Registratienr.: 630182 Onderwerp: bezwaarschriften van de heren Brugge en Hoornweg inzake planschade
Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 maal een advies inzake de bezwaarschriften van de heer B.J.H. Brugge, De Goedemeent 15 en de heer P.A.M. Hoornweg, Westerweg 31 tot toekenning van een planschadevergoeding. Het eerste advies dateert van 7 oktober 2009 en is afkomstig van de Adviescommissie voor raadsbezwaarschriften. Dit advies is opgesteld door ons college. Het advies van de Adviescommissie voor raadsbezwaarschriften en uw daarop genomen besluit van 29 oktober 2009 hebben wij bijgevoegd. In het advies van 2009 wordt ook gesproken over een aanvraag van de heer Westerbos maar die aanvraag is inmiddels ingetrokken. e
Voorgeschiedenis Door de heren Brugge en Hoornweg, hierna genoemd aanvragers of bezwaarmakers, is een verzoek ingediend tot toekenning van een planschadevergoeding. Aan deze verzoeken om planschade is ten grondslag gelegd - samengevat - dat planschade is geleden ten gevolge van op 22 oktober 2002 krachtens artikel 19 van de WRO verleende vrijstelling van het geldende bestemmingsplan "Purmer V". Op grond van dit besluit is een bouwvergunning verleend voor de bouw van een manege op de tegenover zijn woning gelegen gronden Westerweg 36a, 36b en 36c te Purmerend. Door het planschade-adviesbureau Sinnema is hierover een advies uitgebracht. Bij raadsbesluit van 27 september 2006 is dit verzoek afgewezen. Hiertegen hebben aanvragers een bezwaarschrift ingediend. Op 7 oktober 2009 heeft de Adviescommissie voor raadsbezwaarschriften uw raad de keuze gegeven om: • hetzij de bezwaarschriften gegrond te verklaren en opdracht te geven aan een ander planschade-adviesbureau dan Sinnema om een (nieuw) planschade-advies op te stellen • hetzij burgemeester en wethouders te machtigen om met bezwaarmakers overeen te komen dat een onafhankelijk bureau een voor alle partijen bindend planschadeadvies uitbrengt, maar wel met de restrictie dat in het nieuwe planschade niet zal worden afgeweken van hetgeen de bezwaarschriftencommissie in het onderhavige advies heeft overwogen en geoordeeld. Uw raad heeft vervolgens besloten ons college te machtigen om met bezwaarmakers overeen te komen dat een onafhankelijk bureau (bijv. SAOZ) een voor alle partijen bindend planschadeadvies uitbrengt.
blz. 2 van 7
Registratienr.: 630182 Onderwerp: bezwaarschriften van de heren Brugge en Hoornweg inzake planschade
SAOZ In de concept-adviezen van SAOZ van juni 2010 wordt geadviseerd: • de heer Brugge een planschadevergoeding van € 10.000,-- te verstrekken te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 oktober 2004. • de heer Hoornweg een planschadevergoeding van € 17.000,-- te verstrekken te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2005. In de concepten staat: • dat op een tweetal punten de Adviescommissie voor raadsbezwaarschriften onjuist heeft geadviseerd en • dat als uitgegaan wordt van bestendige jurisprudentie dit had geleid tot het adviseren de planschadeverzoeken af te wijzen. Wij hebben als college hierop gereageerd per brief van 23 augustus 2010. In november 2010 geeft SAOZ haar definitieve advies. Zij gaat daarbij uit van de overwegingen en oordelen van de bezwaarschriftencommissie, dus ook van de 2 "onjuiste" en adviseert de eerder berekende planschade van € 10.000,- en € 17.000,- toe te kennen. Bij brief van 25 februari 2011 hebben wij SAOZ gevraagd om een nieuw advies op te stellen en nu zonder rekening te houden met de twee uitgangspunten van de Adviescommissie voor raadsbezwaarschriften die volgens SAOZ onjuist zijn. Daarop zijn adviezen uitgebracht in april 2011. In deze adviezen wordt geadviseerd de aanvragen tot vergoeding van planschade af te wijzen. De adviezen van april 2011 zijn naar onze mening bindend waarmee definitief een einde is gekomen aan de geschillen. procedure civiele rechter De heer en mevrouw Brugge zijn een procedure gestart bij de civiele rechter om de gemeente te dwingen tot uitbetaling van het bedrag geadviseerd door SAOZ in het advies van november 2010. Deze procedure loopt nog. procedure bestuursrechter Beide partijen hebben zich ook gewend tot de bestuursrechter en die heeft beslist dat de raad uitspraak moet doen en wel uiterlijk 4 oktober 2011. Dat betekent dat uiterlijk in de raadsvergadering van september de raad uitspraak moet doen, een en ander op straffe van een dwangsom. Het is daarom dat wij u nu een voorstel doen om een beslissing te nemen op het bezwaarschrift
blz. 3 van 7
Registratienr.: 630182 Onderwerp: bezwaarschriften van de heren Brugge en Hoornweg inzake planschade
Waarom kunnen wij ons niet verenigen met de eerste adviezen van SAOZ tot toekenning van planschade? Het geschil spits zich toe op de vraag of de gemeente gebonden is aan de eerste adviezen van S A O Z . S A O Z stelt in die adviezen dat uitgangspunten onjuist zijn:
een
tweetal
door
de
adviescommissie gestelde
1. Uitgangspunt maximale invulling bestemming "De aan ons verstrekte opdracht van de bezwaarschriftencommissie was gebaseerd op het uitgangspunt dat bij de invulling van de bestemming "Volkstuinen (V)" rekening moest worden gehouden met de uitgangspunten zoals vermeld in het advies van de bezwaarschriftencommissie van 7 oktober 2009. Wij hebben ons advies gebaseerd op de door de adviescommissie verstrekte opdracht. De uitgangspunten van de adviescommissie zijn niet gebaseerd op de maximale invulling van de bestemming "Volkstuinen (V)". De invulling van de bebouwingsmogelijkheden is gebaseerd op een vergelijking met een ander volkstuinencomplex. Vanuit de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bezien is dit niet overeenkomstig de uitgangspunten van de maximale invulling van de bouwmogelijkheden. Het is bestendige jurisprudentie dat bij de invulling van de bouw- en gebruiksmogelijkheden uitgegaan moet worden van de maximale invulling van de bestemming. Wij verwijzen hiervoor onder andere naar de uitspraak van de Afdeling van 29 oktober 2010, zaaknummer 201001'775/1VH2. In deze zaak wordt daarbij duidelijk gesteld dat maatgevend is de meest maximale negatieve invulling van de bestemming. Het vorenstaande in aanmerking genomen is de opmerking van de gemeente correct dat de invulling niet de meest maximale is, een maximale invulling zou echter niet overeenkomstig de verstrekte opdracht zijn.". 2. Uitgangspunt voorzienbaarheid planologische wijziging S A O Z reageert op dit punt als volgt: "Voor de vergoedbaarheid is verzocht om een uitspraak te doen over de voorzienbaarheid op basis van de "notitie Westerweg". Uit de ons beschikbare gegevens maken wij op dat de notitie behandeld is in de openbare raadsvergadering van 2 november 1989 en in datzelfde jaar is vastgesteld. De voorzienbaarheid van een planologische wijziging dient te worden beoordeeld aan de hand van het antwoord op de vraag, of ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zon zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Voor voorzienbaarheid is niet vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft. Wij verwijzen onder andere naar de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 augustus 2010, Bergen op Zoom, zaaknummer 200909827/1VH2 en 18 augustus 2010, voorst, zaaknummer 200909738/1VH2. Op basis van deze uitspraken is naar onze mening te stellen dat de "Notitie Westerweg" kan gelden als een document op basis waarvan de voorzienbaarheid kan worden geconstateerd. Aanvragers hebben het object gekocht nadat de "Notitie Westerweg" bekend is geworden. Het advies is op basis van de reacties gewijzigd. De wijzigingen hebben geen invloed gehad op de uitkomst van het advies". Tot zover de eerste adviezen van S A O Z . Hierna zullen wij uiteenzetten waarom naar onze mening de gemeente hieraan niet gebonden is. Uw raad heeft in uw vergadering van 29 oktober 2009 er bewust niet voor gekozen de bezwaarschriften gegrond te verklaren en op basis daarvan een nieuw planschadeadvies te laten opstellen maar wel om ons als college te machtigen om met bezwaarmakers overeen te komen dat een onafhankelijk bureau een voor alle partijen bindend planschadeadvies blz. 4 van 7
Registratienr.: 630182 Onderwerp: bezwaarschriften van de heren Brugge en Hoornweg inzake planschade
uitbrengt. De schriftelijke opdracht van ons college aan SAOZ hield in een planologische vergelijking, de beoordeling of er sprake is van een verslechterde planologische situatie en zo dit aan de orde komt, de omvang van de schade en beschouwingen over de vergoedbaarheid daarvan. SAOZ behoefde het werk niet helemaal over te doen en kon overeenkomstig het gestelde in het advies onder "alternatief voorstel" uitgaan van wat de Adviescommissie voor raadsbezwaarschriften had overwogen en geoordeeld. SAOZ had dan kunnen berekenen wat de planschade is waarmee definitief een einde was gekomen aan het geschil, dat immers bindend is. Dat heeft SAOZ echter niet gedaan, zij heeft in een concept-advies van 2 onderdelen van het advies van de bezwarencommissie gesteld dat die in strijd zijn met bestendige jurisprudentie. Wij hebben bij brief van 23 augustus 2010 hierop gereageerd dat door SAOZ moet worden geadviseerd op basis van de bestendige jurisprudentie SAOZ heeft door in de adviezen van november 2010 dit niet te doen, niet gehandeld overeenkomstig de opdracht. De gemeente is dan ook niet gehouden aan deze adviezen . Te nemen beslissingen op de bezwaarschriften Gevolg gevend aan de uitspraak van de bestuursrechter zal uw raad alsnog een beslissing moeten nemen op de bezwaren van de heren Brugge en Hoornweg. Daarbij geldt onzes inziens het volgende. De Adviescommissie voor raadsbezwaarschriften heeft in haar advies van 7 oktober 2009 de afwijkingen van de bestendige jurisprudentie niet kenbaar gemaakt aan uw raad. Alsdan had uw raad een bewuste keuze kunnen doen om al dan niet in afwijking van rechtspraak te oordelen. In principe kunt u afwijken van bestendige jurisprudentie ten gunste van aanvragers. Maar u dient ook rekening te houden dat er aanvankelijk meerdere aanvragers om planschade waren die later zijn afgehaakt en dat er belanghebbenden zijn die om andere redenen geen aanvraag hebben ingediend, bijv. gelet op het eerdere genoemde advies van het bureau Sinnema. Dit in aanmerking nemende gaan wij er van uit dat u als raad niet zou willen afwijken van de bestendige jurisprudentie. Een dergelijke afwijking van de jurisprudentie zou in strijd met het gelijkheidsbeginsel zijn. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid bent u dan ook niet gehouden aan de 2 uitgangspunten en oordelen van de adviescommissie. het advies van SAOZ van april 2011 Bij brief van 25 februari 2011 hebben wij SAOZ gevraagd om een nieuw advies op te stellen maar nu met in acht neming van de bestendige jurisprudentie. Dit advies is uitgebracht in april 2011. In dit advies wordt geadviseerd de aanvraag tot vergoeding van planschade af te wijzen. Voorstel: Gevolg gevend aan de uitspraak van de bestuursrechter dat uw raad alsnog een beslissing op de bezwaren dient te nemen geven wij u in overweging de aanvragen van de heren Brugge en Hoornweg af te wijzen en als motivering hieraan ten grondslag te leggen de motiveringen zoals opgenomen in de adviezen van SAOZ van april 2011 inzake Brugge en Hoornweg. De bezwaarmakers kunnen vervolgens het geschil voor een inhoudelijk oordeel voorleggen aan de bestuursrechter.
blz. 5 van 7
Registratienr.: 630182 Onderwerp: bezwaarschriften van de heren Brugge en Hoornweg inzake planschade
Als u ons voostel niet overneemt. Als u ons voorstel niet overneemt kunt u besluiten conform de adviezen van SAOZ van november 2010 en : • de heer Brugge een planschadevergoeding toe te kennen van € 10.000,- te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 2004 tot de dag der betaling en • de heer Hoornweg een planschadevergoeding toe te kennen van € 17.000,- te verstrekken te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2005. Omdat er geen voldoende dekking voor de post planschade is zal derhalve dit budget verhoogd moeten worden ten laste van de algemene middelen/algemene reserve. rgemeester en wethouders van Purmerend, secretaris, de burgemeester,
Bijlage(n): Raadsvoorstel 7 oktober 2009 SAOZ-advies Hoornweg november 2010 SAOZ-advies Hoornweg april 2011 SAOZ-advies Brugge november 2010 SAOZ-advies Brugge april 2011 Uitspraak bestuursrechter Brugge 9 augustus 2011 Uitspraak bestuursrechter Hoornweg 8 augustus 2011
blz. 6 van 7
Registratienr.: 630182 Onderwerp: bezwaarschriften van de heren Brugge en Hoornweg inzake planschade De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. , nr. ;
BESLUIT: Als beslissingen op bezwaar de aanvragen van de heren Brugge en Hoornweg om planschade af te wijzen en als motivering hieraan ten grondslag te leggen de motiveringen zoals opgenomen in de adviezen van SAOZ van april 2011 inzake Brugge en Hoornweg.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. de griffier, de voorzitter,
blz. 7 van 7