Tankstations quick scan A229
QUICK SCAN TANKSTATIONS
PROJECT NUMMER A229 BIK 505
Arnhem, april 2000 Arbeidsinspectie Regio Oost
Page 1
Tankstations quick scan A229
INHOUD 1 SAMENVATTING 2 INLEIDING 3 DOELSTELLINGEN 4 UITVOERING 5 RESULTATEN 5.1 Veiligheidsvoorzieningen 5.2 Kogelwerende ruimte 5.3 Inwerpgeldkluis 5.4 Videoinstallatie 5.5 Overige voorzieningen 6 CONCLUSIES BIJLAGE: AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN BENZINESTATIONS (Arbobesluit, Hoofdstuk III, afdeling 4) 1 SAMENVATTING
De doelstelling van dit project was om na te gaan of de wettelijk voorgeschreven beveiliging bij tankstations die na 21.00 uur open zijn, aanwezig is en ook als zodanig gebruikt wordt. Daarnaast zijn een aantal vragen gesteld en zijn indrukken verzameld om een beeld te krijgen over de effectiviteit van maatregelen om agressie en geweld te voorkomen.
Page 2
Tankstations quick scan A229
Bij dit project is ‘s avonds bij 75 tankstations geïnspecteerd of de kogelwerende ruimte aan de gestelde eisen voldeed en of zowel het raam als de toegangsdeur gesloten waren. Daarnaast is gecontroleerd of de overige veiligheidsvoorzieningen voldeden aan het Arbobesluit (zie bijlage). Gezien de geringe steekproefomvang mogen de resultaten niet als representatief worden beschouwd. Bij 12% van de tankstations waren de wettelijk voorgeschreven veiligheidsvoorzieningen niet volledig aanwezig. Bij 21% van de tankstations was de kogelwerende ruit en/of de toegangsdeur tot de kogelwerende ruimte niet gesloten. Bij 17 bedrijven is hiertoe proces verbaal opgemaakt. Bij 37% van de tankstations werd door de werknemer gesteld dat de beveiligde ruimte regelmatig verlaten werd, zodanig dat direct contact met derden mogelijk was. De afstortkluis werd in het algemeen redelijk gebruikt. Bij 82% van de tankstations had men minder dan duizend gulden in kas. Ook bleek er een duidelijke relatie te zijn tussen tankstations waar de kogelwerende ruimte niet (tijdig) gesloten werd en het door de werknemer ‘s avonds en ‘s nachts verlaten van de kogelwerende ruimte. Kennelijk betreft het een aantal tankstations waar men het in totaliteit niet al te nauw neemt met de veiligheid. 2 INLEIDING De benzinestations zijn geleidelijk gegroeid van uitsluitend tankstations voor motorbrandstof, tot detailhandel met het assortiment van een kleine supermarkt. Door verschillende oorzaken is ook het karakter van het werk voor de pompbediende aanzienlijk veranderd. Zelftanken is meer regel dan uitzondering, waardoor het personeel hoofdzakelijk plaatsgebonden werk verricht achter een balie. Door de veelal geïsoleerde ligging, de late openingstijden en de aanzienlijke kasstromen van de pompshops, zijn de tankstations zeer gevoelig geworden voor criminaliteit. Gevolg hiervan is dat arbeidsomstandigheden sterk zijn gewijzigd en risico's in grote mate worden bepaald door agressief en gewelddadig gedrag van bezoekers. Gemiddeld wordt in Nederland om de twee dagen een tankstation overvallen en dit aantal is eerder stijgend dan dalend. Overige vormen van criminaliteit en agressie vormen een veelvoud hiervan. (Bron: Projectteam Overvalscriminaliteit). Om de veiligheid van de werknemers zoveel mogelijk te garanderen zijn in het Arbobesluit een aantal beveiligingsmaatregelen opgenomen, welke afhankelijk zijn gesteld van de openingstijden van het tankstation. Een belangrijk onderdeel van deze maatregelen is, dat bij elk tankstation, dat na 21.00 uur open is, de " kassawerkplek omgeven moet zijn door kogelwerend materiaal, waarvan tenminste een deel bestaat uit kogelwerend glas." In vaktaal wordt dit de "Obri" of "Kooi" genoemd. Het moge duidelijk zijn dat Page 3
Tankstations quick scan A229
de werknemer (kassier) verondersteld word zijn werk achter dit kogelwerend glas te verrichten en dat daarbij de toegangsdeur tot de kooi gesloten is, zodat hij niet in (direct) contact kan komen met derden. Kennelijk wordt met het gebruik van deze kooi vaak de hand gelicht. Dit wordt bevestigd door de branche-organisaties en de oliemaatschappijen. Bij normale inspecties is dit niet te achterhalen, omdat de Arbeidsinspectie in het algemeen overdag inspecteert en het glas dan (meestal) geopend is. Wel is in 1997 bij het project Benzineservicestations gevraagd of men 's nachts de kooi wel eens verlaat, anders dan voor toiletbezoek. Bij 39% van de tankstations werd geantwoord dat men 's nachts wel eens (of regelmatig) werkzaamheden verricht buiten de kooi. Bij tankstations aan de snelwegen lag dit zelfs op 46%. Om niet alleen te signaleren, maar om ook de exploitanten ertoe te bewegen de veiligheidsmaatregelen na de (doen) leven, is in die gevallen dat de kassier niet in de gesloten kooi zat, direct proces verbaal opgemaakt. 3 DOELSTELLINGEN Het primaire doel van dit inspectieproject was om door middel van een steekproef na te gaan of de wettelijk voorgeschreven beveiliging bij tankstations, die na 21.00 uur open zijn, aanwezig is en ook als zodanig gebruikt wordt. Als bijkomende doelstelling kan worden aangegeven dat door middel van deze actie de branche erop is gewezen om de veiligheidseisen strikt na te leven. Daarnaast zijn een aantal vragen gesteld. en zijn indrukken verzameld om een beeld te verkrijgen over de effectiviteit van maatregelen om agressie en geweld te voorkomen. 4 UITVOERING Gespreid over april tot en met september 1990 zijn inspecties uitgevoerd bij 75 tankstations die na 21.00 uur open zijn. Alle tankstations zijn geïnspecteerd in de late avonduren, te weten tussen 21.15 uur en ca. 01.00 uur. De tankstations zijn geselecteerd met een aselecte steekproef, waarbij een verdere selectie heeft plaats gevonden door telefonisch te informeren naar de openingstijden. Bij de inspecties is primair gekeken of: de wettelijk voorgeschreven kogelwerende ruimte aanwezig is; de kogelwerende ruimte gesloten is en de werknemer zich in deze ruimte bevindt; het tankstation voldoet aan de overige veiligheidseisen, zoals gesteld in het Arbobesluit, artikel 3.39 en 3.40 (zie bijlage). Page 4
Tankstations quick scan A229
Indien één van de twee eerst genoemde punten niet in orde was, is een proces verbaal aangezegd. Voor het laatste punt gold het standaard driefasenmodel. Secondair is een monitorlijst ingevuld, om een indruk te krijgen over de effectiviteit van maatregelen om agressie en geweld te voorkomen.
5 RESULTATEN 5.1 Veiligheidsvoorzieningen 12% Van de tankstations bleek niet geheel te voldoen aan de veiligheidseisen volgens het Arbobesluit. Het betrof de verlichtingsinstallatie, het ontbreken van een kogelwerende kooi en een defecte videoinstallatie . 5.2 Kogelwerende ruimte Bij 21% van de tankstations was de kogelwerende ruimte niet gesloten en is proces verbaal opgemaakt. De excuses die door werknemers werden aangevoerd waren divers. In een aantal gevallen werd gesteld dat er bijna geen klanten waren en er dus ook geen risico aanwezig was. In andere gevallen werd aangevoerd dat het te druk was om met gesloten glas de klanten vlot te kunnen bedienen en dat er met veel klanten in de winkel ook geen risico voor overvallen was. In één geval was de kogelwerende ruit open, was de toegangsdeur tot de winkel open en geblokkeerd en was de videoinstallatie defect. De dienstdoende werknemer vertelde dat hij een jaar daarvoor een gewapende overval had meegemaakt, maar kennelijk was dit voor hem geen reden om nu voorzichtig te zijn. Bij 70% van de tankstations werd door de werknemer gesteld dat de kooi Page 5
Tankstations quick scan A229
regelmatig werd verlaten. Op zich is dit niet erg, mits er geen derden in de winkel zijn en de buitendeur op slot is. Bij 37% van de tankstations werd niet aan deze voorwaarden voldaan, zodanig dat contact met derdenwel mogelijk was. In de meeste gevallen verliet men de kooi voor toiletbezoek, koffie drinken en werkzaamheden in de winkel. In enkele gevallen werden ook werkzaamheden buiten verricht. Zie onderstaande figuur.
Met name bij tankstations die laat sluiten, worden hulpmiddelen en koopwaar veelal vòòr sluitingstijd al binnen gezet, zodat de werknemer direct na sluiting naar huis kan gaan. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor een uiterst gevaarlijke situatie ontstaat, waarbij een eventuele overvaller vrijwel vrij spel heeft. 5.3 Inwerpgeldkluis Elk tankstation dat na 18.30 uur geopend is, moet voorzien zijn van een inwerpgeldkluis, zodat de kassa regelmatig kan worden afgeroomd. Zodoende wordt de mogelijke buit bij een overval kleiner en is het minder aantrekkelijk een tankstation te overvallen. Alle geïnspecteerde tankstations beschikten over een inwerpgeldkluis. Bij de inspecties is gevraagd in welke mate deze kluis ook werkelijk gebruikt werd. Bij enkele tankstations had het personeel kennelijk geen instructie hoeveel geld er in kas mag zitten. Bij 74% was het toegestane bedrag duizend gulden of minder. In de praktijk bleek men zich hier redelijk goed aan te houden. Bij 82% van de tankstations was het aanwezige bedrag aan kasgeld minder dan f 1000,- en bij 33% zelfs maximaal f 500,-. Zie onderstaande figuur.
Page 6
Tankstations quick scan A229
5.4 Videoinstallatie Tankstations die na 21.00 uur open zijn moeten zijn voorzien van een videoinstallatie met een camera in de winkel. Hiermee worden alle bezoekers opgenomen op een band. Doel van deze regel is enerzijds dat na een calamiteit een verdachte herkend kan worden en opsporing eenvoudiger wordt, anderzijds dat hier een preventieve werking van uitgaat. Een dergelijke installatie heeft echter alleen nut wanneer de kwaliteit van de opgenomen beelden voldoende is om herkenning mogelijk te maken. Van preventieve werking is alleen sprake wanneer de klant die bij de kassa staat (maar beter nog direct bij het betreden van de winkel) zichzelf duidelijk herkenbaar op een monitor ziet en weet dat er een goed herkenbaar "plaatje" van hem is gemaakt. Het was niet mogelijk om in het kader van dit project de kwaliteit van de opgenomen beelden te beoordelen, zodat op andere wijze een oordeel is gevormd. Alle tankstations waren voorzien van een videoinstallatie, in veel gevallen zelfs voorzien van meerdere camera’s. Bij 78% van de tankstations werd gesteld dat de kwaliteit van de videobanden min of meer regelmatig worden gecontroleerd. Bij 31% van de tankstations was het beeld, zoals weergegeven op de monitor, van slechte kwaliteit, zodanig dat dit waarschijnlijk niet bruikbaar kan zijn voor herkenning. De overige videobeelden waren matig tot redelijk. Bij 27% was de verlichting duidelijk onvoldoende om een helder beeld te produceren. Een goed en duidelijk beeld werd slechts in enkele gevallen gesignaleerd. Bij 40% van de tankstations was de monitor niet zichtbaar voor de klant en in de meeste gevallen was de monitor zo klein dat deze nauwelijks opviel. Kleurenmonitoren bleken een zeldzaamheid te zijn. Bij enkele tankstations waren stickers aangebracht met het opschrift "Videobewaking". 5.5 Overige voorzieningen Page 7
Tankstations quick scan A229
De overige veiligheidsvoorzieningen, zoals omschreven in het Arbobesluit bleken vrijwel overal aanwezig te zijn. Bij twee tankstations voldeed de verlichtingsinstallatie niet aan de gestelde eisen. Verder was bij 7% van de tankstations de winkel zodanig onoverzichtelijk ingedeeld, dat klanten niet overal te zien waren. Er zijn speciale trainingen opgezet om personeel van tankstations bewust te maken van de risico’s die zij lopen en om hen te leren om te gaan met agressief en gewelddadig gedrag. Bij 60% van de tankstations had de betreffende werknemer een dergelijke training gevolgd. Voor 80% van deze mensen was de training al meer dan 2 jaar geleden. Om voldoende effectiviteit te bereiken, is het aan te bevelen een dergelijke training elk jaar te herhalen. Overzicht gehanteerde handhavingsinstrumenten
HANDHAVINGSTEKORTKOMING
AANTAL INSTRUMENT
kogelwerende ruimte niet aanwezig
2
proces verbaal
kogelwerende ruimte niet gesloten
15
idem
inwerpgeldkluis
0
verlichting tot15 min. na sluitingstijd
0
electronische sluiting toegangsdeur
2
1e fase brief
videoinstallatie (defect)
2
idem
alarminstallatie
0
2 personen bij sluiting
1
idem
brandblusmiddelen
4
idem
ventilatie
1
idem
RI&E
5
idem
6 CONCLUSIES Deze bedrijfstak, met 20.000 tot 25.000 werknemers, is zeer gevoelig voor agressie en geweld. Gemiddeld wordt in Nederland om de twee dagen een tankstation overvallen en dit aantal is sterk stijgende. Overige vormen van criminaliteit en agressie bedragen een veelvoud hiervan. Page 8
Tankstations quick scan A229
Volgens deze (niet representatieve) steekproef van 75 tankstations, zijn de maatregelen die worden genomen om de risico’s voor de werknemers te verminderen, vrijwel overal beperkt tot de beveiliging die is voorgeschreven in het Arbobesluit. De extra beveiligingsmaatregelen die in de avond en nacht verplicht zijn gesteld in de vorm van een kogelwerende kooi, zijn over het algemeen wel aanwezig, maar worden door ca. 1/3 van de geïnspecteerde tankstations niet consequent toegepast. Inwerpgeldkluizen zijn nagenoeg overal aanwezig en worden ook (bijna) overal gebruikt. Videoinstallaties zijn overal aanwezig maar de kwaliteit en de opstelling laten zeer te wensen over. Dit alles leidt tot de conclusie dat veiligheid bij tankstations nog duidelijk verbetering behoeft. De materiële middelen zijn over het algemeen aanwezig, maar voor een deel van matige of onvoldoende kwaliteit (video). Het ontbreekt in veel gevallen aan voldoende instruktie en toezicht. Bijlage ARBOBESLUIT, Hoofdstuk III, afdeling 4
AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN BENZINESTATIONS
Artikel 3.38 Schakelbepaling In benzinestations zijn naast de voorschriften van afdeling 1 tevens de voorschriften van deze afdeling van toepassing.
Artikel3.39 Veiligheidseisen benzinestations 1. Benzinestations, waarvan de winkel op werkdagen tussen 18.30 uur en 06.00 uur, op zondag, op Nieuwjaarsdag, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, Page 9
Tankstations quick scan A229
op eerste Kerstdag, op tweede Kerstdag of op de dag, waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd, geopend is, zijn voorzien van: a. een inwerpgeldkluis; b. een optische of akoestische alarminstallatie, tenzij het benzinestation is voorzien van een alarminstallatie als bedoeld in artikel 3.40, onder b; c. een verlichtingsinstallatie welke gedurende ten minste vijftien minuten na sluiting van het benzinestation dat benzinestation blijft verlichten. 2. Bij benzinestations waar een of meer benzinepompen worden bediend door een aldaar werkzame persoon, is de toegangsdeur tot de winkel in het benzinestation ten minste aan de binnenzijde afsluitbaar. 3. Bij benzinestations waar geen enkele benzinepomp wordt bediend door een aldaar werkzame persoon, is de toegangsdeur tot de winkel in het benzinestation voorzien van een op afstand bedienbaar elektronisch sluitingsmechanisme dat uitsluitend vanuit de winkel kan worden bediend.
Artikel 3.40 Aanvullende veiligheidseisen voor benzinestations Voor benzinestations waarvan de winkel tussen 21.00 uur en 06.00 uur geopend is, gelden in aanvulling op artikel 3.39 de volgende voorschriften: a. in de winkel in het benzinestation is ten minste één camera aanwezig die is aangesloten op een recorder, welke al dan niet met tijdsintervallen de camerabeelden opneemt; b. het benzinestation is voorzien van een alarminstallatie, welke langs telecommunicatieverbindingen zo nodig een alarmsignaal afgeeft bij een door Onze Minister van Justitie toegelaten alarmcentrale; c. de plaats in de winkel in een benzinestation waar de kassa zich bevindt, is omgeven door kogelwerend materiaal dat voor een deel bestaat uit kogelwerend glas, en d. op het sluitingstijdstip van het benzinestation zijn tenminste twee personen ter plaatse aanwezig.
Page 10