(CONCEPT VERSIE VOOR BRABANTSE SCHUTTERSGILDEN)
QUICK SCAN & AANVRAAG BASISCERTIFICERING Brabantse Schuttersgilden* INLEIDING Hieronder treft u aan een quick scan voor de basiscertificering. Deze quick scan is eigenlijk een instrument waarmee u zelfstandig uw eigen schuttersgilde aan de normen voor basiscertificering kunt toetsen en kunt bezien in hoeverre u aan alle voorwaarden voldoet. Eigenlijk kunt u hiermee uw eigen audit doen. Wanneer u de quick scan heeft doorlopen en u heeft alle vragen met “JA” kunnen beantwoorden, voldoet u in beginsel aan de voorwaarden voor basiscertificering en kunt u een aanvraag indienen. U kunt de aanvraag onderaan de quick scan ondertekenen door minimaal één bestuurder van uw vereniging/schuttersgilde. Vervolgens kunt u de aanvraag doorsturen naar de Vereniging Brabantse Gildeschutters (VBG) per e-mail op het e-mailadres:
[email protected] of per post aan:
Vereniging Brabantse Gildeschutters Zeggelaan 57 4844 SC TERHEIJDEN
De VBG dient de aanvraag vervolgens in bij de KNSA. De KNSA zal na het ontvangen van uw aanvraag, de Hoofdauditor inschakelen die een Auditor zal toewijzen en zich rechtstreeks met u in verbinding zal stellen voor het maken van een afspraak (datum en tijdstip) om de audit af te nemen. De audit wordt altijd afgenomen op de locatie of de hoofdlocatie waarop uw schuttersgilde actief is.
*
Daar waar “Brabantse Schuttersgilden” staat vermeld, worden bedoeld de in het Programma Basiscertificering en in de Ministeriële Regeling wapens en munitie (Rwm) en Circulaire wapens en munitie (Cwm) genoemde schietsportverenigingen met een volledige rechtsbevoegdheid.
AANVRAAG BASISCERTIFICERING Achter iedere vraag staan in kolommen een aantal opties voor een mogelijke antwoord: ja/nee en (eventueel) n.v.t. (het correcte antwoord is rood weergegeven) In de eerste kolom staat achter sommige vragen [i] (= informatie) wat wil zeggen dat bij die vraag meer informatie in de vorm van een nadere toelichting moet worden vermeld onder/achter een [i] “knop” (zie cursieve tekst) weergegeven in een tekstballon zodra de muis op [i] wordt geplaatst. 1. Algemeen 1.1 a. Zijn de statuten van uw vereniging bij notariële akte vastgesteld? 1.1 b. Is uw vereniging ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel? 1.1 c. Komen de namen van de bestuurders die in het handelsregister van de Kamer van Koophandel zijn ingeschreven, overeen met de bestuurssamenstelling van uw vereniging? 1.2 Is in de statuten van uw vereniging opgenomen een bepaling dat het doel van uw vereniging is uw leden in de gelegenheid te stellen de schietsport te beoefenen en/of tot de instandhouding van de schuttersgilden? 1.3 Zijn alle bestuursleden van uw schuttersgilde, afdeling Geweerschieten, tevens lid van uw schuttersgilde en van de Vereniging van Brabantse Gildeschutters (VBG)?
[i]
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
ja
nee
Toelichting 1.3: Overeenkomstig de KNSA-reglementen, dienen bestuursleden tevens lid van het schuttersgilde te zijn en te beschikken over een KNSA-licentie.
1.4
1.5
Heeft u onderzocht dat bij geen van uw bestuursleden feiten of gedragingen bekend zijn die de belangen van de KNSA of van de schietsport of van het Gildewezen in Nederland zouden kunnen schaden? Hebben geen van uw bestuursleden als privépersoon commercieel belang in de handel in wapens en/of munitie en/of de exploitatie van een schietsportaccommodatie?
[i]
ja
nee
ja
nee
Toelichting 1.5: Het gaat in dit artikel nadrukkelijk om bestuursleden die als privépersoon, dus niet als bestuurder van een bij de KNSA aangesloten vereniging of stichting, commerciële belangen hebben in de handel in wapens, munitie en/of schietbaanexploitatie. Denk daarbij aan erkenninghouders van een wapenhandel of particulieren, dan wel B.V.’s of andere vennootschappen die wapenhandel of schietbanen exploiteren.
1.6
Worden de schietbeurten in het verband van uw vereniging uitsluitend afgetekend door een bestuurder van uw vereniging, dan wel door een door uw verenigingsbestuur gemachtigde verenigingsveiligheidsfunctionaris of baancommandant, niet zijnde een wapenhandelaar of een commercieel exploitant van een schietsportaccommodatie? 2. Wet- en regelgeving 2.1 a. Beschikt uw vereniging over een geldige Hinderwetvergunning, een Milieuvergunning of een Omgevingsvergunning of over een kopie van die vergunning wanneer de accommodatie niet tot uw eigendom behoort?
[i]
ja
nee
ja
nee
n.v.t.
Toelichting 2.1.a: Indien uw schuttersgilde niet over een eigen accommodatie beschikt, dient u wel over een kopie daarvan te beschikken, zodat u bekend bent met de voorwaarden waaraan u dient te voldoen voor het gebruik van de accommodatie. Per 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit van kracht, dat met ingang van die datum ook van toepassing is op alle overdekte schietbanen. Dit Activiteitenbesluit bevat voorschriften waaraan iedere binnenschietbaan moet voldoen. Als gevolg daarvan is de vergunningsplicht voor milieuzaken bij schietbanen vervallen. Het is echter niet zo, dat de vergunning (Hinderwetvergunning, Milieuvergunning of Omgevingsvergunning) en alle daaruit voortvloeiende voorschriften meteen vervallen en dat de voorschriften uit het Activiteitenbesluit daarvoor in de plaats treden. Er geldt een overgangsperiode van drie (3) jaar. Schuttersgilden die beschikken over een eigen accommodatie kunnen wel besluiten om per direct aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit te voldoen en in dat geval vervalt wel de vergunningplicht. Indien dat het geval is, moet het gildebestuur daarvan een melding doen bij het Gemeentebestuur. Een kopie van die melding moet ter plaatse op de accommodatie aanwezig zijn.
2.1
b. Is een kopie van deze vergunning op de accommodatie aanwezig?
[i]
ja
nee
n.v.t.
Toelichting 2.1.b: Het is van belang dat verenigingsbestuurders – ook al huren zij een accommodatie en exploiteren zij die zelf niet – zich wel bewust zijn van de voorwaarden zoals die in de vergunning zijn opgenomen. Deze vraag kan uitsluitend met “n.v.t.” worden beantwoord wanneer er sprake is van het uitsluitend gebruik maken van Overheidsbanen (zie 2.1.a.).
2.2
a.
Indien uw schuttersgilde een eigen kantine exploiteert waar alcoholische dranken worden verstrekt, beschikt uw schuttersgilde dan over een geldige Drank- en Horecavergunning?
[i]
ja
nee
n.v.t.
Toelichting 2.2.a, b. en c: Verenigingen die in eigen beheer een kantine hebben waar alcohol wordt geschonken, moeten voldoen aan de vergunningseisen van de Drank - en Horecawet. Door middel van deze wet wil de Overheid het drankgebruik in de hand houden. Het uitgangspunt is dat de verstrekker van alcohol, dus ook een schietspor tkantine, verantwoordelijk is voor het alcoholgebruik van klanten (gildeschutters, introducés en gasten). Zonder een vergunning van het College van
Burgemeester en Wethouders mag er GEEN ALCOHOL worden geschonken. Daar waar alcohol wordt verkocht, dient met zich aan een aantal regels te houden, zoals vermeld in de Drank - en Horecawet. Ook de sport neemt duidelijk stelling waar het gaat om alcoholgebruik onder jongeren onder de 16 jaar. Alcohol schenken aan jongeren onder de 16 jaar kan en mag absoluut n iet plaatsvinden in de sportkantine. Ook het voorkomen van rijden onder invloed vanuit een sportvereniging verdient extra aandacht van verenigingsbestuurders. NOC*NSF en andere organisaties hebben diverse ondersteuningsinstrumenten beschikbaar die zowel de sportvereniging als de gemeente kunnen helpen om een verantwoord schenkbeleid te realiseren in de sportkantine. Deze ondersteuningsinstrumenten zijn te vinden op de website www.nocnsf.nl/alcoholensport. Voor nadere informatie zie de KNSA-website.
2.2
2.2
2.3
b. Indien uw vereniging een kantine exploiteert waar alcoholische dranken worden verstrekt, beschikt uw gilde dan over een Bestuursreglement? c. Indien uw vereniging over een eigen kantine beschikt die door uw gilde wordt geëxploiteerd, zijn er dan twee (2) kaderleden van uw gilde als zodanig op de Drank- en Horecavergunning als leidinggevenden vermeld? Belegt uw vereniging minimaal één (1) keer per jaar een Algemene Vergadering waarin in ieder geval rekening en verantwoording wordt afgelegd over het algemeen gevoerde beleid en het voorafgaande financiële boekjaar?
[i]
ja
nee
n.v.t.
[i]
ja
nee
n.v.t.
[i]
ja
nee
Toelichting 2.3: De rekening en verantwoording van het financiële boekjaar dienen binnen een termijn van maximaal zes (6) maanden na afloop van het boekjaar te geschieden. Voorbeeld: indien uw boekjaar gelijk is aan een kalenderjaar, dient de Algemene Vergadering uiterlijk vóór 1 juli van het volgend jaar te worden gehouden.
2.4
Heeft uw vereniging, overeenkomstig de Arbowet, een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) opgesteld, alsmede het daarop gebaseerde plan van aanpak vastgesteld?
[i]
ja
nee
Toelichting 2.4: In beginsel is eenieder gehouden aan de Arbowet, wanneer werkzaamheden worden uitbesteed aan een ander. Of deze werkzaamheden betaald of niet betaald (vrijwillig) plaatsvinden is niet relevant. Voor sportverenigingen geldt inmiddels wel een vrijstelling, tenzij de sportvereniging gebruik maakt van gevaarlijke stoffen en/of er bij de uitoefening van die sport een zodanige geluidsoverlast plaatsvindt, dat gehoorbescherming noodzakelijk is; aangezien dat vanwege het gebruik van kruit en het schietgeluid bij schuttersgilden het geval is, dienen Brabantse Schuttersgilden, overeenkomstig de Arbowet, een risico-inventarisatie en -evaluatie op te stellen. Voor sportverenigingen is een speciale RI&E opgesteld door de branchevereniging Werkgeversorganisatie in de Sport (afgekort: WOS). Deze RI&E kunnen schuttersgilden uitvoeren op de website www.sportwerkgever.nl/rie en vervolgens kiezen voor Sport RIE.
2.5
Beschikt uw vereniging over een presentieregister, overeenkomstig het model van de KNSA, waarin de schutter die een schietbeurt laat registreren zijn aanwezigheid vermeldt?
[i]
ja
nee
Toelichting 2.5: Het presentieregister moet, overeenkomstig de Circulaire wapens en munitie (CWM), voldoen aan het model KNSA. Voor het model KNSA, klik hier.
2.6
Verstrekt uw schuttersgilde aan de leden die over een eigen wapenverlof beschikken, dan wel in de toekomst mogelijk een wapenverlof zullen aanvragen, een door de door uw schuttersgilde gewaarmerkt schietbeurtenregister, conform het model KNSA?
[i]
ja
nee
Toelichting 2.6: Overeenkomstig de Circulaire wapens en munitie (CWM), dient een schietregister aan uw leden die over een wapenverlof beschikken of gaan beschikken, te worden verstrekt waarin in ieder geval wordt vermeld de naam van de gemachtigde die de schietbeurt(en) aftekent, de paraaf van de gemachtigde, de datum van de schietbeurt en de stempel van het schuttersgilde. Voor het KNSA- model van dit schietbeurtenregister, klik hier.
2.7
Beschikt uw schuttersgilde over richtlijnen voor de uitgifte van verenigingswapens en verenigingsmunitie, overeenkomstig het model KNSA?
[i]
ja
nee
n.v.t.
Toelichting 2.7: De uitgifte van de verenigingswapens (en de bijbehorende munitie) dient met grote zorgvuldigheid te geschieden. Het is van belang dat schuttersgilden daarvoor richtlijnen vaststellen die bij de leden bekend zijn. Voor een model van die richtlijnen klik hier. Schuttersgilden die niet over verenigingswapens beschikken, hoeven geen richtlijnen vast te stellen en kunnen deze vraag met “n.v.t.” beantwoorden.
2.8
Beschikt uw schuttersgilde voor de uitgifte van verenigingswapens, over een register conform het model KNSA?
[i]
ja
nee
n.v.t.
Toelichting 2.8: Overeenkomstig de Circulaire wapens en munitie, dienen Brabantse Schuttersgilden die beschikken over gildewapens van de uitgifte van die wapens een register bij te houden, conform het model KNSA. Voor dat model klik hier. Brabantse Schuttersgilden die niet over gildewapens beschikken, hoeven ook geen register bij te houden en kunnen deze vraag met “n.v.t.” beantwoorden.
2.9
Indien uw schuttersgilde munitie aan uw leden verkoopt dan wel aan uw leden ter beschikking stelt, dient u dat te registreren in een munitiestaat, conform het model KNSA. Beschikt uw schuttersgilde over een munitiestaat?
[i]
ja
nee
n.v.t.
Toelichting 2.9: Overeenkomstig de Circulaire wapens en munitie, dienen schuttersgilden die munitie aan hun leden verkopen dan wel aan hun leden ter beschikking stellen, dat te registreren in een munitiestaat. Voor het KNSA-model van die munitiestaat klik hier. Schuttersgilden die geen munitie aan hun leden verkopen en ook geen munitie ter beschikking stellen, hoeven geen munitiestaat bij te houden en kunnen deze vraag met “n.v.t.” beantwoorden.
2.10
Beschikt uw vereniging over een register introducés, conform het model KNSA?
[i]
ja
nee
Toelichting 2.10: Overeenkomstig de Circulaire wapens en munitie, dienen verenigingen die introducés of kandidaat-leden of anderszins personen die bij de vereniging kennismaken met de schietsport of met het schuttersgildewezen, te noteren in een register introducés. Voor het KNSA-model van dit register klik hier.
2.11
Beschikt uw vereniging over een systeem waarmee is geborgd dat leden van uw vereniging, die gebruik maken van vuurwapens, voldoen aan de differentiatie al naar gelang de tijdsduur dat de leden over een KNSA-licentie
[i]
ja
nee
beschikken, zoals dat in de Circulaire wapens en munitie is opgenomen? Toelichting 2.11: In de Circulaire wapens en munitie is een differentiatie in wapentypes opgenomen, al naar gelang de ervaring van sportschutters. Deze differentiatie heeft niet slechts betrekking op wapens waarvoor een verlof mag worden afgegeven, maar ook voor het gebruik van verenigingswapens of wapens van mede verenigingsleden. De door de Minister aangegeven differentiatie kent drie fasen , hieronder nader toegelicht : Fase 1: Sportschutters die korter dan één (1) jaar in het bezit van een KNSA -licentie zijn mogen de schietsport uitsluitend beoefenen met vuurwapens die geschikt zijn voor Olympische disciplines en sportschutters die na minimaal één (1) jaar een eerste verlof aanv ragen, komen uitsluitend voor vuurwapens in aanmerking die geschikt zijn voor de beoefening van Olympische disciplines. Deze wapens moeten dus geschikt zijn voor de beoefening van Olympische disciplines; die discipline behoeft niet per se beoefend te word en. Er kan dus ook verlof worden aangevraagd en disciplines kunnen worden beoefend, zoals Meesterkaart Licht, Klein Kaliber Geweer 12 meter, KKG 100 meter, Klein Kaliber Karabijn (enkelschots), Standaard Pistool, Meesterkaart KKP, Kleiduivenparcours, Sport ing Skeet, Sporting Trap, enzovoorts. Ik noem een aantal voorbeelden van wapens waarmee in dat eerste jaar de schietsport mag worden beoefend c.q. na afloop daarvan een verlof kan worden aangevraagd: alle kleinkaliber enkelschots geweren en karabijnen, zo als een Anschutz Match 54 .22LR, een grendelkarabijn CZ 454 SM .22LR, kleinkaliber -pistolen en -revolvers, zoals een Walther GSP .22, een Smith & Wesson model 617 .22LR, een Colt 1911 Colt cup .22LR, zolang bij pistolen en revolvers de maximaal toegestane looplengte van 153 mm maar niet wordt overschreden. Voor geweren en karabijnen geldt dat zij niet semi -automatisch kunnen vuren. Meerschots kleinkaliber-geweren en -karabijnen waarvan de patronen na elk schot worden aangevoerd uit een magazijn, zijn toe gestaan, voor zover er geen sprake is van een zelfladende functie. Vanzelfsprekend dienen de wapens ook te voldoen aan de eisen van het Schiet- en wedstrijdreglement. Voor hagelgeweren ten behoeve van het Kleiduivenschieten geldt: alle dubbelloops hagelgeweren “side by side” of “over and under”, met een maximaal toegestaan kaliber 12, zijn toegestaan. Enkelloops, semi -automatische of pump -action-geweren zijn niet toegestaan. Fase 2: Bij de eerste verlenging van een verlof, mag verlof worden aangevraagd ni et alleen voor wapens die zijn toegelaten bij Olympische disciplines maar tevens voor wapens die zijn toegelaten binnen de disciplines van de International Shooting Sport Federation (ISSF) en de Historische-Wapensdisciplines van de Muzzle Loaders Associati ons International Committee (MLAIC). Dat zijn dus grootkaliber -pistolen en –revolvers, met een maximum kaliber van 9 mm, zoals een Glock model 17, 19, 34, een CZ model 75B kaliber 9 mm Luger, een Tanfoglio Match kaliber 9 mm, een revolver Smith & Wesson m odel 686+ kaliber 38 Special, zolang de looplengte maar niet meer is dan 153 mm. Voor grootkaliber-geweren geldt dat deze zijn toegestaan in enkelschots uitvoering, niet zijnde semi-automatisch. Meerschots geweren met magazijn zijn toegestaan, maar geen magazijnen
met zelfladende functie. Dat zijn geweren zoals een Keppeler 300 meter standaard kaliber 6 mm of een Steyr safe bold stainless in het kaliber .308, enzovoorts. Voor historische wapens geldt dat alle wapens die zijn toegestaan binnen de door de KNSA c.q. de MLAIC gereglementeerde disciplines, zijn toegestaan. Voor de beoefening met verenigingswapens geldt dat na één jaar KNSA -licentie alle typen wapens mogen worden gebruikt, dus ook geweren in de semi -automatische uitvoering en wapens die passen binnen de door de KNSA gereglementeerde en erkende disciplines. Dit geldt alleen voor het gebruik van verenigingsvuurwapens binnen de vereniging. Voor het gebruik buiten de vereniging (bijvoorbeeld tijdens wedstrijden) geldt een strenger regime. Dat houdt in dat voor het gebruik buiten de vereniging, na één (1) jaar KNSA -licentie, uitsluitend vuurwapens mogen worden gebruikt die zijn toegelaten bij Olympische disciplines en de disciplines van de ISSF en de Historische -Wapensdisciplines van de MLAIC. Na twee (2) jaar KNSA-licentie mogen buiten de vereniging, alle andere verenigingswapens die bij fase 3 genoemd zijn, gebruikt worden. Fase 3: Bij de tweede verlenging van een verlof, is de aanvraag van een verlof toegestaan in alle andere overige door de KNSA gereglementeerde en erkende disciplines. Dat betekent dat wapens in semi -automatische uitvoering voor de disciplines Militair Pistool, Militair Geweer, Dynamic Service Rifle, NPSA Geweer & Pistool, Action Shooting, .30M1, zijn toegestaan wanneer deze vol doen aan de desbetreffende regelgeving. Voor pistolen en revolvers betekent dit dat ook kalibers boven de 9 mm, zoals de .45 ACP, zijn toegestaan en ook militaire geweren in semi -automatische uitvoering en ook afgeleiden van militaire geweren in kleinkal iber-uitvoering zijn toegestaan. Voor de disciplines die zijn erkend door de KNSA, van de APS en de NPSA, te weten Dynamic Service Rifle en NPSA Geweer & Pistool, zijn ook geweren toegestaan die gebruik maken van pistoolmunitie. Al sinds enige tijd is door de KNSA op haar website gepubliceerd een overzicht van alle KNSA gereglementeerde disciplines. In dat overzicht zijn de belangrijkste sporttechnische en wapentechnische eigenschappen opgenomen, zoals trekkerdruk, de kalibers, ge wichten, afmetingen, enzovoorts. In datzelfde overzicht is nu ook gemerkt welke disciplines binnen welke fase zijn toegestaan. Klik hier voor het overzicht disciplines.
3. Veiligheid 3.1 a. Beschikt uw vereniging over een Veiligheidsreglement voor de schietbaan, conform het model KNSA of conform model KNSA/Vereniging Brabantse Gildeschutters?
[i]
ja
nee
Toelichting 3.1.a: Voor schietsportverenigingen en/of Brabantse Schuttersgilden geldt dat veiligheid de hoogste prioriteit verdient. Het is van belang dat alle leden van de vereniging zich bewust zijn van de veiligheidsregels en van de procedures die daarop van toepassing zijn. Een Veiligheidsreglement is derhalve onmisbaar; voor het model daarvan klik hier.
3.1
3.2
b. Is uw Veiligheidsreglement bij alle leden bekend en ook op de accommodatie voor eenieder direct beschikbaar? a. Beschikt uw vereniging over veiligheidsfunctionarissen en/of
ja
nee
ja
nee
3.2
baancommandanten, die tijdens de schietsportactiviteiten toezien op een veilig verloop van die schietsportactiviteiten? b. Is er tijdens schuttersgildeactiviteiten van uw vereniging altijd minimaal één (1) veiligheidsfunctionaris of baancommandant aanwezig, die zicht heeft op alle schietbanen in uw accommodatie?
[i]
ja
nee
Toelichting 3.2.b: Veiligheid tijdens de beoefening van de schietsport verdient de hoogste prioriteit. Het is daarom noodzakelijk dat altijd één (1) kaderlid aanwezig is tijdens de schuttersgildeactiviteiten en toeziet op een veilig verloop van de schuttersgildeactiviteiten. In geval van calamiteiten moet de veiligheidsfunctionaris of baancommandant direct kunnen handelen en zo nodig optreden. Alle leden van de Brabantse Schuttersgilden, alsmede het bestuur, zijn tijdens het beoefenen van de schietsport onderworpen aan het gezag van de veiligheidsfunctionaris of baancommandant. De KNSA beschikt ook over een Opleiding Verenigingsveiligheidsfunctionaris; voor meer informatie daarover klik hier.
3.3
Beschikt uw vereniging over voldoende nooduitgangen, dan wel gewone uitgangen, wanneer zich een calamiteit bij uw vereniging, zoals brand of anderszins, voordoet?
[i]
ja
nee
Toelichting 3.3: Bij de afgifte van de Hinderwetvergunning, de Milieuvergunning of Omgevingsvergunning, is betrokken het Bouwbesluit en zullen voorwaarden zijn gesteld voor uitgangen en nooduitgangen. Die voorwaarden moeten worden nageleefd en de nooduitgangen en gewone uitgangen mogen niet geblokkeerd zijn voor bijvoorbeeld materialen. De (nood-) uitgangen dienen tevens van binnen naar buiten vrij toegankelijk te zijn; dus niet te zijn voorzien van een slot of anderszins te zijn geblokkeerd.
3.4
Heeft uw vereniging alle voorwaarden uit de Hinderwetvergunning, de Milieuvergunning of Omgevingsvergunning uitgevoerd en worden die regelmatig gecontroleerd?
[i]
ja
nee
Toelichting 3.4: In de Hinderwetvergunning, de Milieuvergunning of Omgevingsvergunning staan voorschriften opgenomen die betrekking hebben op de veiligheid binnen in de accommodatie voor wat betreft brandgevaar, ricochets en bekleding van wanden op de schietbaan. Het is van belang dat die voorwaarden zijn opgevolgd en dat die ook regelmatig worden gecontroleerd, zodat zij nog voldoen aan de voorschriften. Zo moeten aanschietbare delen zodanig zijn bekleed, dat geen ricochetgevaar (terugkaatsing) kan plaatsvinden. Voor schuttersgilden die niet beschikken over een eigen accommodatie geldt dat zij hierover in overleg treden met de eigenaar van de accommodatie.
4. Verkrijging lidmaatschap van het schuttersgilde 4.1 a. Hanteert uw vereniging voor personen die het lidmaatschap bij uw schuttersgilde, afdeling Geweerschieten aanvragen, een ballotageprocedure?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.1.a: Een ballotage voor het lidmaatschap van een schietvereniging en/of een Brabants Schuttersgilde is noodzakelijk om te voorkomen dat ongewenste personen lid van de vereniging kunnen worden en zich kunnen bekwamen in het gebruik van vuurwapens. Voor reeds bestaande KNSA-schutters die al over een KNSA-licentie beschikken, behoeft het verenigingsbestuur die ballotageprocedure niet uit te voeren. Het verdient wel aanbeveling om leden die afkomstig zijn van andere bij de KNSA aangesloten schietsportverenigingen te verzoeken referenties op te geven, zodat u bij die andere vereniging(en) navraag kunt doen. De KNSA heeft voor schietsportverenigingen en/of Brabantse Schuttersgilden een model Ballotageprocedure
ontwikkeld. Dit model beschrijft de procedure die gevolgd wordt vanaf het moment dat een geïnteresseerde zich meldt bij een schuttersgilde tot het moment waarop hij of zij als definitief lid wordt ingeschreven of niet. Voor dat model klik hier
4.1
b. Beslist uw verenigings-/gildebestuur of de Algemene Vergadering te allen tijde over het wel of niet toelaten van nieuwe leden van uw schuttersgilde?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.1.b: Het bestuur van uw vereniging/schuttersgilde kan voor de toelating van nieuwe leden een Ballotagecommissie instellen. Die Ballotagecommissie doet nader onderzoek naar de geschiktheid van het potentiële lid en brengt daarover advies uit. Het oordeel van de Ballotagecommissie mag niet bindend zijn maar uitsluitend adviserend, zodat uiteindelijk het verenigingsbestuur of de Algemene Vergadering besluit omtrent het wel of niet toelaten van nieuwe leden.
4.2
a.
Doet uw schuttersgilde, als onderdeel van de ballotageprocedure, bij personen die het lidmaatschap voor de afdeling Geweerschieten aanvragen (niet reeds KNSA-licentiehouders zijnde) onderzoek naar de motieven voor het lidmaatschap?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.2.a: Het is van belang navraag te doen naar de beweegredenen van personen die bij uw schuttersgilde het lidmaatschap aanvragen om lid te worden van uw schuttersgilde en zo mogelijk te voorkomen dat personen met verkeerde bedoelingen, zoals uitsluitend vuurwapenbezit, pogen lid van uw schuttersgilde te worden.
4.2
b. Doet uw vereniging, als onderdeel van de ballotageprocedure, bij personen die het lidmaatschap bij het Brabantse Schuttersgilde, afdeling Geweer, aanvragen (niet reeds KNSAlicentiehouders zijnde) onderzoek – voor zo ver u daartoe in staat bent – naar de mogelijke strafbare antecedenten van de betrokkenen?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.2.b: Het is van belang te voorkomen dat ongewenste personen het lidmaatschap bij uw schuttersgilde aanvragen en daartoe dient u navraag te doen naar de mogelijke overtredingen en/of misdrijven die de betrokkene heeft gepleegd. Op basis van de aan u verstrekte informatie, kunt u beoordelen of de betrokkene geschikt is voor het lidmaatschap van uw schuttersgilde.
4.2
c.
Doet uw vereniging, als onderdeel van de ballotageprocedure, bij personen die het lidmaatschap bij de vereniging of bij het Brabantse Schuttersgilde, afdeling Geweerschieten, aanvragen (niet reeds KNSAlicentiehouders zijnde) onderzoek – voor zo ver u daartoe in staat bent – naar de mogelijke aanwezigheid van klinische factoren?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.2.c: Op grond van de door de Minister van Veiligheid en Justitie vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat de aanwezigheid van klinische factoren ongewenst kan zijn voor het lidmaatschap van een schuttersgilde. Klinische factoren zijn psychische stoornissen, een mogelijke gedwongen opname in een psychiatrische instelling, verslaving, suïcidale gedachten, enzovoorts. Psychische stoornissen kunnen bijvoorbeeld zijn: schizofrenie, Asperger, autisme, depressiviteit, bipolaire stoornissen, enzovoorts.
4.2
d. Doet uw vereniging, als onderdeel van de ballotageprocedure, bij personen die het
[i]
ja
nee
lidmaatschap bij de vereniging of het Brabantse Schuttersgilde, afdeling Geweerschieten. aanvragen (niet reeds KNSA-licentiehouders zijnde) onderzoek – voor zo ver u daartoe in staat bent – naar de aanwezigheid van stressvolle omstandigheden? Toelichting 4.2.d: Op grond van de door de Minister van Veiligheid en Justitie vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat de aanwezigheid van stressvolle omstandigheden ongewenst kan zijn voor het lidmaatschap van een schietsportvereniging. Onder stressvolle omstandigheden kunnen bijvoorbeeld vallen problemen in de relationele sfeer, problemen in de arbeidssfeer zoals ontslag, een gebrekkig sociaal steunsysteem en stressvolle levensomstandigheden zoals bij een ernstige traumatische ervaring, een zware schuldenlast, mogelijk zelfs schuldsanering, enzovoorts.
4.2
e.
Doet uw vereniging, als onderdeel van de ballotageprocedure, bij personen die het lidmaatschap bij de vereniging of het Brabantse Schuttersgilde, afdeling Geweerschieten, aanvragen (niet reeds KNSA-licentiehouders zijnde) onderzoek – voor zo ver u daartoe in staat bent – naar de specifieke kenmerken van de aanvrager?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.2.e: Op grond van de door de Minister van Veiligheid en Justitie vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat specifieke kenmerken ongewenst kunnen zijn voor het lidmaatschap van een schietvereniging/schuttersgilde. Bij die specifieke kenmerken moet u dan denken aan: radicaliserend gedrag, zoals links- of rechts-extremisme, een fascinatie voor wapens en/of geweld, maar ook persoonskenmerken zoals agressie, impulsiviteit, zelfstandigheid, enzovoorts.
4.3
a.
Laat u uw potentieel nieuwe leden van de afdeling Geweerschieten een Eigen Verklaring invullen en ondertekenen?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.3.a: Het is onmogelijk om van een gildebestuur te verwachten dat het de onder 4.2.a. tot en met e. genoemde informatie te allen tijde verkrijgt. Daarvoor ontbreekt het gildebesturen aan de bevoegdheden tot nader onderzoek. Het is wel van belang om navraag naar de motieven, strafbare antecedenten en risicofactoren te doen door middel van het invullen van een Eigen Verklaring en die verklaring te laten ondertekenen, waarbij tevens wordt verklaard dat de Eigen Verklaring naar waarheid is ingevuld. Mocht nadien blijken dat de Eigen Verklaring niet naar waarheid is ingevuld, dan kan het gildebestuur op grond daarvan, het lidmaatschap van de betrokkene per direct opzeggen. Voor een model voor een aanmeldingsformulier inclusief Eigen Verklaring, klik hier. Het is niet verplicht dit model exact te hanteren; de onder 4.2.a. tot en met e. genoemde informatie moet wel terugkomen in de Eigen Verklaring.
4.3
4.3
b. Vraagt u inzage in het originele, geldige legitimatiebewijs van de betrokkene die bij u het lidmaatschap aanvraagt voor de afdeling Geweerschieten (niet reeds KNSAlicentiehouder zijnde) en heeft u het soort en nummer van het legitimatiebewijs in uw administratie opgenomen ? c. Vraagt u aan nieuwe leden van uw vereniging of het Brabantse Schuttersgilde, afdeling Geweerschieten (niet reeds KNSAlicentiehouders zijnde) een Verklaring Omtrent
ja
nee
ja
nee
4.4
a.
het Gedrag (VOG) met betrekking tot het lidmaatschap van een schietsportvereniging, zijnde niet ouder dan zes (6) maanden? Hanteert uw vereniging een aspirant-periode voordat het gewone lidmaatschap in werking treedt?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.4.a: Het is van belang dat nieuwe leden niet per direct als gewoon lid van uw schuttersgilde worden toegelaten. Daarvoor geldt eerst een zogenaamde aspirant-periode; de KNSA adviseert schuttersgilden deze personen “aspirant” te noemen en niet “aspirant-lid”. Immers, voor aspirant-leden kunnen dezelfde rechten en plichten gelden die voortvloeien uit uw statuten en reglementen, en dat kan tot ongewenste situaties leiden. Het is ook mogelijk dat uw gilde vóór de aspirant-periode nog een zogenaamde proef-periode (ook wel introductieperiode genoemd) vaststelt.
4.4
b. Hanteert uw vereniging een termijn van minimaal zes (6) maanden vanaf het moment van de introductie tot aan het definitieve gewoon lidmaatschap?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.4.b: Het is van belang dat personen die bij uw schuttersgilde het lidmaatschap aanvragen, niet per direct als gewoon lid worden toegelaten, voor zover het niet reeds KNSA-licentiehouders betreft. Die periode dient minimaal zes (6) maanden te bedragen; binnen die zes maanden kunt u als gilde zelf vaststellen of u de betrokkene de status van “aspirant”, “introducé”, “kandidaat-lid” of wat dies meer zij, toekent. Voor de aanvraag van een eerste wapenverlof geldt de duur van het lidmaatschap bij het schuttersgilde; die periode gaat pas in met ingang van het gewoon lidmaatschap, dus na de periode van zes maanden.
4.5
Biedt u uw nieuwe leden bij de afdeling Geweerschieten, tijdens de introductie- en/of aspirant-periode, een introductiecursus aan?
[i]
ja
nee
Toelichting 4.5: Het is van belang dat u nieuwe leden van uw schuttersgilde, afdeling Geweerschieten, niet zijnde reeds KNSAlicentiehouders, een introductiecursus aanbiedt waarin in ieder geval aan de orde komt de instructie omtrent de veiligheid op de schietbaan, de omgang met vuurwapens, de basistechniek van één of meerdere disciplines, en dat die cursus wordt afgesloten met een “proeve van schietveiligheid”. Voor een model van een dergelijke introductiecursus, klik hier.
5. Monitoring bestaande leden 5.1 a. Biedt uw vereniging aan de leden van de afdeling Geweerschieten een interne competitie aan in één of meerdere door de KNSA gereglementeerde of erkende disciplines?
[i]
ja
nee
Toelichting 5.1.a: Overeenkomstig de Circulaire wapens en munitie, zijn verlofhouders verplicht aan een interne competitie deel te nemen. Deze competitie moet bestaan uit minimaal vijf (5) wedstrijden per kalenderjaar. Het bestuur van het schuttersgilde heeft de verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat leden van een Brabants Schuttersgilde, zijnde verlofhouders, aan deze verplichting voldoen. De verplichte deelname aan de interne competitie van vijf keer per kalenderjaar is ongeacht het aantal, type en soort vuurwapen waarover het lid van uw schuttersgilde/verlofhouder beschikt. Voor leden van uw vereniging die zijn opgenomen in één of meerdere ranking-overzicht(en) van de KNSA, overeenkomstig het Ranking-reglement (zie KNSA Schiet- en Wedstrijdreglement deel I), geldt deze verplichting niet. Indien een lid van uw schuttersgilde reeds aan die verplichting voldoet via een andere bij de KNSA aangesloten vereniging, geldt de verplichting bij uw schuttersgilde niet; de betrokkene zal dat wel aan u met een verklaring of anderszins moeten kunnen aantonen. Voor een model van een dergelijke Verklaring die het gildebestuur kan afgeven, klik hier.
5.1
b. Heeft uw vereniging/schuttersgilde een systeem
[i]
ja
nee
waarmee u de verplichte interne competitiedeelname borgt of controleert? Toelichting 5.1.b: Uw schuttersgilde kan de verplichte competitiedeelname borgen door middel van een geautomatiseerd wedstrijdprogramma. U kunt dat ook doen door middel van een uitbreiding van het presentieregister waarop dan aantekening wordt gedaan van deelname aan de competitie. U kunt dat ook doen door middel van het schietregister van het lid van uw schuttersgilde, waarin behoudens de schietbeurten, tevens aantekening wordt gedaan van deelname aan minimaal vijf wedstrijden per kalenderjaar, als onderdeel van de competitie.
5.2
a.
Wordt de schietsport bij uw vereniging/schuttersgilde in verenigingsverband beoefend en wel zodanig, dat het sociale aspect binnen uw schuttersgilde is geborgd?
[i]
ja
nee
Toelichting 5.2.a: Wanneer in de locatie van uw schuttersgilde tevens een wapenhandel is gevestigd, mag er geen sprake zijn van een vermenging tussen commercie en het beleid van uw gilde. Het beleid van uw gilde moet er nadrukkelijk op gericht zijn dat de schietsport in gildeverband wordt beoefend en er geen sprake is van een combinatie met enige wapenhandel, die zodanig is dat het sociale aspect van het schuttersgilde niet is gewaarborgd. Het is daarom niet toegestaan dat uw gilde permanente openingstijden hanteert die het risico in zich dragen dat het aantal leden van uw gilde, dat schietsport beoefent, dit op tijdstippen doet waarop niet of nauwelijks sprake is van sociale controle. In het beleid van uw gilde moet nadrukkelijk zijn geborgd dat er sprake is van gildeavonden of gildedagdelen, waarbij een substantieel deel van uw leden aanwezig is.
5.2
b. Is tijdens de openingstijden van uw vereniging/schuttersgilde, te allen tijde minimaal één (1) lid van uw bestuur aanwezig?
[i]
ja
nee
Toelichting 5.2.b: Teneinde de beoefening van de schietsport in het verband van uw schuttersgilde te borgen en het sociale aspect en de sociale controle eveneens te borgen, is het van belang dat altijd een lid van uw bestuur dat uw rechtspersoon vertegenwoordigt, aanwezig is. Slechts in uitzonderingsgevallen kan worden volstaan met een door het bestuur gemachtigde persoon die tevens lid is van uw schuttersgilde.
5.3
Wanneer een verlof door de politie wordt ingetrokken, een verlof niet wordt verlengd of wanneer een aanvraag van een verlof wordt geweigerd, ontvangt de KNSA daarvan een melding van de politie. Op grond van die melding wordt door de KNSA aan de betrokkene de status van schutter ontnomen en de KNSAlicentie ingevorderd. Uw vereniging ontvangt daarover van de KNSA eveneens een melding. Op grond van deze melding is uw schuttersgilde, overeenkomstig de statuten en reglementen van de KNSA, verplicht het lidmaatschap van de afdeling Geweerschieten van de betrokkene op te zeggen. Wordt aan dat verzoek door uw vereniging wanneer zich dat voordoet, uitvoering gegeven?
[i]
ja
nee
Toelichting 5.3: In verband met de ernst die aan de intrekking of weigering van een verlof ten grondslag kan liggen en in verband met de logistieke en organisatorische consequenties van een en ander, wordt per direct de KNSAlicentie ongeldig verklaard en ingetrokken. De betrokkene kan tegen dat besluit bij het KNSA-bestuur in protest gaan. Dat protest moet in ieder geval zijn voorzien van een kopie van de Politiebeschikking inzake de intrekking of weigering; de politiemelding aan de KNSA bevat immers die informatie niet. Het is van groot belang dat uw
schuttersgildebestuur het verzoek tot opzegging van het lidmaatschap uitvoert. Wanneer het bestuur van uw schuttersgilde van mening is dat de opzegging disproportioneel is ten opzichte van de motieven die hebben geleid tot intrekking of weigering van het verlof en de betrokkene (dus het lid van uw gilde) heeft aangekondigd tegen dat besluit in protest te gaan, kan het gildebestuur ook volstaan met een schorsing voor de duur dat het protest gaande is.
5.4
Wanneer de KNSA via het KNSA-meldpunt een melding ontvangt aangaande een lid van uw vereniging/schuttersgilde, wordt het bestuur van uw schuttersgilde daarover in kennis gesteld en verzocht de noodzakelijke acties te nemen en daarvan rapportage uit te brengen aan het KNSA-bestuur. Is uw schuttersgilde met het KNSA-meldpunt bekend en pleegt u, wanneer u een melding van de KNSA krijgt, daarvoor de noodzakelijke acties?
[i]
ja
nee
Toelichting 5.4: De KNSA beschikt over een Meldpunt dat per telefoon op een speciaal telefoonnummer 0900-1968 en via een interactief formulier via internet bereikbaar is. Het Meldpunt is bedoeld voor meldingen aan de KNSA, wanneer personen of instanties zich zorgen maken omtrent een lid van een Brabants Schuttersgilde, dat beschikt over vuurwapens en een gevaar voor zichzelf of anderen in zijn/haar omgeving kan vormen. Bij een ontvangen melding treedt de KNSA op als intermediair. Dat wil zeggen dat het bestuur van het schuttersgilde waarvan de betrokkene lid is, wordt benaderd om te bezien in hoeverre acties noodzakelijk zijn en mogelijk, of het gewenst is de politie hierover te informeren. Het is van belang dat een dergelijke melding door het gildebestuur adequaat in behandeling wordt genomen en zo nodig de mogelijke acties worden gepleegd, en de KNSA daarvan een terugkoppeling krijgt. Het gildebestuur dient bekend te zijn met het KNSA-meldpunt en dient adequaat te handelen.
5.5
Heeft het bestuur van uw vereniging/schuttersgilde één van uw bestuurders of een ander kaderlid benoemd als vertrouwenscontactpersoon (VCP)?
[i]
ja
nee
Toelichting 5.5: Het is van belang dat de leden van uw schuttersgilde, wanneer zij zich zorgen maken omtrent het bezit van en de omgang met vuurwapens door een van de leden van uw gilde, weten op welke wijze en bij wie zij daarvan, zo nodig vertrouwelijk, een melding kunnen doen. De vertrouwenscontactpersoon is dan degene bij wie de leden van uw schuttersgilde, die melding kunnen doen; de vertrouwenscontactpersoon treedt in dat geval op als intermediair en zal daarna het bestuur of andere instanties informeren.
6. Verkrijging verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen 6.1 Ziet uw vereniging erop toe dat wanneer één [i] ja van uw leden een aanvraag voor een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen doet, de betrokkene daartoe door u geschikt geacht wordt, in staat is veilig met het desbetreffende vuurwapen om te gaan en minimaal één (1) jaar gewoon lid is van een schietsportvereniging en/of het Brabantse Schuttersgilde?
nee
Toelichting 6.1: Voor de aanvraag van een verlof dient het lid van uw schuttersgilde minimaal 1 jaar gewoon lid te zijn van een schietsportvereniging of een schuttersgilde. De aspirant-periode telt daarin niet mee. Aansluitende lidmaatschappen bij andere Nederlandse schietsportverenigingen of eventueel schietsportverenigingen uit een ander EU-land, kunnen daarbij meegeteld worden.
6.2
Worden voor het invullen van het aanvraagformulier voor een wapenverlof (WM3-formulier) de daarop van toepassing zijnde richtlijnen nageleefd?
[i]
ja
nee
Toelichting 6.2: Voor de aanvraag van een verlof voor één van uw leden, dient uw bestuur een deel van het aanvraagformulier in te vullen en te ondertekenen. De regelgeving voor de aanvraag van een verlof voor één van uw leden is gebaseerd op het vertrouwen dat in het bestuur van uw schuttersgilde kan worden gesteld en de invulling dient daarom gewetensvol en deskundig te geschieden. De KNSA heeft voor het invullen van het WM3-formulier model-richtlijnen opgesteld. Voor dat model, klik hier.
6.3
Ziet uw verenigings-/gildebestuur erop toe dat wanneer één van uw leden een aanvraag voor een wapenverlof doet, het WM3-formulier is voorzien van een verklaring van het bestuur van uw vereniging en dat het formulier door één van uw bestuursleden is ondertekend?
[i]
ja
nee
Toelichting 6.3: De invulling en ondertekening van het WM3-formulier door het gildebestuur zal in de regel worden gedaan door de voorzitter of de secretaris van uw schuttersgilde. U kunt als gildebestuur deze taak ook aan één of meerdere andere bestuursleden delegeren; niettemin blijft het bestuur verantwoordelijk voor het invullen en ondertekenen van het formulier.
6.4
6.4
a.
Ziet uw verenigings-/gildebestuur erop toe dat bij het invullen van het WM3-formulier, daar waar gevraagd wordt voor welke tak of takken van de schietsport het vuurwapen waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt aangewend, een door de KNSA gereglementeerde of erkende discipline wordt ingevuld? b. Ziet u erop toe dat de door de KNSA gereglementeerde of erkende discipline die op het WM3-formulier wordt ingevuld, ook daadwerkelijk door de betrokkene wordt beoefend en ook in het verband van uw vereniging kan worden beoefend?
[i]
ja
nee
[i]
ja
nee
Toelichting 6.4.a en b: Voor een overzicht van alle door de KNSA gereglementeerde disciplines, klik hier. In dat overzicht zijn de belangrijkste wapentechnische en sporttechnische eigenschappen van de desbetreffende disciplines vermeld. Voor meer informatie omtrent die disciplines kunt u het Schiet- en Wedstrijdreglement van de KNSA raadplegen. Voor de door de KNSA erkende disciplines kunt u het overzicht en de desbetreffende reglementen van die disciplines downloaden via de KNSA-website onder LEDEN INFORMATIE > Wedstrijden > Wedstrijdstructuur > Disciplines.
6.5
Heeft uw vereniging/schuttersgilde geborgd dat bij de aanvraag van een verlof door tussenkomst van uw schuttersgilde, het gildebestuur omtrent het besluit over die aanvraag wordt geïnformeerd?
[i]
ja
nee
Toelichting 6.5: Het kan zijn dat een lid van uw schuttersgilde een wapenverlofaanvraag wordt geweigerd. Het is van belang dat u als gildebestuur omtrent die weigering wordt geïnformeerd en ook omtrent de motieven die tot die weigering hebben geleid.
7. Bescherming imago van de schietsport/het schuttersgildewezen
7.1
Ontmoedigt uw verenigings-/gildebestuur het dragen van camouflagekleding of andere uit enige Krijgsmacht afkomstige kledij of politietenues, politie-uniformen en gevechtstenues?
[i]
ja
nee
Toelichting 7.1: Het uitgangspunt van deze ontmoediging moet zijn dat de kleding die wordt gedragen, zoals camouflagekleding, politie-uniformen, gevechtstenues enzovoorts, uitsluitend wordt gedragen wanneer die een functionele betekenis heeft voor de beoefening van de schietsport. Het is niet gewenst, anders dan op de schietbaan, dergelijke kledij te dragen; het kan het imago van uw schuttersgilde en de schietsport in zijn algemeen schaden. Met “anders dan op de schietbaan” wordt bedoeld: in de kantine of buiten de accommodatie, lopend vanaf het parkeerterrein of vanaf het openbaar vervoer naar uw accommodatie en vice versa. Deze ontmoediging is uiteraard niet van toepassing op het dragen van deze kledij in privé of voor leden van uw schuttersgilde, die beroepshalve een uniform of tenue dragen en vanaf hun dienst uw gilde bezoeken.
7.2
Worden in het verband van uw vereniging/schuttersgilde, uitsluitend abstracte doelen gebruikt?
[i]
ja
nee
Toelichting 7.2: Het is niet gewenst, in verband met het imago van uw schuttersgilde en van de schietsport in zijn algemeen, om niet-abstracte doelen zoals afbeeldingen van mensen of dieren of gebruiksvoorwerpen, te gebruiken, anders dan de doelen die bestemd zijn voor de desbetreffende schietsportdiscipline en als zodanig in de KNSAreglementen of in de door de KNSA erkende reglementen zijn gedefinieerd. Doelen zoals die zijn gedefinieerd in de KNSA-disciplines of in de door de KNSA erkende disciplines en mogelijk als gebruiksvoorwerp kunnen worden beschouwd, zoals bowling pins, falling plates en kleiduiven, zijn uiteraard wel toegestaan.
INGEVULD en ONDERTEKEND door: Naam Brabants Schuttersgilde E-mailadres schuttersgilde (algemeen) Naam contactpersoon Handtekening
Functie contactpersoon (alleen bestuurders) KNSA-licentienummer contactpersoon Telefoonnummer contactpersoon E-mailadres contactpersoon