Protocol voor maatschappelijk jaarverslag. Bijlage ter ondersteuning van het maatschappelijk jaarverslag 2012

Protocol voor maatschappelijk jaarverslag Bijlage ter ondersteuning van het maatschappelijk jaarverslag 2012.

Inhoudsopgave > Voorwoord > Deel 1 – Het bepalen van de inhoud, kwaliteit en afbakening van het rapport

1.1 Bepaling van de inhoud van het maatschappelijk jaarverslag

1.2 Bepaling van de kwaliteit van het maatschappelijk jaarverslag

1.3 Bepaling van de afbakening van het maatschappelijk jaarverslag

> Deel 2 – Standaard informatievoorziening

Sustainability indicators Agrifirm - Results 2011

1

Voorwoord Het maatschappelijk jaarverslaggeving bij Agrifirm heeft als doel het verantwoording afleggen aan medewerkers en externe belangstellenden over de prestaties die we geleverd hebben op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen ons bedrijf. Om een evenwichtig en redelijke weergave te geven van de impact van ons handelen op sociaal en milieukundig gebied publiceren wij jaarlijks een maatschappelijk jaarverslag. In dit protocol voor het maatschappelijk jaarverslag vindt u definities, afbakening en onze eisen over de kwaliteit van onze verslaggeving terug. U vindt ook definities terug van duurzaamheidsindicatoren waar wij verslag over uitbrengen. Het is de eerste keer dat wij ons maatschappelijk jaarverslag begeleiden met dit schrijven; een enorme stap voorwaarts in ons streven transparant te zijn over de impact van onze organisatie.

Ruud Tijssens directeur Corporate Affairs

Agrifirm - Protocol voor maatschappelijk jaarverslag

2

Deel 1

Het bepalen van de inhoud, kwaliteit en afbakening van het rapport. Agrifirm hanteert de uitgangspunten van het Global Reporting Initiative (GRI) G3 als uitganspunt voor haar maatschappelijke jaarverslagen. Een belangrijk onderdeel bij het opmaken van een jaarverslag vormt het bepalen van de inhoud, kwaliteit en afbakening van het rapport. Het volgende model, het technisch protocol van GRI, wordt daarvoor gebruikt.

Topics, Categories, Apects, Disdosures on Management Approach and Performance Indicators

Report Identification

Sustainbility context

prioritization

Materiality

validation

Completeness

Stakeholder indusiveness review De verschillende fasen worden in de volgende paragrafen beschreven.


3

1.1 Bepaling van de inhoud van het maatschappelijk jaarverslag De waarde-keten als startpunt Bij het vaststellen van de inhoud van het maatschappelijk jaarverslag speelt de keten waarin Agrifirm een positie heeft een centrale rol. De keten waarin Agrifirm acteert bestaat ruwweg uit 4 schakels en een fundament. Zij vormen tevens de context waarbinnen duurzame ontwikkeling bij Agrifirm plaats vind.

1. Werken aan verantwoorde grondstoffen Duurzaam produceren begint vooraan in de keten: bij het inkopen van verantwoorde grondstoffen. Als grote partij in de markt van diervoeders, zaaizaden, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen zien wij dit nadrukkelijk als onze verantwoordelijkheid. Agrifirm verwerkt grote hoeveelheden restproducten uit de levensmiddelenindustrie tot hoogwaardig diervoer. Bovendien stimuleren we actief een duurzame teelt van eiwitrijke grondstoffen. 2. Efficient production and logistics De tweede schakel in het duurzaamheidsbeleid van Agrifirm bestaat uit onze eigen bedrijfsactiviteiten: van de verwerking van grondstoffen tot en met de levering van onze producten aan de klant. Als organisatie hebben we hier maximale controle over. Bepalende factoren voor de verduurzaming van ons productieproces zijn energieverbruik en transport en logistiek. Deze zijn direct gerelateerd aan de beschikbaarheid van eindige grondstoffen en de uitstoot van broeikasgassen. 3. Rendement voor de klant: planten en dieren laten presteren Door de verwachte groei van de wereldbevolking naar 9 miljard mensen en veranderde consumptiepatronen moet de productie van voedsel in 2050 verdubbeld zijn ten opzichte van 2010. Efficiënt benutten van eindige grondstoffen is één van de sleutels om dit te kunnen realiseren en ook de ‘ecologische footprint’ van voedselproductie te beperken: de totale benodigde hoeveelheid biologisch productief grond- en wateroppervlak. ‘Efficiënt voeden en voeren’ is de kern van de bedrijfsstrategie van Agrifirm. We hebben veel kennis en expertise om planten en dieren optimaal te laten presteren. 4. Bijdragen aan een duurzaam consumenten aanbod De vraag naar en mogelijkheden voor nieuwe marktconcepten voor levensmiddelen nemen steeds verder toe. Gezondheid en duurzaamheid spelen daarin een belangrijke rol. Consumenten krijgen hierdoor meer keus en voedingsketens worden duurzamer. Nederlanders kopen bijvoorbeeld steeds meer biologische producten of producten met bepaalde duurzaamheidskenmerken (bv Rondeel eieren, weidemelk of duurzaam varkensvlees). 5. Onze medewerkers als basis voor succes De medewerkers van Agrifirm maken het verschil! Daarom investeren we in onze medewerkers. Dit vertalen we niet alleen in uitstekende primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, maar ook in goede opleidings- en trainingsmogelijkheden. Voor een organisatie waarin kennis en innovatie zo bepalend is, neemt ontwikkeling van de medewerkers immers een belangrijke plaats in. Daarom zetten wij bijvoorbeeld Performance Management in als prestatiebeloningssysteem om onze medewerkers te helpen groeien en hun ambities te verwezenlijken.


4

Identificatie van onderwerpen Het vaststellen van strategische basis principes ten aanzien van duurzame ontwikkeling binnen Agrifirm zijn vastgesteld in een pocket “maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen Agrifirm” (2010). Het omvat de volgende onderwerpen:

> Efficiënt voeden en voeren > Geen woorden, maar daden > Optimaal resultaat voor klanten en bedrijf > Energiegebruik en hernieuwbare energie > Maatschappelijke acceptatie en stakeholderdialoog

> Ontwikkeling duurzame consumentgeoriënteerde productieketens > Sociale verantwoordelijkheid en duurzaam omgaan met de omgeving > Onze medewerkers maken het verschil > Betrokken medewerkers bij bedrijf en maatschappij > Transparantie en vergroting bewustzijn

Deze strategische basis principes zijn vastgesteld op basis van overleg met interne- en externe stakeholders, ze bepalen in hoge mate de materialiteit voor onderwerpen waar Agrifirm in haar maatschappelijke verslagen verantwoording over aflegt. Bovengenoemde uitgangspunten worden elke 3 jaar herzien. De volgende herziening staat gepland voor 2013. Basis principes voor het vertalen van resultaten uit de praktijk naar rapportage doelen (prioriteren) Wanneer binnen Agrifirm gesproken wordt over duurzame ontwikkeling, dan hanteren wij daarvoor het principe dat wij acteren vanuit onze kerncompetenties. Vanuit het coöperatieve karakter van het bedrijf en haar sterke focus op het rendement van onze klanten en leden ligt de nadruk en prioriteit bij duurzame ontwikkeling op het optimaal laten presteren van bodems, planten en dieren. Onder deze voorwaarde zijn klanten- en leden in staat op korte en lange termijn optimaal rendement te halen uit hun bedrijf. Vanuit deze praktijk van Agrifirm dient voor maatschappelijke verslaggeving een vertaling gemaakt te worden naar begrippen die voor doelgroepen begrijpbaar zijn. Hiervoor worden de principes van GRI gebruikt. In het maatschappelijke jaarverslag legt Agrifirm prioriteit bij verantwoording op de volgende GRI aspecten:

> Economische prestaties (EC) > Materialen (EN) > Energie (EN) > Biodiversiteit (EN) > Luchtemissies, afvalwater en afvalstoffen (EN) > Transport (EN) > Werkgelegenheid (LA) > Gezondheid en veiligheid (LA) > Opleiding en onderwijs (LA) > Vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen (HR) > Gezondheid en veiligheid van consumenten (PR) Het is belangrijk dat alle economische, milieugerelateerde of sociale onderwerpen waarop Agrifirm een aanzienlijke impact heeft, of waar ze invloed op heeft, wordt opgenomen in het maatschappelijk jaarverslag. De mate van materialiteit van onderwerpen is af te leiden door het leggen van een verband tussen de uitgangspunten van Agrifirm voor duurzaam ondernemen en de geprioriteerde GRI aspecten. Over deze vertaalslag wordt in deel 2 van dit protocol verder inzicht gegeven. Indien er geen verband- en dus materialiteit is, wordt er ook niet over gerapporteerd.


5

Toezicht en management van het maatschappelijk jaarverslag (validation) Publicatie van het maatschappelijk jaarverslag wordt uitgevoerd als een project binnen Agrifirm. Een project wordt gekenmerkt door de productie van een product dat geproduceerd is binnen kenmerken van een scope, een budget en een tijdslijn. Tevens wordt het jaarverslag geproduceerd binnen een project organisatie. Hieronder volgen een aantal belangrijke elementen hieruit: Opdrachtgever: Executive board, Agrifirm Group Sponsor (afgevaardigde van de opdrachtgever): Directeur Corporate Affairs, Agrifirm Group Project management: afdeling Corporate Social Responsibility, Agrifirm Group Coördinatie inhoud van het verslag: afdeling Corporate Social Responsibility, Agrifirm Group Coördinatie van vormgeving van het verslag: afdeling Communicatie, Agrifirm Group Toezichthouders (1e lijns intern): communicatie afdelingen Agrifirm Group, Agrifirm Feed, Agrifirm Plant, Agrifirm Co-products Toezichthouders (2e lijns intern): alle managing directors van dochter bedrijven en enkele specifieke experts. Toezichthouder (extern): een externe adviseur met gedegen achtergrond in verduurzaming in de agrarische sector. Toezicht protocol voor maatschappelijk jaarverslag: Group controller, Agrifirm Group Teksten en vormgeving: extern communicatie bureau. Opmerking Verificatie van het maatschappelijk jaarverslag heeft plaats gevonden over het maatschappelijk jaarverslag 2011 middels een audit readiness check door de huisaccountant. Er is geverifieerd of het verslag voldeed op criteria voor verslaggeving met een beperkte mate van zekerheid. Er is geconstateerd dat externe verificatie nog niet toepasbaar is. Het ontwikkelen en publiceren van dit protocol is een vervolgstap in de conclusie meer inzicht te geven in de dataverzamelingsprocessen, definities en afbakening. In het project wordt jaarlijks gewerkt met een project plan, een gedetailleerde tijdsplanning en evaluatie met de coördinatoren en betrokken communicatie bureau.


6

1.2 Bepaling van de kwaliteit van het maatschappelijk jaarverslag Om tot een goede borging van de kwaliteit van het verslag en de informatie die in het verslag staan te komen hanteert Agrifirm een aantal uitgangspunten. Deze zijn conform de uitgangspunten zoals GRI deze hanteert.

Evenwichtigheid > Het verslag behandeld zowel gunstige als ongunstige resultaten > De informatie in het verslag wordt weergegeven in een formaat waarin gebruikers per jaar positieve en negatieve trends in

de prestaties kunnen herkennen.

> De nadruk op de diverse onderwerpen in het rapport staat in verhouding tot de relatieve relevantie.

Vergelijkbaarheid > Het verslag en de erin opgenomen informatie kan tussen de jaren onderling worden vergeleken. > De prestaties van de organisatie kunnen worden vergeleken met toepasselijke benchmarks. > Alle significante verschillen tussen de verslag periodes in afbakening, reikwijdte, duur van de verslagperiode of

in de informatie die in het verslag wordt besproken, zijn geïdentificeerd en verklaard.

Nauwkeurigheid > Het rapport specificeert de gegevens die zijn gemeten.

> De meettechnieken voor de data en berekeningsgrondslagen worden adequaat beschreven en leveren bij herhaling

vergelijkbare resultaten op.

belanghebbenden om tot passende en weloverwogen conclusies over de prestaties te komen.

> De foutmarge voor kwantitatieve gegevens is niet toereikend om wezenlijke invloed uit te oefenen op de mogelijkheid van > Het verslag geeft aan welke gegevens zijn geschat en de onderliggende aannames en technieken die zijn gebruikt om tot die > schattingen te komen, dan wel waar deze informatie te vinden is. > De kwalitatieve uiteenzetting in het rapport zijn geldig op basis van andere informatie in het verslag en ander beschikbaar bewijs. Tijdigheid > Informatie in het verslag is zo kort mogelijk na de verslagperiode gepubliceerd. > Het verzamelen en publiceren van belangrijke prestatiegegevens is afgestemd op de planning van het duurzaamheidsverslag. > In de informatie in het verslag is opgenomen op welke periode de informatie betrekking heeft, wanneer deze wordt

geactualiseerd en wanneer de laatste actualisatie heeft plaatsgevonden.

Duidelijkheid > het verslag omvat de mate van informatie die belanghebbenden noodzakelijk vinden, maar vermijdt overmatige en

overbodige detaillering.

koppelingen of andere hulpmiddelen.

en bevat toelichtingen in het desbetreffende gedeelte of in een begrippenlijst.

stellen aan de toegankelijkheid (bv mensen met een handicap, andere taal of technologie).

> Belanghebbenden kunnen de specifieke informatie die zij zoeken zonder veel moeite vinden via inhoudsopgaven, kaarten, > Het rapport vermijdt technische termen, afkortingen, jargon of andere inhoud die belanghebbenden waarschijnlijk niet kennen > De gegevens en informatie in het verslag zijn beschikbaar voor belanghebbenden, waaronder degenen die bijzondere eisen

Nauwkeurigheid > De reikwijdte en diepgang van externe assurance wordt bepaald.

> De originele bron van de informatie in het rapport kan door de organisatie bekend worden gemaakt. > Betrouwbaar bewijs ter ondersteuning van aannames of complexe berekeningen kan door de organisatie getoond worden. > De eigenaren van de originele gegevens of informatie kunnen deze opnieuw leveren en officieel bevestigen dat deze

nauwkeurig zijn binnen aanvaardbare foutmarges.


7

1.3 Bepaling van de afbakening van het maatschappelijk jaarverslag Maatschappelijke jaarverslaggeving binnen Agrifirm maakt gebruik van enkele processen. Elk proces kent zijn eigen afbakening. Afbakening vindt altijd plaats op basis van activiteiten van een dochterbedrijf, ze kent geen zuivere geografische afbakening. Ten behoeve van informatie verzameling maakt het project management gebruik van enkele zoveel mogelijk gestandaardiseerde processen:

> Jaarlijkse CSR questionnaire – wordt verstuurd aan alle managing directors van de 100% dochterondernemingen van Agrifirm

Group en heeft tot doel een algemeen beeld te verkrijgen van de activiteiten van bedrijven op het gebied van duurzame

ontwikkeling. Via deze vragenlijst wordt veel informatie ten behoeve van de duurzaamheidsindicatoren verschaft. Afbakening

vindt plaats op basis van de activiteiten van de deelnemende bedrijven. Omdat niet alle onderwerpen even geschikt zijn voor

alle (internationale) bedrijven is er een ‘normale’ questionnaire en een ‘light’ questionnaire.

> Inventarisatie Energie Efficiency Index (EEI) – wordt uitgevoerd door de project manager met de operations managers van de

deelnemende bedrijven. De energie efficiency index is een bepaling van de mate van verbetering van de energie efficiency van

fabrieken van deelnemende bedrijven.

> Duurzaamheidsscan R&D – wordt uitgevoerd door de project manager met de betrokken managers van de innovatie afdelingen

van Agrifirm Feed, Agrifirm Plant en Business Excellence met het doel de jaarlijkse duurzaamheidsscan uit te voeren. Aan de

hand van deze scan kan uitgelegd worden hoe de R&D afdelingen van Agrifirm bijdragen aan duurzame ontwikkeling van het

bedrijf. De scan gaat over projecten uitgevoerd binnen de desbetreffende organisaties en kunnen internationaal van aard zijn.

heeft tot doel de bepaling van de complexe duurzaamheidsindicatoren carbon footprint, landuse, feedmiles en %co-producten.

De betrokkenen zijn de nutritionisten en inkopers van grondstoffen van deelnemende bedrijven. Gezien de significante impact

die Agrifirm kan uitoefenen op de impact van haar activiteiten en diensten op het milieu is de afbakening van de indicatoren

carbon footprint, landuse en feedmiles opgebouwd uit de volgende elementen:

> Milieu-indicatoren – wordt uitgevoerd door de project manager met betrokkenen binnen de deelnemende (Feed) bedrijven en

> Upstream: transport, processing van agro-industrie, locale productie van gewassen. > Downstream: transport en productie bij klanten.

Eenheid van deze indicatoren is uitgedrukt in impact (kg CO2-eq, m2 of km) per kg product (melk, levend gewicht, ei) dat

het boerenerf verlaat.


8

> Bi-laterale informatie voorziening – wordt uitgevoerd door de project manager met enkele experts binnen de organisatie

ter bepaling en verificatie van duurzaamheidsindicatoren.

In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven over de afbakening van de processen. Companies

Questionnaire

EEI

Milieu indicatoren

R&D duurzaamheidsscan

Bi-lateraal

X*

X

X

X

Agrifirm Group (exclusief deelnemingen)

Normal

Agrifrim Feed BV

Normal

Nuscience NV

Normal

Agrifirm Deutschland

Normal

X

X

X

Agrifirm Polska

Normal

X

X

X

Agrifirm Hungary

Normal

X

X

X

Agrifirm co-products BV

Normal

X

X

Feed Belgium

Normal

X

X

X

Agrifirm Plant

Normal

X

X

Abemec BV

Normal

BV Oldambt

Normal

Agrifirm Exlan BV

Normal

Nutricontrol BV

Normal

Agrifirm Winkel BV

X

X

X

X

Light

* Agrifirm Feed is via brancheorganisatie Nevedi deelnemer aan de MJA. In dit traject wordt ook gestreefd naar een EEI; maar is

ze nog niet bekend.


9

Deel 2

Standaard informatievoorziening Strategie en profiel Het voorwoord van maatschappelijke jaarverslagen van Agrifirm bestaan standaard uit een verklaring van de CEO over de relevantie van duurzame ontwikkeling en haar strategie. Standaard informatie over de omvang en locaties van Agrifirm worden gegeven op de kaft. Voor dit type informatie is ervoor gekozen om hetgeen dat voor financiële verslaglegging in aanmerking komt zoveel mogelijk in het financieel jaarverslag te houden en om de niet financiële informatie in het maatschappelijk jaarverslag onder te brengen. Management benadering In elk jaarverslag wordt stilgestaan bij hoe Agrifirm duurzame ontwikkeling strategisch en operationeel benaderd. Prestatie indicatoren Het is belangrijk de praktijk van duurzaam ondernemen te vertalen naar GRI aspecten en indicatoren. Hieronder volgt daarvan een overzicht van vertaling, definitie en rapportage vormen.

EC 1 – Economische waarden GRI definitie: Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten, personeels vergoedingen, donaties en overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaal verstrekkers en overheden. Agrifirm definitie: hoeveelheid leden, hoofdkantoor, landen van activiteit, omzet, en EBIT op group niveau. Rapportage: Resultaten worden overgenomen uit het financieel jaarverslag.

EC 8 – Donaties, sponsoring en vrijwillige bijdragen aan maatschappelijk debat GRI definitie: Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten die voornamelijk ten behoeve van het algemeen nut worden geboden door middel van verplichtingen van commerciële aard, dan wel in nature of probono. Agrifirm definitie: donaties en sponsoring. Aangevuld met kosteloze bijdragen van experts uit Agrifirm aan debatten met een maatschappelijk belang. Binnen Agrifirm zijn de volgende debatten geïdentificeerd met maatschappelijk belang:

> > > >

dierengezondheid en dieren welzijn dierenproeven klimaatverandering/broeikasgasemissies grondstoffen/eiwitten schaarste

Rapportage: Agrifirm rapporteert middels het maatschappelijk jaarverslag over relevante bijdragen op bovenstaande aspecten.


10

EN 1 – gebruikte materialen GRI definitie: Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht of volume. Agrifirm definitie: volume afgezet mengvoer (ton), nat voer (ton), granen (ton), aardappels (ton), uien (ton) en peen (ton), kunstmest stoffen (ton), organische meststoffen (ton), beschermingsmiddelen (€). Rapportage: Resultaten worden overgenomen uit het financieel jaarverslag.

EN 2 - Recycling GRI definitie: Percentage van de gebruikte materialen dat bestaat uit afval uit externe bronnen. Agrifirm definitie: voor recycling komen grondstoffen uit de teelt van akkerbouwgewassen in aanmerking waarbij een resource efficiency verhogende bewerkingsstap is uitgevoerd. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in co-producten en residue co-producten. Co-producten Grondstoffen die voortvloeien uit een verwerkingsstap in een levensmiddelen of biobrandstoffen industrie. Residue co-producten: Grondstoffen die, volgens de FeedPrint methodologie, een economische allocatie factor hebben < 5% en waarop ‘cut-off’ is toegepast zodat de grondstoffen een economische allocatie van 0 hebben. Het gaat om de volgende grondstoffen (groepen):

> > > > > > > > >

Bread meal and biscuits Cassave starch manufacturing industry Cheese, casein industry Citrus pulp Consumer potato processing industry Dutch fruit and vegetables and their disposals Ethanol production from maize, wheat, beets Malt house and brewery Sugar industry

Meer informatie over FeedPrint is te vinden op: http://www.wageningenur.nl/nl/show/Feedprint.htm. Rapportage: In maatschappelijk jaarverslag:

> Het aandeel residue co-producten van alle bedrijven in mengvoer (Let op: vanaf 2012 nieuwe indicator) (%). > Het aandeel co-producten van alle veevoeders van Agrifirm. Geconsolideerd is het verrekend naar gewogen gemiddelde van

al het geproduceerde mengvoer van Agrifirm feed bedrijven (%).

In het maatschappelijk jaarverslag wordt verslag gedaan van het gebruik van residue co-producten en van het aandeel co-producten in mengvoer. In het duurzaamheidsindicatoren rapport word een meerjarig beeld van het percentage co-producten van alle voerbedrijven van Agrifirm weergegeven. Tevens vanaf 2012 aangevuld met het volume residue co-producten.


11

EN 3 – directe energie verbruik GRI definitie directe energie: energie door een primaire energie bron. Agrifirm definitie: energie afkomstig van gas, stookolie en steenkool en gebruikt op de materiele vestigingen. Dit zijn de volgende: Vestigingen

Gas (g)

Agrifirm Group

Gas (l)

Stookolie (l)

Steenkool (ton)

N.v.t.

Agrifirm Feed

Alle fabrieken

X

Nuscience

Alle fabrieken

X


Alle fabrieken

X

X

Agrifirm Polska

Alle fabrieken

X

X

X

X

X

Agrifirm Magyarország

Alle fabrieken

X

Agrifirm Co-products

Alle fabrieken

X

Agrifirm Belgium

Alle fabrieken

X

Agrifirm Plant

N.v.t.

Abemec

Alle vestigingen

Oldambt

Alle fabrieken

Agrifirm Exlan

X * X

X *

X*

N.v.t.

NutriControl

X

Agrifirm Winkel

X *

* = Schatting Gebruikte specifieke energie waarden zijn: Gas (g)

31,65 MJ/m3

Gas (l)

21 MJ/liter

Olie

32 MJ/liter

Steenkool

29310 MJ/t

Rapportage: In maatschappelijk jaarverslaggeving wordt het geconsolideerde group totaal per energie soort gerapporteerd. Gegevens worden opgevraagd via de CSR questionnaire.


12

EN 4 Indirecte energie GRI definitie: Indirect energieverbruik door primaire bron. Agrifirm definitie: energie afkomstig van elektriciteit en stoom gebruikt op de materiele vestigingen. Dit zijn de volgende:

Vestigingen

Elektriciteit (kWh)

Agrifirm Group

Hoofdkantoor

X

Agrifirm Feed

Alle fabrieken

X

Nuscience

Alle fabrieken (incl. China)

X


Alle fabrieken

x

Agrifirm Polska

Alle fabrieken

X


Alle fabrieken

X


Alle fabrieken

X

Agrifirm Belgium

Alle fabrieken

X

Agrifirm Plant

Langeweg, Utrecht, Emmeloord en Farmsum

X

Abemec

Alle vestigingen

X

Oldambt

Alle fabrieken

X

Agrifirm Exlan

N.v.t.

NutriControl

X

Agrifirm Winkel

X*

Stoom (ton)

X

* =Schatting Gebruikte specifieke energie waarden zijn: Electrisch

9 MJ/kWh

Stoom

2.785 MJ/t

Gegevens worden opgevraagd via de CSR questionnaire. Rapportage: In maatschappelijk jaarverslaggeving wordt het geconsolideerde group totaal per energie soort gerapporteerd.


13

EN 5 - Energie besparing resultaten GRI definitie: Energie die bespaard is door besparingen en efficiencyverbeteringen Agrifirm definitie: Inzichtelijk maken van de energie efficiency index (EEI), een index die per materiele fabriek, onafhankelijk van het type voer dat gemaakt wordt (meel, pellets, energie rijk), inzicht geeft in hoe energie efficiënt het voer is gemaakt ten opzichte van het referentie jaar 2010.

Vestigingen

Nuscience

Drongen, Baasrode


Neuss

Agrifirm Polska

Margonin, Szamotuly, Topola

Agrifirm Belgium

Grobbendonk


Gyor, Kaba, Bocs

NutriControl

Veghel (labo)

Oldambt

Oosteinde

Agrifirm Feed neemt via Nevedi deel aan de meerjarenafspraken. Dit is een apart initiatief dat geen gebruik maakt van de EEI. Gedurende 2013 zal Agrifirm Feed aansluiten bij de EEI berekening. Rapportage: In maatschappelijk jaarverslag wordt het resultaat van het jaar getoond ten opzichte van het referentie jaar. Aangevuld met een gewogen gemiddelde energie efficiency resultaat over alle deelnemende bedrijven. In het duurzaamheidsindicatoren rapport worden de resultaten van alle jaren gerapporteerd.

EN 6 – (Directe) Energie besparing initiatieven GRI definitie: Initiatieven ten behoeve van energie-efficiënte of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de energie-eisen als resultaat van deze initiatieven. Agrifirm definitie: uitleg van directe energie besparende maatregelen die genomen zijn om te komen tot energie efficiency verbetering in fabrieken. Tevens een uitleg van de mate van gebruik van hernieuwbare energie ten opzichte van het totale energie verbruik (%). Het gebruik van hernieuwbare energie wordt uitgerekend op basis van specifieke energie per energiesoort. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag worden meest relevante maatregelen op het gebied van energie efficiency verbetering genoemd. Tevens wordt het percentage hernieuwbare energie gerapporteerd over het rapportage jaar. In het duurzaamheidsindicatoren rapport wordt een meerjarig overzicht gegeven van deze indicatoren.

EN 7 – (Indirecte) Energie besparing initiatieven GRI definitie: Initiatieven ter verlaging van het indirecte energieverbruik en reeds gerealiseerde verlaging. Agrifirm: uitleg van indirecte energie besparende maatregelen die genomen zijn om te komen tot energie efficiency verbetering in fabrieken. Geen specifieke indicatoren.


14

EN 12 – Beschrijving gevolgen op biodiversiteit GRI definitie: beschrijving van significante gevolgen van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden. Agrifirm definitie: beschrijving van gevolgen van de activiteiten van Agrifirm op biodiversiteit op lokaal en internationaal niveau. Er wordt geen rekening gehouden met de biodiversiteitswaarde van beschermde gebieden. Elementen die invloed hebben op biodiversiteit op lokaal niveau:

> > > > >

Fosfaat efficiency van planten en dieren, het voorkomen van verliezen naar bodem of mest.* Stikstof efficiency van planten en dieren, het voorkomen van verliezen naar bodem of mest. Fysische conditie van de bodem, gekenmerkt door organische stof gehalte en bodem leven. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen. Directe bescherming van de vogelstand.

Agrifirm hanteert bij haar Fosfaat initiatieven de Europese kader richtlijn water als uitgangspunt. Deze richtlijn gaat in op het voorkomen van nadelige effecten van uitspoeling van oa fosfaat naar het oppervlakte water. Fosfaat is ook een mineraal dat gedelft wordt uit mijnen, dit maakt van Fosfaat ook een eindige grondstof. Initiatieven van Agrifirm ten aanzien van het hergebruiken van Fosfaat (bv mestverwerking) zijn binnen het framework van maatschappelijke jaarverslaggeving gecategoriseerd onder ‘recycling’. Elementen die invloed hebben op biodiversiteit op internationaal niveau:

> Landgebruik, waarbij zo min mogelijk landgebruik voor productie van veevoer leidt tot meer beschikbaarheid van land

voor bestemmingen met een hogere biodiversiteitswaarde.

Fosfaat

Stikstof

Fysische

GBM

Vogelstand

Landgbruik

efficiency

efficiency

conditie

direct

voor veevoer

Agrifirm Group Agrifirm Feed

X

X

X

Nuscience Agrifirm Deutschland Agrifirm Polska

X


X

Agrifirm Co-products Agrifirm Belgium Agrifirm Plant

X

X

X

X

X

Abemec Oldambt

X

Agrifirm Exlan NutriControl Agrifirm Winkel Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt de volgende duurzaamheidsindicatoren gerapporteerd over biodiversiteit:

> de hoeveelheid fosfaat (kg/jaar) dat middels voermaatregelen van de varkens- en rundvee sector uit de Nederlandse markt

is gehouden gerapporteerd. Referentiejaar 2008/2009.

(varkens, legpluimvee, vleespluimvee en melk) van alle veevoer bedrijven van Agrifirm.

en compost.

> het landgebruik (eenheid: m2/kg ei, melk, levend gewicht) voor de verschillende dierlijke productie systemen berekend > de hoeveelheid bemiddelde organische mest (kg/jaar) door Agrifirm Plant. Categorieën vloeibare mest, stapelbare mest


15

EN 14 – Biodiversiteit initiatieven GRI definitie: Strategieën, huidige maatregelen en toekomstige plannen voor het beheersen van de gevolgen van de biodiversiteit. Agrifirm definitie: uitleggen van bijdrage van R&D afdelingen aan het beheersen en voorkomen van nadelige effecten op de biodiversiteit middels projecten. Middels de duurzaamheidsscan, uitgevoerd bij Agrifirm Innovation Center en R&D Plant, wordt inzichtelijk gemaakt in welke mate projecten bijdragen aan elementen die invloed hebben op de biodiversiteit. De score per element wordt uitgedrukt als percentage projecten van het totale aantal uitgevoerde projecten per R&D afdeling. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt uitleg gegeven over toekomstige strategien ten aanzien van biodiversiteit via de duurzaamheidsscan. Voor relevante initiatieven op andere aspecten van biodiversiteit worden de belangrijkste initiatieven bij bedrijven benoemd. In het duurzaamheidsindicatoren rapport

EN 16 Broeikasgas emissies GRI definitie: Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht. Agrifirm definitie: Totale directe en indirecte emissies van broeikasgas emissies naar functionele eenheid ei, vlees (levend gewicht) of melk dat het boerenerf verlaat. Geldend voor de Nederlandse activiteiten (kg CO2-eq / kg functionele eenheid levend gewicht, ei of melk). Voor het berekenen van de carbon footprint wordt de tool ‘FeedPrint’ gebruikt. Een internationaal erkende tool. Deze tool rekent volgens de Life cycle analysis methode de carbon footprint van verschillende dierlijke productie systemen de carbon footprint. Deze methode kent de volgende life cycle stages voor dierlijke productie systemen:

> > > >

Teelt van mengvoergrondstoffen Teelt van ruwvoer Het dierlijke productie systeem (boerenerf) Transport

Meer informatie over FeedPrint is te vinden op: http://www.wageningenur.nl/nl/show/Feedprint.htm Voor het berekenen van de carbon footprint worden werkelijke gemiddelde voersamenstellingen per levensfase van dieren gebruikt en werkelijk aangekochte volumes grondstoffen. Er wordt een schatting gemaakt van de origine van grondstoffen. Dierlijk productie systeem

Functionele eenheid

Verrekende levensfasen

Varkensvlees

Kg levend gewicht

Big, zeug, afmest

Leghennen

Kg ei

Opfok, productief

Vleeskuiken

Kg levend gewicht

Starter, afmest

Melkvee

Kg melk

Kalf, productief

Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag worden de resultaten van de verschillende dierlijke productie over het rapportage jaar gerapporteerd. In het duurzaamheidsindicatoren verslag worden de meerjarige resultaten vanaf 2010 bijgehouden.


16

EN 18 – Broeikasgas emissies initiatieven GRI definitie: Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen. Agrifirm definitie: uitleggen van bijdrage van R&D afdelingen aan het beheersen en voorkomen van broeikasgas emissies middels projecten. Op de volgende aspecten die allen invloed hebben op de carbon footprint kan Agrifirm, middels haar kern competenties, een bijdrage leveren:

> Reductie Carbon footprint (zware broeikas gassen). Projecten die bijdragen aan een vermindering van methaan uitstoot

of lachgas emissies.

of eieren.

in de fabriek en dus lagere energie kosten, bijvoorbeeld door: nieuwe technologie, toepassing meel ipv pellets, efficiënte

transport concepten.

> Reductie Carbon footprint (voeder conversie). Projecten die bijdragen aan een betere omzetting van voer naar melk, vlees > Reductie Carbon footprint (energie verbruik in fabriek en transport). Projecten die leiden tot een efficiënter gebruik van energie

Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt middels resultaten uit de duurzaamheidsscan een toelichting gegeven hoe Agrifirm een bijdrage levert aan het beperken van de impact van broeikasgassen. In het duurzaamheidsindicatoren verslag wordt geen verdere toelichting gedaan over dit aspect.

EN 26 – Compensatie van nadelige milieu effecten initiatieven GRI definitie: Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten en de omvang van deze compensatie. Agrifirm definitie: benoemen van bijzondere projecten/ontwikkelingen die bijdragen aan het sterk reduceren/compenseren van milieu effecten. Vaak gaat het om projecten vanuit de afdeling CSR van Agrifirm Group. Het gaat hier om projecten die niet sectoraal zijn opgepakt. Bv pro-actieve projecten die bijdragen aan tegemoet komen aan afspraken uit het verdag van Den Bosch, maar die nog niet sectoraal opgepakt zijn. Het kan gaan om initiatieven zoals NW Europese soja, carbon footprint berekeningen, mest, hernieuwbare energie of LNG. Rapportage: Agrifirm neemt belangrijke initiatieven in dit kader op in haar maatschappelijk jaarverslag.


17

EN 29 – Transport GRI definitie: Significante milieugevolgen van het transport van producten en andere goederen en materialen die worden gebruikt voor de activiteiten van de organisatie en het vervoer van personeelsleden. Agrifirm definitie: diesel (l) en benzine (l) gebruikt voor transport van veevoer voor alle materiele transporten binnen Agrifirm group. Aangevuld met het totaal aantal lease contracten van auto’s met energie label A (greenlease) voor Nederlandse activiteiten in Q4 van het rapportage jaar. Om de internationale impact voor transport van grondstoffen te illustreren hanteert Agrifirm reeds enkele jaren het begrip feedmiles. Deze worden jaarlijks uitgerekend voor alle veevoer bedrijven van Agrifirm. Feedmiles worden kennen de eenheid km/ton ei, melk of Levend gewicht en wordt berekend voor de verschillende dierlijke productie systemen waarvoor deelnemende bedrijven het voer produceren. Uitleg van de berekeningsmethode van de feedmiles wordt uitgelegd in de bijlage van dit protocol.

Beschrijving transport

Diesel

Benzine

Greenlease

Feedmiles

Agrifirm Group

Nvt

x

Agrifirm Feed

eigen + uitbesteed

x

x

Nuscience Group

eigen

x


eigen*

x

x

Agrifirm Polska

eigen + uitbesteed

x

x

x


eigen + uitbesteed

x

x

x


eigen + uitbesteed

x

x

Agrifirm Belgium

eigen + uitbesteed

x

Agrifirm Plant

Nvt**

Abemec

Zakelijk transport

Oldambt

Nvt

Agrifirm Exlan

Nvt

x

NutriControl

Nvt

x

Agrifirm Winkel

Nvt

x

x

x

x

x

* In Duitsland komen veel klanten veevoer zelf afhalen van de fabriek. Verbruiken daarvoor niet te schatten. ** Materialiteit van transport verbruiken bij Agrifirm Plant niet te bepalen omdat transporten van Agrifirm Plant gecombineerd

plaats vindt met transporten van andere niet Agrifirm bedrijven.

Rapportage: In maatschappelijk jaarverslaggeving wordt het geconsolideerde group totaal per energie soort gerapporteerd. In het duurzaamheidsindicatoren rapport wordt het meerjarig overzicht per bedrijf getoond vanaf 2011. Gegevens worden opgevraagd via de CSR questionnaire. De greenlease rapportage wordt jaarlijks informeel opgevraagd bij director HR van Agrifirm Group. In het maatschappelijk jaarverslag wordt gerapporteerd over het gebruik in een bepaald jaar. In het duurzaamheidsindicatoren rapport wordt het meerjarig overzicht getoond vanaf 2011.


18

LA 1 – Personeelsbestand GRI definitie: Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio. Agrifirm definitie: Personeelsbestand (hoeveelheid medewerkers) per bedrijf naar functiefamilie en type contract (vast, flexibel). Onderverdeling naar functie familie:> Nutritie & Innovatie

> Management > Commercie > Staf ondersteuning & services

> Operations > Restgroep

Peildatum 31/12 van rapportage jaar. Hoeveelheid contracten bepaalde tijd (incl. ingehuurd personeel (bv uitzendkrachten/interim) met de intentie dat deze overgaan op de eigen payroll), onbepaalde tijd. Het personeelsbestand is geregistreerd bij de HR afdeling van elk bedrijf. De informatie wordt opgevraagd via de CSR vragenlijst. Voor Agrifirm Group B.V. en de Nederlandse componenten van Feed, Plant, Exlan, NutriControl en Abemec zijn deze gegevens uit het personeelsinformatiesysteem Workforce te halen. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt inzicht gegeven in de geconsolideerde group totalen. Tevens een overzicht van de totale hoeveelheid van de verschillende bedrijven uitgedrukt in procenten van het totale personeelsbestand van Agrifirm.

LA 4 - CAO GRI definitie: Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt.

via een Agrifirm definitie: de arbeidsrechten> worden oparbeidscontract verschillende manieren beschermd in de landen waar Agrifirm actief is, nl:

> Via een cao > via de wet

> via een sociaal plan

Wetgeving

Arbeidscontract

CAO

Sociaal plan

Agrifirm Group

x

x

x

x

Agrifirm Feed

x

x

x

x

Nuscience Group

x

x

NL


x

x

Agrifirm Polska

x

x


x

x


x

x

NL

Agrifirm Belgium

x

x

x

Agrifirm Plant

x

x

x

x

Abemec

x

x

x

x

Oldambt

x

x

x

x

Agrifirm Exlan

x

x

x

x

NutriControl

x

x

x

x

Agrifirm Winkel

x

x

x

x

*Voor Agrifirm Co-products en Nuscience Group geldt dat de Nederlandse activiteiten vallen onder een cao. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag van 2011 is gerapporteerd over bovenstaande deelname aan de cao. Ervaren is dat dit niet wijzigt; en hier in de opvolgende jaren niet meer over te rapporteren in het hoofdverslag. Een meerjarig overzicht van het percentage medewerkers vallend onder een cao wordt wel gerapporteerd in het duurzaamheidsindicatoren verslag. Agrifirm - Protocol voor maatschappelijk jaarverslag

19

LA 7 – veiligheid en ziekteverzuim GRI definitie: Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen-, en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio. Agrifirm definitie ziekteverzuim: (Totaal aantal verzuimuren / totaal aantal werkuren) * 100% (Incl. verrekening partieel verzuim (arbeidstherapie = werken), excl. verzuim als gevolg van zwangerschap en/of orgaan donatie). Ziekte verzuim wordt geregistreerd bij elke HR afdeling van elk bedrijf. De informatie wordt jaarlijks opgevraagd door de Agrifirm group middels de CSR vragenlijst.Voor Agrifirm Group B.V. en de Nederlandse componenten van Feed, Plant, Exlan, NutriControl en Abemec worden deze gegevens uit het personeelsinformatiesysteem Workforce gehaald. Agrifirm definitie veiligheid: Binnen Agrifirm werken wij met lost time accidents (LTA), ongevallen met verzuim als gevolg, als basis voor monitoring van de algemene veiligheid binnen het bedrijf. LTA duur (dagen/ongeval): aantal verzuim dagen / aantal ongevallen. LTA frequentie (ongevallen per 100 werknemer): aantal ongevallen / aantal werknemers * 100. LTA percentage (% dagen verzuim door ongevallen): aantal verzuim dagen / (365 * aantal werknemers) *100 Ongevallen frequentie index: (hoeveelheid ongevallen*1 mln) / (hoeveelheid medewerkers*1800) (excl. ongevallen in woon-werk verkeer) Ongevallen dienen geregistreerd te zijn in een ongevallen registratie systeem bij de afdeling HR. Hierin is van elk ongeval een omschrijving van het ongeval en de hoeveelheid verzuim dagen als gevolg van het ongeval aanwezig. Deze informatie wordt jaarlijks opgevraagd via de CSR vragenlijst van de Agrifirm Group. Het aantal werknemers is al bekend bij holding. Rapportage: Van alle bedrijven wordt het verzuimcijfer jaarlijks gerapporteerd in het maatschappelijk jaarverslag. Tevens worden alle geconsolideerd group totalen voor de ongevallen met verzuim gerapporteerd. In het duurzaamheidsindicatoren verslag wordt een meerjarig overzicht geboden op beide aspecten vanaf 2010.

LA 9 – ARBO afspraken GRI definitie: Afspraken over arbo-onderwerpen vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden. Agrifirm definitie: voor afspraken over de ARBO verwijst Agrifirm naar de cao graanbe- en verwerkende industrie. Rapportage: Over dit aspect wordt niet gerapporteerd in het maatschappelijk- of duurzaamheidsindicatoren verslag.

LA 10 – Opleiding GRI definitie: Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemers categorie. Agrifirm definitie: Werkelijke uitgaven door medewerkers aan opleiding (out of pocket, exclusief subsidies). Dit onderverdeeld naar functiefamilies:

> Management > Commercie > Staf ondersteuning & services

> Nutritie & Innovatie > Operations > Restgroep

Onder opleiding vallen ook periodiek herhaalde (veiligheids) trainingen en/of instructies. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt van alle bedrijven het naar hoeveelheid werknemers per functiefamilie gewogen gemiddelde aan opleidingskosten gerapporteerd. In het duurzaamheidsindicatoren rapport wordt een meerjarig overzicht gegeven hiervan vanaf 2010.


20

LA 11 – Competentie management initiatieven GRI definitie: Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren die de blijvende inzetbaarheidheid van medewerkers garanderen en hen helpen bij het afronden van hun loopbaan. Agrifirm definitie: het aanbieden van een garantie dat werknemers kunnen werken aan de ontwikkeling van competenties valt binnen Agrifirm onder ‘Performance Management’. Performance management omvat een cyclus van gesprekken met werknemers waarbij een plan gemaakt wordt en evaluatie vastgelegd wordt. Nl: het planningsgesprek, het functionerings gesprek en het beoordelingsgesprek. Een van de doelstellingen van performance management is om eigen opgeleid personeel door te laten groeien naar MT posities. Daartoe is de mobiliteitsindex in gebruik genomen (% MT leden dat in vorige functie werkzaam was binnen een van de Agrifirm bedrijven) Vanaf 2012 worden de belangrijkste voortgangen en initiatieven ten aanzien van performance management gerapporteerd. Rapportage: In het maatschappelijk worden de belangrijkste initiatieven en resultaten ten aanzien van performance management bij de verschillende bedrijven aangehaald. Tevens wordt in elk maatschappelijk jaarverslag de mobiliteitsindex van het rapportage jaar geschreven. In het duurzaamheidsindicatoren rapport wordt een meerjarig overzicht gegeven van de mobiliteitsindex.

LA 12 – Competentie management resultaten GRI definitie: Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling. Agrifirm definitie: het percentage bedrijven binnen Agrifirm Group dat performance management geïmplementeerd heeft. Daarnaast het geconsolideerde totaal op group niveau, uitgedrukt als percentage werknemers van de totale hoeveelheid werknemers, die de volledige performance management cyclus hebben aangeboden gekregen in het rapportage jaar. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt verslag gedaan van het geconsolideerde totaal op group niveau, uitgedrukt als percentage werknemers van de totale hoeveelheid werknemers, die de volledige performance management cyclus krijgen aangeboden. In het duurzaamheidsindicatoren verslag wordt het meerjarig beeld van performance management bij alle bedrijven gepresenteerd.

LA 13 – Diversiteit GRI definitie: Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers naar categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en andere indicatoren van diversiteit. Agrifirm definitie: Personeelsbestand (hoeveelheid medewerkers) per bedrijf naar geslacht (man, vrouw) en leeftijd (<29, 30-50, >50 jaar). Peildatum 31/12 van rapportage jaar. Het personeelsbestand is geregistreerd bij de HR afdeling van elk bedrijf. De informatie wordt opgevraagd via de CSR vragenlijst. Voor Agrifirm Group B.V. en de Nederlandse componenten van Feed, Plant, Exlan, NutriControl en Abemec zijn deze gegevens uit het personeelsinformatiesysteem Workforce te halen. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt inzicht gegeven in de geconsolideerde group totalen. Tevens een overzicht van de totale hoeveelheid van de verschillende bedrijven uitgedrukt in procenten van het totale personeelsbestand van Agrifirm.

HR 4 – Discriminatie GRI definitie: Totaal aantal gevallen van discriminatie en de getroffen maatregelen. Agrifirm definitie: hoeveelheid meldingen met discriminatie als aard die via de klokkenluiderregeling en/of de code ethisch zaken doen binnen zijn gekomen bij de directeur HR van Agrifirm Group. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt melding gemaakt van alle meldingen die in het kader van de klokkenluidersregeling en/of ethische zaken bij de directeur HR zijn binnen gekomen. Tevens worden bijzondere initiatieven ter voorkoming van corruptie en discriminatie hieromtrent benoemd. Agrifirm - Protocol voor maatschappelijk jaarverslag

21

SO 1 – Medewerker tevredenheid GRI definitie: Aard, reikwijdte en effectiviteit van alle programma’s en methoden die de effecten van de activiteiten op gemeenschappen bepalen en beheren, waaronder vestiging, activiteiten en vertrek. Agrifirm definitie: de definities binnen het 2-jaarlijkse medeweker tevredenheidsonderzoek gelden in dit kader. Per jaar rapporteren bedrijven over welke focus zij gehad hebben op het vlak van medeweker betrokkenheid. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt gerapporteerd op welke aspecten van medeweker tevredenheid focus is geweest. Belangrijkste initiatieven worden genoemd in het verslag.

SO 4 – Corruptie GRI definitie: Maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van gevallen van corruptie. Agrifirm definitie: Agrifirm definitie: de hoeveelheid van meldingen met corruptie als aard die via de klokkenluiderregeling en/of de code ethisch zaken doen binnen zijn gekomen bij de directeur HR van Agrifirm Group. Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag wordt melding gemaakt van alle meldingen die in het kader van de klokkenluidersregeling en/of ethische zaken bij de directeur HR zijn binnen gekomen. Tevens worden bijzondere initiatieven ter voorkoming van corruptie en discriminatie hieromtrent benoemd.

PR 1 - Voedselveiligheid GRI definitie: Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld met het oog op verbetering en het percentage van belangrijke producten diensten categorieën die aan dergelijke procedures onderhevig zijn. Agrifirm definitie: Agrifirm beoordeeld in diverse stadia het effect van haar producten op de gezondheid en veiligheid voor medewerkers en andere betrokkenen. Daarnaast vind er ook certificering plaats ten aanzien van de voedselveiligheid van onze producten.

Product ontwikkeling

en nutritie

Inkoop

Operations

Sales

Transport


Interne + externe audits




Nuscience Group










Agrifirm Polska Interne audit Interne audit


Interne audit


Supplier, externe audit

Internal audits

Externe audit


Interne + externe audit





Agrifirm Belgium






Interne, leveranciers audits

Interne audits

Interne audits

Interne audits

Agrifirm Plant Interne audits


Abemec Oldambt


Agrifirm Exlan NutriControl Agrifirm Winkel


22

Voedselveiligheid certificaten


GMP+

HACCP

Trustfeed

SKAL

Nuscience Group

GMP+

ACS

Lastenboek

Cochon de Bretagne

Viande de Porc


QS

GMP

Agrifirm Polska

GMP

ISO9001:2008


HACCP

ISO13001:2004

ISO22000:2005


GMP+

Agrifirm Belgium

GMP+

Agrifirm Plant

GMP

ISO

CDG

Abemec Oldambt

GMP+

SKAL

Agrifirm Exlan NutriControl Agrifirm Winkel Rapportage: In het maatschappelijk jaarverslag rapporteert Agrifirm over de belangrijkste verbeteringen en/of resultaten die aangebracht zijn ten aanzien van het borgen van de voedselveiligheid.


23

Bijlage 1: Milieu impact berekeningen Jaarlijks berekent Agrifirm de milieu impact van haar mengvoer. Het uitgangspunt daarbij is dat voor de belangrijkste dierlijke productie systemen (varkens, pluimvee en melkvee) de impact wordt berekend op het wereldwijd niveau. De volgende indicatoren horen bij de vervolgende duurzaamheidsthema’s:

Thema

Indicator

Eenheid +

Uitleg

rekeninstrument Biodiversiteit

Landuse

M2/kg fu* VAA

Hoe minder land er nodig is voor de productie van melk, vlees of eieren (kg), hoe meer land er over blijft voor gebruik met een hogere biodiversiteitswaarde.

Resource efficiency en recycling

Co-producten

% VAA

Indien gewassen uit de teelt van een gewas niet volledig verwerkt worden in veevoer; maar een tussenstap hebben ondergaan waardoor het gehele gewas een hogere opbrengst heeft, dan is sprake van efficiënter grondstof gebruik. Praktisch betekend dit dat producten uit de ‘hoogwaardigere’ humane voedsel- of biobrandstoffen industrie ‘gerecycled’ worden in de ‘laagwaardigere’ veevoer industrie. De grondstoffen die hierbij gepaard gaan noemt men ook wel ‘co-producten’.

Gebruik van residual co-products

% Handmatig

Co-producten die een economische allocatie hebben van minder dan 5% van de totale waarde van de ruwe grondstof worden in milieu impact berekeningen niet meegenomen (spin-off methode). Deze producten worden toch hoogwaardig toegepast via veevoer.

Gebruik van soja producten

% Handmatig

Soja producten (soja hullen en soja schroot) worden in het duurzaamheidsverslag apart benoemd, omdat er maatschappelijke discussie bestaat over de mate waarin hier sprake is van ‘recycling’.

Gebruik van palm producten

% Handmatig

Palm producten (palm kernel expeller) wordt in het duurzaamheidsverslag apart benoemd, omdat er maatschappelijke discussie bestaat over de mate waarin hier sprake is van ‘recycling’.

Carbon footprint

Kg CO2-eq / kg fu FeedPrint

Broeikasgasemissies zijn de oorzaak voor klimaat verandering. De wereldwijde bijdrage van de veehouderij aan klimaat verandering is geschat op 18% (bron: lifestock’s long shadow, FAO 2006).

Feedmiles

Km/kg fu VAA

Transport draagt voor een wezenlijk deel bij aan de carbon footprint van melk, vlees of eieren. Via een aparte indicator wordt de gemiddelde afstand van grondstoffen voor de productie van melk, vlees of eieren jaarlijks gemonitord.

Gebruik van hernieuwbare energie

% Handmatig

Het gebruik van hernieuwbare energie is een van de maatregelen om bij te dragen aan vermindering van klimaatverandering.

Klimaat verandering

*Fu staat voor ‘functionele eenheid’. Het gaat om kg levend gewicht (LW), kg ei of kg melk.


24

Life Cycle Analyse (LCA) Voor de milieu impact berekeningen van Agrifirm wordt normaliter gebruik gemaakt van een product life cycle analyse (LCA). Voor melk, vlees en eieren ziet deze er als volgt uit:

In een LCA voor broeikasgas emissies (BKE) of voor landgebruik worden de diverse schakels binnen de product levenscyclus van melk, vlees of eieren meegenomen om tot een uiteindelijke impact te komen. De keten start bij de teelt van de grondstoffen (inclusief land gebruik en landgebruikswisseling door bv ontbossing (LuLuc)), maar behelst ook de verwerking, veefabrieken en gebruik van mengvoer en krachtvoer bij de dieren op de boerderij. Landgebruik (melk, vlees, eieren) =

(landgebruik teelt grondstof 1 * allocatie door agro industrie) +

(landgebruik teelt grondstof 2 * allocatie door agro industrie) +

(landgebruik teelt grondstof 3 * allocatie door agro industrie)…

Broeikasgasemissies (melk, vlees, eieren) =

(BKE teelt grondstoffen * allocatie door agro industrie + BKE dierlijk

productie systeem + BKE transporten + BKE LuLuc) / volume product

Economische allocatie Voor de berekening van de landuse bepaald de schakel ‘crop growing’ het landgebruik van de gewassen in een bepaald land. Echter een gewas wordt niet in alle gevallen volledig verwerk, zo wordt in de ‘agro industrie’ vaak een product gesplitst in meerdere stromen (bv tarwe naar tarwe gluten meel en bloem). In dat geval wordt de economische allocatie factor gebruikt om de impact op landgebruik te verdelen over producten. Economische allocatie factor =

(economische waarde van een veevoer grondstof / totale economische waarde van alle grondstoffen uit een teeltgewas) * 100%

Bij het vaststellen van de allocatie factor wordt gerekend met het 5 jaren gemiddelde van de economische waarde van grondstoffen.


25

Afbakening van de LCA De streepjeslijn in de bovenstaande LCA is de afbakening die Agrifirm hanteert bij haar milieu impact berekeningen. Achterliggende beredenering is dat wij op dit vlakken daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen via inkoop, transport, verwerking en het optimaal laten presteren van dieren. Dataverzameling en berekening van landuse, feedmiles en co-producten De milieu impact worden voor de meest relevante dierlijke productie systemen waar de verschillende bedrijven van Agrifirm voer voor produceert uitgevoerd. Dit zijn de volgende: Dairy milk Broilers live weight Layers eggs Pigs live weight Agrifirm Feed

x

x

Agrifirm Belgium

x

x

x

x


x

x

x

Agrifirm Poland

x

x

x

Agrifirm Hungary

x

x

x

Jaarlijks, medio januari vindt dataverzameling plaats voordat de berekeningen plaats vinden. Voor alle betrokken bedrijven is het verzoek eenduidig. Er dient in een standaard Excel format de volgende data aangeleverd te worden: > Inkoop van grondstoffen (volume, origine en origine van levering en origine van de teelt van het gewas) > Voersamenstelling van de verschillende dierlijke productie systemen > Transportgegevens van vervoerd mengvoer (afstand, volume en gemiddeld volume geleverd per afleveradres) De aangeleverde file wordt opgewerkt naar een bestand dat te uploaden is naar een online rekentool. Het opwerken omvat de volgende activiteiten: > vertalen van grondstoffen naar namen uit grondstoffen database, zie bijlage. > het standaardiseren van grondstoffen naar herkenbare grondstoffen uit grondstoffen database, zie bijlage. > controleren van grondstoffen op aanwezigheid in background file. > controle op volledigheid van informatie. Nadat de file is geüpload en de internet tool de indicatoren heeft uitgerekend vinden de volgende controles plaats: > voeder conversie. Dit is de factor waarmee voer omgezet wordt in functionele eenheid (ei, levend gewicht of melk). Gezien de grote impact van de voeder conversie moet deze gelijk zijn aan de vooraf vastgestelde normen. > share mass. Dit is de mate waarin grondstoffen van de bedrijven herkend zijn in de grondstoffen database. Dit moet minimaal 75% zijn. Overige zijn ‘kleine’ grondstoffen (premixen, concentraten) die niet meegenomen worden in de berekeningen. > extra controle van origine van top 20 volumes grondstoffen


26

Consolidatie van landen resultaten van landuse, feedmiles en co-producten Uit de online rekentool zijn de resultaten overgenomen in een Excel consolidatie omgeving. Vandaar uit zijn per voersoort de resultaten uitgerekend over de gehele levenscyclus van de dieren. De volgende voeren zijn meegenomen in de berekening: Bron

Varkens

Legpluimvee

Vleespluimvee

Melk

Agrifirm Feed

SAP, Business warehouse

Zeugen Biggen Vleesvarkens

Gangbaar foktoom LPV Gangbaar Opfok LPV Gangbaar leghennen (per 2012 excl biologisch)

Foktoom VPV Opfok VPV Vleeskuikens

Melkvee

Agrifirm Belgium

Nutritionist


Opfok legpluimvee Legpluimvee

Feed Deutschland

SAP


Gangbaar foktoom LPV Gangbaar Opfok LPV Gangbaar leghennen

Opfok VPV Vleeskuikens

Melkvee

Agrifirm Poland

SAP

Sows Piglets Fattening pigs

Layers

Broilers

Dairy

Agrifirm Hungary

SAP / Bestmix

gestation sow Gilt starter 1 starter 2 fattener 1 fattener 2 fattener 3

prelayer starter 1 starter 2 Laying hen 1 Laying hen 2 Laying hen 3 Laying hen 4

Starter Prestarter Grower Finisher

Per voersoort, levensfase wordt een totale landuse of feedmiles berekend. De som van alle resultaten van de voersoorten vertegenwoordigd de indicatoren welke gedeeld kunnen worden over het door het voer geproduceerde gewicht eieren, melk of levende dieren. Voor consolidatie op groepsniveau worden de resultaten per bedrijf per dierlijk productie systeem naar gewicht gemiddeld. Meer uitleg over de berekening van de milieu indicatoren feedmiles, landuse en %co-producten is te vinden in Continuous sustainability measurements as part of CSR policy of Cehave Landbouwbelang (Scholten, 2009). Vergelijken met voorgaande jaren van landuse, feedmiles en co-producten Elk jaar wordt de grondstoffen database aangescherpt en voorzien van nieuwe informatie. Bij het vergelijken van de resultaten van het vorige jaar zijn de resultaten uit de vorige jaren niet opnieuw uitgerekend met de nieuwe grondstoffen database.

RA 04-13

Voortgang zichtbaar over de jaren is daarmee deels ook het resultaat van verbeterd inzicht over de impact van de grondstoffen.


27

Protocol voor maatschappelijk jaarverslag. Bijlage ter ondersteuning van het maatschappelijk jaarverslag 2012

Recommend Documents