Publiek-Private samenwerking in Vlaanderen en toepassing in de sportsector
Brussel, 01 oktober 2004 Bart VAN HYFTE Avocat Vanden Eynde Legal Avenue de la Toison d'Or, 77 1060 Bruxelles Tél : + 32 / (0)2.290.04.00 Fax : +32 / (0)2.290.04.10 contact :
[email protected] Web site : www.vdelegal.be 1
1. Inleiding. We leven in een tijd van financiële schaarste enerzijds, doch anderzijds ook van toenemende behoeften aan infrastructuur op verschillende domeinen (sport, cultuur, onderwijs, mobiliteit, vergrijzing, enz…). Meer en meer wordt op de verschillende beleidsdomeinen daarbij door de overheid gedacht aan alternatieve financieringsvormen en in de eerste plaats aan de Publiek-Private Samenwerking, oftewel PPS. Ook de sportsector kenmerkt zich door groeiende behoeften aan nieuwe infrastructuur, doch ook aan alternatieve vormen van organisatie, dewelke vlot kunnen inspelen op de steeds sneller wijzigende omstandigheden. Al snel wordt duidelijk dat PPS ook in de sport een niet te miskennen meerwaarde kan leveren voor alle vormen van sportbeoefening, en dit op alle ni veaus (nationaal, gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk), en dat deze vernieuwde samenwerkingsvorm een nieuwe wending en impuls kan geven aan de sportbeoefening in België. Deze nota strekt er in de eerste plaats toe een schets te geven van wat onder PPS dient te worden verstaan. Daarbij zal het begrip enigszins moeten worden gedemystifieerd. Anderzijds wordt verwezen naar enkele concrete toepassingen van PPS in Vlaanderen en Brussel.
2. Wat is PPS ? Een definitie van PPS kan ontleend worden aan het Nederlands Kenniscentrum PPS : “PPS is een samenwerkingsverband waarbij overheid en bedrijfsleven, met het behoud van eigen identiteit en verantwoordelijkheid, gezamenlijk een project realiseren op basis van een heldere taak- en risicoverdeling. Het resultaat van de samenwerking is meerwaarde : een kwalitatief beter eindproduct voor hetzelfde geld, of dezelfde kwaliteit voor minder geld. Er ontstaat voordeel voor beide partijen : voor het bedrijfsleven ontstaan niet alleen nieuwe kansen op een groeiende markt, ook kan het zelf bijdragen aan een vanuit commercieel perspectief aantrekkelijk project ; de overheid creëert perspectief op een hogere kwaliteit en een reductie van projectkosten.”. Een definitie kan ook ontleend worden aan Professor David D’HOOGHE van de KU Leuven : “Elk project waarbij beoogd wordt de strakke verhouding tussen enerzijds de overheid (als aanbesteder, initiatiefnemer, financier en ontwerper) en anderzijds de privé (als uitvoerder) om te buigen naar een alternatieve en meer coöperatieve relatie waarbij overheid en privé samenlopende doelstellingen realiseren.”. 3. Doel PPS. Het doel van een Publiek-Private Samenwerking bestaat er steeds in een meerwaarde te realiseren en een hogere efficiëntie bij het realiseren van het project. 2
Eén en ander moet steeds leiden tot een win-win situatie voor beide participanten.
4. PPS in de schijnwerpers. PPS staat momenteel in België volop in de schijnwerpers. Dit blijkt onder meer hieruit : a. Reeds in het Vlaamse Regeerakkoord, gesloten in 2000, wordt PPS vooropgesteld als een alternatief middel van financiering waarbij geen of weinig overheidsgeld geïnvesteerd dient te worden en waarbij voorbijgegaan zou kunnen worden aan de wetgeving op de overheidsopdrachten. Dit kwam tot uiting in verschillende beleidsverklaringen en – daden van de respectieve Ministers van de vorige Vlaamse Regering, dewelke nagenoeg allen over PPS spreken als alternatief beleidsinstrument inzake onder meer : - sociale woningbouw (beoogde realisatie van 15.000 sociale huurwoningen via PPS voor 2004), - onderwijs: bouw van scholen via PPS-constructies en laten renderen van schoolinfrastructuur buiten de schooltijd; volwassenenonderwijs; - afvalverwerking, socio-culturele centra, stadsvernieuwing infrastructuurwerken (bvb. het sluiten van de ring rond Antwerpen, Internationale Luchthaven Deurne-Antwerpen). - Leefmilieu (sanering, herbestemming en verkoop van de zgn. brownfields) - Welzijn (bouw van serviceflats). Als middel werd het Vlaams kenniscentrum PPS opgericht dat belast is met de begeleiding van Vlaamse PPS-projecten, optreedt als thinktank inzake PPS, alsook PPS-projecten dient op te volgen. De Vlaamse Participatiemaatschappij kreeg van de Vlaamse Regering als bijkomende opdracht PPS-projecten te realiseren via de oprichting van gespecialiseerde filialen. b. Tijdens de vorige regeerperiode werd ook in het Vlaams Parlement het Vlaams Decreet van 18 juli 2003 betreffende de Publiek-Private samenwerking (B.S., 19 september 2003, p. 46.497) goedgekeurd. Dit Decreet schept een eerste juridisch kader voor de publiek-private samenwerking, waarbij evenwel de nadruk ligt op het facilitair kader. Met name versoepelt het de mogelijkheid voor de overheid om delen van haar openbaar en privaat domein te bezwaren met zakelijke rechten, ja zelfs te vervreemden, wat voorheen het belangrijkste obstakel was voor de privé-sector om deel te nemen aan investeringswerken van de overheid via PPS.
c. In het meest recente Vlaams Regeerakkoord van 2004 wordt voortgebouwd op deze tendens, doch wordt tegelijkertijd voorzichtig gewezen op de noodzaak van evaluatie en bijsturing. 3
Wellicht is deze reserve ingegeven door slechte ervaringen uit de vorige Regeerperiode, zoals bijvoorbeeld het niet realiseren van de beoogde 15.000 sociale woningen via PPS (ingevolge de onderschatting van de kosten en de overschatting van de reactie van de Privé -sector): “Bij de uitvoering van onze publieke taken willen we via publiek-private samenwerking de private sector als volwaardige partner betrekken, zodat een gedeelde verantwoordelijkheid tussen overheid en privé tot stand komt, zonder dat dit mag leiden tot onverantwoorde debudgettering. Om PPS-projecten in Vlaanderen een verdere imupls te geven is het noodzakelijk om het juridisch kader verder te optimaliseren, gebruikmakend van wat er nu is en eventueel bij te sturen na evaluatie.” PPS wordt dan ook naar voren geschoven als “mogelijke alternatieve financieringsvorm” op de volgende gebieden: stadsrenovatie, huisvesting, scholenbouw, cultuur, onroerend erfgoed en ook de sport. Specifiek wat de sport betreft verbindt de Vlaamse Regering zich er toe werk te maken “ van een efficiënter gebruik van de sportinfrastructuur van de gemeenten en van de scholen, zowel tijdens als na de schooluren, ten bate van de sportclubs, de scholen en de gemeentelijke sportdiensten.” d. Ook op Europees vlak staat PPS volop in de schijnwerpers. In Nederland is PPS sinds lang ingeburgerd als belangrijke financierings-en organisatievorm op beleidsdomeinen die dit toelaten. Ook het Verenigd Koninkrijk kent sinds lang de PFI’s (Private Financed Investments). Zeer belangrijk is ook dat de Europese Commissie oog heeft voor deze evolutie en zo onder meer in maart 2003 haar Guidelines for Successful Public-Private Partnerships uitvaardigde. Hierin wordt PPS als volgt gedefinieerd : "A PPP is a partnership between the public sector and the private sector for the purpose of delivering a project or a service traditionally provided by the public sector. PPPs recognise that both parties have certain advantages relative to the other in the performance of specific tasks. By allowing each sector to do what it does best, public services and infrastructure can be provided in the most economically efficient manner. The overall aim of PPPs is therefore to structure the relationship between the parties, so that risks are borne by those best able to control them and increased value is achieved through the exploitation of private sector skills and competencies.". 5. PPS is geen mirakeloplossing. PPS kan geenszins beschouwd worden als een mirakeloplossing voor de overheid om geen geld uit te geven en voor de privé om veel geld te verdienen. Uiteraard dient elke investering betaald te worden. Wanneer het project bestemd is voor overheidsdoeleinden, zal de overheid het project moeten bekostigen met belastinggeld. Als het project bedoeld is voor privaat gebruik, zal de privaatgebruiker in zijn zak moeten tasten. 4
6. PPS is geen doel op zich. Hoewel de term PPS steeds ruimer verspreid geraakt, is het uiteraard niet zo dat PPS een eigen leven gaat leiden. PPS beoogt slechts om de samenwerking tussen de overheid en de privé-partner op een soepelere, efficiëntere en meer commerciële wijze te laten geschieden. PPS is dan ook geen nieuwe rechtsfiguur, zoals een N.V. of een Intercommunale of een een V.Z.W. PPS-projecten dienen immers steeds gerealiseerd te worden binnen het bestaand wettelijk en juridisch kader, aan de hand van de bestaande rechtsfiguren. Het uitgangspunt is hierbij steeds dat de overheid geen contractspartij is zoals een andere en bij de keuze van een private partner gebonden is door regels. In de Belgische wetgeving dient rekening gehouden te worden met : - de wetgeving op de overheidsopdrachten (dewelke uiteraard telkens ingegeven is door Europese regels) ; - de beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het gelijkheidsbeginsel, dat de overheid de verplichting oplegt “gelijke kansen” te geven aan de marktspelers, alsook het transparantiebeginsel dat de overheid verbiedt om op occulte wijze samenwerkingen aan te gaan met privé-partners dewelke zouden ontsnappen aan iedere controle. Anderzijds dient vanuit Europeesrechtelijk standpunt rekening gehouden te worden met de diverse richtlijnen inzake overheidsopdrachten (dewelke ook steeds verder reiken), alsook met het mededingingsrecht. Hoewel op dit ogenblik in België voor PPS nog geen specifieke wetgeving bestaat, blijken er meer en meer initiatieven te ontstaan om aan PPS een eigen juridisch kader te geven. Daarbij kan verwezen worden naar de initiatieven van de Vlaamse Decreetgever, dewelke, naast de oprichting van het Vlaams kenniscentrum, ook beoogt een facilitair kader te creëren voor PPS-projecten (zie het goedgekeurd ontwerpdecreet) en zelfs specifieke modellen voor publieke-private samenwerking wil invoeren.
7. Probleem PPS in België : klassiek onderscheid openbaar domein – privaat domein. De infrastructuurwerken waarvoor gezocht wordt naar alternatieve financieringsvormen en waarbij gedacht wordt aan PPS worden nagenoeg steeds ger ealiseerd op terreinen toebehorend aan de overheid Naar Belgisch recht bestaat nog steeds het klassiek onderscheid tussen openbaar domein en een privaat domein. Goederen behoren tot het openbaar domein wanneer zij bestemd zijn voor een openbare dienst. 5
Goederen die behoren tot het openbaar domein kunnen niet bezwaard worden met zakelijke rechten (erfdienstbaarheden, erfpacht, opstalrecht, hypotheken, enz…), noch overgedragen worden. Enkel concessies kunnen op het openbaar domein verleend worden. Eén en ander is uiteraard een obstakel voor de realisatie van PPS-projecten waar eerst duidelijk moet zijn of een goed van de overheid behoort tot het openbaar dan wel tot het privaat domein zodat voorafgaand aan het op voet stellen van een project desgevallen d eerst een desaffectatie dient te gebeuren. Ook hier evolueert één en ander en men kan zelfs zeggen op revolutionaire wijze: Het Vlaams Decreet van 18 juli 2003 betreffende de Publiek-Private samenwerking (B.S., 19 september 2003, p. 46.497) maakt het immers mogelijk dat PPS-projecten worden geraaliseerd op goederen dewelke zowel deel uitmaken van het openbaar als van het privaat domein. Aldus kunnen thans ook op goederen van het openbaar domein zakelijke rechten gevestigd worden en kunnen deze ook met hypotheken bezwaard worden, dit terwijl goederen die behoren tot het privaat domein zelfs vervreemd kunnen worden en met alle zakelijke rechten bezwaard. Eén en ander zal uiteraard aanzienlijk de financiering van PPS-projecten door de private sector vergemakkelijken. Deze tendens zal wellicht wel navolging krijgen in de andere gewesten of op federaal niveau.
8. Meerwaarde PPS-projecten. De meerwaarde die PPS aan de samenwerking met de overheid kan bieden situeert zich : - in de ontwikkelingsfase : alvorens het project wordt opgestart, wordt gezamenlijk gezocht naar de meest soepele, kostenbesparende formule en wordt uitvoerig overleg gepleegd ; Het is niet meer de overheid die oplegt wat zij wenst in een lijvig lastenboek en de privépartner die maar uit te voeren heeft.
- in de uitvoeringsfase : er wordt een grotere verantwoordelijkheid gelegd bij de privé-partner, dewelke derhalve niet puur als uitvoerder van openbare werken optreedt. Dialoog, flexibiliteit, mogelijkheid tot aanpassing van het project, alsook de betrokkenheid van de privé-partner bij de exploitatie van het project en dus bij de rentabiliteit, zijn hiervan onderdelen.
6
De troeven van PPS zijn dan ook : -
flexibiliteit : er wordt tussen de overheid en de privé-sector op een meer soepele wijze samengewerkt, wat toelaat in te spelen op gewijzigde omstandigheden ;
-
snelheid : er wordt gestreefd naar het afstappen van logge structuren, dewelke tijdrovend en derhalve kostelijk zijn ;
-
dialoog : een permanente dialoog en evaluatie, en desgevallend bijsturing, is een absolute vereiste ;
-
verantwoordelijkheid : er wordt een grotere verantwoordelijkheid gelegd bij ieder van de partners, dewelke zich aldus meer betrokken voelen bij het gezamenlijk project ;
-
kostenbesparend : uiteindelijk is het doel van de overheid om op een meer efficiënte manier beperkte publieke middelen aan te wenden, waarbij de inbreng van de privé-partner op het vlak van de kosten-batenbeheersing essentieel is.
9. Verschillende gradaties PPS. PPS omvat dus alle vormen van samenwerking van de overheid met de private partners. Dit gaat dus van een klassieke overheidsopdracht, waarbij de overheid een concreet beschreven werk aanbesteedt tegen de beste prijs, tot en met de joint venture, waar de publieke en de private partner volledig samen het risico delen. Het PPS-gehalte neemt derhalve toe naargelang de formule dewelke gekozen wordt. Daarbij is het uiteraard de overheid die uiteindelijk steeds de formule kiest (maar waarbij deze steeds meer en vaker opteert voor soepelere formules nà samenspraak met de private partner).
10. PPS-formules: de concrete uitwerking. PPS is maatwerk en geen confectie : voor elk project dient de beste formule nagegaan te worden in functie van : - de concrete omstandigheden : wie is eigenaar van wat en wie brengt wat in ? - de concrete behoeften : betreft het een project dat uitsluitend bestemd is voor de overheid, dan wel uitsluitend voor privé-doeleinden, dan wel voor gemengd gebruik ? Twee wegenleer: - de contractuele weg, waaronder : * contracten die vallen binnen wetgeving overheidsopdrachten ; * contracten die niet onderworpen zijn aan de overheidsopdrachtenwetgeving ; 7
- de oprichting van een gemeenschappelijke rechtspersoon (joint-venture).
10.1.
PPS VIA DE CONTRACTUELE WEG :
In vele gevallen zal het contract tussen de overheid en de privé-partner onvermijdelijk onderworpen zijn aan de wetgeving op de overheidsopdrachten. Ter herinnering : kwalificatie als overheidsopdracht: - Overeenkomst onder bezwarende titel. - Gesloten met een aannemer, leverancier of dienstverrichter. - Met het oog op het (laten) uitvoeren van werken, leveringen of diensten. Enkele toetsstenen om uit te maken of het om een overheidsopdracht gaat : - Wat is de finaliteit ? Betreft het een publiek project : overheidsopdracht Betreft het een privaat project : geen overheidsopdracht Betreft het een gemengd project: belang afwegen - Wie draagt het risico ? Enkel overheid : overheidsopdracht Enkel privé partner : geen overheidsopdracht Beiden : afwegen - Wie is de gebruikelijke bouwheer of opdrachtgever ? Steeds overheid : overheidsopdracht Steeds privé : geen overheidsopdracht Beiden : afwegen - Controle op de uitvoering en geboden garanties : Hoe meer controle door overheid en hoe meer garanties gevraagd, hoe dichter bij overheidsopdracht. Maar ook wanneer de wetgeving op de overheidsopdrachtenwetgeving van toepassing is bestaan er middelen om het doel van PPS, met name het flexibeler samenwerken tussen publieke en private sector, te realiseren.
10.1.1.
PPS-contracten als overheidsopdracht :
10.1.1.1. De Klassieke Overheidsopdracht : De minst verregaande vorm van PPS-projectontwikkeling is de klassieke overheidsopdracht. Binnen de klassieke overheidsopdrachten bestaan evenwel ook verschillende gradaties, dewelke gaan van de overheid die alles ontwerpt, 8
concipieert en coördineert en beroep doet op aannemers voor de uitvoering, tot de overheid die een opdracht realiseert met een ontwikkelaar die de volledige verantwoordelijkheid draagt. De keuze van de gunningswijze van de opdrachtsopdracht is bepalend voor het PPS-gehalte : a. wanneer de overheid alle karakteristieken van het project op voorhand vastlegt en zich enkel interesseert voor het bekomen van de goedkoopste offerte, betreft het de formule van de openbare aanbesteding ; b. wanneer de overheid wenst te kiezen uit verschillende projecten die voorgesteld moeten worden en waarbij ook rekening gehouden wordt met andere criteria buiten de prijs (zoals ligging, architecturale kwaliteiten, meerwaarde, enz…), kan beroep gedaan worden op de offerte-aanvraag ;
c. wanneer de overheid niet goed weet welk project ze wenst te realiseren en tegen welke prijs (vertrekkende van een vage doelstelling), kan beroep gedaan worden op de onderhandelingsprocedure. In het kader van de realisatie van een PPS-project is de onderhandelingsprocedure heel populair : Zo onder meer wordt deze procedure door de Vlaamse Regering vooruitgeschoven als hét model om PPS te realiseren, o.a. voor het bereiken van de beoogde bouw van 15.000 sociale huurwoningen vóór het einde van 2004. Op het terrein van de sport werd deze onderhandelingsprocedure gekozen door de Stad Antwerpen voor de bouw en de realisatie van een Topsporthal die plaats moeten bieden aan 5.000 à 6.000 toeschouwers en die een multifunctionele bestemming moet krijgen (zie verder). Los van deze drie gunningswijzen stelt de overheidsopdrachtenwetgeving nog andere middelen ter beschikking om het aanbesteden flexibeler te laten verlopen : in de eerste plaats kan de overheid aan marktverkenning doen, waarbij zij voorafgaand aan de aanbestedingsprocedure de markt gaat aftasten en bevragen ; de overheid kan ook functionele specificaties hanteren, waarbij ze niet zozeer de opdracht gaat omschrijven, doch wel eerder een probleem gaat stellen en de markt gaat vragen om aanbiedingen te doen voor probleemoplossing ; de overheid kan ook beroep doen op kaderovereenkomsten, waarbij verschillende aanbestedingen op elkaar aansluiten en gekaderd worden binnen één geheel, teneinde deze vlotter te laten verlopen. 9
10.1.1.2. Twee specifieke vormen van aanbestedingscontracten : Binnen de wetgeving op de overheidsopdrachten bestaan er anderzijds nog twee specifieke contractvormen dewelke toelaten om flexibel en vlot aan te besteden : 10.1.1.2.1. De promotieovereenkomst : De promotieovereenkomst is uiteraard gekend in de private bouwsector en is ook voor het uitvoeren van overheidsopdrachten de meest geschikte formule. Zo werden door de Vlaamse Gemeenschap de kantoorgebouwen in de Brusselse Noordwijk opgericht in het kader van promotieovereenkomsten. Er wordt gebouwd op gronden ter beschikking gesteld door de overheid via erfpacht of opstelrecht of op privé-gronden van de promotor.
Het verschil met de klassieke overheidsopdracht bestaat hierin dat de privé-partner ook zorg dient te dragen voor de financiering en slechts betaling bekomt nà ingebruikname en derhalve het volledig financiële risico draagt voor de projectontwikkeling. De betaling gebeurt slechts vanaf de ingebruikname via huurkoop of onroerende leasing. De promotieovereenkomst is een heel geschikte formule voor het realiseren van projecten bestemd voor de overheid, daar zij een financiering toelaat via alternatieve financieringswijzen. 10.1.1.2.2. De concessie van openbare werken : In deze formule draagt de overheid de privé-partner op een bepaald werk te realiseren en bestaat de tegenprestatie van de overheid erin dat zij aan de privé-partner het recht verleent om het gerealiseerde werk te exploiteren gedurende een bepaalde termijn. Het project wordt gerealiseerd op grond van de overheid, dewelke deze ter beschikking stelt van de privé -partner via een erfpacht of een opstalrecht.
10
De opgerichte werken zijn eigendom, tijdens de concessie, van de privé-partner en worden op het einde van de rit eigendom van de overheid. Het voordeel van deze formule bestaat in de grote onderhandelingsruimte dewelke toelaat om alles te negociëren. De privé-partner draagt zorg voor deexploitatie. Niettemin is een heel grondige voorafgaande studie inzake de exploitatiekosten absoluut noodzakelijk, wat aangetoond wordt door het slechte voorbeeld van de Liefkenshoektunnel te Antwerpen. Toch kan de formule van de concessie van openbare werken nuttig zijn voor bvb. de realisatie van een kantoorproject, waarbij de overheid gedeeltelijk kantoren voor zichzelf laat oprichten, doch anderzijds de privé-partner de kantoorruimte gedeeltelijk kan exploiteren of verhuren op de vrije markt. Deze formule werd ook reeds gehanteerd om PPS-projecten in de sportsector te realiseren. Hierna zal het voorbeeld van het in juni 2003 geopende Zwembad Dommelslag in Overpelt worden aangehaald.
10.1.2.
PPS-contracten buiten overheidsopdrachtenwetgeving :
10.1.2.1. Zakenrechtelijke constructies : Via de overdracht of de vestiging van zakelijke rechten op overheidsgoederen kunnen ook PPS-projecten gerealiseerd worden. Hierbij kan gedacht worden aan de verkoop, de erfpacht of het opstalrecht. Voorbeelden : - verkoop van gronden van de NMBS ; - parkeergarages in Brussel via erfpacht. De overheidsopdrachtenwetgeving is niet van toepassing voor zover : a. de overheid geen specifieke voorwaarden oplegt wat betreft de wijze waarop de privé-partner, die een zakelijk recht op een onroerend goed van de overheid verwerft, gebruik maakt van dit zakelijk recht. Wanneer aldus bvb. de overheid uit haar patrimonium een terrein verkoopt aan een privé-partner, mag wel verduidelijkt worden dat dit gebouw bestemd zal worden voor bvb. een parking doch mag zij geen specifieke voorwaarden opleggen wat betreft de wijze waarop de parking uitgevoerd wordt. Wanneer bvb. de overheid een oud gebouwencomplex verkoopt aan een promotor om er een kantorencomplex van te maken, kan daaraan de voorwaarde worden gekoppeld om een bepaald gedeelte te voorzien voor 11
privé-woningen, zonder evenwel tot in het detail te omschrijven hoe deze woningen dienen te worden geconcipieerd en gebouw. Ten titel van voorbeeld kan gedacht worden aan de revalorisatie van Het Eilandje in Antwerpen, waarbij het havenbedrijf het patrimonium wenst te rentabiliseren door haar intentie te uiten om dit te verkopen aan privéprojectontwikkelaars, maar waarbij zij toch aangeeft dat het onroerend goed bestemd zal zijn voor woningbouw, kantoorprojecten en socio-culturele doeleinden (in functie van vooraf bepaalde percentages), zonder evenwel de details te preciseren. b. Aan de overheid mag geen verplichting tot inkoop of huur opgelegd worden, zoniet valt men binnen het kader van de overheidsopdrachtenwetgeving en is er eerder sprake van een promotieovereenkomst. Wel kan aan de overheid een voorkooprecht verleend worden. 10.1.2.2. Domeinconcessies : De overheid geeft een deel van het openbaar domein in concessie aan de privé voor private uitbating. PPS kan worden gerealiseerd via de voorwaarden die de overheid koppelt aan het privaat gebruik van de grond : bvb. Concessie van pleinen en voetpaden voor terrassen voor de horeca : bepaalde voorwaarden kunnen worden opgelegd qua uitzicht met het oog op stadsverfraaiing. Het nieuwe gezamenlijke zwembad van de gemeenten Schoten en Brasschaat werd gerealiseerd via een domeinconcessie voor 30 jaar waaraan lastvoorwaarden werden gekoppeld voor de uitbating en de instandhouding.
10.1.2.3. Concessie van openbare dienst : Een concrete openbare opdracht wordt toevertrouwd aan een private partner, dewelke hiervoor wordt vergoed, niet in geld, maar wel door een recht op exploitatie van de dienst, en dus door de gebruiker van de dienst. Voorwaarde is dat het commercieel risico ligt bij de privé-exploitant. Voorbeeld (weliswaar slecht) is de Liefkenshoektunnel in Antwerpen. Voor een voorbeeld in de sportsector kan verwezen worden naar de restauratie van het zwembad aan de Veldstraat in Antwerpen (zijn de het oudste van de Stad)(zie verder). 10.1.2.4. Andere bijzondere overeenkomsten of overeenkomsten sui generis : PPS-projecten kunnen ook gerealiseerd worden via andere bijzondere overeenkomsten of overeenkomsten op maat.
12
Zo onder meer kan gedacht worden aan een huur- of een leasingovereenkomst. Uit onze praktijk kan verwezen worden naar het voorbeeld van de crematoria te Hasselt, Brugge, Vilvoorde en Bergen, dewelke in handen zijn van een privaatrechtelijke vennootschap. Ingevolge een wetgevend ingrijpen (nà vaststelling van mistoestanden in bepaalde crematoria) werd beslist dat het beheer en de uitbating van de crematoria in publieke handen terecht dient te komen. Aldus werd gezocht naar een formule van terbeschikkingstelling via een huurovereenkomst van de privé-crematoria aan de overheid (dus in de andere richting als gebruikelijk), waarbij niettemin de privé-partner zijn technische knowhow inzake crematoria ter beschikking blijft stellen. Het gebruik van een overeenkomst is heel geschikt om PPS-projecten te realiseren, waarbij evenwel één groot voorbehoud gemaakt dient te worden : wanneer bijzondere voorwaarden van de overeenkomst geïnterpreteerd kunnen worden als het toevertrouwen van bepaalde werken of diensten aan de privé-partner, bestaat het risico dat op die bijzondere voorwaarde de overheidsopdrachtenwetgeving toch van toepassing zou zijn.
10.2.
PPS EN DE OPRICHTING VAN EEN RECHTSPERSOON : DE JOINT VENTURE :
10.2.1.
De gemengde rechtspersoon :
De tweede – en ook meest verregaande – weg om PPS-projecten te realiseren bestaat erin dat de overheid, samen met één of meerdere privé-partners, participeert in een gezamenlijke vennootschap of vereniging. 10.2.1.1. Beginsel : tweewegenleer : Qua vormgeving wordt in België uitgegaan van de tweewegenleer. Dit houdt in dat de overheid in beginsel vrij is om bij de behartiging van openbare belangen te kiezen of zij gebruik maakt van publiekrechtelijke constructies, dan wel gebruik maakt van de bestaande technieken van het privaatrecht. 9.2.1.2. De publiekrechtelijke weg : De publiekrechtelijke weg houdt in dat de overheid, op grond van haar publiekrechtelijke bevoegdheid, overgaat tot oprichting van een openbare instelling of een rechtspersoon. Het betreft aldus een ad hoc constructie waarbij in de organieke oprichtingswet, -decreet of -ordonnantie de modaliteiten van de op te richten rechtspersoon bepaald worden. Eén en ander biedt uiteraard ruime mogelijkheden om PPS-constructies op voet te zetten in functie van de concrete behoeften. Met volgende beperkingen dient evenwel rekening gehouden te worden : 13
a. de vereisten van een wetskrachtige grondslag : Een publiekrechtelijke PPS rechtspersoon dient opgericht te worden bij of krachtens wet, decreet of ordonnantie. Wat de gemeenten betreft, beperkt deze vereiste in belangrijke mate de mogelijkheden van de gemeente, daar de gemeente als dusdanig over geen Wet-, decreet- of ordonnantiegevende bevoegdheid beschikt. De gemeenten kunnen derhalve slechts publiekrechtelijke PPS rechtspersonen oprichten indien hiervoor een wettelijk kader bestaat. Momenteel bestaan slechts twee kaderreglementeringen, met name de intercommunale wetgeving enerzijds en de bepalingen inzake de autonome gemeentebedrijven anderzijds. Deze houden evenwel belangrijke beperkingen in. Zo voorziet het nieuwe Vlaamse Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 06 juli 2001 (B.S. 31/10/2001) dat gemengde intercommunales (met deelname van een privé-partner) niet meer mogelijk zijn (met uitzondering van de interlokale vereniging zonder rechtspersoonlijkheid). Aldus wordt het gebruik van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden als instrument voor PPS-projecten ernstig aan banden gelegd. De mogelijkheid voor intercommunales om op hun beurt te participeren in andere vennootschappen, eventueel met privé-partners, biedt slechts een gedeeltelijk alternatief daar deze mogelijkheid aan beperkende voorwaarden is onderworpen. Anderzijds laten de reglementeringen inzake de autonome gemeentebedrijven de gemeenten niet toe om een publiekrechtelijke rechtspersoon op te richten waarin de privé kan participeren. Onrechtstreekse deelname van de privé via aanwezigheid in bestuursorganen opent daarbij weinig perspectieven. De oprichting en deelname van gemeenten aan een publiekrechtelijke PPS-rechtspersoon geschied dan ook best via wet, decreet of ordonnantie, waarin aldus gemeenten kunnen participeren (cfr. voorbeeld voor Brussel : Haven van Brussel).
b. verbod af te wijken van essentiële bepalingen van de privaatrechtelijke rechtsvorm waarnaar verwezen wordt : Wanneer bij de oprichting van een publiekrechtelijke PPS rechtspersoon verwezen wordt naar privaatrechtelijke rechtsvormen zoals de N.V., de C.V.B.A. of de V.Z.W., oordeelt de Raad van State dat men niet zomaar onbeperkt mag afwijken van de wettelijke bepalingen dewelke deze rechtsvormen beheersen, teneinde deze niet volledig uit te hollen. c. verbod af te wijken van andere federale publiekrechtelijke verplichtingen : 14
Indien een PPS rechtspersoon bij wet, decreet of ordonnantie opgericht wordt, dient uiteraard ook rekening gehouden te worden met een aantal publiekrechtelijke verplichtingen. Zo dient onder meer gedacht te worden aan de voorschriften inzake het statuut van het overheidspersoneel, de controle van het Rekenhof, de overheidsopdrachtenwetgeving, enz…
d. vereiste van autonomie en controle : Wanneer gekozen wordt voor de oprichting van een publiekrechtelijke PPS rechtspersoon dient deze weliswaar de nodige autonomie verleend te worden (anders is de oprichting ervan niet noodzakelijk), doch anderzijds dient deze steeds onder controle te blijven van de oprichtende overheid. e. afwezigheid van verordeningsbevoegdheid : De afdeling wetgeving van de Raad van State verzet zich tegen het toekennen van een verordeningsbevoegdheid aan verzelfstandigde publiekrechtelijke rechtspersonen, op grond van het argument dat de uitvoerende macht steeds en uitsluitend voorbehouden is aan de Koning en de deelstaten en de regering, en niet gedelegeerd kan worden. In uitzonderlijke gevallen aanvaardt de Raad van State toch dat een beperkte bevoegdheid aan een publiekrechtelijke rechtspersoon toegekend wordt, voor zover dit gaat voor uitzonderlijke technische aangelegenheden op voorwaarde dat de uitvoerende macht alsnog de politieke verantwoordelijkheid draagt (cfr. autonoom overheidsbedrijf BELGOCONTROL). 10.2.1.3. De privaatrechtelijke weg : De tweede mogelijkheid bestaat erin dat de overheid een beroep doet op privaatrechtelijke technieken (vennootschappen of verenigingen zoals N.V., C.V.B.A., V.Z.W., enz…) om samen met een privé-partner een PPSconstructie op voet te zetten.
Hierbij wordt aldus de bestaande privaatrechtelijke kaderreglementeringen gehanteerd en is het privaatrecht volledig van toepassing op deze constructies. Uiteraard is deze principiële mogelijkheid van de overheid om te participeren in privé-vennootschappen niet onbeperkt en dient onder meer met de volgende wettelijke beperkingen rekening gehouden te worden :
15
1. de vraag is reeds gesteld of de overheid zomaar kan participeren in een private rechtspersoon ofwel hiervoor over een wettelijke, decretale of ordonnantiële basis dient te beschikken. Door de rechtsleer wordt aanvaard dat publieke overheden als rechtspersoon vrij kunnen optreden bij de oprichting of de participatie in private rechtspersonen onder het motto “wat niet verboden is, is toegelaten”. In het verleden werden hieromtrent weliswaar door de Raad van State en het Rekenhof opmerkingen gemaakt, wat onder meer de Vlaamse decreetgever ertoe aanzette om een hele reeks private rechtspersonen, door haar opgericht of waarin de Vlaamse overheid participeert, te bekrachtigen via decreten. Door gemeenten wordt in de praktijk herhaaldelijk gebruik gemaakt van het privaat recht of rechtspersonen op te richten, en dit zelfs zonder uitdrukkelijke wetskrachtige machtiging, en vooral de oprichting van V.Z.W.’s door gemeenten is heel populair, doch ook voor de oprichting van handelsvennootschappen zijn er precedenten. Er dient op gewezen te worden dat deze mogelijkheid voor de gemeenten door sommigen in vraag gesteld wordt, doch anderzijds in het verleden aanvaard werd op grond van het recht van het gemeentelijk bestuur om in te staan voor de behartiging van het gemeentelijk belang, ook in de mate hiervoor de oprichting of de toetreding tot een privaatrechtelijke rechtspersoon het aangewezen middel is. Anderzijds bestaan er voor de gemeenten twee kaderreglementeringen dewelke de mogelijkheid tot participatie in een privaatrechtelijk rechtspersoon mogelijk maken. Enerzijds dient gewezen te worden op de boven aangehaalde reglementering inzake intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (de vroegere intercommunales), dewelke kunnen participeren in private rechtspersonen; anderzijds kan via de techniek van de autonome gemeentebedrijven een PPS-vennootschap worden opgericht met een privé-partner.
2. Het gebruik van het privaatrecht impliceert uiteraard dat enkel het privaatrecht van toepassing is en dat door de overheid geen gebruik gemaakt kan worden van publiekrechtelijke toezichtmechanismen. T.a.v. privaatrechtelijke PPS-constructies bestaat derhalve geen administratief schorsings- of vernietigingstoezicht, zoals dit wel bestaat t.a.v. publieke instellingen. De overheid zal derhalve slechts via de wettelijke bepalingen van toepassing op de private vennootschappen of verenigingen haar macht op de PPS-constructies kunnen uitoefenen. 16
Dit kan voorkomen worden door een aangepaste vorm van overheidscontrole uit te werken, onder meer via de uitwerking van erkenningsvoorwaarden of het koppelen van subsidies aan subsidievoorwaarden. Aldus wordt de greep van de overheid op de PPS-vennootschappen onrechtstreeks uitgebouwd. 3. Uiteraard is het verboden om aan een privaatrechtelijke PPSvennootschap essentiële overheidsfuncties of bevoegdheden over te dragen. De afwezigheid van een administratief toezicht verzet zich hier uiteraard tegen. Ten titel van voorbeelden kan er op gewezen worden dat aldus de uitgifte van paspoorten of het regelen van het verkeer niet toevertrouwd kan worden aan een privaatrechtelijke PPS-vennootschap. Anderzijds aanvaardde de afdeling wetgeving van de Raad van State dat privaatrechtelijke PPS-vennootschappen belast werden met onder meer het organiseren van muzikale activiteiten, het beheer van culturele infrastructuur, de exploitatie van een ziekenhuis, de uitvoering van opdrachten inzake werving en selectie van overheidspersoneel, dewelke aldus als niet-essentiële overheidsactiviteiten beschouwd werden.
4. Het gebruik van de private verenigingstechnieken mag geen afbreuk doen aan de algemene rechtsbeginselen. Zo zal onder meer, op grond van het veranderlijkheids- en het continuïteitsbeginsel, een gemeente die bepaalde bevoegdheden gedelegeerd heeft aan een privaatrechtelijke rechtspersoon waarin zij participeert, op soepele wijze terug over haar bevoegdheid moeten kunnen beschikken indien zij van oordeel is dat het algemeen belang dit vereist. Op grond hiervan zal dan ook bvb. voorzien dienen te worden in soepele uittredingsvoorwaarden.
5. Tenslotte mag het gebruik van een privaatrechtelijke constructie geen afbreuk doen aan de rechten van derden. De oprichting van een privaatrechtelijke PPS-vennootschap of – vereniging mag derhalve niet als enige bedoeling hebben te ontkom en aan een bepaalde dwingende wetgeving, zoals taalwetgeving, overheidsopdrachtenreglementering of de bevoegdheid van de Raad van State.
10.2.2.
De selectie van de private partner : 17
De vraag stelt zich of de overheid bij de selectie van de private part ner vrij is, dan wel zich aan bepaalde regels dient te houden. De wetgeving op de overheidsopdrachten is in beginsel niet van toepassing, daar het sluiten van verenigings- of vennootschapscontracten niet gekwalificeerd dient te worden als een prestatie inzake werken, leveringen of diensten in de zin van de overheidsopdrachtenwetgeving. Ten uitzonderlijke titel zou dit toch als overheidsopdracht geïnterpreteerd kunnen worden, wanneer de oprichtingsakte of de statuten van de privaatrechtelijk PPS vennootschap zo gelibelleerd zijn dat eigenlijk aan de private partner door de publieke partner concreet de opdracht gegeven wordt tot uitvoering van een werk, het verrichten van een levering of een dienst ; In principe is evenwel de wetgeving op de overheidsopdrachten niet van toepassing. Anderzijds dient er op gewezen te worden dat op grond van het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel de overheid best de selectie van private partners doet op grond van objectieve en relevante criteria, wat haar moet toelaten te motiveren waarom zij juist met die private partner in zee wenst te gaan en waarom deze als de beste beschouwd wordt. Een voorafgaand bepaalde procedure voor de selectie van een privé-partner dient daarbij evenwel niet gevolgd te worden. 10.2.3.
Gunning van opdrachten aan PPS-rechtspersoon :
De vraag stelt zich of de overheidsopdrachtenwetgeving van toepassing is op de opdrachten dewelke door de overheid gegund worden aan de PPS-rechtspersoon, dewelke door haar opgericht werd of waarin zij participeert. In principe geldt de toepasselijkheid van de overheidsopdrachtenwetgeving op overeenkomsten tussen overheden en derhalve eveneens voor de gunning van opdrachten door de overheid aan de PPS-rechtspersoon dewelke zij opgericht heeft of waarin zij participeert. Op grond van de leer van het Arrest Teckal van het Europees Hof van Justitie zal de overheidsopdrachtenwetgeving niet van toepassing zijn op de opdrachten gegund aan de PPS-rechtspersoon wanneer : - de overheid op de PPS-rechtspersoon toezicht uitoefent zoals op de eigen diensten ; - als de meerderheid van de werkzaamheden door de PPS-rechtspersoon verricht wordt ten behoeve van de overheid. In dat geval oordeelde het Hof van Justitie immers dat de verzelfstandiging via de oprichting van een PPS-rechtspersoon niet tot doel heeft om een rechtspersoon te creëren die in concurrentie treedt met de commerciële ondernemingen, doch wel om het bestuur te reorganiseren. Wanneer aldus, ten titel van voorbeeld, de overheid een PPS-rechtspersoon creëert voor de uitvoering van haar IT-taken, samen met een privé-partner, zal voor de 18
opdrachten dewelke aan deze PPS-rechtspersoon gegund worden, de overheidsopdrachtenwetgeving niet van toepassing zijn als de overheid zelf een determinerende controle op deze rechtspersoon behoudt en als de meerderheid van de werkzaamheden door de PPS-rechtspersoon verricht worden ten behoeve van de overheid. Als de PPS-rechtspersoon evenwel op een concurrentiële markt opereert en de overheid slechts één van de zovele cliënten is, zal de wetgeving op de overheidsopdrachten wellicht wel van toepassing zijn.
10.2.4.
Gunning van opdrachten door de PPS-rechtspersoon :
Wanneer de PPS-rechtspersoon zelf contracten aangaat, stelt zich de vraag of daarop de overheidsopdrachtenwetgeving van toepassing is. Het antwoord hierop bestaat erin dat geval per geval nagegaan dient te worden of de opdracht dewelke de PPS-rechtspersoon wenst toe te vertrouwen aan een derde onderworpen is aan de overheidsopdrachtenwetgeving, en dit aan de hand van de klassieke criteria. Geval per geval zal dan ook nagegaan dienen te worden of de overheidsopdrachtenwetgeving van toepassing is. Dit zal het geval zijn wanneer : - de PPS-rechtspersoon in hoofdzaak een doelstelling van algemeen belang, eerder dan van industriële of commerciële aard, verricht ; - er een determinerende overheidsbeïnvloeding bestaat via een financiering, toezicht of samenstelling van de beslissende organen.
11. De Vlaamse PPS instrumenten: Naar Nederlands model werd door de Vlaamse Regering in 2000 overgegaan tot oprichting van het VLAAMS KENNISCENTRUM PPS; Het Decreet van 22 december 2000 belastte dit centrum met de ‘beleidsvoorbereidende en beleidsevaluerende taken van alle PPS-projecten, die ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap en die instellingen die van haar afhankelijk zijn. Deze taak behelst eveneens de sensibilisatie en intermediatie van en tussen de overheid en de private sector.” Het Vlaams kenniscentrum PPS is dus in de eerste plaats een thinktank voor PPS in Vlaanderen. De oprichting en de taken werden geïntegreerd in het PPS-decreet van 18 juli 2003. 19
De belangrijkste taak van het Vlaams kenniscentrum bestaat er sindsdien in dat zij verplicht een advies moet uitbrengen omtrent alle PPS-projecten van de Vlaamse Regering en de Vlaamse instellingen van openbaar nut (de zogenaamde verzelfstandigde agentschappen), alvorens deze als PPS-project kunnen worden erkend door de Vlaams Regering. Ten aanzien van de lokale besturen (gemeentes, provincies, autonome gemeentebedrijven, OCMW’s, enz…) blijft evenwel de tussenkomst van het Vlaams kenniscentrum facultatief. Het spreekt voor zich dat op enkele jaren tijd dit kenniscentrum een belangrijke know-how en expertise inzake PPS heeft opgebouwd.
12. PPS in de sport : enkele actievelden en voorbeelden: a. Op het vlak van de infrastructuur : De tijd waarin elke gemeente een eigen sporthal en een eigen zwembad bouwde met eigen middelen en de inbreng van de privé-sector zich beperkte tot de uitbating van de cafetaria, lijkt definitief voorbij. Het is dan ook op het vlak van de sportinfrastructuur dat tot op heden nagenoeg alle praktijkvoorbeelden van Publiek-Private samenwerking terug te vinden zijn. PPS wordt daarbij beschouwd als dè alternatieve finan cieringsvorm bij uitstek voor de renovatie en de nieuwbouw van sprotcomplexen op alle niveaus.
Grote sportcomplexen zijn immers niet langer rendabel wanneer zij zich louter beperken tot de sport, doch enkel wanneer, naast de sport, ook de cultuur (evenementen, concerten, enz…) en commercie (winkels, handelsbeurzen, enz…) aan bod komen. Dit vereist uiteraard een nauwe samenwerking tussen de publieke en de private sector.
De inbreng van de overheid kan onder meer bestaan in het ter beschikking stellen van de bestaande infrastructuur (sporthallen, zwembaden, recreatiedomeinen, handelsbeurzen), alsook van - met het oog op nieuwbouw - bestaande of te renoveren terreinen en sites (bvb. industrieterreinen, gedesaffecteerde terreinen, al dan niet behorend tot het openbaar of private domein). De inbreng van de privé-sector zal er dan in bestaan deze infrastructuur te herwaarderen (via renovatie en nieuwbouw) en te koppelen aan het commerciële aspect, waarbij tegelijkertijd rekening gehouden wordt met de openbare dienst. Vanuit dit privé-oogpunt zal ook meer marktgericht gedacht kunnen worden. 20
De meerwaarde van de PPS-constructie bestaat er hierin : het zal niet louter meer de overheid zijn die een welomschreven opdracht geeft aan de privé-sector tot het bouwen van bvb. een zwembad, een sporthal of een stadium. Binnen een PPS-constructie zullen beide partners samen denken, samen bouwen en samen exploiteren. Aldus wordt voor ieder der partners binnen de PPS-constructie de eigen return gevrijwaard : voor de overheid bestaat deze return in de garantie dat infrastructuur ter beschikking gesteld wordt voor ontspanning, sport, lichamelijke opvoeding, dewelke behoren tot haar essentiële beleidstaken. Tevens verzekert de overheid zich van een verbetering en de hervalorisering van haar infrastructuur. De privé-partner van zijn kant krijgt binnen de PPS-constructie toegang tot infrastructuur die vroeger enkel publiek beheerd werd (zwembad, sporthal, enz…) en krijgt aldus toegang tot een groot publiek. De volgende praktijkvoorbeelden wijzen op het toenemend belang van PPS als organisatievorm voor de renovatie en nieuwbouw van sportinfrastructuur:
Voorbeeld 1: Zwembad Dommelslag te Overpelt: Zowel de openbare zwembaden van Overpelt als van Neerpelt kampten met belangrijke problemen op het vlak van de naleving van de VLAREM-normen. Sluiting dreigde. Door deze gemeenten werd een intercommunale opgericht onder de vorm van een CVBA: de CVBA PELT, met het oog op de bouw van een nieuw zwembadcomplex. In deze intercommunale werd de vereiste grond ingebracht. Aan de privé-partner werd een opstalrecht gegeven op de grond en een concessie van openbare werken voor de bouw en de exploitatie van het complex oor 30 jaar. De overheid (intercommunale) staat in voor de financiering ten belope van het opgelegde minimumprogramma (de zgn. kerntaken: gebruik door scholen en clubs) en de privé-partner financiert de extra-recreatieve investeringen, die geacht worden een terugverdieneffect te hebben. Voorbeeld 2: Sportplaza Leuven Ook in Leuven kende men enorme behoeften aan indoorsportaccomodaties. De publieke zwembaden kampten eveneens met gigantische renovatiekosten om te voldoen aan de Vlarem-normen. Voorts had men veel, doch steeds te kleine en te veel verspreidde sporthallen en was er een nood aan een grote sporthal. Sommige indoorsporten zijn gehuisvest in onaangepaste en te kleine lokalen. Op grond van de expertise van de zusterstad ’s Hertogenbosch werd gekozen voor de realisatie van een nieuw polyvalent sportcomplex met de naam Sportplaza op de oude Philipssite en dit via een PPS-constructie. Als motivatie voor deze keuze werd gesteld dat de Stad ook wel zwembaden en sporthallen kan bouwen en exploiteren, doch belangrijke elementen pleiten in het 21
voordeel van een samenwerking met de privé-sector: soepeler personeelsbeleid, bevrijd van procedures voor leveringen, werken en diensten, commerciële exploitatie van indoorsporten waarmede de overheid geen ervaring heeft (fitness, klimsport, enz..) De privé-partner is Sportavan, samengesteld uit een grote bouwfirma, de marktleider inzake technische installaties in zwembaden en de Nederlandse marktleider in het exploiteren van sportaccomodaties. Sportplaza zal o.m. bevatten: sport en recreatiebaden, sporthal voor 3000 toeschouwers, diverse sportzalen, maar ook, met het oog op een meer commerciële exploitatie: klimmuur, fitnessruimtes, kinderopvang, horecavoorzieningen met congresaccomodatie… Voorbeeld 3: Sportopoliscentra te Jette en Diepenbeek In Diepenbeek bijvoorbeeld bestond ingevolge de verhuis van de regentaatsopleiding Lichamelijk Opvoeding van de oude gebouwen te Hasselt naar de campus te Diepenbeek de nood aan nieuwe sporthal. Voor de financiering werd gezocht naar een prive-partner en dit werd Sportopolis dat ook sport- en fitnesscentra uitbaat te Leuven, Antwerpen, Ekeren, Merksem, Genk, Bilzen en Mol. De school financierde de sporthal, de vestiaire, de danszaal en de atletiekpiste (haar kerntaken) en de privé-partner de fitnesszaal, de bowlingzaal en de cafetaria. De privépartner zorgt ook voor de exploitatie. Overdag wordt de sportinfrastructuur gebruikt voor de school. Daarbuiten bestaat uit het doelpubliek uit de individuele sporter, de families en ook de bedrijven. Het aanbod is dan ook multifunctioneel: fitness, tennis, squash, badminton, sauna, kinderhoek, cafetaria, enz..
Voorbeeld 4: Zwembad Brasschaat-Schoten Ook hier werd de nood aan een nieuw zwembad geledigd via een PPS-formule. De gemeenten richtten een interlokale vereniging op met het oog op de bouw en exploitatie van een modern zwembadcomplex. De uitbating werd toevertrouwd aan een privé-partner (Sportavan cfr. Sportplaza Leuven) aan wie een domeinconcessie voor 30 jaar werd gegeven met als doel in te staan voor de uitbating en de instandhouding van het complex. Voorbeeld 5: Zwembad Veldstraat Antwerpen Ook het oudste zwembad van Antwerpen is dringend aan renovatie toe. Er werd een ‘Masterplan ‘ opgesteld om het zwembad om te vormen tot een stoombadencomplex met zwembad, hammam, badenhuis, gymzaal, en aanverwante activiteiten. Via PPS wordt gestreefd naar een marktgerichte exploitatie. Hier zal evenwel het geheel gefinancierd worden door de Stad en zal één exploitant het geheel in concessie krijgen (concessie van openbare dienst?). De stad zal het verschil in exploitatiekosten bijpassen. Voorbeeld 6: Topsporthal Antwerpen
22
Voor de bouw van een moderne en multifunctionele topsporthal met 5000 à 6000 zitplaatsen werd eveneens gekozen voor een publiek-private samenwerking. De bedoeling is een multifunctioneel complex te realiseren met naast de topsporthal ook VIP-ruimten, horecavoorzieningen, clubsecretariaten, vergaderruimten, fitnessruimten, persruimte, enz. De Stad Antwerpen zal een maximaal bedrag van 10.000.000 EURO investeren een een vast aantal uren van gebruik afnemen tegen vergoeding. De te kiezen privé-partner zal de bouw realiseren en het geheel exploiteren en onderhouden. Hier werd gekozen voor een openbare aanbesteding via de onderhandelingsprocedure. De keuze voor deze soepele formule wordt verantwoord door het feit dat er slechts twee mogelijke contractpartijen, gelet op het feit dat er slechts twee beschikbare locaties zijn.
b. Op het vlak van de organisatie van de sport : Er dient evenwel aan te worden gedacht om ook PPS-formules te hanteren voor andere aspecten van de sport, buiten de investering in infrastructuur. Ook op het vlak van de organisatie van de sport kan een vlotte en dynamische samenwerking tussen overheid en privé-partners een meerwaarde bieden. PPS-constructies kunnen zowel aan bod komen bij de organisatie van éénmalige evenementen als van lange termijn activiteiten. - éénmalige evenementen : PPS-constructies lijken de oplossing voor een efficiënte organisatie van massaevenementen zoals de Olympische Spelen, doch ook bvb. Wereld-, Europese of Belgische kampioenschappen in alle sporttakken. De inbreng van de overheid zou hierbij de volgende zijn : De overheid zal uiteraard belast zijn met de kandidatuurstelling en de organisatie en aldus optreden als hefboom. De overheid zal de promotor zijn van het sportevenement met het oog op de economische return.
De overheid zal ook beleidsgericht de input geven voor de lange termijninvestering op het vlak van de sport en de sportinfrastructuur. De inbreng van de privé bij de organisatie van een evenement situeert zich op de volgende vlakken : De privé-partner zal niet alleen als sponsor geld ter beschikking stellen. Hij zal zijn know-how op het vlak van de organisatie van evenementen en marketing inbrengen en zal hierbij als medeorganisator meedenken over hoe, waar, wanneer en met wie het evenement best georganiseerd zal worden. 23
De noodzakelijke input van de privé-partner situeert zich ook op het vlak van de infrastructuur, zoals bvb. het ter beschikking stellen van hotels, privé-complexen, parking, enz… De meerwaarde van PPS bij de organisatie van evenementen bestaat erin dat de overheid niet louter als organisator beroep doet op de privé-sector als uitvoerder, doch wel samen met de privé-partner gaat denken en uitvoeren, en dit binnen een gepaste, doch soepele structuur, waarin constant ingespeeld kan worden op de nieuwe noden en gewijzigde omstandigheden. - langdurige projecten : Er kan ook gedacht worden aan PPS-constructies teneinde zowel op nationaal, alsook op lokaal vlak de sportbeoefening beter en efficiënter te organiseren. Voorbeeld 1 : sportstages en sportscholen : Ook op het vlak van de sporteducatie kan nauwer samengewerkt worden tussen de publieke overheid en de privé-sector. Er wordt hierbij gedacht aan de organisatie van sportstages tijdens of buiten de schooluren en de schoolvakanties. Zo worden bvb. door de overheid speelpleinen georganiseerd tijdens de schoolvakanties, terwijl er anderzijds een hele markt bestaat van privé-sportstages. Een nauwere samenwerking en integratie van beiden kan er mogelijk toe leiden dat één en ander niet alleen voor de overheid, doch ook voor de gezinnen kostenbesparend werkt, waarbij tegelijkertijd de sport beter gepromoot wordt. De meerwaarde om één en ander te doen via een PPS-constructie bestaat hierin dat de overheid niet langer zelf en alleen organiseert binnen een parallel circuit via eigen infrastructuur en eigen middelen, doch samen met de privé-sector nadenkt over de beste educatieve en efficiënte manier.
Voorbeeld 2 : werking van lokale sportverenigingen : Momenteel beperkt de rol van de overheid zich al te vaak tot loutere subsidiëring van sportverenigingen, waarbij de controle op de efficiënte aanwending van de subsidies niet altijd evident is. Via PPS-constructies kan er naar gestreefd worden dat de overheid mee gaat denken over de aanwending van de door haar ter beschikking gestelde financiële middelen door de sportvereniging, en dit in het belang van de lokale bevolking. Voor de privé-vereniging heeft de PPS-constructie als voordeel dat er een betere dialoog tot stand komt met de overheid, wat onontbeerlijk is bij de dagdagelijkse werking van een sportvereniging.
24
Voorbeeld 3 : organisatie van competities : Alle sportcompetities van het laagste tot het hoogste niveau vereisen een samenwerking tussen de overheid en de privé-organisaties, zoals bonden, federaties, allerlei liga's; enz… Bij alle aspecten van de sportcompetitie (veiligheid, infrastructuur, enz…) is een permanente samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de overheid en de organisator van de competitie onontbeerlijk. De meerwaarde van de PPS-constructie kan er in bestaan dat deze dialoog beter en efficiënter georganiseerd wordt. De publieke sector krijgt aldus meer controle en toezicht op de door haar ter beschikking gestelde financiële en logistieke middelen, terwijl de privé-organisator kans krijgt op een betere dialoog. De privé-financiers (sponsors) krijgen eveneens een grotere inbreng dan een pure financiële inbreng.
c. Op het vlak van de controle van de sport : Ook op het vlak van de controle van de sportbeoefening via onder meer dopingbestrijding en controle op excessen in de passieve sportbeoefening (hooliganisme, ticketverkoop, enz…) kan een PPS-constructie bijdragen tot een intensere en efficiëntere samenwerking. Eerder dan dat de overheid louter en alleen puur toezicht uitoefent op de sportbeoefenaar of de sportliefhebber kan, via overleg, samen gedacht en samengewerkt worden aan een betere controle op onverantwoord dopinggebruik en hooliganisme. Binnen een PPS-constructie zullen zowel de sportbeoefenaar als de sportliefhebber meer voor hun verantwoordelijkheid gesteld worden en meer betrokken worden bij de bestrijding van onverantwoorde sportbeoefening, wat enkel en alleen maar preventief gunstige effecten kan hebben.
13. Conclusie. 1. PPS is in de mode, wat een goede evolutie is : dit getuigt van een mentaliteitsverandering bij de overheid, dewelke zoekt naar soepele wegen om samen te werken met de privé sector waar dialoog en efficiëntie voorop staan. 25
2. PPS is geen nieuwe constructie, doch PPS-projecten dienen steeds ingepast te worden in bestaande schema’s en formules, waarbij weliswaar de grenzen van de bestaande juridische constructies steeds verder afgetast worden, in het licht van de overheidsopdrachtenwetgeving. 3. PPS is maatwerk en voor elk afzonderlijk project dient in concreto nagegaan te worden, in functie van de concrete omstandigheden en de beoogde doelstellingen, welke de meest geschikte formule is. 4. De sport is zeker een actieveld waarin PPS een meerwaarde kan leveren en ook reeds levert. Dit is des te meer zo in een wereld waar sport meer en meer business is, doch waar de sport niet zonder de overheid kan en de overheid niet zonder de sport. Wil de overheid, enerzijds de privé-partner steeds meer betrekken bij het beleid op sportgebied, waarbij ze, anderzijds steeds vanuit het algemeen belang de nodige greep wenst te houden op het sportgebeuren, dan is PPS de oplossing om dit op een soepele en efficiënte manier te laten verlopen.
26