Nummer
:
B-2.11.2008
Onderwerp
:
Vaststelling bestemmingsplan windpark Eemshaven
Korte inhoud :
Het ontwerp bestemmingsplan windpark Eemshaven heeft overeenkomstig artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Er is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. Het bestemmingsplan windpark Eemshaven kan nu worden vastgesteld, waarna goedkeuring bij gedeputeerde staten van de provincie Groningen kan worden aangevraagd.
Uithuizen, 11 juni 2008.
AAN DE RAAD. STAND VAN ZAKEN Wet op de Ruimtelijke Ordening Inspraak Het voorontwerp bestemmingsplan windpark Eemshaven heeft in het kader van de inspraak tot en met 9 december 2005 ter inzage gelegen. In deze periode is een aantal inspraakreacties binnengekomen. In het kader van de n ispraak heeft er ook een hoorzitting plaatsgevonden, in Nederland op 16 november 2005, in Nieuweschans. In Duitsland was dat op 4 januari 2006. Vooroverleg Bij brief van 18 januari 2006 heeft de commissie bestemmingsplannen (commissie) in het kader van artikel 10 Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) een overlegreactie afgegeven. De categorie I opmerkingen hadden betrekking op het straalpad en radarposten/Eems-Radar-verdrag, externe veiligheid, bodemonderzoek, externe werking en de Flora- en Faunawet. Met betrekking tot het straalpad en de radarposten merkte de commissie op dat het functioneren van de straalpaden en de radarbeelden niet worden gewaarborgd op basis waarvan met het voorgelegde voorontwerp bestemmingsplan niet kan worden ingestemd. Ook voor wat betreft de externe veiligheid geeft het ontwerp bestemmingsplan onvoldoende informatie. De straalpaden in het gebied zijn niet meer in gebruik. Voor de radarverbinding is een extra steunpunt gerealiseerd wat de radarbeelden waarborgt (toelichting bestemmingsplan 4.2.3). Het windpark voldoet aan de nor men van het risicobeleid van de overheid (toelichting bestemmingsplan 4.1.5). Daarnaast merkt de commissie op dat de bodemparagraaf in de toelichting nog dient te worden aangevuld op basis van een verkennend milieuhygiënisch bodemonderzoek. Daar deze gegevens niet bekend zijn merkt de commissie op, dat ten aanzien van dit punt een voorbehoud wordt gemaakt. Uitgevoerde milieuhygiënische onderzoeken wijzen uit dat er geen milieuhygiënische belemme-
2
ringen zijn voor de geplande ontwikkelingen (toelichting bestemmingsplan 4.1.1). In het kader van het bestemmingsplan wordt, althans volgens de commissie, geen aandacht besteed aan eventuele cumulatieve effecten, terwijl dit verplicht is in het kader van de passende beoordeling. Zo is er in de gemeente Delfzijl een windpark in aanbouw en een initiatief voor Delfzijl Noord. De cumulatieve effecten zijn beoordeeld. Ondertussen is een ontheffing verleend voor de Floraen Faunawet alsmede een Natuurbeschermingswetvergunning. Dit impliceert dat de cumulatieve effecten aanvaardbaar zijn (toelichting bestemmingplan 4.1.3 en tabel 3.2). Op basis van het voorgaande is de commissie van oordeel dat het bestemmingsplan niet in aanmerking kan komen voor de aangewezen projectprocedure op basis van een gemeentelijke ruimtelijke beleidsdocumenten als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Ontwerp bestemmingsplan Op basis van het voorgaande is het ontwerp- bestemmingsplan windpark Eemshaven aangepast. Op 30 maart 2006 besluit uw raad om in te stemmen met de hoof dlijnen/uitgangspunten van het ontwerp bestemmingsplan zodat deze als basis kan dienen om gebruik te maken van artikel 19 lid 2 WRO. Ver volgens wordt bij brief van 4 mei 2006 gevraagd om toestemming voor het toepassen van artikel 19 lid 2 WRO. Besluit gedeputeerde staten Bij brief van 17 mei 2006 heeft de commissie, gedeputeerde staten van de provincie Groningen (GS) geadviseerd omtrent het verzoek om toepassing artikel 19 lid 2 WRO. GS besluit, onder een aantal voorwaarden, conform het advies van de commissie, het college bevoegd te verklaren om gebruik te mogen van artikel 19 lid 2 WRO. Wet op de Ruimtelijke Ordening/ Woningwet Vrijstelling/ bouwvergunning Op 20 juni 2006 verleent het college, met gebruik van de vrijstelling overeenkomstig artikel 19 lid 2 WRO, 43 bouwvergunningen voor het oprichten van 88 windturbines in de Eemshaven en de Emmapolder. Bezwaarschrift Bij brief van 31 juli 2006, ontvangen op 1 augustus 2006, wordt door de heer Timmermans van Timmermans Juridisch Advies namens Waddenwind B.V. en Intocon Marcourt B.V. (hierna: bezwaarden) bezwaar gemaakt tegen 47 van de op 20 juni 2006 verleende bouwvergunningen voor totaal 88 windturbines en de daarbij gebruikte vrijstellingen. Op 1 augustus 2006 wordt een fax van bezwaarden ontvangen dat ook tegen 20 windturbines en de daarbij gebruikte vrijstellingen bezwaar wordt gemaakt. Bezwaarden stellen dat zij belanghebbenden zijn omdat zij private rechten bezitten om windturbines te bouwen en te exploiteren op een aantal percelen in de directe omgeving van de locatie waarvoor thans bouwvergunningen zijn verleend. Door het verlenen van de vrijstellingen en bouwvergunningen worden de aanliggende percelen minder interessant voor de exploitatie van windturbines. Het bezwaarschrift is in handen gesteld van de Commissie voor bezwaaren beroepschriften.
3
Commissie voor bezwaar- en beroepschriften Tijdens de hoorzitting gehouden op vrijdag 20 oktober 2006 worden partijen (bezwaarmaker, vergunningverlener en vergunninghouder) gehoord. De commissie voor bezwaar- en beroepschriften heeft het college middels advies, ontvangen 1 december 2006, geadviseerd om het bezwaar nietontvankelijk te verklaren en de bestreden besluiten te handhaven. Bij besluit van 19 december 2006, verzonden 8 januari 2007, hebben wij het bezwaar schrift gericht tegen de vrijstelling/bouwvergunning van Millenergy B.V. (nu Westereems B.V), Delta Eemshaven B.V. en Delta Delfzijl B.V. niet ontvankelijk verklaard. Tegen het besluit tot niet-ontvankelijk verklaring heeft Waddenwind B.V. beroep aangetekend bij de rechtbank Groningen (Rb). Het geschil is behandeld op de zitting van 22 januari 2008. Beroepschrift De Rb komt tot het oordeel dat er geen sprake is van een rechtstreeks belang, vereist op grond van artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als er al sprake is van een belang, dan is deze afgeleid dan wel is sprake van een afgeleid, afgeleid belang. Daarnaast is er ook geen sprake van een concreet, actueel belang. (De aanvraag om planologische medewerking ten behoeve van de bouw van een aantal windturbines in het gebied gelegen ten oosten van de Oostpolder is door Waddenwind B.V. ingetrokken (6 april 2004)). Op grond van het voorgaande komt de Rb tot het oordeel dat het beroep van Waddenwind B.V. niet-ontvankelijk is. Hiertegen staat nog beroep open bij de Raad van State. Beroepstermijn is gesloten op 19 maart 2008 en tijdens de termijn is geen beroep ingesteld. Wet milieubeheer Vergunning/melding In het kader van de Wet milieubeheer (Wm) zijn door de partijen verschillende trajecten gevolgd. Growind B.V., Electrabel Nederland Sales B.V, Electrabel Nederland Services B.V.; Delta Delfzijl B.V.; Delta Eemshaven B.V en stichting windpark Emmapolder hebben meldingen gedaan in het kader van 8.40 Wm. Westereems B.V. heeft een Wm vergunning aangevraagd bij de gemeente Eemsmond. De vergunning is door Westereems B.V. aangevraagd op 28 maart 2007. De ontwerpbeschikking is gepubliceerd op 19 oktober 2007. Zienswijze/inhoud Bij brief van 28 november 2007, wordt door de heer Davelaar van Driehoek Advocaten namens 2 rechtspersonen waaronder Waddenwind B.V. alsmede 9 natuurlijke personen (hierna ‘indiener zienswijzen’) zienswijzen ingediend tegen de milieuvergunning. De zienswijzen behelzen de externe veiligheid, meer specifiek ten aanzien van afvallend ijs, en een onduidelijkheid in de voorschriften met betrekking tot geluid, meer specifiek ten aanzien van een onduidelijkheid in de definitie van bedrijfstoestanden van de windturbines die van invloed zijn op de geluidsbronsterkte van de turbines. Besluit Naar aanleiding van de zienswijzen zijn enkele voorschriften toegevoegd m.b.t. te nemen maatregelen bij kans op afvallend ijs. Daarnaast is een nadere toelichting gegeven op de bedrijfstoestanden van de turbines en de relatie tot de geluidsbronsterkte van de turbines. Wij hebben besloten het besluit om de
4
milieuvergunning te verlenen en wel op grond van het ontwerpbesluit en de aanpassingen naar aanleiding van de zienswijzen. Beschikking De beschikking wordt toegezonden aan de aanvrager en gepubliceerd op de gebruikelijke wijze. De laatste dag van de beroepstermijn is 13 februari 2008. Beroep/ onherroepelijke vergunning Er is geen beroep ingesteld. De Wm-vergunning is in werking getreden op de dag na de laatste dag van de beroepstermijn, t.w. 14 februari 2008, en is hiermee onherroepelijk. Nb- vergunning Voor de oprichting en het in werking hebben van de windturbines zijn in augustus 2006 door meerdere partijen Natuurbeschermingswetvergunningen aangevraagd. De Natuurbeschermingswet (Nb) kent voor het nemen van het primaire besluit een bijzondere regeling, t.w. besluit 13 weken na aanvraag met een verlengingsmogelijkheid met nog eens 13 weken. Daarnaast vindt artikel 4.8 Awb toepassing. Dit betekent dat het bestuursorgaan belanghebbenden, die naar verwachting bedenkingen zullen hebben tegen de vergunningverlening om zienswijzen moet worden gevraagd. Tegen het besluit kan bezwaar worden gemaakt bij het bestuursorgaan waarna rechtstreeks beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zienswijzen Growind B.V., Electrabel Nederland Sales B.V, Electrabel Nederland Services B.V.; en Delta Delfzijl B.V.; Delta Eemshaven B.V verkrijgen zonder problemen een Nb- vergunning. stichting windpark Emmapolder heeft inmiddels een Nbvergunning aangevraagd. Er worden in totaal 6 zienswijzen ingediend tegen de Nb- beschikking van Westereems B.V., waar van twee door Nederlandse bestuursorganen, twee door Duitse bestuursorganen en twee door belangenverenigingen, te weten de Waddenvereniging en Vogelbescherming Nederland. Hierop volgen gesprekken tussen initiatiefnemers en de belangenverenigingen om na te gaan of de bedenkingen weg kunnen worden genomen. Besluit De minister neemt op 30 maart 2007 een besluit. De Nb- vergunning wordt verleend met uitzondering van de aanvraag voor het deel van het windpark dat in de Emmapolder is gelegen. Bezwaar De Waddenvereniging gaat in bezwaar tegen de verleende Nb- vergunning maar trekt haar bezwaar na overleg met de initiatiefnemers in. Zij wenst wel in de bezwaarprocedure betrokken te blijven. Westereems B.V. gaat in bezwaar tegen de weigering van de vergunning voor wat betreft het deel van het windpark gelegen in de Emmapolder. Daarnaast wordt door enkele belanghebbende (rechts)personen en bestuursorganen, waaronder de provincie Groningen en de gemeente Eemsmond, bezwaar gemaakt tegen de weigering van de minister om een vergunning te verlenen voor een windpark in de Emmapolder.
5
Hoorzitting Op 16 augustus 2007 vindt in Den Haag een hoorzitting plaats. Naast de belanghebbenden die bezwaar hebben gemaakt is ook de stichting Windhoek en de Waddenvereniging op uitnodiging van LNV aanwezig. Beschikking op bezwaar De minister neemt op 12 november 2007 een nieuw besluit. Er wordt nu ook vergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een windpark in de Emmapolder. Dit besluit is genomen op grond van dringende redenen van groot openbaar belang en het ontbreken van alternatieven. Essent dient wel een compensatiemaatregel te nemen in de vorm van het afbreken van het windpark Lauwersoog. Beroep RvS Op 19 december 2007 stelt de stichting Windhoek beroep in tegen het besluit bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS). Dit is het enige ingestelde beroep. Beroep door stichting Windhoek is mogelijk daar de beschikking (voor de Emmapolder) is gewijzigd. De Waddenvereniging heeft per brief aangegeven het besluit te betreuren maar geen beroep in te zullen stellen. De verwachting is dat er in het najaar van 2008 een hoorzitting zal worden gehouden, waarna vermoedelijk de uitspraak van de RvS zal volgen in het voorjaar van 2009. Er is geen verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Planologische procedure Het ontwerp bestemmingsplan windpark Eemshaven heeft overeenkomstig artikel 23 WRO, voor een periode van zes weken ter inzage gelegen en wel tot en met 29 mei 2008. Tijdens genoemde periode zijn geen zienswijzen ingediend. VERVOLG Planologische procedure Op grond van artikel 26 WRO wordt het bestemmingsplan zo spoedig mogelijk na het raadsbesluit ter inzage gelegd voor de duur van zes weken. Artikel 27 WRO zegt: “Degene die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, alsmede een belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet overeenkomstig artikel 23 juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, kan gedurende de in artikel 26 genoemde ter mijn van terinzagelegging bij gedeputeerde staten bedenkingen inbrengen tegen het bestemmingsplan.” Het door de raad vastgestelde bestemmingsplan wordt door gedeputeerde staten van de provincie Groningen goedgekeurd. Het goedkeuringsbesluit wordt gepubliceerd gedurende de periode van zes weken en tijdens deze termijn kan beroep worden aangetekend bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Wet milieubeheer De meldingen in het kader van de Wm zijn door alle partijen, die daarvoor in aanmerking kwamen inmiddels gedaan. De ingediende milieuvergunning door Westereems B.V. is inmiddels onherroepelijk. De melding in het kader van de
6
Wm door Electrabel Nederland Sales B.V, Electrabel Nederland Services B.V. is omgezet in een milieuvergunning voor Electrabel B.V. en is ook onherroepelijk. Nb- vergunning Zoals hiervoor is aangegeven heeft stichting windpark Emmapolder inmiddels een Nb- vergunning aangevraagd bij het ministerie van LNV. Daar de stichting verwees naar de Passende beoordeling behorende bij de Nb- aanvraag van Westereems B.V. en deze niet was bijgevoegd, heeft het ministerie gevraagd om toezending van bedoelde Passende beoordeling. Indien hieraan niet wordt voldaan zal de Nb- aanvraag waarschijnlijk (kennelijk) niet-ontvankelijk worden verklaard door LNV. De Nb- vergunning van Westereems B.V. is nog niet onherroepelijk. De verwachting is dat het beroep ingediend bij de RvS door stichting Windhoek in het najaar van 2008 zal worden behandeld, waarna vermoedelijk eind 2008 uitspraak zal volgen Bestemmingsplan Ten gevolge van de initiatieven van NUON en RWE Power AG kan in de oostlob van de Eemshaven een aantal windturbines niet meer worden geplaatst. Hiervoor zijn, in overleg met de initiatiefnemers, Groningen Seaports, provincie Groningen, gemeente Eemsmond in de westlob een viertal nieuwe lokaties gezocht en deze zijn opgenomen in de plankaart. Daarnaast is in de voorschriften van het bestemmingsplan windpark Eemshaven een vrijstellingsbevoegheid opgenomen (artikel 4 lid 2 onder e, sub I). De reden hiervoor is dat wanneer ten gevolge van nieuwe initiatieven in de Eemshaven er windmolens verplaatst dienen te worden gebruik kan worden gemaakt van de genoemde vrijstellingsprocedure. In de oostlob zijn hiervoor nog vier locaties beschikbaar. Een van de voorwaarden is dat het aantal te plaatsen turbines maximaal 88 mag bedragen. Wordt dit aantal overschreden dan kan niet meer worden voldaan aan de uitgangspunten van het MilieuEffectRapport (MER) windpark Eemshaven. Financiële consequenties Aan dit voorstel zijn geen financiële consequenties verbonden. Voorstel Wij stellen u voor het bestemmingsplan windpark Eemshaven vast te stellen, zodat daarna de goedkeuring van het bestemmingsplan kan worden gevraagd bij gedeputeerde staten van de provincie Groningen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsmond,
M. van Beek, burgemeester
drs. H.J.J. Groothuis, secretaris