Quick Scan Gezinnen in de maatschappelijke opvang
Federatie Opvang 8 maart 2012
2
Inhoudsopgave
1. Inleiding ............................................................................................................................................ 4 2. Bevindingen quick scan leden naar mogelijke toename van gezinnen.............................................. 5 2.1 Resultaten ................................................................................................................................... 5 3. Conclusies ........................................................................................................................................ 7 4. Aanbevelingen .................................................................................................................................. 8 Bijlage 1 Kinderen in de maatschappelijke opvang ............................................................................. 10 Bijlage 2 Reacties leden .................................................................................................................... 11 Bijlage 3 Reacties leden n.a.v. telefonische interviews ....................................................................... 14 Bijlage 4 Overzicht van de respondenten............................................................................................ 16
3
1. Inleiding Het landelijk bureau van de Vereniging Federatie Opvang ontvangt sinds 2009 regelmatig signalen van de leden van de Vereniging, dat er steeds meer gezinnen blijvend onderdak zoeken in de maatschappelijke opvang (met gezinnen worden ook huishoudens bedoeld van alleenstaande ouders met kinderen). In 2009 is in vier centrumgemeenten door de Universiteit Utrecht en de Hoge School Utrecht onderzoek gedaan naar dit onderwerp1. Er werd destijds in de media een relatie verondersteld tussen dakloosheid van gezinnen en de toename van het aantal huisuitzettingen. De algemene conclusie van het onderzoek destijds was dat in deze vier centrumgemeenten weliswaar sprake was van dakloosheid bij gezinnen, maar dat in de meeste gevallen niet kon worden bevestigd dat dit het gevolg was van huisuitzetting door woningbouwcorporaties. Daarnaast bleek dat in deze vier centrumgemeenten gezinnen wel werden opgevangen in de maatschappelijke opvang, maar dat niet alle gezinnen opvang kon worden geboden. Overal werden wachtlijsten aangetroffen. Ook werd destijds duidelijk dat in Oss en Leeuwarden het aantal aanmeldingen van gezinnen toenam. De redenen van deze aanmeldingen lagen hoofdzakelijk bij oorzaken zoals huiselijk geweld en thuisloosheid van tienermoeders. In januari 2010 besteedde de Ombudsman van de VARA ook aandacht aan de problematiek van dakloosheid bij gezinnen. De Federatie Opvang en de MOgroep deden een quick scan onder de instellingen van de maatschappelijke opvang en de welzijnsinstellingen. De meeste instellingen meldden een toename van aanvragen door gezinnen. Als hoofdoorzaken werden genoemd: de economische crisis en de overlastproblematiek die de gezinnen zelf veroorzaakten. Een aantal organisaties meldde een capaciteitsprobleem, omdat de gestegen vraag naar opvang toenam. De belangrijkste hindernissen bij het oplossen van de problemen van opvang van gezinnen waren onvoldoende opvangplekken, wachtlijsten bij de schuldhulpverlening, te weinig geld voor begeleiding, onvoldoende goedkope huurwoningen en wachtlijsten bij andere hulpverleners. De staatssecretaris van VWS constateerde naar aanleiding van de quick uit 2010 scan dat er geen landelijk cijfer beschikbaar was voor een onderbouwing voor de genoemde tekorten aan opvang voor gezinnen·. De stelling van de Federatie Opvang dat er sprake was van een trend nam zij serieus. Zij zegde toe het onderwerp dakloze gezinnen te betrekken bij de tweede fase van het Plan van Aanpak in de G4. Uit het branchebeeld 2010 van de Federatie Opvang dat onlangs verscheen, bleek voor het eerst een toename van het aantal meegenomen kinderen in de opvang ten opzichte van 2009 ( van 2175 naar 2591). Zie bijlage 1. Voor de Federatie Opvang was deze stijging, gekoppeld aan de aanhoudende signalen van leden dat er een toename is van hulpvragen van gezinnen, de aanleiding om middels een quick scan verdiepingsinformatie op te vragen bij haar lidinstellingen van maatschappelijke opvang. Aan de 48 lidinstellingen van maatschappelijke zijn de volgende vragen gesteld: 1.
Ziet u in uw dagelijkse praktijk wel of geen toename van vragen naar opvang van gezinnen?
2.
Beschikt u over cijfers die dit kunnen onderbouwen?
De vragen zijn uitgezet op 15 februari 2012 en de laatste antwoorden zijn ontvangen op 21 februari 2012. In dit verslag treft u de bevindingen, conclusies en aanbevelingen aan.
1
‘Preventie en aanpak van dakloosheid bij gezinnen in vier centrumgemeenten’ - Amsterdam, Utrecht, Leeuwarden en Oss. 10 juli 2009, Universiteit Utrecht en Hoge School Utrecht. 4
2. Bevindingen quick scan leden naar mogelijke toename van gezinnen De vragen zijn per mail verzonden aan 48 leden, waarvan 24 hebben gereageerd. Dit is een respons van 50%.
2.1 Resultaten Vraag
Ja, er is een toename
Aantal leden
17
Nee, ik zie geen toename 4
Het is onduidelijk
Totaal
3
24
Registreert aanmeldingen en opnames 10
Toelichting op de gesignaleerde toename (zie ook bijlage 2 en 3 waarin citaten van leden zijn opgenomen) 1. De redenen die genoemd worden voor de toename van hulpvragen van gezinnen zijn: a. financiële crisis – hypotheken; b. financiële crisis – schulden/incasso; a. scheidingen – vrouw en kinderen op straat; b. niet rechthebbenden problematiek; c. vrouwenopvang heeft onvoldoende opvangcapaciteit. 2. De problemen die instellingen daarbij signaleren: a. uitstroom stagneert door tekort aan woningen; b. uitstroom stagneert door niet opgeloste schuldenproblematiek; c. complexe problematiek vraagt om langere begeleiding; d. meer aanmeldingen van complete en grotere gezinnen; e. steden zijn strenger met toelating van gezinnen door beleid van regiobinding; f. als er sprake is van wachtlijsten, dan nemen deze door stagnatie uitstroom toe. 3. Aard van de gezinnen die zijn opgevangen: a. dominant zijn jonge vrouwen met kinderen; b. mensen met laag inkomensniveau; c. oververtegenwoordiging van mensen zonder startkwalificaties; d. eerste signalen van een toename van grotere en complete gezinnen.
Toelichting op ‘Geen toename’ De instellingen die aangeven geen toename te zien, hebben dit als volgt toegelicht: a. de aanmeldingen worden via de stad centraal bijgehouden en dit doet de instelling niet zelf; b. de instelling staat niet bekend als opvanginstelling voor gezinnen, dat gebeurt door andere instellingen in de stad; c. de instelling vangt maar zelden of heel weinig gezinnen op.
Toelichting op ‘Onduidelijk’ De instellingen die aangaven de vraag niet goed te kunnen beantwoorden, hebben dit als volgt toegelicht: a. er is geen vergelijking mogelijk met voorgaande jaren; b. door bezuinigingen is de opvangcapaciteit voor gezinsopvang gedaald; c. verandering van registratiesystematiek.
5
Afwijzingen wegen plaatsgebrek Enkele instellingen die registraties hebben bijgehouden, verstrekten de volgende cijfers: Stad 1 2011: 333 afwijzingen van gezinnen die zijn aangemeld. Stad 2 2009: 168 waarvan 24 opgevangen 2010: 233 waarvan 23 opgevangen 2011: 242 waarvan 16 opgevangen Conclusie: meer aanmeldingen, minder opnames omdat de verblijfsduur oploopt. Stad 3 2011: 13 geplaatst, 20 afgewezen wegens plaatsgebrek. (voor het eerst in 2011 aanmeldingen van gezinnen in dag- en nachtopvang.) Stad 4 Aanmeldingen en plaatsingen 2011 Totaal 218 gemeld waarvan 65 geplaatst.
Aanmeldingen mannen en vrouwen
1 kind
1 hoofdaanmelder met kind(eren) 2 hoofdaanmelders met kind(eren) Totaal
Geplaatst gezin 4SURE
Gezinnen Aantal kinderen
Begeleid Amb Woon wonen/Woon begeleiding begeleiding CO
2 kk
3 kk
4 kk
5 kk
Totaal
119
39
21
3
1
183
14
13
4
4
0
35
133
52
25
7
1
218
Preventieve woonbegel.
Woon opv
Crisis opvang
Jonge ren Crisis opv.
Passanten verblijf nachtopv.
Totaal
1
5
9
7
25
1
8
6
3
65
1
10
12
10
34
1
13
11
4
96
Specifieke genoemd probleem Belastingschulden die worden ingehouden op huurtoeslag, waardoor de uitstroom naar een goedkope woning stagneert.
6
3. Conclusies Op basis van de voorgaande bevindingen en de aangeleverde casuïstiek (bijlage 2 en 3) trekt de Federatie Opvang de volgende conclusies. 1. Een toenemend aantal gezinnen met kinderen doet beroep op de crisisopvang, omdat zij geen huis meer hebben. Dit wordt door 70% van de instellingen die responderen, bevestigd. 2. Uit het Branchebeeld 2010 van de Federatie Opvang blijkt een toename van het aantal meegenomen kinderen tussen 2009 en 2010 van 19%. 3. Het merendeel van deze gezinnen is door de armoedegrens gezakt en kan de huur of hypotheek niet meer betalen. 4. Zij komen niet meer uit de vicieuze cirkel van lage inkomens (vaak de bijstand), stijgende kosten van levensonderhoud, waaronder die van huur of hypotheek en de stapeling van eigen bijdragen. 5. De opvang kan de groeiende vraag niet aan en moet steeds meer gezinnen weigeren. Gezinnen met kinderen dreigen hierdoor voor langere tijd op straat terecht te komen. 6. Jonge vrouwen met kinderen domineren. Het gaat in de meeste gevallen om gebroken gezinnen. 7. De verblijfsduur van de gezinnen neemt toe.
7
4. Aanbevelingen De Vereniging Federatie Opvang vindt de uitkomsten alarmerend. De situatie is ernstiger en structureler dan op basis van de eerste geluiden kon worden vermoed. Ook de situatie van kinderen die met een ouder in de opvang zijn meegekomen, baart grote zorgen. Dat aantal is in een jaar tijd met ruim 500 toegenomen tot bijna 3000 kinderen. Kinderen horen niet in een opvangcentrum te wonen, maar gewoon in een eigen huis en gezinssituatie. Er moet alles op alles worden gezet om te voorkomen dat gezinnen naar de opvang toe moeten. De Vereniging vindt dat het rijk, gemeenten en ketenpartners deze signalen uiterst serieus moeten nemen. Ook al is er op basis van de quick scan nog geen hard landelijk cijfer te geven: er is duidelijk wat aan de hand. De door het kabinet ingezette bezuinigingen zullen dit jaar pas echt effect krijgen en dan kunnen we erop wachten dat het aantal gaat toenemen. Het aantal één-ouder gezinnen neemt volgens cijfers uit de quick scan heel duidelijk toe. Maar er melden zich ook steeds meer grotere en complete gezinnen (met meer dan 2 kinderen). Er is een chronisch tekort aan opvang voor gezinnen en nog meer voor de grotere gezinnen, omdat opvanginstellingen daar veelal niet op zijn ingericht. Een toename van het aantal afwijzingen is hiervan het gevolg. Dit heeft als risico dat dakloze gezinnen gaan zwerven; van plekken bij familie, vrienden, maar soms ook bijvoorbeeld in auto’s op parkeerplaatsen of op andere niet geschikte plekken. Gezinnen die in de crisisopvang komen, verblijven daar vaak langer dan voorheen, soms wel 8 maanden. Hoe meer gezinnen in de opvang hoe moeilijker de uitstroom te regelen is. Er zijn maar weinig goedkope huizen beschikbaar en veel gezinnen krijgen hun schuldhulpregeling, die nodig is om een huis te kunnen huren, niet rond. De resultaten zijn in de lijn met wat we bij andere instanties en instellingen zien die kwetsbare mensen ondersteunen. Steeds meer mensen doen een beroep op de voedselbank. Volgens Voedselbanken Nederland is de vraag de laatste drie maanden van 2011 gegroeid met 15 procent. De economische situatie is daar de oorzaak van, aldus de hulporganisatie. Vanaf 2010 stijgt het aantal verzoeken tot schuldhulpverlening. In 2010 was de stijging 30%. De vermoedde stijging van verborgen werkeloosheid en de dalende huizenprijzen brengen steeds meer mensen in de problemen. Ook staatssecretaris Paul de Krom van Sociale Zaken maakte zich zorgen over aanwijzingen dat schuldproblemen van mensen toenemen. Er is een recordbedrag van 6,3 miljard euro aan schulden die mensen bij incassobureaus hebben staan. Er zijn volgens de staatssecretaris aanwijzingen dat het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening toeneemt. Daarbij tekende hij aan dat bij achterstallige betaling, ook eerder wordt geprobeerd de schulden te innen via bijvoorbeeld incassobureaus. Deze signalen bij elkaar moeten aanleiding zijn tot het op korte termijn nemen van maatregelen. De aanbevelingen van de Vereniging Federatie Opvang zijn: 1. Voorkomen van dakloosheid, via de gemeente Gemeenten moeten in de gaten houden hoe het gaat met mensen in de bijstand en voorkomen dat zij in de financiële afgrond terecht komen. Hiertoe moeten ze afspraken maken met alle partijen die kunnen signaleren hoe een gezin er voor staat. Denk aan corporaties, energiebedrijven, hypotheekbanken, schuldhulpverlening, politie, jeugdzorg. Gemeenten zouden bovendien de mogelijkheid moeten krijgen om crediteurs een periode op afstand te houden, wanneer een gezin financieel in de problemen dreigt te komen. In die periode kan het inkomen op orde gebracht worden en voldoende tijd worden genomen om tot afbetalingsregelingen te komen. Bij relatieproblemen waardoor gezinnen uiteenvallen, zou ook eerder hulp moeten worden geboden vanuit bijvoorbeeld de Centra voor Jeugd en Gezin en de Steunpunten Huiselijk geweld. Het is veel beter voor de gezinnen en goedkoper en effectiever om preventief in te grijpen, dan te gaan voor huisuitzetting, crisisopvang en herhuisvesting. 2. Bieden van beleidsvrijheid aan gemeenten om mensen met een bijstandsuitkering niet onnodig lang of onnodig in de opvang te laten verblijven De wachttijd voor de bijstand moet worden afgeschaft. Het duurt nu bijvoorbeeld 4 weken voordat iemand onder de 27 jaar een bijstandsuitkering krijgt; dat geldt ook voor jonge vrouwen met een kindje. In die vier weken zonder uitkering loopt de schuld voor bijvoorbeeld de zorgpremie al weer op. 8
De 4 weken zijn ook een probleem voor een vrouw onder de 27 jaar die met kind van haar partner weggaat, bijvoorbeeld vanwege geweld, en geen eigen inkomen heeft. Dan heeft die jonge vrouw in die maand geen mogelijkheid om iets anders te huren, omdat ze geen geld heeft. Crisisopvang is dan de enige mogelijkheid die overblijft. Bovendien duurt het steeds langer (meer dan 2 maanden soms) voordat besluiten over bijzondere bijstand, bijvoorbeeld over een lening voor woninginrichting genomen worden. Een gezin kan niet in een flat gaan wonen als daar alleen kale vloeren zijn. Daardoor zal men weer wat langer onnodig in een opvanghuis verblijven. 3. Investeren in crisisopvang Zolang maatregelen ter preventie van dakloosheid van gezinnen nog onvoldoende genomen zijn, moeten er voldoende plaatsen in de crisisopvang blijven. Om grote gezinnen (>2 kinderen) te huisvesten, moet er ook nieuwe locaties voor opvang gecreëerd en bekostigd kunnen worden. Deze opvang moet kindvriendelijk zijn. De Federatie Opvang heeft hiertoe samen met de Guusje Nederhorst Foundation op 4 februari 2012, de Dag van het Vergeten Kind een wensenlijst aan minister Opstelten van Veiligheid & Justitie overhandigd voor een kindvriendelijke opvang (bijlage). 4. Investeren in uitstroom dankzij goede huisvesting na de opvang en inkomensbeheer en schuldhulp Er is een tekort aan goedkope huisvesting ná de opvang. Voor de sociaal zwakkere gezinnen zijn meer plekken nodig voor zelfstandig wonen met begeleiding, zeker ook op het gebied van inkomensbeheer en schuldhulp. Die zijn er nu onvoldoende. Veel van deze gezinnen hebben blijvend een steuntje in de rug nodig. Zelfstandig wonen met begeleiding is ook goedkoper dan het wonen in de crisisopvang.
9
Bijlage e 1 Kinderren in de maatschap m ppelijke op pvang
2009
2010
Leeftijdsscat.
Meegekome en kinderen
0-4 5-11 12-17
808 999 368 Subtotaal
634 634
2175
TOTA AAL < 18 jr
Hoofdaan nmelders
Meegeko omen kinderen n
Hoofdaanmeld ders
956 1244 391
993 3
2591
993 3
2 2809
3584
Toename aantal mee egekomen kinderen onde er de 18 jaarr in de MO va an 2009-2010: 2591-2175=416 (=19 9%)
MO 2 2010 ‐ Le eeftijd n naar gesslacht n = 55.23 30 14.000 0 12.000 0
3.224 76 3.27
10.000 0 2.223 8.000 0
3.177
Vrouw Man
6.000 0 04 8.90
2.262
4.000 0
9.865 7.295
6.128 2.000 0 435 520 0‐4
566 678 5‐11
63 37 74 47 12‐17 7
681
3.129
1.48 82 18‐22
2 23‐30
31‐40 0
41‐50
51‐64 5
65+
men kinderen onder de 18 1 jaar is 259 91. Daarvan vallen er 391 in de Het aanttal meegekom leeftijdsccategorie van n 12 t/m 17 ja aar. Het aantal hoofdaan nmelders van n 12 t/m 17 ja aar bedraagtt 993. Dit zijn dus cliënten die zich z zelfstan ndig hebben aangemeld a e en/of zelfstan ndig hulp heb bben gekregen e Maatschap ppelijke Opva ang. Het tota aal aantal hoo ofdaanmelde ers onder de 23 jaar is 62 227. vanuit de
10
Bijlage 2 Reacties leden In deze bijlage staan citaten van leden die reageerden op de vragen van de Federatie Opvang 1. “We zien zeker een toename Dit zien wij zelf en onze verwijzers geven dit ook aan. We hebben binnen al onze voorzieningen, grotendeels voor individuele daklozen, een aantal specifieke voorzieningen voor gezinnen. Die appartementen zitten altijd vol. Voor deze opvangmogelijkheid leggen we geen wachtlijsten aan. Het betreft immers crisisopvang. De gemiddelde verblijfsduur van een gezin in de crisisopvang is een half jaar (voor individuele opvang is dat gemiddeld 3 maanden). Het aantal afwijzingen van gezinnen in 2011 was 333. Dat betreft een kwart van het totale aantal afwijzingen.” 2. “Ja, ook wij hebben te maken met een behoorlijke toename van opname-vragen van gezinnen. Vooral meer volledige gezinnen in verband met huisuitzetting door gedwongen verkoop van de woning. We hebben nu ook te maken met uitgeprocedeerde slachtoffers (1-oudergezinnen) van mensenhandel. Helaas beschik ik niet over cijfers en wij werken niet met wachtlijsten.” 3. “Dat is voor ons zeker herkenbaar. Met periodes is er een toeloop van aanmelding van gezinnen, soms ook omdat andere opvang (vrouwenopvang) vol zit. Wij krijgen ook regelmatig aanmeldingen van 2-ouder gezinnen. De laatste maanden zijn de aanmeldingen van gezinnen weer toegenomen. De cijfers inzake aanmeldingen van één ouder-gezinnen met kinderen zijn veruit in de meerderheid.” 4. “Wij merken in de praktijk dat er steeds meer gezinnen (merendeels vrouwen met kinderen) zich aanmelden voor een plaats binnen de opvang. Momenteel is er een toename van tienermoeders.” 5. “In 2010 waren er 8 gezinnen die gebruik maakten van de opvang. In 2011 waren dat 15 gezinnen.die gebruik maakten van de opvang, daarnaast hebben we voor 7 gezinnen een aanvraag gekregen. Van deze 7 staan er 4 nog op de wachtlijst. In 2012 zijn tot nu toe 6 aanvragen binnengekomen voor de opvang van een gezin. Voor 3 van deze gezinnen was er geen opname mogelijk, vanwege regiobeleid of omdat ze afkomstig zijn uit een ander EU-land. Als de vraag zo doorzet, zullen er dit jaar 36 gezinnen een beroep op opvang doen. Onze conclusie is, dat er zeker een toename is van de vraag naar opvang van gezinnen. We zien dat de toename vooral ligt in situaties waarin een stel gaat scheiden en de vrouw met kinderen op straat komt. Ook zien we de eerste gevallen binnenkomen van gedwongen verkoop van een huis.” 6. “Dat er sprake is van een stijging van het aantal gezinnen met kinderen in vergelijking met het eerste deel van 2011 en voorgaande jaren is zeker.” 7. “Bij onze instelling is sprake van een lichte afname van aanmeldingen. Er is wel een chronisch tekort aan plaatsen voor gezinnen met drie of meer kinderen. Wat we als probleem signaleren is dat de uitstroom uit onze voorzieningen steeds meer stagneert. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de lange tijd dat het duurt om een schuldregeling rond te krijgen. Verder doordat belastingschulden worden ingehouden op de huurtoeslag. Uitstroom naar zelfstandig wonen wordt hierdoor belemmerd.” 8. “We zien een toename in het aantal aanmeldingen van gezinnen. Deze toename is het sterkst zichtbaar bij de crisisopvang voor gezinnen. Het aantal aanmeldingen stijgt, de verblijfsduur neemt toe ten gevolge van complexere problematiek van de gezinnen.”
11
9. “Ja, wij zien in de praktijk een toename van de vraag naar opvang van gezinnen. Vooral de toename van de vraag voor acute opvang (crisisopvang). De gemiddelde verblijfsduur in de crisisopvang en de doorstroomvoorzieningen voor gezinnen neemt toe. Dit wordt veroorzaakt door complexere problematiek van gezinnen en gebrek aan doorstroommogelijkheden en beperkte beschikbaarheid van zelfstandige woningen. Dit veroorzaakt logischerwijs een stijging in het aantal gezinnen op de wachtlijsten en duur van de wachtlijstplaatsingen. Er is een duidelijke toename zichtbaar van het aantal aanmeldingen. De aanmeldingen stijgen van 110 in 2010 naar 164 in 2011. Daarnaast zien we een toename van het aantal afwijzingen wegens plaatsgebrek, 6 afwijzingen in 2010 ten opzichte van 35 afwijzingen in 2011. Ook de aanmeldingen en afwijzingen van de zogenaamde ‘niet regio-gebonden en 'niet rechthebbende gezinnen’ nemen toe.” 10 “We houden vanaf 2009 specifieke cijfers van gezinnen bij, die zich aanmelden bij de crisisopvang. 2009: 168 aanmeldingen van gezinnen, waarvan we er 24 hebben kunnen opvangen. 2010: 233 aanmeldingen van gezinnen, waarvan we er 23 hebben kunnen opnemen. 2011: 242 aanmeldingen van gezinnen, waarvan we er 16 hebben kunnen opnemen. We hebben 12 appartementen waar we gezinnen opvangen. Je ziet dus tevens een ander verschijnsel in beeld komen: gemiddeld verblijft een gezin in 2009 en 2010 zo’n 6 maanden in de Crisisopvang. In 2011 is de verblijfsduur voor een gezin 8 maanden. We zien een jaarlijkse groei in het aantal unieke gezinnen dat zich bij de Crisisopvang aanmeldt. Dit naast een afname van het aantal gezinnen dat we opnemen. Dus we moeten tegen een groter aantal gezinnen nee zeggen. Aan het inkomen dat gezinnen bij ons moeten opgeven om de eigen bijdrage te kunnen berekenen, kunnen we aflezen of een gezin een ‘lager of middenklasse gezin’ is. Daarin zien wij geen trendverschuiving. Het gaat bij ons al jaren bijna uitsluitend om mensen met het laagste inkomensniveau (uitkering).” 11. “Wij krijgen gemiddeld eens per week een (min of meer serieus) verzoek voor gezinsopvang. Dit aantal is al enige tijd stabiel. Hierbij moet bedacht worden dat wij in de stad niet bekend staan als voorziening die mogelijkheden heeft voor gezinsopvang. Ik kan mij voorstellen dat de collega MOinstellingen in de stad meer vragen krijgen.” 12. “We zien zeker een toenemende vraag om opvang van gezinnen. In al onze afdelingen geldt: • Toename van grotere gezinnen (meer dan 4 kinderen). • Toename van begeleidingsduur vanwege complexe meervoudige problematiek en noodzaak om (vrijwillig of gedwongen) jeugdzorg in te zetten. In 2011 hadden we op 6 plaatsen begeleid wonen voor jonge moeders en een voortdurende wachtlijst van 5. We moesten 11 jonge moeders wegens plaatsgebrek afwijzen. In datzelfde jaar zaten er op de algemene crisisopvang (met 10 plaatsen) 13 gezinnen met jonge kinderen en moesten we 20 gezinnen afwijzen wegens plaatsgebrek. Ook bij het begeleid wonen voor (eenouder) gezinnen is er een wachtlijst en moeten we steeds vaker nee verkopen, vooral voor grotere gezinnen (meer dan 4 kinderen). In 2010 en 2011 meldden zich voor het eerst ook gezinnen (ouders) met kind(eren) bij de dag- en nachtopvang voor dak- en thuislozen.” 13. “Het is lastig om te beoordelen of er sprake is van een toename van het aantal vragen naar opvang van gezinnen in de algemene crisisopvang. De druk op de openstaande plaatsen is al jaren groot!! Ook zijn er vragen voor opvang als er sprake is van een zeer hoge schuldenlast, waaronder ook huurschulden die niet binnen afzienbare tijd zijn af te lossen en huisuitzetting. Deze groep nemen we in principe niet op als er niet ook sprake is van veiligheidsproblematiek, je kunt nl. niet in de crisisopvang komen wonen. Uit huis gezette mensen worden door de woningcorporatie ook niet toegelaten in een woning van Sociale Pensions. De woningcorporatie heeft nl. de regel: eenmaal uit 12
huis gezet wegens overlast of zeer hoge huurschulden, dan kunnen deze huurders de eerste drie jaren geen woning huren en geen goed huurdersverklaring krijgen. Dit heeft er al wel twee keer voor gezorgd dat een opname in een Sociaal Pension woning niet door heeft kunnen gaan. Ook gezinnen waarin sprake is van LVG problematiek in combinatie van het moeten opvoeden van kinderen en schulden, zien we al jaren (de wens voor opname komt dan veelal van een jeugdzorg instelling), ook jonge meiden (wel of niet met kind/ zwanger), zitten in deze aanmeldingen..”
13
Bijlage 3 Reacties leden n.a.v. telefonische interviews Enkele instellingen zijn na gebeld voor meer achtergrondinformatie. Hieronder volgen enkele citaten uit de interviews. 1. “Wij hebben nooit met gezinnen te maken gehad en nu opeens krijgen we verschillende gezinnen die bij ons aankloppen. Nu is er een gezin dat bij vrienden op de zolder zit. Daar zitten we mee in onze maag. Er is te weinig ruimte voor opvang. Gezinnen dreigen opgesplitst te worden, waarbij vader ergens anders wordt opgevangen dan moeder en kinderen.” 2. “We hebben plek voor 12 gezinnen. Gezinnen hebben een eigen huiskamertje en slaapkamertje. Aan de onderkant van het gebouw worden de alleenstaanden opgevangen. Gezinnen houden we bij de crisisopvang apart. Ik signaleer dit wel als een heikel punt. Voor gezinnen: als je geluk hebt, kan je de volgende dag terecht. Als je bij je zus of moeder zit, sta je op de wachtlijst. In een vervelend geval kan het twee maanden duren voordat je opgenomen kan worden op de crisisopvang. Ik durf niet zomaar te zeggen dat het meer 'burgermensen' betreft. Gezinnen zijn ook wel vaak gebroken gezinnen. Vaak jonge vrouwen die in onderhuur zitten. Als de corporaties dat horen worden ze eruit gegooid. En daarnaast zien we wat zwakkere vrouwen die bij een man wonen en dan gaat het mis. Het gaat ook om volledige gezinnen met hoge schulden. Ze maken veel te makkelijk schulden.” “Ze hebben hoge schulden, weinig doorstroommogelijkheden, want ze moeten concurreren met ‘normale’ gezinnen die ook een huurhuis willen. Individuen kan je makkelijker vragen een kamer te zoeken. Dat kan je met een gezin niet doen. Dus doorstroom naar een zelfstandige woonvorm is beperkt, ook doorstroom naar begeleid wonen duurt lang. Er zijn maar weinig huizen beschikbaar gesteld door corporaties voor deze categorie mensen. Ook wel te begrijpen gezien de krapte op de huizenmarkt. Maar dan zit je met zo’n gezin dus lang in de Crisisopvang te wachten totdat er een huis komt. Daar is de Crisisopvang eigenlijk niet voor bedoeld, maar bij gebrek aan beter is dit nog het beste alternatief. Had je meer huizen ter beschikking voor begeleid wonen, dan hoefde je gezinnen vaak niet zo lang of zelfs helemaal niet in de Crisisopvang op te vangen. En dat zou weer geld schelen, want opvang in een Crisisopvang is duurder (vanwege 7 x 24-uursopvang) dan een vorm van begeleid wonen.” 3. “In januari 2010 was er al verontrusting. Die trend zet wel door. Het is een lastig probleem om gezinnen onder te brengen. Wij hebben wel beperkt reguliere crisisopvang en daarin gezinskamers gecreëerd. Het zijn er nu een stuk of 6. Dat is behelpen. We proberen wel met woningcorporaties samen te werken om mensen terug te krijgen in een regulier huis. Wat we als oorzaak zien: economische crisis, gezinnen hebben het moeilijker. De incasso’s gaan sneller, dan staat ze met de rug tegen de muur. Zolang ik hier werk, is er nooit een kamer leeg. We zien een toename van het aantal gezinnen dat gebruik maakt van ons noodbed. Noodbedden zijn bedoeld voor 1 dag, maar worden steeds langer bezet door gebrek aan doorstroming. Het aantal kinderen dat meekomt naar het noodbed is gestegen van 45 naar 88.” 4 “Vorig jaar hebben we hierover gesprekken gevoerd met wethouders en wat mij dan opviel was dat men wel trots is op preventieteams. Ik vind dat daar vraagtekens bij gezet mogen worden. Het aantal aanmeldingen van complete gezinnen is heel hoog. De indruk is dat dat een stijgende lijn geeft. Vorig jaar kregen we wel 1500 aanmeldingen. Het gaat echt wel om een stevige groep hoor. We doen een project Kinderen in de opvang. Stevig aantal. Voor die 25 kinderen willen we ook meer aandacht. Ik ben absoluut van de toename overtuigd. De vraag is of wij dat cijfermatig aan kunnen tonen. We gaan concreet in het aantal opvangplaatsen achteruit, omdat de wethouders denken en vinden dat al die preventieve netwerken helpen en dat daardoor juist minder opvang nodig is. Zowel mijn collega van cluster Wonen als ik merken duidelijk een toename van deze doelgroep. We merken het, maar kunnen het nog onvoldoende hard maken, omdat we recent pas gestart zijn met aantallen registreren. Maar dat zal dus dit jaar helaas wel blijken.”
14
5. “Dat er nu ook (incidenteel) gezinnen zich via de dag- en nachtopvang melden, dat is iets waar wij van schrikken. Dat is voor 't eerst. Die zwerven rond en komen binnenvallen. De echte zwervers. Daarnaast hebben wij algemene crisisopvang, daar word je vaak naartoe verwezen. Daarbij gaat het om gezinnen die plotsklaps op straat worden gezet (met financiële problemen en daarnaast vaak meer problemen). Toen het ons opviel in 2011 dat het aantal gezinnen dat zich daarvoor aanmeldde toenam, zijn wij het gaan bijhouden (13 gezinnen geplaatst en 20 gezinnen afgewezen). Daarom zijn we nu vanaf 2012 echt gaan tellen, zodat we ook naar de gemeente een goed verhaal hebben. In principe is crisisopvang niet plaatsgebonden, maar je ziet wel dat steeds meer grote steden de boel op slot zetten voor mensen buiten de regio. Hoe verklaart u de toename? Economische crisis. We zijn de toename aan het voelen vanaf 2010. Mensen die in de schulden zijn, maar ook gezinnen die door de crisis minder een beroep kunnen doen op hun omgeving.”
15
Bijlage 4 Overzicht van de respondenten De volgende instellingen hebben aan deze quick scan meegewerkt 1. Ede 2. Tilburg 3. Amsterdam 4. Heerlen 5. Rotterdam 6. Nijmegen 7. Arnhem 8. Helmond 9. Vlaardingen 10. Hilversum 11. Leeuwarden 12. Amersfoort 13. Alkmaar 14. Leiden 15. Breda 16. Venlo 17. Utrecht 18. Eindhoven 19. Goes 20. Oss
Johanniter Opvang SMO Midden Brabant Traverse HVO-Querido de Roggeveen Stichting Rimo Stichting Ontmoeting Iriszorg Iriszorg SMO Helmond Stichting Elcerlyc De Vluchtheuvel RIBW Gooi & Vechtstreek Zienn Kwintes DNO De Binnenvest SMO Breda Moveoo Stichting de Tussenvoorziening Neos Emergis maatschappelijke opvang SMO Verdihuis
Een viertal instellingen hebben aangegeven niet als bron genoemd te willen worden.
16