JAARBERICHT 2011
Inhoud
1
Blad
Pyramidefonds
2
Verslag van de beheerder
3
Jaarrekening
8
• Balans per 31 december 2011 • Winst- en verliesrekening over 2011 • Kasstroomoverzicht over 2011 • Toelichting op de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht
8 9 10
Overige gegevens
19
• Bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat • Resultaatsbestemming • Bestuurdersbelangen • Gelieerde partijen • Uitvoering stemrechten • Controleverklaring
19 19 19 19 20 21
Specificatie van de beleggingen per 31 december 2011
23
• Aandelenportefeuille • Vastgoedportefeuille • Vastrentende waarden-portefeuille • Gekochte optieportefeuille • Geschreven optieportefeuille • Samenstelling beleggingsportefeuille
23 24 24 25 26 27
Overzicht van de intrinsieke waarden
28
Doelstelling en algemeen beleggingsbeleid van het fonds
29
Vijf jaar Pyramidefonds
30
11
Pyramidefonds
Het Pyramidefonds is een open-end beleggingsfonds voor gemene rekening en een beleggingsinstelling in de zin van de Wet op het financieel toezicht. Het fonds is opgericht op 6 april 1993 voor onbepaalde tijd. Het Pyramidefonds is een Nederlands beleggingsfonds, waarvan het beleggingsbeleid in eerste instantie gericht is op vermogensgroei. Participanten kunnen toe- en uittreden via de beheerder Wijs & van Oostveen B.V. Toetreding tot het Pyramidefonds is mogelijk per iedere eerste dag van de maand. Uittreding is mogelijk per iedere laatste dag van de maand. Toe- en uittreding vindt plaats tegen de dan geldende intrinsieke waarde van het fonds, verminderd met de van toepassing zijnde kosten. In het belang van de participant kan onder buitengewone omstandigheden de open-end structuur worden opgeschort. Het beheer over het Pyramidefonds wordt gevoerd door Wijs & van Oostveen B.V. In het kader van het beheren van beleggingsinstellingen is de beheerder in het bezit van een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht. Wijs & van Oostveen richt zich met name op vermogensbeheer, beleggingsadvies en execution only. Als zodanig beschikt Wijs & van Oostveen B.V. over een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht. Wijs & van Oostveen staat in voornoemd kader onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank.
Beheerder:
Wijs & van Oostveen B.V. Herengracht 493 1017 BT AMSTERDAM
www.wijs.nl
Directie: S. Sarphatie R. Gribbroek
Bewaarder:
Kas-Trust Bewaarder Pyramidefonds B.V. Spuistraat 172 1012 VT AMSTERDAM
Accountant:
Deloitte Accountants B.V. Orlyplein 10 1043 DP AMSTERDAM
Belastingadviseur: Deloitte Belastingadviseurs B.V. Orlyplein 10 1043 DP AMSTERDAM
2
Verslag van de beheerder
Ontwikkeling van het fonds De intrinsieke waarde van één participatie daalde in de verslagperiode van € 70,72 naar € 62,63. Dat is een daling van 11,4%. In dezelfde periode daalde de AEX-index met 11,9% van 354,57 naar 312,47 punten. Het aantal participaties nam in de verslagperiode met 8,6% af van 729.285 tot 666.212, terwijl het fondsvermogen met 19,1% daalde van € 51,577 miljoen tot € 41,728 miljoen.
Economisch beeld Gedurende de eerste maanden van 2011 was het economisch beeld nog overwegend positief. In de VS liet de arbeidsmarkt een herstel zien en in Duitsland daalde de werkloosheid tot een naoorlogs dieptepunt. In China groeide de economie zelfs zo hard dat er werd gesproken van oververhitting. Voor de Europese centrale bank (ECB) waren de gunstige macro-economische ontwikkelingen zelfs aanleiding om de beleidsrente tot tweemaal toe te verhogen tot een niveau van 1,50%. Het positieve economische beeld veranderde echter na de kernramp in Fukushima (Japan) op 11 maart. Niet alleen kwam de Japanse economie in één klap tot stilstand, maar er bleek dat ook andere landen kwetsbaar waren als gevolg van de grote verwevenheid van de economieën. Tijdens de zomer raakte de Europese schuldencrisis in een nieuwe stroomversnelling, verloor de Verenigde Staten haar AAA-status en bereikte de onrust in NoordAfrika een hoogtepunt. Dit leidde tot een vrije val van de aandelenbeurzen wereldwijd, waarbij de AEX-index alleen al in de eerste zeven handelsdagen van augustus met 19% daalde. Voor de ECB waren deze factoren reden om haar ‘fout’ van eerder in het jaar te herstellen en de beleidsrente weer te verlagen tot 1,00%. Vooral in de tweede helft van de verslagperiode stond de economische groei in de meeste westerse landen onder druk door de stagnerende arbeidsmarkt, de afgenomen beschikbaarheid van krediet en afnemende investeringen van het bedrijfsleven. Tegelijkertijd konden de meeste overheden deze keer niet bijspringen. Integendeel, de meeste landen moeten de broekriem juist strakker aantrekken en 2011 stond vooral in het teken van bezuinigingen. Ondanks de veelbelovende start kwam de groei van de Amerikaanse economie in 2011 slechts uit op 1,7%. In 2010 bedroeg de groei nog 3,0%. In de VS werden afgelopen jaar ruim 1,8 miljoen banen gecreëerd en daalde de werkloosheid van 9,4% tot 8,5%. Deze verbetering van de arbeidsmarkt lijkt een positieve ontwikkeling, maar is in historisch perspectief echter zeer beperkt te noemen: in de periode 2008-2009 gingen er immers 8,7 miljoen banen verloren en steeg de werkloosheid van 4,9% naar 10%. Het herstel van de Amerikaanse arbeidsmarkt in 2011 was de zwakste in meer dan 60 jaar. In tegenstelling tot hetgeen men wellicht zou verwachten in deze turbulente tijden, liet het bedrijfsleven overwegend goede resultaten zien. In de VS boekten alle bedrijven tezamen een winst van ruim 1500 miljard dollar, een nieuw record. Maar ook in de eurozone zagen we dat met name de
3
multinationals keer op keer de markt in positieve zin wisten te verrassen. Veel bedrijven konden de marges op peil houden en wisten tevens te profiteren van de hoge groei in de opkomende economieën van Zuidoost-Azië en LatijnsAmerika. Ondanks alle problemen was de terugval in de eurozone minder groot. De economische groei zwakte af van 1,9% in 2010 tot 1,6% in 2011. Binnen de eurozone lieten vooral de Noord-Europese landen als Duitsland, Frankrijk en Nederland een relatief positief beeld zien. De belangrijkste redenen hiervoor waren een hogere exportwaarde en een verbeterd investeringsklimaat. De meeste Zuid-Europese landen kampen nog altijd met de nasleep van de recessie in 2009 en zij moeten bovendien veel meer bezuinigen dan de noordelijke landen. Hierdoor blijft de koopkracht van de Zuid-Europese consument onder druk staan en herstellen de investeringen slechts langzaam. Landen zoals Portugal en Griekenland verkeren nog altijd in een recessie. De renteverschillen op de kapitaalmarkt tussen de zwakkere en de sterkere Europese lidstaten liepen gedurende de verslagperiode zeer sterk uiteen. Zo daalde de Duitse kapitaalmarktrente met 113 basispunten tot 1,83%, terwijl de Portugese en Griekse kapitaalmarktrente met respectievelijk 676 en 2249 basispunten stegen tot 13,36% en 34,96%. Beleggers eisten van Portugal een flink hogere risicovergoeding als gevolg van de zeer zwakke financiële positie en zien een faillissement van Griekenland nu als onvermijdelijk. Net als Zwitserland, Noorwegen en Duitsland, werd de VS als veilige haven beschouwd. Beleggers kochten massaal staatsobligaties van deze landen, waardoor de kapitaalmarktrente in deze landen scherp daalde. In de VS zakte de lange rente gedurende de verslagperiode met 142 basispunten tot 1,88%. In de eerste helft van 2011 steeg de euro nog van $ 1,34 naar $ 1,45. Vooral het opgelopen renteverschil tussen de VS en de eurozone en het onconventionele beleid van de Fed zetten de waarde van de Amerikaanse dollar onder druk. De rol van de dollar als reservemunt van de wereld werd bovendien een aantal maal kritisch belicht, vooral door politici uit de opkomende landen. In de tweede helft van het jaar daalde de euro juist weer. Vooral de Europese schuldencrisis en de eerdergenoemde renteverlagingen van de ECB gedurende de tweede helft van de verslagperiode speelden hierbij een belangrijke rol. Per saldo zakte de euro in 2011 met 4 dollarcent om te eindigen op $ 1,30.
Aandelenbeurzen Net als in 2010 ging ook vorig jaar de AEX-index voorspoedig van start en deze bereikte op 18 februari een hoogste slotstand van 374 punten. Daarna ging het snel bergafwaarts met de koersen. Met een verlies van ruim 20% eindigde het derde kwartaal van 2011 zelfs in de top 10 van slechtste kwartalen ooit (start AEX-index: 1983). Door het uitblijven van slecht nieuws liepen de aandelenkoersen de laatste vijf weken van het jaar weer op en zo werd een deel van het eerdere verlies goedgemaakt. Gedurende de verslagperiode verloor de AEX-index uiteindelijk 12% om te eindigen op ruim 312 punten. Op Europees sectorniveau was er afgelopen jaar zowel een duidelijke winnaar als een verliezer. De sector die er in positieve zin uitsprong, was de sector Gezondheidszorg. Beleggers kozen voor aandelen uit deze sector wegens
4
de geringe afhankelijkheid van de economische cyclus, de aantrekkelijke waardering en het hoge dividendrendement. Sanofi, het zwaarwegende aandeel in deze sector, steeg, inclusief het ontvangen dividend, met 24%. De sector die een flinke veer moest laten werd gevormd door de financials. Gemiddeld daalde deze sector met 31% waarbij afwaarderingen van meer dan 50% geen uitzondering waren. Commerzbank, de tweede bank van Duitsland op basis van het balanstotaal, daalde zelfs met 71%. Verder daalde de sector Nutsbedrijven met 25%. Deze sector kwam onder druk nadat in Duitsland besloten werd om diverse kerncentrales op termijn te gaan sluiten, naar aanleiding van de ramp in Fukushima. Gedurende de verslagperiode daalden de aandelenkoersen van de Duitse energiereuzen E.On en RWE met respectievelijk 27% en 45%. Niet alleen de AEX-index, maar vrijwel alle aandelenbeurzen deden in 2011 een flinke stap terug. De EuroStoxx 50-index daalde afgelopen jaar met 17%, een resultaat waar weinig analisten aan het begin van 2011 rekening mee hielden. Negatieve uitschieters in Europa waren Italië (-25%), Portugal (-28%), Oostenrijk (-35%) en Griekenland (-52%). De AEX-index deed het met een verlies van 12% dan nog relatief goed in Europa. De beurzen in Oost-Europa en Latijns-Amerika gingen relatief hard onderuit waarbij ‘minnen’ van 20% of meer (gemeten in euro’s) eerder regel dan uitzondering waren. Opvallend negatieve uitschieters waren Brazilië (-25%) en Turkije (-34%). De grotere aandelenbeurzen in Azië zoals die van China (-16%), Hong Kong (-17%) en India (-35%) deden eveneens een flinke stap terug. De positieve uitzondering van het afgelopen jaar was de VS. Daar sloot de toonaangevende S&P-index exact op dezelfde stand als het jaar daarvoor, namelijk op 1257 punten.
Overige beleggingscategorieën Andere beleggingscategorieën zoals hedge funds (-9%), grondstoffen (-13%) en mid- en smallcapaandelen (-26%) deelden mee in de malaise op de financiële markten en boden beleggers weinig soelaas. Uitzonderingen binnen de categorie grondstoffen waren ruwe olie en goud. Deze grondstoffen stegen in het afgelopen jaar respectievelijk met 8 en 10%. Daarnaast bewezen eigenlijk alleen de eerdergenoemde obligaties hun stabiliteit en die lieten gemiddeld een positief resultaat van 2 à 3% zien in 2011. Binnen de Europese obligaties waren er overigens wel degelijk grote verschillen in performance. Zo daalden Italiaanse staatsleningen gemiddeld met 6%, maar stegen Duitse staatsleningen met bijna 10%. Nederlandse staatsleningen stegen met circa 9% in 2011.
Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode zijn door de beheerder een aantal posities geruild binnen dezelfde sector, hetgeen paste in de visie van een per saldo zijwaarts bewegende aandelenbeurs. Daarnaast zijn een aantal nieuwe posities zichtbaar als gevolg van afsplitsingen van bestaande posities in de portefeuille. Ten slotte zijn sommige belangen licht teruggebracht als gevolg van onttrekkingen uit het fonds. Zo is het belang in de Franse supermarktketen Carrefour opgehoogd ten laste van de positie in Ahold. Carrefour is een bedrijf dat in tegenstelling tot Ahold de winst en de omzet al voor een groot deel uit de opkomende markten haalt en zodoende een dynamisch groeiprofiel heeft. Eveneens
5
is de positie in het aandeel France Telecom verder uitgebouwd, terwijl de positie in KPN stapsgewijs is teruggebracht. KPN kwam in april met een winstwaarschuwing en werd door beleggers daarvoor flink afgestraft op de beurs. Het gehele bedrijfsmodel staat onder druk omdat consumenten steeds vaker (gratis) bellen via het internet en het gebruik van sms’jes afneemt door communicatie via ‘social media’. De beheerder is van mening dat France Telecom, in tegenstelling tot KPN, aantrekkelijke groeimogelijkheden heeft door haar relatief grote aanwezigheid in opkomende markten. In combinatie met de lage waardering en het hoge dividendrendement is France Telecom daarom een kansrijke belegging in de sector Telecom. Het aandeel Total is binnen de sector Energie opgenomen in de portefeuille naast de belegging in Royal Dutch Shell, waarvan het belang van laatstgenoemde gedurende de verslagperiode is teruggebracht. Ondanks de gunstige vooruitzichten is het aandeel Total de afgelopen jaren duidelijk achtergebleven bij sectorgenoten en dat maakt het aandeel nu een aantrekkelijke belegging. Ook heeft de beheerder na de scherpe koersval in augustus het belang in een aantal financials licht verhoogd. Zo is de eerder in het jaar verkochte positie in AXA weer aangekocht. Ten slotte zijn een viertal obligaties in de portefeuille opgenomen van ondernemingen met een hoge kredietwaardigheid. De gezamenlijke marktwaarde van deze obligaties bedroeg aan het eind van de verslagperiode circa 2,5% van het fondsvermogen. Bij twee aandelen in de portefeuille heeft er een (af)splitsing plaatsgevonden gedurende de verslagperiode. Op 26 januari is de divisie roestvrijstaal van ArcelorMittal afgesplitst en zelfstandig naar de beurs gebracht onder de naam Aperam. Voor elke 20 aandelen ArcelorMittal kregen beleggers één aandeel Aperam erbij. Verder is op 26 mei de naam van het aandeel TNT gewijzigd in PostNL. Tegelijkertijd is het onderdeel Express afgesplitst onder de naam TNT Express en zelfstandig naar de beurs gebracht. Voor elk aandeel PostNL kregen beleggers één aandeel TNT Express erbij. Ten slotte zijn er twee relatief kleine posities in z’n geheel verkocht. Het gehele belang in het aandeel Nokia is verkocht in januari. Nokia bleef marktaandeel verliezen aan concurrenten en het bedrijf lijkt de slag om de ‘smartphones’ te hebben gemist. Bovendien was het belang in de portefeuille erg klein geworden. Na keer op keer tegenvallende bedrijfsresultaten is ook het Amerikaanse aandeel Cisco Systems verkocht. Net als Nokia bedroeg de aandelenpositie in Cisco Systems slechts 0,1% van de gehele portefeuille.
Vooruitzichten In de komende maanden zal naar onze mening blijken dat een aantal landen in de eurozone in een milde recessie is geraakt. Een aantal van de ‘vooruitlopende’ indicatoren wijst erop dat de eurozone een periode met benedengemiddelde economische groei tegemoet gaat. Zelfs voor de ‘sterke landen’ wordt 2012 waarschijnlijk een lastig jaar. Een belangrijk vraagstuk blijft de Europese fiscale integratie. Krijgen politici voldoende steun van hun achterban om verdere integratie door te voeren en blijven de sterke landen daarbij bereid om de lasten van de zwakkere (voor een deel) over te nemen? Wij verwachten in 2012 opnieuw een grote rol voor de Europese Centrale Bank. Dit is voorlopig de enige instantie die voldoende middelen heeft om de herfinanciering van de staatsschuld in met name Spanje en Italië in goede banen te leiden en verdere stress op de financiële markten te voorkomen.
6
Daarbij achten wij de kans groot dat de beleidsrente in de eurozone nogmaals wordt verlaagd met 25 tot 50 basispunten. De Europese kapitaalmarktrente zal in ons gematigde economische basisscenario naar verwachting laag blijven. De economieën van de Verenigde Staten en de meeste landen in Azië en Latijns-Amerika zullen waarschijnlijk wel een positieve groei laten zien. Hierdoor zal de mondiale groei naar verwachting uitkomen op circa 3,5% in 2012.
Conclusie Het komende jaar zal naar onze mening gekenmerkt worden door een grote beweeglijkheid op zowel politiek als economisch en sociaal gebied. Hierbij zullen ook de aandelenbeurzen flink kunnen bewegen. Zo zijn er bijvoorbeeld in een aantal landen presidentsverkiezingen die extra onzekerheid met zich mee kunnen brengen. Toch verwachten wij dat de winstgevendheid van het bedrijfsleven ook dit jaar hoog blijft, al kunnen de marges dit jaar iets onder druk komen. In combinatie met de huidige lage waardering legt dit naar onze mening een stevige bodem onder de aandelenmarkt. In het door ons geschetste economische scenario verwachten wij dat de inflatie laag blijft en dat obligaties ook in 2012 een licht positief rendement kunnen behalen.
Overige onderwerpen Risicobeheersing In het prospectus van het Pyramidefonds zijn de van toepassing zijnde risico’s en het beleid rond risico’s en risicobeheersing opgenomen. Het prospectus is beschikbaar via www.wijs.nl en kosteloos opvraagbaar via Wijs & van Oostveen.
Bedrijfsvoering De beheerder beschikt over een beschrijving van de administratieve organisatie en het systeem van interne controle als bedoeld bij of krachtens de Wet op het financieel toezicht. Wij verklaren met een redelijke mate van zekerheid dat gedurende de verslagperiode geen constateringen zijn gedaan op basis waarvan wij zouden moeten concluderen: • Dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering (AO/IC) niet voldoet aan de daaraan te stellen (wettelijke) eisen. • Dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert.
Amsterdam, 21 februari 2012
Beheerder: Wijs & van Oostveen B.V. De directie, S. Sarphatie R. Gribbroek
7
Balans per 31 december 2011 (na verwerking resultaat) Actief 31.12.2011 31.12.2010 € € Voetnoot Beleggingen 1) (longposities) Aandelen 38.566.491 47.852.410 Vastgoedfondsen 2.351.462 3.189.403 Vastrentende waarden 1.036.399 Gekochte opties 3.720.110 422.671 45.674.462 51.464.484 Vorderingen
2)
Overige vorderingen 26.124 Overlopende activa 12.702 47.458 38.826
Liquide middelen 3)
481.568
47.458
910.932
46.194.856 52.422.874
Passief Beleggingen 1) (shortposities) Geschreven opties
4.390.180
678.517
Kortlopende schulden 4) Schulden uit hoofde van transacties in financiële instrumenten - 31.380 Schulden aan participanten - 10.100 Overige schulden en overlopende passiva 77.146 125.406 77.146
166.886
TOTAAL ACTIVA MINUS PASSIVA 41.727.530 51.577.471 Eigen vermogen 5) Nominale waarde participaties 30.232.705 33.094.942 Agioreserve 34.141.253 35.647.869 Algemene reserve (22.646.428) (17.165.340) TOTAAL EIGEN VERMOGEN 41.727.530 51.577.471
8
Winst- en verliesrekening over 2011 2011 € Voetnoot Opbrengsten uit beleggingen 6) Interest 26.769 (702) Uitleen financiële instrumenten 23.742 40.349 Dividend 1.402.254 1.714.671 1.452.765
2010 €
1.754.318
Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen (4.346.250) (2.432.044) Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen (1.830.185) 5.417.837 Overige bedrijfsopbrengsten 7) 14.622 26.619 TOTAAL OPBRENGSTEN (4.709.048) TOTAAL KOSTEN 8) 772.040 RESULTAAT (5.481.088)
9
4.766.730 813.865 3.952.865
Kasstroomoverzicht over 2011 (volgens indirecte methode)
2011 €
2010 €
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat (5.481.088) 3.952.865 Aanpassingen voor: • niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen 1.830.185 (5.417.837) • aankopen beleggingen (30.401.608) (9.060.127) • verkopen beleggingen 38.073.108 15.629.258 • mutatie vorderingen 8.633 (32.427) • mutatie kortlopende schulden (exclusief schulden aan kredietinstellingen) (89.740) 14.906 9.420.578 1.133.773 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
3.939.490 5.086.638
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN Uitgegeven participaties 132.232 240.636 Teruggenomen participaties (4.501.086) (4.867.014) (4.368.854) (4.626.378)
10
Mutatie liquide middelen (inclusief deposito’s)
(429.364)
460.260
Stand liquide middelen per 1 januari
910.932
450.672
Stand liquide middelen per 31 december (inclusief deposito’s)
481.568
910.932
TOELICHTING OP DE BALANS, DE WINST- EN VERLIESREKENING EN HET KASSTROOMOVERZICHT ALGEMEEN Het Pyramidefonds is een open-end beleggingsfonds voor gemene rekening. Het fonds heeft geen rechtspersoonlijkheid. Het economisch eigendom van de beleggingen berust bij de participanten, die hiervoor een bewijs van inschrijving krijgen uitgereikt. Het juridisch eigendom van de beleggingen berust bij de bewaarder. De bewaarder is Kas-Trust Bewaarder Pyramidefonds B.V., gevestigd te Amsterdam. Als beheerder van het Pyramidefonds treedt Wijs & van Oostveen B.V. op. De beheerder houdt zich bezig met het management van het fonds en dan met name het beleggingsbeleid. Wijs & van Oostveen voert ook de transacties uit voor het Pyramidefonds. Bij aan- en verkoop van financiële instrumenten wordt provisie in rekening gebracht, welke geheel toekomt aan de beheerder, Wijs & van Oostveen. Uit deze transactiekosten betaalt Wijs & van Oostveen direct of indirect alle betrokken partijen (inclusief beurzen) voor hun diensten met betrekking tot de uitvoering, de clearing & settlement en de administratieve verwerking van de transacties. Conform het prospectus kan de inkoop van participaties in het belang van de participanten door de beheerder worden opgeschort, indien naar het uitsluitend oordeel van de beheerder zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dit rechtvaardigt.
ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE JAARREKENING Algemeen De jaarrekening van het Pyramidefonds is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslag geving en voldoet in dat kader aan de gestelde vereisten als genoemd bij of krachtens Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. De toegepaste waarderingsgrondslagen gaan uit van de historische kosten. De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen de nominale waarde.
Opbrengsten en kosten De opbrengsten en kosten worden, voor zover ze er betrekking op hebben, toegerekend aan de verslagperiode ongeacht of zij tot ontvangsten en uitgaven in deze periode hebben geleid.
11
Omrekening buitenlandse valuta Activa en passiva luidende in buitenlandse valuta worden omgerekend tegen de valutakoersen aan het einde van de verslagperiode. Deze koers per 31 december 2011 bedraagt: 1 USD = € 0,77235 Transacties gedurende de verslagperiode in vreemde valuta worden verwerkt tegen de dan geldende dagkoers.
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN VOOR DE BEPALING VAN HET RESULTAAT Beleggingen (financiële instrumenten) De beleggingen worden gewaardeerd naar de laatst gedane (beurs)koersen of noteringen. Gekochte posities respectievelijk geschreven posities in derivaten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende bid-koers respectievelijk ask-koers. Indien geen bid- of ask-koers beschikbaar is, dan vindt waardering plaats op grond van de laatst gedane (beurs)koers of notering. Indien de in de vorige alinea genoemde (beurs)koers of notering niet representatief is voor de actuele marktwaarde van een financieel instrument of het betreffende instrument is niet beursgenoteerd, dan vindt waardering plaats op basis van maatschappelijk geaccepteerde waarderingsgrondslagen. Financiële instrumenten genoteerd in buitenlandse valuta worden gewaardeerd met inachtneming van een representatieve koers van de betreffende valuta ten opzichte van de euro. De gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen worden tussentijds ten gunste c.q. ten laste van het resultaat gebracht.
Transactiekosten Transactiekosten bij aankoop worden geacht onderdeel uit te maken van de kostprijs van de financiële instrumenten. Transactiekosten bij verkoop worden in mindering gebracht op de verkoopopbrengst.
Dividenden De dividenden worden verwerkt op de datum van de aankondiging, waarbij de definitieve dividenduitkering bekend dient te zijn.
Belasting Het fonds wordt aangemerkt als fiscaal transparant. Dit wil zeggen dat, voor wat betreft de fiscale aspecten, door het fonds heen wordt gekeken naar de achterliggende participanten. Het fonds is derhalve niet onderhevig aan belastingheffing over beleggingsopbrengsten.
GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
12
Toelichting op de onderscheiden posten van de balans en de winst- en verliesrekening Balans 1. BELEGGINGEN Het verloop van de beleggingen was in 2011 als volgt (opties inclusief shortposities):
Beginstand €
Aankopen €
Verkopen €
Aandelen Vastgoedfondsen Vastrentende waarden Opties
47.852.410 3.189.403
9.319.175 59.836
13.169.451 519.477
- 1.879.787 (255.846) 19.142.810
847.646 19.190.284
50.785.967
30.401.608
33.726.858
Resultaat €
Eindstand €
(5.435.643) 38.566.491 (378.300) 2.351.462 4.258 (366.750)
1.036.399 (670.070)
(6.176.435) 41.284.282
Bovengenoemd resultaat kan als volgt worden gespecificeerd:
€
Gerealiseerde waardeveranderingen bij verkoop Niet-gerealiseerde waardeveranderingen
(4.346.250) (1.830.185)
(6.176.435)
De omloopfactor van de activa wordt berekend als de verhouding tussen het totaalbedrag van beleggingstransacties minus het totaalbedrag aan transacties van deelnemingsrechten ten opzichte van de gemiddelde intrinsieke waarde van het fonds. De omloopfactor van de activa in 2011 bedraagt 131% (2010: 34%). Per 31 december 2011 heeft het Pyramidefonds financiële instrumenten uitgeleend ter waarde van € 1.850.591 (31 december 2010: € 5.509.295). Het Pyramidefonds gaat uitsluitend overeenkomsten van bruikleen aan met banken in de Europese Unie en tegen afgifte van een contractueel overeengekomen garantie van ten minste 100% van het aantal betrokken financiële instrumenten. Gedurende de verslagperiode zijn deze garanties afgegeven door KAS BANK N.V.
13
2. VORDERINGEN Overige vorderingen De overige vorderingen betreffen voornamelijk de opgelopen rente op obligaties.
Overlopende activa Dit betreffen hoofdzakelijk de nog te ontvangen bedragen uit hoofde van transacties in financiële instrumenten inzake de verkoop van beleggingen.
3. LIQUIDE MIDDELEN De liquide middelen staan ter vrije beschikking.
4. KORTLOPENDE SCHULDEN Schulden uit hoofde van transacties in financiële instrumenten Dit betreffen de nog af te rekenen transacties in financiële instrumenten inzake de aankoop van beleggingen.
Schulden aan participanten Dit betreffen de gestorte bedragen inzake toetredende participanten (per de 1e van de maand volgend op het einde van de verslagperiode).
Overige schulden en overlopende passiva Onder de overige schulden en overlopende passiva zijn de reserveringen voor nog te betalen kosten opgenomen.
14
5. EIGEN VERMOGEN Nominale waarde participaties De nominale waarde per participatie bedraagt € 45,38. In 2011 zijn in totaal 1.898 participaties uitgegeven en 64.970 teruggenomen. Per 31 december 2011 zijn er 666.212 participaties uitstaande. Nominale waarde participaties Stand per 1 januari Uitgegeven participaties Teruggenomen participaties Stand per 31 december
2010 €
33.094.942 86.116 (2.948.353)
36.292.357 166.664 (3.364.079)
30.232. 705
33.094.942
35.647.869 46.118 (1.552.734)
37.076.832 73.972 (1.502.935)
34.141.253
35.647.869
Algemene reserve Stand per 1 januari Resultaat
(17.165.340) (5.481.088)
(21.118.205) 3.952.865
Stand per 31 december
(22.646.428)
(17.165.340)
Agioreserve Stand per 1 januari Gestort bij uitgave van participaties Onttrokken bij terugname van participaties Stand per 31 december
15
2011 €
Winst- en verliesrekening 6. OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN Interest Onder dit hoofd zijn de interestbaten opgenomen op eventuele deposito’s, vastrentende waarden en overige banktegoeden alsmede de interestlasten op de schulden aan kredietinstellingen.
Uitleen financiële instrumenten (security lending) Dit betreffen de opbrengsten uit de in bruikleen gegeven financiële instrumenten.
Dividend Hieronder wordt het netto ontvangen dividend verantwoord.
2011 €
2010 €
Bruto dividend Dividendbelasting Netto dividend
1.755.788 353.534
1.959.518 244.847
1.402.254
1.714.671
7. OVERIGE OPBRENGSTEN De overige opbrengsten bestaan grotendeels uit de vergoeding transactie kosten bij toe- en uittreding. Vergoeding transactiekosten bij toe- en uittreding Indien en voor zover bij toe- en/of uittreding van vermogen in het fonds transactiekosten worden gemaakt voor het beleggen respectievelijk vrijmaken van dit vermogen, dan komen deze transactiekosten voor rekening van het fonds. Door de beheerder worden deze transactiekosten vergoed uit de door haar ontvangen toe- en/of uittredingskosten. De vergoeding bedraagt – indien van toepassing – 0,3%. In de verslagperiode heeft het fonds in dit kader een vergoeding ontvangen van € 13.900.
16
8. KOSTEN Verwerking kosten Kosten worden verwerkt in de maand waarin deze aan het Fonds in rekening worden gebracht. Met uitzondering van de maandelijkse beheervergoeding worden bij een factuurbedrag hoger dan € 25.000 de kosten geactiveerd en in twee maanden ten laste van het fondsvermogen gebracht. Voor toezichtkosten en accountants- en advieskosten wordt maandelijks ten laste van het fondsvermogen gedoteerd aan een reservering. De werkelijk ontvangen en betaalde facturen worden ten laste gebracht van deze reservering. Periodiek wordt de stand van de reservering vergeleken met de nog te verwachten kosten. Deze evaluatie kan leiden tot een aanpassing van de dotatie. De kosten worden als volgt gespecificeerd. 2011 €
2010 €
Beheervergoeding Kosten bewaring en margin Toezichtkosten Drukwerk, promotie- en portikosten Dotatie reservering accountants- en advieskosten Overige kosten (waaronder valutakoersverschillen)
548.818 55.514 10.800 80.379 54.000
600.968 67.513 91.674 54.000
772.040
22.529
(290) 813.865
De berekeningsgrondslag van bovenstaande kosten – voor zover van toepassing – is opgenomen in het prospectus van het Pyramidefonds. Een overzicht van de kosten over de afgelopen 5 jaren is opgenomen in het prospectus. De indeling van dit overzicht maakt het mogelijk om de werkelijke kosten te relateren aan het kostenniveau volgens het prospectus.
Beheervergoeding De beheervergoeding bedraagt 0,1% (per maand) en wordt berekend over het fondsvermogen. De vergoeding wordt maandelijks in rekening gebracht.
Specificatie accountants- en advieskosten De kosten van de accountant ten behoeve van in de verslagperiode uitgevoerde werkzaamheden kunnen als volgt worden gesplitst: onderzoek van de jaarrekening € 14.000, overige controleopdrachten (waaronder de maandelijkse controle van de intrinsieke waarde) € 25.000 en € 12.000 voor niet controlediensten zoals de beoordeling van de fiscale overzichten en de dividend- en rentereseignering. De betaling van deze kosten is ten laste gebracht van de reservering.
17
Vergoeding bij toe- en uittreding De in rekening gebrachte vergoeding bij toe- en uittreding valt geheel toe aan Wijs & van Oostveen. Conform het prospectus wordt de volgende vergoeding in rekening gebracht bij toetreding, berekend over de afgifteprijs van de participatie:
Bij een storting die niet hoger is dan € 25.000 Bij een storting tussen € 25.000 en € 50.000 Bij een storting vanaf € 50.000
1,5% 1% 0,5%
Bij uittreding bedraagt de vergoeding 1% van de intrinsieke waarde van de participaties. Indien en voor zover bij toe- en/of uittreding van vermogen in het fonds transactiekosten worden gemaakt voor het beleggen respectievelijk vrijmaken van dit vermogen, dan komen deze transactiekosten voor rekening van het fonds. Door de beheerder worden deze transactiekosten vergoed uit de door haar ontvangen toe- en/of uittredingskosten. De vergoeding bedraagt – indien van toepassing – 0,3%. Bij aan- en verkoop van financiële instrumenten in het eerste halfjaar van 2011 heeft beheerder Wijs & van Oostveen in totaal € 265.619 aan transactiekosten bij het Pyramidefonds in rekening gebracht. Van dit bedrag komt € 106.548 (40%) toe aan de direct of indirect bij de transacties betrokken partijen (inclusief beurzen) als vergoeding voor de dienstverlening met betrekking tot de uitvoering, de clearing & settlement en administratieve verwerking.
Total Expense Ratio De Total Expense Ratio geeft de verhouding weer tussen de kosten van het Pyramidefonds, exclusief transactiekosten en dividendbelasting, in relatie tot de gemiddelde intrinsieke waarde. De Total Expense Ratio over de verslagperiode bedraagt 1,70% (2010: 1,61%).
Personeel Het Pyramidefonds heeft geen werknemers in dienst.
Amsterdam, 21 februari 2012
Beheerder: Wijs & van Oostveen B.V.
De directie, S. Sarphatie R. Gribbroek
18
Overige gegevens BEPALINGEN OMTRENT DE BESTEMMING VAN HET RESULTAAT De bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat zijn opgenomen in hoofdstuk 10 (Resultaatsbestemming) van het prospectus. Op grond van het prospectus zal een positief resultaat na vaststelling van de jaarrekening worden toegevoegd aan de algemene reserve en worden herbelegd. Een negatief resultaat zal aan de algemene reserve worden onttrokken.
RESULTAATSBESTEMMING
€
Resultaat 2011
(5.481.088)
Onttrokken aan de algemene reserve
(5.481.088)
Bestuurdersbelangen Gedurende de verslagperiode heeft de directie van de beheerder Wijs & van Oostveen B.V. in de navolgende fondsen een belang gehad, waar tegelijkertijd ook het Pyramidefonds in participeerde (in aantallen). Aantal aan het begin van de verslagperiode
Mutaties in de verslagperiode
Aantal aan het einde van de verslagperiode
160 26
(160) (26)
-
200 600
(200) (600)
-
Kon. Ahold N.V. ING Groep N.V. Royal Dutch Shell (A) PLC Unilever N.V. CVA
GELIEERDE PARTIJEN In de verslagperiode hebben de volgende transacties plaatsgevonden tussen Wijs & van Oostveen en het Pyramidefonds: Direct Beheervergoeding Transactiekosten bij aan- en verkoop van financiële instrumenten Kosten toe- en uittreden Vergoeding transactiekosten bij toe- en uittreding
€ 548.818 265.619 45.694 (13.900)
Alle transacties met gelieerde partijen hebben tegen marktconforme voorwaarden plaatsgevonden.
19
UITVOERING STEMRECHTEN De beheerder van het fonds voert in het algemeen geen actief beleid ten aanzien van de uitoefening van stemrechten die verbonden zijn aan aandelen en andere financiële instrumenten waarin het fonds belegt. Wegens de doorgaans relatief geringe omvang van de door het fonds gehouden pakketten is daartoe geen aanleiding. Indien in voorkomende gevallen het belang van de participanten van het fonds vereist dat stemrecht wordt uitgeoefend, dan zal de beheerder dat doen. Waar het fonds substantiële pakketten houdt, zal de beheerder in het belang van de participanten een actiever beleid voeren.
20
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Beheerder van het Pyramidefonds
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarbericht opgenomen jaarrekening 2011 van het Pyramidefonds te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de winst- en verliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de Beheerder De Beheerder van het Fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de Beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht. De Beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het Fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Beheerder van het Fonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
21
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het Pyramidefonds per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met de Wet op het financieel toezicht.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de Beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de Beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Amsterdam, 21 februari 2012 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: Drs W.H.E. van Ommeren RA MBA
22
Aandelenportefeuille per 31 december 2011 Beurswaarde per Aantal Fonds 31.12.2011 € 309.500 Aegon N.V. 1.540.000 AEX Sprint Notes 250.000 Ageas 127.000 Ahold N.V., Koninklijke 35.500 AkzoNobel N.V. 20.450 Aperam 111.250 ArcelorMittal SA (AEX) 18.900 ASML Holding N.V. 21.500 AXA SA 37.000 Carrefour SA 21.000 DSM N.V., Koninklijke 150.000 Dutch Power Notes VII 70.000 France Telecom SA 47.500 Heineken Holding N.V. 634.700 ING Groep N.V. Cert. 213.250 KPN N.V., Koninklijke 191.000 Philips Electronics N.V., Koninklijke 121.200 PostNL 10.750 Randstad Holding N.V. 115.000 Reed Elsevier N.V. 197.500 Royal Dutch Shell PLC (A) 15.500 SBM Offshore N.V. 73.950 TNT Express 53.000 TomTom N.V. 85.750 Total SA 250.500 Unilever N.V. Cert. 46.000 Wolters Kluwer N.V. Totaal aandelen tegen beurswaarde per 31 december 2011
23
959.760 1.036.420 300.000 1.321.435 1.326.280 222.905 1.571.963 613.778 215.968 651.755 752.850 849.450 1.501.950 3.528.932 1.971.496 3.109.480 298.152 245.745 1.035.805 5.559.625 246.760 426.987 161.756 3.387.125 6.655.785 614.330 38.566.491
Vastgoedportefeuille per 31 december 2011 Aantal Fonds
Beurswaarde per 31.12.2011 €
16.350 Corio N.V. 12.050 Unibail-Rodamco SA 2.500 Wereldhave N.V. Totaal vastgoed tegen beurswaarde per 31 december 2011
549.442 1.673.745 128.275 2.351.462
VASTRENTENDE WAARDEN-PORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2011 Aantal Fonds
Beurswaarde per 31.12.2011 €
200.000 5,125% Carrefour SA 2007 p 2014 209.248 299.000 3,875% PostNL N.V. 2005 p 2015 299.942 215.000 4,375% Schiphol Nederland B.V. 2003 p 2013 223.993 300.000 4,674% Telefonica Emisiones SAU 2007 p 2014 303.216 Totaal vastrentende waarden tegen beurswaarde per 31 december 2011 1.036.399
24
GEKOCHTE OPTIEPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2011 Aantal Fonds Uitoefenprijs € Callopties long 90 WKL Call 12/2014
16,00
Putopties long 325 AEX Put 03/2012 240,00 165 AEX Put 03/2012 320,00 543 AEX Put 06/2012 240,00 300 AEX Put 06/2012 320,00 694 AEX Put 12/2012 240,00 408 AEX Put 12/2012 320,00 225 CIO Put 06/2012 32,00 45 UBL Put 03/2012 150,00 Totaal gekochte opties tegen beurswaarde per 31 december 2011
25
Beurswaarde per 31.12.2011 €
8.550
40.625 291.225 241.635 810.000 718.290 1.487.160 60.750 61.875
3.720.110
Geschreven optieportefeuille per 31 december 2011 Aantal Fonds Uitoefenprijs €
Beurswaarde per 31.12.2011 €
Callopties short -275 ING Call 03/2012 5,60 (17.875) -50 TTM Call 03/2012 4,00 (650) Putopties short -550 AEX Put 03/2012 280,00 (275.000) -774 AEX Put 06/2012 280,00 (897.840) -1.220 AEX Put 12/2012 280,00 (2.452.200) -820 CIO Put 06/2012 24,00 (45.100) -865 FOR Put 06/2013 1,60 (56.225) -862 FOR Put 12/2012 3,20 (181.020) -275 ING Put 03/2012 5,60 (20.625) -245 TTM Put 03/2012 4,00 (26.950) -105 TTM Put 03/2012 4,40 (15.225) -1.822 TTM Put 06/2012 3,20 (109.320) -185 TTM Put 06/2012 3,60 (15.725) -750 TTM Put 12/2012 2,80 (37.500) -1.425 TTM Put 12/2012 3,20 (106.875) -192 UBL Put 03/2012 120,00 (39.360) -52 WKL Put 12/2014 16,00 (26.260) -40 -200 -35
26
Uitoefenprijs $
Put opties short - USD CSCO Put 01/2013 17,50 NOK Put 01/2013 7,50 YHOO Put 07/2012 18,00
(7.075) (50.975) (8.380)
Totaal geschreven opties tegen beurswaarde per 31 december 2011
(4.390.180)
SAMENSTELLING BELEGGINGS PORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2011
Beurswaarde per 31.12.2011 31.12.2011 31.12.2010 € % % Totaalwaarde binnenlandse financiële instrumenten 26.339.283 Totaalwaarde buitenlandse financiële instrumenten 14.944.999 41.284.282
27
64
65
36
35
100
100
Overzicht van de intrinsieke waarden
Aantal Intrinsieke Intrinsieke uitstaande waarde per waarde fonds participaties participatie (x € 1.000) € 30.06.1993 31.12.1993 30.06.1994 31.12.1994 30.06.1995 31.12.1995 30.06.1996 31.12.1996 30.06.1997 31.12.1997 30.06.1998 31.12.1998 30.06.1999 31.12.1999 30.06.2000 31.12.2000 30.06.2001 31.12.2001 30.06.2002 31.12.2002 30.06.2003 31.12.2003 30.06.2004 31.12.2004 30.06.2005 31.12.2005 30.06.2006 31.12.2006 30.06.2007 31.12.2007 30.06.2008 31.12.2008 30.06.2009 31.12.2009 30.06.2010 31.12.2010 30.06.2011 31.12.2011
28
898 6.597 10.662 12.525 13.948 14.868 15.207 17.913 35.819 52.962 83.884 133.423 164.631 212.712 232.264 225.013 209.807 188.562 164.834 137.861 123.092 125.969 122.210 114.537 112.938 113.773 107.266 108.465 105.607 92.566 71.230 41.545 43.197 52.251 47.572 51.577 47.446 41.728
19.479 125.889 224.331 252.918 297.649 300.297 277.332 295.425 490.619 676.631 934.320 1.433.575 1.685.929 1.984.369 2.200.265 2.257.179 2.230.408 2.111.058 2.061.349 1.972.699 1.888.958 1.805.523 1.700.708 1.585.601 1.470.203 1.361.342 1.258.145 1.168.103 1.044.955 939.542 880.098 853.827 827.686 799.743 755.630 729.285 687.492 666.212
46,10 52,41 47,53 49,52 46,86 49,51 54,83 60,63 73,01 78,27 89,78 93,07 97,65 107,19 105,56 99,69 94,07 89,32 79,96 69,88 65,16 69,77 71,86 72,24 76,82 83,57 85,26 92,86 101,06 98,52 80,93 48,65 52,19 65,33 62,96 70,72 69,01 62,63
Doelstelling en algemeen beleggingsbeleid van het fonds
Het beleggingsbeleid is gericht op het behalen van een optimaal beleggings resultaat bij een aanvaardbare risicograad. Het Fonds richt zich primair op beleggingen in aandelen die zijn genoteerd op de belangrijkste financiële beurzen van de wereld, met het accent op aandelen die zijn genoteerd aan Eurolist van Euronext Amsterdam. Afhankelijk van het koersniveau van de aandelenmarkten zal ook worden belegd in obligaties, vastgoedfondsen en liquiditeiten. Daarnaast zal het Pyramidefonds direct of indirect kunnen beleggen in aan de beheerder of bewaarder gelieerde partijen, waaronder andere beleggingsinstellingen. Ook op initiatief van beheerder Wijs & van Oostveen ontwikkelde en door derden uitgegeven producten (waaronder gestructureerde producten zoals notes) kunnen onderdeel zijn van de beleggingsportefeuille van het Fonds. Tevens zullen derivaten, waaronder opties en aanverwante beleggings instrumenten, een onderdeel vormen van het te voeren beleggingsbeleid. Uit het gebruik van deze instrumenten kunnen zowel rechten als plichten voortvloeien, die een risicoverlagend dan wel -verhogend effect kunnen veroorzaken. Het geheel van deze instrumenten zal met name worden aangewend in het kader van risicobeperking. Dit sluit echter niet uit dat derivaten die binnen de portefeuille een hefboomwerking veroorzaken (zoals bijvoorbeeld gekochte callopties en/of geschreven putopties) ook aan de eerdergenoemde doelstelling van vermogensgroei kunnen bijdragen. Indien er naar het oordeel van de beheerder dan ook voldoende zekerheden beschikbaar zijn, kan de beheerder ervoor kiezen om ook indirect (door middel van de aankoop van callopties en/of het schrijven van putopties, etc.) in financiële instrumenten te beleggen. Het Fonds kan, ter tijdelijke financiering van de beleggingsactiviteiten, als debiteur geldleningen aangaan tot een maximum van 10% van het fondsvermogen. Bovendien kunnen ter verhoging van het rendement voor rekening en risico van het Fonds ongelimiteerd financiële instrumenten in bruikleen worden gegeven. Dergelijke overeenkomsten van bruikleen zullen uitsluitend worden aangegaan met banken in de Europese Unie en uitsluitend tegen afgifte van een contractueel overeengekomen garantie. De bank die de bruikleen voor het Fonds faciliteert, draagt in voornoemd kader zorg voor een gestelde zekerheid van minstens 100% van de waarde van de uitgeleende financiële instrumenten.
29
Vijf jaar Pyramidefonds
2011 2010 2009 2008 2007 € € € € € Gerealiseerde waardeveranderingen (4.346.250) (2.432.044) (3.889.007) (2.974.309) 6.142.832 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen (1.830.185) 5.417.837 16.969.109 (42.915.834) (537.747) Interest, dividend en uitleen financiële instrumenten 1.452.765 1.754.318 1.380.940 2.981.059 2.956.415 Overige bedrijfsopbrengsten 14.622 26.618 10.440 334.830 (287.016) Lasten (772.040) (813.865) (864.578) (1.188.228) (1.718.420)
(5.481.088) 3.952.865 13.606.904 (43.762.482) 6.556.064
Fondsvermogen einde boekjaar 41.727.530 51.577.471 52.250.984 41.544.975 92.565.723
Het Pyramidefonds is een initiatief van: Wijs & van Oostveen Herengracht 493 1017 BT Amsterdam tel. 020 - 6388226 fax 020 - 6391516
30