Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.Onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!STUUR DIT RAADSVOORSTEL WANNEER HET GEREED IS, DIRECT DOOR NAAR TEKSTVERWERKING!!!!!! DUS NIET WACHTEN TOT NA DE B. EN W.-VERGADERING!!!!!
Raadsvergadering
: 27 juni 2016
Voorstelnr.
: R 7158
Onderwerp
: wijziging Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 Stadskanaal, 10 juni 2016
Beslispunten 1. De Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 wijzigen door de tekst van artikel 3, tweede lid te vervangen, door artikel 5, lid 3 te laten vervallen, door nieuwe artikelen 8 tot en met 15 en een nieuw artikel 19 toe te voegen. 2. Het besluit van ons college tot wijziging van de Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 voor kennisgeving aannemen.
Aan de raad 1.
Inleiding Correctie inleidende tekst verordening (intitulé) In de Intitulé, de inleiding van de verordening, wordt verwezen naar een irrelevant artikel en mist een bepaalde verwijzing. Het gaat om artikel 8.1.1, lid 4 die moet worden veranderd in artikel 8.1.1, lid 3 en om het toevoegen van artikel 2.10 van de Jeugdwet waarnaar wordt verwezen. Afgeven beschikking bij verwijzing door huisarts, specialist of jeugdarts Met de vaststelling van de verordening is in artikel 3, tweede lid van de verordening gekozen om bij verwijzing via een huisarts, medisch specialist of jeugdarts te allen tijde een beschikking af te geven inzake de ingezette jeugdhulpvoorziening. In de praktijk levert deze werkwijze veel overbodige administratieve handelingen op. In de meerderheid van de gevallen bestaat er geen onduidelijkheid over de noodzaak om een jeugdhulpvoorziening in te zetten. Het is daarom niet nodig gebleken dat in dat soort gevallen een beschikking moet worden afgegeven. Mocht een jeugdige of zijn ouder daarom verzoeken, zal (alsnog) een beschikking worden afgegeven zodat de rechtsbescherming voor de belanghebbenden gewaarborgd blijft. Wij stellen u daarom voor om artikel 3, tweede lid te wijzigen, zodat het mogelijk is om alleen op verzoek van de jeugdige en/of zijn ouders, bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een Persoonsgebonden Budget (PGB), of bij een afwijzing een beschikking af te geven. Gewijzigd rijksbeleid inzake inning van een ouderbijdrage voor Jeugdhulp De rijksoverheid heeft bepaald om per 1 januari 2016 geen ouderbijdrage meer te heffen voor Jeugdhulp. De verordening dient navenant te worden aangepast. Dat gebeurt door verwijdering van artikel 5, lid 3. De Jeugdwet verplicht om bij verordening te regelen hoe wordt afgestemd met andere domeinen artikelen 2.9, 2.10 en 2.12 van de Jeugdwet Op grond van de eis in de Jeugdwet om bij verordening te regelen hoe wordt afgestemd met andere (gemeentelijke) domeinen, is een tekst opgesteld (artikelen 8 tot en met 15), waarin wordt beschreven hoe afstemming wordt gezocht met Gezondheidszorg, Gecertificeerde Instellingen, Justitiedomein, Voorschoolse voorzieningen, Veilig Thuis, Onderwijs, Wmo-voorzieningen en Voorzieningen Werk en Inkomen.
1
Betrekken ingezetenen bij beleid Jeugdhulp Uw raad heeft op 20 oktober 2014 de Verordening participatieraad Stadskanaal 2012 gewijzigd zodat de participatieraad eveneens over het beleid inzake de jeugdhulp kan adviseren. Met de toevoeging van artikel 19 in de verordening wordt deze adviesmogelijkheid geformaliseerd. Daarnaast is een bepaling opgenomen, nu, op grond van artikel 2.10 van de Jeugdwet in samenhang met artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, dient te worden bepaald op welke wijze ingezetenen worden betrokken bij de uitvoering van de Jeugdwet. De Participatieraad is het eerst aangewezen adviesorgaan; daarnaast kan jaarlijks in samenwerking met de Participatieraad ingezetenen, cliënten en vertegenwoordigers van cliënten worden uitgenodigd voor overleg over beleid betreffende jeugdhulp en de uitvoering daarvan. Uw raad delegeert de uitvoering hiervan aan ons college. Ter uitvoering van deze delegatie zullen de Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 worden uitgebreid met een daartoe strekkende nieuw artikel 12. Actualiseren Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 Naar aanleiding van het nieuwe artikel 19 in de verordening zal inzake de uitwerking van dit artikel een daartoe strekkende bepaling worden opgenomen in de Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 (artikel 12). Wij bieden u het besluit tot wijziging van de Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 ter kennisneming aan.
2.
1.1.
Beoogd effect Voldoen aan de wet- en regelgeving.
1.2.
Een actuele verordening en de daarop gebaseerde nadere regels.
Argumenten 2.1. Met het aanpassen van artikel 3, tweede lid wordt voorkomen dat onnodig toekennende beschikkingen dienen te worden afgegeven. Veelal zal bij verwijzing door een huisarts, specialist of jeugdarts het niet nodig zijn om nog een beschikking af te geven. Dit voornamelijk omdat in bijna alle gevallen (zo is gebleken) de belanghebbende de jeugdhulp verkrijgt die nodig wordt geacht door de professional en de cliënt. Slechts in het geval de jeugdige of zijn ouders daarom verzoeken, of indien ons college van oordeel is dat de voorziening dient te worden geweigerd, geven wij een beschikking af. Op deze manier wordt de rechtsbescherming van de belanghebbende gewaarborgd. In het geval de voorziening wordt verleend in de vorm van een PGB, legt ons college de verstrekking van de individuele voorziening in elk geval vast in een beschikking. Dit om de rechtmatigheid van de verstrekking te waarborgen. 2.2. Met het verwijderen van artikel 5, lid 3 en het toevoegen van de artikelen 8 tot en met 15 wordt voldaan aan wettelijke bepalingen. 2.3. Het betrekken van ingezetenen bij het beleid inzake de jeugdhulp is geformaliseerd met het opnemen van het nieuwe artikel 19 in de verordening.
3.
Draagvlak Gelijk met dit raadsvoorstel ontvangt u het advies dat ter zake is uitgebracht door de Participatieraad Stadskanaal.
4.
Aanpak/uitvoering/voortgang Nadat uw raad het besluit tot wijziging van de Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 heeft vastgesteld, zal de verordening geconsolideerd in onze regelingenbank worden opgenomen. 4.1.
Communicatie Het besluit tot wijziging van de Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 zal worden bekendgemaakt in het elektronisch Gemeenteblad. 2
5.
Juridische consequenties De Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 is een algemeen verbindend voorschrift en niet appellabel, derhalve is een besluit tot wijziging ook niet vatbaar voor bezwaar of beroep. Het besluit tot wijziging dient op grond van artikel 139 van de Gemeentewet te worden bekendgemaakt in het elektronisch Gemeenteblad; de wijzigingen treden acht dagen na bekendmaking in werking. Op grond van artikel 140 van de Gemeentewet dient de verordening eveneens op geconsolideerde wijze elektronisch raadpleegbaar te zijn. De gewijzigde Verordening Jeugdhulp Stadskanaal wordt daartoe opgenomen in onze regelingenbank.
6.
Kosten, baten en dekking Met de wijziging van de Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 zijn geen kosten gemoeid.
7.
Standpunt Participatieraad De Participatieraad Stadskanaal is gevraagd te adviseren over dit voorstel en de aanpassing van de verordening. Dit advies wordt u separaat aangeboden zodat u dit kunt betrekken bij uw besluitvorming.
Burgemeester en wethouders
de heer G.J. van der Zanden secretaris
mevrouw B.A.H. Galama burgemeester
MHa/ 3
De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 juni 2016, nr. R 7158; gelet op de wens om de Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 te actualiseren; besluit: de Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015 te wijzigen door: A In de Intitulé, de inleiding van de verordening, te wijzigen "artikel 8.1.1, lid 4" in "artikel 8.1.1, lid 3" en toe te voegen de verwijzing naar artikel 2.10 van de Jeugdwet. B De tekst van artikel 3, tweede lid, nu luidende "het college stelt bij beschikking vast welke individuele voorziening aan de jeugdige of zijn ouders wordt toegekend", te vervangen door de navolgende tekst: "Als de jeugdige of zijn ouders hierom verzoekt, legt het college de verstrekking van de individuele voorziening(en) vast in een beschikking. Het college geeft in ieder geval een beschikking af indien: a. de verstrekking van een individuele voorziening wordt afgewezen; b. de individuele voorziening wordt verstrekt als PGB." C De tekst van artikel 5, lid 3, nu luidende "als sprake is van een te betalen ouderbijdrage wordt dit opgenomen in de beschikking", te laten vervallen. D Onder gelijktijdige vernummering van de artikelen 8, 9 en 10 naar respectievelijk 16, 17 en 18, toe te voegen de nieuwe artikelen 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 inzake Afstemming met andere domeinen, luidende: "Artikel 8 Gezondheidszorg 1. Het college maakt afspraken met de huisartsen, medisch specialisten, jeugdartsen en de zorgverzekeraars over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop de verwijzing, als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, onderdeel g van de wet en artikel 3, lid 1 van deze verordening, plaatsvindt. 2. Het college maakt afspraken met de huisartsen, de medisch specialisten, de jeugdartsen en de zorgverzekeraars over de wijze waarop de verwijzing naar een individuele voorziening bekrachtigd wordt in een besluit van het college als bedoeld in artikel 3, lid 2 van deze verordening. 3. Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die in behandeling zijn en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijk kader. Artikel 9 Gecertificeerde instellingen 1. Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen over de aansluiting tussen de algemene voorzieningen als bedoeld in artikel 2 en de gecertificeerde instellingen.
1
2. Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen over:
a. het overleg over de aangewezen jeugdhulp in het kader van de kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering, zoals bedoeld in artikel 3.5, lid 1 van de wet; b. het overleg over de eventueel gewenste jeugdhulp na beëindiging van de kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering; c. de vorm en inhoud van het besluit tot inzet van jeugdhulp van de gecertificeerde instelling en hoe het college daarvan op de hoogte gesteld wordt; d. wanneer en onder welke voorwaarden de gecertificeerde instelling budgethouder van een Persoonsgebonden Budget kan zijn namens de jeugdige en zijn ouders; e. hoe te handelen wanneer de gecertificeerde instelling meent dat niet gecontracteerde jeugdhulp ingezet dient te worden. 3. Het college en de gecertificeerde instelling leggen de afspraken als bedoeld in het tweede lid vast in een protocol als bedoeld in artikel 3.5, lid 3 van de wet. Artikel 10 Justitiedomein 1. Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4, lid 2 onderdeel b van de wet. 2. Het college en de betrokken instellingen nemen de afspraken zoals bedoeld in het eerste lid op in het protocol zoals bedoeld in artikel 9, lid 3 van deze verordening en het protocol bedoeld in artikel 3.1, lid 5 van de wet. Artikel 11 Voorschoolse voorzieningen 1. Het college maakt afspraken met de (brancheorganisatie van) instellingen voor peuterspeelzaalwerk en kinderopvang over: a. de afstemming tussen de algemene voorzieningen als bedoeld in artikel 2 en de voorschoolse voorzieningen; b. de afstemming, voor zover en indien noodzakelijk, bij het toekennen van individuele voorzieningen voor jeugdigen en hun ouders; c. de terugkoppeling over de voortgang en resultaten van de individuele voorzieningen; d. de gezamenlijke zorgarrangementen en de toegang hiertoe. 2. Het college en de brancheorganisatie leggen de afspraken als bedoeld in het eerste lid vast in een protocol. Artikel 12 Veilig Thuis Het college maakt afspraken met Veilig Thuis over de toegang naar algemene en individuele voorzieningen. Artikel 13 Onderwijs 1. Het college maakt afspraken met de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs en de schoolbesturen speciaal onderwijs over: a. de afstemming tussen de algemene voorzieningen als bedoeld in artikel 2, leerplicht en het onderwijs en de onderwijsvoorzieningen op de scholen; b. de afstemming, voor zover en indien noodzakelijk, bij het toekennen van individuele voorzieningen voor leerlingen en hun ouders; c. de terugkoppeling over de voortgang en resultaten van de individuele voorzieningen; d. de gezamenlijke onderwijszorgarrangementen en de toegang hiertoe. 2. Het college en de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs leggen de afspraken als bedoeld in het eerste lid vast in een protocol. Artikel 14 Wmo‐voorzieningen 1. Het college draagt zorg voor een goede afstemming van voorzieningen op grond van deze verordening en voorzieningen voor jeugdigen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
2
2. Het college draagt zorg voor een goede afstemming van de voorzieningen voor jeugdigen op grond van deze
verordening en voorzieningen voor volwassenen, zijnde ouders, op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. 3. Het college draagt zorg voor de continuïteit van zorg onder zijn verantwoordelijkheid wanneer de jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt. Artikel 15 Voorzieningen werk en inkomen 1. Het college draagt zorg voor een goede afstemming van voorzieningen op grond van deze verordening en (re‐integratie)voorzieningen voor jeugdigen op grond van de Participatiewet, waaronder leerwerktrajecten. 2. Het college draagt zorg voor een goede afstemming van voorzieningen op grond van deze verordening en voorzieningen voor volwassenen, zijnde ouders, op grond van de Participatiewet dan wel aanvullend minimabeleid. E Onder gelijktijdige vernummering van de artikelen 11 en 12 naar 20 en 21 een nieuw artikel 19 getiteld Betrekken van de ingezetenen bij het beleid op te nemen, luidende als volgt: 1. Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. 2. Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning. 3. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het eerste en tweede lid. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2016.
De raad
De heer K. Willems raadsgriffier
mevrouw B.A.H. Galama voorzitter
MHa/ 3
De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 juni 2016, nr. R 7158; en met inachtneming van de wijzigingen van de Verordening jeugdhulp Stadskanaal 2015; besluit: het besluit van het college tot wijziging van de Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 voor kennisgeving aan te nemen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2016.
De raad
De heer K. Willems raadsgriffier
MHa/
mevrouw B.A.H. Galama voorzitter