Sierappel
Anton aan het filmen bij de Sierappel
PWG-excursie naar De Plantage in Schiedam 1 oktober 2014 Woensdag 1 oktober trokken we 7 man sterk naar de Plantage in Schiedam, een van de oudste stadsparken in Nederland. De Plantage werd in 1767 aangelegd door Arij van Bol’es. Met de aanleg van het stadspark tussen de Lange Nieuwstraat en de Tuinlaan verdwenen de varkenskotten en de varkens, die leefden van de afvalstoffen van de branderijen en kwamen er steeds meer woningen en bedrijven. In 1826 heeft Jan David Zocher (bekend van het Vondelpark en ook van het park bij de Euromast) het park opnieuw ingericht. Hij veranderde de stijl van het park van de Franse Rococo stijl in de Engelse landschapstijl. Later volgden nog diverse opknapbeurten in 1953, in 1994 en in 2012. Er bestaat een belangen- en bewonersvereniging, die nauw betrokken is bij de ontwikkelingen in het park. De voorzitter daarvan, Huib Sneep troffen we bij toeval aan. We verzamelen bij het herdenkingsmonument van Jan van Luyn, waarop geschreven staat: “Nooit heb ik wat mij werd ontnomen zo bitter, bitter liefgehad”. Deze regel is van Ida Gerhard uit het gedicht “Het Carillon”. Is dit misschien ook een aanmoediging om in het nu innig lief te hebben? Maar laten we het over bomen hebben. In het begin van het park staan een aantal bomen gegroepeerd, Haagbeuk, Winterlinde, Katsoerabomen, Taxus en Magnolia en daarom heen zijn een aantal vaste plantenvakken aangelegd. De Katsoeraboom heeft prachtige herfsttinten. Hij kan gemakkelijk verward worden met de
Judasboom (die we overigens later op de Broersvest aantreffen), maar de Katsoera heeft tegenoverstaande bladstand, de Judasboom verspreide. Bij de Linde kijken we voor de determinatie naar de onderzijde van het blad. Zijn er toefjes haren in de nerfoksels, zijn die rose of wit? Ook kijken we naar de nerven van de 3e orde. Zijn die van onderen duidelijk laddervormig uitspringend? Ook de maten van het blad zijn bepalend. Zo komen we hier tot Hollandse linde en ook Winterlinde, maar helemaal zeker is dat nog niet. Ook met Dr. B.K. Boom en zijn opvolger nu “Dendrologie van de lage landen” komen we er niet uit. Er blijkt ook een fout in Heukels of bij Boom te staan: bij Zomerlinde spreken de andere boeken van bruinachtige okselbaarden, terwijl in Heukels witte staat. Dit laten we nu maar rusten. De Magnolia heeft een fraaie vrucht. In de plantvakken bloeit nog het een en ander: geelbloeiende Daglelie, rode Duizendknoop, lila Herfstaster, Kaukasich vergeet-mij-nietje, Herfstanemoon en Kattenkruid. Uitgebloeid zijn Geitenbaard en een Geranium. Solitair staat een Oosterse plataan van 132 jaar oud, die de status van Wereldboom heeft gekregen. Dat wij de jeugd achter ons hebben gelaten, blijkt uit het feit, dat niemand van ons zich geroepen voelt in de enorme hangmat, die eronder staat, te gaan liggen. Links staat een grote Paardenkastanje. De bolsters liggen op de grond en ze zijn gestekeld, maar er liggen ook gladde bolsters. De doorslag geeft het aantal van 7deelblaadjes. De witte heeft er 5 – 7, de Rode 5. Een eind verder staan wel Rode paardenkastanjes. De Amberboom moet zijn schitterende herftkleuren nog krijgen. Er hangen wel vruchten in. De eik met donkergroen blad blijkt de Moseik te zijn. We vinden amper vruchten, maar gelukkig kan de heer Sneep ons dit vertellen. Zo zijn de kleine bomen met rode pluimen bovenop Bijenbomen (Tetradium) en tamelijk zeldzaam. We zien nu de vruchtjes. “Over zes weken komen er massaal vinken op af”. De vrij rommelige plantenstroken zijn ook ter wille van de bijen ingezaaid. Er groeit van alles: Melganzenvoet, Harig knopkruid, Zwart tandzaad, Bernagie, Radijs, Akkerdistel, Zwarte nachtschade en Groot kaasjeskruid. De Radijs heeft dikke hauwen van wel 5 cm. Ze zijn niet ingesnoerd tussen de vruchten. Er staat ook een Hicorynoot (Carya), waarschijnlijk de Bitternoot. De boom, die ons wat problemen oplevert, is de Hemelboom, aldus de heer Sneep. Als er wel eens een boom dood gaat, dan proberen ze zo veel mogelijk een soort te planten, die er nog niet staat.
Ik denk dan al gauw aan een allegaartje of een verzameling, maar hij verzekert ons, dat het wel groepjes blijven. We vinden eerst de lange bruine peulen en dan ook de boom zelf: de Christusdoorn. Die kan gemene doorns op zijn stam hebben. Dat is een verdedigingsmechanisme tegen plantenetende dieren. De Tulpenboom laat zijn typische blad zien. Er staat een groepje Honingbomen. We zien nog een enkel peultje daarvan, ook Vlinderbloemigen dus. Dan een groep Rode beuken en de napjes staan wijd open, want de nootjes liggen al op de grond. Er staan een stuk of drie Moerbeibomen, vermoedelijk de Zwarte. We kunnen de knoppen goed bekijken, want ze zijn zojuist gesnoeid. De Zwarte moerbei heeft een hartvormige bladvoet. De vruchten zijn lekkerder dan die van de Witte moerbei, maar de zijdenrupsen geven de voorkeur aan de Witte moerbei, die in China inheems is. De Ginkgo heeft zowaar vruchten, die volgens Anton verschrikkelijk zouden stinken en daarom worden de vrouwelijke bomen weinig aangeplant. De boom is dus tweehuizig. We ruiken eraan, maar ze stinken pas, als je de vruchten onder je neus duwt. Er zijn ook nog stroken met lagere, struikachtige beplanting. Daarin Magnolia stellata, die al vol met harige knoppen zit. Viburnum rhytidophyllum, soms nog bloeiend, maar ook met donkerblauwe bes,Sering, Aucuba met bont gekleurd blad, Gelderse roos met rode bessen, Tuinhortensia met bolvormige bloeiwijzen, een Hydrangea met witte steriele randbloemen. Verder nog Rhododendron, Kerria, Karmozijnbes, Hongaarse sering, Toverhazelaar. Bij Callicarpa hoor ik een geluid zoals bij vuurwerk en dat is omdat hij nu zijn paarse bessen toont. We zien nog een Hartbladige els en aan het eind een Treurbeuk. We lopen langs de Tuinlaan terug en dan passeren we allerlei gebouwen, die bij sommigen herinneringen oproepen. Zo denk ik aan de zusters Dominicanessen, die hier hun domicilie hadden en van wie ik o.a. breien leerde. We zien nog boomhazelaar en vinden vruchten op de grond. Op het Plein Eendracht staan fraaie Meelbessen. We sluiten af met een drankje bij het Vierkantje met als eindconclusie, dat er meer dan genoeg te beleven viel. Priscelline Deelnemers: Gerda, Ab, Arnolda, Anton, Kees de Grijp en Hannie de Jong, Priscelline
Plantenlijst De Plantage in Schiedam 1 oktober 2014
Akkerdistel
Cirsium vulgare
Amberboom
Liquidambar styraciflua
Hemelsleutel Herstanemoon
Amerikaans krentenboompje Amelanchier lamarkii
Herfstaster
Aucuba
Herfstprunus
Aucuba japonica
Berk
Betula spec.
Bernagie
Borago officinalis
Hongaarse sering
Boomhazelaar
Corylus colurna
Honingboom
Pennisetum alopecuroides ?
Hydrangea?
Cotoneaster salicifolius floccosa
Daglelie
Hemerocallis spec.
Bruidsbloem
Deutzia spec.?
Duizendknoop
Persicaria ampexicaule
Eenstijlige meidoorn
Crataegus monogyna
Es
Fraxinus angustifolia
Geitenbaard Gele zonnenhoed
Rudbeckia fulgida ‘Goldsturm’?
Christusdoorn Goudgele honingklaver
Haagbeuk Harig knopkruid Hartbladige els Hemelboom
Prunus autumnalis Carya Tilia x vulgaris Syringa microphylla Styphnolobium japonicum
Japanse toverhazelaar Judasboom
Hamamelis japonica ?
Cercis siliquastrum (Broersvest)
Oosterse karmozijnbes Katsoeraboom
Phytolacca esculenta Cercidiphyllum japonicum
Kattenkruid
Nepeta spec.?
Kaukasisch vergeet-mij-nietje
Brunnera
Aruncus dioicus
Japanse notenboom
Groot kaasjeskruid
Aster x versicolor
Hollandse linde
Tetradium spec.
Cotoneaster
Anemone hupehensis?
Hicorynoot
Bijenboom
Lampenpoetsergras
Sedum telephium ?
Ginkgo biloba Gleditsia triacanthos Melilotus altissimus Malva sylvestris Carpinus betulus Galinsoga quadriradiata Alnus cordata Ailanthus altissima
macrophylla Ranonkelstruik (of Kerriestruik) Meelbes Melganzenvoet Moseik
Kerria japonica Sorbus aria
Chenopodium album Quercus cerris
Noorse esdoorn
Acer platanoides
Oosterse plataan
Platanus orientalis
Perzikkruid Radijs Rhododendron
Polygonum persicaria Raphanus sativus Rhododendron spec.
Rijstebrij
Iberus sempervirens
Robinia
Robinia pseudoacacia
Rode beuk
Fagus sylvatica atropurpurea
Rode paardenkastanje Rode zonnenhoed
Aesculus carnea Echinacea purpurea
Ruwe iep
Ulmus glabra ?
Schijnaardbei
Potentilla indica
Schoonvrucht
Callicarpa bodinieri
Sering
Syringa vulgaris
Spaanse aak
Acer campestre
Stermagnolia
Magnolia stellata
Taxus Treurbeuk
Taxus baccata Fagus sylvatica ‘Purpureapendula’
Tuinhortensia Tuinsalvia
Hydrangea macrophylla Salvia nemorosa ?
Tulpenboom
Liriodendron tulipifera
Vlinderstruik
Buddleja davidii
Vrouwenmantel
Alchemilla spec.
Zwarte moerbei
Winterlinde Witte paardenkastanje Zwart tandzaad Zwarte moerbei Zwarte nachtschade
Tilia cordata Aesculus hippocastanum Bidens frondosa Morus nigra Solanum nigrum subsp. Nigrum
Paddenstoel: Plooirokje
Coprinus plicatilis
(De vele vraagtekens zullen bij een volgend bezoek beantwoord moeten worden)
Liquidambar styraciflua
Katsoeraboom
Bijenboom “Tetradium”
Katsoeraboom
Herfstanemoon