10it00376
Lijst nog af te handelen ingekomen stukken. Raadsvergadering 26 mei 2010 Alle onderliggende stukken liggen ter inzage tenzij anders vermeld.
1.
Schrijven d.d. 6 april 2010 van de fractie VVD (10i0004078) met vragen ex art. 38 RvO betreffende geplande afsluiting brug N300 over de N281. Uw raad wordt verzocht om kennis te nemen van het antwoordschrijven (10u0008204) aan de fractie VVD Kerkrade.
2.
Schrijven d.d. 8 april 2010 van de fractie VVD (10i0005076) met vragen ex art. 38 RvO met betrekking tot investeringen in gemeenschapshuis Catharinahoes Holz. Uw raad wordt verzocht om kennis te nemen van het uitstelschrijven (10u0008743) aan de fractie VVD Kerkrade.
3.
Schrijven d.d. 16 april 2010 van de fractie GroenLinks (10i0004354) met vragen ex art. 38 RvO met betrekking tot de uitkomsten in het Databoek 2010 van Kinderen in Tel. Uw raad wordt verzocht om kennis te nemen van het uitstelschrijven (10u0008766) aan de fractie GroenLinks Kerkrade.
4.
Schrijven d.d. 18 april 2010 van de fractie VVD (10i0004393) met vragen ex art. 38 RvO inzake verkeerssituatie Ursulinenpark. Uw raad wordt verzocht om kennis te nemen van het uitstelschrijven (10u0009179) aan de fractie VVD Kerkrade.
5.
Schrijven d.d. 20 april 2010 van de fractie GroenLinks (10i0004492) met vragen ex art. 38 RvO inzake bevolkingsprognose, herstructurering en herindeling. Voor beantwoording aan college.
6.
Schrijven d.d. 21 april 2010 van de fractie SP (10i0004519) met vragen ex art. 38 RvO inzake plan van aanpak teneinde verpaupering en verloedering in buurten te voorkomen. Voor beantwoording aan college.
7.
Schrijven d.d. 1 mei 2010 van de fractie VVD (10i0004881) met vragen ex art. 38 RvO inzake speelplekken Terwinselen. Voor beantwoording aan college.
8.
Schrijven d.d. 30 april 2010 van de fractie SP (10i0005315) met vragen ex. art. 38 RvO inzake Kledingbank Limburg. Voor beantwoording aan college.
9.
Schrijven d.d. 6 mei 2010 van de fractie SP (10i0005475) met vragen ex art. 38 RvO inzake Hoofdstraat en de groenlichtverklikker. Voor beantwoording aan college.
10. Jaarverslag 2009 GGD Zuid-Limburg, afdeling GHOR en conceptbegroting 2011 GHOR. Uw raad wordt verzocht zich te conformeren aan het advies van de commissie Algemene Zaken en Middelen van 10 mei 2010 waarbij men positief adviseert inzake het Jaardocument 2009 en de conceptbegroting 2011 van de GGD Zuid-Limburg afdeling GHOR. 11. Conceptbegroting 2011 Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg. Uw raad wordt verzocht het advies van de commissie Burgers en Samenleving van 11 mei 2010 te volgen en positief te adviseren inzake de conceptbegroting 2011 met dien verstande dat rekening gehouden dient te worden met het in acht nemen van de zogenaamde nul-lijn. 12. Conceptbegroting 2011 van GR Rd4. Uw raad wordt verzocht het advies van de commissie Grondgebied en Economische Zaken van 12 mei 2010 te volgen en positief te adviseren inzake de conceptbegroting 2011 met dien verstande dat verzocht zal worden rekening te houden met de geconstateerde discrepantie in de rekening 2009 en begroting 2010 van de posten uitbestede werkzaamheden en overige goederen en diensten, de discrepantie in de ontwikkeling FTE’s in relatie met de begrote loonkosten alsook meer rekening te houden met bevolkingsontwikkelingen. 13. Raadsinformatiebrief inzake actieplan jeugdwerkloosheid. Uw raad wordt verzocht zich te conformeren aan het advies van de commissie Burgers en Samenleving van 11 mei 2010 en de raadsinformatiebrief voor kennisgeving aan te nemen. 14. Brief van de burgemeester van Kerkrade aan de Brandweer Zuid-Limburg inzake begroting 2011 en jaarstukken 2009. Uw raad wordt verzocht de brief voor kennisgeving aan te nemen.
Zaaknummer Blad
1
Fractie VVD t.a.v. de heren Gehlen en Schneider Burg. Franssenstraat 62 6467 AM KERKRADE
Bezoekadres:
Markt 33 Ambtenaar
E. Komen Doorkiesnummer
045 - 567 65 28 Telefax
045 - 567 65 35 Zaaknummer
10i0004078 Uw offerte van Uw kenmerk Onderwerp
Ons kenmerk
Datum
10u0008204
12 mei 2010
Vragen ex. art. 38 Bijlage(n)
-1Bestandsnaam
Geachte heren, Hierbij doen wij u de antwoorden op de door u gestelde vragen inzake de afsluiting brug N300 over de N281 toekomen. De provincie heeft de gemeente Kerkrade ingelicht over de geplande werkzaamheden. Tijdens dat gesprek heeft de Gemeente Kerkrade de provincie erop gewezen dat de bereikbaarheid van de Rodaboulevard, het Parkstad Limburg stadion van Roda JC en nabij gelegen bedrijfsterreinen gewaarborgd diende te worden. Er is met nadruk gewezen op het belang van het openhouden van de aansluiting Wiebachstraat. Tevens is er gewezen op het belang van voldoende communicatie met de ondernemers op de verschillende bedrijfsterreinen. Uit het gesprek op 17 februari kwam naar voren dat het werk aan de N300 vooraf aan de grootschalige werkzaamheden aan de N281 zou worden uitgevoerd. De werkzaamheden zouden begin maart van start gaan. Een volledige afsluiting van de N300 was, gezien de planning (in relatie tot het werk aan de N281) en gezien de door de Gemeente Kerkrade voorgestelde aanpassingen van de omleiding route acceptabel. Daar het hier een project betreft van de Provincie Limburg zou de communicatie door deze worden verzorgd. De Gemeente Kerkrade heeft aangeboden om aanvullend een provinciaal persbericht op de gemeente pagina te plaatsen. Een persbericht is door de provincie niet aangeleverd.
Zaaknummer Blad
2
Inmiddels is ook de Gemeente Kerkrade verrast door de wijzigingen in de planning, het ontbreken van voldoende communicatie en het niet voldoende aanpassen van de omleidingen. Hierop heeft het college een brief gestuurd naar Gedeputeerde Staten met daarin onder meer een aantal verzoeken om zowel de communicatie als de omleidingen aan te passen. Genoemde brief is als bijlage toegevoegd.
Het college,
De Secretaris
J.J.M. Som
mr. C.M. Kuikman
Nummer.: 10it00361
Kerkrade, 19 mei 2010
Bijgaand treft u het advies van het college aan inzake: 1. 2.
Jaardocument 2009 van de GGD Zuid- Limburg afdeling GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) (welke ter inzage ligt) Conceptbegroting 2011 van de GGD Zuid-Limburg afdeling GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) (welke ter inzage ligt).
De commissie Algemene Zaken en Middelen wordt gevraagd haar visie te geven over deze documenten en aan de raad ter vaststelling voor te leggen middels de ingekomen stukken.
Op 12 maart 2010 heeft het Dagelijks Veiligheidsbestuur van de Brandweer /GHOR Zuid-Limburg ingestemd met het Jaardocument 2009 en de conceptbegroting 2011 van de GHOR. Conform artikel 11.3 van de Gemeenschappelijke Regeling Brandweer/ GHOR Zuid-Limburg zendt het dagelijks bestuur de ontwerpbegroting vóór 1 april toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. De raden kunnen voor 1 juni bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-begroting zoals deze aan het algemeen bestuur ter vaststelling wordt aangeboden 18 juni 2010. In artikel 11.4 is eenzelfde regeling vastgelegd voor de ( concept ) jaarrekening.
In de onderstaande teksten wordt een samenvatting gegeven. Voor een volledig overzicht wordt verwezen en naar het Jaardocument 2009 en de begroting 2011 van de GGD, afdeling GHOR.
Jaardocument 2009 van de GGD Zuid-Limburg afdeling Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen In dit document zijn het jaarverslag en de jaarrekening samengebracht .
Jaarverslag 2009 In het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste activiteiten en het gevoerde beleid in 2009. De GHOR Zuid-Limburg is een hulpverleningsdienst die ten behoeve van de 19 Zuid-Limburgse gemeenten verantwoordelijk is voor de hulpverlening bij een ramp c.q. een grootschalig ongeval.De Ghor stelt hierbij de gezondheid van de slachtoffers centraal en zorgt als regisseur van de witte kolom voor een optimale samenwerking tussen de geneeskundige hulpverleners, zowel nationaal als internationaal. De Ghor maakt organisatorisch deel uit van de GGD Zuid-Limburg, maar wordt
bestuurlijk aangestuurd door het Algemeen Veiligheidsbestuur ( Gemeenschappelijke Regeling GHOR – Brandweer Zuid-Limburg ). De GHOR ontplooit haar activiteiten in alle vijf de schakels van de veiligheidsketen ( pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg ).In het jaarverslag 2009 is beschreven welke activiteiten de GHOR in 2009 heeft verricht. In het onderstaande treft u de speerpunten in 2009 aan. Een volledige toelichting op deze punten treft u in het Jaardocument 2009 GHOR Zuid-Limburg aan.
Pro-actie ( wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid) en Preventie (het beperken van de risico’s ) De Ghor houdt voortdurend nieuwe ontwikkelingen in de gaten en adviseert gemeenten omtrent de geneeskundige aspecten hiervan. In 2008 is de nota Vitale Infrastructuur opgesteld waarin wordt beschreven hoe gehandeld moet worden bij uitval van stroom, gas, water of telefonie. In 2009 zijn werkafspraken hieromtrent geïmplementeerd. De Ghor werkte in 2009 en ook nu nog mee aan het plan tunnelveiligheid en adviseerde in 2009 bij 29 grotere evenementen waaronder het WMC in Kerkrade ( en kwam hierbij ook tot inzet ). Preparatie ( voorbereiding op hulpverlening bij rampen ), repressie ( daadwerkelijke inzet en coördinatie hulpverlening ) en nazorg (terugkeer na normale situatie en bijdrage herstel slachtoffers ) Preparatie In het kader van opleiden en oefenen is vastgelegd welke ambtenaren hebben deelgenomen aan inzetten, oefeningen, opleidingen en trainingen en kan aan de hand van indicatoren worden bepaald of de functionaris voldoende kennis en kunde heeft om ingezet te worden. Naast het oefenen met Euregionale partners werd ook veel aandacht besteed aan multidisciplinair oefenen: het oefenen met politie, brandweer en gemeenten. In het kader van operationele planvorming is gewerkt aan eenduidige advisering op het gebied van RNBC-incidenten ( radiologisch, nucleair, biologisch en chemisch ). De koppeling van de twee informatiesystemen ambulancebijstand en gewondenspreiding, die in Zuid –Limburg gebruikt worden, is nog niet gelukt. De Ghor heeft dit wel als speerpunt neergelegd op de landelijke overlegtafels. In 2009 is een systeem aangeschaft waardoor de Ghor inzicht krijgt in de beschikbare capaciteit bij instellingen die betrokken zijn bij de rampenbestrijding ( zorginstellingen ). Aan de invulling wordt gewerkt. Repressie Operationeel is de Ghor in 2009 30 keer betrokken geweest bij incidenten waarvan in Kerkrade vijf keer: 13 april 2009 een zeer zwaar persoon uit een flatgebouw geëvacueerd 20 juli 2009 bij een gaslek 21 augustus 2009 bij de brand in de parfumfabriek op de Tunnelweg 21 november bij een brand in een appartementencomplex in Eygelshoven 18 december bij de brand in een bejaardencentrum in Kerkrade Het tweede halfjaar heeft voornamelijk in het teken gestaan van de Influenza A-pandemie. Naast de update van de regionale draaiboeken werd een overlegstructuur met de huisartsen opgebouwd en een communicatiestructuur met de zorginstellingen opgezet.De Ghor vervulde verder een centrale rol in de voorbereiding en uitvoering in de vaccinatiecampagne. In totaal werden bijna 35.000 personen gevaccineerd in Zuid-Limburg op drie locaties ( Parkstad Limburg Stadion, de Geusselt en het Fortunastadion ). Beleid en bestuur De Wet Veiligheidsregio’s, die in 2010 van kracht gaat worden, vervangt onder andere ook de Wet Geneeskundige hulpverlening bij Ongevallen en Rampen en de Brandweerwet. Deze nieuwe wet is een multidisciplinaire wet waarin de samenwerking tussen politie, brandweer, Ghor en gemeenten is beschreven.
Het beleidsplan Ghor 2010-2013 is opgesteld en geeft de kaders aan waarbinnen de komende jaren gewerkt zal gaan worden; de Ghor gaat een bijdrage leveren aan het opstellen van het regionale crisisplan en het organisatieplan. In het kader van de Wet Veiligheidsregio’s wordt de Veiligheidsregio Zuid-Limburg een feit: een gemeenschappelijke regeling is de basis van deze samenwerking tussen de politie Limburg-Zuid,de Ghor, de Brandweer Zuid-Limburg en de negentien Zuid-Limburgse gemeenten. Naast een eigen taak van de kolommen hebben zij ook een gemeenschappelijke taak: de feitelijke borging van de veiligheidsregio, het goed laten functioneren van de multidisciplinaire bestrijding van zware ongevallen en rampen. Vanaf medio 2010 wordt de Ghor gehuisvest in het nieuwe Meld- en coördinatiecentrum in Maastricht. Verder heeft een recent rapport van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid 2009 laten zien dat de Ghor Zuid-Limburg over de hele linie goed tot bovengemiddeld scoort in een benchmark tussen de 25 Ghor-regio’s. Jaarrekening 2009 De gemeente Kerkrade betaalde over het jaar 2009 en op basis van het inwoneraantal een bijdrage van € 77.328,-- aan de GHOR Zuid-Limburg. De bijdrage bedroeg € 1,585 per inwoner per jaar. De Ghor heeft over 2009 een negatief resultaat van € 58.715,-- Dit resultaat wordt met name veroorzaakt door de aanstelling van een secretaresse in het kader van de doorontwikkeling van de veiligheidsregio. De kosten voor deze uitbreiding bedragen € 56.000,-- Deze uitbreiding is permanent en wordt in de toekomst betaald uit de verhoogde BDUR ( Besluit Doeluitkering Rampenbestrijding )gelden. Dit negatieve resultaat werd betaald uit de algemene reserve van de Ghor, die daarmee daalde en in 31 december 2009 uitkwam op € 114.370, --
Conceptbegroting 2011 van de GGD Zuid-Limburg afdeling GHOR De Ghor heeft nog steeds de ambitie om samen met de ketenpartners er voor te zorgen dat in geval van rampen de geneeskundige hulpverlening goed, op tijd en toereikend plaatsvindt, waardoor slachtoffers optimaal geholpen worden en blijvende gezondheidsschade vermeden dan wel geminimaliseerd wordt. De Ghor gaat daarbij uit van de volgende strategie: -Voorkomen is beter dan genezen. Dit betekent dat de Ghor alert is om crises tijdig te signaleren, eventuele gezondheidsrisico’s in kaart te brengen en ervoor te zorgen dat hiervoor op tijd maatregelen worden voorbereid c.q. genomen. -Grootschalige geneeskundige hulpverlening zal pas goed zijn als de reguliere zorg in de dagelijkse situaties goed is. De verantwoordelijkheid van de zorginstellingen daarvoor en de expertise van de daar werkzame professionals vormen de basis voor effectieve hulpverlening bij rampen en crises. -De Ghor verbindt, coördineert, houdt overzicht en neemt initiatieven om het functioneren van zorgketenpartners in grootschalige situaties te optimaliseren en de voorbereiding daarop af te stemmen op het vastgestelde realiseerbaar zorgniveau in Zuid-Limburg en de Euregio. -De Ghor wil ketenpartners, gemeenten en veiligheidsregio in alle fasen van de veiligheidsketen adequaat adviseren en ondersteunen opdat zij hun verantwoordelijkheid voor adequate geneeskundige hulpverlening bij rampen of crises willen waarmaken. -De Ghor vormt de verbinding tussen de geneeskundige hulpverlening en de veiligheidsregio en neemt actief deel aan inspanningen om multidisciplinaire samenwerking te ontwikkelen en waar mogelijk en gewenst te verbeteren. Door het opstellen van het beleidsplan 2010-2013 is belangrijk voorwerk verricht in het kader van nieuwe wet- en regelgeving. Vanuit het bestuur en de directie van de veiligheidsregio is op multidisciplinair vlak gewerkt aan de ontwikkeling van de veiligheidsregio: niet alleen visievorming maar ook aan de gemeenschappelijke slagkracht.
Verder streeft de Ghor naar behoud van het zorgniveau ondanks de financiële krimp. De operationele slagkracht in de repressieve fase zal in de toekomst niet toenemen. Een belangrijk uitgangspunt zal zijn het streven om aan de voorkant het risicoprofiel van de regio te verlagen. Op het gebied van pro-actie en preventie zal de focus liggen op het actualiseren van een goed en volledig beeld van risico-objecten in en rond Zuid-Limburg. De risico’s worden opgenomen in de digitale risicokaart, waardoor deze voor de Ghor en haar partners beschikbaar zijn en gebruikt kunnen worden in crisissituaties. Verder gaat de Ghor nieuwe procedures, protocollen en processchema’s ontwikkelen waardoor adviezen ten behoeve van ruimtelijk beleid en evenementen kunnen worden geoptimaliseerd. Op het gebied van preparatie, repressie en nazorg wordt in 2011 een verbeterplan opgesteld voor grensoverschrijdende samenwerking ( ambulancebijstandsplan en gewondenspreidingsplan ). Bij het opleiden, trainen en oefenen ( OTO-beleidsplan 2009- 2012 ) zijn de speerpunten onder andere de toepassing en implementatie van e-learning, het gebruik en toepassing van landelijk erkende opleidingen en het aantrekken en toerusten van bekwame waarnemers en trainers. De Ghor blijft de continuïteit van de drie hoofdprocessen ( geneeskundige hulpverlening bij rampen, psychosociale hulpverlening en openbare gezondheidszorg ) bewaken en ziet er op toe dat de sleutelfuncties adequaat worden vervuld. Op het gebied van beleid en bestuur neemt de Ghor deel aan landelijke overleggen om regionaal tijdig te kunnen anticiperen op landelijke ontwikkelingen. Door bij te dragen aan een professionele inrichting en werkwijze van het nieuwe Meld- en Coördinatie Centrum in Maastricht wordt gewerkt aan een versterking van multidisciplinaire afstemming en samenwerking. De Ghor voert periodiek overleg met vertegenwoordigers van brandweer, politie en gemeenten om afstemming en samenwerking binnen de veiligheidsregio te optimaliseren. Voor de doorontwikkeling van de veiligheidsregio worden door de Ghor extra BDUR-gelden ( Besluit Doeluitkering Rampenbestrijding ) van het Rijk ontvangen.
Financiële paragrafen Bijdrage per inwoner In 2010 bedroeg de bijdrage per inwoner € 1,6001. In de begroting 2011 is geen indexering op de bijdragen van de gemeenten opgenomen. Daarnaast is conform het bestuursbesluit de bijdrage per inwoner niet verhoogd als gevolg van de daling van het inwoneraantal. De bijdrage per inwoner per jaar blijft voor 2011 € 1,6001. De totale bijdrage van de gemeente Kerkrade bedraagt op basis van het inwoneraantal van 1 januari 2010: 47.697x € 1,6001 = € 76.319,97 De extra gelden die ontvangen worden van het Rijk worden in 2011 ingezet voor de doorontwikkeling van de veiligheidsregio. In het najaar van 2010 zal de GHOR komen met een vertaling van de door het bestuur gevraagde uitwerking van bezuinigingsscenario’s in een perspectief van –20%. Gezien het vorenstaande wordt voorgesteld: in te stemmen met het Jaardocument 2009 en de conceptbegroting 2011 van de GGD Zuid-Limburg afdeling GHOR
Format onderwerpen raadscommissies anders dan via (tijdige) collegebesluiten Onderwerp: Verzoek aan de commissie om haar mening te geven over de conceptbegroting 2011 Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-limburg Portefeuillehouder: Wethouder Krewinkel Aanleiding: Bijgaand treft u de Concept Begroting WOZL voor het jaar 2011 aan, zoals deze door het Dagelijks Bestuur van het Schap is vastgesteld. Het Werkvoorzieningschap OZL is voornemens om haar begroting vast te stellen in haar vergadering van het Algemeen Bestuur van 24 juni a.s. Voor die tijd dienen de raden van de aangesloten gemeenten in staat gesteld te worden hun visie op deze begroting kenbaar te maken. Onze reactie zal worden betrokken bij de beraadslagingen in voornoemde vergadering. Doel behandeling onderwerp: q informatievoorziening ü opiniërend q voorbereiding besluitvorming raad Informatie aan commissie ü schriftelijk/vooraf meegezonden ü mondeling/tijdens vergadering 1) Indien mondeling/tijdens vergadering: presentatie door: functie: Wethouder Krewinkel Frans Schuitmaker duur presentatie: 1)
NB: het is niet mogelijk om ter voorbereiding op besluitvorming in de raad van dezelfde maand, informatie niet vooraf mee te zenden.
Aan De Raad Van de bij WOZL aangesloten gemeenten
Postbus 333 6400 AH Heerlen CBS weg 2 6412 EZ Heerlen T. 045 570 01 23 F. 045 574 09 08
[email protected] www.wozl.nl Bank: 28.50.13.998 Giro: 1412953
Geachte Raad, Bijgaand treft u aan de Conceptbegroting 2011 van het Werkvoorzieningschap OZL, zoals deze in de vergadering van het Dagelijks Bestuur op 18 maart jl. is vastgesteld. Deze conceptbegroting is heden gestuurd aan het College van B & W van uw gemeente met het verzoek deze ter bespreking aan u voor te leggen met de bedoeling uw opvattingen dienaangaande kenbaar te maken. Volgens de wet is het Algemeen Bestuur van WOZL gehouden deze begroting vast te stellen vóór 1 juli, hierbij rekening houdende met de door de aangesloten gemeenten kenbaar gemaakte standpunten. Deze is geagendeerd voor de vergadering van het Algemeen Bestuur van 24 juni aanstaande. Wij willen u vriendelijk verzoeken uw visie met betrekking tot deze conceptbegroting kenbaar te maken uiterlijk op 15 juni aanstaande. Indien er uwerzijds behoefte bestaat aan nadere toelichting hierover in een commissievergadering, zijn wij hiertoe, in overleg met uw portefeuillehouder, gaarne bereid. Hoogachtend, namens het Dagelijks Bestuur
Datum 23-3-2010 Ons kenmerk WOZL-B10-0029 Uw kenmerk
Betreft Concept Begroting 2011 Bijlagen 1 Behandeld door P.F.M. Simons Doorkiesnummer 045-570 0146 E-mail
[email protected]
P.F.M. Simons Bestuurssecretaris Werkvoorzieningschap OZL
In afschrift aan
Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg Concept Begroting 2011
Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d.
De secretaris
P.F.M. Simons
De voorzitter
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
INHOUDSOPGAVE 1. Voorwoord begroting 2011 ................................................................................................................ 2 1.1 Inleiding........................................................................................................................................ 2 1.2 Uitgangspunten voor de begroting .............................................................................................. 2 1.3 Modernisering Wsw ..................................................................................................................... 3 2. Begroting 2011 .................................................................................................................................. 4 2.1 Begroting van lasten en baten 2011............................................................................................ 4 2.2 Toelichting bij de begroting van lasten en baten 2011 ............................................................... 5 3 Paragrafen ........................................................................................................................................ 10 3.1 Weerstandsvermogen................................................................................................................ 10 3.2 Financiering................................................................................................................................ 11 3.3 Bedrijfsvoering ........................................................................................................................... 12 4.0 Meerjarenbegroting ....................................................................................................................... 13 4.2 Uitgangspunten meerjarenbegroting ......................................................................................... 13
Heerlen, 28 april 2010.
1
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
1. Voorwoord begroting 2011 1.1 Inleiding. De begroting van 2011 is opgesteld op basis van de richtlijnen van de vastgestelde wijzigingen van de Wsw, die op 1 januari 2008 zijn ingevoerd. De wetswijziging regelt hoofdzakelijk dat de rijkssubsidie niet langer rechtstreeks naar het Werkvoorzieningschap gaat, maar naar de gemeenten. Basis voor de subsidie per gemeente is het aantal geïndiceerde ingezetenen op 31 december 2009. Op grond van de Gemeenschappelijke Regeling dragen de bij het Schap aangesloten gemeenten hun volledige budget over aan het Schap. Verder zijn de buitengemeenten wettelijk verplicht het subsidiebedrag aan WOZL over te dragen dat samenhangt met het aantal Wsw tewerkgestelde ingezetenen, dat werkzaam is bij het WOZL. De in het Schap deelnemende gemeenten zijn verplicht om het subsidiebedrag dat samenhangt met bij andere werkeenheden werkzame ingezetenen aan deze werkeenheden ter beschikking te stellen. De uitvoering daarvan is opgedragen aan WOZL. Verder heeft iedere gemeente haar eigen taakstelling en haar eigen wachtlijst. Het is de taak van het Werkvoorzieningschap om al deze taakstellingen te bewaken en te realiseren.
1.2 Uitgangspunten voor de begroting De begroting 2011 is gebaseerd op de kerngegevens van de 1ste begrotingswijziging 2010, de subsidiebeschikkingen die door het Ministerie van SZW over het jaar 2010 aan de aangesloten gemeenten zijn toegezonden en de begroting 2010. In de begroting wordt ervan uitgegaan dat het in 2011 te ontvangen subsidie in 2011 volledig wordt besteed. In de loop van september/oktober 2010 worden echter de subsidiebeschikkingen voor 2011 pas afgegeven. Dan is het ook mogelijk om een reëler beeld te presenteren van het feitelijke prestatieveld. Ten opzichte van de begroting van 2010 is wel een aantal actuele ontwikkelingen verwerkt. Met ingang van 1 januari 2007 is voor de facilitaire ondersteuning vanuit Parkstad Limburg een Dienstverleningsovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst zal ook voor 2011 gelden. De kosten van het Sociaal Akkoord op hoofdlijnen zijn op grond van de actuele stand van zaken, zoals opgenomen in de 1de begrotingswijziging 2010, verder bijgesteld. Met ingang van 1 januari 2009 is de rekening courant relatie met Licom NV beëindigd. Daarmee zijn de daarmee samenhangende rentelasten en –opbrengsten, alsmede de risico’s niet meer in deze begroting aanwezig. Licom NV is voor haar financiering, net zoals iedere andere marktpartij, aangewezen op particuliere financiering.
2
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
1.3 Modernisering Wsw De interne voorbereiding op de reeds ingevoerde modernisering van de WSW gaat gewoon door. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft verdere maatregelen met betrekking tot deze modernisering in het vooruitzicht gesteld. Daartoe is een Commissie van Deskundigen, de Commissie “De Vries”, ingesteld, die inmiddels haar advies heeft uitgebracht. Het kabinet heeft daarover inmiddels ook een reactie afgegeven. Naar verwachting zal dit voor het jaar 2011 nog geen grote trendbreuk opleveren voor het bestaande beleid. Wel is door de gemeenten gekozen voor een sterkere invulling van de eigen beleidsverantwoordelijkheid. Daartoe zijn wijzigingsvoorstellen voor de geldende GR in de loop van 2009 aan de diverse raden voorgelegd. Deze zijn inmiddels door alle aangesloten gemeenten vastgesteld. Dit heeft vooralsnog geen consequenties voor de begrotingssystematiek van het Schap. Voor zover zal blijken dat dit voor 2011 wel het geval is, zal hiertoe een begrotingswijziging worden voorbereid. Het wachtlijstbeheer is verder doorontwikkeld om sturing op de ontwikkelkansen van individuele Wsw-ers verder te stimuleren en ook om de diverse taakstellingen per gemeente te kunnen invullen. Daartoe is onder andere de samenwerking met UWV (sinds 1 januari 2009 UWV Werkbedrijf), de gemeenten, de diverse uitvoeringsorganisaties, het onderwijs en een aantal hulpverleningsorganisaties verder geïntensiveerd. De resultaten daarvan zijn zeer positief. Dat geldt ook voor de afstemmingsprocessen tussen het schap en de uitvoeringsorganisaties met betrekking tot informatieontwikkeling op de schaal van de gemeenten en de afspraken met het UWV Werkbedrijf ter verdere stroomlijning en kwalitatieve verbetering van het (her)indicatieproces. Met werkgevers zullen verdere afspraken worden gemaakt om het instrument Begeleid Werken met nog meer resultaat door te ontwikkelen. Sinds 1 juli 2008 is daartoe een Verordening Persoonsgebonden Budget van kracht. Op grond van de gewijzigde GR m.i.v. januari 2010 zijn deze verordeningen inmiddels door alle aangesloten gemeenten omgezet in een gemeentelijke verordening. In nauwe samenwerking met de aangesloten gemeenten, de VNG, het ministerie en natuurlijk onze uitvoeringsorganisaties proberen we effectief een bijdrage te leveren aan het verbeteren van het moderniseringsproces en het vergroten van inzicht in de feitelijke uitvoeringspraktijk en de problemen van alledag die daarbij aan het licht komen. Bijzondere aandacht wordt daarbij, wat ons betreft, besteed aan de administratieve processen, als gevolg van de gewijzigde wet die onevenredig veel tijd en aandacht opeisen, terwijl ze voor de doelstellingen van de modernisering, meer aandacht voor het individu en zijn ontwikkelingsmogelijkheden en de doorstroom “van binnen naar buiten”, geen meerwaarde hebben.
3
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
2. Begroting 2011 2.1 Begroting van lasten en baten 2011 Bedragen x € 1.000
begroting na 2de wijziging 2009
begroting na 1ste wijziging 2010
begroting 2011
Lasten Uitvoering Subsidie werkeenheden Inzet wachtlijstproblematiek Onvoorzien
120.757
120.757
subtotaal
121.856 366 66 122.287
120.757
120.757
subtotaal
300 60 171 75 6 611
317 79 179 56 50 681
320 80 181 57 50 687
subtotaal
375 375
375 375
330 330
Totaal lasten
123.273
121.813
121.774
subtotaal
121.856 430 122.286
120.757 512 121.269
120.757 p.m. 120.757
subtotaal
327 250 100 677
416 215 50 681
422 215 50 687
375 375
375 375
330 330
123.338
122.325
121.774
65
512
0
-547 482 -65
-512 0 -512
p.m. 0 0
0
0
0
Organisatie Personeelskosten Organisatiekosten Dienstverlening Parkstad Limburg Accountants- en advieskosten Rentekosten O/G (saldo)
Kosten Sociaal akkoord op hoofdlijnen
Baten Uitvoering Rijksbudget Premies Begeleid Werken Organisatie Bijdragen gemeenten in Schapslasten Bijdrage niet deelnemende gemeenten Rente-opbrengsten kort geld
Bijdragen gemeenten Sociaal akkoord op hoofdlijnen
Totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves - toevoeging - onttrekking subtotaal Resultaat na bestemming
4
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
2.2 Toelichting bij de begroting van lasten en baten 2011 2.2.1 Inleiding De exploitatiebegroting van het schap bestaat feitelijk uit drie onderdelen: § De kosten als gevolg van de uitvoering van de taakstelling WSW. § De kosten van de bedrijfsvoering (organisatielasten); § De kosten van het Sociaal akkoord op hoofdlijnen van de voormalige ZOLbedrijven. De kosten van de bedrijfsvoering zijn de zogenaamde organisatielasten. Deze worden volgens de bekende verdeelsleutel bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht. Op deze kosten worden de bijdragen van niet deelnemende gemeenten in mindering gebracht, alvorens deze kosten worden doorbelast aan de deelnemende gemeenten. De kosten van het Sociaal akkoord op hoofdlijnen worden op dezelfde wijze verdeeld over de deelnemende gemeenten als de organisatielasten. In 2011 bedragen de totale begrote organisatielasten € 687.000. Daarnaast is sprake van € 50.000 aan verwachte rentebaten. In totaal is derhalve sprake van een bedrag van € 637.000 te dekken door een bijdrage van deelnemende en van niet deelnemende gemeenten. De specificatie van de in 2011 benodigde bijdragen is: § Bijdrage in apparaatskosten van niet deelnemende gemeenten: € 215.000 § Bijdrage in apparaatskosten van deelnemende gemeenten: € 422.000 Totaal: € 637.000
5
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
2.2.2 Toelichting lasten Uitvoering Subsidie werkeenheden Betreft de voorlopige raming van het door te betalen Rijksbudget over 2011. Er is uitgegaan van 4.192,30 SE rijksbudget tegen € 27.080,- per SE. Dat komt neer op in totaal € 113.527.484,-. De raming voor het rijksbudget is afgestemd op de gegevens uit de budgetbrief voor het jaar 2010. Indien nodig zal een bijstelling van deze raming plaatsvinden via begrotingswijziging. Begrotingstechnisch wordt ervan uitgegaan dat de volledige taakstelling in 2011 wordt gerealiseerd en dat de subsidie toereikend is om de daarmee samenhangende kosten te dekken. Daarnaast wordt in 2011 nog naar verwachting € 7.229.277,- ontvangen van niet aangesloten gemeenten inzake de inzet van nog 266,96 SE. In totaal wordt derhalve in 2011 € 120.756.761,ontvangen, waartegenover staat dat de bijbehorende kosten op hetzelfde bedrag worden geraamd. Organisatie De kosten voor de organisatie zijn als volgt te specificeren (inflatiecorrectie 1%): begroting 2009 na 2e wijziging
aantal fte's aantal medewerkers
Personeelskosten Organisatiekosten Dienstverlening Parkstad Limburg
Overige kosten Accountants- en advieskosten Rentekosten
Totale schapslasten
begroting
begroting
2010
2011
€
€
€
2,9 4
2,9 4
2,9 4
299.500 59.600 170.503 529.603
316.866 78.881 179.106 574.853
320.035 79.670 180.897 580.601
75.000 6.000 81.000
55.550 50.000 105.550
57.000 50.000 107.000
610.603
680.403
687.601
Personeelskosten De personeelsformatie van het schap bestaat uit 2,9 fte (4 medewerkers). Daarnaast werkt nog 1 medewerker van Licom op detacheringsbasis bij het schap. In 2011 wordt uitgegaan van in totaal € 320.000 aan personeelslasten. Organisatiekosten:
De samenstelling van deze post bestaat o.a. uit kantoorkosten, representatie en automatiseringskosten. In 2011 wordt uitgegaan van een totaalbedrag van € 80.000.
6
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
Dienstverlening Parkstad Limburg Parkstad Limburg verleent diensten aan het schap op het gebied van financiën, personeel, communicatie en huur. Op grond van een Service Level Agreement worden de kosten van deze dienstverlening aan het schap doorbelast. Totaal € 155.524 BTW € 25.373 Totaal € 180.897 De BTW is voor gemeenten compensabel. Accountants- en advieskosten Onder deze post zijn de accountantskosten inzake de controle van de jaarrekening, de Sisa-verantwoording, accountantsverklaringen voor diverse ministeriële verklaringen en de fiscale advisering verantwoord. De samenstelling van deze post is als volgt: begroting 2009 na 2e wijziging €
Accountantskosten Advieskosten
45.000 30.000 75.000
begroting
begroting
2010
2011
€
€
45.450 10.100 55.550
46.000 11.000 57.000
Rentekosten De rentekosten hebben betrekking op de rente in verband met de rekening-courant van het schap bij de bank. De ontwikkeling van deze post zal vooral afhangen van de behoefte aan liquide middelen van het Schap en de snelheid waarmee aangesloten gemeenten het schap bevoorschotten op basis van rijkssubsidie. Gelet op de gewijzigde WSW is de omvang van deze post moeilijk in te schatten. Wij gaan er vooralsnog van uit dat rentekosten en rentebaten aan elkaar gelijk zijn. Zo nodig wordt daar in de tussentijdse rapportage of in de jaarrekening op teruggekomen. Kosten Sociaal akkoord op hoofdlijnen Met de deelnemende gemeenten is overeengekomen dat jaarlijks een financiële bijdrage wordt geleverd in de kosten van het Sociaal akkoord op hoofdlijnen. Voor 2011 worden deze kosten geraamd op circa € 330.000.
7
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
2.2.3 Toelichting baten Rijksbudget Het van het Ministerie SZW in 2011 door de aangesloten gemeenten te ontvangen Rijksbudget WSW is voorlopig geraamd aan de hand van de laatst bekende gegevens over 2010. Bijstelling vindt plaats via een begrotingswijziging als de rijksbijdrage 2011 door het Rijk wordt aangepast/vastgesteld. De overzichten per gemeente zijn als volgt: Subsidie 2010
Schapsgemeente Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Valkenburg Voerendaal
Overige gemeenten Beek Echt-Susteren Eijsden Maasgouw Maastricht Margraten Meerssen Roerdalen Roermond Schinnen Sittard-Geleen Stein Overige gemeenten
Totaal jaar
€ 27.080,00 Taakstelling 2010 SE'n Subsidie 501,97 € 13.593.348 127,20 € 3.444.576 1307,52 € 35.407.642 1038,09 € 28.111.477 566,16 € 15.331.613 131,47 € 3.560.208 105,35 € 2.852.878 137,02 € 3.710.502 88,18 € 2.387.914 107,98 € 2.924.098 81,36 € 2.203.229 4192,30 € 113.527.484
22,36 10,04 1,30 5,88 10,90 2,00 6,00 2,00 4,25 32,08 116,99 48,95 4,21 266,96
€ € € € € € € € € € € € € €
605.509 271.883 35.204 159.230 295.172 54.160 162.480 54.160 115.090 868.726 3.168.089 1.325.566 114.007 7.229.277
4.459,26
€
120.756.761
Bijdragen gemeenten in organisatielasten Conform het besluit van het Algemeen Bestuur inzake de begroting 2006 is de bijdrage van de niet deelnemende gemeenten, voor zover niet nodig om een sluitende exploitatie te krijgen, in mindering gebracht op de bijdrage van de deelnemende gemeenten in de organisatielasten. Benadrukt dient te worden dat het hier een schatting betreft en dat een eventueel negatief exploitatiesaldo, achteraf alsnog bij de deelnemende gemeenten in rekening wordt gebracht.
8
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
De bijdragen in de organisatielasten wordt voor 2011 geraamd op € 422.000. Het aandeel per gemeente bedraagt: % Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen Kerkade landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Valkenburg Voerendaal
11,8 3,7 28,1 24,3 15,5 3,5 2,9 3,5 2,1 2,3 2,3 100,0
Bijdragen Organisatielasten € 49.924 15.515 118.573 102.753 65.400 14.715 12.258 14.839 8.736 9.612 9.675 422.000
Bijdragen niet deelnemende gemeenten Voor 2011 worden deze bijdragen geraamd op € 215.000. Dit gebeurt op basis van de gemaakte afspraken met de gemeenten in de regio, rekening houdend met een dalend aantal medewerkers uit buitengemeenten. Bijdragen van gemeenten in kosten Sociaal akkoord op hoofdlijnen In het kader van de herstructurering Licom NV zijn er afspraken gemaakt inzake een tijdelijke extra bijdrage van de gemeenten in de kosten van de uitvoering van het sociaal akkoord op hoofdlijnen Licom NV. Voor 2011 wordt deze post geraamd op circa € 330.000. Het aandeel per gemeente bedraagt: % Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen Kerkade landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Valkenburg Voerendaal
11,8 3,7 28,1 24,3 15,5 3,5 2,9 3,5 2,1 2,3 2,3 100,0
Bijdragen Sociaal Plan € 39.040 12.133 92.723 80.352 51.142 11.507 9.586 11.604 6.832 7.517 7.565 330.000
Rente kort geld Deze post betreft de te ontvangen rente over de rekening-courant met de bank. Voor 2011 wordt uitgegaan van een bedrag van circa € 50.000 aan rente-inkomsten. Dit bedrag is gelijk aan de te verwachten rentekosten in 2011. Per saldo wordt er derhalve van uit gegaan dat de rentelasten en baten elkaar zullen compenseren. Tussentijds kan deze raming op basis van de werkelijke rentebaten en -lasten in een begrotingswijziging of in de jaarrekening worden bijgesteld.
9
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
3 Paragrafen De financiële paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting naar 3 gezichtspunten. Zij zijn in het Besluit Begroting en Verantwoording voor Provincies en Gemeenten (BBV) voorgeschreven. Het Algemeen Bestuur bestuurt het Werkvoorzieningschap door het stellen van beleidsmatige en financiële kaders en is belast met de controle op de uitvoering door het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur voert het beleid en beheer uit binnen de door het Algemeen Bestuur gestelde beleidsmatige en financiële kaders. Daarnaast geeft het Werkvoorzieningschap, als samenwerkingsverband van aangesloten gemeenten, veel aandacht aan de afstemming van het beleid van het schap en de uitvoering daarvan met het beleid van de gemeenten. Het betreft niet alleen de voorbereiding en de vaststelling van het beleid, maar ook de inrichting van controle en verificatieprocessen en de afstemming van de financiële processen in relatie tot de bevoorschotting door en de verantwoording aan de diverse individuele gemeenten. Voor het Werkvoorzieningschap zijn niet alle paragrafen relevant. De volgende paragrafen zijn van belang voor het schap: § Weerstandsvermogen § Financiële paragraaf § Bedrijfsvoering 3.1 Weerstandsvermogen Beleid ten aanzien van het weerstandsvermogen. De deelnemende gemeenten zijn verplicht eventuele tekorten van de gemeenschappelijke regeling af te dekken door extra bijdragen. Daarmee rekening houdend kan de weerstandscapaciteit van het schap beperkt blijven, immers als de gelopen bedrijfsrisico’s tot tekorten in de begroting leiden moeten de deelnemende gemeenten bijspringen. Definities: Weerstandsvermogen: het weerstandsvermogen is het verband tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. Weerstandscapaciteit: de weerstandscapaciteit heeft betrekking op de middelen en mogelijkheden waarover het Werkvoorzieningschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. De weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit van het Werkvoorzieningschap bestaat uit de algemene reserve, de vrij aanwendbare bestemmingsreserves en de post onvoorzien in de begroting. .
10
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
Het saldo van de algemene reserve is naar verwachting per ultimo begrotingsjaar 2011 nihil. De weerstandcapaciteit in de exploitatie is eveneens nihil. Dit betekent dat de gemeenten direct aanspreekbaar zijn bij een negatief exploitatieresultaat. Risico’s De volgende risico’s worden voor het begrotingsjaar 2011 onderscheiden: Sociaal akkoord op hoofdlijnen De kosten voor het Sociaal Akkoord op hoofdlijnen ontwikkelen zich in feite onvoorspelbaar maar zullen in de loop van de tijd in elk geval dalen. Voor 2010 wordt uitgegaan van een raming van in totaal € 375.000. Voor 2011 gaan wij vooralsnog uit van een richtinggevend bedrag van € 330.000. De deelnemende gemeenten betalen deze kosten jaarlijks terug aan het schap op basis van de afgesproken verdeelsleutel. Ontwikkeling Rijkssubsidie Met ingang van 1 januari 2008 is de financieringsstructuur ingrijpend gewijzigd. De subsidiestroom vanuit het Rijk loopt voortaan via de gemeenten, gebaseerd op het aantal geïndiceerde ingezetenen. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen werkenden en geïndiceerden op de wachtlijst. Een voorlopige inschatting van het aantal geïndiceerden is gebaseerd op de meest recente informatie van het ministerie van SZW daarover ten behoeve van het dienstjaar 2010. Voor de opstelling van de begroting wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de subsidie volledig wordt ingezet. Dat wil zeggen dat de subsidie in feite budgettair neutraal in de begroting is opgenomen. Het moge duidelijk zijn dat de rijkssubsidie, afgezet tegen de taakstelling van het schap een risicofactor van belang is voor de deelnemende gemeenten, temeer nu het ministerie financieel relevante besluiten voor de uitvoering van de WSW wel heel erg laat neemt. Deze late besluitvorming van het ministerie maakt tussentijdse bijstelling van het beleid voor de WSW bedrijven zeer moeilijk. 3.2 Financiering Algemeen Het Werkvoorzieningschap voert een sterk risicomijdend treasurybeleid. Het aantrekken en uitzetten van gelden vindt uitsluitend plaats uit hoofde van de publieke taak. Leningen u/g Sinds 2007 zijn alle langlopende leningen afgelost. Renterisiconorm Alle langlopende leningen van het schap zijn in 2007 zijn afgelost. Het renterisico is derhalve beperkt. Er zijn op dit moment geen voornemens om nieuwe leningen aan te trekken.
11
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
Kasgeldlimiet Het begrotingstotaal van het schap is € 121,7 miljoen. Overeenkomstig de wet FIDO is de kasgeldlimiet 8,2% van het begrotingstotaal. Dat komt neer op € 9,9 miljoen. De verwachting is dat in 2011 de kasgeldlimiet niet zal worden overschreden. 3.3 Bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de besturing en de beheersing van, het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen en de begroting van het schap op basis van een bedrijfsvoeringfilosofie. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: § Planning en control instrumenten § Personeel en organisatie § Huisvestings- en arbobeleid § Benutting ICT mogelijkheden. Planning en control instrumenten Ondanks haar zeer beperkte omvang beschikt de organisatie over adequate planning en control instrumenten. Personeel en organisatie Om de in de begroting gestelde doelen te bereiken is het van belang dat er voldoende realisatiekracht is. De organisatiestructuur, bemensing en werkwijze van de organisatie zijn afgestemd op de specifieke activiteiten, structuur en omvang daarvan. Ontwikkeling personele formatie In 2011 zijn geen ingrijpende wijzingen in de omvang van de personele formatie te verwachten. Huisvesting Op korte termijn wordt geen wijziging van de kantoorlocatie verwacht. Bij Parkstad Limburg zijn 4 kamers gehuurd ten behoeve van het ambtelijke apparaat. In verband met het feit dat Parkstad een aantal faciliteiten aan het schap beschikbaar stelt is een SLA gesloten voor de huur en bijbehorende faciliteiten, zoals gebruik van gemeenschappelijke ruimten, koffievoorziening, vergaderruimte en administratie. ICT In 2006 heeft het Schap met Licom NV een contract afgesloten met betrekking tot lease van apparatuur alsmede ondersteuning door de afdeling automatisering. Daarnaast is er een overeenkomst met Licom NV voor wat betreft specifieke programmatuur ten behoeve van het Schap.
12
Begroting 2011 Werkvoorzieningschap OZL
4.0 Meerjarenbegroting Bedragen x € 1.000
begroting 2011
begroting 2012
begroting 2013
begroting 2014
begroting 2015
Lasten Uitvoering Subsidie deelnemende gemeenten
120.757
123.776
126.870
130.042
133.293
320 80 181 57 50 687
327 81 184 58 50 700
333 83 188 59 50 713
340 85 192 60 50 726
347 86 196 61 50 740
330
310
290
270
250
121.774
124.786
127.873
131.038
134.283
120.757
123.776
126.870
130.042
133.293
422 215 50 687
455 195 50 700
488 175 50 713
521 155 50 726
555 135 50 740
330
310
290
270
250
Totaal baten
121.774
124.786
127.873
131.038
134.283
Saldo exploitatie
0
Organisatie Personeelskosten Organisatiekosten Dienstverlening Parkstad Limburg Accountants- en advieskosten Rentekosten subtotaal Kosten Sociaal akkoord op hoofdlijnen Totaal lasten Baten Uitvoering Rijksbudget Organisatie Bijdragen gemeenten in Schapslasten Bijdrage niet deelnemende gemeenten Rente kort Geld U/G subtotaal Bijdragen gemeenten in kosten Sociaal akkoord
-
-
-
-
4.2 Uitgangspunten meerjarenbegroting Rijksbudget q Toename Rijkssubsidie jaarlijks 2,5%. q Er is geen rekening gehouden met mutaties in het aantal Wsw-ers. Bijdrage niet deelnemende gemeenten q Er is rekening gehouden met een volumedaling. Organisatielasten q De kosten zijn geïndexeerd met 2% jaarlijks vanaf 2012.
13
Format onderwerpen raadscommissies anders dan via (tijdige) collegebesluiten Onderwerp: Verzoek aan de commissie om haar mening te geven over de conceptbegroting 2011 van GR Rd4 Portefeuillehouder: Wethouder Weijers Aanleiding: Bijgaand treft u de Concept Begroting Rd4 voor het jaar 2011 aan, zoals deze door het Dagelijks Bestuur van de reinigingsdienst is vastgesteld. Rd4 is voornemens om haar begroting vast te stellen in haar vergadering van het Algemeen Bestuur van 17 juni a.s. Voor die tijd dienen de raden van de aangesloten gemeenten in staat te worden gesteld hun visie op deze begroting kenbaar te maken. Onze reactie zal worden betrokken bij de beraadslagingen in voornoemde vergadering. Voorafgaand aan de beraadslaging zal door dhr.Marcel Schlenter namens Rd4 een toelichting op de begroting worden gegeven. Doel behandeling onderwerp: q informatievoorziening ü opiniërend q voorbereiding besluitvorming raad Informatie aan commissie ü schriftelijk/vooraf meegezonden ü mondeling/tijdens vergadering 1) Indien mondeling/tijdens vergadering: presentatie door: functie: Wethouder Weijers Maurice Stevens (Stad) Marcel Schlenter namens Rd4 duur presentatie: 10 minuten 1)
NB: het is niet mogelijk om ter voorbereiding op besluitvorming in de raad van dezelfde maand, informatie niet vooraf mee te zenden.
Toelichting mutaties in begroting Rd4 2010-2011
restafval Gft-afval Papier Grofvuil, hout en snoei Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststof inzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afval inzamelplan Resterende kosten Afvalfonds Kostenreductie
Mutatie 2010 – 2011 +2,9 % +2,4% 26,1% -62,5% -0,1 -19 % 75,9% -22,5% -1,8% 1,8% -2,8% -3,3% 70,9%
Omschrijving 300 ton meer restafval + autonome stijging logistieke kosten Autonome stijging logistieke kosten Moet -26,1% zijn. Afname van de kosten door stijging van de papieropbrengst Invoering nieuw beleid, niet meer gratis maar € 20,- per aanbieding. Beleid is in 2010 al ingevoerd maar nog niet in de begroting van 2010 verwerkt. Betere tarieven voor papier en metaal verder geen specifieke wijzingen Betere tarieven voor papier Dit is een verbetering van het resultaat door de inzameling van meer kunststof. Bezuinigingsmaatregelen Minder telefonische meldingen door in invoering interactieve website. Autonome kostenstijging Deel van het afval inzamelplan is afgeschreven Daling hangt samen met wegvallen taakstelling Dit is een verbetering van het resultaat door een hogere uitbetaling van het landelijke afvalstoffenfonds Gerealiseerd door invoering nieuw beleid, interne bezuinigingen en gewijzigde afschrijvingssystematiek.
ONTWERPBEGROTING 2011 Geconsolideerd REINIGINGSDIENSTEN Rd4 Gemeenschappelijke Regeling
Heerlen, 25 maart 2010
pagina INHOUDSOPGAVE
BEGROTING
3
A.
SAMENVATTING
4
B.
INLEIDING
6
C.
BEDRIJFSVOERING
9
D.
BELEIDSBEGROTING
E.
13
PROGRAMMAPLAN - BASISPAKKET - PLUSPAKKET - BEDRAG ONVOORZIEN
13 13 13 15
PARAGRAFEN - WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICO'S - ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN - INVESTERINGSPLAN - FINANCIERINGSPLAN
15 15 17 17 18
KOSTENONTWIKKELINGEN
19
KOSTENONTWIKKELINGEN OP HOOFDLIJNEN 2004 - 2011 KOSTENONTWIKKELINGEN 2010 - 2011 F.
FINANCIËLE BEGROTING
23
OVERZICHT BATEN EN LASTEN TOELICHTING OP OVERZICHT BATEN EN LASTEN
G.
VASTSTELLING DOOR ALGEMEEN BESTUUR
23 24
37
MEERJARENRAMING
Begroting Rd4 2011
19 21
38
Pagina 2 van 40
25 maart 2010
BEGROTING
Begroting Rd4 2011
Pagina 3 van 40
25 maart 2010
A.
SAMENVATTING
Bij deze treft u de sluitende begroting voor het boekjaar 2011 aan van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4, gevestigd in de gemeente Heerlen. Deze begroting is tot stand gekomen in samenwerking met diverse ambtelijke vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten. Hierdoor zijn we erin geslaagd om u als Gemeenteraad een begroting voor 2011 te presenteren die kan rekenen op draagvlak bij onze opdrachtgevers en dat vinden we erg belangrijk. Om u de gelegenheid te bieden om op een efficiënte en leesbare manier kennis te kunnen nemen van de inhoud van dit document, hebben we de belangrijkste onderwerpen kort en bondig samengevat. Dit geeft u de mogelijkheid om zonder al te veel tijdsbeslag en nadere analyse door derden, zelf een goede indruk te krijgen van de toekomstige koers die we voorstaan met het regionale reinigingsbedrijf Rd4. Bij deze samenvatting is de inhoudsopgave van dit document gevolgd. Inleiding Bij de inleiding wordt aangegeven dat binnen Rd4 met een sluitende begroting wordt gewerkt (kostprijscalculatie; geen winstdoelstelling), welk beleidskader van toepassing is (Landelijk Afval Plan) en welk besturingsmodel ten grondslag ligt aan de bedrijfsvoering (aandeelhoudersconvenant uit 1998 en een door het Algemeen Bestuur in 2006 vastgesteld normenkader). Tevens wordt aangeven dat in 2011 een verdere professionalisering van de bedrijfsvoering (met certificering volgens ISO 9001) de belangrijkste opdracht voor het management is. Verder wordt aangeven dat naast een acceptabele kostprijs voor de dienstverlening er nog andere doelstellingen binnen Rd4 van belang zijn, zoals aandacht voor duurzaamheid, innovatie (kansen voor de toekomst) en sociale werkgelegenheid. Er wordt tenslotte benadrukt dat de sleutel voor een succesvolle organisatie bij de medewerkers ligt. Bedrijfsvoering De juridische structuur van Rd4 blijft in 2011 ongewijzigd. Ook de vigerende werkorganisatie zal niet worden aangepast, omdat we vinden dat deze goed aansluit bij de aard van onze werkzaamheden en de tot dusver opgedane ervaringen. De tarieven van de duurste afvalstromen (restafval en GFT) blijven ook in 2011 ongewijzigd, omdat deze gedurende de looptijd van het tussen alle Limburgse gemeenten met Essent Milieu afgesloten contract niet wijzigen (ook geen indexering). De loonkosten volgen de CAO van respectievelijk de gemeente Heerlen (ambtenaren) en Wenb (overige werknemers). Er wordt uitgegaan van een loonstijging van gemiddeld 2% binnen de CAO Wenb, welke afwijkt van de gemeentelijke CAO. Bij de verrekeningsgrondslagen is de systematiek uit de begroting 2010 aangehouden, waarbij als uitgangspunt geldt dat zoveel mogelijk de kosten per gemeente worden toegerekend. Beleidsbegroting Het basispakket. Met uitzondering van de gemeente Kerkrade is in alle deelnemende gemeenten het Volume/Frequentiesysteem ingevoerd. Het niveau van de dienstverlening is op hoofdlijnen ongewijzigd. Het inzamelbeleid kan per gemeente verschillen. De belangrijkste doelstelling is een goede balans te vinden tussen de laagst mogelijke kosten voor afvalverwijdering en een goed serviceniveau voor onze burgers, binnen het kader van de milieuwetgeving. Het pluspakket. Dit pakket omvat alle overige dienstverlening aan gemeenten en bedrijven. De omzet is ongewijzigd, waarbij op onderdelen een lichte indexatie is doorgevoerd. Het weerstandsvermogen. De omvang van het binnen Rd4 aan te houden weerstandsvermogen is in 2001 door het Algemeen Bestuur vastgesteld op maximaal 5% van de jaaromzet. Ultimo 2008 bedroeg het weerstandsvermogen slechts 0,2% van de jaaromzet. Het voorlopige resultaat 2009 is € 880.461. Indien de adviezen van zowel management, Financiële commissie en Provincie Limburg over 2009 worden opgevolgd door het Algemeen Bestuur, wordt dit overschot voortvloeiende uit de bedrijfsvoering toegevoegd in de reserves, waardoor het weerstandsvermogen stijgt naar € 947.816 (ultimo 2009; 3,0% van de omzet). De risico's. Voor 2011 worden een aantal risico's beschreven. Belangrijk (en nog steeds actueel) risico is de nauwelijks voorspelbare prijsvorming van het door Rd4 in te zamelen papier, metaal en kunststof verpakkingen. Daarom hebben we de te verwachten inkomsten van beide hoeveelheden in de begrotingen 2010 en ook die van 2011 vrij conservatief geraamd. Kapitaalgoederen. Om onze eigendommen op peil te houden, worden jaarlijks vervangingsinvesteringen gedaan. Deze worden in principe gefinancierd uit de vrijvallende afschrijvingen, zodat hiervoor geen vreemd vermogen hoeft te worden aangetrokken. Voor wat betreft het onderhoud aan kapitaalgoederen is (nog) geen voorziening gevormd. Het gevolg is dat groot onderhoud ten laste van het boekjaar zal worden geboekt.
Begroting Rd4 2011
Pagina 4 van 40
25 maart 2010
Kostenontwikkeling. De totale kosten van het basispakket dalen in 2011 met bijna 1 miljoen Euro (ten opzichte van 2010). Hiermee wordt de trendmatige daling van de totale kostenontwikkeling binnen Rd4 vanaf 2008 doorgezet. Zo lagen de kosten per aansluiting voor de invoering van het Afvalinzamelplan (2005) fors boven de € 200,- per aansluiting, in 2011 bedragen de kosten per aansluiting € 183,-. De verwachting is dat deze daling van de totale kosten ook na 2011 zal doorzetten, zeker als ook de gemeente Kerkrade het Volume/Frequentiesysteem heeft ingevoerd. Financiële begroting. Voor een gedetailleerd financieel overzicht per gemeente en per product met alle relevante kengetallen en cijfers, verwijzen we naar het desbetreffende hoofdstuk. Van belang is om op hoofdlijnen kennis te kunnen nemen van de financiële consequentie van deze begroting voor elke individuele gemeente.
Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Voerendaal GR-gemeenten
EURO begroting 2010 3.019.473 10.741.624 5.336.470 3.755.502 1.363.385 715.881 938.154 887.761 1.058.131
EURO begroting 2011 2.843.675 10.389.482 5.368.680 3.500.534 1.306.983 720.032 899.457 793.742 1.014.764
27.816.381
26.837.348
mutatie 2010 - 2011 geld % -175.798 -5,8 -352.142 -3,3 32.210 0,6 -254.969 -6,8 -56.402 -4,1 4.151 0,6 -38.697 -4,1 -94.019 -10,6 -43.367 -4,1 -979.033
-3,5
Meerjarenraming. In de meerjarenraming gaan we er vanuit dat met name onder invloed van het steeds betere scheidingsgedrag van onze burgers en het lagere aanbod van duur restafval, de kosten voor de gemeenten, bij gelijkblijvende dienstverlening, zeker niet zullen stijgen. Zouden we rekening houden met een gemiddelde inflatie van 2%, dan zouden de reële kosten zelfs gaan dalen. Wat ons wel enigszins zorgen baart is de breed gedeelde verwachting bij deskundigen dat het aantal aansluitingen binnen de deelnemende gemeenten op termijn zullen gaan dalen, hetgeen een opwaartse druk zal veroorzaken op de kosten per aansluiting. Overigens voor deze begroting heeft dit effect nog geen consequenties.
Begroting Rd4 2011
Pagina 5 van 40
25 maart 2010
B.
INLEIDING
Binnen de GR hanteren we jaarlijks een sluitende begroting met als meest ideale uitkomst een zogenaamd 0-resultaat, omdat we tegen kostprijzen werken en geen winstdoelstelling kennen. Aangezien plannen en begroten omgaan met onzekerheden betekent (zeker in economisch onzekere tijden), zijn onze begrotingen zo realistisch mogelijk opgesteld. Hiermee proberen we zoveel mogelijk te voorkomen dat gemeenten achteraf nog moeten bijbetalen met niet gecalculeerde middelen. Meevallers binnen de Rd4 exploitatie ontvangen de gemeenten uiteraard als overschotten via de jaarlijkse jaarrekening retour (terugstorting teveel betaalde voorschotten, met inachtneming van de gemaakte afspraken rondom het weerstandsvermogen). De opzet van de begroting is sinds 2006 aangepast aan de nieuwe voorschriften Besluit Begroting & Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Het besluit is ontstaan omdat in 2006 de dualisering binnen het gemeentebestuur is doorgevoerd. Deze voorschriften vormen de basis voor het plannen en begroten voor overheidsinstellingen. Zie ook www.wetten.overheid.nl. Rd4 volgt daar waar relevant c.q. van toepassing deze wettelijke richtlijnen (een en ander in afstemming met onze accountant). Het werkproces voor de opbouw van deze begroting is net zo ingezet als voor de begroting 2010. De door Rd4 aangeleverde gegevens zijn besproken met de Financiële en Beleid commissies. Het beleidskader Het doel van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) is verwoord in de Gemeenschappelijke Regeling Rd4 onder artikel 3: de Gemeenschappelijke Regeling heeft als doel het door middel van een openbaar lichaam behartigen van de belangen van -en het tot stand brengen van een samenwerking tussen- de aan de regeling deelnemende gemeenten op het terrein van het (doen) inzamelen en bewerken van afvalstoffen afkomstig uit de deelnemende gemeenten, het reinigen van de openbare ruimten en de daarmee samenhangende taken alsmede het bestrijden van gladheid in het gebied, een en ander met inachtneming van het provinciaal milieubeleidsplan als bedoeld in de Wet Milieubeheer en van het door de overheid gevoerde afvalstoffenbeleid. Omdat de Provincie geen beleidsplannen (meer) opstelt voor onze branche, willen we in dit kader verwijzen naar de website van het Ministerie van VROM (www.vrom.nl) en dan meer specifiek naar het onderwerp afvalbeleid (het afvalbeleid staat in het Landelijk Afvalbeleid Plan (LAP)). Dit landelijk kader en dan met name de milieudoelstellingen zijn richtinggevend voor de (milieu) inspanningen bij Rd4. Zo is ook het in 2004 door de negen deelnemende gemeenten goedgekeurde Afvalinzamelplan voor wat betreft milieudoelstellingen gebaseerd op dit landelijk beleidskader. Onze huidige en toekomstige inspanningen zijn en blijven vooralsnog gerelateerd aan deze landelijk geformuleerde taakstellingen (LAP) en het door de gemeenten vastgestelde Afvalinzamelplan (AIP). De geslaagde invoering van papierinzameling met minicontainers in de gemeente Heerlen, de aparte huis-aan-huis inzameling van kunststof verpakkingen in alle gemeenten en de invoering in 2010 van het Volume/Frequentiesysteem in de gemeente Heerlen zijn hier goede voorbeelden van. Voor 2011 is in deze begroting nog geen invoering van het Volume/Frequentiesysteem in de gemeente Kerkrade voorzien. Goed bestuur Rd4 is een verzelfstandigde organisatie, waarin we de opgedragen taken zo bedrijfsmatig mogelijk uitvoeren, dit in lijn met de opdracht uit het aandeelhoudersconvenant van 14 januari 1998 (artikel 1, punt 4: de gemeenten zullen bevorderen en bewerkstelligen dat binnen het kader van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen de GR zoveel mogelijk zelfstandig ten opzichte van de gemeenten zal functioneren). Ook de in dit convenant opgenomen overweging (blz. 2) dat “een optimalisering van de interne bedrijfsmatigheid en efficiency gewenst is, waarbij de reinigingsdienst op afstand komt te staan van de politiek”, ligt nog steeds ten grondslag aan deze taakopvatting binnen onze organisatie. Rd4 draagt dan ook de verantwoordelijkheid voor de concrete uitoefening van de opgedragen taken. Het in de Algemeen Bestuursvergadering van 29 juni 2006 vastgestelde normenkader geldt hierbij nog steeds als belangrijk richtsnoer.
Begroting Rd4 2011
Pagina 6 van 40
25 maart 2010
Wat wil Rd4 bereikt zien in 2011 De afronding van het Afvalinzamelplan Het in 2004 door alle Gemeenteraden goedgekeurde Afvalinzamelplan, waarin we het toekomstige afvalbeleid voor de gemeenten hebben uiteengezet, nadert stilaan zijn voltooiing. Nadat in 2005 het basissysteem volledig werd ingevoerd en afgerond (identificatie en registratie van alle uitstaande inzamelmiddelen), zijn we in 2006 stapsgewijs gestart om per gemeente het vervolgsysteem in te voeren (gebaseerd op het zogenaamde Volume/Frequentie principe; waarbij een deel van de afvalstoffenheffing afhankelijk is gemaakt van het aanbodgedrag van de burgers en het type container). Met uitzondering van de gemeente Kerkrade is deze werkwijze nu overal ingevoerd. Hoewel in deze begroting nog niet wordt uitgaan van een invoering van het systeem in Kerkrade, is ons advies om ook in deze gemeente zo spoedig mogelijk te kiezen voor de invoering van het volume/frequentie-systeem. Rd4 is qua bedrijfsvoering volledig ingericht om deze manier van werken in 2011 in alle gemeenten in te voeren. De invloed van Europese regelgeving en marktwerking op de bedrijfsvoering Belangrijke ontwikkelingen voor de begroting zijn de richtlijnen voor het producerende bedrijfsleven en de prijsvorming van de diverse droge componenten die we inzamelen, zoals papier, glas en kunststof verpakkingen. Producenten van producten worden in toenemende mate ook verantwoordelijk voor de kosten van de producten op het moment dat ze in de afvalketen terecht komen (autowrakken, batterijen, wit- en bruingoed, kunststof, etc.). Dit biedt kansen, zoals het contract dat we voor de periode 2010 – 2012 (met een optie tot verlenging met nog 2 jaar) hebben kunnen afsluiten met de desbetreffende bedrijfstak voor de inzameling van het wit en bruingoed in onze Provincie. Ook de inkomsten die de droge componenten genereren, leveren een extra bijdrage op. Maar er zijn ook nauwelijks beïnvloedbare risico’s, omdat we de prijsvorming van de diverse afvalstoffen niet zelf in de hand hebben en meestal de uitkomst is van onderhandelingen tussen overheden (VNG, Ministerie) en industrie (Nedvang, NVMP) of onderhevig aan exogene factoren, zoals conjuncturele omstandigheden. Zo hebben we in deze begroting de te verwachten vergoeding vanuit het bedrijfsleven voor het door ons maandelijks bij burgers in te zamelen plastic kunststofverpakkingen neerwaarts bijgesteld naar € 100 per ton (voorzichtigheidsprincipe). In dit verband merken we dan ook op dat het verstandig is en blijft om bij Rd4 een voldoende financiële buffer (weerstandsvermogen) aan te houden, om zo mogelijke tegenvallers op te kunnen vangen. Hierdoor blijven we in staat om zoveel mogelijk een stabiele kostenontwikkeling richting gemeenten te garanderen, ook in de toekomst. Meerjarenperspectief kringloopactiviteiten Onlangs is door ons een meerjarenperspectief uitgewerkt en door het bestuur goedgekeurd voor een op de toekomst gerichte exploitatie van de kringloopactiviteiten. Hierin hebben we gezocht naar een optimale en acceptabele balans van de drie hoofddoelstellingen welke we met onze kringloopactiviteiten blijven nastreven, te weten het milieu (hergebruik en recycling van afgedankte spullen), de kosten (marktconforme kosten per ingezamelde hoeveelheid) en niet te vergeten de werkgelegenheid voor medewerkers met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. De maatregelen die zijn uitgezet in deze begroting zijn verwerkt en vertaald in financiële doelstellingen. Certificering ISO 9001 van de bedrijfsvoering Om de kwaliteit van onze bedrijfsvoering voortdurend te verbeteren, zijn we in 2010 gestart met de voorbereidingen voor de invoering van het kwaliteit managementsysteem ISO 9001. In 2011 willen we deze doelstelling hebben bereikt. Door de invoering van een kwaliteit managementsysteem zijn we beter in staat om onze bedrijfsprocessen continue en meer systematisch te verbeteren. Wat betekent dit voor Rd4 voor de komende periode Vanuit het bovenvermelde perspectief blijft ook in 2011 de verdere professionalisering van onze bedrijfsvoering de belangrijkste opdracht. Hoe we dat in de praktijk denken te gaan doen, is gebaseerd op drie pijlers. De eerste pijler is de verdere, interne optimalisatie met als aandachtspunten kostenbeheersing, taakstellende budgetten, het doorvoeren van procesbeschrijvingen (met certificering volgens ISO 9001 in 2011) en het verbeteren van de klantgerichtheid. De tweede pijler is schaalvergroting, welke zich richt op de groeiplannen van Rd4, zowel in het basis- als het pluspakket, evenals in de bedrijvenmarkt via de NV Rd4. De derde pijler richt zich ten slotte op de meerwaarde die Rd4 biedt aan haar opdrachtgevers i.c. klanten. We willen laten zien dat Rd4 een professionele en betrouwbare partner is, dat we een hoog serviceniveau met integrale aanpak (schoon, veilig en duurzaam) bieden tegen reële kosten en dat we investeren in het bieden van (sociale) werkgelegenheid. Deze pijlers ondersteunen onze visie met betrekking tot het blijven realiseren van toegevoegde waarde voor onze opdrachtgevers.
Begroting Rd4 2011
Pagina 7 van 40
25 maart 2010
Kansen voor de toekomst "Van afvalbedrijf naar producent van grondstoffen en duurzame energie." Sinds de oprichting heeft Rd4 in de afgelopen 10 jaar de afvalinzameling doorlopend geoptimaliseerd. Naast het intensiveren van de gescheiden inzameling van deelstromen en het professionaliseren van de bedrijfsvoering, zullen we zoals aangegeven binnenkort het Afvalinzamelplan uit 2004 definitief gaan afronden. Als regionale afvalinzamelaar willen we ons voor de verdere toekomst gaan richten op een wijziging van het huidige concept waarop in de regio met afval wordt omgegaan. Het voornemen is een uniek toekomstgericht verwerkingsconcept te realiseren dat vermarktbare producten en “groene” energie produceert. In deze benadering centraliseert Rd4 het verzamelen en verwerken van de afvalstromen door deze op een locatie samen te brengen. Hiermee willen we een aantal doelstellingen realiseren die aansluiten bij de regionale ambities van de gemeenten zoals energie- en klimaatwinst (opwekking duurzame energie; CO2 neutraal), extra (sociale) werkgelegenheid, innovatie en technologieontwikkeling en niet onbelangrijk door waardevermeerdering van de reststromen (materiaalhergebruik) een economische meerwaarde en (verdere) kostenreductie realiseren. We zullen in de loop van 2011 rapporteren over een haalbaarheidsonderzoek (logistieke -, technische -, financiële -, organisatorische-, economische- en milieukundige haalbaarheid), dat we zullen gaan uitvoeren naar het beoogde concept. Toegevoegde waarde Naast een acceptabele kostprijs van onze dienstverlening spelen ook andere factoren een rol bij de beoordeling of wij in staat zijn waarde toe te voegen voor de gemeenten. Wij noemen een aantal factoren waarvan wij als Rd4 denken dat ze minstens zo belangrijk zijn bij de beoordeling van uw reinigingsorganisatie. Containermanagement Door de definitieve invoering en beheer van het containermanagement in alle deelnemende gemeenten, identificatie van ruim 190.000 containers bij ruim 127.000 aansluitingen, kunnen zij momenteel beschikken over een actueel bestand objecten en subjecten. Een van de resultaten van de invoering van het containermanagement is een optimaal bestand van alle belastingplichtige aansluitingen. Het via Rd4 bijhouden van (toekomstige) mutaties voorkomt het weglekken en of missen van een aanzienlijk bedrag aan belastinggelden. De dienstverlening De dienstverlening vanuit Rd4 bestaat uit een breed scala van activiteiten met een hoge servicegraad. Zo kunnen de burgers 6 dagen in de week terecht bij een van onze milieuparken. De ruim 500 ondergrondse inzamelsystemen bieden een 24/7 service, waarbij de burgers zelf bepalen wanneer het huishoudelijk afval wordt aangeboden. Dit netwerk zullen we verder uitbouwen tot ca. 1.000 eenheden in de gehele regio. Door het inzamelen van kringloopgoederen geven we goederen een tweede leven in onze kringloopwinkels en wordt de hoeveelheid restafval verminderd. De medewerkers Onze medewerkers zijn de sleutel voor ons succes. Hun kennis, betrokkenheid, inzet en ervaring zijn de basis voor onze dagelijkse dienstverlening aan gemeenten en bedrijven. Het zijn onze medewerkers die waarde toevoegen aan onze diensten. Daarnaast heeft Rd4 nog een belangrijke rol op het gebied van sociale werkgelegenheid.
Hoogachtend,
W.C.H. Sijstermans Directeur
Begroting Rd4 2011
Pagina 8 van 40
25 maart 2010
C.
BEDRIJFSVOERING
ALGEMENE UITGANGSPUNTEN
1. Juridische structuur Deelnemers : 9 Gemeenten
Aandeelhouders : 9 Gemeenten
Dagelijks Bestuur
Raad van Commissarissen
Reinigingsdiensten Rd4 Gemeenschappelijke Regeling (GR)
N.V. Reinigingsdiensten Rd4 (NV)
Rd4 Facilitair Bedrijf B.V. (BV F)
Rd4 Kringloop Bedrijf B.V. (BV KLB)
Deze begroting heeft betrekking op de Gemeenschappelijke Regeling en de beide Besloten Vennootschappen en is derhalve een geconsolideerde begroting. Vanuit de Gemeenschappelijke Regeling wordt de dienstverlening georganiseerd ten aanzien van de openbare ruimte (gemeenten). In Rd4 Facilitair Bedrijf B.V. zijn bijna alle productiemiddelen ondergebracht, evenals de werknemers die geen ambtelijke aanstelling hebben. Deze hebben derhalve ook een andere CAO: vanaf september 2000 geldt de CAO voor de Energie- en Nutsbedrijven, sector Afval en Milieu. Alle (loon)kosten van de BVF worden volledig doorberekend aan de Gemeenschappelijke Regeling. Het exploitatieresultaat is dus nihil. De activiteiten van het Kringloopbedrijf vinden sinds 2005 in de Gemeenschappelijke Regeling plaats.
2. Werkorganisatie Incl. overwerk/vakantievervanging Directie W. Sijstermans
1,0
Staf W. Sijstermans
4,7 6,8 4,8 7,6 5,9 2,3
Beleid & Communicatie Financiën Personeel & Organisatie ICT Facilitaire Zaken Secretariaat
33,0
Begroting Rd4 2011
1,0
15,4 94,3 79,7 27,8
Productie L. Smits Bedrijfsbureau Inzameling H-a-H en Kringloop Brengvoorziening, Reiniging & Transport Technische dienst en Inzamelmiddelen
218,2
Pagina 9 van 40
1,0
37,9 7,1
45,9
Verkoop G. Drummen Verkoop, winkels Servicepunt
totaal 297,2
25 maart 2010
3. Aantal inwoners / aansluitingen Voor de bepaling van het aantal inwoners is uitgegaan van de opgave door de gemeenten. Voor de bepaling van het aantal aansluitingen is uitgegaan van de gegevens van Rd4 per 1-1-2010
Gemeenten Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Voerendaal GR-gemeenten
Inwoners per 01-01-2010 aantal %
Aansluitingen per 01-01-2010 aantal % inwoners per
29.462 89.230 47.685 38.448 15.668 8.100 10.992 9.864 12.700
11,2 33,9 18,2 14,7 6,0 3,1 4,3 3,7 4,8
14.198 45.428 24.052 17.723 6.934 3.647 4.955 5.119 5.475
11,1 35,7 18,9 13,9 5,4 2,9 3,9 4,0 4,3
2,08 1,97 2,00 2,18 2,27 2,23 2,24 1,92 2,33
262.149
100,0
127.531
100,0
2,06
4. Prijspeil (algemeen) De diverse kostensoorten zijn individueel beoordeeld en begroot voor het te verwachten prijspeil.
5. Inkomsten De inkomsten zijn gelijk aan de kosten: de begroting is sluitend. Er wordt niets gereserveerd als weerstandvermogen.
6. Verwerkingskosten De verwerkingskosten zijn de kosten die wij betalen aan de verwerkers van het afval. De hoeveelheden zijn aangepast aan de meest recente werkelijkheid (2009) per gemeente. Uitgangspunt bij het vaststellen van de hoeveelheden zijn de ledigingstarieven 2009. De tarieven zijn gebaseerd op de lopende contracten. De tarieven voor de verwerking en gft afval bedragen respectievelijk € 119,70 en € 46,70 per ton. Het tarief voor papier is bijgesteld in een opbrengst van € 40 in 2010 naar € 55 in 2011. Het tarief van metaal is op hetzelfde niveau gehouden dan van 2010, en is begroot op een opbrengst van € 100 per ton. De vergoeding uit het afvalstoffenfonds, voor de inzameling van kunststofverpakkingsafval, is in de begroting 2011 met € 100 naar beneden bijgesteld (afhankelijk van de uitkomsten uit het overleg tussen overheid en producenten medio 2010). De opbrengsten voor oud metaal en papier zijn in grote mate afhankelijk van de ontwikkelingen op de wereldmarkt en kunnen bezien de economische situatie, in tegenstelling tot het verleden, grote schommelingen ondergaan.
7. Loonkosten, personeel van derden en arbeidsproductiviteit Voor de begroting 2011 is uitgegaan van een loonkostenstijging van 2%. De loonkosten zijn vastgesteld op basis van de medewerkergegevens november 2009, rekening houdende met de CAO ontwikkelingen in 2010 en 2011 alsmede de gevolgen van het Volume/Frequentiesysteem op het personeelsbestand. De gemiddelde arbeidsproductiviteit van productiemedewerkers bedraagt 1.500 uur.
Begroting Rd4 2011
Pagina 10 van 40
25 maart 2010
8. Overige goederen en diensten De kosten per kostensoort zijn individueel bepaald rekening houdende met voor individuele posten inflatoire correcties.
9. Verrekeningsgrondslagen Basispakket De verdere uitrol van het in 2004 aan de Raden gepresenteerde Afvalinzamelplan vereiste een andere verrekeningssystematiek met zowel de burgers als met de gemeenten afzonderlijk. Het principe "wie meer afval aanbiedt, betaalt meer kosten" geldt zowel voor de burgers als voor de gemeenten. In de begroting 2009 is deze andere verrekeningsgrondslag voor de eerste keer doorgevoerd. Ook de begrotingen voor de jaren 2010 en 2011 zijn op basis van deze verrekeningssystematiek tot stand gekomen. In de onderstaande tabel is de kostenverdeelsleutel schematisch weergegeven. Verdeelsleutelsystematiek voor het toerekenen van kosten in de begroting 2011 werkelijk aansluitingen bezoeken Huis-aan-huis inzameling verwerkingskosten restafval X verwerkingskosten gft-afval X logistieke kosten X papier inzameling X extra container X verzamelcontainers X Op afroep grofvuil snoeiafval kringloop
meldingen
X X X
Straatclusters verwerkingskosten exploitatiekosten
X X
Milieuparken
X X
verwerkingskosten logistieke kosten exploitatiekosten
X
verwerkingskosten exploitatiekosten
X X
exploitatiekosten
X X X X X
KCA inzameling
Kringloopactiviteiten Servicepunt Afvalwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten
Verdeelsleutel begroting 2011 De verdeelsleutel voor de begroting 2011 is gelijk aan de verdeelsleutel die in 2010 is gehanteerd. Het uitgangspunt hierbij was en is om de kosten en de baten met die gemeenten te verrekenen daar waar deze worden veroorzaakt. De financiële effecten van de in 2009 ingevoerde nieuwe verdeelsleutel vielen met name negatief uit voor de gemeenten Heerlen en Kerkrade. Vanuit de solidariteitsgedachte is voor een periode van drie jaar een compensatieregeling overeengekomen. Deze compensatieregeling wordt op basis van aansluitingen via de begroting van Rd4 verrekend. De compensatieregeling is alleen van toepassing voor de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade en Landgraaf. Het uitgangspunt in de begroting 2011 is dat de gemeente Kerkrade nog een bedrag van € 41.111,- gecompenseerd krijgt. Dit bedrag wordt verrekend met de gemeenten Brunssum, Heerlen en Landgraaf.
Begroting Rd4 2011
Pagina 11 van 40
25 maart 2010
Uitgangspunten ledigingtarieven Volume/Frequentiesysteem gemeenten Voor de gemeenten waar het Volume/Frequentiesysteem is ingevoerd geldt voor de afrekening met de burger naast een vast tarief per aansluiting een tarief voor het aanbieden van rest- en gft-afval in minicontainers. De gehanteerde beleidsuitgangspunten zijn als volgt: 1. De gemeente stelt de definitieve tarieven vast. Rd4 brengt in de begroting een advies uit over de hoogte van het variabele tarief. De voorkeur gaat ernaar uit om de variabele tarieven (de ledigingtarieven) in alle Rd4-gemeenten gelijk te houden. 2. Beleidsmatig is ervoor gekozen om de variabele tarieven (ledigingtarief) voor het aanbieden van gft- of restafval gelijk te houden, dit om vervuiling van het gft-afval met restafval te voorkomen. 3. De hoogte van het ledigingtarief is er op gericht om het aanbieden van afval in een minicontainer met een volume van 240 liter te stimuleren. Door het afval aan te bieden in de container met het grootste volume wordt optimaal gebruik gemaakt van een van de voordelen die het Volume/Frequentiesysteem biedt, namelijk de besparing op de logistieke kosten. 4. Het vaste tarief bestaat uit kosten die Rd4 maakt + de kosten die de gemeente maakt. Het vaste tarief kan per gemeente variëren. 5. Met de inkomsten van de variabele tarieven worden minimaal de verwerkingskosten voor gft- en restafval afgedekt. Zijn de verwachtingen dat de inkomsten uit de variabele heffing hoger zijn dan de kosten voor de verwerking van het ingezamelde gften restafval dan kan de gemeente ervoor kiezen om dit bedrag in mindering te brengen op de vaste kosten. Hierdoor daalt het vaste tarief. 6. Alle tarieven, zowel het vaste- als het variabele tarief, worden door de gemeenten (of GBRD) geïnd. Rd4 draagt zorg voor de registratie van de inzamelmiddelen en ledigingen op adresniveau. Met betrekking tot punt 2 kan worden opgemerkt dat kort geleden apparatuur op de markt is gebracht waarmee het mogelijk is om het gft-afval te scannen op vervuiling. Met dit hulpmiddel zou het mogelijk zijn om een gedifferentieerd tarief te hanteren voor het ledigen van een restafval- en gft-container. Door de leden van de ambtelijke werkgroep Beleid wordt op dit moment onderzocht wat de consequenties zullen zijn indien gekozen wordt voor een gedifferentieerde tarievenstructuur. In het derde kwartaal van 2010 zal op basis van de bevindingen van de werkgroep een advies worden uitgebracht over het wel of niet doorvoeren van een nieuwe tarievenstructuur (naast de inhoud van de container is ook de afvalfractie bepalend voor de hoogte van het ledigingtarief). In de begroting 2011 zijn voor de variabele tarieven vooralsnog de tarieven van 2010 aangehouden. Het advies is om, op basis van genoemde uitgangpunten in alle gemeenten waar het Volume/Frequentiesysteem is ingevoerd, de hieronder vermelde ledigingtarieven te hanteren: - € 2,86 excl. BTW per aanbieding 140 liter minicontainer; - € 3,87 excl. BTW per aanbieding 240 liter minicontainer; - € 0,84 excl. BTW per aanbieding 60 liter (ondergrondse inzamelsystemen of gekenmerkte huisvuilzakken). Mogelijke risico's Uit de inkomsten van het variabele tarief over 2009 blijkt dat bij alle gemeenten de inkomsten via het variabel deel van de heffing hoger zijn dan de verwerkingskosten voor gft- en restafval. Bij het vaststellen van het vaste tarief kan de gemeente ervoor kiezen om het te verwachte te veel aan inkomsten via de variabele heffing in mindering te brengen op de vaste kosten waardoor het vaste tarief lager wordt. De hoogte van het teveel aan inkomsten kan per gemeente variëren en wordt met name beïnvloed door: 1. De verhouding tussen 140 en 240 liter containers die bij een gemeente in gebruik zijn (door het gebruik van 240 liter containers te stimuleren is het ledigingtarief voor het ledigingen van een 240 liter container relatief "laag" ten opzichte van het ledigen van een 140 liter container). 2. De gemiddelde hoeveelheid afval per containerlediging. Hoe beter de burger gebruik maakt van de mogelijkheden die het Volume/Frequentiesysteem biedt, hoe minder de burger zal bijdragen aan het variabele deel van de heffing en dus hoe lager de inkomsten voor de gemeente via dit deel van de heffing. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat de inkomsten uit het variabele deel van de heffing wel voldoende zijn om de verwerkingskosten voor het gft- en restafval af te dekken maar er onvoldoende resteert om het (begrootte) gedeelte van de vaste kosten af te dekken. Met andere woorden: door het afval aanbied- en scheidingsgedrag van de burger kan de financiële dekking uit het variabele deel variëren. Bij Rd4 zijn geen reserveringen gedaan om eventuele tekorten op te vangen.
Begroting Rd4 2011
Pagina 12 van 40
25 maart 2010
D.
BELEIDSBEGROTING
PROGRAMMAPLAN Basispakket Doelstellingen en beoogde maatschappelijke effecten Het basispakket omvat alle activiteiten die te maken hebben met de verwijdering van huishoudelijke afvalstromen. Er is een onderscheid te maken naar (op)halen (restafval, gft, papier, kunststof, grof vuil en snoeiafval), brengen (de straatvoorzieningen voor glas, papier en textiel en de milieuparken) en overige diensten (afvalstoffenwijzer en servicepunt). Het dienstverleningsniveau is op hoofdlijnen voor alle 9 Rd4-gemeenten gelijk. Het inzamelbeleid kan per gemeente verschillen. De belangrijkste doelstelling is een goede balans te vinden tussen de laagst mogelijke kosten voor afvalverwijdering en een goed serviceniveau voor onze burgers, binnen het kader van de milieuwetgeving. De belangrijkste aandachtspunten zijn: - het zo goed mogelijk (laten) scheiden van afvalstromen. Dit leidt tot een besparing van kosten en milieu; - het zo min mogelijk inzamelen van afval waarvoor geen afvalstoffenheffing wordt betaald; - het zo efficient mogelijk inrichten en afstemmen op elkaar van haal- en brengvoorzieningen; - het participeren in de afvalmarkt voor het verkrijgen van zo gunstig mogelijke verwerkingstarieven van afval. Rd4 2010 lasten : Restafval GFT Papier Grof vuil, hout, snoeiafval Milieuparken* Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling
baten : GR-gemeenten N.V. Reinigingsdiensten Rd4 Burgers & overigen
saldo :
Rd4 2011
kosten per aansluiting
kosten per inwoner
12.400.699 3.082.690 574.338 425.128 3.049.538 452.239 -317.045 1.376.842 495.434 65.219 1.073.029 2.396.846 -134.070 -560.000
12.033.700 3.020.977 271.735 231.220 2.952.163 383.400 -229.758 1.059.547 483.331 65.986 1.036.038 2.301.433 -238.269 0
94,36 23,69 2,13 1,81 23,15 3,01 -1,80 8,31 3,79 0,52 8,12 18,05 -1,87 0,00
49,90 10,90 -1,40 1,40 10,30 0,40 0,40 5,10 1,40 0,30 4,20 9,20 9,20 -1,90
24.380.887
23.371.503
183,26
99,40
24.380.887 0 0
23.371.503 0 0
183,26
24.380.887
23.371.503
0
0
* voor een nadere toelichting van de stijging van de kosten verwijzen wij naar pagina 21, onder het kopje "Wijzigingen in de begroting 2010, Aanpassing veroorzaakt door interne factoren c.q. wijzigingen interne systematiek, 1e sterretje".
Begroting Rd4 2011
Pagina 13 van 40
25 maart 2010
Pluspakket Doelstellingen en beoogde maatschappelijke effecten Het pluspakket omvat alle overige dienstverlening aan gemeenten en bedrijven. Het dienstverleningsniveau is per gemeente verschillend en wordt jaarlijks door iedere gemeente afzonderlijk vastgesteld. De belangrijkste doelstelling is een goede balans te vinden tussen de laagst mogelijke kosten en een goed serviceniveau voor de betreffende gemeenten. Raming van baten en lasten
lasten : NV (KWD +RSC) Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
baten : GR-gemeenten N.V. Reinigingsdiensten Rd4 Burgers & overigen
saldo :
Begroting Rd4 2011
Rd4 2010
Rd4 2011
2.368.784 1.823.000 361.851 158.000 22.500 59.000 79.250 316.700 586.000 30.995 8.900
2.364.776 1.813.000 366.650 158.000 22.500 60.100 79.850 322.900 603.000 31.795 8.050
5.814.977
5.830.621
3.446.193 2.368.784 0
3.465.845 2.364.776 0
5.814.977
5.830.621
0
0
Pagina 14 van 40
25 maart 2010
Bedrag onvoorzien In de begroting is geen afzonderlijke post opgenomen voor onvoorziene kosten. Onvoorziene kosten zullen worden gedekt uit het resterende weerstandsvermogen. Indien de kosten het weerstandvermogen overschrijden zal het resterende tekort door de gemeenten moeten worden aangevuld.
PARAGRAFEN Weerstandsvermogen en risico's Doelstellingen en beoogde maatschappelijke effecten De kosten van het basispakket vormen de grootste component voor de afvalstoffenheffing die de burgers dienen te betalen. Deze kosten zijn onderhevig aan conjuncturele- en weersafhankelijke invloeden. Door het vormen van een weerstandsvermogen kunnen dit soort fluctuaties worden opgevangen. Hierdoor wordt de burger niet de dupe van dit soort invloeden en kan er een evenwichtig en strak prijsbeleid worden gevoerd. Weerstandscapaciteit en verloop van het vermogen Het weerstandvermogen bedraagt maximaal 5% van de jaaromzet. De omvang van het weerstandvermogen bedraagt ultimo 2008 € 67.355 (0,2% van de omzet) en is als volgt tot stand gekomen en verdeeld: conceptjaarr. tm 2004 2005+2006 2007 2008 2009 Totaal Resultaat boekjaar Uitgekeerd overschot
8.999.177 7.594.278
3.134.901 3.134.901
-665.033 0
-672.511 0
861.021 0
11.657.554 10.729.179
1.404.899
0
-665.033
-672.511
861.021
928.375
156.937 492.879 264.564 211.283 85.820 9.771 59.627 56.086 67.932
0 0 0 0 0 0 0 0 0
-74.843 -225.792 -121.259 -97.503 -39.880 -20.702 -28.204 -24.752 -32.098
-75.486 -228.286 -122.836 -98.872 -40.165 -20.808 -28.335 -25.103 -32.620
96.799 306.203 161.323 119.683 47.233 24.600 33.713 34.208 37.259
103.407 345.004 181.792 134.591 53.008 -7.139 36.801 40.439 40.473
1.404.899
0
-665.033
-672.511
861.021
928.376
Weerstandsvermogen Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Voerendaal Weerstandsvermogen
Het saldo van het weerstandsvermogen bedroeg per 31-12-2008 nog maar € 67.355. Het voorlopige resultaat 2009 is € 861.021. De financiele commissie heeft een voorstel gemaakt om het weerstandsvermogen weer op peil te krijgen waarbij overschotten na afrekening met de gemeentes in de reserve worden toegevoegd. Indien dit advies voor 2009 wordt opgevolgd door het bestuur stijgt het weerstandsvermogen naar € 928.376.
Begroting Rd4 2011
Pagina 15 van 40
25 maart 2010
Risicoparagraaf Voor het boekjaar 2011 worden de onderstaande risico’s onderkend: 1. Ontwikkeling prijsniveau verwerkingskosten papier, metaal en kleding. Schommelingen in de tarieven voor de secundaire grondstoffen (papier en metaal) kunnen een positief, maar zeer zeker ook een negatief effect hebben op de begroting. Of deze ontwikkeling per saldo tot lagere of hogere kosten voor gemeenten zal leiden is lastig in te schatten. Zowel het consumentengedrag alsook de prijsvorming van (secundaire) grondstoffen blijven grillig en daardoor niet goed te voorspellen. 2. Ontwikkeling van de prijzen van brandstoffen op de wereldmarkt. Met name voor een logistiek bedrijf als Rd4 zijn de ontwikkeling van de brandstofprijzen van groot belang, afhankelijk van de ontwikkelingen kunnen deze zowel een positief of een negatief effect op de begroting hebben. 3. Door de forse taakstellingen, zowel in 2009 als ook in 2010 gevoerd, komt de bedrijfsvoering steeds meer onder druk te staan. We zullen er alles aan doen om de services op peil te houden, financiële ruimte om tegenvallers op te vangen zijn niet meer voorhanden. 4. Gering weerstandvermogen. Alleen door het volledig op peil brengen van het weerstandsvermogen kunnen de geschetste financiële risico’s worden opgevangen en kan er een evenwichtig en strak prijsbeleid worden gevoerd. Voor een uitgebreid risicoprofiel van onze organisatie verwijzen we naar het door de firma PricewaterhouseCoopers opgestelde rapport van bevindingen inzake weerstandsvermogen Gemeenschappelijke Regeling Rd4 van december 2001 (desgevraagd beschikbaar via het secretariaat). De hierin opgenomen risico’s zijn per definitie inherent aan de aard van een reinigingsorganisatie en ook in 2011 nog steeds geldig en aan de orde. 5. Rentepercentage ontwikkeling in verband met rentekosten uitbreiding langlopend vermogen. Gemeentelijke risico's Het voordeel van de nieuwe begrotingssystematiek is dat deze veel sterkere prikkels geeft aan de individuele gemeenten om beleid te voeren, aangezien het voordeel van een verlaging van kosten ook voor een groot deel bij dezelfde gemeente terecht komt. Dit in tegenstelling met de oude systematiek waarbij dit voordeel door alle gemeenten werd gedeeld. Andersom zal afwijkend beleid mogelijk leiden tot hogere kosten voor de individuele gemeente en worden deze kosten niet meer gedeeld door de andere gemeenten. De samenhang tussen beleid en financiële resultaten wordt hierdoor veel sterker beïnvloed. Aan de andere kant ontstaan er voor de individuele gemeenten ook extra risico's. Zo kan bij een nihil resultaat van Rd4 de ene gemeente een positief resultaat hebben terwijl dit voor een andere gemeente negatief kan zijn. Dit geldt dan voor de kostenkant zijnde Rd4. Een extra risico bij de nieuwe systematiek ligt aan de inkomstenkant. Indien het vaste en variabele tarief van de afvalstoffenheffing verkeerd wordt ingeschat en/of het aantal ledigingen aan burgers in rekening gebracht te laag is, dan betekend dit een extra financieel risico. Bovendien bestaat het risico bij het doorberekenen van ledigingen dat niet alles kan worden doorberekend bijvoorbeeld bij verhuizing. Al deze extra risico's maken het noodzakelijk dat de gemeenten een schommelfonds hebben om deze risico's af te dekken en/of om te zorgen voor voldoende weerstandsvermogen bij Rd4. Bij het samenstellen van de begroting is gekozen voor een aantal verdeelsleutels waarbij er inschattingen zijn gemaakt op basis van eigen ervaringen en ervaringen van derden. Hierin zijn bij met name de Volume/Frequentiegemeenten belangrijke parameters het afvalvolume, de vullingsgraad van de containers en het aanbiedpercentage van de containers. Indien de realiteit slechter is dan begroot dan kan dit voor de gemeente een financieel risico betekenen (zie pag. 11).
Begroting Rd4 2011
Pagina 16 van 40
25 maart 2010
Onderhoud kapitaalgoederen Voor onderhoud aan kapitaalgoederen is (nog) geen voorziening gevormd. Het gevolg is dat groot onderhoud ten laste van het boekjaar zal worden geboekt.
Investeringsplan Jaar van aanschaf Afvalinzamelplan Gebouwen en terreinen Machines en installaties Inzamelmiddelen + Ondergrondse containers Voertuigen Diversen
Detaillering van de belangrijkste componenten per groep: Afvalinzamelplan Communicatie Omruilen containers i.v.m. Volume/Frequentie Gebouwen en terreinen Dakafwerking hoofdkantoor Gekoelde watermachine vervangen Groot onderhoud milieuparken Gasketels Groot onderhoud Wenckebachstraat Vervangen verlichtingsarmaturen Aanpassing hoofdkantoor t.b.v. RSC Overig Machines en installaties Rolpackers uitbreiding Inzamelmiddelen + Ondergrondse containers Ondergrondse containers Perscontainers Minicontainers Rolcontainers Afzetcontainers Diverse andere inzamelmiddelen Voertuigen Achterladers Zijladers Haakarmvoertuigen Vrachtwagens Bestelwagens Container transport Middelgrote veegmachine Diverse overige voertuigen Diversen Hardware Software Overig
2010 527.395 505.200 20.000 1.574.843 3.668.901 481.297
2011* 161.510 430.000 20.000 259.800 1.626.000 577.500
2012* 20.000 444.000 20.000 377.350 1.259.388 455.000
2013* 0 358.500 20.000 778.750 270.000 1.052.500
2014* 0 318.500 20.000 759.750 1.200.000 250.000
6.777.636
3.074.810
2.575.738
2.479.750
2.548.250
366.880 160.515
72.590 88.920
0 20.000
0 0
0 0
133.700 160.000 0 0 0 0 120.000 91.500
155.000 150.000 0 0 0 0 0 125.000
0 75.000 0 100.000 215.000 0 0 54.000
0 150.000 50.000 0 0 0 0 158.500
0 0 0 0 0 185.000 0 133.500
20.000
20.000
20.000
20.000
20.000
890.905 50.000 369.900 75.000 114.538 74.500
-359.200 0 431.000 69.000 94.000 25.000
-259.150 0 436.000 76.000 99.000 25.500
109.250 25.000 436.000 79.000 104.000 25.500
90.250 25.000 436.000 79.000 104.000 25.500
609.033 800.000 516.600 440.000 72.000 440.800 405.000 385.468
0 800.000 0 55.000 36.000 330.000 135.000 270.000
411.488 0 210.000 55.000 0 230.000 0 352.900
0 0 0 0 0 140.000 0 130.000
200.000 0 0 0 225.000 0 725.000 50.000
103.500 217.155 160.642
50.000 95.000 432.500
90.000 95.000 270.000
125.000 920.000 7.500
97.500 145.000 7.500
* De investeringsbedragen voor 2011 tot en met 2014, zijn gebaseerd op de prijzen 2010 (geen indexering). De investeringen in 2010 zijn met € 6.777.636 aanzienlijk hoger dan de begrote investeringen in het begrotingsboek 2010 ad € 3.822.730. Dit wordt veroorzaakt door de realisatie van 2009 welke € 4.851.057 bedroeg terwijl in het begrotingsboek 2010 een bedrag werd verwacht van € 8.180.213. De hogere investeringen in 2010 worden dus veroorzaakt door verschuivingen welke wederom worden veroorzaakt door het strven om in de toekomst te komen tot een soort van ideaalcomplex waarbij investeringen worden gefinancieerd uit de vrijvallende afschrijvingen. Als wij de gewenste investeringen over een periode van vijf jaar ad € 17.221.184 afzetten tegen de begrote afschrijvingen van € 17.788.168 dan wordt deze doelstelling bereikt.
Begroting Rd4 2011
Pagina 17 van 40
25 maart 2010
De huidige investeringen zoals voorgelegd kunnen worden gefinancierd uit de cash flow over de periode van vijf jaar zonder extra geld bij te hoeven lenen waarbij zelfs ook de aflossingen over de bestaande leningen kunnen worden betaald zonder extra financiering. Het overgrote deel van de investeringen zijn vervangingsinvesteringen, afgezien van investeringen voor het Afvalinzamelplan Deze laatste investeringen hangen in grote mate samen met de overgang van de gemeente Heerlen naar het Volume/Frequentiesysteem. In de geplande investeringen is nog geen rekening gehouden met een eventuele overgang van Kerkrade naar het Volume/Frequentiesysteem. Het negatieve bedrag bij de ondergrondse containers in 2011 en 2012 wordt veroorzaakt doordat de eigen bijdrage van de containers van Heerlen in drie termijnen worden betaald. Dit betekend dat Rd4 een deel van de investeringen moet voorfinancieren en om te voorkomen dat andere gemeenten moeten opdraaien voor de kosten worden de rentekosten doorberekend aan de Gemeente Heerlen. Financieringsplan A. De langlopende lening bedraagt ultimo 2009 na aflossing € 24.700.000. Dit is voldoende om de komende vijf jaar de investeringen en de aflossingen te kunnen betalen zonder de lening uit te breiden uitgaande van het bovenstaande investeringsplan. In de begroting is rekening gehouden met uitbreiding conform het investeringsplan 2010-2011. B. Kapitaalrente De omslagrente is begroot op 4,5% (2010 4,5%). Leningen via de BNG : € 14 mio aflossingsvrij 15 jaar € 6 mio lineair 10 jaar € 6,5 mio lineair 25 jaar
Begroting Rd4 2011
3,735% 3,870% 4,805%
vaste rente vaste rente vaste rente
Pagina 18 van 40
25 maart 2010
E.
KOSTENONTWIKKELINGEN
KOSTENONTWIKKELING OP HOOFDLIJNEN 2004 - 2011 De kostenontwikkelingen en -verschuivingen in de Rd4 begroting/rekening worden met name gestuurd door de uitrol van het Afvalinzamelplan, ontwikkelingen in de afvalverwerking en hieraan gerelateerde verwerkingskosten. Uitgangspunten kostenontwikkeling "Afvalinzamelplan" In 2004 hebben alle Rd4-gemeenten ingestemd met de start van fase 1 van het Afvalinzamelplan. Het in dit plan omschreven afvalinzamelsysteem, waarmee met container identificatie en registratie meer sturing gegeven kan worden aan de afvalinzameling, heeft een aanzienlijke impact op de wijze van afvalinzameling en op de organisatie Rd4. Om het nieuwe inzamelsysteem in te voeren is het noodzakelijk om te investeren in middelen, mensen en kennis. Het uitgangspunt in het Afvalinzamelplan was en is dat door betere afvalscheiding in combinatie met een afname van de hoeveelheid restafval de verwerkingskosten zullen dalen. Uiteindelijk zal de invoering van het nieuwe afvalinzamelsysteem moeten resulteren in een kostenvoordeel. In het Afvalinzamelplan is het kostenvoordeel berekend op € 840.000 nadat in alle gemeenten het Volume/Frequentiesysteem is ingevoerd. Naast een te behalen kostenvoordeel wordt hiermee tevens een aanzienlijke milieuwinst gerealiseerd. Zo is van 2004 tot eind 2009 16.700 ton minder restafval ingezameld en is het scheidingspercentage gestegen met bijna 10%. Opgemerkt moet worden dat eind 2009 bij 56% van alle Rd4 aansluitingen ingezameld wordt volgens het Volume/Frequentiesysteem. Bij 44% van de aansluitingen had de burger nog geen financiële prikkel om afval te voorkomen of beter te scheiden. Dat betekent dat slechts de helft van het mogelijke besparingspotentieel is gerealiseerd. Hieronder volgt een grafische en tekstuele omschrijving van de kostenontwikkelingen. In de grafiek zijn de kostenontwikkelingen en verschuivingen weergegeven vanaf 2004 tot en met 2009 op basis van werkelijk gerealiseerde kosten. Om een doorkijk te geven naar 2010 en 2011 zijn hiervoor de begrote bedragen opgenomen in de grafiek.
30000000 25000000 20000000 Totale kosten afval inzameling
15000000
Personeelskosten 10000000
Verwerkingskosten resterende kosten
5000000 0 2004
2005
2006
2007
realisatie
2008
2009
2010
2011
begroot
Ontwikkeling totale kosten 2004 - 2011 In de bovenste lijn van de grafiek zijn de totale kosten weergegeven. Ten opzichte van 2004 zijn de kosten in 2011 met € 2.190.338,gedaald. De stijging 2009 - begroot 2010 wordt met name veroorzaakt door de ontwikkelingen voor opbrengsten van papier en metaal.
Begroting Rd4 2011
Pagina 19 van 40
25 maart 2010
Ontwikkeling personeelskosten 2004 - 2011 De personeelskosten laten een stijgende lijn zien en nemen toe met € 3.661.000, t.o.v. 2004. Deze kostenstijging wordt veroorzaakt door: - CAO ontwikkelingen; - het organiseren en borgen van kennis in de organisatie; - vast in dienst nemen van gesubsidieerd personeel; - meer werk in eigen beheer, waaronder transport; - keuze voor eigen werkplaats en onderhoud voertuigen en inzamelmiddelen; - nieuwe activiteiten zoals het exploiteren van het Regionaal Sorteer Centrum (RSC); - meer activiteiten NV. - gescheiden inzameling van kunststofverpakkingsmaterialen. Ontwikkeling verwerkingskosten 2004 - 2011 Tegenover de stijgende personeelkosten zijn de verwerkingskosten met € 6.855.513 gedaald. Dit komt grotendeels door een aanzienlijke afname van de totale hoeveelheid aangeboden restafval met (bijna 20.000 ton eind 2011) en een verbetering van het scheidingspercentage (meer dan 18%). Naast minder afval en betere afvalscheiding hebben ook de lagere tarieven voor de verwerking van gft- en restafval invloed gehad op de afname van de verwerkingskosten (om en nabij de € 5.909.000 in 2011). Ontwikkeling resterende kosten 2004 - 2011 De resterende organisatie kosten zijn met € 1.004.175 toegenomen. Deze stijging wordt veroorzaakt door noodzakelijke investeringen en onderhoud in registratieapparatuur en inzamelsystemen. Verder hebben autonome kostenstijgingen (zoals energiekosten) een kostenverhogend effect op de organisatiekosten. Wijzingen in de begroting 2011 Ook de begroting voor het boekjaar 2011 is het resultaat van een transparante en intensieve samenwerking tussen het management van onze organisatie en de Beleid en Financiële deskundigen uit de deelnemende gemeenten. De belangrijkste aanpassingen ten opzichte van 2010 zijn: Aanpassing veroorzaakt door externe factoren: * de verwerkingskosten zijn gebaseerd op de te verwachten (lagere) hoeveelheden na invoering van het vervolgsysteem in alle gemeenten (met uitzondering van de gemeente Kerkrade); * de personeelskosten zijn gebaseerd op de te verwachten uren rekening houdende met de efficiencyslag van het vervolgsysteem, waarbij de salariskosten zijn geïndexeerd conform de nu bekende CAO afspraken zoals die voor onze organisatie gelden (CAO WENb en gemeentelijke CAO), alsmede een inschatting van de te verwachten CAO afspraken in 2011; * in de kapitaalslasten is rekening gehouden met de noodzakelijke investeringen in met name ondergrondse systemen (gemeente Heerlen) en voertuigen. Zie verder het opgenomen investeringsoverzicht. Het gevolg is dat de afschrijvingen per saldo zullen stijgen, maar dat er aan de andere kant inverdieneffecten optreden, met lagere afval- en bedrijfskosten; * voor wat betreft de overige bedrijfskosten is een inschatting gemaakt van de reëel te verwachten prijsniveaus. Voorbeelden hiervan zijn de brandstof-, huisvestings-, onderhouds- en telefoonkosten; * de economische levensduur van alle activa is op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren bijgesteld. * voor wat betreft de bevolkingskrimp (vergrijzing en ontgroening) in ons verzorgingsgebied zullen we de mogelijke invloed hiervan op onze begroting nog bespreken met de gemeenten. Mocht dit leiden tot bijstellingen, dan zullen we dit in het najaar van 2010 melden. In deze begroting is nog geen rekening gehouden met een effect. Aanpassing veroorzaakt door interne factoren c.q. wijziging interne systematiek: * in principe is de systematiek van vorig jaar eveneens doorgevoerd in de begroting van 2011. Op basis van de opgedane ervaringen in 2009 hebben er kleine aanpassingen plaatsgevonden in verdeelsleutels.
Begroting Rd4 2011
Pagina 20 van 40
25 maart 2010
KOSTENONTWIKKELINGEN 2010 - 2011 Onderstaand worden de voornaamste kostensoorten in 2010 en 2011 met elkaar vergeleken. (in duizenden euro's) KOSTENSOORT INKOPEN UITBESTEED WERK VERWERKINGSKOSTEN PRODUCTIEKOSTEN SALARISSEN EN SOCIALE LASTEN INHUUR PERSONEEL OVERIGE PERSONEELSKOSTEN HUISVESTINGSKOSTEN VERKOOPKOSTEN KANTOORKOSTEN AUTOMATISERINGSKOSTEN COMMUNICATIEKOSTEN ALGEMENE KOSTEN RENTEKOSTEN AFSCHRIJVINGSKOSTEN TAAKSTELLING
2010
2011
Verschil 2011-2010
INKOMSTEN DERDEN
42 1.837 7.868 3.126 9.513 2.007 657 1.218 21 245 284 195 613 993 3.340 -200 31.761 -3.934
58 1.688 6.922 2.892 9.592 2.043 645 1.206 24 290 245 190 460 972 3.759 0 30.988 -4.151
16 -149 -946 -234 79 36 -12 -12 3 45 -39 -5 -153 -21 419 200 -773 -217
Kosten gemeenten Pluspakket Kosten basispakket
27.827 3.446 24.381
26.837 3.466 23.371
-990 20 -1.010
Begroting Rd4 2011
Pagina 21 van 40
Toelichting pag. 22
4) 1) 3) 5) 5)
7) 7) 8) 2) 8) 6)
9)
25 maart 2010
Toelichting 1)
De daling van de verwerkingskosten wordt met name veroorzaakt door: - stijging opbrengst papier. tarief van € 40 naar € 55. effect € 297.000. - lagere kosten huishoudelijk afval vanwege lagere tonnages. effect € 348.000 - lagere kosten grof vuil. Daling tonnage en lichte daling prijs. effect € 98.000. - lagere kosten KWD. Daling ingezameld tonnage. effect € 38.000 Het tarief voor opbrengst kunststof is naar beneden bijgesteld van € 475 naar € 375 rekening houdende met de. verwachte ontwikkeling verpakkingsconvenant. Aangezien echter de tonnages gestegen zijn is het effect op de opbrengst nagenoeg nihil.
2)
De afschrijvingskosten zijn aanzienlijk hoger dan vorig jaar. De voornaamste reden is dat vorig jaar de afschrijvingssystematiek is aangepast door in het jaar van investering over een actief niet af te schrijven. Hierdoor sluit de systematiek aan met de werkwijze zoals deze ook door de gemeentes worden gehanteerd. Bovendien leverde dit vorig jaar in het kader van de taakstelling een incidentele besparing op van € 275.000. Hiermee wordt het verschil t.o.v. 2010 aanzienlijk kleiner. Het restant verschil t.o.v. vorig jaar wordt verklaard door de investeringen in 2008 en 2009 uitgevoerd welke nu volledig doorwerken in de afschrijvingen. Dit zijn met name ondergrondse systemen geweest benodigd voor het afvalinzamelplan alsmede nieuwe voertuigen.
3)
De productiekosten dalen enerzijds vanwege de nieuwe voertuigen waardoor lagere onderhoudskosten van voertuigen en anderzijds vanwege een efficiëntere inzet van de middelen vanwege optimalisering van de routes.
4)
Lagere kosten vanwege o.a. inbesteding van werkzaamheden welke deels tot hogere salariskosten leiden. Uiteraard dalen de totale kosten hierdoor.
5)
De salariskosten stijgen met € 115.000 t.o.v. vorig jaar. In de begroting is echter gecalculeerd met een verlaging van de subsidie alsmede een verlaging van de staffelkorting van Licom van 9 naar 6% hetgeen gezamenlijk een negatief effect heeft van € 50.000. Bovendien zijn de salariskosten gestegen vanwege extra uren welke aan de NV worden geleverd alsmede in het kader van het kringloop project om extra inkomsten te genereren. Tegenover deze extra salariskosten van € 60.000 staan dan ook extra inkomsten derden. Houden we rekening met bovenstaand dan zijn de salariskosten relatief gelijk gebleven. Als we ook in beschouwing nemen dat er in de begroting met een C.A.O. verhoging van 2% is gerekend dan betekend dit in feite een daling van de salarispost.
6)
Stijging inkomsten verpakkingsbeleid met meer dan € 100.000. In 2010 moet er vanaf de eerste keer betaald worden voor het aanleveren van grof vuil. Voor 2011 zijn de verwachte inkomsten € 87.000. Stijging inkomsten kringloop van meer dan € 100.000. De inkomsten van de heffingen milieuparken dalen omdat hierover na afstemming met de fiscus BTW over betaald moet gaan worden.
7)
Hogere post kopieerkosten, o.a. vanwege in eigen beheer afdrukken afvalwijzer, alsmede voor een deel herrubricering.
8)
De taakstelling van 2010 is verdisconteerd in de afschrijvingen alsook in het beleid. De daling van de algemene kosten wordt voornamelijk veroorzaakt door interne bezuinigingen.
9)
De kosten van het basispakket dalen per saldo met ruim € 1.000.000. De grootste oorzaak is uiteraard gelegen in een daling van de verwerkingskosten. Deze daling wordt mede veroorzaakt doordat geïnvesteerd wordt in het afvalinzamelplan en met name de ondergrondse systemen. Door de investeringen in de ondergrondse systemen en de forse onderhoudsposten hiermee gepaard gaande zouden de organisatiekosten gestegen moeten zijn. Dit is echter niet gebeurd door enerzijds interne bezuinigingen en anderzijds een hogere efficiëntie bij de logistiek.
Begroting Rd4 2011
Pagina 22 van 40
25 maart 2010
F.
FINANCIËLE BEGROTING
OVERZICHT BATEN EN LASTEN
Omschrijving
EURO begroting 2011
begroting 2010
mutatie 2010 - 2011 geld %
Basispakket Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier glas) Kostenreductie taakstelling Compensatie
12.400.699 3.082.690 0 574.338 425.128 3.049.538 452.239 -317.045 1.376.842 495.434 65.219 1.073.029 2.396.846 -134.070 -560.000 0
12.033.700 3.020.977 0 271.735 231.220 2.952.163 383.400 -229.758 1.059.547 483.331 65.986 1.036.038 2.301.433 -238.269 0 0
-366.999 -61.713 0 -302.603 -193.908 -97.375 -68.840 87.288 -317.295 -12.103 767 -36.991 -95.413 -104.199 560.000 0
-3,0 -2,0 52,7 -45,6 -3,2 -15,2 0,0 -2,4 1,2 -3,4 -4,0 -100,0 -
Totaal basispakket
24.380.888
23.371.503
-1.009.384
-4,1
NV (KWD + RSC) Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
2.368.784 1.823.000 361.851 158.000 22.500 59.000 79.250 316.700 586.000 30.995 8.900
2.364.776 1.813.000 366.650 158.000 22.500 60.100 79.850 322.900 603.000 31.795 8.050
-4.008 -10.000 4.799 0 0 1.100 600 6.200 17.000 800 -850
-0,2 -0,5 1,3 0,0 0,0 1,9 0,8 2,0 2,9 2,6 -
Totaal pluspakket
5.814.978
5.830.621
15.641
0,3
30.195.867
29.202.124
-993.743
-3,3
Pluspakket
Totaal generaal
Begroting Rd4 2011
Pagina 23 van 40
25 maart 2010
TOELICHTING OP OVERZICHT BATEN EN LASTEN
Omschrijving
rekening 2009
EURO begroting 2011
begroting 2010
mutatie 2010 - 2011 geld %
Aandeel gemeenten / derden per aansluiting in euro's totaal mutatie
Basispakket Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Voerendaal
2.808.684 8.692.176 4.755.636 3.791.700 1.236.581 661.081 843.314 891.744 1.029.228
2.648.973 8.751.124 4.741.470 3.326.202 1.362.455 701.932 919.554 887.046 1.042.131
2.466.675 8.404.782 4.761.180 3.064.584 1.306.183 694.872 881.157 793.117 998.954
-182.298 -346.342 19.710 -261.619 -56.272 -7.060 -38.397 -93.929 -43.177
24.710.143
24.380.887
23.371.503
-1.009.384
Overige gemeenten N.V. Reinigingsd. Rd4 Burgers & overigen
0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Overige
0
0
0
0
24.710.143
24.380.887
23.371.503
-1.009.384
GR-gemeenten
Totaal basispakket
-6,9 -4,0 0,4 -7,9 -4,1 -1,0 -4,2 -10,6 -4,1
-4,1
174,0 185,0 198,0 173,0 188,0 191,0 178,0 155,0 182,0
€ 183
-12,84 -7,62 0,82 -14,76 -8,12 -1,94 -7,75 -18,35 -7,89
-€ 7,91
baten Pluspakket Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Voerendaal
409.254 2.144.081 680.560 468.687 588 12.267 35.951 384 22.066
370.500 1.990.500 595.000 429.300 930 13.949 18.600 715 16.000
377.000 1.984.700 607.500 435.950 800 25.160 18.300 625 15.810
6.500 -5.800 12.500 6.650 -130 11.211 -300 -90 -190
1,8 -0,3 2,1 1,5 -14,0 80,4 -1,6 -12,6 -1,2
GR-gemeenten
3.773.837
3.435.494
3.465.845
30.351
0,9
Overige gemeenten N.V. Reinigingsd. Rd4 Burgers & overigen
132.772 2.169.342 1.776.085
0 2.368.784 0
0 2.364.776 0
0 -4.008 0
-0,2
Overige
4.078.198
2.368.784
2.364.776
-4.008
Totaal pluspakket
7.852.036
5.804.278
5.830.621
26.343
32.562.179
30.185.164
29.202.124
-983.041
Totaal generaal
Begroting Rd4 2011
Pagina 24 van 40
-3,3
25 maart 2010
Omschrijving
rekening 2009
EURO begroting 2011
begroting 2010
mutatie 2010 - 2011 geld %
Totaal generaal Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Voerendaal
3.217.938 10.836.257 5.436.196 4.260.387 1.237.169 673.347 879.266 892.128 1.051.294
3.019.473 10.741.624 5.336.470 3.755.502 1.363.385 715.881 938.154 887.761 1.058.131
2.843.675 10.389.482 5.368.680 3.500.534 1.306.983 720.032 899.457 793.742 1.014.764
-175.798 -352.142 32.210 -254.969 -56.402 4.151 -38.697 -94.019 -43.367
GR-gemeenten
28.483.981
27.816.381
26.837.348
-979.033
Overige gemeenten N.V. Reinigingsd. Rd4 Burgers & overigen
132.772 2.169.342 1.776.085
0 2.368.784 0
0 2.364.776 0
0 -4.008 0
Overige
4.078.198
2.368.784
2.364.776
-4.008
32.562.179
30.185.164
29.202.124
-983.041
Totaal generaal
Begroting Rd4 2011
Pagina 25 van 40
-5,8 -3,3 0,6 -6,8 -4,1 0,6 -4,1 -10,6 -4,1
-3,5
25 maart 2010
Aandeel gemeente Brunssum Inzamelsysteem: Volume/Frequentiesysteem EURO 2011
2010 Omschrijving
afval
totaal
afval
totaal
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
Basispakket Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling Compensatie
759.807 116.750 0 -56.000 1.146 145.241 -63.944 -121.125 9.158 0 0 0 0 0 0 0
1.314.200 317.955 0 58.757 35.339 375.476 53.394 -43.679 154.790 55.698 7.332 120.634 269.462 -15.042 -62.957 7.614
687.990 116.750 0 -77.000 4.810 124.365 -66.712 -112.500 5.010 0 0 0 0 0 0 0
1.221.943 297.887 0 37.185 21.008 356.767 33.941 -31.892 117.959 53.809 7.346 115.342 256.218 -28.386 0 7.546
-92.257 -20.068 0 -21.572 -14.330 -18.709 -19.453 11.787 -36.830 -1.889 14 -5.292 -13.244 -13.344 62.957 -67
-7,0 -6,3 36,7 -40,6 -5,0 -36,4 -3,4 0,2 -
791.033
2.648.973
682.713
2.466.675
-182.298
-6,9
29,9%
100,0%
27,7%
100%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
0 0 7.500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 163.750 47.100 0 0 0 0 8.000 35.000 114.000 0 1.150 1.500
0 0 8.200 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 167.400 47.400 0 0 0 0 8.000 35.500 116.000 0 1.200 1.500
0 3.650 300 0 0 0 0 0 500 2.000 0 50 0
2,2 0,6 0,0 1,4 1,8 4,3 -
Totaal pluspakket
7.500
370.500
8.200
377.000
6.500
1,8
2,0%
100,0%
2,2%
100,0%
798.533
3.019.473
690.913
2.843.675
-175.798
-5,8
26,4%
100,0%
24,3%
100,0%
Totaal basispakket
Pluspakket
Totaal generaal
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 26 van 40
25 maart 2010
Aandeel gemeente Heerlen Inzamelsysteem: Volume/Frequentiesysteem EURO 2011
2010 Omschrijving
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
afval
totaal
afval
totaal
Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Extra reinigen verz.syst. Kunststofinzameling kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling Compensatie
2.474.350 336.240 0 -176.000 37.400 327.830 -202.273 0 -285.000 28.970 0 0 0 0 0 0 0
4.574.199 947.725 0 263.837 136.725 1.008.672 104.124 115.000 -104.100 489.643 176.190 23.194 381.599 852.384 -43.000 -199.151 24.084
2.365.720 336.240 0 -242.000 20.340 273.832 -213.453 0 -300.000 16.030 0 0 0 0 0 0 0
4.490.356 963.344 0 126.211 65.676 966.856 48.515 115.000 -77.748 377.423 172.168 23.505 369.049 819.797 -79.513 0 24.145
-83.842 15.618 0 -137.626 -71.049 -41.816 -55.609 0 26.352 -112.220 -4.022 311 -12.550 -32.588 -36.513 199.151 61
-1,8 1,6 52,2 -52,0 -4,1 -53,4 -22,9 -2,3 1,3 -100,0 -
Totaal basispakket
2.541.518
8.751.124
2.256.708
8.404.782
-346.342
-4,0
29,0%
100,0%
26,9%
100,0%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
0 167.000 0 31.500 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 1.147.000 165.000 204.000 0 0 59.000 43.000 116.000 230.000
0 1.124.000 168.000 204.000 0 0 60.100 43.000 118.500 240.000
24.000 2.500
0 167.000 0 31.500 0 0 0 0 0 0 0 0 0
24.600 2.500
0 -23.000 3.000 0 0 0 1.100 0 2.500 10.000 0 600 0
-2,0 1,8 0,0 1,9 0,0 2,2 4,3 2,5 -
Totaal pluspakket
198.500
1.990.500
198.500
1.984.700
-5.800
-0,3
10,0%
100,0%
10,0%
100,0%
2.740.018
10.741.624
2.455.208
10.389.482
-352.142
-3,3
25,5%
100,0%
23,6%
100,0%
Basispakket
Pluspakket
Totaal generaal
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 27 van 40
25 maart 2010
Aandeel gemeente Kerkrade EURO 2011
2010 Omschrijving
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
afval
totaal
afval
totaal
Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling Compensatie
1.573.928 191.470 0 -104.000 20.420 175.114 -106.567 -123.500 15.263 0 0 0 0 0 0 0
2.662.125 570.470 0 24.792 72.747 534.680 55.015 -22.302 257.968 92.826 12.219 201.045 449.078 -23.160 -104.923 -41.111
1.641.520 189.135 0 -137.500 11.275 160.876 -113.014 -150.000 8.487 0 0 0 0 0 0 0
2.739.648 584.062 0 18.317 27.281 534.278 44.580 -39.240 199.828 91.155 12.445 195.394 434.044 -39.500 0 -41.111
77.524 13.592 0 -6.475 -45.466 -402 -10.435 -16.938 -58.140 -1.671 225 -5.651 -15.034 -16.340 104.923 0
2,9 2,4 26,1 -62,5 -0,1 -19,0 75,9 -22,5 -1,8 1,8 -2,8 -3,3 70,6 -
Totaal basispakket
1.642.128
4.741.470
1.610.780
4.761.180
19.710
0,4
34,6%
100,0%
33,8%
100,0%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
0 0 8.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 210.000 59.300 0 0 0 0 28.250 157.000 137.000 0 1.950 1.500
0 0 8.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 215.000 60.150 0 0 0 0 28.850 160.000 140.000 0 2.000 1.500
0 5.000 850 0 0 0 0 600 3.000 3.000 0 50 0
2,4 1,4 2,1 1,9 2,2 2,6 -
Totaal pluspakket
8.000
595.000
8.000
607.500
12.500
2,1
1,3%
100,0%
1,3%
100,0%
1.650.128
5.336.470
1.618.780
5.368.680
32.210
0,6
30,9%
100,0%
30,2%
100,0%
Basispakket
Pluspakket
Totaal generaal
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 28 van 40
25 maart 2010
Aandeel gemeente Landgraaf Inzamelsysteem: Volume/Frequentiesysteem EURO 2011
2010 Omschrijving
afval
totaal
afval
totaal
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
Basispakket Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling Compensatie
951.720 168.120 0 -94.000 13.375 191.866 -79.061 -150.100 11.323 0 0 0 0 0 0 0
1.607.825 441.051 0 62.441 55.578 480.962 68.576 -53.894 191.383 68.866 9.065 149.153 333.166 -19.543 -77.841 9.414
844.900 163.450 0 -123.750 6.620 161.447 -83.275 -150.000 6.254 0 0 0 0 0 0 0
1.449.433 423.654 0 24.706 30.688 454.077 62.587 -41.461 147.245 67.169 9.170 143.978 319.830 -35.914 0 9.420
-158.392 -17.397 0 -37.734 -24.891 -26.885 -5.989 12.433 -44.138 -1.698 105 -5.175 -13.335 -16.371 77.841 6
-60,4 -44,8 -5,6 -8,7 -23,1 -23,1 -2,5 1,2 -3,5 -4,0 83,8 -
1.013.242
3.326.202
825.645
3.064.584
-261.619
-7,9
30,5%
100,0%
26,9%
100,0%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Ondergrondse containers Ledigen afvalbakken Afzet afvalstromen
0 0 10.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 215.000 60.800 0 0 0 0 0 8.700 105.000
0 218.000 61.450 0 0 0 0 0 8.900 107.000
36.750 1.500
0 0 10.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
37.500 1.500
0 3.000 650 0 0 0 0 0 200 2.000 0 50 0 750 0
1,4 1,1 2,3 1,9 3,2 -
Totaal pluspakket
10.000
429.300
10.000
435.950
6.650
1,5
2,3%
100,0%
2,3%
100,0%
1.023.242
3.755.502
835.645
3.500.534
-254.969
-6,8
27,2%
100,0%
23,9%
100,0%
Totaal basispakket
-9,9 -3,9
Pluspakket
Totaal generaal
1.550
1.600
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 29 van 40
25 maart 2010
Aandeel gemeente Nuth Inzamelsysteem: Volume/Frequentiesysteem EURO 2011
2010 Omschrijving
afval
totaal
afval
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
totaal
Basispakket Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling
398.914 65.380 0 -56.000 8.501 49.467 -19.390 -64.600 4.469 0 0 0 0 0 0
686.463 188.208 0 41.849 42.670 157.826 11.505 -23.117 75.530 27.178 3.578 58.863 131.484 -8.863 -30.720
380.205 67.715 0 -75.625 4.570 43.357 -16.416 -63.750 2.447 0 0 0 0 0 0
651.763 193.328 0 19.719 29.802 151.999 16.346 -10.462 57.609 26.279 3.588 56.331 125.131 -15.249 0
-34.700 5.120 0 -22.130 -12.869 -5.826 4.841 12.654 -17.921 -899 10 -2.533 -6.353 -6.386 30.720
-5,1 2,7 52,9 -30,2 -3,7 42,1 -3,3 0,3 -
Totaal basispakket
386.740
1.362.455
342.502
1.306.183
-56.272
-4,1
28,4%
100,0%
26,2%
100,0%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 630 300
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 650 150
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20 -150
3,2 -
Totaal pluspakket
0
930
0
800
-130
-14,0
0,0%
100,0%
0,0%
100,0%
386.740
1.363.385
342.502
1.306.983
-56.402
-4,1
28,4%
100,0%
26,2%
100,0%
Pluspakket
Totaal generaal
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 30 van 40
25 maart 2010
Aandeel gemeente Onderbanken Inzamelsysteem: Volume/Frequentiesysteem EURO 2011
2010 Omschrijving
afval
totaal
afval
totaal
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
Basispakket Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling
189.861 29.421 0 -26.000 1.293 46.673 -10.099 -34.200 2.327 0 0 0 0 0 0
335.184 84.677 0 31.205 8.481 108.703 11.166 -11.303 39.337 14.155 1.863 30.657 68.479 -4.673 -15.999
189.499 29.421 0 -36.300 954 41.075 -3.924 -33.750 1.287 0 0 0 0 0 0
329.502 85.487 0 21.563 7.483 104.492 16.493 -4.104 30.300 13.822 1.887 29.628 65.814 -7.493 0
-5.681 809 0 -9.643 -999 -4.211 5.328 7.199 -9.037 -333 24 -1.029 -2.665 -2.820 15.999
-1,7 1,0 30,9 -11,8 -3,9 47,7 -2,4 1,3 -
Totaal basispakket
208.708
701.932
188.262
694.872
-7.060
-1,0
31,3%
100,0%
27,1%
100,0%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 24.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 350 300
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 24.500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 360 300
0 500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0
2,1 2,9 0,0
Totaal pluspakket
0
13.949
0
25.160
510
0,0%
100,0%
0,0%
100,0%
208.708
715.881
188.262
720.032
29,2%
100,0%
26,1%
100,0%
Pluspakket
Totaal generaal
-6.550
-0,9
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 31 van 40
25 maart 2010
Aandeel gemeente Simpelveld Inzamelsysteem: Volume/Frequentiesysteem EURO 2011
2010 Omschrijving
afval
totaal
afval
totaal
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
Basispakket Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling
201.569 58.375 0 -37.200 5.680 45.462 -13.840 -59.375 3.190 0 0 0 0 0 0
393.434 172.651 0 28.923 24.930 123.800 13.335 -20.922 53.910 19.398 2.554 42.014 93.847 -6.394 -21.927
204.587 54.639 0 -50.600 1.615 43.927 -11.731 -54.375 1.748 0 0 0 0 0 0
378.239 158.737 0 14.318 16.126 125.248 22.721 -16.128 41.167 18.779 2.564 40.253 89.418 -10.285 0
-15.195 -13.914 0 -14.605 -8.804 1.447 9.386 4.794 -12.743 -619 10 -1.760 -4.429 -3.891 21.927
-3,9 -8,1 50,5 -35,3 1,2 70,4 -3,2 0,4 -100,0
Totaal basispakket
203.861
919.554
189.810
881.157
-38.397
-4,2
22,2%
100,0%
21,5%
100,0%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 11.500 6.150 0 0 0 0 0 0 0 0 450 500
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 11.500 6.150 0 0 0 0 0 0 0 0 450 200
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -300
0,0 0,0 -60,0
Totaal pluspakket
0
18.600
0
18.300
-300
-1,6
0,0%
100,0%
0,0%
100,0%
203.861
938.154
189.810
899.457
-38.697
-4,1
21,7%
100,0%
21,1%
100,0%
Pluspakket
Totaal generaal
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 32 van 40
25 maart 2010
Aandeel gemeente Vaals Inzamelsysteem: Volume/Frequentiesysteem EURO 2011
2010 Omschrijving
afval
totaal
afval
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
totaal
Basispakket Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling
193.120 42.030 0 -24.000 3.767 41.652 -22.597 -47.500 3.236 0 0 0 0 0 0
394.403 137.187 0 31.148 16.843 119.526 18.173 -16.803 54.701 19.683 2.591 42.631 95.225 -6.014 -22.248
168.980 39.462 0 -33.000 2.392 41.075 -24.053 -33.750 1.806 0 0 0 0 0 0
346.921 116.766 0 -6.059 10.584 123.332 15.812 -840 42.529 19.401 2.649 41.586 92.378 -11.941 0
-47.482 -20.421 0 -37.207 -6.259 3.806 -2.361 15.963 -12.172 -283 58 -1.045 -2.847 -5.927 22.248
-12,0 -14,9 119,5 -37,2 3,2 13,0 -22,3 -1,4 2,2 -2,5 -3,0 -100,0
Totaal basispakket
189.708
887.046
162.912
793.117
-93.929
-10,6
21,4%
100,0%
20,5%
100,0%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 415 300
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 425 200
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 -100
2,4 -33,3
Totaal pluspakket
0
715
0
625
-90
-12,6
0,0%
100,0%
0,0%
100,0%
189.708
887.761
162.912
793.742
-94.019
-10,6
21,4%
100,0%
20,5%
100,0%
Pluspakket
Totaal generaal
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 33 van 40
25 maart 2010
Aandeel gemeente Voerendaal Inzamelsysteem: Volume/Frequentiesysteem EURO 2011
2010 Omschrijving
afval
totaal
afval
totaal
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
Basispakket Restafval GFT Resultaat o.b.v. ledigingen Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Milieuparken Straatvoorzieningen Kunststofinzameling Kringloop Servicepunt Afvalstoffenwijzer Afvalinzamelplan Resterende kosten Afvalfonds (papier en glas) Kostenreductie taakstelling
237.176 74.720 0 -42.000 6.215 52.501 -15.296 -58.900 3.525 0 0 0 0 0 0
432.867 222.765 0 31.386 31.814 139.893 1.951 -20.926 59.580 21.439 2.822 46.433 103.719 -7.381 -24.233
236.572 70.050 0 -60.500 3.940 46.209 -12.962 -56.250 1.932 0 0 0 0 0 0
425.894 197.714 0 15.775 22.573 135.115 7.404 -7.882 45.487 20.750 2.833 44.478 98.802 -9.988 0
-6.973 -25.051 0 -15.611 -9.241 -4.778 5.453 13.044 -14.093 -689 11 -1.955 -4.917 -2.607 24.233
-1,6 -11,2 49,7 -29,0 -3,4 279,5 -3,2 0,4 -4,7 -100,0
Totaal basispakket
257.941
1.042.131
228.991
998.954
-43.177
-4,1
24,8%
100,0%
22,9%
100,0%
KWD Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst Afzet afvalstromen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 15.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 500 500
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 15.100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 510 200
0 100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 -300
0,7 2,0 -60,0
Totaal pluspakket
0
16.000
0
15.810
-190
-1,2
0,0%
100,0%
0,0%
100,0%
257.941
1.058.131
228.991
1.014.764
-43.367
-4,1
24,4%
100,0%
22,6%
100,0%
Pluspakket
Totaal generaal
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 34 van 40
25 maart 2010
Aandeel N.V. Reinigingsdiensten Rd4 EURO 2011
2010 Omschrijving
afval
totaal
afval
totaal mutatie 2010 - 2011 geld %
totaal
Basispakket Restafval GFT Papier Grofvuil, hout, snoeiafval Straatvoorzieningen Milieuparken Afvalstoffenwijzer Servicepunt
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
-
Totaal basispakket
0
0
0
0
0
KWD RSC Straatreiniging Kolkenreiniging Rioolreiniging Pompen en gemalen Zandvangers Rattenbestrijding Reiniging markten Transport verhuur Gladheidbestrijding Kringloopcentrum Calamiteitendienst
301.750 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1.923.196 445.588 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
263.340 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2.020.756 344.020 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
97.560 -101.568 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
5,1 -22,8 -
Totaal pluspakket
301.750
2.368.784
263.340
2.364.776
-4.008
-0,2
12,7%
100,0%
11,1%
100,0%
301.750
2.368.784
263.340
2.364.776
-4.008
-0,2
12,7%
100,0%
11,1%
100,0%
Pluspakket
Totaal generaal
De kolom afval betreft de (per saldo) kosten voor de verwerking van afvalstromen. De kolom totaal staat voor de totale kosten. Het verschil is dus de inzamelkosten.
Begroting Rd4 2011
Pagina 35 van 40
25 maart 2010
Overzicht van de grootste kostenposten conceptrekening 2009 versus begroting 2010 en 2011. concept rekening 2009
Omschrijving
EURO begroting 2011
begroting 2010
% mutatie 2010 - 2011 geld %
begroting 2010
begroting 2011
Omschrijving Verwerkingskosten Salarissen & sociale lasten + ID onbep.tijd + Contract bepaalde tijd Personeel van derden + WSW Licom Energie Uitbestede werkzaamheden Ov. goederen en diensten Kapitaallasten
7.804.026 9.004.786
7.861.091 9.513.108
6.922.000 9.592.000
-939.091 78.892
-11,9% 0,8%
26,0% 31,5%
23,7% 32,8%
2.045.296
2.007.305
2.043.000
35.695
1,8%
6,6%
7,0%
1.062.711 2.418.669 4.402.772 3.765.979
1.300.140 1.837.359 3.347.583 4.322.281
1.123.510 1.688.000 3.102.614 4.731.000
-176.630 -149.359 -244.969 408.719
-13,6% -8,1% -7,3% 9,5%
4,3% 6,1% 11,1% 14,3%
3,8% 5,8% 10,6% 16,2%
kosten
30.504.239
30.188.868
29.202.124
-986.743
-3,3%
100,0%
100,0%
opbrengsten
31.365.260
overschot
861.021
real. 2009 178,3 18,0 17,9 62,3 26,5
begr. 2010 170,1 16,3 17,2 57,8 38,3
begr. 2011 164,2 17,6 14,4 51,7 49,4
303,0
299,7
297,2
FTE's Vaste krachten ID onbep.tijd Contract bepaalde tijd WSW/ Licom Personeel van derden
Begroting Rd4 2011
Pagina 36 van 40
25 maart 2010
G.
VASTSTELLING DOOR ALGEMEEN BESTUUR
Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 in de vergadering van 17 juni 2010.
De directeur
De voorzitter
W.C.H. Sijstermans
Begroting Rd4 2011
Pagina 37 van 40
25 maart 2010
MEERJARENRAMING
Begroting Rd4 2011
Pagina 38 van 40
25 maart 2010
MEERJARENRAMING KOSTEN concept rekening 2009 EUR
Omschrijving
meerjarenraming 2013 EUR
2011 EUR
2012 EUR
7.804.026 9.004.786 2.045.296 1.062.711 0 6.821.441 3.765.979
7.861.091 9.513.108 2.007.305 1.300.140 0 5.184.942 4.322.281
6.922.000 9.592.000 2.043.000 1.123.510 0 4.790.614 4.731.000
6.900.000 9.783.840 2.083.860 1.179.686 0 4.886.426 4.715.786
6.850.000 9.979.517 2.125.537 1.238.670 0 4.984.155 4.580.073
6.800.000 25.469 307.750 1.300.604 0 3.978.059 4.444.360
30.504.239
30.188.868
29.202.124
29.549.598
29.757.951
29.975.956
Verwerkingskosten Salarissen en sociale lasten Personeel van derden Energie Duurzame zaken Ov. goederen en diensten Kapitaallasten
Totaal
begroting 2010 EUR
2014 EUR
Meerjarenverwachting afvalhoeveelheden tot 2014 In het algemeen kan gesteld worden dat de ontwikkelingen van afvalhoeveelheden en hieraan gerelateerde kosten afhankelijk zijn van: 1. Beïnvloedbare ontwikkelingen zoals: a. Beleidsmaatregelen - Locaal - Landelijk 2. Niet beïnvloedbare ontwikkelingen zoals: a. Economische ontwikkelingen b. Bevolkingsontwikkelingen - Krimp - Vergrijzing -Ontgroening c. Ontwikkeling aantal aansluitingen 1.
Beïnvloedbare ontwikkelingen:
a. Beleidsmaatregelen Locaal In de begroting 2010 is rekening gehouden dat, met uitzondering van de gemeente Kerkrade, bij alle Rd4-gemeenten het Volume/Frequentiesysteem is ingevoerd. In de meerjarenbegroting wordt vooralsnog geen rekening gehouden met de invoering van het Volume/Frequentiesysteem in de gemeente Kerkrade. Buiten de invoering van het Volume/Frequentiesysteem en de hieraan gerelateerde effecten is er in de prognose rekening gehouden met de inzameling van kunststofverpakkingen en de inzameling van oud papier met behulp van minicontainers in de gemeente Heerlen. Landelijk De verwachting is dat de producentverantwoordelijkheid verder doorzet. Dit zal tot 2013 echter weinig of geen invloed hebben op de afvalhoeveelheden en slechts een gering financieel voordeel opleveren door extra inkomsten vanuit het Afvalfonds. In de hoeveelhedenprognose is, buiten het gescheiden inzamelen van kunststof, dan ook geen rekening gehouden met deze ontwikkelingen.
Begroting Rd4 2011
Pagina 39 van 40
25 maart 2010
2.
Niet beïnvloedbare ontwikkelingen zoals:
Economische ontwikkelingen Uitgangspunt bij de prognose is dat na 2010 de economie weer zal aantrekken. In de voorafgaande jaren was een sterke koppeling te zien tussen economische ontwikkeling, consumptiegedrag en afvalontwikkelingen. Uitgangspunt in de prognose is een economische groei van 1% ten opzichte van 2009. Bevolkingsontwikkelingen Krimp De verwachte krimp van 2% (info: Parkstadmonitor) tot 2013 zal weinig of geen effecten hebben op de afvalhoeveelheden daar het aantal aansluiting nagenoeg gelijk blijft. Tussen 2014 en 2020, indien de bevolkingskrimp van meer dan 5% wordt bereikt en ook een afname van het aantal aansluitingen is geprognosticeerd, zal dit wel een effect hebben op de afvalhoeveelheden. Maar ook hier speelt gezinsgrootte een belangrijke rol en is de verwachting dat afvalhoeveelheden hierbij niet evenredig afnemen met de bevolkingskrimp. De prognose na 2014 is dat de afvalhoeveelheden onder invloed door de bevolkingskrimp jaarlijks met 1% tot 2% zullen afnemen. Vergrijzing De prognose van de leeftijdsopbouw van de bevolking en met name de ontwikkeling van inwoners van 65 jaar en ouder laat in 2013 ten opzichte van 2009 een stijging van 5% zien. Het aantal 65-plussers betreft dan 20% van het totaal aantal inwoners (was in 2009 19%). De verwachting is dat de stijging met 1% geen significante effecten zal hebben op de afval aanbieding. Ontgroening De afname van het geboortecijfer met 2% tot 2013 geeft vooralsnog geen aanleiding om hiermee rekening te houden in de meerjarenbegroting tot 2013. Ontwikkeling aantal aansluitingen Een daadwerkelijk afname van het aantal aansluitingen wordt pas na 2013 verwacht. Dit zal dan met name betrekking hebben op stapelbouw en hoogbouw wooncomplexen. Ook hier zijn de verwachtingen dat de afvalhoeveelheden pas merkbaar zullen afnemen tussen 2015 en 2020. Samenvattend De prognose is dat de afvalhoeveelheden in de periode 2009-2013 licht zullen afnemen. Deze afname is met name toe te schrijven aan beïnvloedbare factoren zoals de effecten van het Volume/Frequentiesysteem en de gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen. De effecten van niet beïnvloedbare factoren zoals bevolkingskrimp, vergrijzing en economische ontwikkelingen zullen elkaar naar verwachting opheffen. De overige kostensoorten worden individueel bepaald. Aangezien iedere kostensoort uit diverse grootboekrekeningen bestaat en deze allemaal individueel worden beoordeeld is een gemiddelde per kostensoort zeer lastig vast te stellen.
Begroting Rd4 2011
Pagina 40 van 40
25 maart 2010
Raadsinformatiebrief Actieplan jeugdwerkloosheid
1. Inleiding Het kabinet wil voorkomen dat als gevolg van de huidige economische crisis jongeren langdurig aan de kant komen te staan. Daarom heeft het kabinet met 30 regio’s convenanten gesloten om de jeugdwerkloosheid tegen te gaan. In vervolg hierop zijn in de zomer van 2009 door de regio’s Regionale Actieplannen Jeugdwerkloosheid ingediend. Deze plannen bestrijken de periode 20092011. Over deze periode stelt het ministerie plusminus € 153 miljoen ter beschikking aan de regionale actieplannen. Onderdeel van de aanpak is dat er eveneens ESF-subsidie beschikbaar is voor projecten gericht op de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Hiervoor is een ‘ESF J’ regeling ingesteld. Ook de regio Zuid Limburg heeft een Actieplan jeugdwerkloosheid opgesteld. In deze raadsinformatiebrief informeren wij u over het regionaal Actieplan jeugdwerkloosheid. In paragraaf 2 gaan we in op de achtergrond van het Actieplan jeugdwerkloosheid. Vervolgens zoomen we in paragraaf 3 op de doelgroep om van daaruit in paragraaf 4 te komen tot een beschrijving van de aanpak. In paragraaf 5 beschrijven we de samenwerkingsstructuur. De actuele situatie geven we in paragraaf 6 weer. Vervolgens staan we in paragraaf 7 stil bij de financiën. In paragraaf 8 kunt u lezen hoe wij u op de hoogte houden van de voortgang van het Actieplan Jeugdwerkloosheid.
2. Achtergrond De bestrijding van de jeugdwerkloosheid heeft momenteel hoge prioriteit. De geschiedenis leert ons dat in tijden van crisis jongeren extra kwetsbaar zijn. De verwachting is dat de jeugdwerkloosheid zal verdubbelen. In de regio Zuid Limburg zijn momenteel 3000 jongeren ingeschreven als Niet Werkende Werkzoekenden. Bij ongewijzigd beleid is de verwachting dat dit aantal zal verdubbelen. De 19 gemeenten uit de regio Zuid-Limburg gaan samen met werkgevers, scholen, jeugdzorginstanties, UWV WERKbedrijf en de kenniscentra alles op alles zetten om zoveel mogelijk jongeren aan het werk te krijgen en te houden. De gemeente Heerlen treedt op als contactpersoon namens de gehele regio Zuid-Limburg. Vanuit die verantwoordelijkheid heeft de gemeente een projectbureau ingericht waar projectleiding, projectcoördinatie en projectverantwoording zijn belegd. Juist in de regio Zuid Limburg is een gezamenlijk en krachtig optreden van belang. De vergrijzing slaat versneld toe. We kunnen het ons niet veroorloven om jongeren langs de kant te laten staan. Iedere jongere is nodig! Dit doel vraagt van de partijen veel inspanning, sturing en een non-conformistische benadering. Vooral door jongeren te motiveren om door te leren en hen daartoe in staat te stellen via voldoende leerbanen. De partijen zetten zich met de jeugdzorginstanties extra in voor jongeren in kwetsbare posities.
3. Doelgroep Dé jongere bestaat niet. Er zijn diverse subgroepen jongeren te onderscheiden die de negatieve gevolgen van de economische crisis ondervinden. Op die manier wordt duidelijk dat er ook niet één aanpak is. Hieronder volgt een korte beschrijving per subgroep. Schoolgaanden: er is vooral sprake van een afname aan beroepsbegeleidende leerweg (BBL)plekken. Dit geldt zowel voor nieuwe instroom als voor leerlingen die al een BBL volgen. Als gevolg van de crisis wordt verwacht dat zo’n 25% van de BBL-leerlingen hun baan gaan verliezen. Voortijdige schoolverlaters: een deel van de schoolverlaters is voortijdig schoolverlater. Dit zijn jongeren zonder startkwalificatie (minimaal Havo of MBO niveau 2). Deze hebben het enerzijds moeilijk om de arbeidsmarkt te betreden en anderzijds als zij eenmaal werken, om in tijden van crisis,
hun baan te behouden. Schoolverlaters met diploma: Er zijn minder vacatures beschikbaar en werkgevers kunnen hogere eisen stellen aan het nieuwe personeel. Dat er minder vacatures beschikbaar zijn, heeft direct invloed op schoolverlaters, zowel met als zonder een startkwalificatie. De jongeren die het voortgezet speciaal onderwijs of praktijkonderwijs hebben gevolgd, zullen het moeilijker hebben om op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag kunnen. De schoolverlaters van het MBO moeten daarbij opboksen tegen de hoger gekwalificeerde van het HBO of de universiteit. Voor afgestudeerde HBO-ers blijkt de actuele situatie eveneens moeilijk. Voor het behoud van kennis is het voor de regio van groot belang om deze jongeren te behouden. Er zijn dus minder banen beschikbaar, daarom worden er door de partijen initiatieven opgezet om schoolverlaters te motiveren om langer op school te blijven om alsnog hun kwalificatie te behalen of een aanvullende opleiding te volgen. Uitval HBO: jongeren die de HBO opleiding niet afronden, hebben wel een startkwalificatie (meestal HAVO). Ze hebben het op de huidige arbeidsmarkt moeilijker omdat zij moeten opboksen tegen de jongeren die wel een HBO - of MBO niveau 4 opleiding hebben afgerond. Met ontslag bedreigde jongeren: jongeren met flexibele en tijdelijke contracten worden in tijden van crisis als eerste ontslagen. Daarnaast worden ook jongeren met vaste contracten met ontslag bedreigd vanwege de slechte financiële situatie waarin sommige bedrijven verkeren. Werkende jongeren zonder startkwalificatie: deze jongeren zijn in tijden van crisis extra kwetsbaar. Zij beschikken over weinig kwalificaties. Werkloze jongeren: voor de kortdurend werkloze jongeren geldt dat er minder vacatures zijn. Werkgevers stellen doordat er meer aanbod is, hogere eisen aan de nieuwe werknemers (kwalificatie en ervaring). De jongeren met een grotere afstand, de zogenaamde kwetsbare jongeren of overbelaste jongeren, hadden het in goede economische tijden al lastig. De huidige situatie maakt dat het voor hen nog moeilijker om een baan te vinden. Deze jongeren moeten een passend aanbod blijven ontvangen. De Wet Investering in Jongeren (WIJ) die per 1oktober wordt ingevoerd, speelt hierin een grote rol. Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat verschillende groepen jongeren last hebben van de crisis zoals hierboven blijkt. Het gaat zowel om jongeren die een beroepsopleiding (BBL/BOL) volgen, jongeren die met ontslag worden bedreigd, als de jongeren die geen opleiding of werk hebben.
4. Prioritaire acties In het Actieplan jeugdwerkloosheid benoemt de regio Zuid-Limburg vijf prioritaire acties ten behoeve van de hierboven benoemde doelgroepen, waarvoor de regio extra inzet gaat plegen boven op de bestaande dienstverlening. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen preventieve acties en curatieve acties. In het onderstaande schema zijn de acties vetgedrukt.
5.Samenwerkingsstructuur De gemeente Heerlen treedt op als contactpersoon namens de gehele regio Zuid Limburg. Om een succesvolle uitvoering van het Actieplan jeugdwerkloosheid te verzekeren, heeft het College van B&W van de gemeente Heerlen het REKO+ (het regionale cluster van uitvoeringsorganisaties op het gebied van sociale zaken, werkgelegenheid en onderwijs) gemandateerd uitvoering te geven aan het regionale Actieplan jeugdwerkloosheid. Onder verantwoordelijkheid van het REKO+ zijn drie werkgroepen in het leven geroepen die aan de slag gaan met het vertalen van de prioritaire acties naar concrete projecten. Daarnaast is er een kerngroep die het REKO+ adviseert over werkgroepoverstijgende zaken.
5.1 Werkgroep Onderwijs In de werkgroep Onderwijs zijn 4 deelprojecten ontwikkeld om jongeren langer op school te houden en bestaande stage-/leerwerkplekken te behouden en nieuwe te creëren. Hieronder beschrijven we kort de deelprojecten: Deelproject 1: versterken portaalfunctie Onderwijs Naar verwachting zijn er in Zuid Limburg plusminus 10.000 jongeren (werkzoekenden, reguliere en vroegtijdige schoolverlaters, met werkloosheid bedreigden) die potentieel geïnteresseerd zijn in het starten of vervolgen van een opleiding. Daarom starten de Zuid Limburgse onderwijsinstellingen (ROC Arcus, ROC Leeuwenborgh, Hs Zuyd en het Citaverde college) een project om 1500 jongeren uit te nodigen voor een adviesgesprek op school. Het gesprek leidt tot een ‘diagnose’ en een op maat gesneden advies voor een vervolgtraject. De verwachting is dat 250 jongeren in dit kader een EVP (ervaringsprofiel) of EVC (ervaringscertificaat) ontvangen. In het project zal het instrument van Eportfolio nadrukkelijk worden ingezet. Deelproject 2: tussenvoorziening Er wordt aan 200 jongeren een tussenvoorziening van 10 weken geboden waarin de jongeren die niet direct kunnen instromen danwel de jongeren die behoefte hebben aan extra begeleiding en ondersteuning als voorbereiding op een nieuw onderwijstraject individueel begeleid worden. Deelproject 3: leerwerktrajecten Er worden 100 nieuwe leerwerktrajecten ingericht. Daarmee speelt de regio nadrukkelijk in op de verwachte krapte op de arbeidsmarkt na afloop van de economische crisis. Het project richt zich op BBL leerlingen die beschikbaar zijn voor de branche en op werkloze werkzoekende jongeren die geschikt en gemotiveerd zijn om een opleiding te volgen. Deelproject 4: nieuwe opleidingen Voor 90 jongeren worden maatwerk trajecten ingericht die hen een hogere kwalificatie bezorgen en die hen voorbereiden op beroepen in de kanssectoren. Adagium is jongeren zo hoog mogelijk te scholen en hen daarmee optimaal arbeidsmobiel te houden.
5.2 Werkgroep Matching In de werkgroep Matching wordt ingezet op een versterking van de integrale aanpak van jongeren op de werkpleinen. Daarnaast wordt gewerkt aan het doorontwikkelen van een sectorale werkgeversbenadering. Deelproject 5: versterken aanbodzijde Op dit moment zijn ruim 3000 jongeren als werkzoekend ingeschreven bij het UWV. Doel van dit project is het intensiveren van de contacten met de huidige caseload. In alle drie de subregio’s is er een gemiddelde caseload van ruim meer dan 75 cliënten per casemanager. Om te bereiken dat de jeugdwerkloosheid in deze regio niet verdubbelt, maar slechts met 50% toeneemt, is intensivering noodzakelijk. Daartoe worden op ieder werkplein jongerenteams ingericht en versterkt en wordt de caseload aan deze teams toegewezen. De jongerenwerkers zullen tweewekelijks een voortgangsgesprek met de jongeren voeren. Daarnaast worden op tweemaandelijks basis sessies
georganiseerd waarbij meerdere jongeren bij elkaar zijn om van elkaar te leren. De jongeren hebben met elkaar gemeen dat ze dezelfde achtergrond hebben of soortgelijk werk zoeken. Incidenteel zal bij deze groepsactiviteiten een potentiële werkgever aansluiten om de jongeren van gerichte tips te voorzien. Het gaat om maatwerk waarbij jongeren via groepsgewijze coaching elkaar leren versterken met als doel activering op de arbeidsmarkt al of niet in combinatie met studie. Deelproject 6: versterken vraagzijde Doel van dit project is om het marktbereik en marktaandeel van UWV WERKbedrijf te vergroten om te komen tot meer arbeids-, leer(werk)- en/of stageplekken voor jongeren. Insteek is niet zozeer om meer naar bedrijven te gaan, maar ‘slimmer’ naar bedrijven te gaan. Dit doen we door meer afstemming te organiseren tussen publieke partijen die met onderwijs en arbeidsmarkt bezig zijn. Dit leidt tot een eenduidige sectorale aanpak inzake de uitvraag van de arbeidsmarkt.
5.3 Werkgroep Kwetsbare Jongeren In de werkgroep Kwetsbare Jongeren is er aandacht voor die jongeren die niet over een startkwalificatie beschikken waardoor hun mogelijkheden om duurzame arbeid te vinden uiterst gering zijn, zeker in een situatie waarin we ons nu bevinden, waarbij er sprake is van een zeer krappe arbeidsmarkt. Daarnaast hebben kwetsbare jongeren vaak nog een aantal andere kenmerken waardoor ze zich niet alleen op de arbeidsmarkt, maar vaak ook in de samenleving moeilijk staande kunnen houden. Het gaat dan om jongeren met beperkte cognitieve of sociale vaardigheden, of jongeren die op meerdere levensgebieden problemen ervaren. Deelproject 7: Doorlopende zorg kwetsbare jongeren Uitgangspunt bij dit project is dat een kwetsbare jongere een kwetsbare jongere blijft ook als hij/zij geplaatst is op een baan of vervolgopleiding. Met deze programmalijn wordt geborgd dat een e kwetsbare jongere tot zijn 27 blijvend maatwerk ontvangt. Een speciaal projectteam voor kwetsbare jongeren zorgt voor een adequaat maatwerktraject en de blijvende begeleiding en ondersteuning gedurende de rit. De projectteams zullen onderdeel worden van de reguliere jongerenloketten op de werkpleinen in Zuid Limburg. Dit project wordt in iedere regio (Parkstad, Westelijke Mijnstreek, Maastricht en Mergelland) geïmplementeerd. Deelproject 8: Ontsluiting arbeidsmarkt voor kwetsbare jongeren Ontsluiting arbeidsmarkt voor kwetsbare jongeren: gespecialiseerde accountmanagers zijn actief aan de slag om de arbeidsmarkt voor kwetsbare jongeren te ontsluiten. Dit leidt tot meer werkplekken, leerwerkbanen en stageplekken. Dit project wordt in iedere regio (Parkstad, Westelijke Mijnstreek, Maastricht en Mergelland) geïmplementeerd. Deelproject 9: Opsporen VSV jongeren In Zuid Limburg zijn bij benadering 600 jongeren tot 27 jaar die het onderwijs hebben verlaten, die niet reageren op oproepen van het Regionaal Meld Coördinatie Centrum en die niet bij het jongerenloket aangemeld zijn. Deze jongeren worden in kaart gebracht, outreachend opgezocht en geactiveerd naar een leren/werken traject. Dit project wordt in iedere regio (Parkstad, Westelijke Mijnstreek, Maastricht en Mergelland) geïmplementeerd. Deelproject 10: Scholen en trainen van kwetsbare jongeren Scholen en trainen van kwetsbare jongeren: Om kwetsbare jongeren minder kwetsbaar te maken wordt actief ingezet op scholing en training van kwetsbare jongeren. Dit project wordt in iedere regio (Parkstad, Westelijke Mijnstreek, Maastricht en Mergelland) geïmplementeerd.
6.Stand van zaken en blik vooruit
Het jaar 2009 is gebruikt om te komen tot goede deelprojecten. In 2010 en 2011 staat de uitvoering centraal. De meeste deelprojecten worden reeds uitgevoerd of staan op de drempel van uitvoering. Daarmee borgen we dat we niet alleen investeren in duurzame versterking van het samenwerkingsnetwerk, maar ook dat we zo snel als mogelijk resultaten boeken. Voor het bepalen van de te verkrijgen middelen voor 2010 en 2011 zijn de geboekte resultaten immers voor 50% bepalend. De regio dient hierover per tertaal verantwoording af te leggen aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als we kijken naar het aantal niet-werkende werkzoekende jongeren in de arbeidsmarktregio ZuidLimburg, dan bedraagt dit eind december 2009 3.026 jongeren. Ten opzichte van een jaar eerder betekent dit een stijging van 25%. Dit is minder dan de landelijke toename van 55%. We zien drie verklaringen hiervoor. Allereerst zien we in deze ontwikkeling een bevestiging van de effectiviteit van de gehanteerde werkwijze in deze regio. De Actieplan middelen worden daarom vooral ingezet om bestaande activiteiten te intensiveren en versterken. Het gaat dan bijvoorbeeld om het versterken van de jongerenloketten die al langere tijd operationeel zijn. Of het gaat erom, in aanvulling op de sluitende registratie van jongeren tot 23 jaar (via RMC functie) ook de jongeren tot 27 jaar te gaan registreren. Of het gaat erom bestaande tussenvoorzieningen op de ROC’s op te schalen. Een tweede oorzaak is dat in deze regio veel leerlingen via SCHOOL EX in het onderwijs zijn gebleven. Een derde oorzaak heeft betrekking op de effecten van de ontgroening en krimp waar deze regio zo nadrukkelijk mee te maken heeft. Mogelijk dat werkgevers vanwege de verwachte krapte op de arbeidsmarkt jongeren in dienst houden of aantrekken. Voor het restant van 2010 en 2011 zullen betrokken partners alle zeilen moeten bijzetten om op koers te blijven en daarmee de verwachte verdubbeling van de jeugdwerkloosheid te halveren.
In aanvulling op de deelprojecten zal in 2010 versterkt worden ingezet op de volgende onderdelen: Voucherregeling Om te zorgen voor voldoende stage- en leerwerkplekken en banen zal de regio Zuid Limburg een voucherregeling gaan uitwerken die werkgevers recht geeft op een financiële vergoeding indien een werkgever bereid is een jongere een perspectief te bieden op een stage- of leerwerkplek of baan. Naar verwachting zal deze regeling medio 2010 gelanceerd worden.
Versterking positie kwetsbare jongeren In de werkgroep kwetsbare jongeren is de ambitie uitgesproken om te komen tot een sluitende aanpak en blijvende aandacht voor kwetsbare jongeren. Vanuit deze ambitie zijn vier actielijnen benoemd waarbinnen deelprojecten zijn uitgewerkt. In 2010 en 2011 zullen deze actielijnen verder worden versterkt. Communicatie Doelstellingen van het Zuid Limburgse Actieplan Jeugdwerkloosheid zijn divers. We willen investeren in kwetsbare jongeren om hun toekomstperspectief te verbeteren. We willen werkgevers enthousiasmeren en bewegen meer stageplekken en leerwerkbanen beschikbaar te stellen voor jongeren. We willen jongeren aanzetten langer op school te blijven als dat, gezien de omstandigheden, het meeste perspectief biedt. We willen jongeren en werkgevers wijzen op het belang en de noodzaak van een leven lang leren. We willen jongeren met voldoende arbeidsmarktperspectief matchen op geschikte vacatures. Kortom, stevige ambities op verschillende terreinen. Bij elk van deze ambities hoort een boodschap en een doelgroep waarvoor deze boodschap bedoeld is. We geloven erin dat het op de juiste wijze uitdragen van onze boodschap bijdraagt aan de ambities die we met elkaar gesteld hebben. In 2010 zal daarom, met ondersteuning van een extern bureau, uitvoering worden gegeven aan een gezamenlijk communicatieplan.
7.Financiën
In 2009 heeft de regio Zuid Limburg € 2.600.000 gekregen voor uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Daarnaast heeft de regio een ESF J aanvraag gedaan ter hoogte van € 1.070.000. Deze middelen worden grotendeels aangewend om de 10 deelprojecten te ondersteunen. Naast een Actieplan bijdrage en de ESF J middelen dragen projectpartners ook eigen cofinanciering in. Van de projectkosten wordt na aftrek van de ESF bijdrage 60% vergoed uit het Actieplan. De resterende 40% wordt door projectpartners als cofinanciering ingebracht. In de zomer van 2010 wordt bekend op welke aanvullende rijksbijdrage voor de periode 2010 de regio Zuid Limburg kan rekenen. We gaan uit van minimaal € 1.300.000. In 2011 wordt bekend welke bijdrage voor het jaar 2011 deze regio ten deel valt.
8. Vervolg
Het projectbureau van het Actieplan Jeugdwerkloosheid zal twee maal per jaar een raadsinformatiebrief aan de raden van de Zuid Limburgse gemeenten aanbieden. Daarmee blijft u op de hoogte van de voortgang van het Actieplan jeugdwerkloosheid. Daarnaast zullen wij de verantwoordelijke portefeuillehouders via het portefeuillehoudersoverleg in ieder gewest informeren. Iedere centrumgemeente zal hiertoe het voortouw nemen in zijn/haar regio. Aanvullende informatie treft u aan op onze vernieuwde website www.zuidlimburgwerkt.nl. Indien u specifieke vragen heeft, kunt u hiervoor ook contact opnemen met de projectleider van het Actieplan jeugdwerkloosheid, de heer E. Rijvers (E:
[email protected]; T: 045 – 560 4485).