Queeste naar Spaanse specialiteiten Zaterdag 13 februari landde onze vlieger omstreeks 21u in Madrid, twee en een half uur eerder waren we vanuit Charleroi vertrokken. Op het vliegtuig, terwijl ik de kleedkenmerken van havikarend en Spaanse keizerarend herlas begon Jorn alvast met het regelen van een mogelijke slaapplek in Galicië. Aangekomen in Madrid begonnen we direct aan de meer dan 3 en een half uur durende rit met onze zafira naar Andujar. alwaar we die nacht onze tenten opzette op een picknickplaats aan de Rio Jandula net ten zuiden van de stuwdam van de Embalse de El Ancinarejo. Dit ligt centraal in het pardellynxen gebied.(coördinaten slaapplaats: N 38° 09’ 47.8” W 004° 00’ 00.2”) Zondag 14 februari begon de dag vroeg en bestond de nacht uit niet meer dan 3u, maar wie soorten wil tikken moet vroeg opstaan, en soorten tikken deden we! We waren nog niet uit de tent gekropen of we hoorden al patrijsachtige roepjes, dat moest rode patrijs zijn! Na enkele gefrustreerde pogingen het beest ook te zien te krijgen lukte dit dan ook maar bleek opvallend algemeen te zijn met dagelijks meerdere waarnemingen van de soort. We begonnen met een beetje easy-birding rondom de dam alwaar we rotszwaluw, zwarte spreeuw, hop, zuidelijke klapekster en de Iberische (endemische) ondersoort van staartmees scoorden.
Horizonfoto van de Rio Jandula, getrokken met in de rug de stuwdam (foto Brecht Engelen) Een andere soort die velen van ons op hun lijstje mochten bijschrijven was de endemische blauwe ekster die we zoals Jorn ons voorspelde tegen het einde van de reis wel beu gezien waren. Ook zagen we een aantal edelherten die hier in de omgeving rot algemeen zijn doordat een groot deel van het gebied eigendom is van grootgrondbezitters die hier in hun vrije tijd komen jagen. Voor deze soorten waren we echter niet speciaal naar deze plaats gegaan, wat wel de reden voor onze overnachting hier was, is het feit dat er regelmatig pardellynx in de directe omgeving wordt gezien (ook op de picknickplaats zelf). Hierna wandelden we een beetje stroomafwaarts alwaar we op een uitzichtplaats kwamen waar enkele spaanse vogelkijkers aan het scannen waren voor pardellynx die hier soms ook gezien wordt, deze wisten ons te zeggen dat je hier heel makkelijk otter kan zien, zeker rond half 10 zijn ze erg actief. Enkele onder ons kregen de otter ook eventjes te zien, maar de 1
waarneming was echter niet echt bevredigend. Buiten enkele edelherten en een hop was er hier niet veel te zien, mede door het tegenlicht waar je hier ’s morgens mee te kampen hebt. Daarom besloten we naar een ander uitzichtpunt te gaan waar er zelfs nog meer kans is voor de lynxen te zien zo blijkt. Dit punt ligt enkele kilometers noordelijker aan de stuwdam van de Embalse del Jandula bij het gehucht ‘La Lancha’. Hier zagen we enkele monniksgieren tussen de vale gieren maar ook steenarend (op de weg naar La Lancha), kleine zwartkop, 2 Spaanse keizerarenden een vrouwtje provencaalse grasmus een mannetje blauwe rotslijster die ook de volgende dagen op diezelfde steen werd teruggezien. Zoogdieren die gezien werden was een groep van 18 prachtige, mannelijke moeflons, +100 edelherten, meerdere damherten en net wanneer Jorn vleermuizen was gaan checken die in het tunneltje vlak achter de dam zouden zitten werd er gedurende 2 minuten op een enorme afstand een pardellynx gezien. Enkele seconden voordat Jorn aankwam verdween de lynx in een spellonk om niet meer teruggezien te worden die dag. Na zonsondergang besloten we om dat tunneltje nog eens te gaan checken omdat Jorn er wel enkele soorten zag, we zagen er watervleermuis, baardvleermuis en vale vleermuis ook zagen we hier een exceptioneel fenomeen, namelijk een slapende rotskruiper waardoor we hem bijna konden aanraken (zie foto). ’s Avonds aten we lekker in het Los Pinos hotel voor weinig geld. Daarna besloten we op dezelfde plaats te gaan slapen als de dag voordien omwille van de centrale ligging en omdat we de otters wilden proberen de volgende ochtend.
Tijdens het zoeken naar vleermuizen werd deze slapende rotskruiper ontdekt. (foto Frederik Thoelen) Maandag 15 februari werd er vroeg opgestaan om meteen naar het uitzichtpunt (bij de picknickplek) te gaan met het oog op waarneming van otter (en pardellynx). Door de regen was het scannen en wachten veel minder aangenaam (de aanwezige kleine zwartkoppen deden toch hun best de situatie op te fleuren) dan de dag voordien maar inderdaad zoals voorspeld werden er rond half tien 2 spelende otters ontdekt die zich nog eventjes lieten bekijken alvorens ook te schuilen voor het afschuwelijke weer. 2
Andere soorten hier waren appelvink, groenling, vuurgoudhaan en hop. Na het opbreken van de tent vertrokken we richting Andujar om boodschappen te doen. Toen we Andujar weer uitreden werden er 2 kuifkoekoeken gezien, de waarneming was echter niet echt bevredigend en we hoopten dus deze soort beter te zien te krijgen deze reis. Door de weersomstandigheden besloten we zwarte tapuit (en de rotskruiper) te gaan zoeken die regelmatig op de stuwdam bij La Lancha gezien wordt alwaar we ook beschut konden middageten. Dit ging redelijk vlot want al gauw haalden we er 2 zwarte tapuiten uit. Andere soorten die we hier zagen waren 2 alpenheggenmussen, grote gele kwikstaart, rotszwaluw en na een verwoede kenmerkendiscussie konden ook enkele verre rotsduiven herkent worden. We besloten onze weinig resterende tijd in dit gebied echter niet te laten verpesten door het weer en gingen wat scannen voor pardellynx. Omdat de edelherten en damherten mij al gauw te saai werden besloot ik een kleine wandeling te maken wat mij grijze gors, blauwe rotslijster (alweer op dezelfde rots), blauwe ekster en vale gier opleverde. Terug bij de groep had ik, buiten een zuidelijke klapekster, gelukkig niet echt iets gemist.
Panoramabeeld vanaf het uitzichtpunt bij La Lancha alwaar we 2 keer pardellynx zagen (foto: Brecht Engelen) Enkele ogenblikken voor zonsondergang lukte het me om een nog verdere pardellynx te onderscheppen die ook nog net door Jorn gezien kon worden alvorens te verdwijnen. Nu had iedereen van de groep pardellynx gezien. Net vertrokken naar Andujar, waar we wilden gaan eten, reden we nog bijna een rugstreeppad overhoop. In Andujar zagen we tussen de daken door kerkuil vliegen. ’s Nachts op weg naar onze accommodatie voor die nacht, wat villa matilde was (http://www.villamatilde.org/), zagen we nog iberische haas en everzwijn. Dinsdag 16 februari zou onze laatste voormiddag in Andujar zijn en die vulden we door te scannen naar pardellynx bij het uitzichtpunt van La Lancha. Buiten de normale soorten als steenuil, rode patrijs, provencaalse grasmus, kleine zwartkop, blauwe ekster en rotszwaluw werd er hier niet echt iets speciaals gezien. Na het opbreken van onze tenten bij villa matilde konden we enkele kruisbekken in een conifeer ontdekken en beraadslaagden we nog even over de verdere plannen maar het slechte weer en de relatieve soortenbeperktheid haalde het van een meer kwalitatieve lynxenwaarneming en dus besloten we onze reis verder te zetten richting Zuid. De iberische steenbok, een endemische soort die onder andere in de Sierra Nevada voorkomt dreef ons ertoe een afwijking van ons geplande route naar lac de 3
medina (ook wel lagune de medina) te maken. Aangekomen in het gebied werden we een beetje overwelmd door de grootsheid en mooiheid van het gebied waardoor er niet zo intensief gezocht werd. Eerst probeerden we een door de sneeuw afgesloten weg waarbij we te voet verder moesten maar hier (coördinaten: N37° 7'43.32" W3°25'31.43") werden we door de hevige sneeuwbuien en windvlagen verdreven, toch zagen we hier een zwarte, europese eekhoornvariant, enkele raven, kuifmezen en kruisbekken.
Door de sneeuw werden we verplicht onze zoektocht naar Iberische steenbok te voet verder te zetten. (Foto: Mathias D’haen) Vervolgens scanden we de berghellingen bij een uitzichtpunt dicht tegen het stadje Sierra Nevada af, en wel op volgende coördinaten: N37° 5'56.36" W3°24'22.67". Na het scannen van de op de toeristische skiërs na, eindeloos lege flanken besloten we verder te rijden richting lac de medina. Toen we nog niet uit de Sierra Nevada waren zagen we nog een groep van 35 alpenkraaien. Tijdens de lange autorit naar Lac de Medina vonden we (na een half uur durende discussie met de ‘gardia civil’ waaruit we leerden dat ze niet zo graag op de foto staan) een dode wolf naast de baan. Na deze veelbewogen autorit kwamen we in de vroege ochtend aan op de parking van Lac de medina (coördinaten: N36°36'52.34" W6° 3'33.82") hier zetten we onze tent op om alweer een veel te korte nacht te trotseren.
4
Een dode wolf naast de baan tijdens onze autorit van de Sierra Nevada naar Lac de Medina. (Foto: Frederik Thoelen) Woensdag 17 februari sliepen we iets langer uit omdat we al ter plaatse waren. Bij het opbreken van de tent zagen we al direct in wat voor een supergebied we ons bevonden, er was een constante stroom van koereigers, graspiepers, meeuwen en eenden boven ons hoofd richting Lac de medina. Na de tent opgebroken te hebben wandelden we de 100meter tot het uitzichtpunt alwaar we enkele leuke soorten zagen zoals knobbelmeerkoet (in één camerabeeld met meerkoet), een groep van een stuk of 80 witkopeenden, 120 krooneenden, 5 soorten zwaluwen (oever-, boeren-, gier-, rotsen huiszwaluw) en ook zag Fre hier een Spaanse mus. Vervolgens wandelden we, (lees: spurten wegens stortbui) naar de kijkhut, tijdens dit spurten stootte we 2 purperkoeten op die hier opvallend makkelijk zijn en zag ik een vreemd zangertje dat me aan een rietzangerachtige deed denken (zwartkoprietzanger komt in het gebied voor...) . De hut was echter een teleurstelling omdat deze niet echt bescherming bood tegen de stortbuien, wel zagen we vanaf hier de eenden beter en ontdekten we enkele cetti’s zangers (ook visueel), 2 bruine kiekendieven, 2 bruine ratten op een stokje, wat geoorde futen en geelpootmeeuwen. Terug naar de parking kwam de zon er alweer door wat merkbaar zijn invloed had op de vogels. We ontdekten 2 of 3 roodstuitzwaluwen tussen de andere zwaluwen, we zagen nog een purperkoet, een kuifkoekoek, en een mannetje en een vrouwtje Spaanse mus aan de parking. Onderweg naar Sevilla zagen we vanuit de wagen steltkluut, zwarte en rode wouw en ooievaar. Aangekomen in Coto Donana werden we verrast door de ernstige overstromingen maar zagen mits enige hulp van 2 engelse vogelkijkers toch de gewenste soorten, dit was een groep van 400 flamingo’s, een groep van 60 zwarte ibissen, veel grauwe gorzen die door de overstromingen hun leefgebied kwijt waren, 30 krooneenden, een blauwborstje (alwaar die Engelsen nogal hysterisch over deden), een groep steltlopers met o.a. 40 grutto’s, 40 kieviten, 1 steltkluut, 3 witgatjes, 25 goudplevieren en 60 bonte strandlopers.
5
Uitzonderlijke situaties in Coto Donana, het water stond bijna 2m hoger dan normaal. (Foto: Mathias D’haen) Doordat alles zeer uitgespreid zat en niet zo geconcentreerd zoals in de zomer wanneer waterpartijen schaars zijn besloten we niet verder te zoeken naar knobbelmeerkoet die we eigenlijk slecht hadden gezien in lac de medina. We besloten verder te rijden richting El Rocio dat niet enkel gekend is voor zijn excentrieke Western-stijl maar ook voor zijn mooie natuur. Onderweg, tussen Pilas en Almonte zagen we op een veldje, als oase tussen de eindeloze olijfplantages, nog minutenlang een grijze wouw bidden (coördinaten: N37°16'29.91" W6°25'6.96").
Het biotoop van Grijze wouw, een veldje als oase tussen de oneindige olijfplantages. (Foto: Mathias D’haen) 6
Aangekomen In El Rocio bezochten we het natuurpark ‘Acebuches’. In deze mooie omgeving en met het aangename weer van zo’n 17°C was het aangenaam vogelen, er zijn hier vele kijkhutten maar zagen er toch redelijk weinig. Groepjes Blauwe ekster, 2 moorse beekschildpadden, 2 purperkoeten, enkele zuidelijke klapeksters en wat edelherten waren minder dan we verwachtten hier in dit gebied dat zich kenmerkt door de algemene parasoldennen. Echter, onze beste waarneming zou net gaan gebeuren. Bij het terugrijden naar El Rocio via de A-483 riep Brecht plots links! Er ging van alles door ons heen, maar Jorn had de juiste reactie en keerde de auto in een ogenblik 180° terwijl we 100km/u reden. Jorn had de boodschap ‘links’ anders geïnterpreteerd dan ik, en gelijk had hij want op minder dan 10meter zat er nu een pardellynx prachtig in het zonnetje. Het feit dat hij achter een draad zat die er voor dient om de lynxen om te leiden naar oversteekplaatsen en dat hij gezenderd was kon de pret in de verste verte niet bederven. We wisten dat iberische lynx af en toe ook in Coto Donana gezien werd maar hij zou hier veel moeilijker zijn dan in Andujar. Zo zijn kennissen hier 3 weken komen zoeken naar pardellynx zonder er één gezien te hebben.
Gezenderde Pardellynx op 10 meter van de auto. (Foto: Frederik Thoelen) Na minder dan 2 minuutjes verdween het beest in de vegetatie en wij bleven nog een half uur verstijfd zitten, niet gelovend wat we net hadden gezien. Toen we weer bij bewustzijn kwamen besloten we om toch nog naar het gebied net ten Oosten van El Rocio te gaan om daar van de laatste momenten daglicht te genieten. We hadden blijkbaar nog niet genoeg gescoord die dag want wat we hier beleefden sloeg alles. In dit biotoop dat wat weg heeft van de Afrikaanse savannes zagen we, 100 meter vanwaar Jorn er het jaar voordien een zag, nog een pardellynx (een andere dan degene die we daarvoor zagen wegens het ontbreken van een zender en was ook struiser van postuur)! Verder zagen we hier ook nog een everzwijn, en wat edelherten en hoorden we dwergooruil, bosuil, steenuil en rugstreeppad. Jorn, Fre en Brecht 7
liepen wat achter met de schijnlamp en zagen nog een pardellynx! De helft van de lezers zal waarschijnlijk denken dat we aan de paddo’s zaten en de andere helft denkt waarschijnlijk dat we huiskat en pardellynx niet uit elkaar kunnen halen maar we hebben wel degelijk 3, andere 2 pardellynxen gezien die dag! ’s Avonds aten we in El Rocio en reden ’s nachts door naar Belen, Extremadura om, ondanks de vriestemperaturen, de nacht in dit steppegebied door te brengen. Donderdag 18 Februari begon de dag erg goed met baltsende kalanderleeuweriken op 5 meter van de tent, het bleek een erg algemene soort hier te zijn, vergelijk het met veldleeuwerik bij ons in België.
Theklaleeuwerik is in de steppegebieden rond Belen één van de algemeenste vogels (Foto: Mathias D’haen) Een andere lifer voor enkele onder ons, echter ook zeer algemeen hier rond Belen, was theklaleeuwerik die zelfs nog algemener was dan kalanderleeuwerik. Andere vogels hier in dit steppe/landbouwgebied dat nog erg woest was en waar landbouwmechanisatie nog geen bedreiging vormt waren aasgier, monniksgier (10 ex), vale gier, goudplevier, rode wouw, kraanvogel, grote trap (21 + 2 ex), kleine trap (17ex), griel (2 ex), hop en kuifkoekoek. De landbouw hier steunt vooral op het fokken van schapen, waardoor er ook regelmatig dode lammeren lagen, en niet zozeer op maïswoestijnen. Na de middag gingen we naar een ander gebied, omgeving Magasca alwaar we ‘de trappenweg’ deden, een weg gekend voor zijn typische steppesoorten zoals wit- en zwartbuikzandhoenders, grote- en kleine trap en andere. We zagen hier een juveniele steenarend, 2 grote trappen, een stuk of 50 kraanvogels en uiteindelijk ontdekte Fre hier nog 10 zwartbuikzandhoenen. De dag nadien kwamen we 4 Denen tegen die hier ook witbuikzandhoenen en kleine kortteenleeuweriken zagen, wij misten deze soorten
8
echter. ’s Avonds gingen we naar een reggea café in Caceres en sliepen ’s nachts naast de Rio al monte nabij Deleitosa. Vrijdag 19 Februari sliepen we wat langer uit en toen enkele onder ons nog aan het bekomen waren van de avond voordien ontdekte Fre en Brecht een otter net ten Zuiden van de brug. Het werd al snel redelijk warm (toch voor ons na een dag met temperaturen rond het vriespunt in de steppes van Belen) waardoor de lucht al gauw vol hing met gieren, de meeste waren vale gieren (zo’n 35 stuks), er hingen ook 4 monniksgieren tussen. En tussen de boerenzwaluwen boven de rivier vloog er ook een roodstuitzwaluw. Op de weg tussen Deleitosa en de autostrade, dit is de CC-22 (konden we zo lang we wilden 2 adulte havikarenden observeren die schijnbaar hun territorium hadden tussen de weg en de bergkam ten Noorden van de weg. Verder zagen we hier onze zoveelste zuidelijke klapekster, tientallen vale gieren, ooievaars en wat kleine zwartkoppen. Vervolgens bezochten we ‘de gierenrots’ die centraal in het monfrague national park ligt en die je goed kon bekijken vanaf een kasteeltje dat daar recht tegenover staat. Speciaal aan deze plek is dat je vaak boven de gieren staat en ze formidabel dicht kunt fotograferen, er broeden ook enkele leuke soorten zoals zwarte ooievaar, monniksgier, Spaanse keizerarend en tientallen vale gieren. Wij zagen echter enkel vale gier, monniksgier, slechtvalk en raaf hier. Het nest van zwarte ooievaar kregen we beeldvullend te zien maar de eigenaar zat op dat moment nog ergens in Afrika
Een uitzichtpunt op ‘de gierenrots’ waar je vaak hoger dan de gieren staat en waar de vogels zeer dicht komen. Ideaal voor fotografie. (Foto: Mathias d’haen) Hierna gingen we naar een ander uitkijkpunt waarbij je wel dichter (vlak aan de overkant van de rivier) bij de gierenrots staat maar ook lager, hier zagen we niets anders dan op het vorige punt. 9
’s Middags aten we aan het meer en zagen hier minutenlang een prachtig mannetje blauwe rotslijster, alsook onze eerste ijsvogel van de reis. Omdat we hadden gehoopt oehoe op ‘de gierenrots’ te zien, hetgeen niet gelukt was, besloten we ons geluk te beproeven op een andere goeie plaats. Dit was de ‘Portillo del Tietar’ gelegen aan de EX-389 op N39°51'25.16" W5°57'34.55", hier kwamen we 4 Deense larofielen tegen die in het begin van de reis met 5 waren maar waarvan er één is teruggevlogen omdat de Deense beringmeeuw teruggevonden was. Op deze plaats zagen we weer enkele monniksgieren, veel vale gieren, een smelleken, een ijsvogel, een mannetje blauwe rotslijster en een immature havikarend. Die avond en nacht reden we door richting Zamora waar we kans hadden voor wolven te zien. Zaterdag 20 Februari Kwamen we in de vroege uurtjes aan in het gebied en zetten onze opel zafira in een sparrenbos enkele honderden meters van het uitzichtpunt waar we de komende ochtend en avond post zouden vatten voor te scannen voor Europese wolf. Vroeger werd hier constant lokaas gelegd zodat de kans zeer groot was de dieren te zien, een jaar geleden zijn ze hier echter mee gestopt maar tijdens onze reis kwamen we te weten dat ze hier terug mee begonnen waren. Het was echter met een gemengd gevoel scannen naar de wolven want de reden dat ze terug lokaas leggen is omdat ze enkele dieren willen afschieten. Rijke jagers die van heinde en verre komen betalen 10 000 euro om 3 dagen in een kijkhut enkele meters van het lokaas te zitten en hopelijk (voor die mannen alleszins...) een wolf te schieten. Wolf of niet ze gaan 10 000 euro armer naar huis. ’s Ochtends stonden we voor dageraad op om bij het eerste licht op het uitzichtpunt te staan en zo onze weinige tijd in het gebied ten volle te benutten.
Bij -5°C was het scannen in Zamora voor wolf minder aangenaam dan in Andujar voor pardellynx Het was maximum -5°C en het scannen was veel minder aangenaam dan in Andujar. We zagen hier havik, raaf, sijs en edelhert. Iemand van een andere groep zag ook een eventjes een wolf maar door de taalproblemen kon niemand van ons het dier ook zien. Rond 11u reden we door naar de landbouwgebieden rond Villafafila. (In de zomer 10
broedt hier een grote kolonie kleine torenvalken maar daar waren we nog te vroeg voor..). Ook hier erg lage temperaturen, wat we ook merkten aan de soorten zo zagen we hier soorten die we bij ons in België ook hebben zoals pijlstaart, smient, veldleeuwerik, grauwe gans, rode wouw en grauwe gors. Er zaten echter ook heel wat soorten die we bij ons niet hebben zoals rode patrijs, zwartbuikzandhoen (12 + 3), kalanderleeuweriken (20+), maar één van de algemeenste vogels hier was toch grote trap met meer dan 400 exemplaren. Een opmerkelijke waarneming die we hier deden was een everzwijn, opmerkelijk omdat de dichtstbijzijnde bossen vele kilometers uit de buurt waren.
Grote trap is een van de algemeenste vogels rond Villafafila. (Foto: Frederik Thoelen) ’s Avonds gingen we opnieuw naar het uitzichtpunt voor wolf maar zonder succes. Na het donker vertrokken we richting Madrid en passeerden nog langs een plek waar we marmersalamander scoorden (coördinaten: N41°54’10.5” W006°25’21.4”), verder zagen we tijdens onze autorit nog iberische haas, edelhert en vos. Rond 4u stonden we na een nachtje rijden alweer op het vliegveld van Madrid wachtend op onze vlieger naar België. Hier aangekomen werden we meteen wakkergeschut door een wit tapijt van sneeuw. Een meer dan geslaagde reis! Jorn Van Den Bogaert, Frederik Thoelen, Frederik Van Lierop, Brecht Engelen en Mathias D’haen (auteur).
11
De afgelegde route, zo’n 3200km in 8 dagen.
Soortenlijst Vogels: (142 soorten) Geoorde fuut Dodaars Fuut Aalscholver Kwak (15ex.) (mogelijk geen wilde populatie, Cota Donana) Koereiger Kleine zilverreiger Blauwe reiger Ooievaar Zwarte ibis (60ex.) (Coto Donana) Lepelaar Flamingo (400ex.) (Coto Donana) Knobbelzwaan Grauwe gans Bergeend Wilde eend Krakeend Pijlstaart Slobeend Smient 12
Wintertaling Tafeleend Krooneend Kuifeend Witkopeend (81 ex.) Vale gier Monniksgier (tientallen) (Extremadura + Andujar) Aasgier (2 exemplaren) (Extremadura) Steenarend (3 ex.) (Andujar + Extremadura) Spaanse keizerarend (2 ex.) (Andujar) Havikarend (3ex.) (Extremadura) Rode wouw Zwarte wouw Bruine kiekendief Grijze wouw (1ex.) (Coto Donana) Blauwe kiekendief Buizerd Sperwer Havik Torenvalk Slechtvalk Smelleken Rode patrijs Waterhoen Meerkoet Knobbelmeerkoet (1 ex.) (Lac de Medina) Purperkoet (5ex.) (Lac de Medina + Coto Donana) Kraanvogel Grote trap (450 ex.) (Extremadura + Villafafila) Kleine trap Kluut Steltkluut Griel (3ex.) (Extremadura) Goudplevier Kievit Bonte strandloper Witgat Tureluur Groenpootruiter Grutto Wulp Kemphaan Kokmeeuw Geelpootmeeuw Kleine mantelmeeuw Zwartbuikzandhoen (20ex.) (Extremadura + Villafafila) Rotsduif Holenduif Houtduif Turkse tortel Kuifkoekoek (4 ex.) (Andujar + Coto Donana + Extremadura) Bosuil 13
Kerkuil Steenuil Dwergooruil (1ex. Auditief) (Coto Donana) Gierzwaluw Hop Ijsvogel Iberische groene specht Grote bonte specht Veldleeuwerik Kuifleeuwerik Theklaleeuwerik (+40 ex.) (Extremadura) Kalanderleeuwerik (30 ex.) (Extremadura + Villafafila) Oeverzwaluw Rotszwaluw Boerenzwaluw Roodstuitzwaluw (5ex.) (Coto Donana + Extremadura) Huiszwaluw Grote gele kwikstaart Winterkoning Heggenmus Alpenheggenmus (2ex.) (Andujar) Roodborst Blauwborst Zwarte roodstaart Zwarte tapuit (2ex.) (Andujar) Paapje Roodborsttapuit Blauwe rotslijster (4 ex.) (Andujar + Extremadura) Zanglijster Koperwiek Grote lijster Merel Zwartkop Kleine zwartkop Provencaalse grasmus Graszanger Cetti’s zanger Tjiftjaf Vuurgoudhaan Koolmees Zwarte mees Pimpelmees Kuifmees Iberische staartmees Boomklever Rotskruiper (1ex.) (Andujar) Zuidelijke klapekster Blauwe ekster (tientallen) (Andujar + Coto Donana) Ekster Gaai Kauw Alpenkraai 14
Zwarte kraai Raaf Spreeuw Zwarte spreeuw Huismus Spaanse mus (Lac de Medina) Ringmus Vink Kneu Putter Groenling Sijs Europese kanarie Appelvink Kruisbek Rietgors Grauwe gors Grijze gors (1ex.) (Andujar)
Zoogdieren: (15 soorten) Edelhert Damhert Moeflon (18 ex.) (Andujar) Vos Wolf (dood) Iberische/pardellynx (!) (5 ex.) (Andujar + Coto donana) Everzwijn Otter Iberische haas konijn Europese eekhoorn Bruine rat Vale vleermuis Watervleermuis Baardvleermuis
Amfibieën: (3 soorten) Rugstreeppad Marmersalamander Groene kikker spec.
Contact: Bij vragen en of opmerkingen, gelieve contact op te nemen met
[email protected]
15