Raadsvoorstel Portefeuillehouder
Datum raadsvergadering
drs A.J. Ditewig
18 februari 2010
Datum voorstel
Agendapunt
05 januari 2010 Onderwerp
Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 vast te stellen.
Inleiding
Gemeenten dienen op grond van de Wet milieubeheer te beschikken over een actueel gemeentelijk rioleringsplan (hierna: GRP). De gemeenteraad stelt daartoe telkens voor een daarbij te bepalen periode een dergelijk plan vast. Het vorige plan kende een looptijd van 2005 tot met 2009. In het plan geeft de gemeente aan hoe zij invulling geeft aan de van oudsher geldende zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater. Op 1 januari 2008 zijn ingevolge de 'Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken' aan die zorgplicht twee nieuwe taken toegevoegd, namelijk de zorgplicht voor de inzameling en verwerking van overtollig hemelwater en de zorgplicht in de aanpak van grondwaterproblemen. Het nieuwe GRP, ook wel Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan, geeft ook voor de nieuwe taken aan welke maatregelen nodig zijn. Het GRP bevat verder een overzicht van de financiële gevolgen. Het rioleringssysteem in onze gemeente vertegenwoordigt een maatschappelijk kapitaal van circa € 115 miljoen. Het GRP geeft op een transparante wijze inzicht in de bestedingen die uit het plan voortvloeien. Het concept-plan hebben wij volgens wettelijk voorschrift, voorgelegd aan de provincie Utrecht en aan de in onze gemeente betrokken waterschappen Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, Hoogheemraadschap Amstel Gooi & Vecht en Waterschap Vallei & Eem. Thans is het GRP zover dat wij het ter vaststelling aan u voorleggen. Voor de nieuwe planperiode zijn in het GRP de volgende doelen geformuleerd: - het inzamelen van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerd afvalwater; - het doelmatig omgaan met de inzameling van hemelwater; - het transport van het ingezamelde afvalwater naar een geschikt lozingspunt; - het voorkomen van ongewenste emissies naar bodem, grond- en oppervlaktewater; - het voorkomen van overlast voor de omgeving; - het effectief beheer van de riolering; - het invullen van de grond- en hemelwaterzorgplicht. De financiële lasten van onze rioleringszorg zijn relatief laag. Dat blijkt uit de Benchmark Riolering uit 2008. Wij hebben de benchmark via het Mededelingenblad 2009/07 van 2 april 2009 voor u ter inzage gelegd. Andere vaststellingen uit het benchmarkonderzoek waren de lage personele bezetting en de kwetsbaarheid van de organisatie. Bij het opstellen van het voorliggende GRP is rekening gehouden met het uitbreiding van de formatie met één fulltime medewerker om aan de taken te kunnen voldoen. Daartoe is een bedrag opgenomen van € 65.000. Het GRP voor de periode 2005-2009 was nog gebaseerd op theoretische voorstellen om jaarlijks een deel van de riolering te vervangen. Voldoende inspecties en inzicht ontbraken nog.
1
Raadsvoorstel De verwachting was dat het rioolstelsel 60 jaar mee zou gaan mede vanwege de goede ondergrond. Rioolcalamiteiten in de afgelopen periode gavan echter aanleiding om de rioolinspecties aanzienlijk uit te breiden. Bijgevolg zijn in het voorliggende GRP 2010-2014 de voorgestelde maatregelen daarom niet langer gebaseerd op een theoretisch vervangingsjaar, maar op de kwaliteit van het rioolstelsel. Het voor de nieuwe planperiode benodigde budget is afgestemd op de in het GRP beschreven maatregelen en taken. Ten opzichte van het GRP 2005-2009 is meer budget nodig voor inspecteren, reinigen en vervangen van riolen, het onderhouden en vervangen van mechanische riolering (pompen en persleidingen), het uitvoeren van de nieuwe zorgtaken, het uitbreiden van de formatie en het uitvoeren van een aantal onderzoeken. Aan dit voorstel is een bijlage toegevoegd waarin het financieel effect van het GRP voor de inwonerrs is aangegeven. Daarbij is het gezamenlijk effect van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing in beeld gebracht. Het gezamenlijk effect van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor de GRP-periode van 2010 tot en met 2014 is een lastenstijging van een tot twee procent per jaar. Beoogd effect
Een geactualiseerd Gemeentelijk Rioleringsplan, waarmee op doelmatige wijze invulling wordt gegeven aan de bestaande en nieuwe zorgplicht voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Argumenten
1.1
Efficiënt en effectief rioolbeheer is noodzakelijk.
Goed rioolbeheer zorgt voor continuïteit in het onderhoud aan het rioolsteslel zodat: de veiligheid en de volksgezondheid kunnen worden gewaarborgd, calamiteiten en daarmee gepaarde hoge kosten kunnen worden voorkomen en de overlast voor de inwoners kan worden beperkt.
1.2
Het vaststellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan is wettelijk verplicht.
De Wet milieubeheer schrijft voor dat iedere gemeente dient te beschikken over een door de gemeenteraad vast te stellen Gemeentelijk Rioleringsplan.
1.3
Het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2014 leidt tot doelmatig beheer tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Het rioleringssysteem in onze gemeente vertegenwoordigt een aanzienlijk maatschappelijk kapitaal. Vanzelfsprekend moet deze voorziening doelmatig en tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten in stand moeten worden gehouden. Het nieuwe plan geeft aan welke maatregelen gedurende de planperiode jaarlijks nodig zijn om tot een efficiënte en effectieve aanpak te komen.
1.4
De nieuwe zorgplicht voor hemelwater en grondwater moet vorm en inhoud krijgen.
Ten aanzien van de hemelwaterzorgplicht zetten wij het al ingezette beleid van het doelmatig ontvlechten van hemelwater en afvalwater (afkoppelen) voort. In de nieuwe planperiode worden afkoppelprojecten opgezet. Uit klimaatstudies van onder meer het KNMI blijkt dat regenbuien als gevolg van de klimaatverandering vaker en hevigere zullen plaatsvinden. De ontwikkelingen op het gebied van klimaat zijn acteel. Hevigere regenbuien kunnen nieuwe knelpunten met zich mee brengen en vaker resulteren in wateroverlast. De zorgplicht voor het grondwater is een nieuwe gemeentelijke taak. Voor zover bekend, zijn er nu vrijwel geen structurele grondwaterproblemen. Wij zullen in de planperiode het grondwatersysteem in kaart brengen met de aanleg van grondwatermeetnet en het opstellen van een grondwatervisie.
2
Raadsvoorstel Kanttekeningen en alternatieven
Niet van toepassing Aanpak/ Uitvoering
Na vaststelling van het GRP vindt uitvoering plaats van de daarin beschreven maatregelen, te weten: - het opstellen en uitvoeren van een operationeel vervangingsplan riolen, via het beoordelen van inspecties en het vertalen daarvan naar maatregelen evenals het afstemmen van de vervangingsplanning op andere werkzaamheden aan wegen, groen en verkeersmaatregelen; - het op orde houden van het rioleringsbeheer via het inspecteren en reinigen van 14 procent van het rioleringssysteem per jaar evenals het verwerken van revisiegegevens; - het optimaliseren van het functioneren van het rioleringssysteem via het monitoren en doorrekenen van de neerslag en de riooloverstorten, evenals het aanpakken van de hydraulische knelpunten in Maartensdijk en Hollandsche Rading; - het vastleggen van grondwaterbeleid via het monitoren en analyseren van de grondwaterstanden en het opstellen van een grondwatervisie. Communicatie
Na vaststelling, zullen wij het nieuwe GRP en ter inzage leggen en publiceren via de Biltbuis en de gemeentelijke website. Aan de bij het opstellen betrokken waterschappen, de provincie en het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en milieubeheer zenden wij een exemplaar van het vastgestelde plan. Evaluatie
In 2013 zullen wij de voorbereidingen starten voor het GRP 2015-2019. Op dat moment zullen wij planperiode 2010-2014 evalueren. Tussentijds informeren wij u als gebruikelijk via de planning en controlcyclus over de voortgang van het rioolbeheer. Kosten, baten en dekking
Voor de financiering van de zorgtaken worden de inkomsten uit de rioolheffing en de voorziening aangewend. In het GRP is inzichtelijk gemaakt welk effect de aanvullende taken hebben op de huidige heffing. Uitgangspunt bij deze berekening is dat de rioolheffing op termijn kostendekkend is en dat de inkomsten uit de rioolheffing alleen worden aangewend voor de zorgtaken betreffende het voor afvalwater, hemelwater en grondwater.
Burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, de secretaris, de burgemeester,
drs R.A.K. Huijbregts
A.J. Gerritsen
3
Onderwerp: Gemeentelijke watertaken
Bijlagen bij het raadsvoorstel Meegezonden bijlagen
1. 2. 3.
Stukken ter inzage
n.v.t.
Geheime stukken ter inzage (conform art. 25 Gemeentewet)
n.v.t.
Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2014; Overzicht van financieel effect Gemeentelijk Rioleringsplan 20102014 voor de inwoners; Hand-out van Presentatie ten behoeve van commissie voor Openbare Ruimte.
Contactambtenaar: de heer E.J. Dijkkamp, T (030) 228 91 91, E
[email protected]
4
Besluit van de raad De raad van de gemeente De Bilt;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 05 januari 2010, met het onderwerp Gemeentelijke watertaken; overwegende dat
het gewenst is om op doelmatige wijze invulling te geven aan de bestaande en de nieuwe zorgplicht voor afvalwater, hemelwater en grondwater;
gelet op
het bepaalde in 4.22 en volgende van de Wet Milieubeheer, alsmede de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken, de Wet op de waterhuishouding en de Gemeentewet;
BESLUIT:
het bijgaande Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 februari 2010,
de raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
mr drs J.L. van Berkel
A.J. Gerritsen