ondernemersfonds voor de Binnenstad. Purmerend, 5 juni 2015 Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling De ondernemersverenigingen in de Binnenstad van Purmerend hebben de gemeente verzocht bij te dragen aan de totstandkoming van een ondernemersfonds. Het doel is om te komen tot een fonds waaraan alle ondernemers meebetalen. Met dat fonds willen de ondernemers activiteiten ontplooien om klanten te verleiden het verblijf in de historische binnenstad van Purmerend te verlengen en te intensiveren. De ondernemersverenigingen PCO, EWC, Stichting Koemarkt en de Stichting Horeca Nederland afdeling Purmerend hebben het initiatief genomen om te komen tot een stichting de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend, om de gelden te gaan beheren en verdelen. Draagvlak bij de ondernemers De verenigingen hebben aparte eigen ledenvergaderingen gehouden waarin het voorstel is besproken. De leden van alle drie verenigingen hebben ingestemd en ook Wereldhave, eigenaar van het Willem Eggert Centrum heeft volledige medewerking toegezegd. Ook is er een bijeenkomst geweest voor de ondernemers die geen lid zijn van deze ondernemersverenigingen. Hieraan hebben nog eens 70 ondernemers deelgenomen die met de grootst mogelijke meerderheid hebben ingestemd met dit initiatief. Er was slechts één ondernemer die zich heeft onthouden van stemming. Doel van het ondernemersfonds Doel van de ondernemersverenigingen is om gezamenlijk activiteiten te organiseren die bijdragen aan een prettig verblijf in de Binnenstad. Van de ondernemers die geen lid zijn van een ondernemersvereniging kan alleen een vrijwillige bijdrage worden gevraagd waar niet iedereen bereid is om op in te gaan. Dit terwijl in principe iedereen mee profiteert van het aantrekkelijk maken van dit gebied waardoor bezoekers langer verblijven in de Binnenstad. Invoeren reclamebelasting voor de ondernemers in de Binnenstad Gevraagd wordt aan de gemeente om een bijdrage voor de voeding van het ondernemersfonds door het innen van reclamebelasting. De invoering van reclamebelasting heeft geen gevolgen voor de precario die nu in de binnenstad wordt geheven op allerhande uitstallingen. Grondslag voor berekening reclamebelasting Voorwaarde voor reclamebelasting is dat er een reclame-uiting zichtbaar is vanaf de openbare weg. De grondslag voor de berekening van heffing is de aanslag OZB. Dat betekent dat, hoe hoger de waarde is van het pand, hoe hoger de bijdrage is in het kader van reclamebelasting. De belasting staat dus los van de omvang van de reclame. Het bedrag van de reclameheffing wordt meegenomen in de aanslag OZB waardoor de administratieve lasten beperkt zijn. Het feit dat de reclame zichtbaar moet zijn vanaf de openbare weg levert overigens een probleem op voor een aantal winkels in het Willem Eggert Centrum. De ondernemersvereniging gaat hierover in overleg met Wereldhave en de ondernemers van het Willem Eggert Centrum. Oplossingsrichtingen: Voor de voeding van dit fonds wordt reclamebelasting geheven waarvoor een verordening reclamebelasting Purmerend moet worden vastgesteld. De jaarlijkse opbrengst van de reclameheffing kan onder aftrek van de perceptiekosten als subsidie onder voorwaarden beschikbaar worden gesteld aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds (BOF) Purmerend. Voor dit doel wordt voorgesteld om een Bijzondere Subsidieverordening Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend 2015 vast te stellen. blz. 2 van 5
Registratienummer: 1151756 Onderwerp: Oprichting ondernemersfonds voor de Binnenstad. Meetbare doelstellingen: De doelstelling is om de opbrengst van deze reclamebelasting aan te wenden voor activiteiten waardoor het verblijf in de Binnenstad aantrekkelijker wordt. Vaststelling van de hoogte van de verschuldigde reclamebelasting. Op basis van de WOZ-waarde van de gebruikers van niet-woningen wordt de hoogte van de reclamebelasting bepaald. Onderstaande rekenformule is opgesteld met de ondernemers. De uitkomsten geven een indicatie aan van de werkelijke bedragen aangezien de precieze waarden op dit moment worden uitgezocht (peildatum is 1 januari 2014). Gebruikers van een pand met een WOZ-waarde van maximaal € 180.000,- betalen jaarlijks € 250,- reclamebelasting. Voor elke € 1.000,- meer WOZ-waarde wordt € 1,50 extra reclamebelasting geheven met een maximum van € 600,- per jaar. Dus; Minimaal bedrag = € 250,- (WOZ-waarde van maximaal € 180.000,-) Het minimale bedrag wordt vermeerderd met € 1,50 per € 1.000,- WOZ-waarde zodra deze waarde het bedrag van € 180.000,- overstijgt Maximaal bedrag = € 600,Jaarlijks zal er rekening gehouden worden met de daling/stijging van de WOZ-waarden. Omdat er wordt gerekend met een schaalverdeling, is de invloed op het te betalen bedrag gering. De gemeente Purmerend stort geen bedragen uit de eigen middelen in het fonds. Onderzoek naar omvang reclame Tevoren dient helderheid te bestaan over wat onder reclame wordt gerekend en wat niet. Vooraf worden de reclame-uitingen geïnventariseerd in de Binnenstad. Op 20 en 21 januari jl. heeft een aantal medewerkers van de firma Legitiem de reclame-uitingen binnenstad/centrum gefotografeerd/geïnventariseerd. In totaal zijn er 576 objecten gecontroleerd. Na screening resteerde een voorlopig aantal van 381 objecten dat in aanmerking komt voor de reclamebelasting. Bij toepassing van het voorlopige tarief van € 250,- tot een woz waarde van € 180.000,en € 1,50 opslag per € 1000 maximaal € 600,- komen wij tot een geschatte opbrengst uit van € 150.000,-. De resultaten van de inventarisatie zijn in een database vastgelegd. Mede aan de hand van de inventarisatie zijn de randvoorwaarden voor de aanduiding "reclame" nader uitgewerkt. De te vormen database kan vervolgens op eenvoudige wijze ondersteunen bij het oordelen over bezwaarschriften. Financiële consequenties: Voor het uitvoeren van deze heffing moeten kosten worden gemaakt. Allereerst dient te worden nagegaan of er een zichtbare reclame-uiting is in/aan het pand. Daarnaast dienen de OZB-aanslagen van ondernemers in de binnenstad te worden opgesteld. Het vaststellen van de verordening heeft voor de gemeente geen financiële consequenties. De reclameheffing is kostenneutraal omdat van de opbrengst de perceptiekosten worden afgetrokken. De verwachte perceptiekosten voor het maken van een inventarisatie en de interne uitvoering worden geraamd op € 15.000 voor het eerste jaar en € 10.000 voor de daarop volgende jaren. Kanttekeningen en risico's Hoewel in den lande inmiddels ervaring is opgedaan bij een aantal gemeenten is het niet uitgesloten dat alsnog ondernemers in de Binnenstad in bezwaar en beroep gaan tegen de aanslag. Er is inmiddels jurisprudentie over deze vorm van reclamebelasting dat vertrouwen geeft, dat dit in een beroepsprocedure in stand blijft. In een uitspraak van de Hoge Raad inzake de gemeente Doetinchem en in uitspraken van lagere rechters wordt bevestigd dat gemeenten een grote vrijheid hebben om een reclamebelasting in te voeren en uit te voeren. Zelfs een blz. 3 van 5
Registratienummer: 1151756 Onderwerp: Oprichting ondernemersfonds voor de Binnenstad. vast uniform tarief is toegestaan. Een heffing op basis van de WOZ-waarde van het pand waaraan de reclame-uiting is bevestigd kan gezien worden als een evenredige belastingheffing. Door alle zichtbare reclame-uitingen te verwijderen hebben ondernemers overigens de mogelijkheid om zich te onttrekken aan reclamebelasting. In het verleden moesten belastingverordeningen voor 1 januari zijn vastgesteld en ter goedkeuring zijn ingezonden (anders mochten ze niet worden uitgevoerd). Dat is sinds enige tijd niet meer zo. Wel betekent vaststelling na 1 januari dat slechts vanaf de datum van vaststelling/invoering de belasting verschuldigd is. Voorbeeld: Vaststelling per 1 juni a.s. betekent dat maar zeven maanden belasting verschuldigd is. Communicatie: Ten aanzien van de vorming van het ondernemersfonds wordt in samenspraak met de ondernemersverenigingen naar alle ondernemers in de Binnenstad het fonds nader toegelicht. Monitoring/evaluatie: Voorgesteld wordt om na drie jaar e.e.a. te evalueren. Voorstel: 1. Vast te stellen de Verordening Reclamebelasting Binnenstad Purmerend 2015. 2. De jaarlijkse opbrengst van de reclameheffing onder aftrek van de perceptiekosten als subsidie onder voorwaarden beschikbaar te stellen aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds (BOF) Purmerend. 3. Vast te stellen de Bijzondere Subsidieverordening Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend 2015.
Bijlage(n): 1. Besluit 2. Verordening Reclamebelasting Binnenstad Purmerend 2014. 3. Bijzondere Subsidieverordening Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend 2015.
blz. 4 van 5
Registratienummer: 1151756 Onderwerp: Oprichting ondernemersfonds voor de Binnenstad.
De raad van de gemeente Purmerend, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2015, BESLUIT: 1. Vast te stellen de Verordening Reclamebelasting Binnenstad Purmerend 2015. 2. De jaarlijkse opbrengst van de reclameheffing onder aftrek van de perceptiekosten als subsidie onder voorwaarden beschikbaar te stellen aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds (BOF) Purmerend. 3. Vast te stellen de Bijzondere Subsidieverordening Binnenstad Ondememersfonds Purmerend 2015. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. de griffier, de voorzitter,
blz. 5 van 5
De raad van de gemeente Purmerend ; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 juni 2015 ; gelet op artikel 227 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2015 (Verordening reclamebelasting Purmerend 2015)
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder: a. reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, tekens, logo's, symbolen, kleuren of een reclamevoorwerp, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg. b. Wet W O Z : de Wet waardering onroerende zaken. c. waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar, als bedoeld in artikel 8, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ vastgestelde waarde. d. vestiging: 1. de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ die, of een deel daarvan dat, door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt; 2. twee of meer onroerende zaken, als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, of delen daarvan, die direct naast of boven elkaar gelegen zijn en die tezamen door één organisatie of bedrijf voor één doel worden gebruikt en waarbij één naam wordt gevoerd. e. voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen, tonen of vertonen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen. f. m a a n d : een kalendermaand. Artikel 2
Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Purmerend zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (Bijlage 1). Hiertoe behoren de volgende straten: Achter de Kerk, Achterdijk, Bakkerssteeg, Barak, Beemsterburgwal, Beemstersteeg, Bierkade, Breedstraat, Buitstraat, Dubbele Buurt, Gedempte Singelgracht, Gedempte Where, Gouw, Hoogstraat, Hoornsebuurt, Houttuinen, Kaasmarkt, Kanaalkade, Kanaalschans, Kanaalstraat, Kanaalzicht, Kerkstraat, Koemarkt, Koestraat, Kolkstraat, Krommesteeg, Looiersplein, Molenplantsoen, Neckerdijk, Nieuwegracht, Nieuwstraat, Oude Sluis,Oude Vismarkt, Padjedijk, Peperstraat, Plantsoengracht, Plantsoenstraat, Schapenmarkt, Schipperspad, Schoolplein, Schoolsteeg, Slotplein, Soetenboomhof, St Nicolaassteeg, Tramplein, Tuinhof, Venediën, Waagplein,Wagenbeurs, Weerwal, Weeshuissteeg, Westersteeg, Westerstraat, Whereplantsoen, Willem Eggertstraat, Zuidersteeg.] Artikel 3
Belastbaar feit
Onder de naam Yeclamebelasting' wordt, met inachtneming van het gestelde bij of krachtens deze verordening, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 4
Belastingplicht
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst. Artikel 5
Belastingobject
De reclamebelasting wordt geheven per vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst. Artikel 6 1. 2.
3.
4.
5.
De heffingsmaatstaf is een vast bedrag per vestiging en een bedrag dat afhankelijk is van de waarde van de vestiging. Indien de vestiging gelijk is aan de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet W O Z , is de heffingsmaatstaf een vast bedrag en een bedrag dat afhankelijk is van de waarde van de vestiging. Indien de vestiging deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, is de heffingsmaatstaf een vast bedrag en een bedrag dat afhankelijk is van het deel van de waarde dat aan de vestiging kan worden toegerekend. Voor een vestiging als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, sub 2, is de heffingsmaatstaf een vast bedrag en een bedrag dat afhankelijk is van de waarden of de delen van de waarden die aan de vestiging kunnen worden toegerekend. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van delen van de vestiging die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 7 1. 2. 3. 4.
Maatstaf van heffing
Belastingtarief
Het vaste bedrag voor de reclamebelasting bedraagt € 250,- per vestiging. Voor zover de waarde van de vestiging meer bedraagt dan € 180.000,-, wordt het in het vorige lid genoemde bedrag vermeerderd met € 1,50 p e r € 1.000,- waarde. De reclamebelasting bedraagt maximaal € 6 0 0 , - per vestiging. Indien de waarde naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.
Artikel 8
Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak loopt van 1 juli tot en met 31 december. Artikel 9 1. 2. 3.
4.
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel zesde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat belastingtijdvak, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op aanvraag van belastingplichtige ontheffing verleend voor zoveel achtste gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat belastingtijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10
Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag. Artikel 11
Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen: a. die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht, getoond of vertoond in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, getoond of vertoond, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn; b. die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt; c. die parkeeraanwijzingen bevatten; d. die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak; e. aangebracht door of namens winkeliersverenigingen, wijkorganen, het winkelcentrum of het centrummanagement, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging, het wijkorgaan, het winkelcentrum of het centrummanagement; f. aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden; g. die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen; h. bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen o f t e verhuren zaak; i. aangebracht op scholen voor primair of voortgezet onderwijs, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw; j. die uitsluitend dienen als aanduiding van woongebouwen; k. van instellingen, die door de rijksbelastingdienst zijn aangewezen als Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) of die voldoen aan de criteria van de rijksbelastingdienst voor een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI), en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw of de naam van de instelling. I. openbare aankondigingen met een oppervlakte tot 0 , l m 2 . Artikel 12
Termijnen van betaling
1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 13
Kwijtschelding
Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 14
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
Artikel 15
Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2015. 3. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening reclamebelasting Purmerend 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van De voorzitter, De griffier, Bijlage 1: Als aangewezen gebied als bedoeld in artikel 2 van deze verordening geldt het op onderstaande kaart afgebakende gebied.
De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2015, nr. 1151756 gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - de drie ondernemersverenigingen PCO, EWC, Stichting Koemarkt en de Stichting Horeca Nederland afdeling Purmerend het initiatief hebben genomen om te komen tot een stichting, de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend die tot taak krijgt te investeren in promotie van de binnenstad van Purmerend, te investeren in evenementen die in Purmerend worden gehouden, het investeren in veiligheid en leefbaarheid en het bijdragen aan de feestverlichting; - de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend het Ondernemersfonds zal beheren teneinde invulling te geven aan de hiervoor genoemde promotieactiviteiten van Purmerend voor de periode 2014-2018 waarvan de invulling mede afhankelijk is van de inhoud en hoogte van een Ondernemersfonds; - de gemeenteraad van Purmerend op 2015 heeft vastgesteld;
april 2015 de Verordening reclamebelasting
- de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend voor de uitvoering van haar activiteiten jaarlijks bij de gemeente een subsidieaanvraag kan indienen; BESLUIT: vast te stellen de Bijzondere subsidieverordening Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend 2015. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen Onverminderd het gestelde in artikel 1:1 van de ASP, wordt in deze verordening verstaan onder: a. ASP:
Algemene subsidieverordening Purmerend 2014
b. Reclamebelasting:
Reclamebelasting op basis van de Verordening reclamebelasting 2015;
Artikel 2 Status en reikwijdte verordening 1. Deze verordening is een bijzondere subsidieverordening als bedoeld in de ASP. 2.
Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidie aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend voor het promoten van de Binnenstad van Purmerend, waaronder ook de winkels aan de buitenrand van de binnenstad; het investeren in evenementen die in Purmerend worden gehouden, het investeren in veiligheid en leefbaarheid en het bijdragen aan de feestverlichting.
HOOFDSTUK 2 VERSTREKKING SUBSIDIE Artikel 3 Subsidieplafond 1. In afwijking van artikel 1:4 van de ASP stelt het college jaarlijks een subsidieplafond vast. 2. De hoogte van het plafond wordt bepaald door de opbrengt van de reclamebelasting minus de perceptiekosten. Artikel 4 Toepasselijkheid Hoofdstuk 2 ASP Tenzij in onderstaande artikelen hiervan wordt afgeweken, is hoofdstuk 2 van de ASP van toepassing op de in deze verordening bedoelde subsidies. Artikel 5 Aanvraag subsidievaststelling. 1. 2. 3.
In afwijking van artikel 2:2 ASP, wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen de termijn, genoemd in artikel 4:74 van de Algemene wet bestuursrecht. Een verzoek om verlenging van de indieningstermijn als bedoeld in artikel 2:2 A S P moet uiterlijk op 31 mei door het college ontvangen zijn. Uiterlijk twee weken na ontvangst van het verzoek, beslist het college of het wordt ingewilligd. Het college behoudt zich het recht voor om, indien het daar aanleiding toe ziet, voor eigen rekening, een al dan niet aanvullend accountantsonderzoek te laten verrichten.
Artikel 6. Egalisatiereserve en Bestemmingsreserves Voorzieningen. 1.
2.
3.
In afwijking van het bepaalde in de ASP bedraagt de maximale jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve, gedurende de prestatieovereenkomst, in ieder geval niet meer dan 10% van het verleende subsidiebedrag. De vermogensvorming in totaal bedraagt op enig moment nooit meer dan 25% van de omvang van het jaarsubsidiebedrag, tenzij het college (op grond van specifieke gronden) anders beslist. Voor eenmalige extra uitgaven die niet uit de subsidie kunnen worden betaald kunnen met toestemming van het college van Burgemeester en wethouders op de balans van de subsidieontvanger bestemmingsreserves of voorzieningen worden gevormd. De subsidieontvanger kan toestemming vragen bij de subsidieaanvraag, voorafgaand aan het subsidiejaar of bij aanvraag tot subsidievaststelling indien er gedurende het exploitatiejaar een positief exploitatieresultaat is ontstaan. Een verzoek tot het vormen van een bestemmingsreserve of voorziening dient vergezeld te gaan van het doel van de reserve en/of een meerjarig investeringsplan of onderhoudsplan. Het vorenstaande geldt alleen voor gelden die de Stichting reeds van de gemeente heeft ontvangen of nog moet ontvangen en niet voor de overige inkomsten van de Stichting. Die overige inkomsten zullen door de Stichting apart worden geadministreerd en bestemd worden voor specifieke taken of doelen van de Stichting.
Artikel 7. Vaststelling subsidie en eindafrekening In afwijking van artikel 2:11, eerste lid van de ASP is de beslistermijn 18 weken. HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 8 Hardheidsclausule Het college kan de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Artikel 10 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Bijzondere subsidieverordening Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend 2015. Ondertekening Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. de griffier,
J.F. Kamminga
de voorzitter,
D. Bijl
2015
Bijlage 1 Reclamebelastinggebied zoals bedoeld in artikel 2 van de Verordening Reclamebelasting
Gebiedsindeling
nnr^
TT
Behorende bij het besluit van de raad van Purmerend, d.d de raadsgriffier