PROVINCIE FLEVOLAND
Postbus 55 8200 AB Lelystad Telefoon (0320)-265265
Fax (0320)-265260 E-mail
[email protected]
Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager Postbus 55 8200 AB LELYSTAD
Verzenddatum
" 9 HOV. 2015
Bijlagen
Uw kenmerk
Website, www.flevoland.nl
Ons kenmerk
1697618
Onderwerp
Natuurbeschermingswet: vergunning voor aanleg en gebruik van een open overslaghaven aan de IJsselmeerdijk te Lelystad Geachte mevrouw Haselager, Op 30 oktober 2014 hebben wij uw aanvraag voor een vergunning, in het kader van de Natuurbeschermingswet, ontvangen voor het realiseren en exploiteren van een op- en overslaghaven aan de IJsselmeerdijk te Lelystad. Op uw verzoek is de procedure tijdelijk opgeschort in verband met ontwikkelingen in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Op 28 september 2015 is door u een melding voor het PAS ingediend en op 12 oktober is een aanvulling op de passende beoordeling ingediend, hierna heeft u ons het verzoek gedaan de vergunningprocedure af te handelen. In dit verband is het van belang om vast te stellen of er negatieve gevolgen voor de instandhoudingdoelstellingen kunnen optreden in Natura 2000-gebled IJsselmeer. De effecten van de aangevraagde activiteit blijven in hoofdzaak beperkt tot het grondgebied van de provincie Flevoland. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn daarom gezien artikel 2 van de Natuurbeschermingswet het bevoegd gezag. Bijgevoegd treft u het besluit van Gedeputeerde Staten aan. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris. de voorzitter.
Wat
inlichtingen bij
Doorkiesnummer
Bezoe/cadres
N. Bolt
0320-265778
Visarenddreef 1 Lelystad
Bladnummer
2 Ons kenmerk:
1697618
Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND op een verzoek voor een vergunning op grond van artikel 19d Natuurbeschermingswet. Inhoudsopgave A. Onderwerp aanvraag B. Wettelijk kader Natuurbeschermingswet C. Procedure D. Inhoudelijke beoordeling E. Zienswijzen en reactie op zienswijzen F. Besluit G. Bezwaar H. Ondertekening Bijlage: Informatieblad Bezwaarprocedure A.
Onderwerp aanvraag
De provincie Flevoland ontwikkelt samen met het waterschap Zuiderzeeland, Rijkswaterstaat Midden Nederland en de gemeente Lelystad eri in nauw overleg met het waterschap Zuiderzeeland en Rijkswaterstaat Midden Nederland een buitendijkse op- en overslagterminal voor op- en overslag van containers en andere goederen met een aansluiting op een toekomstig te ontwikkelen binnendijks bedrijventerrein. De op- en overslagterminal is gepland aan de IJsselmeerdijk direct ten zuidwesten van de Maxima Energiecentrale. De aanlegactiviteiten zullen plaatsvinden vanaf 2016 tot 2018. Als bijlage bij de aanvraag is het Milieueffectrapport Flevokust (het MER) inclusief de passende beoordeling Industriehaven Flevokust bijgesloten. Op 28 september 2015 is een melding voor het PAS ingediend. Op 12 oktober 2015 is een aanvulling op de passende beoordeling ontvangen. Het project Flevokust bestaat uit de volgende onderdelen: • Een multimodale op- en overslaghaven buitendijks, ten zuiden van de Maxima-centrale op circa 500 meter afstand van de centrale. • Een kade van 400 meter en een diepte van maximaal 155 meter. Zodra de markt daar behoefte aan heeft kan met een afwijkingsbevoegdheid in totaal een kadelengte van 800 meter worden gerealiseerd. • De mogelijkheid voor schepen om brandstof in te nemen. • Een bedrijventerrein binnendijks dat ruimte biedt voor bedrijven die gebonden of gerelateerd zijn aan de havenfunctie (ook wel een nat bedrijventerrein genoemd), in het noordelijke deel van het gebied. Er wordt ruimte geboden om uiteindelijk 43 ha bruto te ontwikkelen. Het gaat om bedrijven in de milieucategorieën 3 tot en met 5. • Een permanente golfbreker ten behoeve van de nautische mogelijkheden van de haven en als mitigerende maatregel voor rustende vogels. • Een zuidelijk en een noordelijke vaargeul naar de buitendijkse haven vanaf de bestaande hoofdvaargeul Amsterdam - Lemmer, waarbij zandwinning uit de aan te leggen vaargeulen een mogelijkheid is. B.
Wettelijk kader Natuurbeschermingswet
De container op- en overslaghaven wordt deels in Natura-2000-geb1ed IJsselmeer aangelegd. Het IJsselmeer is op 23 december 2009, onder artikel 10A Nbwet (kenmerk PDN/2009-072), definitief aangewezen als speciale beschermingszone (VR en HR) voor de volgende soorten en habitattypen: Habitattypen: • Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden,
Bladnummer
3 Ons kenmerk:
1697618
• •
Ruigten en zomen, Overgangs- en trilvenen
Habitatrichtlijnsoorten: Rivierdonderpad, Noordse woelmuis en Groenknolorchis. Broedvogels: Aalscholver, Roerdomp, Lepelaar, Bruine kiekendief, Porseleinhoen, Bontbekplevier, Kemphaan, Visdief, Snor en Rietzanger. Niet-broedvogels: Fuut, Aalscholver, Lepelaar, Kleine zwaan, Toendrarietgans, Kleine rietgans, Kolgans, Grauwe gans, Brandgans, Bergeend, Smient, Krakeend, Wintertaling, Wilde eend. Pijlstaart, Slobeend, Tafeleend, Kuifeend, Topper, Brilduiker, Nonnetje, Grote zaagbek, Meerkoet, Kluut, Goudplevier, Kemphaan, Grutto, Wulp, Dwergmeeuw, Reuzenstem en Zwarte stern. Op dit moment is er geen beheerplan vastgesteld voor het IJsselmeer. GS maken voor de toetsing gebruik van de definitieve aanwijzingsbesluiten met instandhoudingsdoelstellingen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van aanvullende Informatiebronnen over actuele natuurwaarden en voor alle gebieden van de doelendocumenten die het ministerie van ELI (voorheen LNV) heeft voorbereid. Artikel 2a van de Nbwet luidt: Indien een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, betrekking heeft op een project dat of andere handeling die hoofdzakelijk gevolgen kan hebben voor een deel van een Natura 2000-gebied dat is gelegen binnen de grenzen van één provincie, beslissen gedeputeerde staten van de provincie waarin dat deel van het Natura 2000gebied is gelegen over de aanvraag. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 2a van de Natuurbeschermingswet het bevoegd gezag voor onderhavig project. Het is op basis van Artikel 16 eerste lid verboden zonder vergunning van gedeputeerde staten in een beschermd natuurmonument handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen, die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis van het beschermd natuurmonument of voor dieren of planten in het beschermd natuurmonument of die het beschermd natuurmonument ontsieren, dan wel in strijd met de bij een vergunning gestélde voorschriften of beperkingen handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen. Stoenckherne, Friese IJsselmeerkust en De Ven zijn indertijd aangewezen als Beschermd of Staatsnatuurmonument. De aanwijzingsbesluiten voor deze Natuurmonumenten gelden nu (conform artikel 60 van de Nbwet) als besluit Inzake de Natuurbeschermingswet 1998. De natuurwetenschappelijke betekenis en natuurschoon van deze gebieden, zoals omschreven in de aanwijzing als Natuurmonument, moeten op basis van artikel 15 a, derde lid van de Natuurbeschermingswet door Gedeputeerde Staten worden betrokken bij hun overwegingen over de vergunbaarheid van de activiteiten. Gelet op de omschrijving van de natuurwetenschappelijke betekenis en natuurschoon van deze gebieden kan worden geconcludeerd dat deze niet in het geding zijn. Het voorliggende plan heeft geen Invloed op deze Natuurmonumenten en tast het natuurschoon van deze Natuurmonumenten niet aan. Artikel 19d, lid 1 Nbwet geeft aan dat het verboden is zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren die de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op soorten waarvoor het gebied is aangewezen. In overeenstemming met artikel 19e van de Nbwet houden Gedeputeerde Staten bij het verienen van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid rekening met: a. de gevolgen die een project, waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, kan hebben voor een Natura 2000-gebled, gelet op de instandhoudingsdoelstelling van dat gebied
Bladnummer
4 Ons kenmerk:
1697618
b. een op grond van artikel 19a of artikel 19b vastgesteld beheerplan, en c. vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale bijzonderheden.
C.
Procedure
De vergunningaanvraag is op 30 oktober 2014 ontvangen. Op 12 november is om aanvulling van de aanvraag verzocht. De aanvullingen zijn op 16 december 2014 ontvangen. Op verzoek van de aanvrager is de procedure stilgezet in verband met de ontwikkelingen van de Programmische Aanpak Stikstof (PAS). Op 28 september 2015 is een melding voor het PAS ingediend en op 12 oktober 2015 is een aanvulling op de passende beoordeling ingediend, hierna is het verzoek gedaan de procedure af te handelen. Op grond van artikel 44, tweede lid van de Nbwet is de gemeente Lelystad in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Wij hebben geen zienswijze ontvangen. Naar aanleiding van deze aanvraag zijn - op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht - tevens de gemeente Urk, Rijkswaterstaat Midden-Nederland, Stichting het Blauwe Hart, Vogelbescherming Nederland en Natuur en Milieu Flevoland in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een zienswijze. Er zijn geen zienswijzen ontvangen. Crisis- en herstelwet Flevokust is opgenomen in Bijlage 2a van de vijfde tranche van de Crisis- en Herstelwet. Dit houdt in dat afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet (afgekort: Chw) van toepassing is. Dit brengt onder meer met zich mee dat alle beroepsgronden in het beroepschrift dienen te worden opgenomen. Na afloop van de beroepstermijn kunnen de beroepsgronden niet meer worden aangevuld. D1t betekent dat het Indienen van een "pro forma" beroepschrift niet mogelijk is. D.
Inhoudelijke beoordeling
De beoordeling van de aanvraag en de bijbehorende belangenafweging vindt plaats in 3 stappen: 1. identificeren van mogelijke negatieve effecten; 2. mitigerende of andere maatregelen in de aanvraag die de effecten beperken; 3. toets aan de instandhoudingsdoelstellingen; 4. vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale bijzonderheden. De aanleg en het gebruik van de op- en overslaghaven kan effect hebben op de natuurv/aarden in het IJsselmeer, denk hierbij aan verstoring en aantasting van leefgebied van vogels. Ad. Stap 1: Identificeren van mogelijke negatieve effecten op de instandhoudingdoelstellingen, in tiet bijzonder de natuurlijke kenmerken van het gebied: Afname van habitat krabbenscheer en fonteinkruiden, ruigten en zomen of overgangs- en
trilveen.
Afname of verstoring Rivierdonderpad, Meervleermuis, Noordse woelmuis, Groenknolorchis, Afname of verstoring broedvogels: Aalscholver, Roerdomp, Lepelaar, Bruine kiekendief. Porseleinhoen, Bontbekplevier, Kemphaan, Visdief, Snor en Rietzanger. Afname of verstoring niet-broedvogels: Fuut, Aalscholver, Lepelaar, Kleine zwaan, Toendrarietgans, Kleine rietgans, Kolgans, Grauwe gans, Brandgans, Bergeend, Smient, Krakeend, Wintertaling, Wilde eend. Pijlstaart, Slobeend, Tafeleend, Kuifeend, Topper, Brilduiker, Nonnetje, Grote zaagbek, Meerkoet, Kluut, Goudplevier, Kemphaan, Grutto, Wulp, Dwergmeeuw, Reuzenstem en Zwarte stern. Negatieve effecten op Instandhoudingsdoelen als gevolg van stikstofdepositie,
Bladnummer
5 Ons kenmerk:
1697618
Negatieve cumulatie met anderen projecten. Ad. Stap 2: Mitigerende of andere maatregelen in de aanvraag die effecten beperken: Door de aanleg van een golfbreker ontstaat nieuw rustgebied voor vogels. Op de golfbreker kunnen driehoeksmosselen groeien en onder of langs de golfbreker kunnen vissen een schuilplek vinden. De aanlegwerkzaamheden vinden in principe overdag plaats. Wanneer toch in het donker wordt gewerkt dan wordt uitstraling van licht zoveel mogelijk voorkomen. Bij in gebruik zijn van de haven wordt uitstraling van licht over het IJsselmeer zoveel mogelijk voorkomen. Ad. Stap 3: Toets aan de instandhoudingsdoelstellingen In de bij de vergunningaanvraag geleverde informatie (het MER en passende beoordeling) is beschreven welke Ingrepen plaatsvinden en wat de gevolgen daarvan zijn op de instandhoudingsdoelstellingen. Samenvattend zijn de belangrijkste conclusies: Habitattypen en habitatrichtlijnsoorten Beschermde Habitatrichtlijngebieden komen niet voor in of nabij het plangebied. Er zijn dan ook geen negatieve effecten door de aanleg of exploitering van de haven op habitattypen of habitatrichtlijnsoorten. Broedvogels Het plangebied bestaat uit open water langs de IJsselmeerdijk, hier broeden geen vogels met een instandhoudingsdoel. Effecten kunnen worden uitgesloten. Niet-broedvogels Uit de passende beoordeling blijkt dat slechts weinig soorten en aantallen vogels gebruik maken van het plangebied. Het plangebied wordt vooral gebruikt om langs de dijk te rusten, waterplanten komen hier niet voor en driehoeksmosselen liggen in principe op te grote diepte om energetisch benutbaar te zijn. Het uitdiepen van verbindingen naar de vaargeul heeft dan ook nauwelijks negatieve effecten. Kuifeend en meerkoet maken gebruik van het gebied om te rusten, verder komen in mindere mate grote zaagbek, aalscholver, fuut en wilde eend in het gebied voor. Als gevolg van de ontwikkeling zal in het plangebied en op de route naar de vaargeul enige verstoring plaatsvinden. Daar staat tegenover dat het plangebied door de aanleg van de golfbreker Interessanter voor vogels wordt om te rusten. Er zullen gemiddeld zes scheepvaartbewegingen per dag plaatsvinden, ervaring leert dat vogels aan de bewegingen van de binnenvaartschepen wennen. Door de aanleg van de haven inclusief golfbreker en uitdiepen verbinding naar de vaargeul gaat een minimale hoeveelheid leefgebied verloren (0,003% van het IJsselmeer) en wordt het plangebied uiteindelijk waarschijnlijk zelfs geschikter voor vogels om te rusten. Stikstof Conclusie van de passende beoordeling is dat stikstof depositie geen knelpunt vormt. Onderhavig project is aangemeld als prioritair project voor de PAS. Op 28 september 2015 (meldingnr lubSmLvpi) en op 30 oktober 2015 (meldingnr 123AfjZKE7) zijn meldingen voor het PAS ingediend (een voor de aanlegfase en een voor de gebruiksfase). Er vindt depositie plaats op nabijgelegen stikstofgevoellge Natura 2000-gebleden, maar de totale depositie blijft onder 0,05 m o l / h / j . Initiatiefnemer dient de Aeriusberekening te bewaren, er is geen vergunning nodig voor dit onderdeel. Cumulatie Uit de cumulatieve studie in de passende beoordeling blijkt dat ook cumulatief gezien significant negatieve effecten kunnen worden uitgesloten. Projecten vinden over een langere periode plaats en zijn een vorm van bestaand gebruik, middels voorschriften worden effecten afdoende gemitigeerd.
Bladnummer
6 Ons kenmerk:
1697618
Conclusie Uit de passende beoordeling blijkt dat significante effecten kunnen worden uitgesloten. Voor sommige soorten treden wellicht nog licht negatieve effecten op, deze zullen door het nemen van mitigerende maatregelen zoveel mogelijk worden beperkt. De mitigerende maatregelen worden in de voorschriften opgenomen. Er kan een Natuurbeschermingswetvergunning worden afgegeven. Ad. Stap 4: Vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale bijzonderheden Reeds sinds het eerste streekplan van de provincie Flevoland is de aanleg van een op- en overslaghaven in de buurt van Lelystad opgenomen. De haven versterkt de economisch en logistieke structuur van de regio. Hiermee verbetert de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat. De realisatie van de op- en overslaghaven is van provinciaal belang. In heel Flevoland en dit deel van het IJsselmeer zijn geen op- en overslaghavens. Daarmee is het gebied een logistieke witte vlek ten aanzien van transport over het water. Dit wordt onderschreven in meerdere landelijke studies. De markt (verladers) geven aan betioefte te hebben aan een op- en overslaghaven in de regio Lelystad. Transport over water Is milieuvriendelijker en duurzamer dan transport over de weg. Er vindt minder uitstoot van luchtvervuilende stoffen plaats. Tevens heeft het verschuiven van transport over de weg naar het water een vermindering van de filedruk tot gevolg. Deze maatschappelijkeconomlsche motleven onderstrepen het belang van de ontwikkeling van Flevokust. In de Ladder van Duurzame Verstedelijking, welke is opgesteld bij het 'Provinciaal Inpassingsplan - overslaghaven Flevokust' is eveneens het belang van de havenontwikkeling aangetoond. De afgelopen jaren zijn meerdere locaties alternatieven onderzocht op de haalbaarheid voor een containerhaven op- en overslaghaven in Flevoland. Provincie Flevoland heeft nu het voortouw genomen om deze langgekoesterde bestuurlijke wens daadwerkelijk gestalte te laten krijgen middels de realisatie van een buitendijkse op- en overslaghaven Inclusief golfbreker. E.
Zienswijzen en reactie op zienswijzen
Conform artikel 44, lid 3 van de Nbwet is de gemeente Lelystad, gedurende een termijn van 8 weken in de gelegenheid gesteld over de aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken. Daarnaast zijn op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, gemeente Urk, Rijkswaterstaat IJsselmeergebied, Vogelbescherming Nederland, Stichting het Blauwe Hart en Natuur en Milieu Flevoland in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een zienswijze op de aanvraag. Er zijn geen zienswijzen door ons ontvangen.
Bladnummer
7 Ons kenmerk:
1697618
F.
BESLUIT
Gedeputeerde Staten van Flevoland HEBBEN BESLOTEN, op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998, een vergunning te verlenen aan: Gedeputeerde Staten van Flevoland voor het aanleggen en in werking hebben van een op- en overslaghaven aan de IJsselmeerdijk te Lelystad. Aan deze vergunning zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. Algemene voorschriften 1.
Minimaal een week voordat men daadwerkelijk overgaat tot de aanlegwerkzaamheden wordt hiervan melding gemaakt via het emailadres
[email protected].
2.
Wanneer het werk langer dan twee maanden onderbroken wordt, dient opnieuw een melding overeenkomstig voorschrift 1 gedaan te worden.
3.
Er wordt een permanente golfbreker aangelegd, de haven kan pas als zodanig gebruikt worden wanneer eerst de golfbreker is gerealiseerd.
4.
Om de verstoring voor vogels te beperken, wordt er niet tegelijkertijd in de noordelijke vaargeul en de zuidelijke vaargeul ontgrond. In afwijking hiervan is het in een beperkte periode (maximaal 3 weken) mogelijk om tegelijkertijd in zowel de noordelijke vaargeul als de zuidelijke vaargeul te ontgronden, deze overgang van werkzaamheden wordt tenminste een week van te voren gemeld via
[email protected].
5.
De aanlegwerkzaamheden vinden in principe overdag plaats. Wanneer toch in het donker wordt gewerkt dan wordt uitstraling van licht over het water voorkomen door het gebruik van hiervoor bedoelde armatuur.
6.
Uitstraling van verlichting ten behoeve van de haven over het water wordt zoveel mogelijk voorkomen door het gebruik van hiervoor bedoelde armatuur.
7. Alle door of namens Gedeputeerde Staten gegeven aanwijzingen dienen onverwijld te worden opgevolgd. G.
Beroep
Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan beroep aantekenen. U dient het beroep te sturen naar de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het beroep dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep. H.
Ondertekening
Lelystad, » 9 ?iOV. 2015 Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter.
T. van der Wal