Quick scan energiekansen voor de glastuinbouw en paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard.
Foto: W. Veefkind
Datum:
17 april 2009
Projectplan:
151pb09/GS/LA
Opgesteld door:
Projecten LTO Noord Postbus 126 7400 AC DEVENTER
Contactpersoon:
Gerard Selman en Wouter Veefkind
[email protected] en
[email protected] T 088 888 66 77 F 088 888 66 70
1.
Inleiding
De productie van tuinbouwgewassen vraagt de inzet van energie. Op basis van sector-convenanten zijn inmiddels forse inspanningen gepleegd om het energieverbruik terug te dringen; dit heeft geleid tot een sterke verhoging van de energie-efficiency in de afgelopen jaren. Naast energie-gebruik is de sector inmiddels een belangrijke energie-leverancier geworden; inmiddels wordt meer dan 10 % van het nationale gebruik van elektriciteit geleverd door de glastuinbouwsector. We denken bij verdere besparing en duurzame productie vaak aan de (aansprekende) systeeminnovaties. Echter ook door (de aansturing van) de bestaande installaties op bedrijfsniveau kan energie bespaard worden. Door de sector wordt fors geïnvesteerd in onderzoeksprogramma’s op dit terrein. Bij herijking van het ruimtelijke beleid in de Bommelerwaard voor de glastuinbouw- en paddestoelenteelt is het van groot belang om vroegtijdig de energiekansen te identificeren. Door deze energiekansen te integreren in de (her-)ontwikkeling van tuinbouwgebieden worden de kansen sterk verhoogd om deze daadwerkelijk te verzilveren. Provincie Gelderland heeft aan Projecten LTO Noord gevraagd een quick scan van de energiekansen uit te voeren. Deze notitie vormt de weerslag van deze verkenning. Hierbij is het in 2007 door Ecofys uitgevoerde onderzoek betrokken. De scope van onderhavige verkenning is wat breder dan genoemd onderzoek van Ecofys; daarnaast heeft, tijdens een tweetal ondernemersbijeenkomsten, een eerste toetsing op realiseerbaarheid plaatsgevonden. Energiekansen worden in belangrijke mate bepaald door: • Technische, economische en organisatorische haalbaarheid van innovaties • Karakteristieken van de aanwezige/zich vestigende bedrijven • Karakteristieken van de onderscheiden locaties Naast deze technische benadering worden energiekansen in hoge mate bepaald door: • Pionierskracht/innovatiebereidheid van ondernemers. Dit betekent dat energiekansen bepaald worden door een complex aan factoren, waaronder ook lokale/regionale aspecten. Vastgesteld moet hierbij ook worden dat de toepassing van warmte-kracht-koppeling (WKK) vooralsnog een dominante positie inneemt in de energievoorziening op glastuinbouwbedrijven en hiermee de bewegingsruimte op de korte termijn bepaalt. Onderhavige quick scan beoogt echter om aangrijpingspunten/kansen te identificeren waar op basis van een gerichte aanpak in combinatie met draagvlak van alle betrokken partijen resultaat geboekt kan worden. In § 2 wordt een beknopt overzicht gegeven van actuele ontwikkelingen op het terrein van verduurzaming van energie-toepassingen in de tuinbouwsector. In § 3 wordt een beeld geschetst van de bedrijfstypering in de Bommelerwaard. In § 4 worden de geïdentificeerde energiekansen belicht waarvoor in § 5 een aanzet tot een aanpak wordt gedaan.
2.
Ontwikkelingen op het terrein van verduurzaming energie in de tuinbouw
Overheden en agrarisch bedrijfsleven (waaronder de tuinbouwsector) hebben in 2008 het convenant Schoon en Zuinig getekend waarin de agrosector heeft vastgelegd jaarlijks 2 procent energie te besparen, met 30 procent de broeikasgassen te verminderen en 20 procent duurzame energie te gebruiken in 2020. Voor de tuinbouw is het programma “Kas als Energiebron” uitgewerkt hoe de sector en overheid dit gaat realiseren. Een beknopt overzicht wordt gegeven van enkele ontwikkelingen (en technieken) op dit terrein. Synergie buiten de sector Steeds vaker wordt synergie gezocht met warmtevragers buiten de tuinbouwsector: zo levert tomatenkwekerij Sunny Tom in Venlo warmte met een Greenportkas van ruim 3 hectare aan een zorginstelling, een school en een zwembad. Kwekerij Prominent is voornemens warmte te gaan leveren aan een woonwijk in het Westland. Dit soort initiatieven heeft kans van slagen indien er een woonwijk op een afstand van maximaal enkele kilometers van de hoogwaardige warmtebron (WKK) is verwijderd. In Agriport A7 en in PrimaViera ontwikkelt men plannen om elektriciteit te leveren aan een groot datacenter, waarbij de restwarmte van de computers van het datacenter weer wordt afgenomen voor de teelt. Als vuistregel wordt gehanteerd dat de maximale transportafstand voor een redelijke kwantiteit hoge temperatuur warmte (circa 90°C) circa 3 kilometer is terwijl die voor lage temperatuur warmte (circa 45°C) beneden de kilometer ligt. Koude warmte opslag De tuinbouwkas vangt per jaar meer zonne-energie op dan deze gedurende het stookseizoen nodig heeft. Dat overschot aan zonne-energie in de zomerperiode kan met innovatieve technieken worden opgeslagen in de bodem (aquifers) en in het koude seizoen alsnog worden gebruikt. Hetzelfde geldt voor de koude die in de winter kan worden opgeslagen en in de zomer kan worden gebruikt voor koeling. Deze seizoenopslag van energie wordt ondersteund door ICT-technieken, warmtewisselaars en warmtepompen. Onlangs is bij Hydro Huisman op Bergerden een praktijkonderzoek afgesloten naar de mogelijkheden van een energie-producerende kas. Daarnaast lopen nog vele proeven zoals de kas zonder gas, de airco kas, etc. Verwacht wordt dat dit voor diverse teelten een goed alternatief kan worden. WKK op biogas De toepassing van warmte-kracht (WKK) op grotere glastuinbouwbedrijven is algemeen. Dit leidt tot een zeer efficiëntie inzet van energie: warmte en CO2 worden op het bedrijf toegepast, en afhankelijk van de bedrijfssituatie wordt de elektriciteit (voornamelijk overdag als er vraag is) aan het net geleverd. Er zijn verschillende telers die biogas gebruiken voor de teelt. Zo gebruikt een tuinbouwondernemer uit Friesland biogas van een patatfabriek die reststromen van o.a. aardappelschillen vergist tot biogas. De kansen voor biogas productie uit reststromen worden bepaald door de lokale beschikbaarheid: er dient samenwerking te ontstaan tussen een bedrijf met geschikte reststromen uit o.a. de voedingsmiddelindustrie of bijvoorbeeld zuiveringsslib. Groen gas Een goed alternatief voor het direct gebruik van biogas uit een vergister is het biogas opwerken naar aardgas kwaliteit, zodat dit direct in het aardgasnet geïnjecteerd kan worden. Een voordeel bij dit procedé is dat ook nog een aanzienlijke hoeveelheid CO2 beschikbaar komt die ook heel goed in de glastuinbouw kan worden benut. Deze optie is uitgewerkt en waarvan de uitvoering binnenkort start voor het glastuinbouwgebied PrimAviera.
Biomassa WKK In Friesland investeerde paprikateler Jaap Vink in een op hout gestookte WKK-installatie en voorziet hiermee zowel in energie en warmte als in bemesting voor de teelt. Het bedrijf haalt als eerste in Europa zoveel energie uit houtverbranding. De installatie heeft namelijk een dubbele terugwinning die speciaal is ontworpen voor Vink. Hierdoor wordt een rendement van 112% gehaald en naast de warmtevoorziening wordt 8 miljoen kWh elektriciteit geproduceerd. Goede prijsgaranties en leveringszekerheid, en een grote locale beschikbaarheid van biomassa zijn essentieel voor het succes. Aardwarmte De succesvolle primeur voor het gebruik van aardwarmte in de tuinbouw ligt bij vleestomatenteler Rick van den Bosch. De warm-wateropbrengst is groter dan verwacht en de temperatuur is zeer constant op ongeveer 65 graden Celsius. Op deze wijze realiseert Rick van de Bosch 77% (netto) energiebesparing ofwel 5 miljoen kuub aardgas jaarlijks. Hoewel de ontwikkelingen op dit vlak veelbelovend zijn moet aardwarmte goed inpasbaar zijn in de warmtevoorziening van het bedrijf. CO2-bronnen moeten immers van elders worden betrokken en de benodigde investering is hoog. Het succes is afhankelijk van de aanwezigheid van watervoerende lagen met een voldoende temperatuur op een economisch exploiteerbare diepte. Aardwarmte is zowel geschikt voor kleine clusters als voor individuele telers waarbij gewerkt wordt zonder belichting of een qua capaciteit beperkte gewasbelichting. Belangrijk voordeel is dat het gebruik van aardwarmte een variabele kostenpost als energie meer ‘beheersbaar’ maakt. Bovendien kan door de reductie in het aardgasgebruik ook de CO2-uitstoot sterk gereduceerd worden. LED verlichting LED verlichting is een technologische ontwikkeling welke een energiezuiniger alternatief zou kunnen vormen voor SON-T belichting. Een kenmerk van LED’s is dat het licht zeer weinig stralingswarmte levert, wat consequenties heeft voor de energievoorziening van de teelt. De lichtopbrengst van LED is nog in ontwikkeling en daardoor nog niet geschikt voor grootschalige toepassing op korte termijn. In potentie zou men met LED kans kunnen zien om beter te sturen met kleuren (lichtspectrum) waardoor een productieverhoging mogelijk moet zijn. Valorisatie van Champost Champost is op dit moment een kostenpost omdat vanwege de statuswijziging naar dierlijke mest er voor de afvoer betaald moet worden. Nagegaan moet worden of er mogelijkheden zijn voor alternatief gebruik van champost of dat een aanpassing van grondstoffen voor de huidige compost vereist zijn om tot een nuttig restproduct te komen. De Rabobank en het Productschap Tuinbouw financieren onderzoek naar alternatieve verwerkingsroutes. Een eerste analyse leert dat het ondermeer kansrijk is om champost als nuttige vezels af te zetten in de papier- en kartonindustrie, de aquacultuur of algenteelt. Met betrekking tot vergisting wijst een eerste inventarisatie uit dat vergisting van champost minder kansrijk is, vanwege de geringe gasopbrengst. Verder onderzoek hieromtrent is noodzakelijk.
CO2 Voor veel van de hier genoemde verduurzamingsactiviteiten in de glastuinbouw is het in veel gevallen noodzakelijk dat aanvullende CO2 wordt ingekocht, hetzij vloeibaar via bijvoorbeeld Lindegas of Air Liquide of als de locatie van het bedrijf in de nabijheid is van een CO2-distributiesysteem (bijvoorbeeld Ocap) kan ook hieruit CO2 worden betrokken.
3.
Bedrijfstypering
De tuinbouwbedrijvigheid in de Bommelerwaard kenmerkt zich in hoge mate door specialisatie op een aantal teelten. In de gemeente Maasdriel is de champignonteelt een belangrijke teelt; 93% van de netto teeltoppervlakte champignonteelt in de Bommelerwaard (CBS 2007) bevindt zich in de Gemeente Maasdriel. Nederland is veruit het belangrijkste productieland van champignons binnen de EU (LEI); 16% van het Nederlandse teeltoppervlak bevindt zich in de Bommelerwaard. In de glastuinbouwclusters in de Gemeente Zaltbommel is chrysantenteelt veruit de belangrijkste teelt. Ruim 50% van de teeltoppervlakte in de Bommelerwaard bestaat uit chrysantenteelt (CBS, 2007). In de Bommelerwaard wordt 28% van het Nederlandse areaal aan chrysanten gevestigd. Hieronder zijn enkele teelten weergegeven:
3% 1%
5% 24%
52% 5%
6%
4%
chrysanten
rozen
potplanten
freesia
siergewassen overig
aardbei
paprika
groententeelt overig
Bron: CBS, 2007
Ruim de helft van de teelten wordt belicht: Chrysanten, rozen en overige siergewassen waaronder potplanten (Phalaenopsis, Kalanchoë, e.a.). De meeste groenteteelten zijn onbelicht. De trend met betrekking tot belichten is dat zowel de intensiteit als het aantal teelten dat belicht wordt toeneemt. Dat heeft consequenties voor de energievoorziening. Het is immers op dit moment economisch en uit milieu oogpunt interessant op de belichtende bedrijven zelf de elektriciteit op te wekken met een WKK. Voor niet-belichtende bedrijven is bij voldoende schaalgrootte de toepassing van WKK, op basis van de huidige aardgas- en elektriciteitsprijzen, ook interessant.
4.
Energiekansen gerelateerd aan onderscheiden locaties in de Bommelerwaard
In onderhavige quick scan worden de bedrijfsgerichte innovaties niet als specifieke energiekansen voor de Bommelerwaard benoemd; voor de toepassing van deze innovaties is de Bommelerwaard niet onderscheidend. De praktijk wijst uit dat de tuinbouwondernemers in de Bommelerwaard scherp zijn in de toepassing van nieuwe technieken; dit geldt zeker ook op het terrein van energie. Er geldt binnen de glastuinbouw in de Bommelerwaard echter ook een voorzichtige opstelling ten aanzien van gemeenschappelijke energieconcepten. Dit wordt gevoed door de voorbeelden uit de praktijk waar collectieve systemen veelal niet in staat bleken om de gewenste dynamiek (in de omgeving) van de sector te volgen. Hiervan dient rekenschap genomen te worden om de kansen die er zijn daadwerkelijk te verzilveren. Om de energiekansen nader te identificeren worden de volgende invalshoeken onderscheiden: I. Bestaande vs nieuwe projectlocaties II. Koppelingen met andere energie vragende/leverende functies III. Niet locatie-gebonden energiekansen Hierna worden een aantal kansrijke energiekansen nader toegelicht; een aanzet tot aanpak voor deze geïdentificeerde kansen is uitgewerkt in hoofdstuk 5. Ad. I
Bestaande vs nieuwe projectlocaties
Nieuwe projectlocaties Het is evident dat er bij de ontwikkeling van nieuwe projectlocaties meer energiekansen te benutten zijn dan bij de herontwikkeling van bestaande locaties; het is hierbij mogelijk een gemeenschappelijke energieambitie te formuleren. Kansen liggen er onder andere op het vlak van: • Energetische koppeling van Champignonbedrijven (Energiekans 1) Toelichting: Door een gemeenschappelijke aanpak/koppeling van champignonbedrijven stijgen de kansen voor toepassing van warmte-koude-opslag door lagere kosten ten gevolge van schaalvoordeel. Ten aanzien van de verzilvering van deze kans moet in eerste instantie met name gezocht worden naar energieclustering van (combinaties) van reeds redelijk dicht bij elkaar gevestigde champignonbedrijven. •
Clustering van glastuinbouwbedrijven (Energiekans 2) Toelichting: Uitwisseling van energieoverschotten kan leiden tot een betere benutting; het gaat hierbij om maatwerkkoppelingen. Voor nieuw te ontwikkelen projectlocaties voor glastuinbouw zijn er nog vrijheden om met potentiële vestigers een gemeenschappelijke energieambitie te formuleren. Ervaringen hebben geleerd dat een eventueel collectief concept volop ruimte/flexibiliteit dient te bieden aan de inpassing van innovaties.
•
Aardwarmte (Energiekans 3) Toelichting: Aardwarmte (geothermie) biedt grote kansen voor (clusters van) bedrijven met onbelichte teelten. De haalbaarheid van aardwarmte is echter afhankelijk van de geohydrologische situatie ter plaatse (op 1500 tot 3000 meter diepte). Een nader geologisch onderzoek hieromtrent zou hier duidelijkheid over kunnen geven. Gezien het relatief grote aandeel van belichte teelten in de Bommelerwaard (gemeente Zaltbommel) is wellicht op termijn de toepassing van hoog-temperatuur-aardwarmte interessant voor de opwekking van elektriciteit (en warmte).
•
Event. koppeling aan andere functies in omgeving Zie hieronder.
(Energiekans 4)
Bestaande projectlocaties De Bommelerwaard kenmerkt zich door meerdere concentratiegebieden met elk een eigen pallet aan locatie-, bedrijfs- en ondernemersspecifieke kenmerken. In tegenstelling tot nieuwe ontwikkellocaties, zijn het aantal vrijheden om nieuwe concepten toe te passen minder en kan hier ook niet/nauwelijks op gestuurd worden. Hier geldt nog sterker dat eventuele kansen alleen verzilverd kunnen worden als er draagvlak is bij de aanwezige ondernemers. Deze bestaande locaties vragen een maatwerk aanpak. Hierbij kan een energiescan per deelgebied een basis vormen (energiekans 5). Hierbij is het de bedoeling om per deelgebied met de ondernemers de (toekomstige) kansen te verkennen (in potentie zijn hierbij alle geformuleerde energiekansen aan de orde). Ad II
Locaties nabij andere energie vragende/leverende functies
In december 2007 is door Ecofys een onderzoek uitgevoerd naar de energiekansen Bommelerwaard; hierbij is sterk gekeken naar mogelijke synergie tussen glastuinbouw, woningbouw en bedrijventerreinen (energiekans 4). De koppeling van tuinbouwbedrijven aan andere functies is kansrijk, mits: • Bij ontwikkeling van woningbouw/bedrijventerrein in een vroegtijdig stadium hierover met de ontwikkelaar commitment is over dit concept (Op basis van initiatieven vanuit de tuinbouw leren ervaringen dat de ontwikkelaar veelal afhaakt), • Er sprake is van voldoende schaalgrootte van de zijde van de warmte-vrager, • Korte afstand waarover de warmte getransporteerd dient te worden. In het recente genoemd onderzoek van Ecofys zijn een aantal kansen geïdentificeerd, waarvan een aantal op dit moment kansrijk lijken, waaronder: • KWO Hooijmans Champignons BV met Woningstichting Maasdriel • KWO champignoncluster/bedrijventerrein Winkels • Koppeling woonwijk Spellewaard aan westzijde Zaltbommel en het naast gelegen, te herstructureren glastuinbouwgebied, • Koppeling van woonwijk Grutakker te Hedel ten oosten van de intensiveringszone Ammerzoden-Hedel. Ad III
Niet locatiegebonden energiekansen
Een aantal niet locatiegebonden energiekansen voor de Bommelerwaard betreffen: • Toepassing zonnecellen op (asbest)daken (energiekans 6) Toelichting: In de provincie Overijssel is een haalbaarheidsproject in uitvoering om asbestdaken te vervangen door zonnepanelen/ collectoren bij agrarische bedrijven. Veel daken van champignonbedrijven bestaan uit asbesthoudend materiaal. Vervanging door zonnepanelen/collectoren kan leiden tot een dubbel milieuvoordeel. Daarnaast zouden de mogelijkheden op glastuinbouwbedrijven ook onderzocht kunnen worden. • Vergistingsinstallatie (energiekans 7) Toelichting: De combinatie van een vergistingsinstallatie en glastuinbouw is in potentie kansrijk. Het geproduceerde biogas en CO2 kan hoogwaardig in de glastuinbouw ingezet worden ingezet. Eerdere plannen van Groenrecycling Bommelerwaard om een biovergister te realiseren hebben nog niet tot resultaat geleid. Een aantal glastuinbouwondernemers hebben aangegeven het biogas te willen betrekken; het groenrecyclingbedrijf heeft aangegeven alleen de restwarmte te willen leveren. • Stabilisatie elektra-infrastructuur Bommelerwaard (energiekans 8) Toelichting: Tijdens het helikopterongeval najaar 2007 is de kwetsbaarheid van de elektriciteitsvoorziening in de Bommelerwaard gebleken. Ondanks de aanwezigheid van voldoende WKK-vermogen in het gebied kon deze niet ingezet worden. Verondersteld wordt dat door een aanpassing van de elektra-infrastructuur deze kwetsbaarheid kan worden opgelost.
•
Combinatie van windmolens en glastuinbouw (energiekans 9) Toelichting: Bekend is dat windenergie een niet constante vorm van energieopwekking is. Daarentegen vormen WKK een uitermate flexibel inzetbaar vermogen. Het streekplan Gelderland geeft aan dat er in de Bommelerwaard een aantal zoekzones voor windenergie zijn. Onderzocht zou kunnen worden of een combinatie van windenergie/ WKK-vermogen glastuinbouw tot synergiemogelijkheden leidt. Om duurzame ontwikkelingen mogelijk te maken is de beschikbaarheid van een aanvullende CO2 voorziening noodzakelijk. Als er sprake is van een glastuinbouw bedrijventerrein kan onderzocht worden of de combinatie van de bedrijven het mogelijk maakt om CO2 af te vangen, op te slaan voor 24 uurs overbrugging en op deze manier een lokaal CO2 distributienet op te bouwen. Hierdoor vergroten de kansen op verduurzaming.
Foto’s: W. Veefkind
5.
Aanpak Energiekansen
In § 4 is een beeld geschetst van concrete energiekansen gerelateerd aan omstandigheden in de Bommelerwaard. Zoals al aangegeven zijn er op dit moment een groot aantal innovatietrajecten lopende welke op enig moment toepasbaar zullen zijn op (clusters van) bedrijven. In dit kader kunnen onder andere worden genoemd: LED-verlichting, gesloten kasconcepten, en een brandstofcel. De toepassing van deze bedrijfsgerichte innovaties zijn niet meegenomen in de inventarisatie van energiekansen. De inventarisatie heeft zich gericht op de energiekansen voor de glastuinbouw- en champignonteelt in de Bommelerwaard waarbij min of meer (collectieve) randvoorwaarden moeten worden geformuleerd om deze kansen te verzilveren. In bijgaande tabel zijn die kansen opgenomen die als opdracht/ambitie aan de op te richten Uitvoeringsorganisatie zouden kunnen worden meegegeven:
A
B
C
D
Kansenkaart aardwarmte maken Opdracht/ambitie: Opstellen van een kansenkaart voor aardwarmte (geothermie) voor de Bommelerwaard. Toelichting: Aardwarmte (geothermie) biedt grote kansen voor (clusters van) bedrijven met onbelichte teelten. De haalbaarheid van aardwarmte is echter afhankelijk van de geohydrologische situatie ter plaatse. Op basis van een nader geologisch onderzoek hieromtrent dient een kansenkaart opgesteld te worden. Hierbij dienen direct de mogelijkheden voor hoog-temperatuur-aardwarmte meegenomen te worden (opwekking van elektriciteit) gezien het relatief grote aandeel van belichte teelten in de Bommelerwaard. Koppeling van woningbouw/bedrijventerrein aan energievragers/ aanbieders Opdracht/ambitie: Alle overheden spreken met elkaar af dat als er een nieuwe woningbouwlocatie/bedrijventerrein wordt ontwikkeld dat er een onderzoek wordt uitgevoerd naar de mogelijkheden voor duurzame energiekoppelingen aan energievragers/leveranciers. Toelichting: Bij ontwikkeling van (nieuwe) woningbouw en bedrijventerreinen dient vroegtijdig een ambitie geformuleerd te worden ten aanzien van duurzame/collectieve energieconcepten. Hierin dienen de mogelijkheden van levering van energie vanuit de glastuinbouw- en champignonteelt betrokken te worden. Een aantal locaties kan als kansrijk worden aangemerkt (o.a. Spellewaard). Er zijn inmiddels enkele concrete projectideeën die opgepakt kunnen worden (Hooijmans e.a.). Integrale energieambitie nieuwe projectlocaties Opdracht/ambitie: Partijen spreken af dat voor nieuw te ontwikkelen projectlocaties vooraf een energieambitie wordt geformuleerd en een onderzoek wordt uitgevoerd naar de mogelijkheden om deze te realiseren. Toelichting: Voor nieuw te ontwikkelen projectlocaties voor glastuinbouw zijn er nog vrijheden om met potentiële vestigers een energieambitie te formuleren. Hierin kunnen koppelingen met derde energievragers worden betrokken. Ervaringen hebben geleerd dat een eventueel collectief concept volop ruimte/flexibiliteit dient te bieden aan de inpassing van innovaties. Energiescan bestaande locaties Opdracht/ambitie: Partijen spreken af om de energiekansen in bestaande productiegebieden (glastuinbouw- en paddestoelenteelt) te analyseren en met ondernemers deze te verzilveren. Toelichting: De Bommelerwaard kenmerkt zich door meerdere concentratiegebieden met elk een eigen pallet aan locatie-, bedrijfs- en ondernemersspecifieke kenmerken. In tegenstelling tot nieuwe ontwikkellocaties, zijn het aantal vrijheden om nieuwe concepten toe te passen minder en kan hier ook niet/nauwelijks op gestuurd worden. Hier geldt nog sterker dat eventuele kansen alleen verzilverd kunnen worden als er draagvlak is bij de aanwezige ondernemers. Deze bestaande locaties vragen een maatwerkaanpak. Hierbij kan een energiescan per deelgebied een basis vormen. Hierbij is het de bedoeling om per deelgebied met de ondernemers de (toekomstige) kansen te verkennen; hierbij dient er sprake te zijn van draagvlak bij de betrokken ondernemers.
E
Windenergie Opdracht/ambitie: Partijen spreken af een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden/kansen voor koppeling van windenergie aan WKK-glastuinbouw Toelichting: Bekend is dat windenergie een niet constante vorm van energieopwekking is. Daarentegen vormen WKK een uitermate flexibel inzetbaar vermogen. Het streekplan Gelderland geeft aan dat er in de Bommelerwaard een aantal zoekzones voor windenergie zijn. Onderzocht zou kunnen worden of een combinatie van windenergie/ WKK-vermogen glastuinbouw tot synergiemogelijkheden leidt.
De hiervoor beschreven ambities voor de op te richten uitvoeringsorganisatie omvat de in § 4 beschreven energiekansen behouders: • Energiekans 6: Toepassing zonnecellen op (bedrijfs)daken, gezien het feit dat deze niet regiospecifiek is • Energiekans 7: Vergistingsinstallatie, gezien het feit dat deze niet regiospecifiek is • Energiekans 8: Stabilisatie elektra-infrastructuur. Een kansrijke aanpak vraagt een gecoördineerde inzet van inspanningen en middelen; een aansluiting op/afstemming met het klimaatprogramma van provincie Gelderland verhoogt de slagingskans.