JAARBERICHT 2012
Inhoud Blad Pyramidefonds2
Verslag van de beheerder
3
Jaarrekening11
1
• Balans per 31 december 2012 • Winst- en verliesrekening over 2012 • Kasstroomoverzicht over 2012 • Toelichting op de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht
11 12 13
Overige gegevens
23
• Bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat • Resultaatsbestemming • Bestuurdersbelangen • Gelieerde partijen • Uitvoering stemrechten • Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
23 23 23 23 24 25
Specificatie van de beleggingen per 31 december 2012
27
• Aandelenportefeuille • Vastgoedportefeuille • Gekochte optieportefeuille • Geschreven optieportefeuille • Samenstelling beleggingsportefeuille
27 28 28 29 30
Overzicht van de intrinsieke waarden
31
Doelstelling en algemeen beleggingsbeleid van het fonds
32
Vijf jaar Pyramidefonds
33
14
Pyramidefonds Het Pyramidefonds is een open-end beleggingsfonds voor gemene rekening en een beleggingsinstelling in de zin van de Wet op het financieel toezicht. Het fonds is opgericht op 6 april 1993 voor onbepaalde tijd. Het Pyramidefonds is een Nederlands beleggingsfonds, waarvan het beleggingsbeleid in eerste instantie gericht is op vermogensgroei. Participanten kunnen toe- en uittreden via de beheerder Wijs & van Oostveen B.V. Toetreding tot het Pyramidefonds is mogelijk per iedere eerste dag van de maand. Uittreding is mogelijk per iedere laatste dag van de maand. Toe- en uittreding vindt plaats tegen de dan geldende intrinsieke waarde van het fonds, verminderd met de van toepassing zijnde kosten. In het belang van de participant kan onder buitengewone omstandigheden de open-end structuur worden opgeschort. Het beheer over het Pyramidefonds wordt gevoerd door Wijs & van Oostveen B.V. In het kader van het beheren van beleggingsinstellingen is de beheerder in het bezit van een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht. Wijs & van Oostveen richt zich met name op vermogensbeheer, beleggingsadvies en execution only. Als zodanig beschikt Wijs & van Oostveen B.V. over een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht. Wijs & van Oostveen staat in voornoemd kader onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank.
Beheerder: Wijs & van Oostveen B.V. Herengracht 493 1017 BT AMSTERDAM www.wijs.nl Directie: S. Sarphatie R. Gribbroek Bewaarder: Kas-Trust Bewaarder Pyramidefonds B.V. Spuistraat 172 1012 VT AMSTERDAM Accountant: Deloitte Accountants B.V. Orlyplein 10 1043 DP AMSTERDAM Belastingadviseur: Deloitte Belastingadviseurs B.V. Orlyplein 10 1043 DP AMSTERDAM
2
Verslag van de beheerder Ontwikkeling van het fonds De intrinsieke waarde van één participatie steeg in de verslagperiode van € 62,63 naar € 68,72. Dat is een stijging van 9,7%. In dezelfde periode steeg de AEX-index eveneens met 9,7% van 312,47 naar 342,71 punten. Het aantal participaties nam in de verslagperiode met 10,9% af van 666.212 tot 593.414, terwijl het fondsvermogen met 2,3% daalde van € 41,728 miljoen tot € 40,779 miljoen.
‘Stocks climb the wall of worry’ In het beleggersjargon bestaan veel uitdrukkingen en gezegden. Welke naar onze mening goed bij het afgelopen jaar past, is: ‘stocks climb the wall of worry’. Vrij vertaald houdt dit in dat aandelen doorgaans stijgen in tijden van onrust en zorgen. Dat gaat ongeveer zo: beleggers krijgen bijna dagelijks slecht nieuws te verwerken en zijn daardoor behoorlijk risico-avers. De meeste beleggers hebben in zo’n situatie hun aandelenbelang al behoorlijk teruggebracht, waardoor er weinig nieuwe verkopers (van aandelen) overblijven. Het duurt dan ook niet lang of de koersen stabiliseren. Hetzelfde slechte nieuws blijft echter keer op keer herhaald worden in de media, zonder dat er wezenlijk nieuwe feiten te melden zijn. Op dat moment beginnen de eerste (professionele) partijen alweer aandelen (bij) te kopen. Hierdoor beginnen de koersen langzaam te stijgen, zonder dat het slechte nieuws uit de media verdwijnt. Er is nu vooral onbegrip bij het beleggend publiek waarom de aandelenkoersen stijgen, ondanks de negatieve berichten. Deze cyclus houdt meestal enige tijd aan totdat ook de volgende groep beleggers de moed heeft gevonden om toch maar weer ‘in te stappen’. Door deze nieuwe groep kopers en het gebrek aan verkopers blijven de koersen verder oplopen. Dit proces blijft zoals u zult begrijpen doorgaan totdat de verhouding tussen kopers en verkopers ver genoeg is doorgeslagen naar de andere kant of totdat zich echt nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan. Gedurende deze mentale kwelling zijn de koersen ondertussen flink opgelopen en dus kan opnieuw de conclusie worden getrokken: ‘stocks climb the wall of worry’.
Periferie in de problemen Vorig jaar begonnen de aandelenbeurzen optimistisch. Vooral de instelling van de LTRO, de faciliteit die de ECB aan de Europese banken bood om goedkoop geld te lenen, op 29 februari zorgde voor vertrouwen bij beleggers. Toch draaiden de aandelenbeurzen plotsklaps in maart door grote economische problemen en de angst voor een faillissement van Griekenland. Beleggers vreesden een domino-effect, waarbij de Griekse problemen zouden kunnen overslaan naar andere landen van de Europese periferie. Beurzen gingen in korte tijd met 15 tot 30% onderuit. Maar ook werd in korte tijd een zeer kredietwaardig land als Spanje (AA-rating tot januari 2012) door kredietbeoordelaar S&P afgewaardeerd tot BBB-, een rating die lager is dan die van bijvoorbeeld Letland of Litouwen. Ondertussen liep de Spaanse werkloosheid op tot boven de 25%, nam de sociale onrust toe en belandde de eurozone in een officiële recessie. Ondanks de vele overlegsituaties slaagden de Europese politieke leiders er niet in om het tij te keren. Daarvoor waren de meningsverschillen te groot. Wel bereikten ze een akkoord dat de Europese Centrale Bank (ECB) als redder in nood zou mogen gaan
3
optreden. Dit was een belangrijk keerpunt in het sentiment bij beleggers. Op 26 juli gaf Mario Draghi, de president van de ECB, zijn beruchte speech dat de ECB er “binnen haar mandaat alles aan zou doen wat nodig is om de euro te redden.” Hij doelde hiermee vooral op het (massaal) opkopen van staatsobligaties van de genoemde probleemlanden. Deze woorden misten hun uitwerking op de financiële markten niet: de Spaanse aandelenbeurs steeg in de maanden daarna circa 40% en de risicopremie op Spaanse staatsobligaties halveerde. Ook in Italië en Portugal zagen we soortgelijke reacties. Zo had het beursjaar toch nog een positief einde.
Financiële markten De AEX-index steeg afgelopen jaar van 312,47 naar 342,71 punten, een winst van 9,7%. Hiermee heeft de AEX-index het verlies van 2011 grotendeels goedgemaakt. Binnen de eurozone bleven de verschillen uiteindelijk groot, ondanks de genoemde rally van de zuidelijke lidstaten aan het einde van het jaar. Zo daalde de Spaanse IBEX-index met 4,7%, maar steeg de Duitse DAX-index met 29,1%. Veel grote internationale aandelenbeurzen lieten in tegenstelling tot de Europese indices slechts een gematigde stijging zien. In euro’s gemeten steeg de beursindex van Shanghai (China) met 2,4%, steeg de Japanse Topix-index met 3,0% en de Amerikaanse Dow Jones-index met 5,3%. De Braziliaanse Bovespa-index daalde in 2012 zelfs met 4,1%. Zoals elk jaar waren er ook weer grote uitschieters. In negatieve zin waren dat de beurzen van Cyprus (-61,2%) en Oekraïne (-36,4%). De grootste positieve uitschieters waren afgelopen jaar te vinden in Turkije (+58,3%) en Egypte (+40,6%). Opnieuw hebben Europese obligaties een uitstekend jaar achter de rug. De Europese index voor staatsobligaties (iBoxx Euro Sovereigns) steeg afgelopen jaar met 11,0%. Europese bedrijfsobligaties deden het nog een stukje beter met een totaalrendement van 13,6%. Had u afgelopen jaar in veilige Duitse staatsobligaties belegd, dan was het rendement ‘slechts’ 4,3% geweest. Ten slotte is het rendement op Amerikaanse obligaties van 0,2% (gemeten in euro’s) ronduit teleurstellend geweest voor beleggers die hun beleggingen internationaal hadden gespreid. Hiermee werd de inflatie niet bijgehouden en kunnen we spreken van een achteruitgang van het vermogen op basis van koopkracht. De beste regio’s om vorig jaar in te beleggen, waren de opkomende markten. Daar stegen de obligaties gemiddeld zo’n 17%. Bij de overige beleggingscategorieën lieten hedge funds over het gehele jaar een bescheiden winst zien van gemiddeld 3,1%, alhoewel de onderlinge resultaten van de strategieën sterk verschilden. Zo daalden de CTA’s met gemiddeld 7,4% in 2012, terwijl de ‘Event Driven’-strategieën gemiddeld met 4,6% stegen. Grondstoffen waren afgelopen jaar de slechtste beleggingscategorie met een negatief rendement van 2,8% (gemeten in euro’s). Van de belangrijkste sub-indices stegen de Landbouwgrondstoffen met 2,0% en de Edelmetalen met 4,3%. De sub-index Industriële Metalen daalde met 1,2% en Energie zelfs met 11,1%.
Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode is door de beheerder slechts een aantal noemenswaardige wijzigingen in de beleggingsportefeuille aangebracht.
4
Zo is het belang in het Franse olieconcern Total ruim gehalveerd. Vooral eind maart heeft de beheerder het belang iets afgebouwd als gevolg van de onzekerheid over de gevolgen van het gaslek in de Noordzee dat werd ontdekt op 27 maart. Op 8 mei deed Carlos Slim, de rijkste man ter wereld, de aankondiging dat hij zijn belang in KPN wilde vergroten tot 28%. Het aandeel KPN steeg daarop in eerste instantie 17%, maar moest in de maanden daarna deze koerswinst toch weer prijsgeven. Erger nog, vanaf het niveau waarop Carlos Slim het aandeel KPN had ingekocht, is de koers nagenoeg gehalveerd. Voor de beheerder was dit het moment om het belang in KPN, meestal in combinatie met langlopende putopties, stapsgewijs te vergroten. In de laatste maanden van het jaar is de positie in KPN verder vergroot ten koste van het aandeel France Telecom en is de winst op een groot aantal putopties KPN met succes verzilverd. Het belang in de Franse supermarktketen Carrefour is bij oplopende koersen teruggebracht en de fractionele belangen in Credit Agricole en TomTom zijn in z’n geheel verkocht. Tot slot is het obligatiebelang in de portefeuille verkocht, omdat het effectieve rendement van de leningen niet meer interessant was.
Vooruitzichten Economie In ons basisscenario gaan wij ervan uit dat het economisch klimaat in de eurozone niet echt verbetert dit jaar. Wel verwachten wij dat de ‘pijn’ gelijkmatiger verdeeld zal worden tussen de zwakkere landen in het zuiden en de sterkere landen in het noorden van de eurozone. De werkloosheid zal in veel landen hoog blijven en er zal door de bezuinigingen weinig geld beschikbaar zijn voor nieuwe investeringen. Ook zijn er weinig tekenen dat de huizenmarkt in de eurozone spoedig zal verbeteren. Door de aanhoudende economische zwakte gaan tegelijkertijd steeds meer mensen twijfelen aan de rol van de eurozone en de voordelen die deze muntunie biedt. Ook dit jaar zal daarom weer een cruciale rol zijn weggelegd voor de ECB, het IMF en de Europese Commissie. Zijn zij in staat om samen met de politieke leiders tot structurele oplossingen te komen en het vertrouwen te herstellen? Wij gaan ervan uit dat dit een grote uitdaging zal worden, omdat de econo mische groeiperspectieven van Frankrijk en Duitsland minder gunstig zijn dan vorig jaar, waardoor de bereidheid tot compromissen afneemt. Ten slotte kunnen de verkiezingen in Duitsland het politieke landschap in Europa wellicht veranderen, waardoor de onzekerheid bij beleggers zou kunnen terugkeren. Wij denken dat Angela Merkel het in haar nieuwjaarsspeech juist verwoordde: “De crisis in de eurozone is nog lang niet over.” In de Verenigde Staten lijkt het erop dat een aantal aflopende lasten verlichtingen zullen worden verlengd, waardoor de koopkracht van de Amerikaanse consument niet ernstig zal worden aangetast. De conse quentie hiervan is wel dat het begrotingstekort van de Amerikaanse overheid groot blijft en dat daardoor de discussie over de staatsschuld opnieuw zal kunnen aanwakkeren. De meeste Amerikanen beseffen namelijk dat hun staatsschuld de laatste jaren te hoog is opgelopen en dat bezuinigen waarschijnlijk een onvermijdelijke keuze is. Net als in de eurozone zal dit op korte termijn een drukkend effect op de economische groei kunnen hebben. Desondanks gaan wij er in ons basisscenario van uit dat de economische groei in de VS het komende jaar tussen 1 en 2% zal liggen. De huizenmarkt laat immers de eerste tekenen van herstel zien, de lagere energieprijzen
5
zijn goed voor de koopkracht en de werkloosheid is iets gedaald. Daarnaast zien we een vermogenstoename door de gestegen aandelenmarkt, wat de consumptieve bestedingen positief beïnvloedt. In tegenstelling tot de meeste economieën van de landen van de G10, verwachten we een aanhoudend hoge groei in Azië en de frontier markets. Maar ook in andere opkomende markten zien wij positieve signalen. Zo was de economische groei in Brazilië vorig jaar vrijwel stilgevallen, maar die zal dit jaar kunnen herstellen door de renteverlagingen van de Braziliaanse centrale bank (2012: van 11,0% naar 7,25%) en door de daling van de Braziliaanse real, die de export van het land kan stimuleren. Daarnaast verwachten wij dat de investeringen die nodig zijn voor het WK voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016) een positief effect hebben op de groeicijfers. Maar ook in Rusland verwachten wij voor dit jaar een hogere economische groei dan in 2012. De (definitieve) toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie en de politieke stabiliteit zullen naar onze mening beleggers en investeerders aantrekken. Daarnaast heeft de Russische overheid de financiën op orde, zodat er voldoende ruimte is voor een fiscale stimulans indien dat nodig mocht zijn. Aandelen Afgelopen jaar hebben beleggers al kunnen zien dat een lage economische groei niet samen hoeft te gaan met lage beleggingsresultaten, en vice versa. Ondanks de Europese recessie en de tegenvallende winstgroei bij veel Europese bedrijven presteerden de aandelen uit de eurozone goed. Dit heeft voornamelijk te maken met de hogere waardering (lees: koerswinstverhou ding) die beleggers bereid waren te betalen voor aandelen. Deze hogere waarderingen waren op hun beurt voornamelijk gedreven door factoren als het gebrek aan interessante alternatieven en het afgenomen (systeem)risico door het beleid van de ECB. Wij denken dat deze herwaardering eenmalig was en dat de focus van beleggers dit jaar vooral op de onderliggende winstgroei gericht zal zijn. In Europa denken wij dat het voor de categorie aandelen belangrijk is om bij de bepaling van een juiste waardering vooral te kijken naar de aanwezigheid van bedrijven in groeimarkten. De winstgroei zal immers voor een groot deel vanuit deze regio’s moeten komen. Daarnaast zien wij de komende maanden kansen ontstaan in sectoren die lange tijd uit de gratie zijn geweest, zoals de Nutssector en de sector Telecommunicatie. In de VS zien wij op dit moment beperkte mogelijkheden door de opgelopen waarderingen en door de historisch zeer hoge winstmarges die Amerikaanse bedrijven nu realiseren. In combinatie met de optimistische verwachtingen van analisten is de kans op tegenvallers daardoor groot. Een lage weging van deze regio is daarom in onze ogen gerechtvaardigd. Vastrentende waarden Tegen de verwachting van velen in, daalde de Europese kapitaalmarktrente in de eurozone verder in 2012. In Duitsland daalde de 10-jaars rente per saldo met 51 basispunten tot 1,32%, de laagste slotstand in decennia. Het risico van een rentestijging lijkt hierdoor toe te nemen, zodat het rende ment op obligaties komend jaar wel eens tegen kan gaan vallen. Wij denken dat het niet zo’n vaart zal lopen en gaan er in ons basisscenario van uit dat de rente rond het huidige niveau van 1,5% zal stabiliseren. De inflatie is onder controle en de economie blijft voorlopig zwak. Maar ook door
6
regulering (Basel III en Solvency II) blijven banken en verzekeraars in veilige obligaties beleggen. Vanuit deze regelgeving moeten zij de komende jaren steeds meer ‘safe assets’ aanhouden als buffer voor hun risicovollere beleggingen op de balans. Ten slotte is ook de ECB bereid om de minder veilige obligaties op te kopen indien zij dit nodig acht. Ondanks onze visie van een (per saldo) zijwaartse rentebeweging is deze categorie toch niet erg interessant voor beleggers. Daarvoor zijn de aanvangsrendementen te laag en het mogelijke risico te groot indien de markt anders beweegt dan wij verwachten.
Overige onderwerpen Risicobeheersing Risico’s verbonden aan een belegging in het fonds Elke belegging geschiedt voor rekening en risico van de participanten. De beheerder dient echter bij het beleggen van het kapitaal grote zorgvuldigheid in acht te nemen. Hoewel door middel van efficiënt portfoliomanagement de risico’s die gepaard gaan met een belegging in het fonds worden gespreid, kunnen de volgende risico’s worden onderscheiden: Algemene beleggingsrisico’s De hele markt of een categorie van beleggingen kan zowel stijgen als dalen, waardoor de prijs en de waarde van de beleggingen worden beïnvloed. Daarnaast kan de waarde van de individuele beleggingen in het fonds zowel stijgen als dalen. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Beleggers ontvangen bij verkoop mogelijk minder terug dan hun oorspronkelijke inleg. De hoogte van het risico is afhankelijk van de keuzes die door de beheerder van het fonds worden gemaakt binnen de kaders van het beleggingsbeleid. Een waardestijging of -daling van de beleggingen in het fonds heeft een directe invloed op de intrinsieke waarde van de participatie. De waarde van de beleggingen wordt beïnvloed door de inflatie (ook wel geldontwaarding genoemd). Door inflatie zal de koopkracht van de euro in de toekomst lager zijn. Het is mogelijk dat de beleggingsopbrengsten van de financiële instrumenten in portefeuille niet voldoende zijn om de werkelijke inflatie te compenseren. De beleggingen in het fonds beogen niet bescherming te bieden tegen inflatie. Het fonds is onderhevig aan het potentiële risico van erosie als gevolg van intrekkingen van rechten van deelneming. Vaste kosten zoals accountantskosten hebben bij een kleiner beheerd vermogen een grotere impact op de intrinsieke waarde van participaties van participanten in het fonds. Deze impact geldt niet voor de kosten die worden berekend als een percentage van het beheerd vermogen, zoals kosten van toezicht, bewaarloon en de beheervergoeding). Financiële en fiscale wet- en regelgeving is aan verandering onderhevig. Financiële en fiscale voordelen die bestonden ten tijde van de toetreding kunnen ten nadele van de participant wijzigen.
7
Specifieke beleggingsrisico’s Gebruik van derivaten Het fonds kan gebruikmaken van afgeleide instrumenten. Deze kunnen worden toegepast voor zowel het afdekken van risico’s als voor efficiënt portefeuillebeheer. Daarbij kan ook sprake zijn van hefboomwerking, waardoor de gevoeligheid van het fonds voor marktbewegingen wordt vergroot. Dit betekent dat bij extreme marktbewegingen – door het gebruik van derivaten – het fonds in waarde harder kan dalen dan de markt. Het gebruik van derivaten brengt met zich mee dat het fonds zogenaamde marginverplichtingen aangaat. Een marginverplichting ontstaat wanneer een optie wordt geschreven ofwel verkocht. De verplichting uit een dergelijke optie kan worden gedekt door het bezit van financiële instrumenten zoals gekochte opties, aandelen, obligaties, dan wel door liquide middelen. Het risico van het gebruik van derivaten wordt beperkt door risicobeheer, waaronder monitoring van de marginverplichtingen van het fonds. Concentratierisico Het risico dat verbonden is aan een grote concentratie van de beleggingen in bepaalde soorten of bepaalde markten. Indien het fonds in meerdere individuele financiële instrumenten in eenzelfde sector, geografisch gebied, categorie of markt belegt, kunnen concentraties in dergelijke klassen plaatsvinden waardoor het risico bestaat dat de beleggingsportefeuille van het fonds als gevolg van deze concentratie in haar geheel gevoeliger wordt voor algemene en specifieke marktbewegingen in deze klassen. Het fonds streeft naar een acceptabel niveau van het concentratierisico. Verhandelbaarheidsrisico In uitzonderlijke situaties kan er sprake zijn van verminderde verhandelbaarheid van de rechten van deelneming van het fonds. Toetreding is mogelijk per iedere eerste dag van de maand en uittreding per iedere laatste dag van de maand, behoudens wettelijke bepalingen en de opschortmogelijkheid zoals toegelicht in hoofdstuk 8 van het prospectus (beschikbaar via www.wijs.nl en kosteloos opvraagbaar via Wijs & van Oostveen). Daarnaast kan de beheerder eenzijdig tot inkoop van alle door een participant gehouden participaties besluiten ingeval van enig handelen door de participant in strijd met de fondsvoorwaarden dan wel indien, gelet op het belang van het fonds of anderszins, voortzetting van de relatie in redelijkheid niet van de beheerder gevergd kan worden. Wisselkoersrisico De beleggingen van het fonds kunnen deels luiden in vreemde valuta. Wisselkoersveranderingen kunnen derhalve een negatieve of positieve invloed hebben op de waardeontwikkeling van het fonds en daarmee tevens op de waardeontwikkeling van een participatie. Valutarisico’s worden niet (altijd) afgedekt. In dit jaarbericht is een overzicht opgenomen van de beleggingen en de valutasoort waarin deze luiden. Tegenpartijrisico (kredietrisico of debiteurenrisico) Het risico dat een uitgevende instelling of een tegenpartij ten aanzien van een reeds ingenomen positie in gebreke blijft. Het in gebreke blijven van een tegenpartij kan een direct negatief gevolg hebben voor de waarde van de betreffende belegging en daarmee de intrinsieke waarde van de participatie. De beheerder neemt bij de selectie van tegenpartijen
8
de nodige zorgvuldigheid in acht, waaronder de verwachte risico/ rendementsverhouding van de ingenomen positie. Afwikkelingsrisico Het risico dat een afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet of niet op tijd of zoals verwacht mag worden, plaatsvindt. Dit risico wordt beperkt doordat het overgrote deel van de transacties van het fonds plaatsvindt via gereglementeerde beurzen/markten. Bewaarrisico Het bewaarrisico is het risico van verlies van in bewaring gegeven activa als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de bewaarder (KAS-Trust Bewaarder Pyramidefonds B.V.) of van onderbewaarnemer (KAS BANK Effectenbewaarbedrijf N.V., het bewaarbedrijf). Het verlies van in bewaring gegeven activa heeft een negatieve invloed op de intrinsieke waarde van de participatie. Uitleenrisico De financiële instrumenten waarin het fonds belegt, kunnen worden uitgeleend tot een maximum van 100%. Bij het uitlenen van financiële instrumenten bestaat de mogelijkheid dat de inlenende partij niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit risico zal door het fonds worden afgedekt door de overeenkomsten van bruikleen uitsluitend aan te gaan met banken in de Europese Unie en uitsluitend tegen afgifte van een contractueel overeengekomen garantie van ten minste 100% van het aantal betrokken financiële instrumenten. Beleggen met geleend geld Beleggen met geleend geld leidt tot een groter risico voor de participanten. Beleggen met geleend geld kan tot gevolg hebben dat hogere rendementen worden gehaald, maar ook dat verlies kan worden geleden. Door het aangaan van geldleningen of andere verplichtingen bestaat het risico van mogelijke tekorten van de beleggingsinstelling. Hierdoor kan voor participanten een verplichting ontstaan om de ontstane tekorten aan te zuiveren. Het fonds is gehouden tot een beperking in het aangaan van geldleningen van maximaal 10% van het fondsvermogen. Om het risico van verlies van de betreffende financiële instrumenten in het bewaarbedrijf te beperken, is het bewaarbedrijf opgenomen in een aparte juridische entiteit, die geen ondernemingsrisico loopt en waarvan het vermogen is afgescheiden van het vermogen van het moederbedrijf, KAS BANK N.V. Hierbij is de functie van dit bewaarbedrijf louter het bewaren en administreren van effecten. Derivaten, zoals opties, en liquiditeiten zijn niet opgenomen in de bewaarbedrijven en zijn bij een eventueel faillissement van de bank (KAS BANK N.V.) onderdeel van de boedel. Liquiditeitsrisico Het risico dat een positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd. Het grootste deel van de beleggingen in het fonds wordt gevormd door beursgenoteerde financiële instrumenten. Dit heeft een positieve invloed op de verhandelbaarheid van deze beleggin gen. In extreme situaties van snelle waardeveranderingen of grote onzeker heid op de financiële markten kan het liquiditeitsrisico zich (tijdelijk)
9
openbaren. In uitzonderingssituaties kan dit gebrek aan liquiditeit in de markt tot gevolg hebben dat: - posities niet kunnen worden verkocht terwijl de liquiditeiten noodzakelijk zijn voor de uitkering aan uittredende participanten. In dit geval kan opschorting van de inkoop van participaties van toepassing zijn; - posities tegen ongunstige condities moeten worden verkocht omdat de liquiditeiten uit deze verkoop noodzakelijk zijn voor de uitkering aan uittredende participanten. In dit geval kan dit negatieve gevolgen hebben voor de intrinsieke waarde van de participaties. Dividendrisico Hiermee wordt bedoeld het risico dat de uitgekeerde dividenden op de beleggingen in het fonds voor wat betreft vorm of hoeveelheid niet overeenkomen met de verwachtingen van de beheerder. De beheerder heeft geen invloed op het dividendbeleid van de uitgevende instellingen van de betreffende financiële instrumenten (veelal aandelen). Het niet of in beperkte mate ontvangen van dividenden heeft invloed op de waardeontwikkeling van het fonds en daarmee tevens voor de waardeontwikkeling van een participatie. Bedrijfsvoering De beheerder beschikt over een beschrijving van de administratieve organisatie en het systeem van interne controle als bedoeld bij of krachtens de Wet op het financieel toezicht. Wij verklaren met een redelijke mate van zekerheid dat gedurende de verslagperiode geen constateringen zijn gedaan op basis waarvan wij zouden moeten concluderen: • Dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering (AO/IC) niet voldoet aan de daaraan te stellen (wettelijke) eisen. • Dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert.
Amsterdam, 20 februari 2013
Beheerder: Wijs & van Oostveen B.V. De directie, S. Sarphatie R. Gribbroek
10
BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (na verwerking resultaat)
ACTIEF
31.12.2012 31.12.2011 € € Voetnoot
Beleggingen 1) (longposities) Aandelen 36.655.049 38.566.491 Vastgoedfondsen 2.536.290 2.351.462 Vastrentende waarden - 1.036.399 Gekochte opties 800.367 3.720.110 39.991.706 45.674.462 Vorderingen 2) Overige vorderingen - 26.124 Overlopende activa 45.749 12.702 45.749 Liquide middelen
3) 1.166.737
38.826 481.568
41.204.192 46.194.856 PASSIEF Beleggingen 1) (shortposities) Geschreven opties 333.475 4.390.180 Kortlopende schulden 4) Schulden uit hoofde van transacties in financiële instrumenten 11.525 - Overige schulden en overlopende passiva 80.641 77.146 92.166 77.146 TOTAAL ACTIVA MINUS PASSIVA 40.778.551 41.727.530 Eigen vermogen 5) Nominale waarde participaties 26.929.129 30.232.705 Agioreserve 32.694.247 34.141.253 Algemene reserve (18.844.825) (22.646.428)
TOTAAL EIGEN VERMOGEN 40.778.551 41.727.530
11
WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2012
2012 2011 € €
Voetnoot
Opbrengsten uit beleggingen 6) Interest 16.567 26.769 Uitleen financiële instrumenten 14.756 23.742 Dividend 1.502.782 1.402.254 1.534.105 1.452.765 Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen (3.994.813) (4.346.250) Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen 6.933.854 (1.830.185) Overige bedrijfsopbrengsten 7) 21.241 14.622 TOTAAL OPBRENGSTEN 4.494.387 (4.709.048) TOTAAL KOSTEN 8) 692.784 772.040 RESULTAAT 3.801.603 (5.481.088)
12
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2012 (volgens indirecte methode)
2012 2011 € €
KASSTROOM UIT BELEGGINGSACTIVITEITEN Resultaat 3.801.603 (5.481.088) Aanpassingen voor: • niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen (6.933.854) 1.830.185 • aankopen beleggingen (10.002.157) (30.401.608) • verkopen beleggingen 18.562.062 38.073.108 • mutatie vorderingen (6.922) 8.633 • mutatie kortlopende schulden (exclusief schulden aan kredietinstellingen) 15.020 (89.740) 1.634.149 9.420.578 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten 5.435.752 3.939.490
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN Uitgegeven participaties 27.387 132.232 Teruggenomen participaties (4.777.970) (4.501.086) (4.750.583) (4.368.854)
13
Mutatie liquide middelen (inclusief deposito’s)
685.169
(429.364)
Stand liquide middelen per 1 januari (inclusief deposito’s)
481.568
910.932
Stand liquide middelen per 31 december (inclusief deposito’s) 1.166.737
481.568
Toelichting op de balans, de Winst- en verliesrekening en het Kasstroomoverzicht ALGEMEEN Het Pyramidefonds is een open-end beleggingsfonds voor gemene rekening. Het fonds heeft geen rechtspersoonlijkheid. Het economisch eigendom van de beleggingen berust bij de participanten, die hiervoor een bewijs van inschrijving krijgen uitgereikt. Het juridisch eigendom van de beleggingen berust bij de bewaarder. De bewaarder is Kas-Trust Bewaarder Pyramidefonds B.V., gevestigd te Amsterdam. Als beheerder van het Pyramidefonds treedt Wijs & van Oostveen B.V. op. De beheerder houdt zich bezig met het management van het fonds en dan met name het beleggingsbeleid. Wijs & van Oostveen voert ook de transacties uit voor het Pyramidefonds. Bij aan- en verkoop van financiële instrumenten wordt provisie in rekening gebracht, welke geheel toekomt aan de beheerder, Wijs & van Oostveen. Uit deze transactiekosten betaalt Wijs & van Oostveen direct of indirect alle betrokken partijen (inclusief beurzen) voor hun diensten met betrekking tot de uitvoering, de clearing & settlement en de administratieve verwerking van de transacties. Conform het prospectus kan de inkoop van participaties in het belang van de participanten door de beheerder worden opgeschort, indien naar het uitsluitend oordeel van de beheerder zich een bijzondere omstandigheid voordoet die dit rechtvaardigt.
ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE JAARREKENING Algemeen De jaarrekening van het Pyramidefonds is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslag geving en voldoet in dat kader aan de gestelde vereisten als genoemd bij of krachtens Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. De toegepaste waarderingsgrondslagen gaan uit van de historische kosten. De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen de nominale waarde.
Opbrengsten en kosten De opbrengsten en kosten worden, voor zover ze er betrekking op hebben, toegerekend aan de verslagperiode ongeacht of zij tot ontvangsten en uitgaven in deze periode hebben geleid.
14
Omrekening buitenlandse valuta Activa en passiva luidende in buitenlandse valuta worden omgerekend tegen de valutakoersen aan het einde van de verslagperiode. Deze koers bedraagt per 31 december 2012: 1 USD = € 0,75778 (per 31 december 2011: 1 USD = € 0,77235) Transacties gedurende de verslagperiode in vreemde valuta worden verwerkt tegen de dan geldende dagkoers.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat Beleggingen (financiële instrumenten) Beleggingen worden gewaardeerd naar de laatst gedane (beurs)koersen of noteringen. Gekochte posities respectievelijk geschreven posities in derivaten worden gewaardeerd tegen de laatst bekende bid-koers respectievelijk ask-koers. Indien geen bid- of ask-koers beschikbaar is, dan vindt waardering plaats op grond van de laatst gedane (beurs)koers of notering. Indien de in de vorige alinea genoemde (beurs)koers of notering niet representatief is voor de actuele marktwaarde van een financieel instrument of het betreffende instrument is niet beursgenoteerd, dan vindt waardering plaats op basis van maatschappelijk geaccepteerde waarderingsgrondslagen. Financiële instrumenten genoteerd in buitenlandse valuta worden gewaardeerd met inachtneming van een representatieve koers van de betreffende valuta ten opzichte van de euro. De gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen worden tussentijds ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht.
Transactiekosten Transactiekosten bij aankoop worden geacht onderdeel uit te maken van de kostprijs van de financiële instrumenten. Transactiekosten bij verkoop worden in mindering gebracht op de verkoopopbrengst.
Dividenden De dividenden worden verwerkt op de datum van de aankondiging, waarbij de definitieve dividenduitkering bekend dient te zijn.
Belasting Het fonds wordt aangemerkt als fiscaal transparant. Dit wil zeggen dat, voor wat betreft de fiscale aspecten, door het fonds heen wordt gekeken naar de achterliggende participanten. Het fonds is derhalve niet onderhevig aan belastingheffing over beleggingsopbrengsten.
GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
15
Toelichting op de onderscheiden posten van de balans en de winst- en verliesrekening Balans 1. BELEGGINGEN Het verloop van de beleggingen was in 2012 als volgt (opties inclusief shortposities):
Beginstand Aankopen
€
€
Verkopen
€
Resultaat Eindstand
€
€
Aandelen 38.566.491 5.450.011 8.749.381 1.387.928 36.655.049 Vastgoedfondsen 2.351.462 66.237 377.622 496.213 2.536.290 Vastrentende waarden 1.036.399 - 1.049.973 13.574 Opties (670.070) 4.485.909 4.390.273 1.041.326 466.892 41.284.282 10.002.157 14.567.249 2.939.041 39.658.231
Bovengenoemd resultaat kan als volgt worden gespecificeerd:
€
Gerealiseerde waardeveranderingen bij verkoop (3.994.813) Niet-gerealiseerde waardeveranderingen 6.933.854 2.939.041
De omloopfactor van de activa wordt berekend als de verhouding tussen het totaalbedrag van beleggingstransacties minus het totaalbedrag aan transacties van deelnemingsrechten ten opzichte van de gemiddelde intrinsieke waarde van het fonds. De omloopfactor van de activa in 2012 bedraagt 48% (2011: 129%). De omloopfactor is berekend op een gemiddeld intrinsieke waarde op basis van 13 meetmomenten (maanden). In de jaarrekening over 2011 is deze berekening gemaakt op basis van 5 meetmomenten (kwartalen). Op basis van 5 meetmomenten was de omloopfactor over 2011: 131%. Per 31 december 2012 heeft het Pyramidefonds financiële instrumenten uitgeleend ter waarde van € 490.765 (31 december 2011: € 1.850.591). Het Pyramidefonds gaat uitsluitend overeenkomsten van bruikleen aan met banken in de Europese Unie en tegen afgifte van een contractueel overeengekomen garantie van ten minste 100% van het aantal betrokken financiële instrumenten. Gedurende de verslagperiode is deze garantie afgegeven door KAS BANK N.V.
16
2. VORDERINGEN Overige vorderingen De overige vorderingen betreffen per ultimo 2011 voornamelijk de opgelopen rente op obligaties.
Overlopende activa Dit betreffen hoofdzakelijk de nog te ontvangen bedragen uit hoofde van transacties in financiële instrumenten inzake de verkoop van beleggingen.
3. LIQUIDE MIDDELEN Onder de liquide middelen zijn de banksaldi van het fonds opgenomen. Deze gelden staan ter vrije beschikking.
4. KORTLOPENDE SCHULDEN Schulden uit hoofde van transacties in financiële instrumenten Dit betreffen de nog af te rekenen transacties in financiële instrumenten inzake de aankoop van beleggingen.
Overige schulden en overlopende passiva Onder de overige schulden en overlopende passiva zijn de reserveringen voor nog te betalen kosten opgenomen.
5. EIGEN VERMOGEN Nominale waarde participaties De nominale waarde per participatie bedraagt € 45,38. In 2012 zijn in totaal 414 participaties uitgegeven en 73.212 teruggenomen. Per 31 december 2012 zijn er 593.414 participaties uitstaande.
17
2012 2011 € € Nominale waarde participaties Stand per 1 januari 30.232.705 33.094.942 Uitgegeven participaties 18.777 86.116 Teruggenomen participaties (3.322.353) (2.948.353) Stand per 31 december Agioreserve Stand per 1 januari Gestort bij uitgave van participaties Onttrokken bij terugname van participaties Stand per 31 december
26.929.129
30.232.705
34.141.253 8.611
35.647.869 46.118
(1.455.617)
(1.552.734)
32.694.247
34.141.253
Algemene reserve Stand per 1 januari (22.646.428) Resultaat 3.801.603 Stand per 31 december (18.844.825)
18
(17.165.340) (5.481.088) (22.646.428)
Winst- en verliesrekening 6. OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN Interest Onder dit hoofd zijn de interestbaten opgenomen op eventuele deposito’s, vastrentende waarden en overige banktegoeden, alsmede de interestlasten op de schulden aan kredietinstellingen.
Uitleen financiële instrumenten (security lending) Dit betreffen de opbrengsten uit de in bruikleen gegeven financiële instrumenten.
Dividend Hieronder wordt het netto ontvangen dividend verantwoord. 2012 2011 € € Brutodividend Dividendbelasting
1.724.679 221.897
1.755.788 353.534
Nettodividend
1.502.782
1.402.254
Ingehouden dividendbelasting In het verslagjaar 2011 heeft een foutief verwerkt dividend geleid tot een te hoog verantwoord bedrag aan ingehouden dividendbelasting. Deze verwerking heeft geen invloed gehad op de berekende intrinsieke waarde van het fonds. In de fiscale overzichten aan participanten over 2011 is echter het bedrag aan ingehouden dividendbelasting te hoog weergegeven. In overleg met de Belastingdienst en teneinde de fiscale gevolgen van deze foutieve verwerking te corrigeren, is besloten de correctie in het fiscale jaar 2012 te laten plaatsvinden. De post ingehouden dividendbelasting is in 2012 gecorrigeerd met een bedrag van € 38.551, € 0,06 per participatie. Voor nieuw toegetreden participanten zal het fiscale gevolg van de correctie in 2012 per participant worden verrekend.
7. OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN De overige bedrijfsopbrengsten bestaan grotendeels uit:
Uitkering Lehman Brothers Holding Inc. Het fonds heeft in de eerste helft van 2012 een definitieve uitkering ontvangen van het failliete Lehman Brothers Holding Inc. op de Dutch Power Notes VII. Deze uitkering (€ 6.701) is verwerkt onder de overige bedrijfsopbrengsten. Voor de Dutch Power Notes VII rust nu nog een claim op Lehman Brothers Treasury B.V., de Nederlandse uitgevende instelling van
19
de notes. De hoogte van deze vordering is niet met zekerheid vast te stellen. De Dutch Power Notes VII zijn daarom gewaardeerd op nihil.
Vergoeding transactiekosten bij toe- en uittreding Indien en voor zover bij toe- en/of uittreding van vermogen in het fonds transactiekosten worden gemaakt voor het beleggen respectievelijk vrijmaken van dit vermogen, dan komen deze transactiekosten voor rekening van het fonds. Door de beheerder worden deze transactiekosten vergoed uit de door haar ontvangen toe- en/of uittredingskosten. De vergoeding bedraagt – indien van toepassing – 0,3%. In de verslagperiode heeft het fonds in dit kader een vergoeding ontvangen van € 14.416 (2011: € 13.900).
8. KOSTEN Verwerking kosten Kosten worden verwerkt in de maand waarin deze aan het fonds in rekening worden gebracht. Met uitzondering van de maandelijkse beheervergoeding worden bij een factuurbedrag hoger dan € 25.000 de kosten geactiveerd en in twee maanden ten laste van het fondsvermogen gebracht. Voor toezichtkosten en accountants- en advieskosten wordt maandelijks ten laste van het fondsvermogen gedoteerd aan een reservering. De werkelijk ontvangen en betaalde facturen worden ten laste gebracht van deze reservering. Periodiek wordt de stand van de reservering vergeleken met de nog te verwachten kosten. Deze evaluatie kan leiden tot een aanpassing van de dotatie.
20
De kosten worden als volgt gespecificeerd: 2012 2011 € € Beheervergoeding Kosten bewaring en margin Toezichtkosten Drukwerk, promotie- en portikosten Accountants- en advieskosten Overige kosten (waaronder valutakoersverschillen)
493.126 43.003 12.000 62.705 39.600
548.818 55.514 10.800 80.379 54.000
42.350
22.529
692.784
772.040
De berekeningsgrondslag van bovenstaande kosten – voor zover van toepassing – is opgenomen in het prospectus van het Pyramidefonds. Een overzicht van de kosten over de afgelopen 5 jaren is opgenomen in het prospectus. De indeling van dit overzicht maakt het mogelijk om de werkelijke kosten te relateren aan het kostenniveau volgens het prospectus.
Beheervergoeding De beheervergoeding bedraagt 0,1% (per maand) en wordt berekend over het fondsvermogen. De vergoeding wordt maandelijks in rekening gebracht. Bij de berekening van de beheervergoeding voor de beheerder van het Pyramidefonds is de waarde van de beleggingen in gelieerde beleggingsfondsen buiten beschouwing gelaten. Er is derhalve geen sprake van dubbele beheervergoeding.
Specificatie accountants- en advieskosten De kosten van de accountant ten behoeve van in de verslagperiode uitgevoerde werkzaamheden kunnen als volgt worden gesplitst: onderzoek van de jaarrekening € 14.000, overige controleopdrachten (waaronder de kwartaalcontrole) € 25.000 en € 12.000 voor niet-controlediensten zoals de beoordeling van de fiscale overzichten en de dividend- en rentereseignering. De betaling van deze kosten is ten laste gebracht van de reservering.
Vergoeding bij toe- en uittreding De in rekening gebrachte vergoeding bij toe- en uittreding valt geheel toe aan Wijs & van Oostveen. Conform het prospectus wordt de volgende vergoeding in rekening gebracht bij toetreding, berekend over de afgifteprijs van de participatie: Bij een storting die niet hoger is dan € 25.000 Bij een storting tussen € 25.000 en € 50.000 Bij een storting vanaf € 50.000
1,5% 1% 0,5%
Bij uittreding bedraagt de vergoeding 1% van de intrinsieke waarde van de participaties.
21
Indien en voor zover bij toe- en/of uittreding van vermogen in het fonds transactiekosten worden gemaakt voor het beleggen respectievelijk vrijmaken van dit vermogen, dan komen deze transactiekosten voor rekening van het fonds. Door de beheerder worden deze transactiekosten vergoed uit de door haar ontvangen toe- en/of uittredingskosten. De vergoeding bedraagt – indien van toepassing – 0,3%. Bij aan- en verkoop van financiële instrumenten in 2012 heeft beheerder Wijs & van Oostveen in totaal € 171.175 aan transactiekosten bij het Pyramidefonds in rekening gebracht. Van dit bedrag komt € 53.320 (31%) toe aan de direct of indirect bij de transacties betrokken partijen (inclusief beurzen) als vergoeding voor de dienstverlening met betrekking tot de uitvoering, de clearing & settlement en de administratieve verwerking.
Total Expense Ratio De Total Expense Ratio geeft de verhouding weer tussen de kosten van het Pyramidefonds, exclusief transactiekosten en dividendbelasting, in relatie tot de gemiddelde intrinsieke waarde. De Total Expense Ratio over de verslagperiode bedraagt 1,68% (2011: 1,67%). De Total Expense Ratio is berekend op een gemiddelde intrinsieke waarde op basis van 13 meetmomenten (maanden). In de jaarrekening over 2011 is deze berekening gemaakt op basis van 5 meetmomenten (kwartalen). Op basis van 5 meetmomenten was de Total Expense Ratio over 2011: 1,70%.
Personeel Het Pyramidefonds heeft geen werknemers in dienst.
Amsterdam, 20 februari 2013
Beheerder: Wijs & van Oostveen B.V.
De directie, S. Sarphatie R. Gribbroek
22
Overige gegevens BEPALINGEN OMTRENT DE BESTEMMING VAN HET RESULTAAT De bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat zijn opgenomen in hoofdstuk 10 (Resultaatsbestemming) van het prospectus. Op grond van het prospectus zal een positief resultaat na vaststelling van de jaarrekening worden toegevoegd aan de algemene reserve en worden herbelegd. Een negatief resultaat zal aan de algemene reserve worden onttrokken.
RESULTAATSBESTEMMING Resultaat 2012 Toegevoegd aan de algemene reserve
€ 3.801.603 3.801.603
Bestuurdersbelangen Gedurende de verslagperiode heeft de directie van de beheerder Wijs & van Oostveen B.V. in de navolgende fondsen een belang gehad, waar tegelijkertijd ook het Pyramidefonds in participeerde (in aantallen). Aantal aan het Aantal aan het begin van de Mutaties in de einde van de verslagperiode verslagperiode verslagperiode DSM N.V. ASML Holding N.V.
90 -
(38) 36
52 36
GELIEERDE PARTIJEN In de verslagperiode hebben de volgende transacties plaatsgevonden tussen Wijs & van Oostveen en het Pyramidefonds: € Direct Beheervergoeding 493.126 Transactiekosten bij aan- en verkoop van financiële instrumenten 171.175 Kosten toe- en uittreding 46.601 Vergoeding transactiekosten bij toe- en uittreding (14.416)
Indirect Beheervergoeding gelieerde beleggingsinstellingen (de beheervergoeding is berekend op basis van het gemiddelde belang van het Pyramidefonds in de betreffende financiële instrumenten)
23
2.444
Alle transacties met gelieerde partijen hebben tegen marktconforme voorwaarden plaatsgevonden.
Gelieerde beleggingsinstellingen De beheerder van het Pyramidefonds heeft op grond van het prospectus de mogelijkheid te beleggen in gelieerde beleggingsinstellingen voor zover deze belegging past binnen het te voeren beleggingsbeleid, zoals vastgelegd in het prospectus. In de verslagperiode heeft het Pyramidefonds belegd in gelieerde beleggingsfondsen, namelijk in de volgende subfondsen van het Paraplufonds Nederlandse Beleggingsfondsen: Fris Rotatie Fonds, Fris Valuta Fonds, Fris Blue Chip Dividend Fonds, Fris Strategie Fonds en Fris Aziatische Meesters Fonds. De beheerder van deze fondsen is Fris. Fris is een handelsnaam van Wijs & van Oostveen B.V. Bij de berekening van de beheervergoeding voor de beheerder van het Pyramidefonds wordt de waarde van de beleggingen in deze gelieerde beleggingsfondsen buiten beschouwing gelaten. Er is derhalve geen sprake van dubbele beheervergoeding. De beheervergoeding van de Fris-fondsen, verwerkt in de koers van deze gelieerde beleggingsinstellingen, komt wel toe aan beheerder Wijs & van Oostveen.
Uitvoering stemrechten De beheerder van het fonds voert in het algemeen geen actief beleid ten aanzien van de uitoefening van stemrechten die verbonden zijn aan aandelen en andere financiële instrumenten waarin het fonds belegt. Wegens de doorgaans relatief geringe omvang van de door het fonds gehouden pakketten is daartoe geen aanleiding. Indien in voorkomende gevallen het belang van de participanten van het fonds vereist dat stemrecht wordt uitgeoefend, dan zal de beheerder dat doen. Waar het fonds substantiële pakketten houdt, zal de beheerder in het belang van de participanten een actiever beleid voeren.
24
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Beheerder van het Pyramidefonds
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van het Pyramidefonds te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst- en verliesrekening over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de Beheerder De Beheerder van het Fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de Beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht. De Beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
25
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het Fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Beheerder van het Fonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van het Pyramidefonds per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met de Wet op het financieel toezicht.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de Beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de Beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 20 februari 2013 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: Drs W.H.E. van Ommeren RA MBA
26
AANDELENPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2012 Beurswaarde per Aantal Fonds 31.12.2012 €
236.000 Aegon N.V. 1.540.000 AEX Sprint Notes 4.000 Ageas SA 121.500 Ahold N.V., Koninklijke 31.200 AkzoNobel N.V. 19.900 Aperam 100.750 ArcelorMittal SA (AEX) 13.783 ASML Holding N.V. 12.500 AXA SA 13.000 Carrefour SA 18.250 DSM N.V., Koninklijke 150.000 Dutch Power Notes VII 34.500 France Telecom SA 41.083 Heineken Holding N.V. 542.000 ING Groep N.V. Cert. 868.066 KPN N.V., Koninklijke 162.000 Philips Electronics N.V., Koninklijke 118.468 PostNL 9.250 Randstad Holding N.V. 88.250 Reed Elsevier N.V. 190.500 Royal Dutch Shell PLC (A) 16.000 SBM Offshore N.V. 54.700 TNT Express 37.000 Total SA 230.500 Unilever N.V. Cert. 42.000 Wolters Kluwer N.V.
1.133.508 1.030.260 88.860 1.231.403 1.552.044 227.059 1.303.201 661.584 166.875 251.485 835.668 287.696 1.702.274 3.827.062 3.225.733 3.222.990 345.690 257.196 987.076 4.948.238 168.240 461.121 1.443.370 6.646.468 649.950
Totaal aandelen tegen beurswaarde per 31 december 2012 36.655.049
27
VASTGOEDPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2012
Beurswaarde per Aantal Fonds 31.12.2012 € 18.452 Corio N.V. 9.800 Unibail-Rodamco SA 2.500 Wereldhave N.V. Totaal vastgoed tegen beurswaarde per 31 december 2012
633.180 1.783.110 120.000 2.536.290
GEKOCHTE OPTIEPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2012 Beurswaarde per Aantal Fonds Uitoefenprijs 31.12.2012 € € Putopties long 387 AEX Put 03/2013 280,00 436 AEX Put 06/2013 280,00 59 AEX Put 06/2013 300,00 2.188 KPN Put 12/2016 3,20 1.489 KPN Put 12/2016 4,00 1.993 KPN Put 12/2016 4,80 113 KPN Put 12/2016 6,00 Totaal gekochte opties tegen beurswaarde per 31 december 2012
28
27.090 122.080 30.680 137.844 153.367 300.943 28.363
800.367
GESCHREVEN OPTIEPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2012
Beurswaarde per Aantal Fonds Uitoefenprijs 31.12.2012 € €
29
-20 -200 -180 -220 -100 -115
Callopties short ALO Call 03/2013 ING Call 03/2013 KPN Call 03/2013 KPN Call 06/2013 PTNL Call 03/2013 SBM Call 03/2013
41,26 6,80 4,20 4,20 3,00 11,00
(14.550) (11.000) (2.700) (5.720) (2.800) (6.670)
-939 -449 -659 -20 -1.000 -200 -180 -220 -360 -140 -1.870 -380
Putopties short AEX Put 03/2013 AEX Put 06/2013 AEX Put 06/2013 ALO Put 03/2013 FRO1 Put 06/2013 ING Put 03/2013 KPN Put 03/2013 KPN Put 06/2013 PTNL Put 06/2013 SBM Put 06/2013 TTM Put 06/2013 TTM Put 09/2013
240,00 240,00 250,00 41,26 16,00 6,80 4,20 4,20 2,60 9,20 2,80 2,80
(28.170) (42.655) (82.375) (1.397) (2.300) (5.800) (11.700) (16.500) (10.800) (7.560) (29.920) (9.120)
Uitoefenprijs $ Putopties short – USD -30 CSCO Put 04/2013 18,00 -600 NOK Put 01/2015 3,00
(1.273) (40.465)
Totaal geschreven opties tegen beurswaarde per 31 december 2012
(333.475)
SAMENSTELLING BELEGGINGSPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2012
Beurswaarde per 31.12.2012 31.12.2012 31.12.2011 € % % Totaalwaarde binnenlandse financiële instrumenten 29.158.338 Totaalwaarde buitenlandse financiële instrumenten 10.499.893 39.658.231
30
74
64
26
36
100
100
Overzicht van de intrinsieke waarden Aantal Intrinsieke Intrinsieke uitstaande waarde per waarde fonds participaties participatie (x € 1.000) € 30.06.2008 31.12.2008 30.06.2009 31.12.2009 30.06.2010 31.12.2010 30.06.2011 31.12.2011 30.06.2012 31.12.2012
31
71.230 41.545 43.197 52.251 47.572 51.577 47.446 41.728 39.813 40.779
880.098 853.827 827.686 799.743 755.630 729.285 687.492 666.212 630.241 593.414
80,93 48,65 52,19 65,33 62,96 70,72 69,01 62,63 63,17 68,72
Doelstelling en algemeen beleggingsbeleid van het fonds
Het beleggingsbeleid is gericht op het behalen van een optimaal beleggings resultaat bij een aanvaardbare risicograad. Het fonds richt zich primair op beleggingen in aandelen die zijn genoteerd op de belangrijkste financiële beurzen van de wereld, met het accent op aandelen die zijn genoteerd aan Eurolist van Euronext Amsterdam. Afhankelijk van het koersniveau van de aandelenmarkten zal ook worden belegd in obligaties, vastgoedfondsen en liquiditeiten. Daarnaast zal het Pyramidefonds direct of indirect kunnen beleggen in aan de beheerder of bewaarder gelieerde partijen, waaronder andere beleggingsinstellingen. Ook op initiatief van beheerder Wijs & van Oostveen ontwikkelde en door derden uitgegeven producten (waaronder gestructureerde producten zoals notes) kunnen onderdeel zijn van de beleggingsportefeuille van het fonds. Tevens zullen derivaten, waaronder opties en aanverwante beleggings instrumenten, een onderdeel vormen van het te voeren beleggingsbeleid. Uit het gebruik van deze instrumenten kunnen zowel rechten als plichten voortvloeien, die een risicoverlagend dan wel -verhogend effect kunnen veroorzaken. Het geheel van deze instrumenten zal met name worden aangewend in het kader van risicobeperking. Dit sluit echter niet uit dat derivaten die binnen de portefeuille een hefboomwerking veroorzaken (zoals bijvoorbeeld gekochte callopties en/of geschreven putopties) ook aan de eerdergenoemde doelstelling van vermogensgroei kunnen bijdragen. Indien er naar het oordeel van de beheerder dan ook voldoende zekerheden beschikbaar zijn, kan de beheerder ervoor kiezen om ook indirect (door middel van de aankoop van callopties en/of het schrijven van putopties, etc.) in financiële instrumenten te beleggen. Het fonds kan, ter tijdelijke financiering van de beleggingsactiviteiten, als debiteur geldleningen aangaan tot een maximum van 10% van het fondsvermogen. Bovendien kunnen ter verhoging van het rendement voor rekening en risico van het fonds ongelimiteerd financiële instrumenten in bruikleen worden gegeven. Dergelijke overeenkomsten van bruikleen zullen uitsluitend worden aangegaan met banken in de Europese Unie en uitsluitend tegen afgifte van een contractueel overeengekomen garantie. De bank die de bruikleen voor het fonds faciliteert, draagt in voornoemd kader zorg voor een gestelde zekerheid van minstens 100% van de waarde van de uitgeleende financiële instrumenten.
32
VIJF JAAR PYRAMIDEFONDS
2012 2011 2010 2009 2008 € € € € €
Gerealiseerde waardeveranderingen (3.994.813) (4.346.250) (2.432.044) (3.889.007) (2.974.309) Niet-gerealiseerde waardeveranderingen 6.933.854 (1.830.185) 5.417.837 16.969.109 (42.915.834) Interest, dividend en uitleen financiële instrumenten 1.534.105 1.452.765 1.754.318 1.380.940 2.981.059 Overige bedrijfsopbrengsten 21.241 14.622 26.618 10.440 334.830 Lasten (692.784) (772.040) (813.865) (864.578) (1.188.228)
3.801.603 (5.481.088) 3.952.865 13.606.904 (43.762.482)
Fondsvermogen einde boekjaar
40.778.551 41.727.530 51.577.471 52.250.984 41.544.975
Het Pyramidefonds is een initiatief van: Wijs & van Oostveen B.V. Herengracht 493 1017 BT Amsterdam tel. 020 - 6388226 fax 020 - 6391516
33