LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
PV Praktische oefeningen gezinstechnieken TV Gezinstechnieken
Basisoptie:
Sociale en technische vorming
Onderwijsvorm:
A-STROOM
Graad:
eerste graad
Leerjaar:
tweede leerjaar
Leerplannummer:
2009/005
4 lt/w 2 lt/w
(vervangt 2008/006) Nummer inspectie:
2008 / 6 // 1 / H / BO / 2H / I / / D/ (vervangt 2008 / 6 // 1 / H / BO / 1 / I / / V/09)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen/leerinhouden........................................................................................................5 Pedagogisch-didactische wenken ..........................................................................................................25 Minimale materiële vereisten ..................................................................................................................31 Evaluatie .................................................................................................................................................33 Bibliografie ..............................................................................................................................................35
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
2
VISIE De basisoptie Sociale en technische vorming (STV) heeft een oriënterende en observerende functie naar de tweede graad toe. Het is de bedoeling om een brede en harmonische vorming te waarborgen en de leerling goed te begeleiden bij het maken van een verantwoorde keuze wat betreft de studierichting in het eerste leerjaar van de tweede graad. Bewustwording van een gezonde leefstijl is een specifieke invalshoek voor dit leerjaar, naast elementaire sociale vaardigheden die nodig zijn om in het latere leven op te komen voor zichzelf en respectvol en behulpzaam met anderen om te gaan. Kwaliteitszorg is ook een belangrijk item waar de nadruk dient op gelegd te worden m.b.t. hygiënisch, milieubewust, ergonomisch en veilig werken. Voorname aandachtspunten zijn: • de ik-persoon staat centraal zodat de zelfkennis ontwikkeld wordt; • vertrekken vanuit eenvoudige problemen. Leerlingen verwerven sociale en technische inzichten die ze concretiseren in eenvoudige experimenten en realisaties. De kennis dient op een actieve wijze aangebracht te worden om alzo succeservaringen na te streven. Gebruik van de basisvakterminologie mag hierbij niet uit het oog verloren worden. We willen leerlingen laten ervaren dat heel wat activiteiten in ons dagelijks leven gebaseerd zijn op wetenschappelijke vaststellingen en metingen. Dit betekent dat er voldoende aandacht moet zijn voor het cognitieve aspect of de technisch-wetenschappelijke onderbouwing. We opteren ervoor om de stappen van het technologisch proces toe te passen bij uitvoeren van de realisaties. ICT dient waar mogelijk geïntegreerd te worden in het lesgebeuren. Vertrekkende vanuit de leefwereld van de leerlingen worden de basisprincipes van het economisch handelen benaderd.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
3
BEGINSITUATIE
Profiel van de leerlingengroep In concrete situaties hebben de leerlingen in het 1e leerjaar A-stroom reeds met de technologie kennis gemaakt via het vak TV Technologische opvoeding. Daarnaast kregen sommigen via het keuzegedeelte een praktische initiatie. Ook op het “sociaal en maatschappelijk terrein” hebben de leerlingen een - eerste - basiskennis verworven, enerzijds, op basis van de vakoverschrijdende eindtermen sociale vaardigheden, gezondheids- en milieueducatie, anderzijds, verworven uit buitenschoolse ervaringen. De leerlingengroep kan bijgevolg heterogeen zijn. Daarom kan men slechts van een minimum aan technische kennis uitgaan, uiteraard aangepast aan het niveau van de groep.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN In de basisoptie ‘Sociale en technische vorming’(STV) maken de leerlingen kennis met de drie voorkomende componenten nl. ¾ De sociale component beoogt de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de leerling in zijn sociale dimensie m.a.w. de mens die zich bij al zijn activiteiten om het welzijn van zijn medemens bekommert en zijn sociale verantwoordelijkheid opneemt. ¾ De technische component beoogt de ontwikkeling van basisvaardigheden die nodig zijn om realisaties uit te voeren en te reflecteren. Het betreft hierbij het geheel van bewerkingen en activiteiten m.a.w. de mens die bewust handelt. ¾ De vormingscomponent is het bindmiddel tussen, enerzijds, de basisvorming, anderzijds, de sociale en technische vorming. Vanuit deze component wordt voortdurend een verband tussen verschillende leerinhouden gelegd, zodat een meer geïntegreerde benadering bekomen wordt. Deze basisoptie beoogt de jongeren kennis te laten maken met de genoemde componenten. Bovendien wil ze de elementaire basis leggen, om als evenwichtige, sociaal en technisch ingestelde persoonlijkheden, een rol in het maatschappelijk en economisch leven te kunnen vervullen. In de tweede en derde graad wordt deze vorming nog uitgebreid met de wetenschappelijke component. Via deze uitbreiding zullen jongeren nog beter in staat gesteld worden, om spontaan na te denken over ‘wat, hoe en waarom’ iets moet gebeuren of gebeurd is. Om al zijn activiteiten oordeelkundig te laten verlopen, steeds te verbeteren en aan te passen aan de noden van de tijd heeft de mens nood aan wetenschappelijke kennis, m.a.w. de mens die denkt. In de basisoptie STV staat bijgevolg de sociale en de technisch gevormde MENS centraal en beoogt men volgende doelstellingen in zijn meest elementaire vorm na te streven: -
steeds aandacht hebben voor een gezonde leefstijl; vlot diverse moderne informatiebronnen raadplegen en gericht gebruiken; een eenvoudige realisatie uitvoeren volgens het technologisch proces; een realisatie analyseren, dit wil zeggen ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en reflecteren; kennis aangaande het materiaal, materieel en de basistechnieken verwerven; het fundamenteel belang van een werkmethode inzien; streven naar kwaliteit; aandacht hebben voor orde, hygiëne, veiligheid, milieu, ergonomie en economie in functie van het vak; elementaire sociale vaardigheden verwerven; kritische enthousiaste ingesteldheid hebben; positief zelfbeeld ontwikkelen; creatief zijn.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN Opmerking: De uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid met een U en zijn cursief gedrukt. Deze zijn niet verplicht, maar bedoeld voor meer gevorderde klassen en/of leerlingen.
TV GEZINSTECHNIEKEN (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
De basisoptie Sociale en technische vorming 1 inzicht ontwikkelen in de drie componenten van STV. het begrip sociale vaardigheden verwoorden aan de hand van een voorbeeld. het begrip technische vaardigheden verwoorden aan de hand van een voorbeeld. het begrip vorming op wetenschappelijk vlak verwoorden aan de hand van een voorbeeld. 2 de voornaamste studiemogelijkheden op diverse niveaus via ICT opzoeken en interpreteren.
1
De drie componenten
1.1
De sociale component
1.2
De technische component
1.3.
De vormingscomponent
2
Studiemogelijkheden
2.1
In het secundair onderwijs
een houding ontwikkelen om bij het kiezen van een studierichting inzicht te krijgen in de eigen mogelijkheden. 2.2
•
doel
•
studierichtingen
In het hoger onderwijs
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 3 bij het kiezen van een studierichting rekening houden met eigen interesses. diverse beroepsmogelijkheden opnoemen.
Nr. 1
6
LEERINHOUDEN 3
Beroepsmogelijkheden
3.1
Na het secundair onderwijs
3.2
Na het hoger onderwijs
Specifieke pedagogisch-didactische richtlijnen “basisoptie Sociale en technische vorming” Herhalen van de 5 fasen van het technologisch proces (probleemstelling, keuze, realisatie, actualisering, evaluatie): als een rode draad hanteren. Interactieve werkvormen gebruiken: brainstormen, aanvullen, ordenen en toelichten. Relatie tussen de drie componenten en de leervakken leggen. Situatieschetsen uit de leefwereld aan de hand van jongerentijdschriften.
2
Dit thema sluit perfect aan bij de vakoverschrijdende eindtermen ‘leren leren’, nl. het domein van de studiekeuzebegeleiding. Internetopdrachten. Via websites van scholen de studiemogelijkheden schematisch voorstellen. Het verschil tussen TSO- en BSO-studierichtingen op een positief-kritische manier verduidelijken. In functie van de studiekeuze op het einde van het schooljaar.
3
Droom voor de toekomst uitschrijven. Uitgaan van de beroepenstructuur van de sociale partners. Flowshart maken. Gerichte bezoeken brengen: kennismaking met de arbeidswereld.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
7
LEERINHOUDEN
Mijn lichaam 1
1
Persoonlijke lichaamshygiëne
1.1
De huid
1.2
Het haar
de bouw van handen omschrijven.
1.3
De handen
de bouw van voeten omschrijven. verwoorden hoe nagels ontstaan.
1.4
De voeten en nagels
de bouw van het gebit omschrijven.
1.5
Het gebit
algemene regels voor de intieme hygiëne verwoorden. het verband tussen een goede lichaamshygiëne en gezondheid verklaren.
1.6
De geslachtsorganen: intieme hygiëne
risico situaties uit de eigen leefwereld herkennen en vermijden.
2 2.1
EHBO Preventie van ongevallen
verklaren hoe op te treden bij eenvoudige ongevallen. een gepaste houding aannemen m.b.t. het bieden van hulp. de inhoud van een eenvoudige huisapotheek kunnen opnoemen. het gebruik van medicatie verantwoorden.
2.2
Eerste hulp bij eenvoudige ongevallen in je leefomgeving
2.3
De huisapotheek/gebruik van medicatie
met eigen woorden de noodzaak van persoonlijke lichaamshygiëne verklaren. de bouw, delen, functie en soorten huidtypes beschrijven. de bouw, soorten en functie van het haar verklaren.
2
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische richtlijnen “mijn lichaam”
1
Informatiefilm over persoonlijke hygiëne. Transpiratie bespreken i.s.m. LO. Typische puberteitsverschijnselen behandelen. Maandverbandproducenten, sensoa: didactisch materiaal. … Tandartsen: websites, didactisch materiaal. Foto’s projecteren. Folders van ziekenfondsen.
2
Educatieve spelen uitvoeren. Correcte vakterminologie gebruiken. Frequent voorkomende ongevallen bespreken. Voortaak medicatiegebruik.
8
LEERINHOUDEN
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
9
LEERINHOUDEN
Mijn voeding 1
1 de eenheid van gewicht, lengte en temperatuur benoemen. 1.1 zich een idee kunnen vormen van het soortelijk gewicht van bepaalde voedingsmiddelen. 1.2 zich een duidelijk beeld vormen van het gemiddeld gewicht van bepaalde voedingsmiddelen. maten en gewichten in decimale getallen en breuken interpreteren en omzetten. verschillende meet- en weegtoestellen onderscheiden in functie van hun gebruik. het kookpunt van water en vet herkennen. het belang inschatten van het werken met juiste temperaturen in de keuken.
2 met eigen woorden omschrijven wat voedingsmiddelen zijn. voedingsmiddelen indelen naar hun herkomst en samenstelling.
Maten, gewichten en temperaturen Eenheden en afleidingen
Materieel, toestellen, apparaten …
2
Voedingsleer
2.1
Voedingsmiddelen •
definitie
•
indeling op basis van samenstelling en herkomst o
o
natuurlijke 9
plantaardige
9
dierlijke
9
minerale
kunstmatige
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
10
LEERINHOUDEN
de diverse handelsvormen van de meest gebruikte voedingsmiddelen • opnoemen. 2.2 met eigen woorden omschrijven wat voedingsstoffen zijn. het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen verklaren.
handelsvormen: vers, gedroogd, gesteriliseerd, diepvries Voedingsstoffen •
definitie
•
indeling o
bouwstoffen (water, eiwit, minerale zouten)
o
energieleverende stoffen (vetten, koolhydraten)
o
regulerende stoffen
de voedingsstoffen indelen volgens hun basisrol.
de belangrijkste functies van de voedingsstoffen in het lichaam opnoemen. • de samenstelling van een voedingsmiddel opzoeken in de voedingsmiddelentabel. een getekend strookdiagram lezen en interpreteren. inzien dat de samenstelling van elk voedingsmiddel specifiek is en dus variatie nodig is. voedingsmiddelen en maaltijden situeren in de actieve voedingsdriehoek.
2.3
een evenwichtige maaltijd samenstellen. de meest voorkomende voedingsfouten weergeven. de voedingsfouten linken aan de basisregels van evenwichtige voeding.
2.4
9
beschermende stoffen (vitaminen, minerale zouten)
9
ballaststoffen (voedingsvezel)
functie
Hulpmiddelen om een evenwichtige voeding samen te stellen •
de voedingsmiddelentabel
•
de actieve voedingsdriehoek
Evenwichtige voeding en voedingsfouten van jongeren
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
11
LEERINHOUDEN
zich een algemeen beeld vormen van de huidige voedingstendensen. 2.5 een eigen mening vormen m.b.t. voedingstendensen en deze kunnen vergelijken met evenwichtige voeding. een nieuwe voedingstendens illustreren. (U) 3
3
Voedingstendensen •
lightproducten
•
fastfood
•
… (U)
Aankopen van voeding
de verschillende soorten verpakkingen onderscheiden en benoemen. 3.1 het belang van een goede verpakking verwoorden.
Verpakking •
materialen
voedingsmiddelen aankopen met een verpakking in functie van het doel.
•
doel
•
inhoud/grootte
•
verpakking en milieu
voedingsmiddelen aankopen waarvan de verpakking minder milieubelastend is.
de noodzakelijke gegevens op het etiket ontleden en verklaren. inzien dat er vele gegevens op etiketten staan om het koopgedrag van de klanten te beïnvloeden.
van dagelijks gebruikte voedingsmiddelen de versheidskenmerken herkennen en benoemen.
3.2
•
3.3
uiterste verbruiksdata kunnen lezen en interpreteren. uit het etiket afleiden hoe een voedingsmiddel moet bewaard worden. uitleggen waar en waarom ze voedingsmiddelen in koelkast en diepvriezer moeten bewaren.
Etiketten
3.4
gegevens: o
verplicht
o
facultatief/publicitair
Versheidskenmerken •
visueel
•
houdbaarheidsdata
Bederf en bewaren
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
12
LEERINHOUDEN 3.5
Prijs
met eigen woorden uitleggen hoe reclame invloed heeft op ons koopgedrag. inzien dat vele jongeren vlug beïnvloedbaar zijn door reclame. zich weerbaar opstellen tegenover de invloed van de reclame.
3.6
Invloed van reclame op aankoopgedrag van jongeren
de algemene regels van voedingshygiëne omschrijven en interpreteren. het principe HACCP via ICT opzoeken en verklaren. de basisregels van HACCP met eigen woorden omschrijven.
4
Veiligheid
4.1
Voedingshygiëne
4.2
HACCP
omschrijven wanneer en hoe voedsel bederft. zich een idee kunnen vormen van prijzen d.m.v. opzoekingswerk.
4
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische richtlijnen “mijn voeding”
1
Verschillende meetinstrumenten: weegschalen, maatbekers, lepels, aanduidingen op verpakkingen … Dit onderwerp moet tot op het beheersingsniveau worden uitgewerkt, o.m. via aantrekkelijke waarnemings- en omzettingsoefeningen. Grondstoffen en producten laten meten en wegen. Kookpunt van water en frituurvet nagaan, wijzen op garen, veiligheid. Van courant gebruikte voedingsmiddelen/recipiënten het gemiddelde gewicht/inhoud laten bepalen. Zin voor nauwkeurigheid bijbrengen.
2
Via voedingsmiddelen in de klas diverse oefeningen doen. Belgische voedingsmiddelentabel gebruiken. Strookdiagrammen kiezen van veel gebruikte voedingsmiddelen en klassikaal bespreken. Een elementaire benadering van de voedingsstoffen! (zie ook 2e graad) Gezondheid van de voeding testen via internet of een computerprogramma. Folders, affiches VIG. Logo lokaal gezondheidsoverleg. Driedimentionele actieve voedingsdriehoek Sorteren van voedingsmiddelen.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
13
LEERINHOUDEN
Collage van voedingsmiddelen in groep maken. Schema’s maken. Temperaturen van koelkast, diepvriezer, frituurvet, water, braadvet … Websites van de grootwarenhuizen voor specifieke info in verband met bewaren van voedsel. Website VIG en Schoolsnacker. Klassikaal oefenen. Een voedingsanamnese uitvoeren door een eetdagboek gedurende een week bij te houden en dit in groepjes te bespreken. 3
Reclamespot ontbijtspot via tv. Fastfood. Leerlingen verpakkingen laten meebrengen en vergelijken. Etiketten lezen. Verplichte info markeren op lijst. Een vergelijking van verse en minder verse voedingsmiddelen maken. Websites warenhuizen gebruiken voor productenkennis en prijzen. Simulatieoefeningen. Bezoeken aan winkels, grootwarenhuizen, markten … Een eenvoudige benadering. Bespreking van folders, rekeningen, internetsites. Film, tijdschriften, o.a. Testaankoop. Zintuigen leren gebruiken voor de versheidskenmerken.
4
Casestudies. Werkplaatsreglement.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
14
LEERINHOUDEN
Sociale en communicatieve vaardigheden 1
1 zichzelf voorstellen voor de groep. 1.1 aandachtig luisteren naar het verhaal van de andere om elkaars inte- 1.2 resses en leefwereld beter te leren kennen. aan de hand van gegeven informatie het gedrag van klasgenoten 1.3 beter begrijpen.
Ik en de anderen Wie ben ik? Wie ben jij? Elkaar beter leren kennen
1.4
Zich goed voelen in de klas
respect opbrengen voor zichzelf en anderen en dit duiden in klasverband. in eigen woorden vertellen wanneer ze zich goed/niet goed voelen en de factoren die hierin een rol kunnen spelen opnoemen. in samenspraak met de leerkracht duidelijke klasafspraken maken om een goede klassfeer te bevorderen.
2
wanneer?
•
respect
•
klasafspraken maken
2
Wellevendheid en goede omgangsvormen
2.1
Houding en gedrag
de basisregels voor de dagelijkse omgang met eigen woorden omschrijven. elementaire sociale vaardigheden uit de eigen leefwereld opnoemen en erover reflecteren. een ingesteldheid ontwikkelen om problemen te voorkomen. het gedrag en de eigenheid van elkaar op een positieve wijze benoemen.
•
goed omgaan met elkaar
•
sociale contacten o problemen in de omgang: voorkomen en oplossen
•
positief gedrag
2.2 het verschil aangeven tussen verbale en non-verbale communicatie. positief taalgebruik herkennen en ook positieve zinnen formuleren.
•
Communicatie •
verbaal o positief taalgebruik
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
15
LEERINHOUDEN
vriendelijke van onvriendelijke opmerkingen onderscheiden. lichaams- en gelaatsuitdrukkingen herkennen en interpreteren. voorbeelden van embleemgevaren op internet zoeken, er zelf aangeven en de betekenis ervan verwoorden. in elke les aandacht hebben voor een gepaste communicatie. 3 aangeven welke invloed leeftijdsgenoten hebben en wat groepsdruk betekent. voorbeelden geven van positieve en negatieve groepsdruk. zich weerbaar opstellen ten opzichte van externe invloeden. kennismaken met hedendaagse jongerenculturen. (U)
Nr.
1
o vriendelijke opmerkingen geven •
non-verbaal o lichaamstaal o embleemgebaar
3 3.1
Jongerengedrag Invloed van een groep – groepsdruk
3.2 3.3
Jongerenculturen (U) …
Specifieke pedagogisch-didactische richtlijnen “sociale en communicatieve vaardigheden”
1
De leerlingen brengen een persoonlijk voorwerp mee. Het zelfbeeld is hier zeer belangrijk. Placemat als werkvorm. Kringgesprek: luisteren naar elkaar, elkaar laten uitspreken, niet onderbreken, respect voor andere culturen.
2
Concrete voorbeelden van sms en chatten ontleden. Uitgaan van de dagelijkse gewoonten van de leerlingen. Verbaal en non-verbaal gedrag oefenen via rollenspel.
3
Werken met concrete voorbeelden: mini-cases 1 . Bespreken van cultuurverschillen en de mogelijke oorzaken, waar respect moet voor worden opgebracht.
Deze leerinhouden m.b.t. jongerengedraglopen als een rode draad doorheen dit leerjaar en men zal slechts succes boeken wanneer de inspanningen echt en niet aflatend gebundeld worden. Vakoverschrijdend werken is aanbevolen.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
16
PV PRAKTISCHE OEFENINGEN GEZINSTECHNIEKEN (4 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Mijn lichaam 1
2
een eenvoudige gelaatsverzorging en make-up uitvoeren op zichzelf 1 gebruik makend van aangepaste producten en materieel. 1.1 de eigen haren wassen, verzorgen en drogen met passende pro1.2 ducten en materieel. een basismanicure op zichzelf toepassen. 1.3 bij het tanden poetsen een verantwoorde keuze maken in het aanbod 1.4 van producten en tandenborstels. 1.5 tanden poetsen en flossen volgens de juiste techniek. het belang van een goede tandhygiëne in functie van de gezondheid en de sociale contacten verwoorden. dagelijks gebruikt toiletgerief op een hygiënische manier onderhouden. het verband aantonen tussen het gebruik van hygiënisch materiaal en de eventuele gevolgen voor de gezondheid. schaaf-, snij- en brandwonden functioneel verzorgen. de techniek van spiraal- en kruisverband toepassen. een gepaste houding aannemen met betrekking tot het bieden van hulp. snel en met de juiste informatie de hulpdiensten verwittigen.
Persoonlijke lichaamshygiëne Eenvoudige gelaatsverzorging en make-up Haarverzorging Hand- en nagelverzorging Tandhygiëne Toiletgerief onderhouden
2
EHBO
2.1
Eenvoudige wonden verzorgen
2.2
Eenvoudig verband aanleggen
2.3
Adequaat optreden
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische richtlijnen “mijn lichaam”
1
Gebruik maken van de eigen producten van de leerlingen. Foto’s, film als voorbeelden. Testaankoop. Test gezondheid.
2
Gebruik van krantenartikels, internet. Tekeningen van de verbanden via een PowerPoint of internet tonen.
17
LEERINHOUDEN
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
18
LEERINHOUDEN
Mijn voeding 1 het nut van een werkplaatsreglement verwoorden, de inhoud omschrijven en het toepassen.
2
1 1.1
De didactische keuken Werkplaatsreglement •
doel
•
inhoud
•
toepassing
de elementaire inrichting van de keuken in functie van de praktijk beschrijven en verantwoorden. gereedschappen en apparatuur functioneel kiezen, verantwoorden, maar ook veilig gebruiken en onderhouden. de algemene veiligheidsnormen in de keuken benoemen.
1.2
Keukeninrichting
1.3
Uitrusting
de basisprincipes van de hygiëne in de keuken en het onderhoud toepassen. de geldende regels voor kleding- en handhygiëne vlot toepassen. de basisregels van HACCP onder begeleiding toepassen.
1.4
Onderhoud van de keuken
1.5
Persoonlijke hygiëne
1.6
HACCP
de elementaire en meest gebruikte basistechnieken in recepten her- 2 kennen. de elementaire regels voor het reinigen en snijden van voedsel toe2.1 passen. 2.2 het begrip garen omschrijven. met eigen woorden vertellen welke fysische veranderingen er gebeuren tijdens het gaarproces. verschillende warmtebronnen correct gebruiken.
•
elektrische toestellen en apparaten
•
gereedschappen
Basisbegrippen en -technieken
Reinigen (voorbereiden) en snijden Garen •
principe
•
warmtebronnen
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
19
LEERINHOUDEN
het gepaste materieel kiezen en de juiste methode toepassen.
gaartechnieken toepassen op een variatie van voedingsmiddelen en de opgegeven gaartijden naleven. op de juiste manier controleren wanneer een voedingsmiddel gaar is. aandacht hebben voor gepast kruidengebruik en de waardering van de natuurlijke smaken.
•
materieel
•
methode
•
temperatuurregeling
•
gaartijden
•
gaarcontrole
•
op smaak brengen
aan de hand van begeleide instructies eenvoudige realisaties uitvoeren. de elementaire technieken bij vormgeving toepassen. systematisch en zorgzaam werken.
bij een realisatie voedingsmiddelen correct afwegen en/of meten. diverse meet- en weegtoestellen, -methodes gebruiken. 3 kwaliteitszorg toepassen bij het uitvoeren van realisaties om tot een veilig en gezond eindproduct te komen. aan de hand van een recept de grondstoffen, hun verhouding en de werkwijze interpreteren en toepassen. de basisregels van de ergonomie opnoemen en toepassen. milieubewust omgaan met energie en afval. afval correct sorteren.
2.3
o
koken
o
bakken
o
stoven
o
…
Vormgeving •
materiaal
•
technieken: rollen, uitsteken, spuiten, bordschikking …
2.4
Meten en wegen
3
Realisaties
3.1
Kwaliteitszorg •
hygiënisch
•
milieubewust
•
ergonomisch
•
veilig
•
georganiseerd werken
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
20
LEERINHOUDEN
aandacht hebben voor preventie, om alzo ongevallen in de keuken te 3.2 voorkomen.
Nazorg
het OVUR-stappenplan onder begeleiding kunnen toepassen. de info in een recept omzetten in gegevens omtrent materiaal, middelen en methode. eenvoudige realisaties uitvoeren voor diverse eetmomenten, gelegenheden. 4 voedsel veilig verpakken met het juiste materiaal. het gebruik van verpakkingsmaterialen verantwoorden. de temperaturen en bewaartijden voor voedingsmiddelen in koelkast en diepvriezer kunnen interpreteren. het FIFO-systeem verklaren. het verband aantonen tussen veilig verpakt en bewaard voedsel en onze gezondheid.
4 4.1 4.2 4.3
Voedsel etiketteren, verpakken en bewaren Verpakken Etiketteren Bewaren •
bewaartijd
•
temperatuur
•
FIFO-principe
5
Tafelzorg
de elementaire regels i.v.m. tafeldekken vlot toepassen voor verschillende huiselijke eetmomenten. gerechten op een eenvoudige manier opdienen en afruimen. aandacht hebben om een tafel op een verzorgde wijze te dekken.
5.1
Dekken
5.2
Opdienen en afruimen
6
de tafel/eetruimte decoreren met sfeerscheppende en functionele elementen.
6
Decoratie
7
bij het nuttigen van een maaltijd rekening houden met een goede houding en tafeletiquette
7
Tafelmanieren
5
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen Nr.
21
LEERINHOUDEN
Specifieke pedagogisch-didactische richtlijnen “mijn voeding”
1
Werkplaatsreglement en instructiefiches uit het lokaal gebruiken. De pictogrammen en borden m.b.t. HACCP praktisch gebruiken. Verantwoordelijkheidszin ontwikkelen.
2
Bij iedere bereiding hier de aandacht op vestigen, terugkoppelen naar het TV. Vormen van soepballetjes, marsepeinfiguren, hamburgers. Schikken van een bord, uitsteken van koekjes, servetten plooien. Beperken tot de elementaire kennis; wordt grondig bijgebracht in de 2e graad. Werkbladen, planken, messen correct leren gebruiken. Kookpunt en hardheid van water bepalen, water verzachten. Basissmaken op een proefondervindelijke manier deduceren. Kookfornuis correct leren gebruiken.
3
Aandacht voor het proces. Gebruik van een studiewijzer. Een variatie aan gerechten bereiden.
4
Eén les specifiek, maar er tijdens elke les de aandacht op vestigen. Lijst van best geschikte verpakkingsmaterialen voor bepaalde voedingsmiddelen laten aanleggen. Proefondervindelijk werken. Duurzame verpakkingen hergebruiken. Verpakkingstechnieken aanleren.
5
Voorbeelden van gedekte tafels zoeken via documentatie en internet. Tafel dekken voor ontbijt, vieruurtje, middagmaal. Elementair benaderen, daar dit onderwerp in de 2e graad ook aan bod komt.
6
Kleine, eenvoudige decoraties maken volgens het seizoen.
7
Tijdens elke les aandacht voor de tafelmanieren en etiquette. Tijdens het samen tafelen de sociale vaardigheden zoals luisteren naar elkaar inoefenen.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
22
LEERINHOUDEN
Sociale en communicatieve vaardigheden zichzelf voorstellen. vaardigheden ontwikkelen om anderen te accepteren. vaardigheden aangeven die nodig zijn om zich beter te ontplooien. respect opbrengen voor anderen en zichzelf en er zich naar gedragen. klasafspraken naleven.
2
elementaire sociale omgangsvormen verwerven aangepast aan de situatie en de omgeving. de geldende regels correct toepassen in de klas, tijdens een uitstap en schoolse activiteit.
1 1.1
Ik en de anderen Wie ben ik?
1.2 1.3 1.4
Wie ben jij? Elkaar beter leren kennen Zich goed voelen in de klas •
wanneer?
•
respect
•
klasafspraken maken
2
Wellevendheid en goede omgangsvormen
2.1
Houding en gedrag •
goed omgaan met elkaar
•
sociale contacten: o bekenden: vrienden, ouders … o anderen: winkel, stadhuis … o straat o openbaar vervoer o sms o chatten o …
oog hebben voor kleine communicatiestoornissen in de klas en deze bijsturen.
•
problemen in de omgang: voorkomen en oplossen
negatief gedrag in positief omzetten.
•
positief gedrag
de specifieke omgangsnormen en netetiquette actief kunnen toepassen in elke situatie.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
23
LEERINHOUDEN 2.2
aandacht hebben voor verantwoord taalgebruik. in elke schoolse situatie de gepaste taal gebruiken. vriendelijke en attent zijn in de klas/school. positief taalgebruik ontwikkelen en gebruiken o.m. complimentjes geven, verwoorden van iets mooi/prettig te vinden, iets/iemand te waarderen …
Communicatie •
verbaal o positief taalgebruik o vriendelijke opmerkingen geven
•
non-verbaal o lichaamstaal o embleemgebaar
gepast reageren op non-verbale communicatie in concrete klassituaties.
3
inzien dat groepsdruk een positieve uitdaging kan zijn. een weerbare houding aannemen tegen negatieve groepsdruk. gangbare jongerenculturen met eigen woorden toelichten. (U)
3 3.1 3.2 3.3
Jongerengedrag Invloed van een groep – groepsdruk Jongerenculturen (U) …
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen Nr.
24
LEERINHOUDEN
Specifieke pedagogisch-didactische richtlijnen “sociale en communicatieve vaardigheden”
1
Film met diverse communicatieve vaardigheden gebruiken als uitgangspunt. Rollenspel om zichzelf voor te stellen. Een collage maken met uitspraken van ‘ik voel me goed wanneer …’
2
Kleine cases uit de realiteit uitwerken. Bepaalde praktische oefeningen kunnen ook in andere praktijkoefeningen geïntegreerd worden. Werken aan een positieve persoonlijkheidsontplooiing van de leerlingen. Voorbeeldfunctie van de leraar: de leerlingen positief bekrachtigen.
3
Film over groepsdruk. Voorbeelden van diverse situaties met jongerengedrag. Simulatiespel in verband met groepsdruk.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
25
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
Algemene pedagogisch-didactische wenken
1.1
Organisatie
De realisatie van het leerplan vereist zowel van het lerarenteam, de vakgroep als van de schoolorganisatie een goed doordachte, maar flexibele organisatie van het onderwijsleerproces. De basisvakterminologie wordt best via ervaringsgericht werken bijgebracht. Deze kennis is rechtstreeks bruikbaar als ondersteuning voor de praktische oefeningen en komt in elke les terug. Bij voorkeur worden TV en PV Praktische oefeningen gezinstechnieken door dezelfde leraar gegeven, daar dezelfde leerstofindelingen terugkomen en de vaardigheden voldoende technisch-wetenschappelijk moeten onderbouwd worden. Verdeling van de uren in blokken van 2/4 of 3/3. Alle lessen worden bij voorkeur in didactische keuken gegeven. Bij de opmaak van het jaarplan wordt rekening gehouden met het reële lessenrooster, d.w.z. de wijze waarop de lesuren TV en PV Praktische oefeningen gezinstechnieken in het rooster voorkomen. Het is niet noodzakelijk om de volgorde van de leerinhouden zoals aangegeven in dit leerplan op een identieke manier in het jaarplan over te nemen en vervolgens in analoge lesonderwerpen om te zetten. Integendeel, het leerplan moet ‘bewerkt en verwerkt’ worden tot een harmonieus en ambitieus lesprogramma. Een jaarplan is immers een planningsdocument dat de leerinhouden zowel op een logische als creatieve wijze over het aantal lessen (lesuren) verdeelt. Toch is het wenselijk om twee lesweken voor onvoorziene omstandigheden voor te behouden. Deze kunnen ook voor uitbreiding of verdieping van de leerinhouden worden aangewend. Tijdens de vakvergaderingen kunnen o.m. volgende onderwerpen aan bod komen: • opmaken van de jaarplannen; • organiseren van binnenklasdifferentiatie; • gebruikmaken van uniforme vakterminologie; • bepalen van inhoud en structuur van de leerlingencursus; • maken van afspraken m.b.t. de mapindeling; • integreren van attitudes; • organiseren van individuele remediëring bij leerachterstanden; • bepalen van evaluatiecriteria en hun onderlinge verhouding; • opstellen van evaluatievragen; • inrichten en gebruiken van de vaklokalen; • organiseren van pedagogisch-didactische uitstappen; • deelnemen aan vakoverschrijdende projecten en wedstrijden; • … De gemaakte afspraken zijn bindend, worden in een bondig verslag opgenomen en door alle betrokkenen opgevolgd.
1.2
Opbouw van leerinhouden en doelstellingen van TV Gezinstechnieken en PV Praktische oefeningen
TV en PV worden best door dezelfde leerkracht gegeven. Afhankelijk van de interesses van de leerlingen en van de studiemogelijkheden in de tweede en de derde graad van het TSO, eventueel van het BSO voor de cognitief zwakkere leerlingen, kunnen bepaalde thema’s meer uitgewerkt worden. Toch moet men erover waken dat een elementaire initiatie volledig is. Daarnaast streeft men zoveel mogelijk een technologische benadering na (cf. technologische opvoeding). Immers ieder technologisch proces omvat vijf belangrijke fasen:
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
26
1. probleemstelling Æ behoefte om problemen op te lossen; 2. keuze Æ oplossingen zoeken; 3. realisatie Æ uitvoeren; 4. actualisering Æ oordeelkundig in gebruik nemen; 5. evaluatie Æ evalueren van oplossing (objectief beoordelen naar kwaliteit en functionaliteit). De derde stap nl. de realisatie of uitvoering bestaat erin om de gekozen oplossing uit te voeren nl. een techniek toe te passen. Hiervoor zijn ook een aantal stappen nodig nl.: 1. 2. 3. 4.
plan opstellen (ontwerpen, schetsen, technische tekeningen, werktekeningen); materialen en gereedschappen kiezen; werkmethode bepalen; de werkmethode uitvoeren: realisatie.
Nadien passen we het OVUR-systeem toe: oriënteren, verkennen, uitvoeren, reflecteren.
1.3
VOET
1.3.1
Wat?
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: gezondheidseducatie, ICT, leren leren, milieueducatie, opvoeden tot burgerzin en sociale vaardigheden. De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting). 1.3.2
Waarom?
Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen. 1.3.3
Hoe te realiseren?
Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.
1.4
Rol van de leraar
De voorbeeldfunctie van de leraar is een belangrijke didactische ondersteuning. Hij zal nauwkeurigheid nastreven, zin voor veiligheid en hygiëne tonen, een verzorgde taal gebruiken en correct optreden. De leraar is als het ware de vakman die zijn kennis en vaardigheden in optimale omstandigheden
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
27
wil doorgeven aan de leerlingen. Wanneer hij vanuit een positieve houding met hen samenwerkt, zal zijn voorbeeldgedrag nog sterker op hen inwerken en positief resultaat opleveren. Het werk van de leerlingen (individueel of in groep) vereist voldoende aandacht. Niet enkel het bekomen resultaat is belangrijk maar ook de inzet, het doorzettingsvermogen, de zin voor detail en samenwerking. De leraar zal zich niet uitsluitend vastpinnen op deelaspecten, maar ook een evaluatie uitvoeren die betrekking heeft op “het globale”. Afhankelijk van de situatie dienen fouten individueel of klassikaal besproken te worden, bij voorkeur onder de vorm van positieve feedback. Remediëringsopdrachten maken integraal deel uit van de vorming en opleiding.
1.5
Didactische werkvormen
In de basisopties die op het TSO gericht zijn, is het van fundamenteel belang om vanuit de theorie naar de praktijk te werken, d.w.z. de leerinhouden en doelstellingen m.b.t. TV worden door PV ondersteund. In het technisch vak worden begrippen gesticht, wordt het ‘hoe’ en ‘waarom’ verklaard m.a.w. de leerinhoud wordt inzichtelijk verwerkt, gekaderd en er worden vooral relaties en verbanden gelegd. De praktijk is hoofdzakelijk gericht op het toetsen van de theoretische inzichten, daarnaast worden basistechnieken en een rationele werkorganisatie aangeleerd. Daarbij wordt telkens de nadruk gelegd op de verschillende werkwijzen, het juiste gebruik van materieel en het creatief omgaan met materiaal. Het onderhoud van het materieel, de apparatuur en de omgeving wordt systematisch aangepakt. Bij de keuze van de oefeningen en de toepassingen houdt men rekening met: • • •
de inbreng van de leerlingen; de verscheidenheid aan te gebruiken materiaal en grondstoffen; het stelselmatig verhogen van de moeilijkheidsgraad.
In functie van de leerinhoud wisselen volgende didactische werkvormen elkaar af: 1.1 brainstormen; 1.2 uitleg geven; 1.3 demonstratie; 1.4 proefondervindelijke studie; 1.5 vergelijkende studie; 1.6 observatie; 1.7 discussie; 1.8 kringgesprek; 1.9 eenvoudige gevalsstudie; 1.10 pedagogisch-didactische uitstappen; 1.11 individuele en groepsopdrachten; 1.12 reflectie … De leraar dient constant uit de vele soorten werkvormen de meest relevante keuze te maken. Hierbij kan hij zich door een aantal factoren laten leiden: 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18 1.19 1.20 1.21
de aard van de doelstellingen; het beoogde leerproces; de vertrouwdheid van de leerlingen met een bepaalde werkvorm; de bekwaamheid van de leerkracht m.b.t. een bepaalde werkvorm; de materiële voorwaarden; de financiële middelen; de organisatorische voorwaarden; het stelselmatig verhogen van de moeilijkheidsgraad; ...
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
28
De werkvormen kunnen op een continuüm geplaatst worden van sterk leraargestuurd naar sterk leerlinggestuurd. Beide accenten kunnen doorheen het schooljaar in eenzelfde klas aan bod komen. In het eerste geval gaat het om breed uitgewerkte opdrachten waarbij de leraar eveneens kansen biedt tot zelfwerkzaamheid van de leerlingen. Aan het andere uiterste liggen activiteiten waarbij de leerlingen verregaand zelf plannen, uitvoeren en evalueren. Omdat we een zo groot mogelijke zelfstandigheid bij de leerlingen beogen, verdient het laatste echter onze voorkeur. Met het oog op het leggen van verbanden, het formuleren van besluiten, het duiden van inzichten … worden deze werkvormen steeds door individuele of klassikale besprekingen gevolgd.
1.6
Begeleid zelfgestuurd leren
1.6.1
Wat?
Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: −
de opdrachten meer open worden;
−
er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;
−
de leerlingen zelf keuzes leren maken en verantwoorden;
−
de leerlingen zelf leren plannen;
−
er feedback wordt voorzien op proces en product;
−
er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.
De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. 1.6.2
Waarom?
Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. −
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken;
−
leerlingen voorbereiden op levenslang leren;
−
het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.
Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als: −
keuzebekwaamheid;
−
regulering van het leerproces;
−
attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.
In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. 1.6.3
Hoe te realiseren?
Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: −
de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht;
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week) −
de leraar krijgt de rol van coach, begeleider;
−
de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.
29
De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat −
doelen voorop stellen;
−
strategieën kiezen en ontwikkelen;
−
oplossingen voorstellen en uitwerken;
−
stappenplannen of tijdsplannen uitzetten;
−
resultaten bespreken en beoordelen;
−
reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen;
−
verantwoorde conclusies trekken;
−
keuzes maken en verantwoorden
is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.
1.7
Media
Het gebruik van media is noodzakelijk ter ondersteuning van het onderwijsleerproces. We denken hierbij o.m. aan: - didactische wandplaten en posters; - video’s; - dvd’s; - computer met internetaansluiting; - afbeeldingen en foto’s; - cd-rom; - transparanten; - multimedia; -… Een passende keuze en een goed gebruik van media maakt deel uit van de professionaliteit van leraren; de onderwijskwaliteit kan ermee vergroot worden. Ook bij de keuze van de media zal met een aantal factoren rekening worden gehouden: - de aangepastheid aan de doelstellingen; - de relevantie voor de leerinhoud; - de flexibiliteit bij voorbereiding en gebruik; - de organisatorische voorwaarden; -… Media worden niet zonder meer ingeschakeld in het onderwijsleerproces, maar wel met het oog op de mogelijkheid tot verwerkingsactiviteiten van de leerlingen.
1.8
ICT-integratie
1.8.1
Wat?
Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het realiseren van leerplandoelstellingen.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar - Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week) 1.8.2
30
Waarom?
Maatschappelijke ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT-competenties. Jongeren moeten niet alleen in staat zijn om nieuwe media te gebruiken, zij moeten net zo goed kunnen inschatten wanneer deze efficiënt en effectief kunnen worden ingezet. Het gebruik van nieuwe media sluit zeer goed aan bij de leefwereld van de jongeren en speelt in op hun vertrouwdheid met de beeldcultuur. Er wordt meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, kritisch selecteren, het zelfstandig of in groep werken, het kunnen verwerven en verwerken van enorme hoeveelheden informatie. Deze ontwikkelingen zijn ook merkbaar in het onderwijs. In de meeste vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen: •
het leerproces zelf in eigen handen nemen;
•
zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;
•
op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).
1.8.3
Hoe ICT integreren ter ondersteuning van het realiseren van de leerplandoelstellingen?
Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijv. d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie. Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijv. in een open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning. Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden. Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm. Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning onder de vorm van tekst, beeld en/of geluid d.m.v. bijv. een presentatie, een website, een folder ... Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan o.a. via e-mail, internetfora, een ELO, chatten, blogging. Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren op de gebruikte middelen en de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …) en kunnen ze hun keuzes bijsturen.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1 Algemeen De leraar moet vlot kunnen beschikken over: - overheadprojector; - televisie, video, dvd; (i.s.m. andere vakken); - computers met internetaansluiting; - flapbord; - voedingsmiddelentabellen; - klasbibliotheek met documentatiemateriaal. Basismaterieel per keukenblok - kookpannen (1 stel van 3 maten) - braadpan - sauspan - garde - mixer (revolvermodel) - spatel - broodmes - vleesmes - bestek (vork, mes, lepel) - deeglepel - pollepel - groenteplank - keukenwekker - (digitale) weegschaal - bloemzeef - schaar - vergiet - vuurvaste schotels - rasp - maatbeker - deegkommen - onderlegger
1 1 1 1 1 1 1 1 6 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2
- nootmuskaatrasp
1
- plat penseel
1
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
31
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week) - deegrol
1
- platte borden
6
- diepe borden
6
Basismaterieel per leerling - aardappelmesje
1
- dunschiller
1
- roerlepel
1
Basismaterieel per klas - olie-, azijn- en mosterdstel
1
- snij-, schaaf- en haktoestel
1
- koelkast
1
- pepermolen
4
- peper- en zoutvat
4
- koffiezetapparaat
1
- slacentrifuge
2
- opdienschotels
4
- microgolfoven
1
- bergkasten: eetgerief
2
voorraad
2
- bakoven: (voorkeur gas/elektriciteit)
4
- kookplaat: (voorkeur gas/elektriciteit)
4
- tafelkleed
3
- servetten
12
- molton
1
Opmerking: de aantallen zijn slechts richtinggevend.
EHBO-materieel - verbandkast - branddeken - mini-apotheek - verbanden (diverse breedtes) Multifunctioneel lokaal Nutsvoorzieningen: koud en warm water, elektriciteit voor aansluiting apparatuur. Zone om te werken met materialen. Zone om materialen op te bergen. De hoeveelheid materiaal is afhankelijk van het aantal leerlingen. Er dient voldoende te zijn voor elke werkende leerling. Materiaal en materieel in functie van de toepassingen.
32
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
33
EVALUATIE De waarde van het onderwijsleerproces wordt bepaald door de mate waarin de doelstellingen worden bereikt. Evaluatie heeft dan ook vooral te maken met de vraag: “Zijn de doelstellingen feitelijk gerealiseerd?”. De gegevens die we via de evaluatie verkrijgen moeten ertoe bijdragen dat we ons een beeld kunnen vormen van de leerlingen als groep en van de leerling als individu. We willen weten in welke mate de leerlingen de vooropgestelde leerinhouden reeds verworven hebben. Bij vastgestelde hiaten of tekorten dienen we maatregelen te nemen. De evaluatiegegevens zullen ons dus ook aanknopingspunten moeten verschaffen om ons didactisch handelen in de juiste richting bij te sturen. Zelfs als de doelstellingen bereikt zijn, is het toch noodzakelijk om even stil te staan bij de wijze waarop het onderwijsleerproces gestalte kreeg en dit met de bedoeling het didactisch handelen naar de toekomst te optimaliseren. Volgende vragen kunnen o.m. richtinggevend zijn bij het evalueren: - in welke mate werden de doelstellingen bereikt? - waren de doelstellingen goed afgestemd op de beginsituatie van de leerlingen? - waren de didactische werkvormen geschikt? - ondersteunden de media de verwerkingsactiviteiten van de leerlingen? - kregen de leerlingen voldoende kansen tot het stellen van vragen, het formuleren van bedenkingen, het maken van opdrachten, het geven van feedback …? -…
Scholen kunnen kiezen of zij al dan niet examens inrichten of voor permanente evaluatie kiezen. Dagelijks werk Het dagelijks werk wordt permanent en procesmatig geëvalueerd. Hierbij worden zowel kennis, vaardigheden als attitudes beoordeeld. Deze beoordeling moet gezien worden als een element van het leerproces. De leerlingen moeten kunnen leren uit de evaluatie. Daarom moeten zij, afhankelijk van de situatie individueel of klassikaal, over het bereikte kennisniveau en de kwaliteit van hun werk en gedragingen ingelicht worden. Feedback in positieve en bemoedigende termen geformuleerd, is echt noodzakelijk. Het dagelijks werk kan (afhankelijk van de aard van de doelstellingen) geëvalueerd worden via: - algemene observaties in de klas; - klas- en huistaken; - klassegesprekken; - praktische oefeningen en opdrachten; - occasionele beurten, zowel mondeling als schriftelijk; - herhalingsbeurten over grotere leerstofgehelen. Bij de evaluatie houden we ook rekening met: - taakaanvaarding; - taakuitvoering; - motivatie en inzet; - cursus en documentatiemap. De beoordeling van attitudes gebeurt bij voorkeur met leerlinggerichte en geschreven commentaar. Het kan ook met een beschrijvende schaal of met een plus-min schaal, bijv. driepuntenschaal (+) = goed, (+-)
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
34
= zwak, (-) niet goed of een vierpuntenschaal (++) = heel goed, (+) = goed, (+-) = bijna goed, (-) = niet goed. De beoordeling gebeurt niet met een cijfer want er bestaat geen attitudeschaal.
Ten slotte willen we ook wijzen op gegevens verkregen via zelfevaluatie door de leerlingen. Ze kunnen ons, naast de gegevens verkregen via eerder traditionele evaluatieprocedures, belangrijke informatie opleveren. Examens Als de school kiest voor het inrichten van examens, worden voor TV die examens schriftelijk afgenomen. De gehanteerde vraagstijl wordt op voorhand ingeoefend via toetsen die het dagelijks werk evalueren. Kwaliteitsvolle vragen moeten aan volgende kenmerken voldoen: 9enkelvoudig; 9éénduidig; 9communicatief; 9onafhankelijk van elkaar; 9zonder verklikkers. Ieder schooljaar wordt een wisselende variatie in examenvragen aangeboden waarbij steeds rekening wordt gehouden met de algemene doelstellingen van de eerste graad. De verdeling van de vragen en de punten is de volgende: 9ongeveer 3/4 van de vragen en punten hebben betrekking op voortgangsstof (d.w.z. noodzakelijke vervolgleerstof); 91/4 bestaat uit differentiatievragen (d.w.z. vragen van een iets hogere moeilijkheidsgraad). Ook wordt een puntenverdeling en een modelantwoord voorzien en om een zo objectief mogelijke evaluatie te bekomen, wordt horizontaal gecorrigeerd. Voor PV is de evaluatie gebaseerd op oefeningen, deeltaken en opdrachten die aansluiten bij reeds verworven kennis en vaardigheden. Deze evaluatie gebeurt voorafgaandelijk aan de schriftelijke examens en heeft vooral betrekking op het proces, in mindere mate op het product. Leerlingen die spontaan, actief en op een stijgende kwalitatieve manier aan de activiteiten deelnemen, voldoen aan de gestelde verwachtingen en krijgen bijgevolg een gunstige evaluatie.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
35
BIBLIOGRAFIE 1
Boeken/brochures
BLIECK, A., e.a., Vakoverschrijdende thema’s in het secundair onderwijs, instrumentarium voor leerkrachten en schoolteams, Uitgeverij Garant Tiensesteenweg 83, 3010 Leuven- Kessel-Lo. BRAMS, A., Kookblaadjes, Standaard, Antwerpen. BRUGGEMANS K., Kookkunst & wetenschap, De Boeck. COKELAERE, M., Gezondheidsleer: beter voorkomen dan genezen, Aurelia books, Sint-Martens-Latem. COMPENEERS, J. en DEKEYSER, F., Dieetleer, Uitgeverij De Sikkel. COMPENEERS, J. en DEKEYSER, F., Voedingsleer, Uitgeverij De Sikkel. CHRISTELIJKE MUTUALITEIT, goed in je vel? , CM-project over hygiëne voor jongeren. CHRISTELIJKE MUTUALITEIT, gezond aan tafel!, werken aan gezondheid. DE CORTE E., Over het bevorderen van intellectuele vaardigheden, Acco, 3000 Leuven, 1996. DEN HARTOG, C., HAUTVAST, J.G.A.J. en DEN HARTOG, A.P., Nieuwe voedingsleer, Het Spectrum, Antwerpen/Utrecht. DE VRIES-PELS, hygiënecode voor de privé-huishouding, Stichting voedingscentrum Nederland, Den Haag. DEWEGHE L., MORTIER JM., eten meten en weten, KCVC-voeding. D’HOUS, E., HERTELEER, M., VANDAMME, A., VANNESTE, J. en VAN TONGERLOO, L., Menselijke relaties - BSO, Uitgeverij De Clerck BVBA, Gent. Doelen voor heel de school, Leren leren, sociale vaardigheden, Opvoeden tot burgerzin, Gezondheidseducatie, Milieu-educatie, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs Depotnummer D/1997/3241/051. FORTIER, K., Aan een zijden draadje, Meerhout, 1991. In dezelfde serie: "De wereld op zak". - Met je mond vol tanden. - Waarom drinken alle kinderen melk? - Het avontuur van de aardappel. - Natuurlijk, verse groenten en fruit. - Suiker en soorten. - Broodje gezond. - Met een korreltje zout. GOLDZSTAIN, Eerste wondverzorging, Stoofstraat 77-81 1000 Brussel (gratis). GOOVAERTS, H. en LENS, V., Omgangskunde, Uitgeverij ACCO, Leuven. HERTELEER, M., VANDAMME, A. en VAN TONGERLOO, L., Menselijke relaties - TSO (deel 1 en 2), Uitgeverij De Clerck BVBA, Gent, 1997. LIONS QUEST, Leefsleutels voor jongeren, Leefsleutels v.z.w. Leopold II laan 63 bus 3 1080 Brussel. Ohm watt is ampere? Electrabel, Mechelsesteenweg 271, 2018 Antwerpen. PRODUCTIEHUIS IMPRESSANT, Lekker brood: het hoe, wat en waarom van brood, Clairs, Hasselt, 1 RODE KRUIS VLAANDEREN, praktijkboek eerste hulp. SWOLFS R., Technologische activiteiten - Gezinstechnieken, uitgeverij plantyn, TETRA PAK SCHOOLINFO, De Themadagen van Tetra Pak (met eindtermen), 1700 Dilbeek, 1997.
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week)
36
IJZERMAN, R.K., Huishoudkunde anders - Kleine huishouding - Praktijkboek 1, Thieme, Meerhout. VANDIJCK E., Naslagwerk huishoudkunde voeding, Wolters Plantyn. VAN EDEN JG, VISSER AS., VISSER TF., VAN DE ZEDDE A., Receptenleer, bereidingstechnieken en – processen, HB uitgevers. VAN NULANDT A., 100 vragen over omgangskunde, Uitgeverij Het Spectrum Utrecht/antwerpen. V.Z.W. NUBEL, Belgische voedingsmiddelentabel, 1010 Brussel, Vesaliusgebouw lok. 407. WERKGROEP SOCIALE WETENSCHAPPEN, Sowieso, Plantyn WERKGROEP VERZORGING, Naslagwerk textiel- en interieurzorg, Wolters Plantyn UITGAVEN VAN DE VERBRUIKERSUNIE V.Z.W. TEST AANKOOP, Hollandstraat 13 1060 Brussel. - Eet-wijzer. - Lexicon van de gebruikelijke geneesmiddelen. - Kennen, kiezen, kopen met Test aankoop. - Mijn kook- en keukengids. - Voeding en gezondheid. - Vergif en vervuiling. - Eerste hulp. 2 Tijdschriften Dialoog en gezondheid, Braambeziënlaan 41, 1180 Brussel Nice, nutrinews, Wetenschapstraat 23/25, bus 7, 1040 Brussel. Test aankoop, Hollandstraat 13, 1060 Brussel. Test gezondheid, Hollandstaat 13, 1060 Brussel. 3 Audiovisuele middelen De geschiedenis van de aardappel, NOORTGAT AUDIOVISUAL, Azalealaan 40 1851 Humbeek. Vleesproducten in onze voeding, Eng-VideoHouse N.V., Karabiniersplein 16, 1040 Brussel. Vlees (cd-rom), VLAM, Leuvenseplein 4, 1000 Brussel. 4 Softwarepakketten VIG, w(eet je alles?), educatieve cd-rom. NUBEL, voedingsplanner JONGERENBEWEGING VAN DE SOCIALISTISCHE MUTUALITEIT (MJA), Punch drie, De eetflop, De eerste hulp flop, De drugflop, Sint-Jansstraat 32 1000 Brussel. 5 Nuttige adressen VIG G. Schildknechtstraat 9 1020 Brussel
Nubel eurostation Blok II Victor Hortaplein 40 bus 10 Lokaal 7D13, 7de verdieping 1060 Brussel
A-stroom - 1e graad 2e leerjaar – Basisoptie Sociale en technische vorming PV Praktische oefeningen gezinstechnieken (4 lestijden/week) TV Gezinstechnieken (2 lestijden/week) Nationale Vereniging tot voorkomen van arbeidsongevallen Gachardstraat 88 bus 4 1050 Brussel Onderwijsmedia Koningsstraat 135 1000 Brussel Provinciaal Veiligheidsinstituiut te Antwerpen (PVI) Jezusstraat 28 - 30 2000 Antwerpen VLAM Leuvenseplein 4 1000 Brussel.
6 Websites http://dieet.blog.nl http://gezondheid.infoblog.be http://sweetbee.be http://www.cjsm.vlaanderen.be http://www.cocacolabelgium.be http://www.gezondheid.be http://www.horepa.nl http://www.huidinfo.nl http://www.klasse.be http://www.nubel.com http://www.receptentabel.nl http://www.uitdaging.net http://www.vig.be http://www.voedingscentrum.nl
37