Aan de Raad
Raadsvergadering
3 april 2003
Made, 27 maart 2003
Agendapunt
9
Onderwerp
Vaststelling bestemmingsplan Kern Wagenberg.
Voorstel
1. de ingebrachte zienswijzen onder punt 2, 3,5, 7, 13 en 15 gegrond te verklaren; 2. de zienswijzen onder 8 en 9 gedeeltelijk gegrond te verklaren; 3. de zienswijze genoemd 16 buiten behandeling te laten; 4. de in het voorstel genoemde ambtelijke correcties in het bestemmingsplan op te nemen; 5. de overige zienswijzen ongegrond te verklaren; 6. het bestemmingsplan “kern Wagenberg” ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan conform bovenstaand voorstel op de onderscheiden onderdelen gewijzigd vast te stellen.
Financiële gevolgen
n.v.t. Toelichting Inleiding. Het bestemmingsplan voor de kern Wagenberg heeft als ontwerp gedurende vier weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn een aantal zienswijzen ingekomen. In het navolgende zijn deze samengevat weergegeven en zal een voorstel worden gedaan voor een inhoudelijke reactie. Ingekomen zienswijzen. Door de volgende personen en instanties zijn schriftelijke zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan ingediend: 1. J. Voorhagen, Hofstad 9, 4845 EL Wagenberg, ingekomen26 juni 2002; 2. F.H. Vrijvogel en H. de Meijer, Nieuwstraat 11, 4845 CH Wagenberg, ingekomen 27 augustus 2002;
3. Ing. C. van Mook, Ulvenhoutselaan 41, 4835 MB Breda, ingekomen 17 september 2002; 4. Kinderdagverblijf “IKKE”, t.a.v. S. Welten-Nagle, Dorpsstraat 58, 4845 CG Wagenberg, ingekomen 18 september 2002; 5. C.G.J. Welten, Thijsseweg 17, 4845 PJ Wagenberg, ingekomen18 september 2002; 6. C.L. Verschuren, Hofstad 1, 4845 EL Wagenberg, ingekomen 25 september 2002; 7. Grosfeld architecten, namens H.J.C. Segeren, Minervum 7489, 4817 ZP Breda, ingekomen 26 september 2002; 8. Omnibuild, namens Van de Reijt meststoffen, Postbus 165 3130 AD Vlaardingen, ingekomen 26 september 2002; 9. Van de Reijt messtoffen, postbus 6575, 4802 HN Breda, ingekomen 26 september 2002; 10.Heijltjes advocaten, namens H.A.J. Krijnen, C.G.J.M. Krijnen, Bouw- en Aannemersbedrijf Krijnen B.V. en Timmerbedrijf/Aannemer Kees Krijnen, postbus 1392, 6501 BJ Nijmegen, ingekomen 26 september 2002; 11.De Lange advocaat en procureur, namens Van Alphen en Roest B.V., postbus 3171, 5003 DD Tilburg, ingekomen 26 september 2002; 12.Autobedrijf Sprangers, de heer G.J.B.M. Sprangers, De Boedingen 23, 4906 BA Oosterhout, ingekomen 26 september 2002; 13.W.J. Lindenbergh, Akkerstraat 2, 4845 EX Wagenberg, ingekomen 26 september 2002; 14.Tenderfoot boatworks b.v., de heer S.R. Stevens, Brouwerijstraat 31, 4845 CM Wagenberg, ingekomen 26 september 2002; 15.M. Rasenberg, Onderdijk 4, 4845 EK Wagenberg, ingekomen 26 september 2002; 16.J.C. van Meel e.a., Brandestraat 1, 4927 PA Hooge Zwaluwe, ingekomen 22 oktober 2002. Ontvankelijkheid. Alvorens wordt overgegaan tot een inhoudelijke beoordeling van de ingebrachte zienswijzen, dient te worden onderzocht of de zienswijzen van adressanten in behandeling kunnen worden genomen. Ingevolge artikel 23, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft eenieder het recht binnen de termijn van terinzagelegging bij de gemeenteraad een zienswijze in te dienen tegen een ontwerpbestemmingsplan. De zienswijzen genoemd onder 1 en 2 zijn vóór aanvang van de zienswijze termijn ingekomen, maar kunnen als prematuur ingediend worden beschouwd en derhalve in behandeling worden genomen. De zienswijze genoemd onder 16 is ingekomen op 22 oktober 2002. Nu het bestemmingsplan t/m 26 september ter inzage heeft gelegen, is deze zienswijze te laat ingediend en dient dus inhoudelijk buiten behandeling te worden gelaten. De overige zienswijzen zijn tijdig binnen de daartoe opengestelde termijn ingediend en dienen derhalve eveneens in behandeling te worden genomen.
Hoorzitting. Het eerste lid van artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat degenen die tijdig omtrent het ontwerp hun zienswijzen hebben kenbaar gemaakt, in de gelegenheid moeten worden gesteld tot het geven van een nadere mondelinge toelichting. Ter voldoening hieraan zijn betrokkenen op 22 november individueel hiertoe in de gelegenheid gesteld. Van deze mogelijkheid is door reclamant ad 14 geen gebruik gemaakt. De overige reclamanten hebben op genoemde datum een mondelinge toelichting op hun zienswijze gegeven ten overstaan van de hoorcommissie bestemmingsplannen. Het verslag en advies van deze zitting is voor u ter inzage gelegd. Inhoudelijke beoordeling van de zienswijzen. Thans wordt op elk van de ingebrachte zienswijzen inhoudelijk ingegaan. Eerst wordt de inhoud van de zienswijze samengevat. Hieropvolgend wordt beoordeeld of de ingebrachte zienswijzen tot een wijziging van het ontwerpbestemmingsplan kunnen leiden. 1. J. Voorhagen, Hofstad 9, 4845 EL Wagenberg. Samenvatting zienswijze. 1. De grens van de bebouwde kom staat niet correct in het bestemmingsplan weergegeven. De panden Hofstad 9 en 11 hebben sinds lange tijd geen agrarische functie meer; 2. Het eerder ingediende bouwplan is op onterechte gronden afgewezen; 3. De echtgenote van betrokkene dient binnen afzienbare tijd op medische gronden over een gelijkvloerse woning te beschikken. Voorgestelde reactie. Zoals wij eerder naar aanleiding van een inspraakreactie van betrokkene hebben opgemerkt, overheerst ter plaatse een landelijke uitstraling. In de huidige situatie is sprake van een zeer ruim perceel dat een wezenlijke bijdrage levert aan dit landelijke karakter. Indien een woning ter plaatse zou worden gerealiseerd, zou hier ernstig afbreuk aan worden gedaan. Wij achten het verzoek van betrokkene dan ook ruimtelijk niet aanvaardbaar. Het argument van betrokkene dat de bouw van de woning uit medische oogpunt noodzakelijk is, achten wij ruimtelijk niet relevant. Dit argument kan in het kader van onderhavige procedure dan ook niet worden meegenomen.
3
2. F.H. Vrijvogel en H. de Meijer, Nieuwstraat 11, 4845 CH Wagenberg; Samenvatting zienswijze. Ter hoogte van het pand Nieuwstraat 11 dient de plangrens, conform eerder gedane toezeggingen, iets opgerekt te worden. Voorgestelde reactie. De plangrens kan conform het gemeentelijk schrijven van 5 september 2000 en de wens van betrokkenen worden aangepast. 3. Ing. C. van Mook, namens de heer J. Rasenberg, Ulvenhoutselaan 41, 4835 MB Breda. Samenvatting zienswijze. De bewoners van het pand Postweg 15 wensen de bestaande agrarische bedrijfsbebouwing te slopen, waarna op de betreffende locatie 3 à 4 woningen kunnen worden gerealiseerd. Voorgestelde reactie: Mits wordt voorzien in een bouwplan dat goed is ingepast in de omgeving, kan ter plaatse medewerking worden verleend aan een woningbouwplan. Er dient wel rekening te worden gehouden met een ruime verkaveling, zodat het maximum aantal woningen moet worden vastgesteld op 3. Een en ander kan worden meegenomen in de wijzigingsbevoegdheid, waarbij ook het naastgelegen perceel dat is bestemd tot gemengde doeleinden moet worden meegenomen. Artikel 17 lid 4a kan gelet op het voorgaande worden aangepast in die zin dat een nieuw onderdeel 9 wordt toegevoegd, luidende: “ter plaatse van de op de plankaart aangegeven “wijzigingslocatie III” mogen na gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid maximaal 3 hoofdgebouwen worden gebouwd”. 4. Kinderdagverblijf “IKKE”, t.a.v. S. Welten-Nagle, Dorpsstraat 58, 4845 CG Wagenberg. Samenvatting zienswijze. Het pand aan de Dorpsstraat 48, zijnde de voormalige pastorie, wordt in het ontwerpbestemmingsplan als dienstwoning gezien. Hier is echter sinds 1 november 2001 een kinderdagverblijf gevestigd. Voorgestelde reactie. Het genoemde perceel heeft in het ontwerpbestemmingsplan de bestemmingen “maatschappelijke doeleinden”.Binnen deze bestemming is de uitoefening van een kinderdagverblijf toegestaan. Een aanpassing van het bestemmingsplan is dan ook niet noodzakelijk.
4
De aanduiding “bedrijfswoning” heeft overigens geen betrekking op een afzonderlijke bestemming, maar geeft enkel aan dat dit gebruik binnen de bestemming “maatschappelijke doeleinden” eveneens is toegestaan. 5. C.G.J. Welten, Thijsseweg 17, 4845 PJ Wagenberg. Samenvatting zienswijze. In het geldende bestemmingsplan “Thijsseweg II”is tussen de woning aan de Thijsseweg 17 en het naastgelegen bedrijf een strook bestemd tot beplantingsstrook. Betrokkene wenst dat deze in het nieuwe bestemmingsplan eveneens wordt opgenomen. Voorgestelde reactie. Wij zijn met betrokkene van mening dat de bedoelde afscherming in het vigerende bestemmingsplan beter is geregeld dan in het nieuwe plan. Het ligt dan ook in de rede om een zelfde strook als in het geldende bestemmingsplan de aanduiding “groene afscherming” te geven. De zienswijze moet dan ook gegrond worden verklaard. 6. C.L. Verschuren, Hofstad 1, 4845 EL Wagenberg. Samenvatting zienswijze. Betrokkene wil op het onbebouwde perceel tussen Hofstad 1 en 3 een drietal woningen realiseren. Voorgestelde reactie. Het bedoelde perceel is gelegen in het bestemmingsplan buitengebied en dus buiten de plangrens van het onderhavige bestemmingsplan. Extra burgerwoningen in het buitengebied worden bovendien in het nieuwe, geldende, streekplan volledig uitgesloten. De zienswijze moet dan ook ongegrond worden verklaard. 7. Grosfeld architecten, namens H.J.C. Segeren, Minervum 7489, 4817 ZP Breda. Samenvatting zienswijze. Er wordt door betrokkene een voorstel gedaan voor een herontwikkeling van de oude melkfabriek aan de Dorpsstraat. Gevraagd wordt het bestemmingsplan aan deze planvorming aan te passen. Voorgestelde reactie. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt het betreffende pand genoemd als verbeteringslocatie. Het plan zoals dat nu is gepresenteerd biedt dan ook ontegenzeggelijk een opwaardering van de bestaande situatie
5
Wanneer de planvorming direct positief in het bestemmingsplan zou worden opgenomen, zouden er echter onvoldoende waarborgen bestaan dat het ook daadwerkelijk tot uitvoering van het gepresenteerde plan zou komen. Wij stellen dan ook voor een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan op te nemen. Na wijziging kan dan medewerking worden verleend aan een bouwplan voor maximaal 5 woningen. In de criteria voor toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid moeten onder meer beeldkwaliteitseisen worden opgenomen. 8. Omnibuild, namens Van de Reijt meststoffen, Postbus 165, 3130 AD Vlaardingen, ingekomen 26 september 2002; Samenvatting zienswijze. Op het perceel aan de Brouwerijstraat 25a wenst betrokkene een extra woning, die wordt ontsloten via de Brouwerijstraat. Op het overige gedeelte van het perceel wenst betrokkene bedrijfshallen en eventueel bedrijfswoningen te realiseren.Tijdens de hoorzitting is een verkavelingsvoorstel ingediend. Voorgestelde reactie. Door uitvoering van het plan wordt zonder meer een opwaardering van de ruimtelijke situatie ter plaatse bewerkstelligd. Gelet op de omliggende bedrijfsbebouwing zijn in het plan echter te veel woningen geprojecteerd. Voor het totale perceel wordt een aantal van twee extra woningen als maximum gezien. Daarbij dient wel aandacht te worden geschonken aan een logische functiescheiding. Een en ander volgt uit bijgaande schets. Er moet echter nog wel worden getoetst of een en ander milieutechnisch haalbaar is. Hiertoe is door betrokkene een akoestisch onderzoek uitgevoerd, dat vervolgens weer ter toetsing is voorgelegd aan de Regionale Milieudienst. Hierbij zijn tevens overige milieu-aspecten meegenomen. De betreffende rapportage van de RMD treft u bijgaand aan. Hieruit blijkt echter dat uit milieutechnisch oogpunt de beoogde bebouwing niet zonder meer kan worden gerealiseerd. In dit stadium kan er dan ook voor gekozen worden op het perceel een wijzigingsbevoegdheid te leggen, waarbinnen de beoogde herinrichting van het betreffende terrein mogelijk gemaakt kan worden. Als strikte randvoorwaarde voor de effectuering van deze bevoegdheid kan worden opgenomen dat een en ander milieutechnisch haalbaar moet zijn. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat uit het advies van de RMD blijkt dat de inpassing van de woning die het dichtste tegen het perceel Thijsseweg 19 aangelegen is een moeilijk haalbare kaart zal zijn. Daarnaast zal de invulling van de bedrijfsgebouwen slechts kunnen bestaan uit bedrijven met een lage milieubelasting.
6
Voor het bestemmingsplan betekent een en ander dat het gedeelte waar de bedrijfsloods is gepland, de bestemming bedrijfsdoeleinden behoudt. Op het overige gedeelte van het perceel kan de bevoegdheid voor burgemeester en wethouders worden gelegd de bestemming bedrijfsdoeleinden te wijzigen in gemengde doeleinden, waarbinnen kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan. Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid kunnen ter plaatse twee extra woningen worden toegestaan. Op bovenstaande wijze kan op het betreffende perceel invulling worden gegeven aan een acceptabele functiescheiding, waarbij een tweedeling wordt gemaakt tussen (lichte)bedrijfsmatige activiteiten enerzijds en wonen en lichte bedrijvigheid/kantoren anderzijds. 9. Van de Reijt messtoffen, postbus 6575, 4802 HN Breda, ingekomen 26 september 2002; Samenvatting zienswijze. Zie zienswijze 8. Voorgestelde reactie. Zie zienswijze 8 10. Heijltjes advocaten, namens H.A.J. Krijnen, C.G.J.M. Krijnen, Bouw- en Aannemersbedrijf Krijnen B.V. en Timmerbedrijf/Aannemer Kees Krijnen, Samenvatting zienswijze. Betrokkenen wensen aan de Thijsseweg 19 een tweetal bedrijfspercelen te realiseren met op ieder perceel één bedrijfswoning. Voorgestelde reactie. Ten behoeve van een extra bedrijfswoning is reeds een zelfstandige projectprocedure gestart. De hiervoor vereiste verklaring van geen bezwaar is door gedeputeerde staten echter geweigerd. Hiertegen is op dit moment nog een bezwaarprocedure aanhangig. Nu op dit moment nog geen duidelijkheid bestaat omtrent de uitkomst hiervan, zou het prematuur zijn de bedrijfswoning reeds nu in het onderhavige bestemmingplan op te nemen. 11. De Lange advocaat en procureur, namens Van Alphen en Roest B.V., postbus 3171, 5003 DD Tilburg. Samenvatting zienswijze. De aanduiding “bedrijfsdoeleinden”dient voor het gehele perceel van betrokkene van toepassing te zijn;
7
1. De bebouwingszone dient het gehele bedrijfsperceel van betrokkene te bestrijken; 2. Betrokkene wil uitdrukkelijk vastgelegd zien dat zijn bedrijfsactiviteiten onder categorie 2 te rubriceren zijn. Het bestemmingsplan moet de werkplaats en de verkoop van brandstoffen inclusief LPG eveneens toestaan; 3. Ondanks de in het bestemmingsplan genoemde wenselijkheid dat de huidige bedrijfsactiviteiten van betrokkene worden gesaneerd, biedt ditzelfde bestemmingsplan geen mogelijkheid tot een verplaatsing van het bedrijf; Voorgestelde reactie. ad 1. De aanduiding “bedrijfsdoeleinden” wordt op de plankaart weergegeven door middel van een grijze arcering. Dit betekent dat de genoemde aanduiding voor het gehele perceel van toepassing is; ad 2. Eén bestaande loods moet binnen de bebouwingszone worden getrokken. Het gedeelte van het perceel van betrokkene dat niet bebouwd is en is gelegen direct achter een viertal woningen, is niet betrokken bij de bebouwingszone. Gezien de situering van deze woningen is het uit ruimtelijke oogpunt ook niet gewenst dat nog meer bedrijfsbebouwing wordt gerealiseerd, zodat op dit punt het bestemmingsplan niet hoeft worden aangepast. Bovendien is van belang dat iedere uitbreiding van het betreffende bedrijf uit milieutechnisch oogpunt ongewenst is. Reeds nu is sprake van een situatie die wat dat betreft ontoelaatbaar is en een mogelijke uitbreiding zal met name akoestisch gezien onacceptabel zijn; ad 3. Gelet op de directe nabijheid van woningbouw is het niet gewenst dat bedrijven van een zwaardere milieucategorie dan genoemd in de voorschriften zich binnen het dorpslint van de kern Wagenberg kunnen vestigen. Voorzover betrokkene ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan activiteiten uitoefende die ingedeeld moeten worden in een zwaardere milieucategorie en deze binnen het geldende planologische regime wel zijn toegestaan, vallen deze activiteiten onder het overgangsrecht en zijn daarmee ook in het onderhavige plan toegestaan. ad 4. Vooropgesteld moet worden dat het hier gaat om een conserverend bestemmingsplan dat uitgaat van de bestaande situatie en, zeker in de directe omgeving van het bedrijf van betrokkene, niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen. Het kan dus niet zo zijn dat in dit geval door onderhavig bestemmingsplan de bedrijfsvoering voor betrokkene wordt bemoeilijkt dan wel onmogelijk wordt gemaakt. Daarnaast moet benadrukt worden dat het in de eerste plaats een verantwoording van betrokkene zelf is om een alternatieve bedrijfslocatie te vinden. De rol van de gemeente is in dit verband slechts faciliterend.
8
12.
Autobedrijf Sprangers, de heer G.J.B.M. Sprangers, De Boedingen 23, 4906 BA Oosterhout.
Samenvatting zienswijze. De wens bestaat om eventueel in de toekomst het bestaande bedrijf uit te breiden of aan te passen. In het bestemmingsplan dient hiertoe de mogelijkheid te worden opgenomen. Bovendien is de breedte van het perceel voldoende om meer woningen te realiseren dan het nu in het bestemmingsplan genoemde aantal van drie. Voorgestelde reactie. Nu het bedrijf van betrokkene is verplaatst, is niet langer de noodzaak aanwezig om op het perceel aan de Hofstad nog aanzienlijke uitbreidingsmogelijkheden toe te staan. Zeker nu dit perceel omringd is met voornamelijk woningbouw. De betreffende locatie is gelegen aan de rand van de kern Wagenberg en grenst direct aan het buitengebied. Om deze reden is bewust gekozen voor een ruime verkaveling, dus met maximaal drie woningen. Intensivering van de bebouwing achten wij ruimtelijk dan ook niet passend. Daarnaast dient, nu sprake is van een overgangszone naar het buitengebied, het gedeelte van het perceel waarop nu de aanduiding “gebied geen gebouwen toegestaan” is gelegd, niet in de wijzigingsbevoegdheid te worden betrokken. Tot slot moet aan de voorschriften worden toegevoegd dat slechts gebruik kan worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid als bedrijfsmatige activiteiten op het betreffende perceel in zijn geheel zijn opgehouden. 13.
W.J. Lindenbergh, Akkerstraat 2, 4845 EX Wagenberg, ingekomen 26 september 2002;
Samenvatting zienswijze. Het gehele perceel van betrokkene aan de Akkerstraat 2 dient te vallen binnen de bebouwingszone, dus ook het achterste gedeelte dat als tuin in gebruik is. Voorgestelde reactie. Het bestemmingsplan kan conform de wens van betrokkenen worden aangepast. 14.
Tenderfoot boatworks b.v., de heer S.R. Stevens, Brouwerijstraat 31, 4845 CM Wagenberg;
Samenvatting zienswijze. Betrokkene is van mening dat niet duidelijk is of de activiteiten van zijn bedrijf binnen het bestemmingsplan zijn toegestaan.
9
Voorgestelde reactie. Het betreffende bedrijf heeft de bestemming “gemengde doeleinden 2", waarbinnen bedrijfsmatige activiteiten vallende onder milieucategorie 1 en 2 zijn toegestaan. Zwaardere bedrijfsmatige activiteiten zijn ter plaatse, gelet op omliggende woningbouw niet gewenst, zodat een aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan ook niet noodzakelijk is. 15.
M. Rasenberg, Onderdijk 4, 4845 EK Wagenberg;
Samenvatting zienswijze. Het pand aan de Onderdijk 4 dient een agrarische bestemming te krijgen. Voorgestelde reactie. Betrokkene teelt op het bedoelde perceel en op de achterliggende gronden bloemen en zaden. De zienswijze kan dan ook gegrond worden verklaard. 16.
J.C. van Meel e.a., Brandestraat 1, 4927 PA Hooge Zwaluwe, ingekomen 22 oktober 2002. De zienswijze is te laat ingediend, zodat deze inhoudelijk buiten behandeling moet worden gelaten. Overige aanpassingen: − In het ontwerpbestemmingsplan stond de mogelijkheid opgenomen voor twee woonwagenstandplaatsen aan de Brandestraat.Deze mogelijkheid moet uit het bestemmingsplan worden geschrapt; − Op blz. 47 van de toelichting dient aangegeven te worden dat in de Brouwerijstraat 57 tevens een zalencentrum is gevestigd; − Het differentiatievlak aan de parallelweg 22 moet worden verwijderd; − De bijgebouwen van het perceel Akkerstraat 6 moeten op de plankaart bij de bebouwingszone worden getrokken; − de vrijstellingsbepaling ten behoeve van het vergroten van de diepte van een hoofdgebouw moet worden afgestemd op het bestemmingsplan Lage Zwaluwe. Dit betekent dat in onderhavig bestemmingsplan artikel 15 lid 1a sub 7 moet worden gewijzigd in: “het oprichten van een hoofdgebouw van een vrijstaande woning met een diepte van maximaal 15 meter”. − De aan en bijgebouwenregeling van het bestemmingsplan kern Lage Zwaluwe moet, inclusief de definitiebepalingen, eveneens in het onderhavige bestemmingsplan worden opgenomen. Deze laat immers in het ontwerpbestemmingsplan dat nu voorligt aan duidelijkheid te wensen over. Overigens heeft deze aanpassing geen consequenties voor de bouwmogelijkheden.
10
Het voorgaande is reeds besproken in de commissie Grondgebiedzaken van 21 januari 2003. De raadsbehandeling is destijds uitgesteld vanwege de onduidelijkheid over de milieutechnische randvoorwaarden bij de beoogde herontwikkeling aan de Brouwerijstraat 25a. De commissie adviseerde verder conform ons voorstel, met dien verstande dat over de zienswijze onder 1. nog geen uitspraak wordt gedaan en dat aan de Brouwerijstraat geen woonwagenstandplaatsen worden toegestaan. Burgemeester en wethouders van Drimmelen
mr. C.M.G.H. Wortel secretaris
J. Elzinga burgemeester
Bijlagen
raadsbesluit
Ter inzage
bestemmingsplan, verslag hoorcommissie bestemmingsplannen, advies RMD.
Ambtelijke coördinatie Afdeling Grondgebied Behandeld door Joep van Gorp Portefeuillehouder F.J.M. Stoffels
11
De raad van de gemeente Drimmelen; gezien het ontwerp bestemmingsplan Kern Wagenberg zoals dat met ingang van 30 augustus 2002 gedurende vier weken voor eenieder ter inzage heeft gelegen; gezien de tegen dit ontwerp bestemmingsplan ingekomen zienswijzen van: 1. J. Voorhagen, Hofstad 9, 4845 EL Wagenberg, ingekomen26 juni 2002; 2. F.H. Vrijvogel en H. de Meijer, Nieuwstraat 11, 4845 CH Wagenberg, ingekomen 27 augustus 2002; 3. Ing. C. van Mook, Ulvenhoutselaan 41, 4835 MB Breda, ingekomen 17 september 2002; 4. Kinderdagverblijf “IKKE”, t.a.v. S. Welten-Nagle, Dorpsstraat 58, 4845 CG Wagenberg, ingekomen 18 september 2002; 5. C.G.J. Welten, Thijsseweg 17, 4845 PJ Wagenberg, ingekomen18 september 2002; 6. C.L. Verschuren, Hofstad 1, 4845 EL Wagenberg, ingekomen 25 september 2002; 7. Grosfeld architecten, namens H.J.C. Segeren, Minervum 7489, 4817 ZP Breda, ingekomen 26 september 2002; 8. Omnibuild, namens Van de Reijt meststoffen, Postbus 165 3130 AD Vlaardingen, ingekomen 26 september 2002; 9. Van de Reijt messtoffen, postbus 6575, 4802 HN Breda, ingekomen 26 september 2002; 10. Heijltjes advocaten, namens H.A.J. Krijnen, C.G.J.M. Krijnen, Bouw- en Aannemersbedrijf Krijnen B.V. en Timmerbedrijf/Aannemer Kees Krijnen, postbus 1392, 6501 BJ Nijmegen, ingekomen 26 september 2002; 11. De Lange advocaat en procureur, namens Van Alphen en Roest B.V., postbus 3171, 5003 DD Tilburg, ingekomen 26 september 2002; 12. Autobedrijf Sprangers, de heer G.J.B.M. Sprangers, De Boedingen 23, 4906 BA Oosterhout, ingekomen 26 september 2002; 13. W.J. Lindenbergh, Akkerstraat 2, 4845 EX Wagenberg, ingekomen 26 september 2002; 14. Tenderfoot boatworks b.v., de heer S.R. Stevens, Brouwerijstraat 31, 4845 CM Wagenberg, ingekomen 26 september 2002; 15. M. Rasenberg, Onderdijk 4, 4845 EK Wagenberg, ingekomen 26 september2002; 16. J.C. van Meel e.a., Brandestraat 1, 4927 PA Hooge Zwaluwe, ingekomen 22 oktober 2002. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 maart 2003; overwegende dat hij met de in het genoemde voorstel van burgemeester en wethouders opgenomen overwegingen instemt en deze met betrekking tot de besluitvorming aangaande de vaststelling van het voorliggende ontwerp-bestemmingsplan als de zijne beschouwt; gelet op artikel 25 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; Besluit: 1. de ingebrachte zienswijzen onder punt 2, 3,5, 7, 13 en 15 gegrond te verklaren; 2. de zienswijzen onder 8 en 9 gedeeltelijk gegrond te verklaren; 3. de zienswijze genoemd 16 onder buiten behandeling te laten;
4. de in het voorstel genoemde overige aanpassingen in het bestemmingsplan op te nemen; 5. de overige zienswijzen ongegrond te verklaren; 6. het bestemmingsplan “kern Wagenberg” ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan conform het voorstel van burgemeester en wethouders op de onderscheiden onderdelen gewijzigd vast te stellen. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 3 april 2003. De raad voornoemd,
mr. M.J.N. Schetters griffier
13
J. Elzinga voorzitter