PurSang 1|2013
Magazine van Van Lanschot Bankiers
Heleen Dupuis over moraliteit in de financiële wereld Soliditeit volgens André Kuipers Beleggingsvisie 2013 AFAS denkt SIMPEL
LIFE. LIFE.
DEDE NIEUWE NIEUWE JAGUAR JAGUAR XF XF SPORTBRAKE SPORTBRAKE
VANAF VANAF € 54.780,€ 54.780,-
Wat uw Watpassie uw passie ook is, ook deis, nieuwe de nieuwe Jaguar Jaguar XF Sportbrake XF Sportbrake heeft heeft de perfecte de perfecte balansbalans tussen tussen schoonheid schoonheid en gebruiksgemak. en gebruiksgemak. Met zijn Metcombinatie zijn combinatie van sportieve van sportieve luxe en luxe veelzijdig en veelzijdig laadvermogen laadvermogen levertlevert hij zowel hij zowel verfijning verfijning als prestatie. als prestatie. Dus ofDus u nu ofnaar u nu de naar bergen, de bergen, het strand, het strand, het park het of park naar of kantoor naar kantoor gaat -gaat de nieuwe - de nieuwe XF Sportbrake XF Sportbrake is netiszonet levenslustig zo levenslustig als u. als u. Leverbaar Leverbaar als 2.2als liter 2.2diesel liter diesel of 3.0ofliter 3.0V6 liter diesel V6 diesel Standaard Standaard 8-traps 8-traps automaat automaat en intelligent en intelligent Stop/Start Stop/Start systeem systeem Energielabel Energielabel WWW.JAGUAR.NL WWW.JAGUAR.NL
BALANCED. BALANCED.
HOW HOW ALI ALI V EVA ERE A RE YOU? YOU?
5,1-6,2 5,1-6,2 L/100L/100 KM. CO2: KM. CO2: 135-163 135-163 G/KM. G/KM. LeasenLeasen vanaf € vanaf 1.075,€ 1.075,o.b.v. Full o.b.v. Operational Full Operational Lease,Lease, 48 maanden, 48 maanden, 20.000 20.000 km p.j,km excl. p.j,21% excl. btw 21% enbtw brandstof. en brandstof. JaguarJaguar Financial Financial Services. Services. Wijzigingen Wijzigingen voorbehouden. voorbehouden.
Ieder heeft zo zijn eigen wensen en ideeën als het om opruimen en ordenen gaat. Wij hebben het systeem dat daarbij past. bulthaup b3 voegt zich naar wat u wilt. Telkens weer.
www.bulthaup.com/interiorsystem
VOORWOORD
PurSang 1|2013 5
Mark Buitenhuis
Solide fundament basis voor 2013 2013 is alweer een maand oud en ongetwijfeld kijkt u net als wij terug op een economisch bewogen 2012. Tegelijkertijd is 2012 het jaar waarin we een aantal stappen hebben gezet waardoor wij u in 2013 nog beter van dienst kunnen zijn en waar ik graag nog even bij stil sta. Zo waren we ook in 2012 met onze soliditeit uitstekend in staat de huidige onrust in de financiële wereld te weerstaan. Op het gebied van beleggen hebben we in 2012 grote stappen gezet, onze beleggingsexpertise is verder geconcentreerd. En als u belegt bij Van Lanschot hebben we met u uitgebreid gesproken over uw doelstellingen en uw risicohouding. Tevens hebben we onze online beleggingsdienstverlening uitgebreid met Van Lanschot VIPinvest Advies. Hierover leest u meer in dit nummer. Verder werden onze professionaliteit en deskundigheid beloond met mooie kritieken en prijzen. Zo werden het Kempen Global High Dividend Fund en het Kempen European High Dividend Fund als eerste fondsen in Nederland beloond met een gold-rating van Morningstar. In 2012 hebben we een uniek en onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren onder vermogenden in Nederland. Dit heeft geresulteerd in het allereerste Dutch Wealth Report, een combinatie van onderzoeksbevindingen en bespiegelingen op basis van onze ervaring met vermogen in Nederland.
Dat u onze dienstverlening waardeert, zien we terug in de resultaten van ons jaarlijkse cliënttevredenheidsonderzoek. Uw waardering voor Van Lanschot is positiever geworden en ligt al jaren duidelijk boven het gemiddelde in de markt. Met name onze vermogensregie-aanpak, onze deskundigheid op het gebied van beleggen en het persoonlijk contact met onze adviseurs waardeert u zeer. Dat zetten wij ook in 2013 door.
Dan de eerste PurSang van 2013… In deze PurSang is de coverstory een interview met Heleen Dupuis, medisch ethica en senator. Zij spreekt met Sander Boleij, manager Verantwoord Ondernemen bij Van Lanschot, over wat de bancaire sector kan leren van de gezondheidszorg als het gaat om ethiek. Een gesprek over de noodzaak van een moreel debat, het belang van een blame free culture en moraliteit in de complexe financiële wereld. Daarnaast blikt Luc Aben, onze hoofdeconoom, vooruit op dit jaar, treft u in dit nummer verhalen aan van ondernemende cliënten en een interview met Andre Kuijpers die in Nijmegen een bankje van Van Lanschot heeft onthuld. Ik wens u veel leesplezier. Mark Buitenhuis Directie Private & Business Banking
Colofon PurSang is het relatiemagazine van Van Lanschot Bankiers en verschijnt periodiek. U kunt PurSang ook online bekijken op www.vanlanschot.nl/pursang.
Uw mening telt Uw mening is cruciaal voor ons, wij zijn benieuwd naar uw reactie op PurSang. U kunt uw reactie mailen naar
[email protected].
Adreswijziging/afmelden Indien uw adres is gewijzigd of u geen prijs meer stelt op het ontvangen van PurSang, kunt u dit doorgeven aan uw contactpersoon. ISSN: 1878-9110 Jaargang 5, nummer 1 Februari 2013 Van Lanschot Bankiers T.a.v. Redactie PurSang Postbus 1021 5200 HC ‘s-Hertogenbosch Internet: www.vanlanschot.nl/pursang E-mail:
[email protected] Hoofdredactie: Jeroen Rovers, Rowena van Limpt Eindredactie: Bram Donkers (Barnyard Publishers) Redactie: Harm Theuns, Hans Schmitz, Lucien Claessens, Regina van Hoof, Sylvia Monné
Uitgever: Dirk Jasper Coördinatie: Hans Felix Art director: Frans Mooren Redactiestaf: Egbert Jan Riethof Studio: Maarten Uilenbroek, Marcel Boshuizen, Peter Schlumpf, Jethro Jefferson Basisvormgeving: Mountain Design
Deze uitgave is milieuvriendelijk en CO2-neutraal geproduceerd, gebruik makend van 100% plantaardige inkten en FSC-papier. Drukwerk: Daneels Grafische Groep CO2-neutraal verstuurd met
Disclaimer
Deze publicatie is opgesteld door F. van Lanschot Bankiers N.V. (‘Van Lanschot’) en bevat mogelijk ook een of meer artikelen die zijn opgesteld door dochterondernemingen van Van Lanschot, te weten Kempen & Co N.V. (‘KCo’) of Kempen Capital Management N.V. (‘KCM’). De gegevens die zijn gebruikt in de door Van Lanschot, KCo of KCM opgestelde artikelen zijn ontleend aan bronnen die door de opsteller betrouwbaar worden geacht. Van Lanschot, KCo en KCM streven naar zo accuraat mogelijke informatie, maar aanvaarden echter geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. De strekking van de artikelen en de daarin opgenomen aanbevelingen gelden per de dag van publicatie; eventuele wijzigingen daarin kunnen zonder voorafgaande aankon diging worden gedaan zodra wij daartoe aanleiding zien. De inhoud van deze publicatie is niet bedoeld en dient ook niet te worden beschouwd als een aanbod of als een uitnodiging om enige van de hierin genoemde financiële instrumenten te kopen of te verkopen. Een belegging in de in deze publicatie genoemde financiële instrumenten is mogelijk niet geschikt voor elke belegger, u dient de passendheid van een beleggingstransactie telkens te beoordelen in het licht van uw eigen omstandigheden en doelstellingen. Raadpleeg hiervoor uw beleggingsadviseur. KCO is een dochter van Van Lanschot en treedt op als liquidity provider voor 4,75% Van Lanschot Note 12-19, Ballast Nedam, Befimmo, HAL Trust N.V., Intereffekt Brazilië Warrants, Intereffekt China Warrants, Intereffekt India Warrants, Intereffekt Japan Warrants, Kempen Deep Barrier Note 11-16, Kempen Deep Barrier Note II 11-16, Kempen Index Linked Note 10-17, Kempen Index Linked Note 11-16, Kempen Inflatie Note, Kempen Inflation Accelerator Note 11-17, Kempen Property Research Note 10-13, Kempen Property Trigger Note 10-15, Nieuwe Steen Investments, Van Lanschot Azie Participatie Note, Van Lanschot Coupon Premium Note 11-16, Van Lanschot Dutch Trigger Note 11-14, Van Lanschot Eurozone Trigger Plus Note 10-15, Van Lanschot Index Garantie Note Eurozone 11-18, Van Lanschot Floored Floater 11-21, Van Lanschot Index Garantie Note Azie 12-19, Van Lanschot Index Garantie Note Vastgoed 12-18, Van Lanschot Index Garantie Note VS 12-19, Van Lanschot Valuta Obliga,VastNed Retail en Warehouses de Pauw (WDP). De volgende partijen houden een aanzienlijke deelneming in Van Lanschot: Stichting Pensioenfonds ABP, LDDM Holding B.V. en Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A Van Lanschot. Van Lanschot, KCo en/of KCM kunnen van tijd tot tijd beleggingen hebben, bijvoorbeeld in de door KCM beheerde beleggingsinstellingen. Het is mogelijk dat zowel Van Lanschot als de aan haar gelieerde ondernemingen (short- of long) posities hebben in de financiële instrumenten die worden genoemd in deze publicatie. Ook doet de mogelijkheid zich voor dat Van Lanschot financiële diensten, zoals vermogensbeheer, verleent aan de bedrijven die in deze publicatie worden genoemd of aan hun medewerkers en/of hun pensioenfondsen of ten behoeve van hun winstdelingsregelingen, zoals aandelenoptieplannen of deze financiert. Van Lanschot heeft een beleid ter voorkoming van belangenconflicten. Dit beleid kunt u terugvinden op onze website www.vanlanschot.nl. De beloning van de opstellers van deze publicatie is niet gekoppeld aan door Van Lanschot verrichte zakenbankt ransacties voor de bedrijven die in deze publicatie worden genoemd. Het is niet toegestaan de gegevens in deze publicatie geheel of gedeeltelijk te reproduceren, in welke vorm dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Van Lanschot. KCM is een dochteronderneming van KCo, KCo is een dochteronderneming van Van Lanschot. Van Lanschot en KCo staan als bank onder toezicht van De Nederlandsche Bank N.V., Postbus 98, 1000 AB, Amsterdam. Beide zijn in het bezit van een vergunning op grond van artikel 2:11 van de Wet op het financieel toezicht. Van Lanschot en KCo zijn tevens als beleggingsonderneming geregistreerd bij de AFM, Postbus 11723, 1001 GS, Amsterdam in het Wft-register. KCM is een beleggingsonderneming en tevens beheerder van beleggingsinstellingen en heeft in die hoedanigheden een vergunning. KCM staat onder toezicht van de AFM.
Astronaut André Kuipers Over soliditeit
8 12
Morningstar beoordeelt: Goud voor Kempenfondsen
Beleggingsstrategie Visie 2013
20 Meesterwerken Kunsthandelaar Ivo Bouwman
24 Bevlogen bouwers Meyer en Van Schooten
41
INHOUDSOPGAVE
PurSang 1|2013 7
Coverstory: Heleen Dupuis Ethiek op het scherp van de snede
28 Macro-economen onder elkaar Lars Dijkstra in gesprek met Edin Mujagi´ c
34
En verder: 11 Column: DNA Familiebedrijven 14 Terugblik 2012 17 Cultuur in... Genève 18 Eigentijds VIPinvest Advies
Herman Zondag — AFAS Recepten voor efficiency
38
Gestructureerde Producten Beleggen met een fundering
52
26 Obligatievisie 2013 32 AOW-perikelen 40 Column: wijn is serieus 45 Lifestyle 48 Landgoedbeheer anno nu 50 Beleggingsfondsen in 2013 55 Varia 56 Vermogensbeheer in 2013 58 Aan tafel met Tom Pasterkamp 60 Slotwoord Floris Deckers
8 PurSang 1|2013
Astronaut André Kuipers over soliditeit in de ruimtevaart
‘We kunnen ons geen fouten veroorloven’ Nergens worden zulke scherpe eisen gesteld aan materialen en mensen als in de ruimtevaart. Toch biedt dat geen absolute garanties, aldus astronaut André Kuipers. Het heelal is vijandig. Hoe solide is ruimteschip Aarde?
Tekst: Anne Wesseling | Fotografie: Rob Acket, ruimtefoto: ESA/NASA
Menigeen zal met ingehouden adem gekeken hebben naar de live uitgezonden landing van de Sojoez-ruimteraket afgelopen zomer op de steppen van Kazachstan, waarbij de Nederlandse astronaut André Kuipers na 193 dagen in de ruimte terugkeerde op aarde. De landing verliep voorspoedig en intussen heeft Kuipers alweer een half jaar vaste grond onder de voeten. Hij schreef en werkte mee aan boeken, en geeft lezingen over de ruimtevaart en zijn verblijf in het ISS Space Station. Over een thema als ‘soliditeit’ kan hij als geen ander meepraten.
Vacuüm ‘Soliditeit is in de ruimtevaart extreem belangrijk, nog meer dan in andere sectoren,’ aldus Kuipers. ‘De ruimte is een vijandige omgeving en de omstandigheden zijn echt uitzonderlijk. Om te beginnen heb je natuurlijk trillingen en lawaai tijdens de lancering. De temperatuur tijdens een ruimtereis kan variëren tussen min 150 en plus 150 graden Celsius, dus materialen gaan werken. Radioactieve straling kan computers beschadigen. Dan zijn er de versnellingskrachten, die zorgen dat alles bij de lancering drie keer zo zwaar is, bij terugkomst zelfs vier tot acht keer zo zwaar. En in de ruimte werk je met een vacuüm, dus hoe de druk verdeeld wordt, is ook heel belangrijk.’ In die omstandigheden worden er strenge eisen gesteld aan de materialen. André Kuipers: ‘Je kunt je gewoon geen fouten veroorloven. Maar daar is ESTEC ook voor, het centrum voor Ruimteonderzoek en technologie in Noordwijk. Daar wordt alles uitgebreid getest, met behulp van onder meer triltafels, akoestische ruimtes en felle lampen.’ Toch kun je ongelukken nooit helemaal uitsluiten en daarom wordt er ook getraind op mogelijke calamiteiten. De belangrijkste zijn een ammonialek (waarbij ammonia lekt uit het koelsysteem), brand door kortsluiting of een botsing met ruimtepuin. Van die scenario’s heeft Kuipers er één meegemaakt: hij moest met de andere bemanningsleden in de Sojoez-capsule schuilen voor het geval een stuk ruimtepuin het
ISS-ruimtestation zou raken. Dat brokstuk miste uiteindelijk, maar de dreiging was reëel. Kuipers: ‘Alsof je in een sloep de ijsberg afwacht.’ Dat stuk ruimtepuin was een oude satelliet. Sommige stukken zijn maar tien centimeter, dat lijkt niets, maar je moet rekening houden met de snelheid. Een knikker die met tienduizend kilometer per uur op je afkomt, kan al flinke schade aanrichten.’
Militair Maar soliditeit gaat niet alleen over materialen. Ook astronauten moeten tegen een stootje kunnen. ‘Je moet lichamelijk gezond zijn, zodat je niet ziek wordt tijdens de missie. De mentale kant is echter mogelijk nog belangrijker: stressbestendigheid, geduld, doorzettingsvermogen. Een astronaut moet ook een teamplayer zijn, want je werkt met mensen uit allerlei culturen en met verschillende achtergronden. Daar komt nog bij dat een ruimtemissie in potentie gevaarlijk is. Je krijgt duidelijke opdrachten vanaf de grond en je moet bereid zijn die te volgen. Het is een civiel gebeuren, maar in de structuur en hiërarchie is het bijna een militaire operatie.’
‘Dan zie je wat het is: een kleine planeet met een dunne dampkring’ Een van Kuipers favoriete bezigheden aan boord was simpelweg uit het raam kijken. Heeft hij door zijn ruimtereizen ook een andere kijk gekregen op de aarde? Ja, vooral als het gaat om hoe kwetsbaar de aarde is. ‘De aarde heeft de prachtigste kleuren, zoals van de Australische outback, je kijkt je ogen uit. Maar zodra je langs de aarde heen kijkt, zie je dat enorme zwarte heelal. Dan is het net of de aarde plotseling krimpt. Dan zie je wat het is: een kleine planeet met een dunne dampkring, een soort levende cel met een fluorescerend membraan. We zweven totaal onbeschermd door het heelal. Als er een brokstuk op ons afkomt, kunnen we daar niets tegen doen. >>
PurSang 1|2013 9
V.l.n.r. Ieko Sevinga (lid Raad van Bestuur), Helma Janssen-Duighuizen (directeur Private Banking Nijmegen), André Kuipers en Anne Marie Kalkman (directeur Keizer Karel Podia)
En het gebeurt – vanuit de ruimte kun je de kraters van vorige inslagen zien, we weten dat er een keer een grote meteorietinslag is geweest, waarna de dinosauriërs uitstierven. Je ziet vanuit de ruimte trouwens ook de impact die mensen hebben heel goed. De vissersschepen op de oceanen, de boskap in het Amazonegebied, de erosie... Het is griezelig. Eigenlijk is de aarde ook een soort ruimteschip, met een beperkte hoeveelheid grondstoffen aan boord. We zullen echt moeten recyclen.’
Hergebruik Het mooie is wel dat de ruimtevaart daarbij kan helpen. Want soliditeit in de ruimtevaart betekent ook: zuinig en efficiënt omgaan met hulpbronnen en voorraden. ‘Het kost ongeveer € 20.000 per kilo om bagage mee te nemen, dus je begrijpt dat aan boord vrijwel alles wordt gerecycled en teruggewonnen. Het gas dat we uitademen wordt opnieuw gebruikt, water wordt teruggewonnen met filters en membranen. Dat zijn allemaal technieken die op aarde ook heel goed kunnen worden toegepast.’
André Kuipers was begin december spreker op een bijeenkomst van kantoor Nijmegen. Op deze feestelijke gebeurtenis werd het 275-jarige bestaan van Van Lanschot gevierd. André heeft toen ook een bankje onthuld. Intussen is de kunst om dan toch nog letterlijk en figuurlijk je lichtvoetigheid te bewaren. Moeilijk is dat niet, want spelen met de zwaartekracht blijft leuk – of het nu gaat om waterdruppels en luchtbellen of om ondersteboven een ruimte binnengaan. ‘Als je er eenmaal aan gewend bent, kun je ermee spelen,’ zegt Kuipers. Met duidelijk plezier: ‘Soms ging ik expres een dagje langs de muren of het plafond zweven, dan ziet alles er zó anders uit dat het net is alsof je in een ander ruimtestation bent. En ik ben ook wel eens als Spider-Man langs de muren gekropen. Dat deed ik eigenlijk voor de kinderen, maar iedereen had er lol in.’ ________________________________________________
PurSang 1|2013 11
Column Lucien Claessens
Familiebedrijven vertegenwoordigen een groot sociaal-economisch belang. Ze vormen 70% van het Nederlandse bedrijfsleven, zijn verantwoordelijk voor de helft van de werkgelegenheid en meer dan de helft van het bruto nationaal product. Ze vormen bovendien een solide factor binnen de economie, vanwege hun langetermijnvisie en actieve betrokkenheid van de eigenaren. Vaak over meerdere generaties heen. Het oudste familiebedrijf van Nederland dateert uit 1545. Althans, toen is de officiële telling begonnen. Waarschijnlijk is het bedrijf nog ouder. Het is twaalf generaties lang van vader op zoon overgaan, tot 1984. De ‘troonopvolger’ was nog te jong om zijn overleden vader op te volgen. Dit luidde een nieuwe periode in van touwfabriek G. van der Lee BV.
Familiebedrijven hebben soliditeit in hun DNA
Soliditeit uit zich vooral in perioden van economische tegenwind: familiebedrijven zijn in hogere mate gefinancierd met eigen vermogen, wat een langere adem geeft bij recessies. Uit onderzoek van Nyenrode* blijkt dat familiebedrijven in de huidige crisis beter presteren dan niet-familiebedrijven. Naast het economisch belang zijn duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen, oog voor continuïteit en de lange termijn onderdeel van het DNA van het familiebedrijf. Dit alles lijkt voldoende ‘bewijslast’ om familiebedrijven te kwalificeren als één van de meest solide categorieën binnen onze samenleving. Toch krijgt het familiebedrijf deze erkenning nog onvoldoende en zijn beleidsmakers hier niet volledig van doordrongen. Zo komt het woord ‘familiebedrijf’ niet voor in de
programma’s van politieke partijen. En ook niet in het regeerakkoord. Waar komt dit gebrek aan aandacht voor familiebedrijven vandaan? De oorsprong ligt naar mijn mening in de sympathieke bescheidenheid van familiebedrijven. Mede daardoor hebben familiebedrijven een imago van ’saai en stoffig’ en is er veel te weinig oog voor hun specifieke kenmerken en kracht. Het gebrek aan (h)erkenning van familie bedrijven heeft ook te maken met de wijze waarop hun belangenbehartigers zijn georganiseerd: zowel familiebedrijven als niet-familiebedrijven zijn naar omvang of sector gebundeld. Dat vermindert de zichtbaarheid van familiebedrijven. Er wordt voorbijgegaan aan de specifieke verbondenheid van familie, bedrijf en eigendom. De overlap en complexiteit van deze drie componenten maakt dat het familiebedrijf een eigen problematiek kent die niet gelijk is aan die van het mkb, grootbedrijf of beursgenoteerde multinational. Het familiebedrijf is dus een uiterst solide factor binnen onze samenleving. Zolang politiek en belangenbehartigers daar geen oog voor hebben en bereid zijn daarnaar te handelen, blijft het moeilijk om richting te geven aan solide sociaal-economisch beleid en een solide duurzame toekomst. Familiebedrijven zijn immers essentieel voor onze economie! Lucien Claessens is directeur Centrale DGA Desk bij Van Lanschot. www.vanlanschot.nl/familiebedrijf
* ‘Met het familiebedrijf de crisis door’, Nyenrode en Baker Tilly Berk, november 2011
‘Wie achterover gaat leunen, komt ten val’ - Jorik van den Bos
‘Trots met beide benen op de grond’
Kempenfondsen bekroond met goud Voor het eerst in zijn geschiedenis heeft financieel onderzoeksbureau Morningstar twee Nederlandse beleggingsfondsen met goud bekroond: het Kempen Global High Dividend Fund en het Kempen European High Dividend Fund. Terecht, gezien de prestaties. Toch relativeert beheerder Jorik van den Bos het succes. ‘We moeten het vooral zien als een uitdaging om het nóg beter te doen.’
Tekst: Jan Smit | Fotografie: Willem Jan Ritman
Telefoon van Jorik van den Bos. De senior portfoliomanager bij Kempen Capital Management, dochter van Van Lanschot Bankiers, verontschuldigt zich. Hij zit in de tram en arriveert iets later. Oorzaak: Van den Bos had met zijn team de eer deze ochtend op de galerij van de Amsterdamse effectenbeurs de slag op de gong te mogen geven
waarmee dagelijks de handel wordt geopend. Die middag geeft Van den Bos weer acte de présence bij een ander prestigieus event. Dan mag hij namens de bank aanwezig zijn bij de verkiezing van het beleggingsproduct van 2012, een evenement dat jaarlijks wordt georganiseerd door dagblad De Telegraaf.
Uitdaging Trots op de toekenning van deze ratings is Van den Bos zeker. Het is vooral een prestatie van het zeshoofdige team dat de beide fondsen beheert, benadrukt hij. Maar tegelijkertijd neemt de druk toe. Hoe kunnen wij dit succes in de toekomst weer overtreffen, vraagt Van den Bos zich hardop af. Voorbeelden van bedrijven en CEO’s die om wat voor reden dan ook op de schouders werden gehesen en vervolgens keihard ten val kwamen: Van den Bos kan er zo een trits opnoemen. ‘Succes heeft ook een schaduwzijde,’ zegt hij stellig. ‘Het moet vooral een uitdaging zijn om het nog beter te doen. Wie achterover gaat leunen, komt ten val.’
‘De gezamenlijke omvang van beide fondsen bedraagt inmiddels ongeveer € 2,5 miljard’ Die bescheidenheid siert de beheerder. Blijft staan dat hij en zijn team de lauwerkransen hebben verdiend. ‘Een goed team, een helder gestructureerd proces, een betrokken fondshuis, benedengemiddelde tarieven en een tot dusver bovengemiddeld rendement. Kortom, deze fondsen have it all,’ schrijft Morningstar in het juryrapport. Daar hebben ze met zijn allen jaren achtereen hard aan gewerkt. De 43-jarige Van den Bos legde de kiem voor dit succes al op de middelbare school. Zijn opa belegde. ‘Hij deed iets in obligaties en had een paar aandelen Moera Enim, een houdstermaatschappij van aandelen Shell. Ik vond dat reuze interessant allemaal. Op de middelbare school begon ik zelf met beleggen. Veel heb ik daar niet aan verdiend, maar ik heb er wel veel van geleerd,’ vertelt Van den Bos. Met als doel een model te ontwikkelen voor een beleggingsfonds dat het structureel beter zou doen dan het marktgemiddelde, de benchmark, stortte Van den Bos zich vervolgens op een studie econometrie in Rotterdam. Hij liep stage, was trainee en werkte vanaf 1995 als portfoliomanager bij twee verschillende Nederlandse grootbanken. Daar maakte hij naam als beheerder van dividendfondsen. Daar ging wel enige tijd overheen. ‘Eerst vond iedereen dat maar suf: een dividendbeleggingsfonds. Waarom zou je voor dividend gaan? Eind jaren negentig spoten de aandelenkoersen omhoog.’
Olietanker Tot in 2000 de internetzeepbel barstte, de koersen eerst in elkaar klapten en er vervolgens vanaf 2003 herstel optrad. Van den Bos, Joris Franssen en Joost de Graaf, de twee collega’s waarmee hij dit dividendfonds beheerde, kregen gelijk. Al die tijd deed hun fonds het beter dan de benchmark. Die outperformance bleef niet onopgemerkt. De belangstelling voor aandelen van het dividendfonds steeg explosief, zowel van particulieren als van institutionele beleggers. De omvang groeide van ongeveer € 200 miljoen in 2001 tot € 5 miljard in 2005.
Foto: NYSE Euronext
Het is een bijzondere dag voor Jorik van den Bos. Met redenen. Het Kempen Global High Dividend Fund en het Kempen European High Dividend Fund, de twee beleggingsfondsen waarvoor hij verantwoordelijk is, vieren dit jaar hun eerste lustrum. Kers op de taart: de gouden ratings die Morningstar, een toonaangevend, onafhankelijk onderzoeksbureau op beleggingsgebied, de beide Kempenfondsen eind november toekende. Nooit eerder in de dertigjarige historie van het Amerikaanse ratingbureau kreeg een beleggingsfonds uit de Benelux goud. En toch voelde het voor Van den Bos, Franssen en De Graaf steeds minder comfortabel. ‘Je wordt dan een soort olietanker,’ verduidelijkt Van den Bos. ‘Je bent steeds minder wendbaar. Onze strategie was dat ieder aandeel in de portefeuille qua weging 1% van de totale portefeuille moest uitmaken. Dat werd steeds lastiger. Dan praat je over aankopen van € 50 miljoen. Dat lukt je niet meer, zeker niet bij aandelen van kleinere bedrijven; dan schiet de koers omhoog.’ De drie jo-jo’s – Jorik, Joris en Joost – kaartten hun bezorgdheid aan bij hun superieuren, maar vonden daar geen gehoor. Bij Kempen & Co was er wel begrip. Daarom waagden de portfoliomanagers in 2006 de overstap. Kempen’s Orange European Large Cap Fund, goed voor een omvang van € 200 miljoen, werd een jaar later omgebouwd tot het Kempen European High Dividend Fund. Datzelfde jaar lanceerde het trio het Kempen Global High Dividend Fund. Het lukte de heren opnieuw. De beide Kempenfondsen boekten uitstekende resultaten, in absolute percentages, maar ook ten opzichte van de benchmarks. De gezamenlijke omvang van beide fondsen bedraagt inmiddels ongeveer € 2,5 miljard. En door de komst van Dimitri Willems, Luc Plouvier en Wybe Blankvoort is het team sinds 2007 wat betreft de bezetting verdubbeld.
Commitment Of de succesvolle equipe de sterke performance de komende jaren kan vasthouden? Morningstar verwacht van wel. ‘Over de hele cyclus heen verwachten wij dat ze hun categoriegenoten zullen verslaan,’ schrijft het bureau. Van den Bos gelooft dat ze de sterke performance alleen kunnen vasthouden als ze zichzelf continu blijven verbeteren. De strategie en dan vooral het risicomanagement zijn aangescherpt. ‘We kijken niet alleen naar dividenden en rendementen, maar ook naar de kasstromen en de manier waarop die worden aangewend. Is dat om te investeren of worden er bijvoorbeeld dure hoofdkantoren of overnames mee gefinancierd? Bovendien bekijken we de portefeuille ten minste een keer per kwartaal met een helikopterview. Daarmee voorkom je dat je je blind staart en dingen over het hoofd ziet.’ Zeker is ook dat de maximale omvang van de beide dividendfondsen samen de € 4 miljard niet mag overtreffen. Ook proberen de beheerders er voor te waken dat het succes hen naar het hoofd stijgt. Mocht een van de heren daar tekenen van gaan vertonen, dan zijn er altijd wel collega’s die hem corrigeren. ‘Daarvoor zijn en blijven we toch teveel Nederlanders,’ aldus Van den Bos. Een duurzaam goede performance: daar gaan hij en zijn team voor. Dat is ook in hun eigen belang. Allemaal hebben ze een substantieel deel van hun spaargeld in de beide dividendfondsen geïnvesteerd. Een betere garantie dat deze portfoliomanagers ook in de toekomst hun best blijven doen, lijkt welhaast onmogelijk. ________________________________ Wilt u meer informatie over deze fondsen of bent u op zoek naar het document Essentiële Beleggingsinformatie (EBI)? Neem dan contact op met uw banker of bel Client Services op 0800-1737.
14 PurSang 1|2013
Terugblik 2012
Veilige havens nog steeds schaars Een jaar geleden hebben we in PurSang de Beleggingsvisie 2012 gepresenteerd. Wat is er nu eigenlijk daarvan uitgekomen? Een overzicht. Tekst: Maarten Kneepkens, hoofd Vermogensbeheer KCM voor Van Lanschot
‘Veilige Havens Worden Schaars’, was de titel van het artikel waarin wij onze vooruitzichten voor 2012 presenteerden. De in 2008 ingezette crisis zou ook in 2012 nog beeldbepalend zijn voor de financiële markten, was onze verwachting. De storm had zich verlegd van Amerika naar de eurozone en van de financiële sector naar de Europese periferielanden. Dat vroeg om een nieuwe benadering van risico en rendement bij het beleggen. De kans op een recessie in de eurozone schatten wij begin 2012 in op vrijwel 100%. Vooral westerse overheden hadden zich (te) diep in de schulden gestoken om voor de burger de crisisklappen op te vangen. Nu dreigden zij van oplossing tot probleem te verworden. De monetaire beleidsmakers zetten op ongekende schaal de geldpersen aan. Op korte termijn met succes, maar het inflatierisico op langere termijn nam daarmee wel toe. De politieke besluiteloosheid in Europa verergerde de crisis alsmaar.
Voorzichtigheid De toegenomen economische en politieke risico’s betekenden dat voorzichtigheid geboden was. Begin 2012 hadden wij de portefeuilles dan ook conservatief belegd. Staatsleningen boden echter niet de gewenste veilige haven, meenden wij. Door hevige speculatie over de toekomst van de euro stonden tegenover de risicovolle staatsleningen uit ZuidEuropa de dure leningen van Nederland en Duitsland. En deze vonden we allebei niet erg aantrekkelijk. We besloten daarom vast te houden aan ons beleid van brede spreiding over de beleggingscategorieen. Voor het jaar 2012 kozen wij bijvoorbeeld voor uitbreiding van de bedrijfsobligaties. Veel bedrijven hadden een sterke financiële positie en boden relatief gezien een aantrekkelijke rente. Ook hielden we een deel van de portefeuille liquide. Daarnaast kozen we voor staatsleningen van opkomende markten. Veel overheden in de opkomende wereld hebben een gezonde financiële huishouding en er is sprake van een behoorlijke
economische groei. Een groter contrast met Europa was nauwelijks denkbaar. En aandelen dan? Aan het eind van 2011 hadden wij het aandelensignaal op negatief gezet. Met het idee dat we ongetwijfeld goede kansen zouden krijgen om uit te breiden.
Goed jaar We blikken terug op 2012, een jaar waarin de echte eurocrisis is uitgebleven. Op het juiste moment hebben Europese politici en de Europese Centrale Bank (ECB) de hoogstnodige stappen gezet. Zowel aandelen als obligaties hebben een goed jaar achter de rug. Obligaties van Europese kernlanden stegen in koers, terwijl obligaties in de Europese periferie misschien niet in koers stegen, maar wel een hoge rente boden. Aandelen profiteerden van het ruime geldbeleid. Door de lage rente gingen beleggers op zoek naar alternatieven, en accepteerden daarbij het extra risico van aandelen. Het positieve resultaat voor obligaties en aandelen ging wel gepaard met stevige tussentijdse koersschommelingen.
Aandelen profiteerden van het ruime geldbeleid In januari laaide de eurocrisis opnieuw op. Italië en Spanje hadden moeite kopers te vinden voor hun nieuwe leningen. Het renteverschil met Duitsland liep in een sneltreinvaart op. De combinatie van bezuinigingen en hogere rentestanden verdiepte de recessie in ZuidEuropa gaandeweg het eerste kwartaal. Dit leidde tot een tweede ronde van het stimuleringsprogramma van de ECB waarbij banken hun benodigde financiering voor drie jaar konden vastleggen tegen 1% rente. In Amerika manifesteerde zich tegelijkertijd een sterker wordend economisch herstel.
Mogelijk in 2013 meeliften op het Chinese en Amerikaanse herstel, getrokken door de Duitse exportlocomotief
Door het Amerikaanse herstel, de steun van de ECB en de lage waardering voor aandelen kochten wij in maart aandelen bij tot een neutrale positie. Ook bij obligaties in opkomende landen zagen wij reden voor uitbreiding. De aankopen gingen ten koste van Europese staatsobligaties en liquiditeiten.
namen daarbij het voortouw. De aandelencorrectie van begin november hebben wij benut om het belang in aandelen te verhogen naar over wogen. Dat is voor het eerst sinds de zomer van 2011. In december bouwden we onze positie in inflatiegerelateerde obligaties af. De koers is fors opgelopen en wij zien een verminderde kans op inflatie in 2013.
Doormodderscenario
Hoe verder?
De aanloop naar de zomer stond in het teken van de Franse verkiezingen, de Spaanse bankencrisis en het Amerikaanse herstel. Spanje kwam nog meer in de spotlights. De kredietwaardigheid van het land ging onderuit. In Frankrijk waren alle ogen gericht op president François Hollande. Zou zijn politieke retoriek omgezet worden in daden, of zou hij getemd worden door kanselier Merkel of de financiële markten? Het doormodderscenario dat wij – en veel economen met ons – voor Europa voorspeld hadden, leek uit te komen. Een steeds groter deel van Europa zakte weg in recessie en alleen Duitsland ontsprong de dans. Wereldwijd stopten de centrale bankiers met het pompen van extra geld in het systeem. De boodschap was duidelijk, de politiek – vooral de Europese – was aan zet. In de zomer ging de boel op scherp. Het Amerikaanse herstel vertraagde, al was het breed genoeg om een nieuwe recessie te voorkomen. De eurocrisis laaide in alle hevigheid op en de ECB schreef geschiedenis door onvoorwaardelijke steun uit te spreken voor de euro. Ze zei klaar te staan om grootschalig in te grijpen in de obligatiemarkten van Italië en Spanje. Beide landen wankelden, maar de woorden van ECB-president Draghi kalmeerden de markten. Zowel aandelen als obligaties lieten in het derde kwartaal mooie rendementen zien. Wij hielden vast aan ons neutrale advies voor aandelen en ons negatieve advies voor staatsobligaties. De actiebereidheid van de Europese Centrale Bank gaf het sentiment op de financiële markten een flinke boost in het vierde kwartaal. De mondiale economische groeiperspectieven verbeterden, China en de VS
Vanwege de nog steeds gunstige waardering van aandelen, de nieuwe tekenen van opleving in Amerika en Azië, en het verbeterde sentiment in Europa sluiten wij het jaar af met een overweging in aandelen. Aan het begin van het jaar waren wij nog onderwogen in aandelen en in staatsleningen, en gedurende het gehele jaar hebben wij relatief veel cash aangehouden. Ook hebben wij steeds vastgehouden aan een brede spreiding van de portefeuille over alle beleggingscategorieën. Door dit voorzichtige beleggingsbeleid hebben we niet ten volle kunnen profiteren van de goede resultaten bij aandelen en obligaties. Zijn we achteraf te voorzichtig geweest? Misschien wel, maar voor het behalen van doelstellingen op lange termijn is kapitaalsbehoud cruciaal. We zien eind 2012 nog steeds een schaarste aan veilige havens. De eurocrisis sluimert voort op de achtergrond en de sanering van de Europese overheidsfinanciën is in volle gang. Toch lijkt de Europese economie uit te bodemen en gaat mogelijk in 2013 meeliften op het Chinese en Amerikaanse herstel, getrokken door de Duitse exportlocomotief. De nieuwe Chinese leiders beloven economische hervormingen en er is ruimte voor een verruimend monetair beleid. Wereldwijd draaien de geldpersen op volle toeren en dat is goed nieuws voor risicodragende beleggingen. Staatsobligaties blijven in onze ogen een risico zonder compenserend rendementsperspectief. Aandelen zetten tegenover het onmiskenbare extra risico juist wel een aantrekkelijke waardering en een aantrekkelijk perspectief. _____________
JAMBO.NL
SAFARI IN AFRIKA?
BIJ JAMBO SAFARI CLUB ZIJN DE MOGELIJKHEDEN EINDELOOS, PRIVÉ REIZEN GEHEEL CONFORM UW EIGEN WENSEN! DÈ AFRIKA S P EC I A L I ST !
KENIA • MADAGASKAR • TANZANIA • SEYCHELLEN MAURITIUS • OEGANDA • ZIMBABWE • BOTSWANA NAMIBIË • MOZAMBIQUE • ZUID-AFRIKA • ZAMBIA
VRAAG DE BROCHURE AAN OP WWW.JAMBO.NL OF BEL 020-2012740.
Cultuur
PurSang 1|2013 17
In deze rubriek leest u over culturele activiteiten en opmerkelijke tentoonstellingen.
Kunstcollectie van het Volkenbondpaleis
De thuisstad van de Verenigde Naties én de stad waar Van Lanschot Bankiers één van zijn Zwitserse kantoren heeft. Genève is een prima
Het Europese hoofdkwartier van de Verenigde Naties is sinds 1946 gevestigd in het Palais des Nations, een complex zo groot als het Paleis van Versailles en gelegen op het Ariana-landgoed. Na New York is dit het belangrijkste VN-kantoor en het meest actieve internationale conferentiecentrum ter wereld. Het biedt een indrukwekkend uitzicht op de Mont Blanc en het Meer van Genève. Het interieur en de kunstcollectie weerspiegelen de culturele diversiteit van de lidstaten.
bestemming voor een weekend weg. Hierbij de tips van onze bankiers ter plaatse.
Protestants Rome ‘Na de duisternis komt het licht’, dat is de vertaling van Post Tenebras Lux, de spreuk die te lezen is op de Muur van de Reformatoren in het Bastionpark. De stad Genève was een belangrijk religieus centrum tijdens de reformatie en stond dan ook bekend als ‘het Protestantse Rome’. Een wandeling ‘In de voetsporen van de reformatie’ voert vanaf de Muur van de Reformatoren naar het Musée de la Reforme, langs onder meer de Rue Jean Calvin, waar Johannes Calvijn woonde.
Elementaire deeltjes Een van de markantste herkenningspunten van Genève is de koepel van het Europese onderzoeksinstituut CERN, waar fundamenteel onderzoek plaatsvindt naar elementaire deeltjes. De Globe van Wetenschap en Innovatie staat symbool voor de planeet Aarde en is, met een diameter van 40 meter en een hoogte van 27 meter, even groot als de koepel van de Sint-Pieter in Rome. Binnen zijn twee permanente tentoonstellingen ingericht: ‘Universe of Particles’, over de wereld van de elementaire deeltjes, en de multimediatentoonstelling ‘Microcosm’, waarin onder meer de apparatuur te zien is die de natuurkundigen van CERN gebruiken bij hun onderzoek. www.cern.ch
in... Genève
www.musee-reforme.ch www.geneve-tourisme.ch
Tik? Tak! Het Patek Philippe Museum belicht de geschiedenis van de horlogemakerij aan de hand van een grote verzameling antieke uurwerken. Daarnaast zijn topstukken te bezichtigen uit de eigen collectie, waaronder de fameuze Calibre 89, een van de meest gecompliceerde mechanische horloges ooit gemaakt, en de rijk geëmailleerde stukken van Jean-Jaques Rousseau. www.patekmuseum.com
Informatie over rondleidingen: www.unog.ch
Krachtcentrale Het Bâtiment des Forces Motrices (BFM) was ooit een krachtcentrale gelegen in de linkerarm van de Rhône. Van hieruit werd de stad van water voorzien. Het monumentale pand uit 1892 doet nu dienst als theater. Op 23 maart wordt hier het festival Prix du Cinéma Suisse 2013 gehouden, waarbij de hedendaagse Zwitserse film centraal staat. In de foyer zijn nog de oude pompen te bewonderen als industrieel erfgoed. www.bfm.ch www.prixducinemasuisse.ch
18 PurSang 1|2013
Van Lanschot VIPinvest Advies
Vermogensadvies voor de eigentijdse belegger Met de nieuwe online adviesdienst VIPinvest Advies heeft Van Lanschot Bankiers een primeur voor de Nederlandse markt. Deze adviesdienst combineert het beste van twee werelden. Cliënten kunnen zelf bepalen hoe actief, waar en wanneer zij zich met beleggen willen bezighouden, terwijl ze op elk moment kunnen profiteren van de expertise van beleggingsspecialisten. Andries van Luijk, directeur Van Lanschot Online, legt uit wat de voordelen zijn en hoe het werkt.
Tekst: Annemarie van der Tuijn
VIPinvest Advies op een rij - Enige online adviesplatform van zijn soort in Nederland - Toegang tot beleggingsspecialisten via vitrueel kantoor (mail, chat, video-chat, telefonie) - Directe toegang tot modelportefeuilles en fondsenuniversum - Eenvoudig transacties opgeven en gebruikmaken van modelleringsfunctionaliteiten - Afzetten van eigen performance tegen de Van Lanschot-modelportefeuilles - Inzage in de aangebrachte risicospreiding - Analyse van de impact van voorgenomen transacties op het risicoprofiel - Initiële stortingsvereiste van € 25.000
Wie belegt, kan kiezen voor vermogensbeheer of volledig op eigen kompas varen. In de ‘traditionele’ advieswereld wil dit zeggen: de adviseur belt op om zijn aanbevelingen eenop-een met de cliënt door te nemen.
Zelf bepalen Maar de wereld verandert. Beleggers willen snel over informatie beschikken en zelf de touwtjes in handen hebben. Van Luijk: ‘Cliënten gaven aan graag aan te sluiten op het centrale beleggingsbeleid van Van Lanschot, maar zelf te willen bepalen of zij een wijziging volgen. Bij vermogensbeheer is dat laatste niet mogelijk. Daarnaast had Van Lanschot grote behoefte aan een oplossing voor alle wettelijke regels en eisen, bijvoorbeeld omtrent de zorgplicht en compliance. De verscherpte wet- en regelgeving maakt advies riskant en complex. Daarom is er nu een derde mogelijkheid qua beleggingsadvies; de adviseur staat de cliënt bij, maar de cliënt neemt zelf de beslissingen.’ VIPinvest Advies speelt in op die wensen van beleggers en van Van Lanschot, legt Van Luijk uit. Daarnaast biedt de nieuwe online dienst meteen een antwoord op een
aantal (afgeleide) kwesties die spelen bij vermogensadvies ‘oude stijl’. ‘Bankiers hebben vaak een groot aantal adviesrelaties,’ aldus Van Luijk. ‘Dat maakt het moeilijk om alle adviescliënten continu, tijdig, eenduidig en vooral gelijktijdig te informeren. Daar komt bij dat de betrokkenheid bij het beleggen snel kan afnemen. Het resultaat kan zijn dat de portefeuilles niet meer actief worden beheerd en niet zijn ingericht om optimaal in te spelen op de huidige marktomstandigheden.’
Actief beheer VIPinvest Advies lost dit op door aan de hand van kwantitatief en kwalitatief onderzoek een voorselectie van aantrekkelijke beleggingsfondsen te maken. Dit universum omvat nu ongeveer zestig fondsen; Van Lanschot wil dit aantal geleidelijk uitbreiden. De fondsen zijn verdeeld over de categorieën aandelen, obligaties (van bedrijven en overheden), onroerend goed, grondstoffen en high yield. Van Luijk: ‘Als een fonds niet meer in het fondsenuniversum past, bijvoorbeeld door slechte resultaten, oplopende kosten of een falend management, dan brengt VIPinvest Advies haar cliënten via het internet direct en gelijktijdig op de hoogte. We stellen dan ook een alternatief voor.’
PurSang 1|2013 19
Cliënten die beleggen in het te verwijderen fonds, krijgen drie maanden de tijd om het om te ruilen, voor het alternatief dat Van Lanschot adviseert of voor een zelfgekozen fonds uit het fondsenaanbod. Als een cliënt het fonds niet zelf omruilt, vervangt Van Lanschot het na drie maanden kosteloos door een indexfonds in dezelfde beleggingscategorie. ‘Zo hebben ook cliënten die niet betrokken zijn bij het beleggen de garantie dat hun portefeuille actief wordt beheerd,’ licht Van Luijk toe.
Hoe werkt het? Hoe werkt VIPinvest Advies? In het kort komt het op het volgende neer. Als de cliënt via het online portaal een adviesrekening opent, begint hij met het invullen van verschillende vragen over zijn persoonlijke en financiële situatie, doelstellingen, wensen, beleggingshorizon, emoties bij het beleggen en risicobereidheid. ‘We analyseren de input aan de hand van ingenieuze modellen, leggen kruisverbanden en vertalen dit alles naar een modelportefeuille die precies past bij de uitgangspunten van de cliënt,’ vertelt Van Luijk. ‘Dit biedt beleggers enorm veel houvast, omdat zij juist moeite hebben om op basis van hun beleggingsdoelstellingen een portefeuille samen te stellen die hier optimaal op aansluit.’ Cliënten kunnen de geadviseerde modelportefeuille met één druk op de knop volgen, maar kunnen ook geheel naar eigen inzicht wijzigingen aanbrengen. Wel of niet, meer of minder beleggen in een beleggingscategorie, in minder beleggingsfondsen of juist in andere fondsen beleggen; alles is mogelijk, uiteraard binnen het fondsenaanbod.’
voorkomen dat onbewust meer risico wordt gelopen dan past bij de wensen en uitgangspunten. Verandert er iets in de persoonlijke situatie of doelstellingen? Dan kan het risicoprofiel uiteraard worden aangepast. Jaarlijks wordt het profiel na het inloggen automatisch getoetst.
‘Zo hebben ook cliënten die niet betrokken zijn bij het beleggen de garantie dat hun portefeuille actief wordt beheerd’
Inzichtelijk en op de iPad Cliënten loggen in op een beveiligde omgeving, waarin de fondsen, alle fondsgegevens, de research van Van Lanschot en beleggingstools zijn opgenomen. Bij elke wijziging die de cliënt aanbrengt in de portefeuille, ziet hij meteen of deze nog aansluit bij het vastgestelde risicoprofiel. Is dat niet het geval, dan kan hij de wegingen van de fondsen eenvoudig aanpassen. De bandbreedtes van het risicoprofiel kunnen desgewenst worden overschreden. In dat geval krijgt de cliënt altijd een melding waarop hij akkoord moet geven. Zo wordt
Is de uitgangsportefeuille samengesteld, dan kan de cliënt snel en eenvoudig per fonds transacties uitvoeren. Ook kan de portefeuille gemakkelijk weer in lijn worden gebracht met de modelportefeuille of eerdere portefeuille verdelingen, of kan een enkel fonds worden omgeruild voor een ander fonds. Van Luijk: ‘Daarbij hebben we al onze informatie toegankelijk gemaakt, bijvoorbeeld: een uitgebreid factsheet per fonds, de opbouw van de portefeuille, heldere grafieken met het absolute rendement en dat ten opzichte
van de modelportefeuille en de kosten. Alle beleggingsinformatie is overigens ook toegankelijk via de VIPinvest App voor de iPad.’
Risicospreiding Bij beleggen is risicospreiding van doorslag gevend belang. Wanneer is er sprake van een goede risicospreiding? ‘VIPinvest Advies kijkt niet alleen naar een goede spreiding over en binnen regio’s, maar ook over en binnen beleggingscategorieën,’ licht Van Luijk toe. ‘Dat onderscheid is belangrijk. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de weging van obligaties in de beleggersportefeuille gelijk is aan die in de modelportefeuille van Van Lanschot. De verdeling over de categorieën is dan in orde. Maar als de modelportefeuille in vier staatsobligaties belegt en de cliënt slechts met één bedrijfsobligatie, dan is de risicospreiding binnen deze categorie ondermaats. VIPinvest Advies zal de cliënt daar altijd op wijzen. Zo bieden we niet alleen gebruikersgemak, maar geven we ook inhoud aan de wet- en regelgeving.’ _________________________________
Meer weten? Bezoek dan het virtuele kantoor op www.vipinvest.nl
20 PurSang 1|2013
Optimisme met een kleine ‘o’
PurSang 1|2013 21
De landen binnen de eurozone vertonen weliswaar te weinig daadkracht, mondiaal gezien is het beleggingsklimaat voor 2013 zo slecht nog niet, vindt Luc Aben, hoofdeconoom van Van Lanschot Bankiers. ‘We zetten kleine stapjes vooruit, ondanks de euro.’
Tekst: Jan Smit | Foto: Andrey Yurlov
Zeker, de situatie binnen de eurozone blijft zorgwekkend. De landen binnen de muntunie zitten in een soort processie van Echternach: drie stapjes naar voren, twee stapjes terug. Aan de schuldencrisis komt maar geen eind. En toch is de situatie relatief. ‘Ernstig, maar niet wanhopig,’ schetst Luc Aben, hoofdeconoom van Van Lanschot. ‘De Verenigde Staten zaten in 2012 op een begrotingstekort van bijna 9%. Daarover maakt voorlopig bijna niemand zich echt druk. Een land als Spanje zit op 6%. Daarover schreeuwt iedereen moord en brand. Of neem de staatsschuld binnen de eurozone. Die bedraagt gemiddeld iets meer dan 90%. Dat is geen getal om nu victorie over te kraaien – 90% geldt toch echt wel als een kritische grens. Maar de Verenigde Staten zitten boven de 100%. Ik bedoel maar. Niet de eurozone is het probleem, nee, het gaat om de verschillen tussen de landen onderling.’
Meer zelfvertrouwen Kom bij Aben dan ook niet aan met platitudes als: de eurozone glijdt af. De Europese Unie is met een bruto nationaal product (bnp) van € 13,4 biljoen nog altijd goed voor zo’n 20% van de wereldeconomie. Ter vergelijking: de VS en China zitten op respectievelijk € 11,6 en € 5,6 biljoen. ‘We mogen best wat meer zelfvertrouwen hebben,’ aldus de beleggingsstrateeg. Temeer omdat de problemen niet onoplosbaar zijn. Meer ZORG, daar draait het om volgens Aben. De Belg begrijpt dat dit woord in Nederland nogal gevoelig ligt, na al het tumult rond de teruggedraaide plannen voor de verhoging van de zorgpremies. Maar daarmee heeft de zorg waarop hij doelt niets te maken. Zijn ‘ZORG’ is een afkorting, vandaar de hoofdletters, waarbij iedere letter staat voor een deel van het probleem en de combinatie is de finishing touch. Te beginnen met de ‘Z’ van Zuurstof. Landen als Spanje, Griekenland en Portugal moeten bezuinigen om de schuldenlast terug te dringen. Tijdens dat proces dienen de renteniveaus waartegen ze zich kunnen financieren echter redelijk te zijn. Anders zullen ze er nooit in slagen om op eigen benen uit het financiële moeras te komen, meent Aben. Ook zonder kwijtschelding van een deel van de schulden zal dat lastig worden, vreest de econoom. De rentelasten en aflossingsverplichtingen
drukken te zwaar op de begroting, vooral voor Griekenland. ‘Dan beland je in een negatieve spiraal van oplopende tekorten en extra bezuinigingen. Je moet perspectief bieden aan de bevolking, zorgen voor een stip aan de horizon.’
‘Het gaat om de verschillen tussen de landen onderling’ De ‘O’ staat voor Overheidsfinanciën. Die moeten meer in evenwicht komen maar wel op een gebalanceerde wijze. Teveel en te abrupte bezuinigingen leiden tot de net genoemde negatieve spiraal. De ‘R’ staat voor Restructuring, ofwel herstructurering. De extra zuurstof die schuldenlanden krijgen, moeten ze benutten voor hervormingen zodat ze niet alleen de schulden verminderen, maar ook kunnen zorgen voor een duurzaam herstel van de financiële positie en de concurrentiekracht. Vaak zijn de lonen veel sterker opgelopen dan de arbeidsproductiviteit, wat fnuikend is voor de exportpositie. De ‘G’ ten slotte staat voor Governance, ofwel de wijze van besturen. Om ervoor te zorgen dat niet ieder overleg in Brussel telkens weer stuit op grote binnenlandse politieke weerstand, moet de band tussen de Europese politici en de nationale parlementen worden doorgeknipt, bepleit Aben. Hoe precies, daar is hij nog niet helemaal uit. Een politieke unie is een van de mogelijkheden.
Meer solidariteit gewenst Volgens de econoom hebben de stappen die zijn gezet al duidelijk vruchten afgeworpen. Hij wijst op de forse daling van de Spaanse rente. Positief teken daarbij: Mario Draghi, president van de Europese Centrale Bank (ECB), heeft zijn inmiddels legendarische waarschuwing dat de bank er alles aan zal doen om de rente op obligaties van eurolanden met grote schulden te drukken, nog niet hoeven uitvoeren. ‘Alleen dreigen met een big bazooka is kennelijk al voldoende.’ Hoopvol vindt Aben ook de nieuwe stappen op het gebied van solidariteit. Als voorbeelden noemt hij het besluit van de andere eurolanden om >>
22 PurSang 1|2013
de rente op de verstrekte noodhulp aan Griekenland te verlagen en dat van de ECB om de winst op opgekochte obligaties terug te storten in de Griekse schatkist in plaats van deze te verdelen onder de aandeelhouders. De econoom pleit voor het doortrekken van die lijn. ‘Maar dan moeten de eurolanden natuurlijk niet bij ieder overleg weer beginnen te steigeren.’ Het overleg over de begroting van de Europese Unie eind vorig jaar was zo’n moment waarop Aben doelt. ‘Die begroting bedraagt nog geen 1% van het gezamenlijke bnp. Met de dossiers waarop men het oneens was, is misschien 0,2% gemoeid. Toch was het moeilijk om tot een akkoord te komen. Bizar,’ vindt hij.
Zachte landing China Gematigd optimistisch is Luc Aben over de economische vooruitzichten voor de Verenigde Staten en China. In de VS draaien de belangrijkste indicatoren langzaam ten goede. Dat geldt zowel voor de woning markt, de aanzet tot de mondiale crisis, de werkgelegenheid, het ondernemers- en het consumentenvertrouwen. De index voor het consumentenvertrouwen bereikte in november het hoogste niveau in de afgelopen vijf jaar. Voor 2013 voorspelt Van Lanschot een groei van de Amerikaanse economie met 2,0% tot 2,5%. Probleem in de VS blijft volgens de macro-econoom wel de almaar oplopende overheidsschuld. Op een gegeven moment zullen ook de Amerikanen die moeten gaan afbouwen. Het juiste moment is nog niet aangebroken, meent Aben. Daartoe moet eerst de financiële positie van Amerikaanse gezinnen voldoende zijn verbeterd. Hij gaat ervan uit dat dit nog zo’n drie tot vier jaar in beslag neemt.
‘De belangrijkste uitdaging voor China blijft het stimuleren van de binnenlandse consumptie’ Voor China rekent Van Lanschot in 2013 op een zachte landing van de economie – een groei van rond de 8%. ‘De uitdagingen zijn groot,’ schetst Aben. ‘Aan de ene kant hebben de Chinezen last van de dalende wereldeconomie. Die maakt dat ze minder kunnen exporteren. Anderzijds hebben de Chinese centrale bank en de overheid de afgelopen maanden duidelijk gemaakt dat ze er alles aan blijven doen om de conjunctuur te stimuleren. Banken kunnen meer geld uitlenen omdat ze minder reserves hoeven aan te houden, de overheid heeft de teugels op fiscaal gebied iets laten vieren en diverse economische hervormingen aangekondigd. Zo wordt de toegankelijkheid van de kapitaalmarkt vergroot voor buitenlandse investeerders. Dat is positief.’
Maar de belangrijkste uitdaging voor China blijft volgens Aben het stimuleren van de binnenlandse consumptie. Dit vereist een totale omwenteling van het economisch denken. De wisselkoers moet vrij kunnen fluctueren, geld- en kapitaalmarkten moeten worden geliberaliseerd en de grip van de overheid op de economie moet omlaag. Een hele uitdaging voor de nieuwe president Xi Jinping,’ meent de econoom.
Robotisering Los van deze groeiverwachtingen zijn er volgens de Van Lanschoteconoom nog een paar wat meer onzekere ontwikkelingen die het beleggingsklimaat de komende tijd positief kunnen beïnvloeden. Het toetreden van Rusland tot de wereldhandelsorganisatie WHO is zo’n potentiële opsteker. Aben refereert aan het toetreden van China tot de WHO in 2001. Een gebeurtenis die volgens hem mede aan de basis heeft gestaan van de langdurige, explosieve groei in dit land. Mogelijk wacht Rusland ook zo’n hausseperiode. Omdat Rusland relatief dichtbij ligt, zal vooral Europa hiervan kunnen gaan profiteren, verwacht hij.
‘In toenemende mate wordt arbeid uitgevoerd door robots’ Ook op het gebied van de energievoorziening staat er de komende periode het nodige te gebeuren. Daarbij denkt de econoom vooral aan de investeringen in de winning van schaliegas. Met name de VS maken hiermee grote vorderingen; zozeer dat dit land op middellange termijn geheel in zijn eigen energiebehoefte zal kunnen voorzien. Dit kan de Amerikaanse industrie positief in de kaart spelen, meent Aben. China echter zal het concurrentievoordeel als gevolg van de lage lonen langzaam zien afnemen. Dat heeft niet alleen te maken met de stijging van de lonen, maar ook met de robotisering. In toenemende mate wordt arbeid, die eerst door mensen werd verricht, uitgevoerd door robots, signaleert Aben. Hierdoor spelen de loonkosten een steeds kleinere rol bij de vraag waar bedrijven het beste kunnen investeren. Europa en de VS kunnen daarmee weer een interessant alternatief worden.
Meer aandelen, minder staatsobligaties Wat betekent dit gematigde optimisme voor de beleggingsstrategie en de samenstelling van de modelportefeuille in 2013? Allereerst een kleine toename van de hoeveelheid aandelen. Hoewel de krantenkoppen dikwijls anders suggereerden, hebben aandelen volgens Aben een goed jaar achter de rug. Hij verwacht dat die trend doorzet. Dit houdt onder meer verband met de grote hoeveelheid goedkoop geld, de zich verbeterende mondiale economische perspectieven en de
PurSang 1|2013 23
lage waardering. Dat laatste geldt vooral voor aandelen van Europese en Aziatische bedrijven. Amerikaanse aandelen zitten wat betreft de waardering op het randje. ‘Er zit al een veiligheidsmarge in aandelen. Dan nog zijn de verwachte rendementen zeer aantrekkelijk,’ aldus de beleggingsstrateeg. Mocht zich de komende maanden op de financiële markten een terugval voordoen, dan is dat voor Van Lanschot geen reden de overweging van aandelen weer ongedaan te maken. Integendeel, een correctie zal de bank er juist toe zetten aandelen bij te kopen. De focus op aandelen gaat ten koste van de hoeveelheid cash en obligaties van sterke eurolanden. Aben: ‘Die brengen door de lage rente echt niets op.’ Bij de vastrentende waarden is de aversie van Van Lanschot tegen staatsobligaties van sterke eurolanden als Duitsland, Finland en Nederland dan ook verder toegenomen. Aben: ‘Van deze obligaties waren we al niet zo geporteerd; dat hebben we nog sterker aangezet.’ De reden voor de aversie is de – historisch gezien – lage rentevergoeding. Bij een rentestijging leidt dit tot koersverliezen die vooral bij langere looptijden fors oplopen. Van Lanschot gaat deze obligaties onder meer ruilen voor staats- en bedrijfsleningen van opkomende economieën buiten de eurozone. Daarbij gaat de voorkeur uit naar obligaties in lokale valuta’s. De rendementsverwachtingen voor deze leningen zijn volgens Aben significant groter dan die op obligaties van de sterke landen binnen de eurozone. Een andere mogelijkheid om de portefeuille te wapenen tegen een onverhoopte rentestijging zijn de beleggingsfondsen die een actief rentelooptijdbeleid voeren of zichzelf immuun maken voor rentebewegingen. Binnen onze beleggingsstrategie hebben wij voor dergelijke fondsen meer plaats ingeruimd. Ook de weging van de hoeveelheid inflatiegerelateerde obligaties gaat omlaag. Aben ziet de inflatie voorlopig niet toenemen. Hij zou niet weten waar die druk vandaan moet komen. ‘Noch de geldcreatie, noch de vraag- en looninflatie geven hiertoe aanleiding.’ Mocht de vraag toch flink toenemen, dan is er volgens de econoom nog voldoende productiecapaciteit beschikbaar om deze groei op te vangen.
Europees vastgoed
De samenstelling van de vastgoedportefeuille wijzigt eveneens. In plaats van gedeeltelijk wereldwijd vastgoed gaat Van Lanschot zich uitsluitend concentreren op Europees vastgoed. Buiten Europa zijn de onroerendgoedprijzen de afgelopen jaren flink gestegen; binnen Europa biedt vastgoed volgens de hoofdeconoom nog net voldoende extra rendement om investeringen te rechtvaardigen. Aben, resumerend: ‘Ik houd het voor 2013 op optimisme met een kleine “o”. We gaan met kleine stapjes vooruit. Niet dankzij, maar ondanks de euro.’ ____________
24 PurSang 1|2013
‘Het draait om kijken en beoordelen’
Museale ogen
Veertig jaar Kunsthandel Ivo Bouwman Drie maanden lang is kunsthandelaar Ivo Bouwman te gast in het Gemeentemuseum Den Haag, waar hij schilderijen laat zien die hij de afgelopen veertig jaar verkocht. Dat is bijzonder. Hoe vaak viert een kunsthandel zijn jubileum in een museum? Bijna nooit. Dat het nu wel gebeurt, zegt iets over de kwaliteit van de kunst die Bouwman verhandelde. Die is uitzonderlijk en misstaat niet in een museum. Sterker nog: een aantal werken hangt er vrijwel permanent. Het gaat om meesterwerken van klinkende namen als Monet, Van Dongen en Sluijters.
PurSang 1|2013 25
Tekst: Sandra Jongenelen | Fotografie: Rob Acket
In zijn galerie in Den Haag blikt Bouwman terug op zijn carrière, waarin hij zich specialiseerde in Nederlandse en Franse kunstenaars tussen 1870 en 1950. De nadruk ligt op de vorige eeuwwisseling. ‘Een spannende tijd met vier verschillende kunststromingen – impressionisme, pointillisme, fauvisme en kubisme – die zich kort na elkaar ontwikkelden.’ De presentatie laat niet alleen zien welke topschilderijen de kunsthandelaar verkocht. Het zet ook de schijnwerpers op kunstenaars die hij mede op de kaart zette: Jongkind, Isaac Israëls, Jan Sluijters en Leo Gestel.
Kwaliteit opsporen Aanvankelijk lag een loopbaan als binnenhuisarchitect in het verschiet. Bouwman liep daarvoor stage in Denemarken, maar besloot na terugkomst in Nederland dat zijn pad elders lag. Tijdens zijn academietijd had hij af en toe meegelopen met Hans Cramer, kunsthandelaar in zeventiende-eeuwse schilderijen in Den Haag. Dat beroep lokte. Als alternatieve opleiding – nergens kun je het vak leren – besloot hij zijn ogen eerst de kost te geven. Hij trok naar grote Europese steden en bezocht veilingen en musea. Wat volgde was een intensieve periode, waarin hij zichzelf trainde. ‘Ik wilde verschil in kwaliteit leren zien. Bij een kunsthandelaar draait het om kijken en beoordelen.’ Vervolgens vestigde Bouwman zich in 1972 als kunsthandelaar in Den Haag en richtte hij zijn pijlen op de Haagse School. Na verloop van tijd was de markt afgeroomd en zette Bouwman koers naar zijn huidige specialisatie. Hij ontwikkelde zich tot expert van Jongkind, Isaac Israëls en natuurlijk Sluijters en Gestel, kunstenaars die buiten de kunsthistorische canon waren gevallen. ‘Dankzij mijn reizen zag ik hoe hoog hun kwaliteit was. Ze konden zich meten met beroemde buitenlandse collega’s. Nu sieren ook hun schilderijen de muren van toonaangevende musea. Aanvankelijk liep niemand warm voor ‘zijn’ kunstenaars. Typerend is de reactie van de directeur van Museum Boijmans van Beuningen, begin jaren tachtig. ‘Wat stelt Jan Sluijters nou helemaal voor’, bromde Wim Beeren bij het zien van een ‘weergaloos’ schilderij. Met een vraagprijs van 190 duizend gulden vond hij de Dame in rijkostuum veel te duur. Het schilderij werd uiteindelijk aangekocht door de Nederlandse Staat en kwam als bruikleen in het Noordbrabants Museum. De jaren daarna haalde hij zijn gelijk en rees Sluijters’ ster. Anno 2013 zou de Dame in rijkostuum voor € 1 miljoen van eigenaar wisselen, zegt Bouwman. ‘Maar dat zal niet gebeuren. Zoiets komt nooit meer op de markt.’
Tussen Kunst & Kitsch En hij kan het weten. Vanaf de eerste aflevering werkte hij mee aan het televisieprogramma Tussen Kunst & Kitsch. Een paar jaar geleden gaf hij na 21 jaar het stokje door. Zelden beoordeelde hij belangrijke werken, maar hij ontmoette op die manier wel een verzamelaarster. Van haar kon hij twee werken van Leo Gestel kopen. Na jaren van inspanning kreeg ook Gestel, die Bouwman in sommige perioden vergelijkt met de Oostenrijker Gustav Klimt, de waardering die hij verdient. In 1981 toonde de kunsthandelaar zijn werk voor het eerst op een verkooptentoonstelling aan het Lange Voorhout in Den Haag. ‘Niemand had interesse. Ik kon het aan de straatstenen niet kwijt. Het rendement op spaartegoeden lag op 9%. Wie kocht er nou kunst?’
Terugkijkend zou een aankoop de investering meer dan waard zijn geweest. De Dame met perzik die hij onlangs aan een particuliere verzamelaar verkocht, is nu ‘kostbaar’. Dat werk is te zien in het Gemeentemuseum. Bouwmans liefde voor Gestel voert terug naar zijn jeugd. Een buurman die conservator was bij het Mauritshuis, bracht hem met zijn werk in contact. Dat maakte indruk. Zoveel zelfs dat hij voor vijftig gulden een pastel kocht. Bouwman was zestien. ‘Ik hoefde geen brommer.’
Kussende vrouwen Tot de hoogtepunten van zijn loopbaan rekent Bouwman zijn verkopen aan musea. Vorig jaar ontdekte hij het enig bekende zelfportret van de Indonesische kunstenaar Raden Salèh. Het schilderij werd daarna afgebeeld in de catalogus van de Tefaf, de belangrijkste kunstbeurs ter wereld. Vlak voor de opening werd het verworven door het Tropenmuseum. Ander werk belandde de afgelopen jaren in Museum Het Valkhof en het Rotterdams Historisch Museum. Drie topstukken kwamen terecht in het Van Gogh Museum. Het eerste schilderij, Twee vrouwen die elkaar omhelzen van Jan Sluijters, zorgde kort na de vorige eeuwwisseling voor een rel. Dat had te maken met de voorstelling (twee kussende vrouwen), de manier van schilderen (nogal ruw) en het kleurgebruik (fel). Daarna breidde het Van Gogh Museum uit met De kust van Normandië van Monet, een schilderij dat het afscheid markeerde van directeur Ronald de Leeuw. Bouwman had hem in de jaren zeventig leren kennen. Ook De Leeuws opvolgers wisten Bouwman te vinden. Hij verrijkte het museum met een fauvistisch werk van Kees van Dongen, waarop Guus (de eerste echtgenote van de kunstenaar) staat afgebeeld. Haar blauwe jurk steekt af tegen de felrode achtergrond, een voor die tijd gewaagde kleurencombinatie.
Advies Honderd jaar later schrikt niemand meer van het werk van Sluijters en staat hij stevig op de kaart, mede doordat Bouwman zijn kwaliteit zag. In het verlengde daarvan adviseert hij klanten vooral ‘goede’ schilderijen te kopen. ‘Selecteer niet op naam. Als je je ogen traint, zie je prachtige werken van kunstenaars die nooit beroemd zijn geworden.’
‘Koop een prachtig werk en geniet ervan’ Kunst kopen puur als belegging raadt hij af. ‘Mensen geven gemakkelijk geld uit aan een nieuwe auto die na een paar jaar sterk in waarde is gedaald. Bij kunst wil het gros van de kopers de bevestiging dat het een goede investering is. Laat dat los. Koop een prachtig werk en geniet ervan.’ Bouwman staat volop in het leven, maar denkt desgevraagd na over later. Hoe zou hij straks te boek willen staan? ‘Als iemand met visie en een goed oog. De grootste kunsthandelaar van Nederland hoef ik niet te zijn, maar wel één van de toonaangevendste en betrouwbaarste. Zit er een sticker van mij op de achterkant van een schilderij, dan weet je dat het goed zit.’ ___________________________________________________ Gemeentemuseum Den Haag, Herkomst Ivo Bouwman, 16 februari tot en met 12 mei 2013 www.gemeentemuseum.nl
26 PurSang 1|2013
Obligatievisie 2013
Een stapje terug op de vastrentende markten In de tweede helft van vorig jaar is het sentiment op de obligatiemarkten duidelijk verbeterd en is de risicobereidheid toegenomen. Zal deze trend dit jaar doorzetten? Ellen Engelhart, obligatieanalist bij Kempen Capital Management voor Van Lanschot Bankiers, blikt vooruit.
Tekst: Annemarie van der Tujn
De obligatiemarkten, vooral die voor bedrijfsleningen met een hoge kredietwaardigheid, hebben het in 2012 wat betreft rendementen heel goed gedaan. Ook staatsobligaties sloten het jaar hoger af, al waren de verschillen tussen leningen uit de kernlanden en die uit de periferie van de eurozone groot. Die laatste categorie kreeg in de zomer een steuntje in de rug van Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB). Hij bezwoer in juli dat de ECB ‘alles zal doen om de euro te behouden’. En in september gaf hij aan dat de ECB onbeperkt obligaties kon gaan opkopen van probleemlanden in de eurozone. Dat leidde ertoe dat beleggers weer bereid waren meer risico te nemen, wat de rentevergoeding op meer risicovolle obligatiecategorieën naar beneden drukte.
een Duitse lening van tien jaar is lager dan de inflatie, wat resulteert in een negatief reëel rendement. Dat maakt dat we staatsobligaties van de kernlanden op dit moment geen aantrekkelijke belegging vinden.’ De rente kan op korte termijn laag blijven, verwacht Engelhart. ‘De economie zal niet snel sterk verbeteren. We hebben te maken met omvangrijke bezuinigingen, een hoge werkloosheid en een productie die nog onder de maximale capaciteit ligt. De inflatieverwachting is hierdoor gematigd. Om die reden kunnen de officiële rentetarieven van de ECB voorlopig laag blijven. Voor de middellange termijn verwachten we overigens dat de 10-jaars Duitse rente kan oplopen richting 3%. Dit is in algemene zin ongunstig voor obligatiebeleggingen.’
Lage rente kernlanden
Mogelijkheden buiten eurozone
Ten opzichte van begin 2012 zijn de obligatierentes en de risicopremies behoorlijk teruggelopen. Dat roept de vraag op wat 2013 de obligatiebelegger gaat brengen. ‘De vooruitzichten zijn in ieder geval minder veelbelovend dan vorig jaar,’ aldus Engelhart. ‘In onze beleggingsportefeuille houden we dan ook een onderwogen positie aan voor de categorie obligaties als geheel. We zijn vooral onderwogen in staatsobligaties van de kernlanden in de eurozone, zoals Duitsland.’ De rente op
Gegeven de aanhoudende europroblemen en de relatieve onaantrekkelijkheid van staatsleningen uit de eurokernlanden kan het interessant zijn om een klein deel van de overheidsobligaties wereldwijd te beleggen. Engelhart: ‘Buiten de eurozone gelden andere economische omstandigheden en rentes, zodat ook de vooruitzichten voor staatsobligaties gunstiger kunnen zijn dan hier. De spreiding is een bijkomend voordeel, al moeten we hier wel rekening houden met valutabewegingen.’
Ook obligaties van opkomende landen zijn een aantrekkelijke aanvulling op een vastrentende portefeuille. Veel overheden in deze landen staan er beter voor dan die in de ontwikkelde landen. De staatsschulden (als percentage van het nationale inkomen) zijn over het algemeen lager en de economische groei is in veel gevallen hoger dan in de ontwikkelde wereld. ‘Daar komt bij dat er veel vraag is naar dit soort leningen,’ vult Engelhart aan. ‘Veel obligatiebeleggers zoeken hier naar extra rendement. Dat ondersteunt normaal gesproken de koersen van deze obligaties. We vinden dat deze obligatiecategorie nog redelijk gewaardeerd is, ondanks dat de risicopremies gemiddeld genomen al behoorlijk zijn gedaald. Opkomende landen zijn politiek wellicht instabieler, de obligatiemarkten zijn er minder volwassen en er kan sprake zijn van valutaschommelingen. Maar het rendement in deze obligatiecategorie biedt volgens ons nog steeds voldoende compensatie voor deze risico’s.’
Vraag naar bedrijfsobligaties Ook voor bedrijfsobligaties geldt dat de waarderingen nog steeds redelijk zijn, al zijn deze niet meer zo goedkoop als in 2012. De balansen van de grote Europese bedrijven zijn nog altijd gezond en het zijn vooral deze bedrijven die zich voor leningen tot de kapi
PurSang 1|2013 27
taalmarkt wenden. ‘Wel verwachten we dit jaar een zeer gematigde economische groei,’ nuanceert Engelhart. ‘Dit kan een negatieve invloed hebben op de winst- en omzetontwikkeling, vooral bij cyclische bedrijven en ondernemingen die sterk afhankelijk zijn van de consumenten bestedingen. Als de schuldpositie op een gelijk niveau blijft, neemt de kredietkwaliteit iets af. Sommige bedrijven hebben daarom hun dividenduitkeringen al verlaagd. De rente op de kapitaalmarkten is echter zo laag dat dit bedrijven ook kan aanmoedigen om meer te lenen. We gaan ervan uit dat de kredietwaardigheid in 2013 over het algemeen licht zal verslechteren.’
‘De rendementen van 2012 zullen we dit jaar zeer waarschijnlijk niet meer zien’ Voor bedrijfsobligaties geldt ook dat de vraag van beleggers groot blijft. Omdat de staatsleningen van kernlanden in de eurozone weinig rendement bieden, springen beleggers massaal op de leningen van hoogwaardige bedrijven die op de markt komen. Engelhart: ‘Dat is positief, maar uiteindelijk kunnen de waarderingen wel onder druk komen. Die vinden we nu overigens nog redelijk. Al met al vinden we bedrijfsobligaties nog aantrekkelijker dan staatsleningen. Ook voor deze categorie geldt dat het rendement nog voldoende compensatie biedt voor het faillissementsrisico. De rendementen van 2012 zullen we dit jaar niettemin zeer waarschijnlijk niet meer zien.’
Achtervang verdwijnt Binnen de categorie bedrijfsobligaties nemen de bankleningen een bijzondere plaats in. Banken zijn hun balansen aan het verbeteren om aan de nieuwe kapitaaleisen (Basel III) te voldoen. Zij moeten meer kapitaal en liquiditeiten aanhouden ten opzichte van hun uitstaande kredieten. Dat is goed voor de obligatiehouder, want de financiële gezondheid van de banken zal er in de regel beter door worden. Daar staat tegenover dat de banken vanwege de matige economische groei nog veel voorzieningen zullen moeten treffen voor hun uitstaande kredieten. Dat drukt de winstgevendheid. ‘Daarnaast zal de achtervang van de overheid langzaam verdwijnen,’ legt Engelhart uit. ‘Overheden willen af van het feit dat ook de belastingbetaler moet bijdragen als er problemen ontstaan. De wet- en regelgeving op dit gebied wordt aangepast. Dat betekent dat obligatiehouders op termijn niet zomaar kunnen aannemen dat overheden de banken overeind zullen houden.’ Kortom, de onderliggende fundamentele factoren voor bankobligaties zijn nu voorzichtig positief, maar er zijn nogal wat onzekerheden.
Spanje: junkstatus? Tot slot geven bedrijfsobligaties uit de periferie, zoals Spanje, gemiddeld een hoger
rendement dan die uit de kernlanden van de eurozone. Daar staat tegenover dat de risico’s groter zijn. Spanje heeft een kredietbeoordeling die nog maar net boven junkniveau ligt. Als het land zijn tekortdoelstellingen niet haalt of als de Spaanse banken onverhoopt meer geld nodig hebben dan verwacht, kan Spanje alsnog de junkstatus krijgen. Engelhart: ‘Omdat de kredietbeoordeling van bedrijven is gekoppeld aan die van het thuisland, kan de rating van Spaanse bedrijven dan ook onder druk komen te staan. Dat kan dan weer negatieve gevolgen hebben voor de risicopremies en de koersen van deze obligaties. Zolang de vooruitzichten voor Spanje niet verbeteren, blijven we dan ook voorzichtig met obligaties van bedrijven die het grootste deel van hun omzet en winst in dit land behalen.’ __________
28 PurSang 1|2013
COVERSTORY
Denken Sander Boleij in gesprek met Heleen Dupuis
op het scherp van de snede
Wat kan de bancaire sector leren van de gezondheidszorg als het gaat om ethiek? Sander Boleij, manager Verantwoord Ondernemen van Van Lanschot Bankiers, stelde de vraag aan medisch ethica en senator Heleen Dupuis. Het werd een pittig gesprek over de noodzaak van een moreel debat, het belang van een blame free culture en moraliteit in de complexe financiële wereld. ‘Bankiers die hun morele verantwoordelijkheid niet nemen, zijn lui.’
Tekst: Anne Wesseling | Fotografie: Rob Acket
Verantwoord ondernemen staat bij Van Lanschot hoog in het vaandel, al is de bank er naar de buitenwereld toe bescheiden over. Sander Boleij, die zich als manager Verantwoord Ondernemen binnen Van Lanschot dagelijks bezighoudt met bancaire ethiek, wilde graag in gesprek met Heleen Dupuis, die zich specialiseerde in ethiek binnen de gezondheidszorg. ‘We hebben elkaar al eens ontmoet tijdens een studiedag over ethiek voor bankiers van Van Lanschot,’ vertelt Boleij. ‘Daar vielen me de overeenkomsten tussen onze vakgebieden al op. Ik wilde daar met haar heel graag verder over van gedachten wisselen.’
‘Zowel bij gezondheid als bij geld gaat het om zeer fundamentele belangen van mensen’ Bij Dupuis thuis in Voorschoten is de rode draad van het gesprek dan ook: wat zijn de parallellen tussen de medische en de financiële wereld, en wat kunnen de banken leren van de medische ethiek? Maar eerst: hoe is Heleen Dupuis, die theologie en rechten studeerde, eigenlijk bij de medische ethiek terechtgekomen? Hoewel ze opgroeide als dochter van een huisarts, werd de kiem voor haar specialisatie toch vooral ergens anders gelegd: in het ziekenhuis waar ze op haar 23e terecht kwam voor een nieroperatie. ‘Daar zag ik van dichtbij zulke vreselijke dingen,’ vertelt ze. ‘Er waren patiënten die zelf niet wisten wat ze mankeerden, terwijl er door artsen van alles over hen werd beslist.
Daar heb ik me voorgenomen: dít is waarin ik verder ga, hierin ga ik promoveren. Want mensen moeten de controle hebben over hun eigen lichaam en gezondheid. Dat ik me specialiseerde in de medische ethiek kwam dus deels door het toeval. Ik had ook in de bancaire ethiek door kunnen gaan.’
Informatiegat dichten Boleij: ‘Ik heb het idee dat er veel overeenkomsten zijn tussen de bancaire wereld en de medische wereld.’ ‘Oh zeker, de analogieën tussen de medische en de bancaire wereld zijn evident,’ zegt Dupuis. ‘Die informatieasymmetrie bijvoorbeeld, de situatie waarin de specialist veel meer kennis heeft dan de cliënt, dat zie je ook in de financiële sector. Dat de professionals zich keuzes toeëigenen, zonder te erkennen dat ze er met hun eigen belangen bij zitten – dat een arts eraan verdient, als een bepaalde behandeling wordt gegeven en dat financieel adviseurs verdienen aan de producten die ze adviseren. Maar de belangrijkste overeenkomst is dat het zowel bij gezondheid als bij financiën gaat om zeer fundamentele belangen van mensen. En dus moeten die mensen een stem hebben in wat er gebeurt.’ ‘Maar hoe kunnen we dat informatiegat dichten?’ vraagt Boleij. ‘Het is primair een morele verantwoordelijkheid van de professional om te zorgen dat de cliënt begrijpt wat er aan de hand is, zodat die een eigen keuze kan maken. Daarnaast is onderwijs natuurlijk een belangrijk hulpmiddel. Ik ben liberaal en liberalen vinden: mensen moeten zelf kennis kunnen verwerven. Mensen die beter zijn opgeleid, zijn gelukkiger,
COVERSTORY
PurSang 1|2013 29
‘Banken hebben een zware maatschappelijke functie, net zo belangrijk als gezondheidszorg en onderwijs’
hebben betere relaties, gezondheid, banen. Iedereen heeft last van de hazards of life, maar hoe beter je bent toegerust, hoe beter je ertegen kunt.’
hoge kosten geleid en het uiteindelijke pakket aandelen was beduidend minder interessant. Het viel niet terug te draaien, want het was gebeurd met haar toestemming. Dat dat kan in Nederland.’
Boleij vertelt dat Van Lanschot heeft deelgenomen aan de Week van het Geld, waarin kinderen voorlichting krijgen over geldzaken. ‘Toch blijft het lastig,’ voegt hij toe. ‘Ik heb vrienden die goed opgeleid zijn, maar toch allerlei financiële producten hebben waarvan ik zeg: waarom? Als ik doorvraag, zeggen ze dat ze het maar gedaan hebben omdat hun financieel adviseur het zei. En dat het hen niet echt interesseert. Dat is zo jammer.’ ‘Het gaat wel om complexe kennis,’ geeft Dupuis toe. ‘Aan de andere kant – ik heb thuis altijd de geldzaken gedaan, en kom, zo moeilijk is het allemaal niet. Medische kennis is trouwens net zo goed complexe kennis. Het probleem heeft denk ik ook met autoriteit te maken. We hebben elkaar wijsgemaakt dat ‘nobele’ beroepen deugen. Dat is niet zo. Maar een arts of financieel adviseur straalt een bepaalde autoriteit uit en daar zijn mensen gevoelig voor.’
Moreel kompas
Als voorbeeld uit eigen ervaring – en ze is er nog steeds woest over – noemt ze het aandelenpakket van haar moeder, die inmiddels 94 is. ‘Ze had een prachtig pakket aandelen, maar haar bank – niet Van Lanschot, trouwens, zeg ik met nadruk – had haar in 2010 overgehaald om die aandelen in te ruilen voor, ik kan niet anders zeggen, trash. Toen ik het zag, was ik verbijsterd. De wijzigingen in het aandelenpakket hebben tot
Dan is de volgende vraag: hoe moeten die professionals, uitgaande van die autoriteit die ze kennelijk hebben, zélf omgaan met moraliteit? Je zou willen dat adviseurs een moreel kompas hebben – een set handvatten op basis waarvan ze hun eigen handelen moreel beoordelen. Boleij vraagt zich hardop af of mensen met een moreel kompas worden geboren, of dat moreel besef later wordt aangeleerd. Dupuis is daar niet helemaal uit. ‘Plato zegt dat ethisch besef is aangeboren, Aristoteles zegt van niet. Ik ben wel te porren voor de visie dat mensen een aangeboren vermogen tot moreel oordelen hebben, maar dat het je wel geleerd moet worden.’ Boleij: ‘Zelf geef ik bankiers drie toetsvragen waarmee ze eenvoudig zelf kunnen beoordelen of iets moreel klopt. De eerste: als het morgen in de krant staat, met je naam erbij, kun je daarmee leven? De tweede: krijg je het vanavond thuis aan de keukentafel uitgelegd? En de laatste: zou je het aan je eigen moeder verkopen?’ Dupuis, met begrijpelijke instemming: ‘Die laatste is een hele goeie!’ Boleij: ‘Er ligt nu een wetsvoorstel voor een bankierseed.’ Dupuis: ‘Een eed. Is dat iets dat de overheid moet doen? Nee. Het is in de eerste plaats de groep zelf die het voortouw moet nemen. En een eed is niet meer dan een intentieverklaring, een soort rite de passage, >>
30 PurSang 1|2013
COVERSTORY
die op zichzelf niet leidt tot juridische en morele verplichtingen. De medici hebben een medisch tuchtcollege, dat werkt goed.’ Boleij: ‘Er zijn bankiers die zeggen: kom nou maar met die ethische regels, dan weten we waar we aan toe zijn.’ Dupuis: ‘Dat is luiheid. Ze weten wat ze hebben gedaan. Ze weigeren nog steeds zelf hun morele verantwoordelijkheid te nemen.’ Dupuis denkt even na. ‘Kijk, je kunt mensen natuurlijk niet dwingen een moreel standpunt in te nemen. Maar je kunt er wel op toezien dat er een moreel debat plaatsvindt binnen de sector. De Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen van een bank kunnen om te beginnen zwaar inzetten op het toetsen van moreel bewustzijn op het moment dat iemand in dienst komt. Want of mensen enig benul hebben dat hun handelen consequenties heeft voor de fundamentele belangen van een ander, dat kun je gewoon toetsen.’ Boleij: ‘Toch... Ik zie om mij heen zoveel mensen met moreel besef. Ik denk echt dat de meerderheid van de mensen gewoon deugt. Maar als dat zo is, hoe is de woekerpolis er dan gekomen?’ Dupuis: ‘Oh, er waren critici, ik weet het zeker. In de tijd dat de woekerpolis werd bedacht zijn er ongetwijfeld mensen geweest die zeiden: dit is te erg voor woorden, dit kan toch niet? Maar die mensen zijn niet gehoord. De conclusie moet dan zijn dat de cultuur bij de banken zo gesloten was dat twijfel over de juistheid van beslissingen niet geapprecieerd werd. Er was kennelijk een cultuur waarin je elkaar niet op dat soort zaken kon aanspreken.’ Boleij: ‘Hadden ethici daarbij kunnen helpen?’ ‘Nee. Als ethicus is het niet je taak de wereld te veranderen. Dat kan niet. Je kunt wel het vocabulaire leveren om kritisch naar je eigen handelen te kunnen kijken. Maar als er bij Van Lanschot geen visie was op ethiek en duurzaamheid...’
Boleij: ‘Dan zou ik hier niet werken!’ Dupuis: ‘Die visie moet er dus gewoon zijn. Hoe moeilijk is het? Hippocrates zei al: bij ziekte moeten artsen helpen en vooral geen schade toebrengen. Helpen en vooral géén schade toebrengen – dat zouden bankiers ook in hun vaandel moeten hebben staan.’ Boleij: ‘Maar houden artsen zich ook aan hun eed? Je schreef het boek ‘Op het scherp van de snede’, daarin stond harde kritiek op de artsen.’ Dupuis: ‘Dat was heftig, ja.’ ‘Het ging over machtsposities, over winstbejag...’ ‘Ik had het zó voor de banken kunnen schrijven. Bij de medici ging het vroeger net zo. Ze hadden geen oog voor de schade die ze soms veroorzaakten. Er moet in een ziekenhuis, maar ook bij een bank, een cultuur zijn waarin naar kritiek vanuit eigen gelederen geluisterd kan worden. Als ik zie hoe banken reageren op verwijten... daar zit geen zelfrelativering in. Er is een cultuuromslag nodig, zodat binnen de banken breed de gedachte gaat leven: we zijn bezig met zeer fundamentele belangen van onze cliënten. Zodat bankiers elkaar kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheid jegens de burger, en zodat ze elkaar ter verantwoording kunnen roepen. Vooral is het belangrijk dat je dingen kunt, of misschien zelfs moet melden, zonder er de schuld van te krijgen. Een blame free culture. Dan verbetert het pas.’
Fragiel en solide Het gesprek komt op de complexiteit van de financiële wereld, die volgens beiden niet op zichzelf staat. In zekere zin zijn we allemaal verdwaald in een complexe wereld. ‘We hebben een wereld gecreëerd die zo complex is dat we er evolutionair gezien zelf nog niet aan toe zijn,’ zegt Dupuis. ‘Laatst kreeg ik een casus voorgelegd: stel dat een meteoriet in 2020 de wereld
‘We hebben een wereld gecreëerd die zo complex is dat we er evolutionair gezien zelf nog niet aan toe zijn’ – Heleen Dupuis –
COVERSTORY
PurSang 1|2013 31
Prof. dr. Heleen Dupuis (1945) is emeritus hoogleraar medische ethiek en lid van de Eerste Kamer namens de VVD. Verder is zij onder meer voorzitter van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en kerndocent bij de Comeniusleergang van de Universiteit Groningen. Haar bekendste publicaties zijn ‘Op het scherp van de snede’, een kritische analyse van de wijze waarop in de geneeskunde ingrijpende beslissingen tot stand komen, en ‘Over moraal’, een inleiding in de belangrijkste thema’s van de algemene ethiek. Sander Boleij (1969) is econoom en filosoof. Als manager Verantwoord Ondernemen houdt hij zich vooral bezig met het duurzaamheidsbeleid van de bank. Dit richt zich in de eerste plaats op de duurzaamheid van de kredieten en beleggingen. Daarnaast op tal van andere onderdelen, waaronder de eigen milieuprestaties en de relaties met maatschappelijke organisaties. www.vanlanschot.nl/verantwoordondernemen
zou treffen, welke morele afwegingen moeten we dan maken? Ik heb gezegd: ‘ik pas’. We hebben niet geleerd om op zo’n grote schaal de belangenafweging te maken. Dat is te moeilijk. Laten we dat toegeven.’ Boleij: ‘We moeten dus terug naar iets simpelers. Eenvoudige producten. Die hebben we bij Van Lanschot trouwens al.’ Dupuis vertelt hoe ze het gevoel heeft dat mensen vandaag de dag op het scherp van de snede leven, vooral in persoonlijk opzicht. ‘Je moet zorgen voor jezelf, je partner en kinderen, je baan. We hebben veel aan ons hoofd, het leven is voor iedereen ingewikkeld. Mensen zijn heel zwaar belast en we zijn niet zo stevig. Die fragiliteit is niet aan de orde, maar daar zou het ook over moeten gaan. Hoe je te midden van die fragiliteit solide kunt zijn, dat is de kernvraag. Wat is je houvast, wat zorgt dat je het redt?’ Boleij: ‘Dat begint bij zelfkennis.’ ‘Ik zeg: de rede. Als je inziet hoe fragiel we zijn en wat een klus het bestaan is, dan weet je dat we op elkaar zijn aangewezen. Dat moeten we organiseren. In elk geval is het belangrijk om het gesprek vol te houden. En soms gewoon te erkennen dat we het niet redden. Of het nu verwijtbaar is of niet, er zijn foute risico-inschattingen gedaan. Ja, we zijn feilbare mensen. Accepteer dat het zo is, geef het toe. De vraag is: hoe gaan we nu verder?’ Boleij: ‘We bevinden ons nu een crisis...’ ‘Ik hou mijn hart vast,’ zegt Dupuis. Boleij: ‘Stel dat er een derde dip komt. Kan dat nadelig zijn voor morele discussies? Zoals Bertolt Brecht zei: eerst komt het eten en dan de moraal?’ ‘Dat gebeurt al,’ zegt Dupuis. ‘Neem de werkloosheidswet. Dat daar nu zo op wordt gekort, vind ik belachelijk. Er zijn in deze tijd zoveel mensen die hun baan verliezen, daar moet je een goede regeling voor hebben. Die wetten zijn er voor tijden van nood! Dan maar minder gezondheidszorg. Mensen die werkloos worden en binnen een jaar hun hypotheek niet meer kunnen betalen – het veroorzaakt een keten van ellende.’ Boleij: ‘Banken worden wel coulanter...’ Dupuis, streng: ‘Gaan jullie maar eens lekker creatief nadenken hoe je
die langdurig werklozen een handreiking kunt doen. De banken hebben zo lang in termen van hun eigen belang gedacht. Er moet iets te bedenken zijn, met een tijdelijk lagere rentevoet, of uitstel van betaling, waardoor mensen niet hun huis uit hoeven als ze hun baan kwijtraken. Die uitdaging moet echt aangenomen worden, al was het maar om het vertrouwen terug te winnen.’
‘Wat is je houvast, wat zorgt dat je het redt?’ Ze benadrukt nog eens de rol van banken. ‘Niemand stopt zijn geld meer in een oude sok. De banken hebben een zware maatschappelijke functie, ze zijn voor de samenleving net zo belangrijk als gezondheidszorg en onderwijs. Het is te gênant voor woorden: iedereen realiseert zich dat we niet zonder banken kunnen. Waarom is er niet veel eerder een moreel debat aangegaan?’ Het is een vraag die in de lucht blijft hangen. ‘Nou ja, we hoeven geen mooi einde te hebben, van dit gesprek,’ zegt Dupuis dan opgeruimd. ‘Maar er is wel hoop, want het debat komt momenteel alsnog los en het feit dat wij hier zitten en erover praten, onderstreept dat.’ Ze glimlacht. ‘Ja, ik ben hoopvol. Sluit daar maar mee af.’
Na afloop ‘Er bleken nog meer parallellen te zijn tussen de medische wereld en de bankenwereld dan ik dacht,’ zegt Sander Boleij na afloop van het gesprek. ‘De medische wereld loopt in elk geval voor, als het gaat om het morele debat. Dat is daar intussen veel beter georganiseerd, vanuit de sector zelf. Dat is ook waar de financiële wereld van kan leren. Bij Van Lanschot staan ethiek en verantwoord ondernemen al lang hoog op de agenda. Op ethisch gebied spelen er geen grote issues. Wij zijn een eenvoudige, fatsoenlijke bank die dicht bij zijn waarden blijft. Maar zelfkennis is voor de hele sector belangrijk. Ethiek zal de komende jaren een belangrijk onderwerp blijven binnen de bancaire wereld.’ __________
32 PurSang 1|2013
AOW-leeftijd vanaf 2013 omhoog, pensioen ook?
Een relatie van Van Lanschot heeft contact opgenomen met zijn banker. Hij heeft in de krant diverse artikelen gelezen over de verhoging van de AOW-leeftijd. Heeft dit ook gevolgen voor zijn pensioenregeling?
Tekst: Hanneke Kroonenberg
De banker vertelt dat de verhoging van de AOW-leeftijd een gevolg is van het steeds ouder worden van de mens. Daarnaast zijn er steeds minder werkenden ten opzichte van het aantal AOW-ers, zodat de kosten voor de AOW door steeds minder mensen moeten worden gedragen. Daarom wordt de AOW-leeftijd jaarlijks verhoogd, vanaf 2013 tot en met 2015 met één maand, van 2016 tot en met 2018 met drie maanden en vanaf 2019 met vier maanden. Zo staat de AOWleeftijd in 2018 op 66 jaar en in 2021 op 67 jaar. Degenen die in 1947 zijn geboren, zijn de laatste groep die nog vanaf 65-jarige leeftijd van de AOW kunnen genieten. Deze relatie is geboren in 1962. Hij zal vanaf 67 jaar AOW ontvangen. Tenzij de AOW-leeftijd te zijner tijd verder is verhoogd.
Aanpassen pensioenbrief De banker geeft aan dat alle pensioenregelingen moeten worden aangepast. Vanaf 2014 moet de pensioenrichtleeftijd namelijk op 67 jaar staan en wordt het opbouwpercentage met 0,1% verlaagd. Relatie is directeur-grootaandeelhouder en bouwt pensioen op in de eigen bv (zogenoemd eigen beheer). De banker legt uit dat de relatie er voor moet zorgen dat zijn pensioenbrief vóór 2014 is aangepast. Maar voordat tot aanpassing kan worden overgegaan, is het goed te bepalen of verdere pensioenopbouw nog zinvol is. Hierbij is belangrijk te bepalen hoeveel inkomen de relatie vanaf de pensioendatum wil hebben en met welke leeftijd hij wil stoppen met werken. Ook moet worden gekeken of er al andere voorzieningen zijn. Misschien heeft de relatie een levensloopregeling of een lijfrente afgesloten, of vermogen opgebouwd dat is bedoeld voor de ‘oude dag’.
Mogelijke veranderingen vanaf 2015 Vanaf 2015 kan naar verwachting minder pensioen worden opgebouwd dan nu; dat staat in het Regeerakkoord. Zo mag vanaf 2015 van het salaris nog maar tot maximaal € 100.000 worden meegenomen voor de pensioenopbouw. Ook de maximale jaarlijkse opbouw wordt verlaagd. De banker maakt dit duidelijk aan de hand van een voorbeeld (zie kader). Uit het voorbeeld blijkt dat iemand die op 30-jarige leeftijd in de pensioenregeling komt en € 119.000 verdient, niet meer € 70.000 maar maximaal € 44.955 pensioen (bruto per jaar) kan opbouwen. Dit pensioenbedrag wordt per jaar uitgekeerd. Er moet bovendien nog belasting over worden betaald. Het pensioen wordt nog verhoogd met de AOW-uitkering (circa € 9.500 voor een gehuwde of circa € 13.700 voor een alleenstaande (bedragen van 2012 en ze zijn bruto per jaar).
PurSang 1|2013 33
Maximale bedrag salaris AOW-franchise* Pensioengrondslag
Huidig Regeerakkoord € 119.000 € 100.000 € 19.000 € 19.000 € 100.000 € 81.000
Pensioenopbouw per jaar 2% Leeftijd in dienst 30 jaar Pensioenleeftijd 65 jaar
1,5% 30 jaar 67 jaar
Op te bouwen pensioen (Bruto per jaar)
€ 44.955
€ 70.000
* De AOW-franchise is het gedeelte van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd, omdat ervan wordt uitgegaan dat over dit deel al de AOW wordt uitgekeerd.
De accountant van deze relatie had al aangegeven dat het wellicht goed zou zijn de regeling conform het voorbeeld voort te zetten. Dus: een eindloonregeling met een opbouw van 1,5% per jaar. De relatie heeft al een aantal jaren pensioen opgebouwd. De banker stelt hem gerust voor deze bestaande pensioenaanspraken. De verhoging van de pensioenleeftijd en de beperking van de pensioenopbouw hebben alleen gevolgen voor de toekomstige jaren. Al het pensioen dat al is opgebouwd blijft behouden.
FINANCIËLE PLANNING
Keuzemogelijkheden Stel dat de pensioenregeling een eindloonregeling is (hierbij is het pensioen gebaseerd op het laatstverdiende salaris). In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een brutosalaris van € 119.000.
De relatie kan er voor kiezen het bestaande pensioen te laten staan. Het zal dan vanaf 65-jarige leeftijd worden uitgekeerd. Een alternatief is de pensioenleeftijd uit te stellen tot 67 jaar. Omdat het dan twee jaar later wordt uitgekeerd, wordt het pensioen hoger dan dat het op 65-jarige leeftijd tot uitkering komt. Deze tweede optie levert een overzichtelijker pensioen voor de deelnemer op. Na uitstel van het al opgebouwde pensioen, wordt zowel het nieuwe pensioen (vanaf 2015) als het oude pensioen (opgebouwd tot en met 2014) vanaf 67-jarige leeftijd uitgekeerd. De relatie geeft vervolgens aan dat hij waarschijnlijk op 63-jarige leeftijd wil stoppen met werken. Hierop antwoordt de banker dat het vervroegen van het pensioen naar de gewenste leeftijd mogelijk is. Omdat er dan gedurende minder jaren pensioen wordt opgebouwd en het pensioen eerder ingaat, is het pensioen wel lager dan wanneer het op 67-jarige leeftijd ingaat. De veranderingen hebben verstrekkende gevolgen. Zo wordt bijvoor beeld ook de maximale lijfrenteaftrek beperkt. De relatie geeft aan dat hij voorlopig voldoende weet. Indien u vragen heeft over de invulling van uw oudedagsvoor zieningen, kunt u contact opnemen met uw banker. Samen met een pensioenadviseur van Van Lanschot Chabot worden de mogelijk heden met u besproken. In deze rubriek geeft mr Hanneke Kroonenberg CB, werkzaam bij het kenniscentrum van Van Lanschot Bankiers, een beeld van ontwikkelingen op het gebied van financiële planning. Dit artikel is geschreven op basis van de situatie per medio december 2012.
‘Centrale bankiers zouden het schaamrood op de kaken moeten hebben’ - Edin Mujagi´ c-
PurSang 1|2013 35
Lars Dijkstra in gesprek met Edin Mujagic´
In hoeverre hebben de centrale banken het bij het rechte eind? Econoom en publicist Edin Mujagi´ c schrijft in zijn boek ‘Geldmoord’: de centrale bankiers hebben onze koopkracht plompweg om zeep geholpen. Hij gaat erover in debat met Lars Dijkstra, beleggingsstrateeg bij Kempen & Co en Van Lanschot Bankiers. Tekst: Annemarie van der Tuijn | Fotografie: Rob Acket
Als Mujagic´ en Dijkstra arriveren, is het nog stil in VakZuid. Dit restaurant kijkt uit op het Olympisch Stadion in Amsterdam, waar in 1928 geschiedenis werd geschreven. Toen brandde hier het eerste Olympische vuur en mochten vrouwen op de Spelen voor het eerst deelnemen aan de atletiek- en gymnastiektoernooien. In zo’n historische omgeving is het bijna onvermijdelijk om terug te blikken; in dit geval op de economie. Niet onbelangrijk, vindt Mujagi´ c. ‘Economie en historie zijn met elkaar verbonden. Je kunt de huidige economische problemen niet begrijpen – laat staan oplossen – als je niet weet welke fouten er in het verleden zijn gemaakt. Dan is de kans groot dat je die misstappen herhaalt. Zo weten we vanuit de historie dat het op termijn schadelijk is voor de economie als een land hindernissen opwerpt voor het vrije handelsverkeer. Op die manier zijn we in Europa tot een interne markt gekomen. Wat er nu gebeurt, met name in Frankrijk, staat daar bijna haaks op.’
Protectionisme Mujagic´ doelt op de steeds sterker wordende protectionistische reflexen, in het bijzonder in het land van president François Hollande. Nu de lonen in de spartelende zuidelijke eurolanden zijn gedaald, is het voor multinationals uit de noordelijke landen interessant om banen te verplaatsen. Renault doet dat bijvoorbeeld naar Spanje, net als Ford. ‘Dat is precies wat je wilt zien in een monetaire unie, waar niet de valuta maar de reële economie het aanpassingsproces stuurt,’ vult Dijkstra aan. Toch doen de noordelijke eurolanden er veel aan om die verhuizing van banen te belemmeren. Dijkstra: ‘Wat we in Noord-Europa vergeten, is dat de zuidelijke eurolanden heel goed snappen dat er geen weg terug is. Ze passen zich daarom aan. Frankrijk heeft dat helaas nog niet begrepen. Dat is een veel groter risico dan wat er nu in Griekenland gebeurt.’
‘Een beetje inflatie is het smeermiddel van de economie’ - Lars Dijkstra Om nog maar eens een duik in het verleden te nemen: eind dit jaar bestaat de Federal Reserve, het Amerikaanse stelsel van centrale
banken, precies honderd jaar. Reden voor een feestje? Niet volgens Mujagi´ c, die als externe promovendus is verbonden aan de Universiteit van Tilburg en zich al jaren bezighoudt met de centrale banken. Sterker nog: Mujagi´ c vindt dat centrale bankiers – ook die uit Europa – het schaamrood op de kaken zouden moeten hebben. Het liefst zou hij ze aanklagen voor brute geldmoord, voor het moedwillig uithollen van onze koopkracht. De Federal Reserve is de grootste ramp voor de welvaart, stelt hij onomwonden. ‘Centrale banken hebben de opdracht gekregen om de waarde van ons geld te waarborgen. In dat licht hebben ze in de afgelopen honderd jaar beroerd gepresteerd.’ ‘Maar de Europese inflatiecijfers over de laatste dertig jaar zijn dalend en laag,’ werpt Dijkstra tegen. ‘Jawel,’ reageert Mujagic, ´ ‘maar ook bij een lage inflatie neemt de waarde van het geld af. Per jaar stelt een geldontwaarding van 2% misschien niet veel voor, maar over een langere periode tikt het behoorlijk aan. Sinds de invoering van de euro is de koopkracht met 25% gedaald. Dat is geen stabiliteit.’
Welvarender? De Europese Centrale Bank (ECB) streeft een jaarlijkse inflatie van maximaal 2% na. Een prima doelstelling, vindt Dijkstra. ‘Een beetje inflatie is het smeermiddel van de economie. Je wilt geen deflatiedoel; uit de geschiedenis blijkt hoe desastreus dat is.’ Mujagic´ reageert: ‘Dat hangt af van waar de deflatie, ofwel de waardevermeerdering van het geld, vandaan komt. Aan het eind van de negentiende eeuw, ten tijde van de industriële revolutie, was er sprake van stevige deflatie. Maar de welvaart steeg. Men kon efficiënter produceren, de internationale handel werd goedkoper en dat voordeel werd doorgegeven aan de consument. Vanwege een grotere efficiëntie daalden de prijzen; dat was goede deflatie. Sinds 1978, toen ook China zich aansloot bij de wereldeconomie, hebben we wederom een golf van globalisering en technologische vooruitgang gekend. Ook de productiviteit is sterk gestegen, in de VS wel met 50%. Toch is alles wat we nu kopen 40% tot 50% duurder dan twintig jaar geleden.’ Maar dat betekent niet dat mensen ook 40% tot 50% armer zijn geworden, stelt Dijkstra. ‘Per saldo is de wereldbevolking veel welvarender dan dertig jaar geleden, vooral ook door de wereldhandel. De werelddelen die al welvarend waren, hebben in elk geval niet
36 PurSang 1|2013
aan de onvoorwaardelijke steun van de centrale banken. Steeds als de aandelenkoersen leken te zakken, kwamen de centrale banken met geldinjecties op de proppen. Die omgeving is totaal veranderd. Centrale banken moeten nu overheden redden. Met als gevolg dat beleggers niet meer blind kunnen rekenen op hun steun. Een klimaat met mooie rendementen zonder al te veel risico gaan we niet meer zien.’
‘Centrale banken moeten nu overheden redden’ Een te generalistische uitspraak, vindt Dijkstra. ‘De financiële markten hebben een groot deel van de huidige slechte economische situatie al in de koersen verwerkt. Het is de vraag wat er de komende drie tot vijf jaar zal gebeuren. Ik heb er vertrouwen in dat men het uiteenvallen van de euro en een depressie in de VS weet te voorkomen.’
Inflatie Edin Mujagi´ c (links) in gesprek met Lars Dijkstra
ingeleverd. Ik zie 2% inflatie dan ook niet als geldmoord. Centrale bankiers, zowel in Europa als in de VS, verdienen in mijn ogen een goed rapportcijfer voor hun gevoerde beleid tijdens de crisis. Er is ook geen inflatiegevaar. Dat geldt pas als de centrale bankiers het geld dat ze in de economie hebben gepompt niet op tijd terugtrekken.’ Mujagi´ c veert op. Juist daar heeft hij namelijk geen vertrouwen in. ‘De centrale banken hebben het makkelijkste gedeelte achter de rug. Nu moeten ze impopulaire stappen gaan zetten en op dat vlak zullen ze denk ik falen. In de recente historie is keer op keer gebleken: zulke maatregelen nemen ze niet.’
Onafhankelijk Een uitzondering wil Mujagi´ c genoemd hebben: Paul Volcker, voorzitter van de Amerikaanse Fed van 1979 tot augustus 1987. ‘Volcker is wel de strijd met de inflatie aangegaan en heeft ook maatregelen doorgevoerd die nadelig waren voor de zittende regering. Dat heeft ertoe geleid dat hij is ontslagen en lange tijd is verguisd.’ Dit roept de vraag op in hoeverre de centrale banken dan echt losstaan van de politiek. In de grondwet is vastgelegd dat de ECB onafhankelijk is, maar is dat ook zo? Mujagic´ is er duidelijk over: nee. ‘De ECB heeft allerlei regels meegekregen. Een inflatie van maximaal 2% en nooit onbeperkt staatsobligaties opkopen van zwakke landen. Mooie regels, maar de centrale bank doet er niets mee. We hebben een inflatie van circa 2,6% in een omgeving met nulgroei. Dat is veel te hoog. Daarnaast heeft de ECB liefst € 200 miljard aan staatsleningen opgekocht. De omstandigheden zijn er nu naar om echt onafhankelijk te handelen, maar het gebeurt dus niet.’ ‘Je kunt deze regels op meerdere manieren interpreteren,’ aldus Dijkstra. ‘Los daarvan: de ECB voert een monetair beleid voor de hele eurozone. De centrale bankiers hebben in Noord-Europa te maken met bezuinigingen en zien dat monetaire impulsen in de zuidelijke landen niet langer de gewenste effecten hebben. Ze hebben in alle vrijheid geconcludeerd: we moeten iets anders doen, anders valt de eurozone uiteen. In die context hebben ze het goed gedaan.’
En u als belegger? Wat betekent dit alles voor beleggers? ‘Zij hebben het in de afgelopen decennia heel goed gehad,’ concludeert Mujagi´ c. ‘Dit is deels te danken
Rest de vraag wat de inflatie de komende jaren gaat doen. Blijft die relatief binnen de perken of loopt die toch fors op? Dijkstra: ‘Als we langere tijd een inflatie van meer dan 5% hebben, is dat slecht voor aandelen. Maar ik verwacht niet dat er in de eerstkomende jaren zo’n hoge inflatie zal zijn. Daarvoor zijn de krachten die voortkomen uit het afbouwen van de schulden nog te sterk. We hebben de periode van balansherstel nog lang niet afgerond. Daar komt bij dat de energieprijzen behoorlijk zullen dalen, ook als de economie herstelt. In de VS heeft de opkomst van schaliegas al een grote impact op de gasprijzen. Daarnaast zal de vraag uit China afnemen. Ook deze ontwikkeling heeft een drukkend effect op de inflatie.’ Mujagi´ c ziet het somberder in. ‘Beleggers moeten zich zorgen gaan maken bij een inflatie van 5%. In Europa zijn we daar ongeveer 2,4 procentpunt van verwijderd. Dat lijkt heel wat, maar kijk naar wat er sinds 2009 met de inflatie is gebeurd. In de herfst van dat jaar hadden we prijsdalingen van 0,6%. Nu zitten we op een prijsstijging van om en nabij 2,6%. In de jaren zonder economische groei zijn de prijzen dus met meer dan 3% gestegen. Dan houd ik mijn hart vast voor wat er gaat gebeuren als de groei straks nog een beetje aantrekt.’
Selectiever Houdt dat volgens Mujagi´ c dan in dat er voor beleggers niets meer te halen valt? ‘Gelukkig niet, maar je moet met andere omstandigheden rekening houden.’ Dat doet Van Lanschot ook. ‘We hebben een zeer brede spreiding en veel meer categorieën in de portefeuille dan pakweg vijf jaar geleden. Verder is veiligheid belangrijk,’ legt Dijkstra uit. ‘Beleggers moeten selectiever zijn, ook wat betreft de keuze van hun vermogensbeheerder’, zegt Mujagi´ c. ‘De rol van de centrale banken is extreem groot. Als belegger heb je een beheerder nodig die begrijpt wat een centrale bank doet, hoe deze denkt en zich beweegt. Dat komt grotendeels voort uit de historie. Dus blijkt opnieuw hoe belangrijk het is om het verleden te kennen.’ _________________________________________
Als Bourgondiër gastronomisch genieten in Valkenburg GRAND HOTEL VONCKEN – HAMPSHIRE CLASSIC Het zuiden van Limburg kenmerkt zicht door een uniek en adembenemend landschap. Hier krijgt u het echte vakantiegevoel te pakken. De glooiende heuvels, bossen en weidse uitzichten laten u denken dat u over de Nederlandse grens bent. Lekker sportievelingen de heuvels in. Maastricht ligt op steenworp afstand. Ideaal om te shoppen, cultuur op te snuiven of gewoon lekker culinair te genieten op een verwarmd terras of in één van de gezellige restaurants. Ook in Valkenburg zelf is van alles te beleven. Snuisterijen kijken in de vele leuke winkeltjes of de grotten in. Dat kan op allerlei manieren en bijvoorbeeld ook per mountainbike; een echt avontuur! Een uitstapje naar België of Duitsland is snel gemaakt want Valkenburg ligt op een ideale locatie midden in de Euregio.
plein in Valkenburg. Vanuit hier bent u direct in het gezellige centrum. Het hotel biedt u comfortabele kamers en een uitstekend restaurant. Na een inspannende dag kunt u dus ook heerlijk genieten in uw hotel van pure en verrassende gerechten uit eigen keuken. Met een drankje in de sfeervolle bar is het goed nagenieten. De centrale ligging midden in het centrum maakt dat u hier het echte Limburgse Bourgondische leven ervaart.
Arrangement: • 2 overnachtingen in een luxe tweepersoonskamer • Iedere ochtend uitgebreid ontbijtbuffet • Gastronomisch 6-gangen diner inclusief amuses op dag van aankomst in het restaurant • Kortingsvoucher voor kuuroord Thermae 2000 • Gratis entree Holland Casino • Informatiepakket met plattegrond.
€ 125 per persoon
Normale prijs € 179,50
Prijs is op basis van twee personen in een tweepersoonskamer. Exclusief toeristenbelasting. Eénpersoonstoeslag bedraagt € 30 per persoon per nacht. Dit arrangement is geldig t/m 31 augustus 2013 m.u.v. feestdagen en op basis van beschikbaarheid.
Het hotel Het luxe 4-sterren Grand Hotel Voncken Hampshire Classic ligt centraal aan een
U kunt rechtstreeks reserveren via www.hampshire-hotels.com/ pursang of neem contact op met het hotel via 043-601 2841 of
[email protected]. Vermeldt u bij uw reservering lezersaanbod PurSang.
w w w. h a m p s h i r e - h o t e l s . c o m / p u r s a n g
38 PurSang 1|2013
SUCCESSTORY
Kijken in de keuken van AFAS
‘Iedereen mag onze recepten proeven’ Bij AFAS loopt alles zo efficiënt en simpel mogelijk. Met succes. PurSang spreekt met directeur Klantrelaties Herman Zondag, met zijn enthousiasme de verpersoonlijking van werkplezier, over de kunst van succesvol ondernemen: ‘Andere bedrijven hebben klanten, wij hebben fans.’
Tekst: Jan Smit | Fotografie: Rob Acket
Wie bij AFAS Software in Leusden binnen stapt, kan kiezen uit maar liefst vier receptionisten: An@, Bab@, T@d of Fr@d. Geen mensen van vlees en bloed, nee, zuilen met touchscreens. Even je naam intoetsen en de toegangsbadge wordt geprint. De medewerker in kwestie ontvangt intussen een sms- of een e-mailbericht. Bijzonder, deze ontvangst. Al is Herman Zondag de verbaasde reacties inmiddels wel gewend. Hij weet niet beter. De organisatiestructuur van het softwarebedrijf is een toonbeeld van efficiency.
Lean and mean: een begrip dat onlosmakelijk is verbonden met het familiebedrijf. Niet alleen voor wat betreft de organisatiestructuur, ook het ondernemingsproces is tot in de finesses geoptimaliseerd. Een bedrijfsfilosofie die zich vertaalt in klinkende resultaten. Een omzetgroei in 2011 van 12,1% naar meer dan € 56 miljoen en een resultaat van ruim € 18 miljoen. ‘Dat mag uitstekend genoemd worden, zeker beschouwd tegen de achtergrond van de Nederlandse ICT-markt, die ernstig op slot zit.’
Slank
Informatiecockpits
Secretaresses? Die zijn er bij AFAS niet. Zondag: ‘Iedereen bij ons is uitstekend in staat om zelf zijn afspraken te maken en zijn mail te beantwoorden.’ Personeelszaken bestaat uit zegge en schrijve één fte, de administratie uit twee. Weinig voor een bedrijf met een ruim driehonderd medewerkers? Zondag: ‘Een grotere bezetting biedt geen enkele toegevoegde waarde. Voor de klant niet en dus ook niet voor ons.’
Plezier in het werk en het behalen van de doelstellingen met een optimaal rendement: dat werden de belangrijkste speerpunten bij AFAS Software. Om die doelstellingen te kunnen behalen, is het ondernemingsproces zo ingericht dat directie en managers op elk gewenst moment kunnen zien hoe het bedrijf tot op het niveau van de individuele medewerkers presteert. Zij beschikken over informatiecockpits waarmee ze op realtimebasis alle mogelijke indicatoren, van klanttevredenheid tot omzettargets, kunnen bekijken en, indien nodig, kunnen bijsturen.
‘Van Spaghetti naar Asperges – recepten voor slimmer organiseren’. ISBN 978-90-79922-36-9. Auteursblog: www.VanSpaghettiNaarAsperges.nl.
Een andere belangrijke pijler onder het succes is het werken met softwarestandaards. Of het nu is voor de autoindustrie of voor accountants: telkens gebruikt AFAS als basis dezelfde software die zoveel mogelijk is gestandaardiseerd. De voordelen daarvan zijn volgens Zondag evident: ‘Door die standaard voortdurend aan te passen op basis van onze ervaringen creëer je niet alleen het meest optimale pakket, je voorkomt ook tijdrovende en dure implementatietrajecten. Voor een gemiddeld mkb-bedrijf zijn die vaak niet te betalen. Maar ook grote bedrijven willen dergelijke investeringen niet meer voor hun rekening nemen. Langdurige consultancytrajecten zijn niet meer van deze tijd. Snelheid met een zeer hoge kwaliteit is een cruciale meerwaarde van automatisering.’
SUCCESSTORY
PurSang 1|2013 39
‘Snelheid met een zeer hoge kwaliteit is een cruciale meerwaarde van automatisering.’
Spaghetti en asperges Indachtig de bedrijfsfilosofie van AFAS-oprichters Piet Mars en Ton van der Veldt heeft Herman Zondag inmiddels zelf een implementatiestrategie ontwikkeld: SIMPEL. Een afkorting die staat voor Snelheid, Integratie, Meerwaarde (‘de kers op de taart’), Passie, Eenvoud en Lef. Een aanpak die, benadrukt Zondag, niet alleen toepasbaar is binnen het mkb, maar ook bij grotere organisaties. Als voorbeeld noemt hij de 33 ziekenhuizen die AFAS de afgelopen jaren van nieuwe software heeft voorzien. Bij het eerste ziekenhuis nam de implementatie 330 dagen in beslag, bij de laatste slechts 60. De SIMPEL-methode van Herman Zondag is onlangs ook in boekvorm verschenen. Onder de titel ‘Van Spaghetti naar Asperges’ publiceerde hij het eerste managementkookboek ter wereld. Zondag ontwikkelde deze bundel van recepten voor slimmer organiseren samen met sterrenchef Karl van Baggem. ‘In mijn boek laat ik de succesrecepten uit onze AFAS-keuken zien en toon ik de lezer hoe lekker het is als een organisatie strak draait. Ik heb daarbij samengewerkt met de ‘new generation chef’ Karl van Baggem. Hij is patron cuisinier van restaurant De Hoefslag in Bosch en Duin. Door met Karl in de keuken te staan, konden we een extra dimensie geven aan een verhaal over software-implementatie. Ik was zelf helemaal geen keukenprins, maar door in zo’n sterrenzaak mee te werken is het vonkje helemaal overgesprongen. Wat een beleving! Het is een spannend management-kookavontuur geworden, waarbij we iedereen uitnodigen om te proeven van onze recepten.’
Weinig verzuim Delen van succes zit volgens Herman Zondag ook helemaal in het dna van AFAS. Om de standaardsoftware steeds verder te perfectioneren, is het noodzakelijk dat alle AFAS-consultants hun kennis en ervaring delen. Goede communicatieve vaardigheden zijn voor medewerkers dan ook essentieel. Evenals een positieve grondhouding. ‘Aan chagrijnige
mensen hebben we niets,’ aldus Zondag. Een strenge selectie waarbij aspirant-medewerkers in het eigen AFAS Theater aan een jury moeten laten zien dat ze de ondernemingsvisie helemaal hebben begrepen, behoort tot de standaardprocedure. Werknemers worden bij AFAS goed beloond. Daar staat tegenover dat ze moeten presteren. Wie twee jaar achtereen ondermaats scoort, ontvangt geen salarisverhoging, geen winstdeling en moet uiteindelijk het bedrijf verlaten. ‘No compromise’, omschrijft Zondag de achterliggende mentaliteit. ‘Met 100% service, 100% prijs en 100% kwaliteit.’ Ondanks de prestatiedruk hebben de meeste AFASmedewerkers plezier in hun werk. Beste bewijzen daarvoor volgens Zondag: het lage ziekteverzuim (in 2012 slechts 1%) en het geringe personeelsverloop van 3%.
In eigen hand Gekoppeld aan de strakke sturing en het efficiënte ondernemersproces heeft de werklust AFAS ver gebracht. Behalve in de accountancy, waar AFAS grootmachten als Deloitte en Ernst & Young tot haar cliëntèle mag rekenen, en in de supermarktbranche, heeft de softwareleverancier inmiddels ook stevig voet aan de grond in de zorg, het onderwijs en bij de overheid. Voor de komende jaren luidt het adagium: de beste blijven en gestaag verder groeien. Dat laatste lijkt geen probleem. Onder meer als hoofdsponsor van voetbalclub AZ, het AFAS Circustheater in Scheveningen, de AFAS Tennis Classics en via de frequente aanwezigheid van CEO Bas van der Veldt in het televisieprogramma Business Class, timmert het bedrijf publicitair stevig aan de weg. Tevens gebruiken op dit moment 380.000 mensen het gratis AFAS Personal huishoudboekje. AFAS werkt aan de verdere groei. ________________________________________________________
40 PurSang 1|2013
WIJN
Column Eric de Bruijn
lijst met daarin de topchâteaus gerangschikt van eerste naar vijfde cru. Hier geen gebruik van goedkopere houtkrullen, maar houten barriques (vaten van 600 tot 1200 liter) van minstens € 750,- per stuk.
Wijnmaken serieus nemen Wijnmakers gunnen ons het ultieme genot van een goed glas wijn. Dat doen ze met grote inspanning, onder soms nauwelijks te beheersen invloeden van de natuur. Ze nemen hun vak en de regels meer dan serieus. Die regels worden in Frankrijk strikt gecontroleerd en beheerd. Zo is INAO de instantie die waakt over de appellation controlée, de Franse kwaliteitscontrole op landbouwproducten. Frankrijk is uitgesproken trots op zijn appellation controlée. Het label geldt ook voor vlees, kaas en wat al niet meer. De Franse producent staat voor kwaliteit van hoog niveau en van gecontroleerde herkomst. Zo geldt de classificatie uit 1855 voor Bordeauxwijnen vandaag de dag nog steeds als een solide, onwrikbare
Je kunt je afvragen waarom de wijnboeren in Frankrijk deze regels hebben. Wijnmaker Ilja Gort stelde zich vragen over de Franse regels in zijn televisieprogramma ‘Wijn aan Gort’. Ik heb een keer een fragment daarvan gezien. Hij stond in een supermarkt te ruiken aan een glas vol houtkrullen en vertelde de kijker licht geamuseerd dat je zo een houtsmaak aan je wijn kunt geven. Als wijnliefhebber nam ik dat niet al te serieus. Hij roept zijn eigen rosé uit tot de beste van de wereld en creëert zelf gouden medailles. Dan kun je stellen dat je ‘andere regels’ hanteert. Mijn vrouw haalde me over toch nog eens te kijken, vooral toen er een aflevering over de wijnstreek Lalande-de-Pomerol was. Mijn vrouw is enige jaren wijnmaakster op Château Moulin de Laborde geweest. Met enige tegenzin zapte ik naar het programma. Gort stond in een wijngaard in Bordeaux, liet de kijker een gortdroge grond en verdorde wijnranken zien. ‘Wat doe je als je planten dorst hebben? Juist, dan geef je ze water! Maar van de INAO mag dat niet,’ vertelde Gort, ‘want dan wordt jouw wijn gedegradeerd tot vin de table.’ Baron Hubert de Boüard, de baas van het voorname instituut INAO, beaamde dat. Je bent als wijnmaker solidair met de vergaande regels, vind ik. Zo staan in SaintEmilion de wijnstokken op vastgestelde afstand van elkaar, bewerk je je grond volgens strenge voorschriften en oogst je niet meer
dan een vastgestelde hoeveelheid hectoliters per hectare. Ook al staan je wijnranken te verdorren in de zon, water geven is dus inderdaad uit den boze. ‘Waag het niet om de tuinslang er op te zetten,’ grapte Gort nog. Doe je dat wel, dan wordt je wijn inderdaad geen Saint-Emilion, maar gewone tafelwijn. De regels zijn nu eenmaal in beton gegoten en vormen zo de solide basis voor goede Franse wijn. Al jarenlang. Wat je ook van die regelgeving vindt. En wil je in Frankrijk bijvoorbeeld houtkrullen toevoegen aan je wijn? Prima, maar dan wordt het ook geen topwijn die je jaren later zo veel meer plezier geeft bij het drinken. En inderdaad, voor de wijnmakers in bijvoorbeeld Zuid-Afrika of Argentinië gelden deze regels voor behoud van kwaliteit niet. De regels zijn anders. Evenals dat smaken verschillen.
Eric de Bruijn is lid van de zevende generatie P. de Bruijn Wijnkopers anno 1772 BV (www.debruijnwijnkopers.nl). Wilt u reageren?
[email protected]
Jeroen van Schooten
Bevlogen bouwers Dertig jaar bestaat Meyer en Van Schooten Architecten, tegenwoordig MVSA. Achter heel wat bekende bouwprojecten staat deze naam. Met Jeroen van Schooten bezoeken we het ministerie van Financiën in Den Haag, dat het bureau vier jaar geleden zo prachtig renoveerde. Tekst: Arlette van Dort | Fotografie: Jeroen Bouman
‘Kijk, de kap van het atrium steunt met rolletjes op de betonnen kolommen die er al stonden. Zo worden krimp en uitzetting opgevangen,’ wijst hij. De kolommen waar Jeroen van Schooten op doelt zijn onderdeel van het ruw betonnen ministerie van Financiën, dat dateert uit 1975. Vier jaar geleden renoveerde MVSA — zoals het bureau tegenwoordig heet om recht
te doen aan de talentvolle collega’s die mede voor het succes hebben gezorgd — het verouderde gebouw. De betonnen kolommen lijken zich prima op hun plaats te voelen rond het lichte, transparante atrium, waarin een weelderige binnentuin met tamarindebomen en orchideeën onmiddellijk de aandacht trekt. De hoge glazen kap overspant maar liefst veertig
meter. Het ministerie is getransformeerd tot een uitnodigend, transparant, duurzaam en vooral praktisch gebouw. En praktisch, dat is Van Schooten. ‘Roberto en ik hebben beiden HTS Bouwkunde in Utrecht gedaan. Een gedegen technische opleiding waar we vervolgens enorm veel aan hadden op de Academie voor Bouwkunst. >>
42 PurSang 1|2013
We waren daardoor realistisch, praktisch en snel inzetbaar.’ Dat laatste is een understatement. Nog voor Jeroen van Schooten meerderjarig was, deden de twee hun eerste serieuze opdrachten. Zodra ze tekeningsbevoegd waren, startten ze hun eigen bureau. De stap naar een grotere schaal werd gezet in 1994, toen ze het hoofdkantoor van KEMA in Arnhem ontwierpen. De echte doorbraak van Meyer en Van Schooten kwam in 1997 toen ze op de shortlist van kandidaten bleken te staan voor het ontwerp van het ING-hoofdkantoor. ‘We waren daar stomverbaasd over,’ herinnert Van Schooten zich. Twee hectische periodes van elk drie weken stonden uitsluitend in het teken van de visie- en daarna de eindpresentatie. ‘Die was op 7 december. Ik heb dat jaar in vijf minuten Sinterklaas gevierd.’ Ze werden geselecteerd en vier jaar later stond het kenmerkende ING-gebouw op de grens van de Amsterdamse Zuidas en De Nieuwe Meer. De naam van Meyer en Van Schooten Architecten was definitief gevestigd.
Technische puzzels Waarin onderscheidt zich een typisch MVSAgebouw? ‘Je merkt aan onze gebouwen dat wij veel ervaring hebben in het bedenken van bijzondere oplossingen,’ zegt Van Schooten. ‘Vooral nu de initiële bouwfase steeds meer verweven raakt met de exploitatiefase werken onze technische en constructieve kennis en interesse enorm in ons voordeel.’ Hij doelt op de trend in de bouwwereld om steeds meer samen te werken met andere disciplines. Bij de renovatie van het ministerie van Financiën kreeg die samenwerking vorm in een zogenoemd DBFMO-contract (design, build, finance, maintain and operate), waarbij een consortium voor 25 jaar een contract aanging met de Rijksgebouwendienst. ‘Door zo’n overeenkomst kun je als architect integrale afwegingen maken. Een iets hogere investering tijdens de bouwfase kan betekenen dat je in de onderhoudsfase minder mensen nodig hebt, of uiteindelijk minder kwijt bent aan beveiliging of in de keuken.’ Het gebouw van Financiën heeft bijvoorbeeld een dubbele huidfaçade: een enkele glazen gevel buiten en daarachter, met een spouw ertussen, een isolerende gevel. Een dure con-
structie, die echter veel voordelen oplevert. Er is veel minder energie nodig voor koelen en verwarmen. Werknemers kunnen het raam openzetten zonder hinder van verkeersgeluid en met behoud van een gematigde temperatuur. ‘Voor de netto, contante waarde van je investering over 25 jaar is het een oplossing die zich ruimschoots terugbetaalt,’ zegt Jeroen van Schooten. ‘Zelf wilden we altijd al integraal ontwerpen. Die interesse werkt nu in ons voordeel. Deze oplossingen maken ons werk herkenbaar en sterk. Wij houden wel van technische puzzels en spelen met de constructie. Sluizen, bruggen, dat vinden wij leuk. Ook de zojuist opgeleverde Kromhoutkazerne in Utrecht is integraal aanbesteed met een contractperiode van 25 jaar. Alle kennis die we al jaren hebben en die we niet volledig konden inzetten, valt dan samen.’
Een lekkere knoert Van Schooten vindt het moeilijk om uit het inmiddels omvangrijke portfolio een favoriet gebouw te kiezen. ‘Vaak heeft dat te maken met de plek waar het staat. In Scheveningen hebben we voor rederij Van der Zwan een gebouw gemaakt op de kop van de haven. Het kan daar horizontaal regenen, met windkracht Ministerie van Financiën in Den Haag
tien. Het is altijd storm. Dit gebouw is bijna het eerste wat je ziet als je uit Engeland komt. Het is robuust, stevig en stoer. Bovenin zitten de kantoren van de rederij, beneden is de ruimte waar de vis gekeurd wordt. Ik houd van die uitersten binnen een gebouw op zo’n plek. Boven vergaderen en telefoneren, beneden mannen in lieslaarzen die vis keuren. Het is een stoer ding, een lekkere knoert.’ MVSA heeft inmiddels een tweede bureau, in Zwitserland, en voert daar en in Duitsland projecten uit. Er zijn ontwerpen gemaakt voor projecten in onder andere Zweden, de Verenigde Staten en Qatar. Toch ligt de nadruk op Nederland. ‘Voor een echt uitdagend project wil ik graag de halve wereld afreizen,’ nuanceert Jeroen van Schooten. ‘Maar iets wat ik ook in Nederland zou kunnen doen, doe ik veel liever hier. Onze betrokkenheid is groot, ik wil er het liefst op de fiets naartoe kunnen. Mijn criterium is of de opdracht leuk is om te doen, of ik er zin in heb. Ik weiger om primair voor geld te werken. Dat straalt af op de mensen met wie je werkt. En die zijn zo ongelooflijk talentvol! Tot het uiterste gaan, je kwaliteit zo hoog mogelijk houden, dat geeft de meeste voldoening. _______________________
PurSang 1|2013 43
De eigen stijl van een bijzonder grachtenhotel De zusters Caroline en Esther Esselaar runnen hun Hotel Estherea, gelegen aan een Amsterdamse gracht, in geheel eigen stijl. ‘In een hotel moet je voelen in welke stad je bent. De sfeer moet warmte uitstralen.’ Esther over de succesformule.
44 PurSang 1|2013
Tekst: Froukje Wattel | Fotografie: Rob Acket
Bij binnenkomst in Hotel Estherea aan ’t Singel is het meteen duidelijk: hier houden ze niet van het minimalisme en de trendy strakke zakelijkheid die je in veel hotels ziet. Weelderige kroonluchters, grote en kleine bloemversieringen, Chesterfields, houten bibliotheekkasten en fraaie stillevens, als in een Engels landhuis. En toch ook weer niet, want daarvoor is het te eigenzinnig ingericht.
kun je weer met de eerste beginnen.’ Sinds 2009 heeft Jan Willem zich uit het dagelijkse management teruggetrokken. ‘Nu doe ik dat samen met mijn zus en een paar anderen die hier al vijftien jaar werken. Jan Willem houdt zich alleen nog bezig met zijn passies: het aquarium, de binnentuinen en de schelpenverzamelingen.’
‘Sinds ik in 1997 het hotel met mijn zus Caroline (43) en mijn broer Jan Willem (45) heb overgenomen van onze ouders, zijn we gaan experimenteren met gedurfde combinaties, soms bloemmotieven, dan weer streepmotieven, en bijzonder behang en tapijt,’ zegt directeur en mede-eigenaresse Esther Esselaar (39). ‘Het belangrijkste is dat we warmte uitstralen. Ik houd niet van die strakke moderne hotels die je veel ziet. Die zijn overal hetzelfde. Ik krijg dan de neiging om te gaan fluisteren. Je moet in een hotel juist voelen in welke stad je bent, het moet anders zijn. Daarom hebben we onze stijl in alle kamers doorgevoerd.’
Hotel Estherea heeft een goede naam in binnen- en buitenland en staat in de top tien van Tripadvisor voor Amsterdamse hotels. De gasten zijn zowel Nederlanders die een paar dagen in Amsterdam zijn, als buitenlandse toeristen en zakelijke reizigers. ‘Dat is een leuke mix,’ vindt Esther. ‘Er wordt nog best veel gereisd en mensen geven nog wel geld uit, ondanks de crisis, maar dan willen ze er wel iets bijzonders voor terug. Natuurlijk zijn er klappen gevallen in de hotelbusiness, vooral bij ketens, want die zitten met de eis van uniformiteit en zware personeelslasten. Wij niet, dit is een platte organisatie met 43 personeelsleden die we goed kennen en waar we heel direct mee omgaan. Ketens verbouwen elke vijf jaar voor een deel, en eens in de tien jaar echt rigoureus. Dat doen wij niet, wij zijn voortdurend bezig met soft renovation en kleine vernieuwingen, zoals nieuw behang.’
Derde generatie ‘Wij zijn anders dan andere hotels,’ zegt Esther. ‘Ik sliep hier als kind, bij mijn oma, en werkte er net als mijn broer in de vakanties. Op mijn negentiende begon ik op kantoor. Best lastig, want je hoort niet bij de directie en ook niet bij het personeel. Maar zo leer je het vak wel heel snel. Mijn ouders hebben ons niet het bedrijf in gepraat, we mochten doen wat we wilden. Zo heeft mijn zus eerst een aantal jaren als belastingadviseur gewerkt. Maar toen mijn ouders een stapje terug wilden doen, hebben we besloten er alle drie in te stappen. Het was eerst worstelen, uitvinden wie wat leuk vond, wie wat goed kon. Aan de ene kant was het aangenaam en eigen, maar je moet er ook voor zorgen dat je de rolverdeling van het gezin thuis laat.’ Alle kinderen hadden in de directie een eigen taak. Jan Willem deed verkoop en prijsbepaling, Caroline de inrichting en Esther de administratie. ‘De inrichting is met 92 kamers veel werk. Als de laatste kamer is opgeknapt,
In de top tien
Hotelprijzen verschillen tegenwoordig - net als prijzen van vliegtickets - per dag, afhankelijk van de vraag en wat omliggende hotels doen. ‘Het is een concurrerende business, hotels houden elkaar in de gaten op het internet.
Wij zitten in de hogere prijsklasse, gemiddeld € 192,- per kamer per nacht. We gaan bewust niet te hoog zitten.’
iPad op de kamer Grote uitbreidingsverbouwingen hebben Esther en Caroline voorlopig niet. ‘Er mogen in het centrum geen woonhuizen meer verbouwd worden tot horeca,’ zegt Esther. ‘Maar het onderhoud gaat gewoon door en we kijken hoe we gasten meer service kunnen bieden. Bijvoorbeeld door zo veel mogelijk inclusief te maken, zoals koffie, thee, chocolademelk en water. Of een iPad op de kamer. Dat zag ik ergens, dat vinden gasten erg leuk.’ _____________________________________
Hotel Estherea sinds 1942 Ooit begon Estherea als pension, gerund door de weduwe Maria Flieger-Gruyters. Zij vernoemde de onderneming naar haar drie dochters Esther, Elly en Ria. In de vijftiger jaren werd Estherea een echt hotel. Maria en haar tweede echtgenoot breidden het 17e-eeuwse grachtenpand uit door er panden bij te trekken. ‘Bij de verbouwing kwam alles op één niveau. Dat mag tegenwoordig niet meer.’ In 1991 nam Maria’s dochter Elly met haar man het familiebedrijf over, waarna een uitbreiding begon tot in totaal acht panden. Tegenwoordig voert de derde generatie het bewind en bevat het hotel 92 kamers, verdeeld over de acht grachtenpanden aan het Singel en de Spuistraat. ‘Bij de overname begon er weer een ingrijpende verbouwing. We zijn toen klant geworden bij Van Lanschot Bankiers, omdat we heel prettig en direct contact hadden met een van de bankiers. Dat persoonlijke is belangrijk, van dat massale houden we niet. Terugbellen als je zegt dat je terugbelt! Zo is Estherea ook: persoonlijk en direct.’
STYLE
PurSang 1|2013 45
Neo-eiken tafel Een blad van Frans eiken
op poten van blank gelakt staal. Balans en contrast zijn kenmerkend voor Studio Mariska van der Flier. En dat is goed te zien aan deze tafel. De ontwerpen zijn ingetogen en tijdloos. Stoer en robuust, maar altijd met een vrouwelijke touch. Naast (maatwerk) meubels ontwerpt ze complete interieurs, zowel voor de zakelijke als de particuliere markt. www.mariskavanderflier.com
Eigen helm ontwerpen De gemotoriseerde tweewieler hoort helemaal bij de eigentijdse lifestyle. Een standaardhelm is dan wellicht te gewoon. De oplossing: de à la carte o ntwerpmodule van Ruby. Hier zijn modellen online aan te passen naar eigen smaak en inzicht. In de ‘Configurator’ staat een groot aantal variabelen ter beschikking zoals kleur, print, binnenvoering, kleppen, windschermen enzovoort. www.ateliersruby.com
Touch light
Een, twee, in de maat Cruise control is een app voor mensen die graag hardlopen op muziek. Iedereen heeft wel een favoriete song waarop het makkelijk lopen is. Deze app maakt van elk nummer een loopnummer. Zonder de toonhoogte te veranderen wordt het tempo van de muziek aangepast aan het looptempo. Ook kan een streeftempo worden inge voerd waar je dan geleidelijk naartoe wordt gebracht.
De Fonckel One is een tafelof bureaulamp met touchbediening; het gebruik werkt volgens aanraking. Streel de lamp van beneden naar boven om hem aan te zetten; een sliert led-lichtjes volgt direct je vinger tot bovenin de lamp. Daar is de lichtbundel van richting te veranderen en groter of kleiner te maken. De nieuwe PurSang lezen? Dan geeft de lamp feller licht door met de vingers met de klok mee een draaiende beweging te maken. Alleen in wit verkrijgbaar. tinyurl.com/fonckel
iGloves Handig, die speciale handschoenen die ook te gebruiken zijn voor tablets en/of touchscreen smartphones. De vingertoppen blijven werken, ook in winters weer. Mujjo heeft nu de Touchscreen Gloves met bijvoorbeeld een fraaie uitvoering in leer. Ook de gebreide versie is beschikbaar in diverse kleuren. www.mujjo.com
Lifestyle www.iTunes.com
46 PurSang 1|2013
Dijken en windmolens Tekst: Thierry Parihala, specialist aandelen
Rondom de jaarwisseling verschijnen traditioneel de lijstjes met aandelen waarvan we het komende jaar beursvuurwerk kunnen verwachten. Dat kan soms iets weg hebben van een Friese weerman die in de winter al een hete zomer voorspelt. Nuchtere Nederlanders weten uit ervaring dat de voorspelbaarheid van het weer zich beperkt tot vijf, hooguit acht dagen – en zelfs dat blijkt geregeld een hele kunst. Zo ook de beurskoersen, weet een nuchtere private bank. Deze kunnen op korte termijn net zo wisselvallig zijn als het Nederlandse weer. Wie voor de lange termijn investeert, kan zich beter richten op ontwikkelingen die zich op een vergelijkbare termijn manifesteren. Hete zomers en zachte winters laten zich moeilijk voorspellen. Maar de trend is dat de temperaturen en de zeespiegel stijgen. Een overheid investeert daarom in windmolens en dijken. Een bovengemiddelde hausse, of een meevallende recessie laten zich ook moeilijk voorspellen. Maar over de cycli heen identificeren we vier ontwikkelingen die de wereldeconomie kunnen beïnvloeden: de opkomst van 1) schaliegas, 2) robotica, 3) de Russische consument, en 4) stijgende voedselprijzen. Ieder van deze ontwikkelingen biedt kansen. Wij noemen vier kwalitatief sterke ondernemingen die hiervoor goed gepositioneerd zijn.
1. De schaliegasrevolutie De mogelijkheid om gas uit schaliegesteente te onttrekken heeft consequenties voor de verhoudingen tussen landen, grondstoffen en industrieën. Nieuwe techniek maakt het mogelijk gas te onttrekken aan schaliegesteente – een bepaald type gesteente in de bodem – door deze in te spuiten met water en chemicaliën. De gasvoorraad van Amerika
is daardoor in één klap gestegen naar ‘voldoende voor honderd jaar’. Hoewel de gevolgen voor het geopolitieke en economische landschap in deze fase pas deels zichtbaar zijn, zien we in sommige sectoren al wel verschuivingen. Suggestie: General Electric Een trend die duidelijk wordt, is dat het zwaartepunt van de elektriciteitsproductie meer naar gasgestookte centrales verschuift. Het aandeel elektriciteitsproductie uit gas in de VS is sinds 2006 gestegen van 30% naar 45%. Producenten van gasturbines kunnen hiervan profiteren. In deze context is General Electric (GE) bovenal wereldwijd marktleider in gasturbines met een marktaandeel van 43%. Wij hebben GE op Outperform staan omdat de onderneming in belangrijke industrieën marktaandeel blijft winnen en zeer divers is qua activiteiten.
2. Opkomst van robotica Robotica is niet hetzelfde als automatisering. Met robotica wordt automatisering flexibel en daardoor het productieproces intelligent. Een verandering in het proces vereist niet langer een verandering in de machine, maar slechts een aanpassing van de software, en dat is een game changer voor de industrie. Verschillende macro-economische ontwikkelingen zetten de wind nu in de zeilen van robotica. Door stijgende lonen in China en lage rentes in de ontwikkelde economieën verschuift de focus naar kapitaal als productiefactor – ten koste van arbeid. Ondertussen resulteren technologische ontwikkelingen in groeiende mogelijkheden van robotica, terwijl de kosten afnemen. Suggestie: Siemens Robotica gaat verder dan het plaatsen van een robot in een fabriekshal. Flexibiliteit en efficiëntie zijn de kernbegrippen bij het inrichten van een met robots geautomatiseerd productieproces. Siemens ondersteunt industriële ondernemingen wereldwijd bij deze uitdaging. De Duitse onderneming is de technologische voorloper in het ontwerpen en leveren van geperfectioneerde productieprocessen aan industriële ondernemingen. Ondanks de crisis heeft Siemens de afgelopen vijf
PurSang 1|2013 47
jaar € 4 miljard geïnvesteerd op dit gebied. Inmiddels is 12% van de omzet afkomstig uit industriële automatisering. Wij hebben Siemens op Outperform staan vanwege de uitstekende groeivooruitzichten op de lange termijn en de solide balanspositie.
1% af door erosie en verzilting. Zoet water is al schaars. Er zit al tien jaar nauwelijks ontwikkeling in de productiviteit van landbouw en daarnaast vormt ook het klimaat in toenemende mate een bedreiging. Stijgende temperaturen kunnen de voedselproductie met 20% tot 40% verlagen.
3. Toetreding van Rusland tot de WHO
Suggestie: Nutreco
Toen China in 2001 toetrad tot de Wereldhandelsorganisatie (WHO) werd het land gedwongen meer dan zevenduizend importheffingen, quota’s en andere handelsbarrières te herzien. De vlucht, die de Chinese economie daarna heeft gekend, is welbekend. De vraag is nu of we hetzelfde effect mogen verwachten nu Rusland toetreedt tot de WHO. De voortekenen zijn positief. Het gemiddelde niveau van importheffingen zal worden verlaagd, van 9,5% in 2011 naar 6% in 2015. Daarnaast stelt de toetreding de binnenlandse economie open voor buitenlandse concurrentie. Beide effecten kunnen het besteedbaar inkomen van de Russische consument een flinke impuls geven.
Stijgende voedselprijzen betekenen een groter surplus voor ondernemingen die beschikken over de productiefactoren van voedsel. Nutreco sluit hier naadloos op aan en blinkt uit in operationele efficiëntie doordat het bedrijf de gehele voedingsketen voor dieren beheerst. Wij hebben een houdenadvies voor Nutreco omdat de combinatie van een sterke balans en een gefragmenteerd speelveld goede groeiperspectieven biedt.
Suggestie: LVMH Toen China toetrad tot de WHO bedroeg de export van LVMH naar Azië (exclusief Japan) € 2 miljard. Door het wegvallen van de handelsbarrières heeft de onderneming dit in tien jaar verdrievoudigd naar meer dan € 6 miljard. Het grootste gedeelte daarvan komt voor rekening van de Chinese consument. Vorig jaar heeft LVMH het belang in Ile de Beauté, de tweede grootste cosmeticaretailer van Rusland, vergroot naar 65%. Daarmee is de Russische consument nu ook een pijler geworden in de strategie en ligt LVMH in positie om het Chinese succes in Rusland te kopiëren. Wij hebben LVMH op Outperform staan vanwege het brede en kwalitatieve productaanbod en een grote aanwezigheid in opkomende markten.
4. Stijgende voedselprijzen Een groeiende wereldbevolking (geschat op 9 miljard in 2050) zal volgens de VN de vraag naar voedsel doen toenemen met 70% tot 100%. Het aanbod groeit naar verwachting slechts met 60% door beperkingen in de productiefactoren. De beschikbare landbouwgrond neemt jaarlijks met
Onze kijk op aandelen We hebben niet de pretentie op 1 februari te kunnen vertellen wat de exacte ‘temperatuur’ wordt op 1 juni (lees: stand van de AEX of iets dergelijks). Onze cliënten hebben een horizon die verder reikt dan volgend kwartaal. Daarom beoordelen we investeringen op hun groeipotentieel op lange termijn. Daarbij kiezen we voor kwalitatief sterke ondernemingen, bij voorkeur met een dominante marktpositie en een solide balans. Die kwaliteit vormt de dijk tegen het hoge water. Het groeipotentieel is de windmolen die (kas)stroom blijft genereren. Nu nog een beetje wind graag. ________________________________________ Opinie Koersdoel Valuta Dividend- Koerswinst rendement ratio General Electric Outperform 24,00 USD 3,58% 14,54 Siemens Outperform 90,00 EUR 3,57% 14,76 LVMH Outperform 138,00 EUR 2,05% 20,49 Nutreco Houden 70,00 EUR 2,86% 16,22 Disclaimer De opsteller van dit artikel heeft geen persoonlijke belangen in de genoemde aandelentitels. Zijn vergoeding voor de verrichte werkzaamheden is noch direct, noch indirect gerelateerd aan de specifieke aanbevelingen of standpunten zoals weergegeven in deze aanbeveling.
48 PurSang 1|2013
De Wamberg, landgoed in familiebezit
Vlakbij Berlicum, binnen de gemeentegrenzen van Sint-Michielsgestel, ligt het landgoed De Wamberg. Het is een prachtig gebied, waar groepen beuken en eiken worden afgewisseld door talloze variëteiten rododendrons en onderling verbonden vijvers. Centraal in het parkbos staat een kasteelachtig woonhuis met een slotgracht, een koetshuis met een poort en een portierswoning. Her en der verspreid bevinden zich een aantal Kempische boerderijen. Mevrouw Berger-Van Rijckevorsel kent het tweehonderd hectare grote terrein op haar duimpje. Zij groeide hier op, speelde in het bos en ging voor een bord pap langs bij boerin Marie. Nu, decennia later, is het landgoed grotendeels nog in het bezit van haar familie. Mede namens die familie voert zij de meest voorkomende beheerstaken uit.
Huiskleuren
Maria Berger-Van Rijckevorsel kent landgoed De Wamberg op haar duimpje. Zij groeide hier op en speelde in het bos. Het landgoed bleef familiebezit. Nog steeds loopt zij tussen haar geliefde beukenbomen, maar nu met de rentmeester om het beheer te bespreken. Tekst: Arlette van Dort | Fotografie: Willem Jan Ritman
‘Kijk, dat is mijn overgrootmoeder. ’Mevrouw Berger-Van Rijckevorsel wijst op een mooi uitgelicht schilderij aan de wand van het koetshuis. We zitten met koffie en koek aan de eeuwenoude tafel, op houten onbewerkte banken zonder leuning. De muur van de open haard is groen en geel betegeld, de huiskleuren van de familie Van Rijckevorsel. Vanaf het doek kijkt Maria Josephina Catharina van Lanschot ons dromerig aan. Zij stierf in 1858 in het kraambed. Haar grootvader Franciscus van Lanschot was getrouwd met Jacoba van Rijckevorsel.
PurSang 1|2013 49
Openstellen voor publiek Al in de jeugdjaren van mevrouw Berger-Van Rijckevorsel was De Wamberg opengesteld voor publiek. ‘Dat deed mijn vader in het kader van de Natuurschoonwet,’ legt zij uit. ‘Als je je landgoed voor meer dan tachtig procent openstelt, hoef je geen erfbelasting te betalen. Die erfbelasting is immers zo hoog dat het landgoed verkocht zou moeten worden.’Omdat er in die tijd nog maar weinig auto’s waren, kwamen er niet veel mensen langs. Lachend: ‘Mijn vader ging altijd een praatje maken, en verkocht ze vervolgens voor tien cent een wandelkaart.’
‘Streven is de Wamberg in stand te houden’ ‘Vanaf 1668 is het landgoed altijd in vrouwelijke lijn vererfd’ ‘Vanaf 1668 is het landgoed altijd in vrouwelijke lijn vererfd,’ vertelt mevrouw Berger-Van Rijckevorsel. ‘Wij zijn daar ontzettend trots op en willen dat graag zo houden. Namens mijn generatie probeer ik het landgoed zo verstandig mogelijk te beheren, en we hopen natuurlijk dat onze kinderen dat willen voortzetten.’
Wandelkaart tien cent Vanuit het koetshuis kijken we uit op Huize Wamberg, een klein kasteeltje met een siertuin, omringd door een gracht. Mevrouw Berger-Van Rijckevorsel werd hier 74 jaar geleden geboren. ‘Het was voor het eerst in honderdzestig jaar dat er weer een baby in dit huis geboren werd,’ vertelt zij. ‘Vroeger werd het alleen in de zomer gebruikt, sinds 1903 wordt het kasteeltje het hele jaar bewoond.’ Mevrouw Berger-Van Rijckevorsel is de oudste van zes. Van haar kinderjaren herinnert zij zich vooral de enorme hoeveelheid vriendjes die haar drie broers mee naar huis namen. ‘Het krioelde hier van de jongens, die aan het crossen waren op hun fiets of voetbalden in de ezelwei.’ Met de meisjes op de school waar zij dagelijks naar toe fietste, was het contact moeizamer: ‘Ik ben een freule, dus je had toch het standsverschil.’
Midden jaren zestig kwam het leven van mevrouw Berger-Van Rijckevorsel in een stroomversnelling. Na haar studie sociologie trouwde zij, kreeg drie kinderen en in diezelfde jaren stierven kort na elkaar haar beide ouders. ‘Dat betekende dus de mouwen opstropen,’ zegt ze laconiek. ‘Jaren hebben we erover gedaan om Huize Wamberg helemaal leeg te halen. Kasten, schilderijen, kleden, er stond zo ontzettend veel. We hebben drie kasten met archiefmateriaal naar het Centraal Archief in Utrecht gebracht.’ Begin jaren zeventig is het grote huis verkocht, met de omliggende tuin en slotgracht. Sindsdien is het nauwelijks meer bewoond. De rest van het landgoed bleef eigendom van de familie. ‘Twee broers stapten eruit, met z’n vieren werden wij eigenaar. Toen mijn zusje stierf, heeft zij haar deel vermaakt aan haar neven en nichten. Een prachtig idee, want daardoor is sinds 2001 ook die generatie bij het landgoed betrokken.’
Steeds nieuwe verrassingen Het landgoed met haar gebouwen wordt nu gebruikt als familiehuis, maar niemand woont er permanent. Elke donderdag reist mevrouw Berger-Van Rijckevorsel van Den Haag naar De Wamberg om in goed overleg met haar broer en zuster de lopende zaken te behartigen. ‘Honderd hectare bestaat uit landbouwgrond en de rest is park en bos,’ vertelt zij. ‘Het park vergt veel onderhoud, het bos minder. We hebben tien huizen die verhuurd worden. Dat brengt wel wat op, maar omdat ze
Maria Berger-Van Rijckevorsel
allemaal minimaal honderd jaar oud zijn, zijn ze ook onderhoudsgevoelig. Bedrijfsmatig zou je zeggen dat de grond en de huizen een bepaalde waarde hebben, maar zo werkt het niet. De waarde van landgoederen zit in de grond. Het wordt pas waardevol als je het verkoopt. En dat willen wij niet. Wij streven er naar De Wamberg in stand te houden.’ En dat in stand houden is een enorm project: ‘Eigenlijk moet je hier tegelijkertijd hydroloog, techneut en jurist zijn,’ vindt zij. ‘En los van het gebruikelijke onderhoud sta ik steeds voor nieuwe verrassingen.’ Ze vertelt dat er bijvoorbeeld plannen zijn om het nieuwe tracé van de Zuid-Willemsvaart deels over het landgoed te laten lopen. ‘De waterstand luistert hier ontzettend nauw. Wam is afgeleid van wamen, ofwel modder doen opwellen. Door die Zuid-Willemsvaart zou de grondwaterspiegel kunnen veranderen. Onze eeuwenoude eiken kunnen verdrogen of juist te nat worden. Bovendien zullen de dassen verdrinken. We voeren daar overleg over in de familie, en vervolgens praat ik samen met de rentmeester met Rijkswaterstaat, de gemeente en het waterschap.’ Een hoop werk, maar voor mevrouw BergerVan Rijckevorsel absoluut de moeite waard: ‘Al dat regelwerk vind ik verschrikkelijk leuk. Zowel de kennis uit mijn studie sociologie als de bestuurservaring in mijn dispuut komen mij goed van pas. Daarnaast wil ik dit landgoed gewoon in stand houden, sterker nog, ik moet het in stand houden. Niet alleen voor mijn kinderen, maar voor de hele maatschappij. Particuliere landgoederen hebben een enorme cultuurhistorische en maatschappelijke waarde. Het is ons cultureel erfgoed, net als een schilderij van Rembrandt. Daarnaast is de natuur hier zo prachtig. De kleuren, de schoonheid en de rust die over je komt, maken dat je niemand meer nodig hebt.’ ____________
50 PurSang 1|2013
Beleggingsfondsen voor 2013
Beleggen voor de lange Tekst: Ralph Engelchor, specialist beleggingsfondsen
Bij beleggen staat de lange termijn centraal. Met behulp van de Beleggingsvisie 2013 (zie pagina 20 van deze PurSang) kunt u uw beleggingsportefeuille optimaal positioneren voor ontwikkelingen die de komende jaren volgens Van Lanschot zullen plaatsvinden. In onze beleggingsfondsselectie voor 2013 en erna kiezen we voor de zekerheid van dividend, de groei van Azië en het diversificatiepotentieel van staatsobligaties van opkomende landen.
T. Rowe Price Asia ex-Japan Equity Fund Waar de Europese economieën moeite hebben om een recessie te ontlopen, daar kenmerken de markten in het Verre Oosten (exclusief Japan) zich door een gezonde economische groei. Hoewel er geen sprake meer is van de dubbelcijferige groei van enkele jaren geleden, is de verwachting dat Azië de komende jaren substantieel harder zal groeien dan de meer ontwikkelde landen in de eurozone en de Verenigde Staten. Het verschil in economische groei en de relatief lage waardering voor Aziatische aandelen zal tot uiting komen in de aandelenkoersen, waarbij aandelen van het Aziatische continent de komende periode een hoger rendement zullen realiseren dan de aandelen van landen waar sprake is van een negatieve economische groei. T. Rowe Price is sinds 1990 actief met een beleggingsstrategie specifiek gericht op Azië (exclusief Japan). Het fonds beschikt over een sterke focus en een zeer ervaren fondsmanager met kennis van de lokale markt. Het belangrijkste onderdeel van de beleggingsstrategie bestaat uit de fundamentele analyse van individuele ondernemingen. Veel van de analisten die voor T. Rowe Price werken zijn Aziatisch, maar hebben hun opleiding genoten in een westerse omgeving. Dit lijkt zich te vertalen in een meer kritische benadering van de beleggingskansen in Azië. Overgewaardeerde aandelen worden structureel gemeden door de fondsmanager. Het T. Rowe Price Asia ex-Japan Equity Fund belegt in circa 80 tot 120 aandelen en is daarmee goed gespreid over de verschillende regio’s en sectoren. Het fonds heeft een voorkeur voor snelgroeiende kwaliteitsondernemingen, wat tot uiting komt in een bescheiden overweging naar small- en midcapaandelen. Risico’s: Beleggen in aandelen kan betekenen dat u uw inleg niet terugkrijgt. Als de euro uw basisvaluta is, kunnen koersschom melingen tussen de euro en de valuta’s waarin het fonds belegt, leiden tot een waardedaling. Opkomende landen zijn doorgaans meer onderhevig aan economische of politieke factoren dan ontwikkelde markten. Dit brengt extra risico’s met zich mee. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
PurSang 1|2013 51
termijn
Voor elk fonds in dit artikel is Essentiële Beleggingsinformatie (EBI) beschikbaar. Voor dit document en voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw banker of met Client Services (0800-1737).
Skandia Local Currency Emerging Market Debt Fund
Kempen Capital Management Global High Dividend Fund
Onze zoektocht naar rendement bij obligatiebeleggingen heeft zich verplaatst van de ontwikkelde naar de opkomende landen. Dit omdat er in de ontwikkelde landen een laag rendement is op staatsobligaties en omdat de risico’s van de schuldencrisis nog niet over zijn. Hierdoor kunnen de rentestanden in de Zuid-Europese landen weer toenemen. Het Skandia Local Currency Emerging Market Debt Fund belegt voornamelijk in staatsleningen van opkomende landen in lokale valuta. Als gevolg van de economische groei zijn opkomende landen eind jaren negentig gestart met het uitgeven van staatsobligaties in lokale valuta in plaats van in dollars. De voordelen waren duidelijk en tweeledig; door in eigen valuta geld uit te lenen creëerden de opkomende landen meer controle over de aflossing van deze schuld (geen valutarisico), terwijl een belegger juist de mogelijkheid kreeg om in te spelen op valuta- en renteontwikkelingen van het land in kwestie.
Dividendbeleggen staat in de belangstelling. Een lage rente, onzekerheid ten aanzien van de economische groei en de toenemende inkomensbehoefte van een wereldwijd vergrij zende bevolking zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Historisch gezien presteren aandelen met een hoog dividend goed in perioden met lage en onzekere economische groei, op jaarbasis ongeveer 4% beter dan de brede aandelenmarkt. Maar wie op basis van deze informatie concludeert dat dividendbeleggen vanzelfsprekend leidt tot hoge rendementen, kan bedrogen uitkomen. Net zoals beleggingsresultaten bieden ook dividenduitkeringen uit het verleden geen garanties voor de toekomst. Het is dan ook belangrijk om een inschatting te maken van de houdbaarheid van het dividend, dat sterk kan verschillen per bedrijf. Dit vereist een actief selectiebeleid.
Beleggen in Local Currency Emerging Market Debt heeft als voordeel dat een belegger kan profiteren van hogere rentes dan in de ontwikkelde landen. Daarnaast vormt koerswinst van de lokale valuta ten opzichte van de euro of de dollar een mogelijke bron van rendement. In tegenstelling tot veel ontwikkelde landen in het Westen kennen opkomende markten over het algemeen een hoge economische groei, lage overheidstekorten en schulden, overschotten op de lopende rekening en navenant grote financiële reserves. Het fonds belegt in leningen van ongeveer vijftien verschillende landen met liquide obligatiemarkten en vrij inwisselbare valuta. Voorbeelden zijn Brazilië, Turkije en Rusland. Voor China en India gelden er kapitaalbeperkingen. Het fonds belegt daarom slechts beperkt in deze landen met behulp van valutatermijncontracten. Bij het ter perse gaan van dit nummer heeft het fonds een onderliggend effectief rendement van 5,1%, een interessante premie ten opzichte van de staatsobligaties van ontwikkelde landen. Risico’s De kredietwaardigheid van opkomende landen is nog steeds lager dan die van de ontwikkelde landen. Daarnaast is er een risico op koersverlies op de lokale valuta’s, wat ten koste kan gaan van het rendement. Tot slot zijn opkomende landen meer onderhevig aan economische of politieke factoren dan ontwikkelde markten. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
Het Global High Dividend Fund van Kempen Capital Manage ment belegt in bedrijven met een hoog en stabiel dividendrendement. Het fonds probeert op lange termijn een hoger rendement met een lager risico te realiseren dan de wereldwijde aandelenindex. Getuige de recente toekenning van de Gold-rating door Morningstar – de eerste ooit voor een fondsmanager uit de Benelux – slaagt fondsmanager Jorik van den Bos hier uitstekend in. De aandelen in de portefeuille van het Kempen Global High Dividend Fund bieden bij het ter perse gaan van deze editie een gemiddeld dividendrendement van 5,2% op jaarbasis. Zie pagina 12 van deze PurSang voor een interview met Van den Bos, waarin hij dieper ingaat op de succesformule van het Kempen Global High Dividend Fund. Risico’s: Beleggen in aandelen kan betekenen dat u uw inleg niet terugkrijgt. Als de euro uw basisvaluta is, kunnen koersschommelingen tussen de euro en de valuta’s waarin het fonds belegt, leiden tot een waardedaling. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
52 PurSang 1|2013
Gestructureerde producten, oplossing voor beleggingsvraagstukken De huidige economie en financiële markten kunnen de belegger voor lastige beslissingen stellen. Want is het verstandig om te beleggen in obligaties tegen een momenteel zeer laag rendement of zijn juist aandelen nu interessant? En is het een idee om in te spelen op een specifieke visie, een bepaalde thematiek of actualiteit? Als dit soort vragen spelen, dan kan een gestructureerd product een oplossing zijn. Tekst: Jurgen van Wijngaarden, senior analist structured products
Hoe deze oplossing eruitziet en hoe de belegger hiermee in kan spelen op onze beleggingsvisie, lichten wij aan de hand van twee stellingen toe.
Stelling 1: Veilig beleggen betekent achteruitgang De rentevergoedingen op de geld- en kapitaalmarkt zijn tot zeer lage niveaus gezakt. De dalende rente heeft obligatiebeleggers de afgelopen periode mooie koersresultaten opgeleverd. Tegelijkertijd zijn juist door die hoge obligatiekoersen de rendementsverwachtingen op obligaties laag geworden. Zo geeft bijvoorbeeld op het moment van schrijven een 10-jarige Nederlandse staatslening een effectief rendement van circa 1,5% per jaar. Een particuliere belegger moet in ieder geval de inflatie (2,4%) en vermogensrendementsheffing in box 3 (1,2%) goedmaken om de koopkracht te handhaven. Oftewel: een jaarlijks rendement onder de 3,6% betekent dan achteruitgang. Waar ligt het extra rendement? Daarvoor zijn diverse mogelijkheden: een iets minder veilige obligatie, een aandelenfonds met een hoog dividend, óf... een gestructureerd aandelenproduct met hoofdsom bescherming. Die laatste optie is een combinatie van een laag en een hoog risico. Er wordt belegd in een obligatie van een solide debiteur die op einddatum de hoofdsom teruggeeft – dit is het lage risico. Wat daarvoor wordt opgegeven, is de vaste coupon die bij een obligatie hoort. Deze ruilen we in voor een variabele uitkering. Deze variabele uitkering komt van een belegging met een hoog risico, zoals een aandelenindex. Bij een hoog risico is er kans op een hoog rendement. Neemt de belegger een hoog risico met beleggen in een dergelijk gestructureerd product? Nee. De lage rente kost niet echt veel aan coupon en daar komt de kans op een hoger rendement voor terug.
Stelling 2: Risico nemen wordt beloond Onzekerheid en een gebrek aan vertrouwen kenmerken de financiële markten. Dit beïnvloedt de beurskoersen. Als de economische malaise doorzet, dan ondervinden aandelen op de korte en middellange termijn een stevige tegenwind omdat vraaguitval bedrijfswinsten aantast. Wat de uitkomsten zijn van het ruime geldmarktbeleid door centrale banken, is ongewis. Maar als de economie herstelt door de geldinjecties, kan het effect voor aandelen weleens zeer positief uitpakken.
Onze visie is dat beleggen in aandelen kansrijk is. De beste kansen zien wij in de opkomende markten en Azië, maar ook in de VS en Europa hebben aandelen potentieel. Via beleggingsfondsen kan worden belegd in deze regio’s. De belegger profiteert dan direct van de kansen. Maar wat nu als de koersen sterk dalen? Is dit tussentijdse verlies wel op te vangen? Een lastige situatie, maar niet onoverkomelijk. Als alternatief zijn er namelijk gestructureerde producten waarbij de belegger profiteert van een stijging van de aandelenindex en tegelijkertijd beschermd is tegen een koersdaling. Wie geen enkel risico wil lopen bij koersdalingen, kan beleggen in gestructureerde aandelenproducten met 100% bescherming. Maar wie meer koersrisico durft te lopen, kan kiezen voor gestructureerde aandelenproducten met een voorwaardelijke bescherming. Aan voorwaardelijke bescherming is - zoals de naam al zegt - een voorwaarde verbonden. Dit kan bijvoorbeeld met volledige bescherming tot een aandelenkoersdaling van 50%, maar bij een grotere daling is de bescherming dan volledig afwezig. Er is dus meer risico ten opzichte van een 100% hoofdsombescherming. Daar staat tegenover dat de belegger een grotere kans heeft op een hoger rendement.
Beleggers zoeken oplossing De ervaring leert dat beleggers in een gespreide beleggingsportefeuille vaak behoefte hebben aan een tussenvorm, ergens tussen risicomijden en volledige blootstelling aan bijvoorbeeld aandelenmarkten. Een gestructureerd product is deze tussenvorm. Naast de bestaande mogelijkheden worden er periodiek nieuwe gestructureerde producten geïntroduceerd. Dit maakt het mogelijk om op actuele thema’s in te spelen. Liever een beleggingsoplossing op maat? Dat kan vanaf bepaalde bedragen ook. Met gestructureerde producten is er een extra beleggingsinstrument, dat kan helpen een andere rendementsbron te ontsluiten of gericht in te spelen op een visie. In beide gevallen betreft het een stukje maatwerk dat ingezet kan worden om beleggingsbeslissingen te nemen die aansluiten op de persoonlijke situatie. Meer informatie over gestructureerde producten en over wat deze voor u kunnen betekenen? Neem dan vrijblijvend contact op met uw private banker. ______________
PurSang 1|2013 53
Wat is een gestructureerd product? Een gestructureerd product bestaat uit meerdere bouwblokken. Vergelijk het met een bouwwerk. Afhankelijk van hoe de blokken zijn geplaatst, ontstaat een stevig gebouw of een wankele toren van Pisa. De gestructureerde producten die Van Lanschot aanbiedt, hebben een goede fundering, zoals een obligatie van een solide debiteur. Deze zorgt ervoor dat op einddatum een vooraf bekend bedrag uitgekeerd wordt. Daarbovenop komt het gebouw dat het (extra) rendement moet leveren. Het gaat hierbij vaak om opties op aandelen of een andere beleggingscategorie. Risico en rendement De hoofdsom is het bedrag dat ingelegd wordt bij de start van een gestructureerd product. Van Lanschot richt zich voornamelijk op gestructureerde producten die een mate van bescherming bieden tegen verlies van de hoofdsom. De hoofdsom kan volledig of gedeeltelijk beschermd zijn. Of beschermd zijn onder bepaalde voorwaarden. Daarbij staan risico en rendement tot elkaar in verhouding. Hoe veiliger het product hoe lager de kans op een hoger rendement. Op de einddatum is de koers van een gestructureerd product volledig afhankelijk van de hierboven beschreven fundering en het gebouw dat het rendement moet leveren. De tussentijdse koersontwikkeling is eveneens afhankelijk van deze twee componenten en dus van meerdere factoren afhankelijk. Over het algemeen zal de tussentijdse koers van een gestructureerd product minder hard stijgen of dalen dan een rechtstreekse belegging in bijvoorbeeld aandelen. Dit komt omdat het gestructureerde product bescherming biedt tegen een koersdaling op einddatum en het een koersstijging pas op einddatum hoeft uit te keren. Gestructureerde producten zijn er in veel verschillende varianten. Elke variant heeft eigen kenmerken, kansen en risico’s. Of een specifiek product geschikt is voor u, hangt af van uw individuele financiële situatie, beleggingsdoelstellingen en persoonlijke kennis van en ervaring met beleggen. Wij adviseren om u goed te laten informeren voordat u beslist om in een product te investeren. Meer informatie over de werking van gestruc tureerde producten staat in de Gestructureerde ProductenWijzer. Daarin leggen wij in grote lijnen de werking uit van deze beleggingsvorm. Vraag erom bij uw banker.
De Aankoopmakelaar regelt alles De prettige zekerheden van Pracht Aankoopmakelaars • Lid van de NVM • Gecertificeerd makelaar: Register MakelaarTaxateur (RMT) voor Wonen en ingeschreven bij het VastgoedCert • Voor taxaties aangesloten bij het NWWI, bij ivalidatie en bij de Taxateurs Unie
Een makelaar, hebben we die nog nodig? Zeker, maar niet meer in
Pracht Aankoopmakelaars
traditionele zin. Pracht Aankoopmakelaars concentreert zich volledig op
Gerda Wiegers
de koper. Een nieuw soort makelaar die opkomt voor het belang van de
Dolderseweg 51
aankopende partij.
3734 BB Den Dolder t. 030-228 60 49
Pracht Aankoopmakelaars is makelaardij van nu. Met een zeer persoonlijke
f. 030-693 35 58
benadering. Een proactieve werkwijze, waardoor hoogwaardige huizen al in
[email protected]
beeld komen voordat ze op de markt verschijnen. En een veel uitgebreider
www.prachtaankoopmakelaars.nl
servicepakket, dat op maat kan worden ingevuld. Desgewenst inclusief projectmanagement bij verbouwingen. En speciale aanvullende diensten, ook gericht op expats. Maak kennis met Pracht, bel directeur Gerda Wiegers: 030-228 60 49.
VARIA
PurSang 1|2013 55
Locaties voor 275 jubileumbankjes Van Lanschot Bankiers bestond vorig jaar 275 jaar en gaf daarom 275 bankjes weg. Tot begin december 2012 was het mogelijk om suggesties in te dienen voor locaties. Uit de ruim achthonderd suggesties selecteren we de meest bijzondere of aansprekende locaties. Een aantal jubileumbankjes is inmiddels geplaatst. Voordat we de locatie voor een jubileum bankje vaststellen, gaan we eerst na of plaatsing van een bankje op die plaats mogelijk is. De plaatsing van het bankje gebeurt daarna in overleg met de aanvrager. Zodat in 2013 de 275 bankjes op 275 locaties in Nederland staan. www.275bankjes.nl
Vermogen in Nederland port 2012 Dutch Wealth Re
VERMOGEN RIJKDOM ++ DIVIDEND ++ BELASTING ++ E DOELEN ++
ONDERNEMEN ++ BEUR S ++
EN ++ VERTROUW
NAIR SPAREN ++ MILJO ++ GEVEN ++
++ GELUK +
Vermogen in Nederland De miljonair spreekt tot de verbeelding. Toch is er maar weinig bekend over de vermogende inwoners van Nederland. In samenwerking met onderzoeksbureau GfK en het CBS heeft Van Lanschot, als bank voor vermogende relaties, daarom een rapport opgesteld over miljonairs in Nederland. Dit rapport ‘Vermogen in Nederland’ is het eerste grootschalige landelijke onderzoek in Nederland waarin Nederlandse miljonairs zelf diepgaand zijn ondervraagd over zaken die hen bezighouden. Alle lezers van de PurSang hebben bij de vorige editie een exemplaar ontvangen. Extra exemplaren gewenst of online het rapport bekijken? www.vermogeninnederland.nl
NGF Ouder & Kind Toernooi
Aandacht voor familiebedrijven
Dit jaar wordt weer het Nederlandse Golf Federatie NGF Ouder & Kind Toernooi gespeeld. Van Lanschot en Deloitte, de hoofdsponsoren van de NGF, hebben aangegeven dat zij vanuit hun Verantwoordondernemenprogramma’s verder willen investeren in het toernooi.
Betrokken bij het familiebedrijf? Speciaal voor u heeft Van Lanschot drie interessante publicaties: ‘de Familiebedrijven Barometer’, ‘Waarde(n) van het Familiebedrijf’ en ‘Wat er nog te winnen is om ondernemerschap te bevorderen’.
Dit jaar is JINC als goede doel gekozen. JINC helpt Nederlandse jongeren uit achterstands wijken op weg naar een goede loopbaan op de arbeidsmarkt. Met projecten als taallessen, sollicitatietraining en workshops over ondernemerschap vergroot de stichting hun kansen op de arbeidsmarkt. De opbrengst gaat naar TaalTrip, een bijzonder project waarbij bassischoolleerlingen lastige woorden in een context leren. TaalTrip heeft in 2012 de Nederlandse alfabetiseringsprijs gewonnen. De NGF heeft alle golfclubs in Nederland uitgenodigd een dergelijke wedstrijd te organiseren.
In de vijfde editie van de Van Lanschot ‘Familiebedrijven Barometer’ staan inter nationalisering en de stijl van leidinggeven in de spotlights. De publicatie komt voort uit een halfjaarlijks onderzoek onder familiebedrijven. Naast conjuncturele indicatoren richt het onderzoek zich op dagelijkse kopzorgen van ondernemers. En begin november 2012 vond het seminar ‘Waarde(n) van het Familiebedrijf’ plaats waarin Van Lanschot, beleidsmakers en sprekers van familiebedrijven die als rolmodel fungeren, hun visie gaven op zaken die in het familiebedrijf spelen. Aan de hand van dit seminar heeft Van Lanschot – in samenwerking met TiasNimbas en het magazine Management Team – de speciale publicatie ‘Waarde(n) van het Familiebedrijf’ uitgebracht. Tot slot brengen we in februari 2013 het rapport ‘Wat er nog te winnen is om ondernemerschap te bevorderen’ uit. Dit is speciaal bedoeld voor beleidsmakers – politici, Kamer van Koophandel, grootbanken – zodat zij hun focus op familiebedrijven kunnen verbeteren. ‘De Familiebedrijven Barometer’ vindt u op www.vanlanschot.nl/barometer. ‘Waarde(n) van het Familiebedrijf’ staat op www.vanlanschot.nl/familiebedrijf. De publicaties kunt u tevens opvragen bij uw banker.
56 PurSang 1|2013
Dynamiek markten vraagt om aanpassingen vermogensbeheer A la Carte, de vermogensbeheervorm waarmee cliënten hun vermogen door Van Lanschot Bankiers kunnen laten beheren, is met ingang van dit jaar verder verbeterd. Wat is er veranderd en vooral: waarom? Een toelichting door Jan van de Ven, senior portfoliomanager Vermogensbeheer. Tekst: Jan Smit
In Vermogensbeheer A la Carte, de beheervorm van de bank, is met ingang van 1 januari een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo is de indeling van de vermogenscategorieën veranderd. Onder meer is de categorie obligaties gesplitst – in high yield (hoogrenderende obligaties met een hoog risico) en investment grade (kwaliteitsobligaties) – en er is een allocatiefonds ontwikkeld om het actieve beleid sneller en goedkoper uit te kunnen voeren. Ook zijn de bandbreedtes per vermogenscategorie opnieuw vastgesteld en verbreed. En om nog beter te kunnen laten zien wat de toegevoegde waarde is van het beleggingsbeleid van de bank wordt het rendement op de portefeuilles in het vervolg alleen vergeleken met de meest relevante indices. Waarom heeft Van Lanschot besloten tot deze veranderingen? En, wat betekent dit voor u als cliënt? Jan van de Ven, senior portfoliomanager Vermogensbeheer plaatst de veranderingen in perspectief.
Mijlpalen De dynamiek op de financiële markten en – in iets mindere mate – de ontwikkelingen bij Van Lanschot zelf: dat zijn volgens Van de Ven de belangrijkste beweegredenen voor de aanpassingen. Die veranderingen gaan hand in hand. Zo was dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen de effectenbeurzen na ongeveer twintig jaar van relatieve rust weer opleefden, en ook in de jaren negentig. In het laatste decennium van het tweede millennium ging de AEX-index maar liefst vier keer over de kop. Van Lanschot Asset Management anticipeerde daar goed op door de activiteiten op het gebied van vermogensbeheer flink uit te breiden. Belangrijke mijlpaal was ook de overname van Kempen & Co, de aan de Amsterdamse Zuid-As gevestigde specialist op het gebied van emissies en het beheer van vermogens van institutionele beleggers. In een keer verdubbelde het beheerd vermogen van Asset Management. Zowel intern als naar de cliënt toe zorgde die overname voor een aard verschuiving. Vermogensbeheer van instituten en het management van
beleggingsfondsen verhuisden naar Kempen. Het beheer van vermogen van particulieren bleef aanvankelijk in ‘s-Hertogenbosch. Inmiddels is ook deze activiteit verplaatst naar de Zuid-As. Met de groei en de expansie werd het vermogensbeheer in de loop van de jaren steeds professioneler. Individuele effecten in de beheerportefeuilles maakten plaats voor beleggingsfondsen, risicospreiding en het werken met risicoprofielen werd usance. Tevens introduceerde Van Lanschot Vermogensregie: een continu proces waarbij de cliënt, mede op basis van zijn doelstellingen en economische scenario’s, weloverwogen tot de juiste beleggingsbeslissingen kan komen.
Vermogensbeheer is in de loop van de jaren steeds professioneler geworden De introductie van Vermogensbeheer A la Carte in 2009 was een logische vervolgstap. ‘We zagen steeds meer de wens van de cliënt om keuzes te kunnen maken,’ schetst Van de Ven. ‘Met A la Carte konden we die wensen zoveel als mogelijk waarmaken. Actief of passief beheerde beleggingsfondsen, wel of geen hedgefondsen en individuele staatsobligaties. Kortom, een duidelijke stap in de goede richting.’
Toegenomen risicobesef Maar alles is aan verandering onderhevig, zo ook de financiële wereld. Dat laatste lijkt een understatement, gezien de huidige schuldencrises in de eurozone en – in mindere mate – de Verenigde Staten. ‘Het risicobesef is toegenomen,’ aldus Van de Ven. ‘Golden Spaanse of Italiaanse staatsobligaties net als die van bijvoorbeeld Duitsland en Nederland voor de crisis nog als veilige beleggingen, inmiddels is dat sterk veranderd. Om dat besef ook voor onze cliënten inzichtelijk te
PurSang 1|2013 57
Aanpassingen vermogensbeheer op een rij: • Obligaties ingedeeld naar risico • Categorieën liquiditeiten en investment-gradeobligaties samengevoegd • Bandbreedtes voor risicoprofielen verruimd • Speciaal fonds voor actieve allocatie
maken hebben we alle obligaties ingedeeld in investment grade en high yield. Wat we daarmee zeggen is dat we het risico belangrijker vinden dan of het een staats- of een bedrijfsobligatie is.’ Ook worden in het mandaat dat Van Lanschot heeft afgesproken met haar cliënten de categorieën liquiditeiten en investment-gradeobligaties samengevoegd. In beide gevallen betreft het beleggingen met een laag risico. Deze aanpassing in het mandaat maakt het gemakkelijker om, afhankelijk van de omstandigheden op de financiële markten, te switchen tussen investment-gradeobligaties en liquiditeiten. Voor die liquiditeiten heeft de portfoliomanager de beschikking over geldmarktfondsen die ook van een investment-gradekwaliteit zijn. De dynamiek in de financiële wereld is tevens een belangrijke reden voor Van Lanschot om de bandbreedtes van de diverse vermogens categorieën te verbreden. De bank werkt met risicoprofielen. Voor iedere cliënt is er een profiel dat het beste past bij zijn risicobeleving en financiële doelstellingen en uitgangspunten. Risicoprofielen zijn echter ook aan veranderingen onderhevig. ‘Je kunt je afvragen of obligaties risicomijdend zijn. De rente op staatsobligaties is op een historisch dieptepunt beland. Een herstel van de economie kan leiden tot stijgende rentes. Dit pakt doorgaans niet bepaald gunstig uit voor bijvoorbeeld Nederlandse of Duitse staatsobligaties. Risicomijdend is in dit geval dus geen juiste kwalificatie,’ meent Van de Ven.
‘Risicoprofielen zijn aan verandering onderhevig’ Omdat het risicoprofiel kan veranderen, vindt Van Lanschot het belangrijk dat het risico van de portefeuilles wordt aangepast aan
de tijd. Dat gebeurt door de langetermijnvisie een keer per jaar te evalueren – onder meer met behulp van toekomstscenario’s – en daar de portefeuille, indien nodig, op aan te passen. Om dit te illustreren geeft Van de Ven een fictief voorbeeld. ‘Stel we hebben het komende jaar betere rendementsverwachtingen voor hoogrenderende obligaties dan voor aandelen. Dan zouden we de weging naar aandelen kunnen verlagen ten gunste van hoogrenderende obligaties. Het totale risico van de portefeuille blijft dan ongeveer gelijk, maar we verhogen daarmee wel het verwachte rendement.’ Dat vergt volgens de manager Vermogensbeheer binnen de portefeuilles wel de nodige flexibiliteit. ‘Daarom hebben we de bandbreedtes verruimd. Zo kan de cliënt ervan uit gaan dat bijvoorbeeld zijn neutrale profiel ook echt neutraal blijft.’
Speciaal fonds voor snelle en goedkopere uitvoering Last but not least introduceert Van Lanschot in Vermogensbeheer een fonds dat de actieve allocatie gaat uitvoeren. Die keuze heeft veel te maken met de groei van het totale vermogen dat de bank beheert. Snel kunnen anticiperen en/of reageren op veranderingen is in vermogensbeheer – zeker op de huidige financiële markten – een must. Bij de invulling van de beheerportefeuilles kiest Van Lanschot echter vaak voor kleinere beleggingsfondsen. Het sterke commitment van de managers van deze fondsen speelt daarbij een belangrijke rol. Juist omdat Van Lanschot zoveel portefeuilles beheert, kan een wijziging, gezien de grote omvang die daarmee soms is gemoeid, nog wel eens lastig zijn. Een grote order kan de koers doen dalen of stijgen. Het kan ook het beleggingsproces bij het specifieke beleggingsfonds frustreren. Zo’n verstoring wil de bank voorkomen. Om het toch te kunnen doen is er nu een nieuwe aanpak: een allocatiefonds. Dit is een fonds dat dochteronderneming Kempen Capital Management speciaal voor Vermogensbeheer heeft ontwikkeld. Een fonds dat geen onnodige in- of uittreedkosten of handelskosten maakt. Met de cliënt zijn duidelijke afspraken gemaakt over het fonds. Zo is een maximale bandbreedte afgesproken van 10%, onder de vermogenscategorie Actieve Allocatie. Van de Ven: ‘Met het fonds kunnen wij ons actieve beleid sneller en een stuk goedkoper uitvoeren. Dat komt het vermogen van onze cliënten ten goede. Daar is het ons per slot van rekening om te doen.’ ___________
‘Ik ben trots dat ik mijn “baby” weer terug heb’ – Tom Pasterkamp –
Oprichter koopt eigen bedrijf terug
Tom Pasterkamp: ‘Terug op het warme nest’ Vier jaar geleden verkocht Tom Pasterkamp zijn bedrijf Trust Krediet Beheer (TKB) aan de Franse kredietverzekeraar Coface. In 2012 kocht hij het bedrijf weer terug. Nu is hij adviseur en grootaandeelhouder. Wat beweegt een ondernemer om zijn bedrijf terug te kopen? Tekst: Froukje Wattel | Fotografie: Willem Jan Ritman
‘Ik was er net aan gewend om géén bedrijf te hebben, om die druk van veel personeel niet meer te voelen,’ zegt Tom Pasterkamp op de elfde etage van het Amsterdamse kantoorgebouw van Trust Krediet Beheer. Sinds een jaar komt hij hier weer wekelijks over de vloer. Maar niet meer als directeur…
Het TBK-avontuur begon in 1988 toen Pasterkamp samen met een partner besloot vanuit de huiskamer Trust Krediet Beheer te beginnen. Twintig jaar later verkocht hij het succesvolle TKB met circa honderd medewerkers aan de Franse kredietverzekeraar Coface. ‘Een zekere toekomst voor TKB en nieuwe kansen qua groei en ontwikkeling.’
PurSang 1|2013 59
Echter, nieuwe Europese richtlijnen gooiden roet in het eten. Coface moest zich weer gaan richten op haar kernactiviteiten en TKB kwam opnieuw op de markt. ‘Ik had niet veel tijd nodig om te beslissen. Ik heb TKB met volle overtuiging teruggekocht en de toekomst voor bedrijf en medewerkers veiliggesteld,’ aldus Pasterkamp. Toen hij wederom eigenaar van TKB was, wilde Pasterkamp echter niet opnieuw dagelijks aan het roer staan. ‘Ik voel me uitstekend in mijn huidige rol als adviseur en grootaandeel houder,’ vertelt hij. ‘Ik ben medebepalend voor de koers en blijf op afstand betrokken bij het wel en wee van TKB. Maar ik laat het dagelijkse management met een gerust hart over aan algemeen directeur Rutger van Oosten, die dat uitstekend doet.’
Incasso en verder TKB behoort met honderd personeelsleden tot het segment ‘middel groot’ van de ongeveer achthonderd Nederlandse incassobureaus. ‘Incasso is altijd onze core business gebleven,’ aldus Pasterkamp. ‘Alles wat we doen ondersteunt incasso, wat de helft van onze business uitmaakt. Daarnaast bieden we producten die daarmee nauw verbon den zijn, zoals detachering en outsourcing. Bij outsourcing besteden bedrijven het hele debiteurenbeheer aan ons uit, van factuur tot aanmaning, van ingewikkeld incasseerbaar tot heel simpel. Hierbij bellen we de debiteuren onder de bedrijfsnaam van de klant en sturen we aanmaningen op hun briefpapier. Zo werken we bijvoorbeeld voor een bloemenbedrijf dat naar tien landen exporteert. Bij ons werken veel nationaliteiten, dus wij bellen de klanten net zo makkelijk in het Italiaans of het Pools. Bij detachering werken TKB-medewerkers bij de klant op locatie. Dit is vaak een tijdelijke oplossing als vervanging, of bij extreme drukte.’
‘Met een grote mond kom je er niet in dit werk’ Een ander aanverwant product is het webbased softwarepakket Trust.it, het debiteurenbeheerpakket dat TKB zelf ontwikkelde. ‘Die software geeft goed inzicht in de debiteurenportefeuille, in waar je geld is en in welk stadium je debiteur zit. Wij merkten dat klanten in crisistijd steeds meer belangstelling krijgen voor creditmanagementoplossingen. Dus daar zag de ondernemer in mij een goede mogelijkheid om met een mooi innovatief product te komen.’
Minder facturen ‘Mensen denken wel vaak dat het met incassobureaus booming gaat nu het crisis is, maar dat is niet zo,’ aldus Pasterkamp. ‘Crisis is slecht voor iedereen, er worden minder zaken gedaan, dus er gaan minder facturen uit. Bedrijven gaan failliet, in de bouw gaat het slecht. Wij deden altijd veel in de bouw. Een paar jaar geleden zag je overal bouwkranen.’ Gebarend naar het uitzicht op Amsterdam vanaf de elfde etage: ‘Zie jij nog ergens een kraan?’
Nu meer dan ooit is het belangrijk om de juiste klanten te hebben. Pasterkamp: ‘Ik denk dan aan betrouwbare klanten die de afspraken met hun debiteuren goed vastgelegd hebben, zodat de kwaliteit van de vorderingen hoog is. Ik schat dat dan zo’n 80 % van de vorderingen te incasseren is. Natuurlijk is de branche ook van belang. Wij werken veel voor multinationals, grote exporteurs, automotive en bouw. Minder interessant zijn horeca, levende have (dieren) en bedrijven die veel werken in Griekenland en Arabië. Al hebben we altijd bewust gekozen voor business-to-business, we werken nu ook voor de ANWB met haar 4,8 miljoen particuliere leden.’
Warm nest Het succes van TKB in de afgelopen 24 jaar is volgens Pasterkamp te danken aan ‘hard werken, betrouwbaar zijn en doen waar we goed in zijn. En dat allemaal low key, want mensen praten niet graag over schulden. We waren dé pionier met het no cure, no pay-concept in de business-to-businessmarkt,’ vertelt hij. ‘Een eerlijke manier van zaken doen, waar ik nog steeds achter sta. We incasseren 115 tot 120 % van de uitstaande facturen; daaruit betalen we onze kosten. We gaan voor kwaliteit en een positief resultaat voor de klant, maar we zijn ook zeer betrokken. Persoonlijk contact met de klant, maar ook met de debiteuren, is heel belangrijk. Met een grote mond kom je er niet in dit werk. We proberen zoveel mogelijk alles minnelijk te schikken. Dat is het TBK-gevoel, onze eigenheid en unieke identiteit die we altijd gehad hebben.’ Ook vanaf het begin van TKB stamt de relatie met Van Lanschot Bankiers, waar Pasterkamp vanaf de eerste dag cliënt was. ‘Nette mensen, open, plezierig en rationeel, net als wij. Bij het terugkopen van TKB ben ik goed geadviseerd door Van Lanschot. Ik ben trots dat ik mijn “baby” weer terug heb, het voelt heel vertrouwd om terug te zijn op het warme nest.’ _________________________________________________________
Trust Krediet Beheer B.V. Groeide van incassopartner uit tot kwaliteitsspeler van totaal oplossingen in kredietmanagement. Sinds: 1988, Amsterdam Medewerkers: circa honderd Diensten: incasso, outsourcing, detachering, werving & selectie, handelsinformatie, trainingen & opleidingen en ITSolutions Werkwijze: persoonlijk, vakkundig en doelgericht Cliënten: voornamelijk business-to-business, (inter)nationale ondernemingen, van multinationals tot eenmanszaken Doelstelling: liquiditeitspositie van de opdrachtgever in korte tijd structureel verbeteren; financiële risico’s worden beperkt en de klantrelatie blijft behouden
60 PurSang 1|2013
SLOTWOORD
FLORIS DECKERS
Gezond verstand
In deze editie van PurSang snijdt Heleen Dupuis diverse ethische dilemma’s aan waarmee een bankier wordt geconfronteerd. Ik vind het essentieel dat er in de financiële sector grondig wordt nagedacht over de consequenties van het eigen handelen. Ik stoor me daarbij soms wel een beetje aan de nietsontziende drang om de wereld vast te willen leggen in regels en procedures. Voor mij is de kern dat je van het management van een bank kunt vragen zich te verdiepen in maatschappelijke en ethische gevolgen van zakelijke afwegingen. Daarmee is een heleboel ellende te voorkomen. Als je in staat bent om iedereen duidelijk te maken dat er gezondverstandsprin cipes zijn, heb je heel wat minder reputatieproblemen. Daarvan hebben we als Van Lanschot sowieso minder last, omdat we door ons relatie model erg dicht op onze cliënten zitten. Wij bewegen ons niet in de grensoverschrijdende wereld van het flitskapitaal en de grote corporates. Dat biedt overzichtelijkheid. Dat het leven niet eerlijk is, blijkt overigens wel uit de ontwikkeling van onze marktpositie over de afgelopen paar jaar. Van Lanschot heeft alles goed gedaan in de crisis, maar daar niet optimaal de vruchten van geplukt. Dat je geen staatssteun nodig hebt om te overleven, blijkt zich niet terug te betalen in een toestroom van nieuwe cliënten. Je wordt dus gestraft voor je goede gedrag. Het is prettig als het waardeoordeel wordt geveld: ‘Dat zijn goede bankiers’. Jammer als het bijbehorende vertrouwen niet direct rendeert.
Omdat Van Lanschot relationeel is ingesteld, doen we ‘van nature’ al heel veel dingen correct. Het zit in ons DNA. We moeten het onze cliënt immers persoonlijk kunnen uitleggen. In mijn ‘excuusbrief’uit 2009 naar aanleiding van de bankencrisis, heb ik aangegeven dat ik als bankier een aantal cruciale zaken niet heb gezien. Maar ik heb ook een aantal actiepunten op en rij gezet, die vervolgens stuk voor stuk in onze bedrijfsvoering zijn doorgevoerd. Waarbij ik op deze plaats in PurSang in de achterliggende nummers wel kritische kanttekeningen heb gemaakt. Terugkijkend op mijn periode van negen jaar als voorzitter van de Raad van Bestuur, durf ik te stellen dat Van Lanschot alles in zich heeft om een echte private bank te worden. Natuurlijk, bij mijn aantreden zag ik al dat Van Lanschot een keurige bank was met diepgewortelde tradities en een briljant imago. Maar Nederland is nu eenmaal niet een land waar kapitaal op de voorgrond staat. We lopen als Nederlanders niet met ons geld te koop en de zucht naar status is redelijk te overzien. Daardoor weten wij niet zo heel erg goed wat private banking is. Bij Van Lanschot hebben we de traditionele bancaire dienstverlening aangevuld met een voortreffelijk beleggingsproduct, waarbij de zaak is omgebouwd van aanbod- naar vraaggestuurd. Door de connectie met Kempen is dat product inmiddels absoluut eersteklas. Daarmee staat er een gezonde, zelfstandige bank met een eigentijds profiel. Ik heb de sturing kunnen geven op een weg die overigens al ruim twintig jaar geleden in gang is gezet. En waarmee ik Karl Guha als mijn opvolger het allerbeste toewens.
Als je zo lang kunt doen wat je doet, doe je iets goed. Wie maakt er nou een stoel van sloophout? Topontwerper Piet Hein Eek is al twintig jaar zeker van z’n zaak. Begonnen op zijn eindexamententoonstelling, exposeert hij zijn sloophouten meubels inmiddels op designbeurzen wereldwijd. Ook Van Lanschot zet al een tijdje weerbarstig materiaal naar haar hand. Met 275 jaar ervaring in private banking zijn er weinig vragen die we niet gehoord én beantwoord hebben. Benieuwd wat onze gedrevenheid voor u kan betekenen? Schuif eens aan bij onze Financiële Tekentafel op vanlanschot.nl.
www.vanlanschot.nl
Om voorop te blijven lopen is het belangrijk dat u op het juiste moment versnelt. U wilt uw vermogen maximaal kunnen aanspreken. Moeiteloos accelereren. Daarom heeft de XC60 een vijfcilinder dieselmotor. Ondanks zijn krachtige motor verbruikt hij gemiddeld slechts 5.7 liter diesel voor 100 kilometer. Dit komt o.a. door het geavanceerde start-stopsysteem. Zo zet u alleen uw vermogen in wanneer u dat nodig acht. In de Volvo XC60 draait alles om u.
UW VOLVO XC60
ONDERSCHEIDEND VERMOGEN
volvocars.nl Volvo XC60 v.a. 46.995 incl. btw, excl. kosten rijklaarmaken, verwijderingsbijdrage. Leasen v.a. 889 p.m., excl. btw en brandstof, o.b.v. Full Operational Lease, 60 mnd, 20.000 km p.j., Volvo Car Lease: 0345-68 87 80 (kantooruren). Wijzigingen voorbehouden.
Gem. verbruik: 5,7 – 10,7 l/100 km (17,5 – 9,3 km/l), gem. CO2-uitstoot resp. 149 - 249 g/km.