Protocol Vroegsignalering VVE ‘Alle doelgroepkinderen in beeld’ Inleiding 1 In het kader van het OnderwijsKansenbeleid heeft de gemeente de wettelijke taak om alle kinderen met een (risico op een) taalachterstand toe te leiden naar een voorziening of programma waar deze kinderen extra ondersteund worden. Het accent ligt bij het jonge kind. De gemeente verzorgt een kwalitatief hoogwaardig aanbod van voorschoolse educatie voor peuters van 2-4 jaar. Het doel is dat alle kinderen goed voorbereid beginnen aan de basisschool. De deelname van doelgroepkinderen aan voorschoolse educatie gaat al heel goed in Leiden. In 2011-2012 nam 82% van het geschat aantal doelgroep peuters deel aan een VVE programma in kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. De ambitie om 100% van de doelgroep peuters te bereiken blijft echter overeind. Al vele jaren worden diverse activiteiten ondernomen om genoemde kinderen te vinden en toe te leiden naar voorzieningen voor- en vroegschoolse educatie (VVE). De JGZ is gericht op het bevorderen, beschermen en beveiligen van gezondheid, groei en lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van kinderen. Bij ieder kind wordt een inschatting gemaakt hoe de omstandigheden zijn die een optimale ontwikkeling en opvoeding bevorderen of belemmeren. Zo nodig worden ouders/verzorgers geïnformeerd over voorzieningen die ondersteuning bieden bij de ontwikkeling en het opvoeden van kinderen. Omdat in het CJG / consultatiebureau vrijwel 100% van de kinderen in beeld zijn, is het voor de hand liggend de consultatiebureaus ook als eerste vindplaats aan te wijzen voor kinderen die in aanmerking komen voor VVE. In veel gemeenten zijn hierover afspraken gemaakt met de lokale GGD. In Leiden voert JES Rijnland de verschillende toeleiding activiteiten uit. Hiermee wordt een hoog bereik van doelgroepkinderen gerealiseerd, maar een sluitende aanpak ‘elk kind in beeld’ is op deze manier niet mogelijk. Gemeente en GGD hebben daarom besloten formele afspraken te maken over screenen en doorverwijzen naar VVE voorzieningen van kinderen waar het gaat om een (risico op) taalachterstand. Hierbij zijn ook JES Rijnland en OnderwijsAdvies (logopedie) nauw betrokken. Doelgroepkinderen VVE In het basisonderwijs wordt gewerkt met de zgn. 'gewichtenregeling' waarbij kinderen met een risico op taalachterstand een bepaald gewicht toegekend krijgen (0 / 0,3 / 1,2). Dit gewicht is afhankelijk van de opleiding van de ouders en bepaalt of en hoeveel extra middelen de school krijgt om voor deze kinderen extra inspanningen te leveren, bv. door inzet van VVE-programma’s. De gemeente is verantwoordelijk voor VVE in de voorschoolse periode (0-4 jaar). Gemeente Leiden heeft er voor gekozen de doelgroep in de voorschoolse periode als volgt op te bouwen: a) alle kinderen die onder de gewichtenregeling van het Rijk vallen; b) zgn. 'sterretjes' kinderen: kinderen die (net) niet onder de gewichtenregeling vallen, maar in een sociaaleconomische omgeving opgroeien waarvan professionals inschatten dat dit een risico voor de (taal)ontwikkeling van deze kinderen meebrengt. Het is hier van belang om onderscheid te maken tussen kinderen die opgroeien in een taalarme omgeving en daarmee een zgn. blootstellingsachterstand hebben en kinderen waarbij sprake is van een taalontwikkeling stoornis. De laatste groep valt onder een andere categorie, nl. die van de logopedische behandeling. De eerste groep zijn de kinderen waar het onderwijskansen beleid zich op richt.
1
Beleidsplan ‘Samenwerken aan OnderwijsKansen 2014-2017’ 1
Ondersteunigsprogramma Uit onderzoek blijkt dat het meeste effect op de ontwikkeling van een kind behaald wordt als zowel in het gezin als in kinderdagopvang of peuterspeelzaal gerichte programma’s worden ingezet. Gezinsgerichte programma’s richten zich op de ouders en vervolgens via hen op de kinderen. Een belangrijk doel is de ouders vaardigheden aan te leren waarmee ze hun kinderen in hun cognitieve, talige en motorische ontwikkeling kunnen stimuleren. Daarnaast kunnen ouders ook daadwerkelijk ondersteund worden bij het opvoeden en maatschappelijk functioneren. Het spel en leerprogramma Opstapje van JES Rijnland is zo'n gezinsgericht programma. Centrumgerichte programma’s worden uitgevoerd in peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en de kleutergroepen van de basisschool. In Leiden wordt vooral gewerkt met de methodiek Piramide. Uit onderzoek is gebleken dat succesfactoren voor vroegtijdig interveniëren zijn: vroeg beginnen, inzet van een langdurig en intensief programma met o.a. huisbezoeken door professionals en de focus op het kind, ouders en omgeving. Daarbij zijn ouderbetrokkenheid, scholing van de ouders, opvoedkundige thuisactiviteiten, gezinsondersteuning en uiteraard op latere leeftijd onderwijskundige activiteiten van belang. Tavecchio (2011) stelt dat het werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind vooraf zou moeten gaan aan het stimuleren van de cognitieve ontwikkeling. Dit zou ervoor pleiten om al in de babyleeftijd met een gezinsgericht programma te starten, gericht op de interactie van ouder en kind. Protocol Vroegsignalering VVE In overleg tussen GGD, JES Rijnland, OnderwijsAdvies (logopedie) en gemeente Leiden zijn afspraken gemaakt hoe we in Leiden willen komen tot een sluitende vroegsignalering van doelgroepkinderen VVE. Het bestaande protocol van de consultatiebureaus met betrekking tot contactmomenten, risicotaxatie, spraaktaalscreening en informatievoorziening aan ouders is aangevuld op die punten en momenten die van belang zijn voor het herkennen van doelgroepkinderen VVE en de voorzieningen die in Leiden hiervoor bestaan. Tegelijkertijd zijn de afspraken tussen GGD en OnderwijsAdvies over spraaktaaldiagnostiek aangescherpt. De VVE indicatie wordt door het consultatiebureau opgenomen in het Digitaal Dossier JGZ. Vervolgens worden de ouders doorverwezen naar JES Rijnland voor toeleiding naar een passend VVE aanbod. In het protocol is vastgelegd op welke contactmomenten de JGZ medewerker met de ouder spreekt over VVE of bv. meertalig opvoeden. Ook is opgenomen op welke momenten spraaktaaldiagnostiek vanuit de logopedisten plaatsvindt. Wanneer een doelgroepkind bij één van de partners als SPL, B4Kids of JES Rijnland deelneemt aan een programma, koppelt de betreffende instelling dit terug aan de JGZ, die deze informatie toevoegt aan het Digitaal Dossier. Kinderen met een VVE indicatie worden standaard voor een extra consult uitgenodigd door de JGZ. Per kwartaal maakt de JGZ hiervan een overzicht. Zo kan worden vastgesteld of alle potentiele doelgroepkinderen gesignaleerd worden en daadwerkelijk gaan deelnemen aan een VVE programma. Het Protocol Vroegsignalering VVE is medio 2013 vastgesteld door de Regiegroep Onderwijskansen (leden: gemeente, voorschoolse voorzieningen, schoolbesturen basisonderwijs, JES Rijnland), gemeente Leiden de GGD. Vanaf het najaar van 2013 is het voor alle betrokken instellingen verplicht om volgens dit protocol te handelen. Gemeente en GGD hebben afspraken gemaakt over tijdelijke financiering van extra inzet tijdens de implementatie periode. De verschillende nu gebruikte toeleiding instrumenten krijgen voorlopig een plaats in het protocol. Wanneer het protocol goed geïmplementeerd is, worden de lopende toeleiding activiteiten geëvalueerd en al dan niet in aangepaste vorm voortgezet of afgestoten. Om te komen tot een goede uitvoering van een sluitende vroegsignalering van VVE kinderen is het versterken van de contacten tussen CJG/consultatiebureaus en leidsters / pedagogisch medewerksters in de voorschoolse voorzieningen van groot belang. Dit zou kunnen gebeuren door kennisoverdracht over de VVE programma’s aan artsen en verpleegkundigen en kennismaking op de peuterspeelzalen / kinderdagverblijven door de verpleegkundigen. Meer kennis en inzicht in elkaars werkterrein en het aanbod van VVE activiteiten zal de toeleiding naar deze activiteiten ook verbeteren.
2
Bijlage 1
Definitie doelgroepkinderen VVE
Uit de nota ‘Samenwerken aan OnderwijsKansen 2014-2017’:
Gewichtenregeling Rijk: gewicht 0,3. Beide ouders maximaal vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg of lbo/vbo (lager- of voorbereidend beroepsonderwijs) of 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs.
gewicht 1,2. Eén ouder maximaal basisonderwijs en één ouder maximaal vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg of lbo/vbo (lager- of voorbereidend beroepsonderwijs) of 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs.
Sterretjeskinderen. Een kind t/m de basisschoolleeftijd: dat op basis van het opleidingsniveau van de ouders niet onder de gewichtenregeling van het Rijk valt.
dat een zwak taalniveau heeft en een risico loopt op (taal)achterstand vanwege een (combinatie) van omgevingsfactoren.
Het taalniveau wordt vastgesteld door een Cito of logopedische toets uitgevoerd door een professional van een (voor)school. In vrijwel alle gevallen wordt door een logopedist mede beoordeeld of de spraak- en/of taalproblemen veroorzaakt worden door onvoldoende taalaanbod vanuit de omgeving.
3
Bijlage 2
Stroomschema doelgroep bepaling
STROOMSCHEMA GEWICHTENREGELING MET LEIDSE UITBREIDING
Het kind heeft één ouder of verzorger die maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gevolgd? NEE, (beiden) hoger
JA
Alleenstaande of beide ouders/ verzorgers heeft/ hebben maximaal: - VMBO basis of kaderberoepsgerichte leerweg gevolgd; - lbo/vbo gevolgd; - 2 jaar onderwijs gehad op een andere opleiding voor voortgezet onderwijs.
De andere ouder/ verzorger (mits van toepassing) heeft maximaal: - VMBO basis of kaderberoepsgerichte leerweg gevolgd; - lbo/vbo gevolgd; - 2 jaar onderwijs gehad op een andere opleiding voor voortgezet onderwijs.
NEE, hoger
NEE, hoger
JA
JA, of lager
Gewicht 0,3
Gewicht 1,2
Kind is 0-4 jaar oud? NEE, ouder dan 4 jaar
JA
Gewicht 0
Heeft het kind een zwak taalniveau en risico op (taal)achterstand, vastgesteld door een CITO of logopedische toets uitgevoerd door leidster, andere professionele medewerker van een voorziening?
tutor of VVE-
NEE
Gewicht 0
JA
Sterretjeskind
4
Stroomschema Protocol Vroegsignalering VVE 0-1 maand: standaard zuigelingenhuisbezoek Indicatie VVE: de jeugdverpleegkundige gaat na of het kind valt onder doelgroep VVE aan de hand van de criteria die de Regiegroep Onderwijskansen heeft vastgesteld. Indicatie spraaktaal: de jeugdverpleegkundige gaat na wat de spreektaal van de ouders is en of er sprake is van meertaligheid. Registratie in DDJGZ: indicatie VVE ja/nee, ja rood aanvinken; gewicht: 0/0,3/1,2; land van herkomst en de spreektaal van de ouder; Nederlands, Nederlands en andere taal, andere taal. CM 2 maanden Regulier contactmoment. CM 3 maanden Regulier contactmoment. Jeugdarts maakt voor VVE kind een afspraak voor CM extra zorg 4 maanden CM extra zorg 4 maanden Bespreken meertaligheid en folder oA meegeven Informeren aanbod ondersteuningsprogramma’s (Talen in Balans, Moeders in de Buurt, Boekstart, Triple P; hiervan zijn folders beschikbaar) Registratie in DDJGZ: welke informatie is gegeven CM 6 maanden Regulier contactmoment. Jeugdarts maakt voor VVE kind een afspraak voor CM extra zorg 11 maanden spraak/taal CM extra zorg 11 maanden Bespreken meertaligheid en folder oA meegeven en/of verwijzen logopedisch spreekuur Indicatie VVE: controleren of kind inderdaad in de doelgroep VVE valt en zo ja ouders informeren over belang van voorschoolse (VVE) voorzieningen en andere programma’s (Opstapje, Wijkfelicitatiedienst). Indien gewenst wordt met de ouder het digitale toeleiding formulier van JES Rijnland ingevuld voor een huisbezoek; indicatie extra consult 18 maanden. Bespreken meertaligheid en folder oA meegeven en/of verwijzen logopedisch spreekuur Registratie in DDJGZ: indicatie VVE ja/nee, ja rood aanvinken; gewicht: 0/0,3/1,2; gegeven informatie; aanmelding Wijkfelicitatiedienst ja/nee. 12 maanden: huisbezoek wijkfelicitatiedienst JES Rijnland Medewerker van JES Rijnland bezoekt het gezin en bespreekt de mogelijkheden voor spelen en leren en VVE en motiveert de ouder hiervoor. CM 14 maanden Regulier contactmoment. e Bij VVE indicatie en 2 of volgend kind in gezin: jeugdarts maakt een afspraak voor CM extra zorg 18 maanden e
CM 18 maanden (CM extra zorg bij VVE indicatie 2 en volgend kind in gezin) Navraag bij ouders of kind is aangemeld bij VVE voorziening of ander programma; indien nodig opnieuw ouders motiveren en informeren of doorverwijzen naar JES Informeren aanbod ondersteuningsprogramma’s (Talen in Balans, Moeders in de Buurt, Boekstart, Triple P, Samenspel, Inloopspeelochtenden SPL, Jong Geleerd Thuis Gedaan, SLIM voor ouders; hiervan zijn folders beschikbaar). Indien gewenst wordt met de ouder het digitale toeleiding formulier van JES Rijnland ingevuld voor een huisbezoek Registratie in DDJGZ: welke informatie is gegeven, doorverwijzing JES ja/nee
5
CM 2 jaar: Indicatie VVE: controle of kind is aangemeld bij voorschoolse VVE voorziening of ander programma; indien nodig opnieuw ouders motiveren en informeren of doorverwijzen naar JES Rijnland. Indicatie spraaktaal: risico-taxatie spraak/taal aan de hand van Van Wiechen en SNEL (taalscreeningsinstrument)*. Bij twijfelachtige of onvoldoende score verwijzing naar het logopedisch spreekuur (zie Werkinstructie Logopedisch spreekuur JGZ). De logopedist kan alsnog de indicatie VVE afgeven en ouders motiveren /doorverwijzen naar VVE. Registratie in DDJGZ: Gebruik VVE voorziening en eventuele vervolgacties; evt. aanmelding Logopedisch spreekuur JGZ CM 3 jaar: Indicatie VVE: nagaan of kind gebruikt maakt van voorschoolse VVE voorziening of ander programma; indien nodig opnieuw ouders motiveren en informeren of doorverwijzen naar JES Rijnland. Indicatie spraaktaal: risico-taxatie spraak/taal aan de hand van Van Wiechen en SNEL (taalscreeningsinstrument)*. Registratie in DDJGZ: gebruik VVE voorziening en bij geen gebruik wat de reden hiervan is en eventuele vervolgacties. Evt. aanmelding Logopedisch spreekuur JGZ.
Overige afspraken 1. Alle VVE partners (SPL, B4Kids, JES Rijnland) koppelen direct aan de GGD terug wanneer zij een doelgroepkind inschrijven of wanneer alsnog een VVE indicatie wordt afgegeven. De GGD registreert dit in het DDJGZ. 2. Elk kwartaal verzamelt de GGD een overzicht uit het DDJGZ van alle doelgroepkinderen van 2 jaar. Dit overzicht wordt vergeleken met de deelnemers / inschrijvingen van VVE in peuterspeelzalen, kindercentra en overige programma’s. 3. Logopedisten van OnderwijsAdvies voeren diverse activiteiten uit in het kader van VVE beleid (2 keer per jaar groepsobservatie in VVE voorzieningen; logopedisch onderzoek op indicatie; adviesgesprekken met ouders en medewerkers; verwijsgesprekken met ouders indien logopedische behandeling of nader (multidisciplinair) onderzoek nodig is). Bijzonderheden worden gerapporteerd aan de JGZ-arts en opgenomen in het DDJGZ. 4. Wanneer een kind 3 jaar en 10 maanden is, treedt het Protocol Overdracht in werking: alle kinderen in een peuterspeelzaal, kindercentrum of ander (VVE) programma worden via het digitale overdracht formulier overgedragen aan de basisschool. Indien er vragen zijn op school omtrent de spraaktaalontwikkeling wordt contact gezocht met de GGD of OnderwijsAdvies. 5. Op de basisschool worden alle kinderen van 5 jaar door de logopedist in principe via individuele screening onderzocht op spraaktaalontwikkeling. Bijzonderheden worden gerapporteerd aan de JGZ-arts en opgenomen in het DDJGZ.
*SNEL staat voor Spraak- en taal Normen Eerste Lijn gezondheidszorg. Op dit moment wordt de SNEL op indicatie gebruikt in de leeftijd van 18 maanden tot 6 jaar. In de loop van 2014 als vast screeningsinstrument tijdens de leeftijd van 2 jaar
6