Maatschappelijk jaarverslag 2012
JeugdzorgPlus instelling
Icarus is een onderdeel van: SJSJ - Pater Kustersweg 8 - 6267 NL Cadier en Keer
Maatschappelijk jaarverslag 2012
Inhoudsopgave Pagina Inleiding.......................................................................................... 3 1 Profiel van de organisatie ............................................................. 5 2 Kernprestaties ............................................................................. 6 3 Maatschappelijk ondernemen..................................................... 10 4 Toezicht, bestuur en medezeggenschap ...................................... 13 5 Beleid, inspanningen en prestaties.............................................. 17
2
Maatschappelijk jaarverslag 2012
Inleiding Stichting Jeugdzorg St. Joseph, verder te noemen SJSJ, heeft in 2012 het herijkingsproces van haar missie en visie afgerond. Op basis hiervan hebben het managementteam, leden van de organisatie en van het middenkader, ondernemingsraad en behandelstaf zich gebogen over de ambities voor de toekomst en de strategische kansen en bedreigingen. Dit heeft geleid tot het Strategiekompas SJSJ, waarin een vijftal organisatiebrede ambities zijn verwoord die de komende jaren mede richtingbepalend zullen zijn. Hierin ligt ook de verbinding naar de planning- en verantwoordingcyclus voor onze werkorganisaties de Justitiële Jeugdzorginstelling Het Keerpunt en de JeugdzorgPlusinstelling Icarus. Voor alle medewerkers was 2012 in velerlei opzichten een bewogen en tevens emotioneel jaar. In dit licht wil ik op de eerste plaats stilstaan bij de tragische verdrinking van een jongere die bij Icarus verbleef en die tijdens een zomerkamp in de Belgische Ardennen hierdoor om het leven kwam. Een incident dat ons diep heeft geraakt. Wij allen hopen dat een ongeval met een dergelijk ernstige afloop nooit meer zal plaatsvinden. In het dynamische jaar 2012 hebben zich ook andere gebeurtenissen voorgedaan. Zo was 2012 opnieuw een jaar waarin wij langdurig in onzekerheid waren over de toekomst van de J.J.I. Het Keerpunt. Pas tegen het einde van het jaar ontvingen wij het verlossende woord van het ministerie van Veiligheid en Justitie dat Het Keerpunt open blijft. Dit, terwijl vier andere justitiële inrichtingen worden gesloten. Het Keerpunt krijgt in 2013 de bestemmingen Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV) en Individuele Traject Afdeling (ITA) erbij. SJSJ is in 2012 wederom positief beoordeeld door diverse inspecties, te weten de brandveiligheidinspectie, de controle-audit ten behoeve van het behoud van het HKZ-certificaat en de RINO-visitatie. Icarus heeft mede op verzoek van collega-instellingen in het verslagjaar tijdelijk 20 plaatsen gerealiseerd ten behoeve van jongeren uit de regio Zuidwest. In 2012 hebben de voorbereidingen voor de ombouw van bedden naar trajecten bij Icarus, onze JeugdzorgPlusinstelling, als gevolg van de implementatie van het beleidskader zorgtrajecten van het ministerie van VWS, geleid tot de ‘Businesscase zorgtrajecten Icarus’. In 2013 zal deze businesscase tot uitvoering worden gebracht en groeien we toe naar de implementatie van JeugdzorgPlustrajecten. SJSJ blijft ambitieus. Het uitdragen en nastreven van die ambities betekent het telkens op zoek zijn naar nieuwe uitdagingen en verruiming van de dienstverlening. SJSJ wil haar horizon verbreden en uitgroeien naar een multifunctionele organisatie die voorziet in jeugd- en (jong)volwassenenzorg, alsmede in voor deze doelgroepen geëigende zorg, behandel-, en (praktijk)onderwijs-programma’s. Te denken valt aan de verdere ontwikkeling van een instelling voor adolescenten, een voorziening voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen en forensische zorg voor licht verstandelijk beperkte jongeren en (jong)volwassenen. De ambitie van SJSJ om zich tot een multifunctionele organisatie te ontwikkelen past in de voornemens ten aanzien van de herpositionering en herinrichting van meer specialistische jeugdzorg. Sinds 2012 beschikt SJSJ over een WTZi-toelating. SJSJ heeft in 2012 tevens meegedaan met de inkooprondes van het zorgkantoor met een specifiek aanbod voor multi-problemen gezinnen. In 2013 zullen wij dit aanbod opnieuw in de inkooprondes inbrengen. Internationale contacten met collega-instellingen in België en Roemenië zijn verder aangehaald en de mogelijkheden zijn onderzocht om tot een twinningrelatie te komen.
3
Maatschappelijk jaarverslag 2012
Het tweede gezinshuis is in november 2012 geopend en het streven is met nog één of enkele gezinshuizen te starten in 2013. De Commissie Samson heeft haar eindrapport van het onderzoek naar misbruik binnen de jeugdzorg gepresenteerd. Jongeren en medewerkers van Icarus hebben aan dit grootschalige onderzoek hun medewerking verleend. De voorbereidingen voor Intercamp 2013 hebben in 2012 een aanvang genomen. Dit groots internationaal scoutingevenement gaat, evenals in 2005, tijdens Pinksteren 2013, bij SJSJ plaatsvinden. Bij al ons werk heeft het bieden van zorg en perspectief voor de jongeren het primaat en is leidend bij de voortschrijdende ontwikkeling van de organisatie met een integrale en efficiënte bedrijfsvoering, die tevens voldoet aan de wensen en eisen van haar opdrachtgever(s), toezichthouders, samenwerkingspartners en stakeholders. De organisatie ziet het als haar taak de medewerkers optimaal toe te rusten via onder meer competentievergroting en de medewerkers te binden en te boeien, opdat zij hun werk met uitdaging en plezier kunnen blijven doen. Het werk met de jongeren uit de doelgroep vraagt immers van de medewerkers een voortdurende inzet en motivatie. Ik vertrouw erop dat we met de vasthoudendheid, de betrokkenheid en het doorzettingsvermogen waarmee we de onzekerheid en uitdagingen van 2012 het hoofd hebben geboden, ook de toekomst tegemoet zullen treden.
Cadier en Keer, mei 2013 drs. J. Rombout directeur/bestuurder
4
Maatschappelijk jaarverslag 2012
1
Profiel van de organisatie
Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina/website Rechtsvorm
Stichting Jeugdzorg St. Joseph –Icarus Pater Kustersweg 8 6267 NL Cadier en Keer 043-4077150 41076982
[email protected] www.sjsj.nl stichting
De organisatie Stichting Jeugdzorg St. Joseph (SJSJ) is een multifunctionele jeugdzorginstelling in Limburg die bestaat uit enkele werkorganisaties: Icarus, de JeugdzorgPlus instelling en Het Keerpunt, de justitiële jeugdzorginstelling. Binnen Icarus zijn er naast de leefgroepen thans twee gezinshuizen. Zorg en cliëntgroepen SJSJ heeft als missie ‘Mee investeren in de leefbaarheid van de maatschappij door te werken aan het toekomstperspectief van jongeren en (jong)volwassenen’. SJSJ biedt behandeling, begeleiding en in samenwerking met de SOVSO-school St. Jozef onderwijs aan jongeren en (jong)volwassenen met complexe gedragsstoornissen en psychiatrische problematieken, voor wie een trajectmachtiging gesloten jeugdzorg (Icarus) is afgegeven dan wel een strafrechtelijke titel (Het Keerpunt) is toegekend. Dit doen we door het aanbieden van diagnostiek, diverse gedragsinterventies, passend onderwijs, dagbesteding en ook stage- en werktoeleiding. Iedere jongere krijgt een traject op maat, zowel individueel als groepsgericht. Uitgangspunt is dat het verblijf in de gesloten setting zo kort mogelijk is, zo intensief als nodig en dat de behandeling altijd onderdeel uit maakt van een totaaltraject. In dat traject richten we ons op de mogelijkheden, rekening houdend met de beperkingen van de jongere. De eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van het (gezins)systeem spreken we aan. We brengen interactie tot stand tussen onze jongeren en (jong)volwassenen en de maatschappij door bijvoorbeeld voor jongeren werk- en leersituaties te creëren, die een directe bijdrage leveren aan deze maatschappij. SJSJ staat als organisatie midden in de samenleving. Dit betekent dat we alleen succesvol kunnen zijn door nauw samen te werken met ketenpartners. We houden daarin evenwel regie ten aanzien van de hulpverlening; immers alleen op basis van trajectverantwoordelijkheid kan SJSJ een totaaloplossing garanderen. Werkgebied Het primaire werkgebied van Icarus bestrijkt de provincie Limburg en verder hoofdzakelijk de Regio Zuid die gevormd wordt door de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. In 2012 heeft Icarus ook zorg verleend aan jongeren uit de Regio Zuidwest (provincie Zuid Holland); dit betrof 20 tijdelijke capaciteitsplaatsen.
5
Maatschappelijk jaarverslag 2012
2
Kernprestaties
Aantal cliënten
Aantal per 01-01-2012 Aantal per 31-12-2012
Regio Zuid 76 68
Regio Zuidwest 0 0
Capaciteit en productie Aan het begin van het jaar 2012 is Icarus voor de duur van één jaar uitgebreid van 74 naar 94 plaatsen met twee groepen moeilijke jongeren uit de Regio Zuidwest. Deze plaatsen waren verdeeld over negen groepen en een gezinshuis. Begin september is begonnen met de afbouw terug naar 74 plaatsen; dit proces is eind december 2012 voltooid. Icarus heeft nu een capaciteit van 74 plaatsen gesloten jeugdzorg. In november 2012 is een tweede gezinshuis in gebruik genomen. Dat betekent dat er momenteel 12 plaatsen beschikbaar zijn binnen de gezinshuizen en 62 binnen de leefgroepen. Zorgtrajecten In 2012 zijn, in het kader van een verdere kwaliteitsontwikkeling van de gesloten jeugdzorg, pilots zorgtrajecten JeugdzorgPlus gestart. Een JeugdzorgPlus-traject is een in een trajectplan vastgelegd resultaatgericht aaneensluitend geheel van verblijf, zorg en behandeling. Nieuw binnen deze trajecten is dat Icarus ook de regie krijgt over de zorg en behandeling na vertrek uit de leefgroepen. Voor iedere jongere wordt binnen zes weken na plaatsing binnen Icarus een trajectplan opgesteld dat naast het te bereiken perspectief ook aangeeft op welke wijze hier naar toe wordt gewerkt. Alles onder regie van de trajectregisseur. Behandeling bij Icarus is daarbij één onderdeel in het traject, waar ook aansluitende residentiële zorg in een open setting en ambulante zorg thuis of bij zelfstandige kamerbewoning deel van kan uitmaken. Het motto hierbij is dat jongeren zo lang als nodig en zo kort als haalbaar zorg krijgen in de geslotenheid van Icarus maar dat de behandeling en begeleiding ook voort wordt gezet. Het principe van JeugdzorgPlus-trajecten past geheel in de missie en visie van Icarus waarin de gedachte om uit te gaan van continuïteit in hulpverlening rondom jongeren een belangrijke plaats inneemt. In 2012 heeft Icarus zich verder voorbereid op de ombouw naar JeugdzorgPlus-trajecten met ingang van 2013. De businesscase JeugdzorgPlus-trajecten Icarus ‘Icarus verder op weg naar trajecten JeugdzorgPlus’ is voltooid en goedgekeurd door het Ministerie van VWS. Deze wordt momenteel
6
Maatschappelijk jaarverslag 2012
verder geïmplementeerd en dat vraagt naast transitie1 ook transformatie van processen en werkwijzen maar ook van mensen. Zo is onder meer een nieuw format voor een trajectplan ontwikkeld en zijn per perspectief deelarrangementen vorm gegeven en uitgewerkt. Per perspectief wordt een arrangement op maat ingezet dat bestaat uit behandelmodules, interventies, onderwijsdagprogramma en indien noodzakelijk aanvullende therapie en behandeling. Per fase kan de jongere deze vanuit de op dat moment passende plek volgen. Vanuit de gesloten leefgroep als dit nog nodig is, in het gezinshuis en via deeltijdbehandeling thuis of vanuit de zelfstandige woonplek. Ook na afronding van het traject blijft de trajectregisseur nog vinger aan de pols houden om terugval te voorkomen tot maximaal zes maanden na afloop van het traject. De invoering van JeugdzorgPlus-trajecten heeft Icarus aangegrepen om het aanwezige integraal aanbod te versterken en uit te breiden. Icarus heeft al een groot gedeelte zelf in huis (inclusief de gezinshuizen), heeft een ruime ervaring met gesloten jeugdzorg en werkt ook samen in diverse projecten met andere jeugdzorgaanbieders in de regio. Icarus werkt (op projectbasis) samen met jeugdzorgorganisaties uit andere sectoren. Doel hiervan is enerzijds het signaleren en oplossen van lacunes in hulpverlening (nieuw aanbod voor jongeren die tussen de wal en het schip vallen), en ook het toewerken naar een méér longitudinale begeleiding (afstemming). Voorbeelden hiervan zijn: ▪ Samenwerking met (een) instelling(en) voor provinciale open jeugdzorg; ▪ Idem met instellingen voor GGZ; ▪ Idem met instellingen voor LVB-zorg. Specifiek is Icarus meer en meer gaan werken met ambulante begeleiding, daartoe gestimuleerd door de invoering van Work-Wise en geholpen door ervaringen met ambulante hulpverlening van een instelling voor open jeugdzorg. Het werken met JeugdzorgPlus-trajecten past met andere woorden bij de wijze van behandelen die Icarus voorstaat. Binnen de JeugdzorgPlus-trajecten die Icarus aanbiedt, wordt onderscheid gemaakt in vier perspectieven: 1. Naar huis; 2. Zelfstandig; 3. Langer durende zorg; 4. Vervolgvoorziening; Per perspectief is een arrangement ontwikkeld dat op maat wordt ingevuld. Gelet echter op haar specifieke expertise rond stabilisatie en motivatie in combinatie met de specifieke (vaak bovenregionale) doelgroep die binnen Icarus is opgenomen, acht Icarus het noodzakelijk om een vijfde perspectief toe te voegen ‘stabilisatie en motivatie’ en dit te vertalen in twee extra arrangementen: 1. stabilisatie en motivatie en weer terug naar het oorspronkelijk gestarte JeugdzorgPlus-traject; 2. zeer intensieve begeleiding en behandeling om het gericht werken aan perspectief mogelijk te maken. Voor alle jongeren die bij Icarus worden geplaatst, wordt binnen zes weken een trajectplan opgesteld waarin het perspectief wordt benoemd waar naar toe wordt gewerkt en met welk arrangement van begeleiding en behandeling dit bereikt gaat worden. Met andere woorden, voor iedere jongere wordt een traject JeugdzorgPlus vormgegeven via een arrangement op maat. Dit maatwerkarrangement bestaat uit modules die Icarus zelf verzorgt en/of modules die worden uitgevoerd door jeugdzorgpartners, evenwel onder regie van de trajectregisseur van SJSJ. 1
Transitie:gemeenten bereiden zich voor op de overname en inrichting van de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van jeugdggz, provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming en jeugd-lvb.
7
Maatschappelijk jaarverslag 2012
Arbeids- en scholingstoeleiding Eén van de gezamenlijke speerpunten uit het toetsingskader JeugdzorgPlus is het realiseren van de arbeidstoeleiding van de jongere bij zijn/haar vertrek uit een gesloten jeugdzorginstelling. Zo vormt de arbeids- en scholingstoeleiding een belangrijk onderdeel van het JeugdzorgPlus-traject van de jongere en is de individuele trajectbegeleider verantwoordelijk voor de randvoorwaarden van het hele traject. Jongeren krijgen te allen tijde onderwijs. De trajectbegeleider onderhoudt intensieve contacten met onder andere het thuisfront, de gezinsvoogd, bureau jeugdzorg en andere jeugdzorginstellingen. Dit wordt tevens ondersteund door het werkprogramma ‘Aan de slag’. ‘Aan de slag’ is een begeleidingsprogramma met een hoge begeleidingsfrequentie en –intensiteit. Het doel van dit programma is om jongeren met name na de gesloten fase te blijven ondersteunen in het verkrijgen maar vooral ook het behouden van passend werk en onderwijs. Dit programma wordt door de trajectregisseur met name voor jongeren binnen de arrangementen ‘Terug naar huis’, ‘Zelfstandigheid’ en ‘Langer durende zorg’ aangeboden en ingezet. Nazorg De jongeren die zijn geplaatst bij Icarus vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS. Bij vertrek van de jongere uit Icarus wordt de machtiging gesloten jeugdzorg in veel gevallen beëindigd en is er geen wettelijke grondslag meer voorhanden om nazorg onder de verantwoordelijkheid van Icarus aan te bieden. De plannen van het ministerie van VWS om jongeren een JeugdzorgPlus-traject te laten doorlopen maakten het Icarus mogelijk om een nieuwe invulling te geven aan de (na)zorg. Het uitgangspunt van de JeugdzorgPlus-trajecten is immers dat de jongere kortdurend in een JeugdzorgPlusinstelling verblijft (bijv. Icarus) waarna de JeugdzorgPlusinstelling er voor zorgdraagt dat het JeugdzorgPlus-traject wordt voortgezet bij jeugdzorginstellingen die een vorm van residentiële of ambulante jeugdhulpverlening aanbieden. Het JeugdzorgPlus-traject is in een multidisciplinair overleg onder de eindverantwoordelijkheid van de gedragswetenschapper van Icarus opgezet. Trajectbegeleiders van Icarus werken aan de resocialisatie van jongens en meisjes en hadden in 2012 een actieve rol in de voorbereiding en de opzet van de JeugdzorgPlus-trajecten. Communicatie en pr Adequate communicatie met de samenwerkende ketenpartners acht SJSJ van groot belang. Met name het voeren van een proactief pr-beleid ten behoeve van het positief uitdragen van het imago van de instelling en de gesloten jeugdzorgsector bleef in 2012 een belangrijk speerpunt. Het tragische verdrinkingsongeval in juli 2012 heeft een behoorlijke impact op de organisatie gehad en heeft geleid tot veel aandacht van de media. Mediacontacten- en verzoeken zijn steeds in nauw contact met de voorlichter van VWS en de accountmanager besproken en afgehandeld.
8
Maatschappelijk jaarverslag 2012
Personeelsformatie De gemiddelde personeelsbezetting bedroeg: Groepsfuncties Gedragsdeskundigen Pupilgebonden functies Medische functies Management- en beheersfuncties Beveiligingsfuncties
V&J fte’s
VWS fte’s
Totaal fte’s
40,9
91,5
132,4
5,8
8,6
14,4
7,3
10,7
18,0
1,6
1,8
3,4
23,6
26,6
50,2
26,0
0,0
26,0
105,2
139,2
244,4
Omzet Overzicht omzet Ministerie van V&J
8.476.095
Ministerie van VWS
11.451.569
Provincie Limburg
153.520
ESF subsidie
500.529
20.581.713
9
Maatschappelijk jaarverslag 2012
3
Maatschappelijk ondernemen
Dialoog met de stakeholders en samenwerking in de keten Samenwerking in de keten is een belangrijke succesfactor in het welslagen binnen trajectzorg specifiek maar ook binnen jeugdzorg in zijn algemeenheid. Zeker ook met de aankomende transitie van de jeugdzorg. Naast ketenpartners is samenwerking met de jongeren zelf en hun ouders of verzorgers een eerste startpunt. Samenwerking met jongere, ouders en verzorgers Opvoeding in een leefgroep en in een gezinshuis is anders dan die door de ouders/verzorgers. Onze rol is slechts tijdelijk en professioneel van aard. Maar dat betekent niet dat dit de ouders ‘ontslaat’ van hun taak. SJSJ betrekt hen actief in het behandeltraject via onder meer: betrekken bij het opstellen van het trajectplan JeugdzorgPlus; ouderparticipatie-bijeenkomsten; deelname aan behandelplanbesprekingen; frequente bezoekmogelijkheden; participatie aan gedragsinterventies. Samenwerking met de indiceerders Op casusniveau werkt Icarus nauw samen met de indiceerders voor jeugdzorg, te weten de Bureaus Jeugdzorg, de Centra voor Jeugd en Gezin en ook bijvoorbeeld de William Schrikker Groep, vanuit de gedachte dat deze samenwerking leidt tot een betere informatie-uitwisseling en diagnostiek. Daarnaast vindt periodiek op strategisch/bestuurlijk niveau overleg plaats met Bureau Jeugdzorg Limburg en de Bureaus Jeugdzorg Brabant en Zeeland en de William Schrikker Groep. Ook vindt geregeld overleg plaats met alle aanbieders en indiceerders in Regio Zuid (alle jeugdzorgaanbieders uit de provincies Zeeland, Brabant en Limburg, de Bureaus Jeugdzorg, de William Schrikker Groep maar ook ambtenaren van de provincies). Samenwerking met het onderwijs SJSJ werkt sinds jaar en dag nauw samen met St. Jozef, de aanbieder van SOVSO-onderwijs & praktijkonderwijs, onderdeel van Stichting Alterius. Via St. Jozef zijn er contacten met de onderwijsaanbieders in de regio waarmee de overdracht is geborgd. SJSJ en Stichting Alterius hebben een strategisch samenwerkingsverband dat uitgewerkt is in een samenwerkingsconvenant. Zowel op strategisch als op operationeel niveau vindt geregeld evaluatie en bijstelling van deze samenwerking plaats. Samenwerking met andere jeugdzorgaanbieders SJSJ steekt sinds jaar en dag in op ketensamenwerking en heeft in dat kader goede samenwerkingsrelaties met aanbieders van (jeugd)-zorg in Limburg zoals Xonar Jeugdzorg, Rubicon Jeugdzorg, de Koraalgroep als aanbieder voor zorg voor LVB en Mondriaan als aanbieder voor psychiatrische zorg. Dit is onder meer vertaald in een concreet aantal samenwerkingsprojecten zoals: intensieve samenwerking met Rubicon Jeugdzorg in het kader van nachtdetentie, scholing en trainingsprogramma’s (STP), IAG, VT en het gezamenlijke uitvoeren van trajecten; samenwerking in en participatie bij de poli voor forensische psychiatrie Sedna en MiKX; ontwikkeling geïntegreerd aanbod voor loverboys(slachtoffers) i.s.m. Koraalgroep en Mondriaan; ontwikkelen van een zorgprogramma voor forensisch psychiatrie i.s.m. Mondriaan; ontwikkelen intersectoraal zorgprogramma LVB-jongeren.
10
Maatschappelijk jaarverslag 2012
In het kader van de trajectzorg vormt Icarus haar zorgaanbod om van residentieel naar meer ambulant. Dit betekent dat interventies meer gericht zijn op de behandeling van de jongere in de thuissituatie. Om te komen tot een sluitend zorgaanbod heeft Icarus samenwerkings-/inkoopafspraken gemaakt met zorgaanbieders die de beschikking hebben over gelicenseerde gezinsinterventies of additionele reguliere ondersteunende zorg bieden: Mondriaan (FFT, GGZ-instelling Zuid Limburg); Vincent Van Gogh (MDFT, GGZ-instelling Noord en midden Limburg); Bureau Van Roosmalen (GGZ-aanbieder in provincie Limburg); Virenze (Ambulante geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen, jongeren en kinderen); Riagg Maastricht (GGZ-aanbieder in Maastricht e.o.). William Schrikker Groep (aanbieder pleegzorg, Nederland); De Viersprong (GGZ-instelling Halsteren, Brabant); De Catamaran ( Forensische GGZ-instelling Eindhoven en de Kempen, Brabant); Emergis (GGZ-aanbieder in Zeeland). Samenwerking met gemeenten en provincies SJSJ intensiveerde in 2012 haar samenwerking met gemeenten en provincies. Zo vonden en vinden, onder meer in het kader van de aankomende transitie, vanuit de directie van SJSJ geregeld bezoeken plaats aan gemeenten met als doel een nadere kennismaking over en weer en onder het motto ‘van contacten naar contracten’. SJSJ overlegt rond de transitie al met de gemeenten Maastricht, Venlo, Heuvelland gemeenten, Peel en Maas, Weert, Nederweert, Leudal, Sittard-Geleen en Roermond, alsook al met enkele gemeenten in Noord-Brabant en Zeeland. Tweederde van de jongeren in Icarus komt uit Limburg en ongeveer eenderde uit Noord Brabant en Zeeland. Om die reden worden ook de contacten met de laatstgenoemde gemeenten aangehaald. Naast de gerichte bezoeken heeft SJSJ in november een grootschalige bijeenkomst gefaciliteerd ten behoeve van de Heuvelland gemeenten. Tijdens deze bijeenkomst is er uitvoerig gesproken over de transitie en de mogelijke gevolgen ervan voor zowel de gemeenten als voor de jeugdzorgaanbieders en natuurlijk voor de jongeren zelf en hun gezinnen. In de loop van 2013 zullen er meer van deze conferenties volgen. Op operationeel niveau (en dan met name rond de jongeren zelf) vindt al sinds jaar en dag samenwerking plaats tussen onze trajectregisseurs en de begeleiders vanuit de gemeente of de zorgaanbieders waar de jongeren naar toe gaan na vertrek uit Icarus. SJSJ participeert bovendien in de veiligheidshuizen. Ook de contacten met de andere provincies, onder andere via de Stuurgroep Regio Zuid, zijn geïntensiveerd. Met de Provincie Limburg vindt al geregeld overleg plaats. Economische meerwaarde voor de samenleving SJSJ is één van de grotere werkgevers in de gemeente Eijsden-Margraten maar evenzeer in tal van andere gemeenten in Midden en Zuid Limburg. Naast dit werkgeverschap voegt SJSJ economische waarde toe aan de maatschappij via het werken aan een nieuw perspectief voor de jongeren. Het terugdringen van recidive en overlast heeft als bijeffect dat er minder maatschappelijke middelen hoeven te worden ingezet. SJSJ werkt samen met de jongeren aan een nieuw perspectief in de vorm van onderwijs en het kunnen voorzien in een eigen bestaan via werk. Daarmee worden jongeren ook minder afhankelijk van het sociale zekerheidsstelsel.
11
Maatschappelijk jaarverslag 2012
Milieu en duurzaamheid Bij bouw en verbouwprojecten is duurzaamheid het uitgangspunt. Het gaat dan met name om energiebesparende maatregelen. Bij regulier beheer en onderhoud van de locaties is en wordt er in eerste instantie gekeken naar duurzame oplossingen. Personeel en duurzaamheid In het kader van duurzaam personeelsbeleid heeft SJSJ haar personeelsbestand op een evenwichtige wijze ingedeeld binnen de organisatie. Hierbij is zowel gekeken naar leeftijdsopbouw alsook naar opleidingsniveau en diversiteit. Dit is een structureel aandachtspunt binnen het HRM-beleid. In de toetsing van de medewerkertevredenheid 2012 is gebleken dat dit beleid wordt gewaardeerd en dat we hiermee, in vergelijking met onze sector, goed op koers liggen. Bijdrage aan maatschappelijke doelen Medewerkers én jongeren van SJSJ lopen al jaren mee met ‘Zweit voor Leid’, een jaarlijks terugkerende sponsorloop voor lokale goede doelen. SJSJ heeft wat dit betreft een goede naam omdat er ieder jaar meer dan 15 deelnemers meelopen.
12
Maatschappelijk jaarverslag 2012
4
Toezicht, bestuur en medezeggenschap
4.1 Governance code De brancheorganisaties in de zorg hebben de verantwoordelijkheid genomen om zelf regels op te stellen voor goed bestuur en toezicht voor zorginstellingen. Deze regels zijn vastgelegd in de Zorgbrede Governance Code. SJSJ hoeft in principe niet te voldoen aan deze code; omdat SJSJ evenwel een betrouwbare, integere en professionele partner wil zijn, wil de organisatie deze code wel volgen. Op dit moment onderzoekt de bestuurder dan ook samen met de Raad van Toezicht hoe we deze code nog verder kunnen uitwerken in afspraken en reglementen. De Raad van Toezicht heeft zich ten doel gesteld vanuit haar eigen verantwoordelijkheid in het kader van de Governance Code haar toezichtarrangement te intensiveren. De vergaderingen en het toezichtarrangement van de Raad lopen parallel aan de P&C-cyclus van de ministeries van VWS respectievelijk V&J, en van andere financiers en opdrachtgevers. 4.2 Toezichthoudend orgaan De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van de bestuurder en op de algemene gang van zaken in SJSJ. De leden van de Raad van Toezicht zijn (per 31-12-2012): Lid sinds Nevenfuncties Dhr. mr. J.J.T.E. Gijsen 03-04-2006 • Lid van het bestuur stichting Kunstencentrum Signe (Kus) Dhr. A.M. Hoeberigs 03-04-2006 • Raadsgriffier gemeente Valkenburg a/d Geul Dhr. drs. P.A.S. Pennings 15-11-2010 • Lid Raad van Toezicht stichting de Zorgboog Helmond • Lid Raad van Toezicht Radar Maastricht • Voorzitter Stichting Limburg Helpt Dhr. F.L.P.M. Schneiders 15-11-2010 • Lid van het college van bestuur ROC Leeuwenborg Mevr. prof. dr. C. Forder 01-04-2009 • Bijzonder hoogleraar rechten van het kind, VU Amsterdam • Medewerker familierecht NCJM-Bulletin en het Nederlands Juristenblad • Wetenschappelijk medewerker Fischer Advocaten Haarlem • Zelfstandig auteur (zzp-status) In 2012 heeft de Raad van Toezicht viermaal regulier vergaderd. De bestuurder heeft in deze vergaderingen de Raad van Toezicht geïnformeerd over de gang van zaken en de ontwikkelingen op het gebied van opvang en behandeling van de jongeren, de organisatie, personeelszorg, huisvesting en bouwzaken en financieel-economische zaken. De krimp en de bezuinigingen bij Het Keerpunt, de voorbereidingen op de trajectzorg bij Icarus en de overgang van de JeugdzorgPlus naar de gemeenten zijn de belangrijkste aandachtspunten geweest in 2012. Naast de reguliere vergaderingen is de Raad van Toezicht een aantal maal extra bijeen geweest. Eenmaal om een zelfevaluatie te verrichten waarin aan de hand van een gestructureerde analyse verbeterpunten zijn geformuleerd en eenmaal om informele gesprekken te voeren met het managementteam, de ondernemingsraad, de Commissie van Toezicht en de cliëntenraad. De Raad van Toezicht is op deze manier in staat haar taken effectief uit te voeren. 13
Maatschappelijk jaarverslag 2012
De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een jaarlijkse vaste vergoeding die onafhankelijk is van het aantal vergaderingen. 4.3 Bestuur SJSJ wordt bestuurd door één directeur/bestuurder onder toezicht van een Raad van Toezicht aan wie hij periodiek verantwoording aflegt. De directeur/bestuurder geeft direct leiding aan het managementteam dat bestaat uit de pedagogisch directeur, de bussinesscontroller en het hoofd personeel en organisatie. Daarnaast stuurt de directeur/bestuurder tevens de staf- en beleidsfunctionarissen aan.
De bestuurder heeft geen nevenfuncties. Voorkomen mogelijke belangenverstrengeling Het integriteitbeleid van SJSJ is beschreven in het protocol ‘Integriteitbeleid’. In dit document is het raamwerk ten aanzien van de professionele integriteit binnen SJSJ beschreven. Het biedt een kader om de verwachtingen die de organisatie heeft met betrekking tot het integer denken en handelen van haar medewerkers te kunnen plaatsen en geeft richtlijnen en verduidelijking inzake de structuur waarop het integriteitbeleid is gebaseerd. Dit protocol beschrijft de aspecten aangaande integriteit gericht op de organisatie en de medewerkers en benoemt de kernwaarden van het te voeren integriteitbeleid. De Gedragscode integriteit, de ICT-gedragscode, de Klokkenluidersregeling en de toelichting op de Klokkenluidersregeling, instructies omtrent de vertrouwenspersoon en de klachtenen sanctieprocedure maken deel uit van dit beleid, alsmede de eed of belofte en integriteitverklaring voor iedere medewerker. Beleid bezoldiging De bestuurder wordt gehonoreerd conform de cao jeugdzorg. Jaarlijks volgt een periodieke verhoging conform de cao-systematiek. Er is geen sprake van een onkostenvergoeding, bonussen, auto van de organisatie, enzovoorts.
14
Maatschappelijk jaarverslag 2012
4.4 Medezeggenschap Medezeggenschap is binnen SJSJ vormgegeven via de Ondernemingsraad en via de Cliëntenraad. De Cliëntenraad Binnen Icarus is de Cliëntenraad (CR) actief die de belangen van de jongeren behartigt en gevraagd en ongevraagd advies geeft aan directie en MT. De CR wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door de coach Cliëntenraad. In 2012 heeft de CR over de volgende onderwerpen advies gegeven: Gevraagde adviezen door CR 1. Internet op groepen Icarus: CR heeft met inachtneming van diverse aspecten een gedegen advies uitgebracht. 2. AWBZ aanvraag: CR heeft positief advies uitgebracht. 3. Zakgeldwijziging: advies CR is grotendeels overgenomen 4. Inkorten uitgangtijden: afspraak blijft gehandhaafd, uitzonderingen zijn mogelijk 5. Verhuizing paviljoens Icarus: CR adviseert negatief; met inachtneming van bezwaren CR gaat verhuizing door. Ongevraagde adviezen door CR 1. Fichelijst: na een pilotperiode en een evaluatie is op 2 april de nieuwe ficheregeling in werking getreden. 2. Activiteiten verplicht stellen: advies wordt overgenomen 3. Ontspanningsactiviteiten: in een gesprek met de nieuw aangestelde vrijetijdscoördinator zijn werkwijze en plannen naar tevredenheid met CR besproken. 4. Tweede dect telefoon op elke groep: in maart zegde MT toe voor elke groep een tweede dect telefoon aan te schaffen. 5. Zwembadgebruik zomer 2012. 6. Bijdrage Housekrant: advies CR wordt overgenomen, bijdrage is toegekend. Andere onderwerpen waaraan de cliëntenraad in 2012 uitvoerig aandacht heeft besteed zijn: uniforme uitvoering op alle groepen van bestaande regels; geen aparte regels op groepen die niet in groepsregels vermeld staan; op elke groep en in de gezinshuizen liggen klachtenformulieren centraal en hoeft er niet meer om gevraagd te worden; soep bij de maaltijd is voortaan structureel; zorgenbrief over toestand in portocabins; positieve aanbeveling om fotopresentatie van oud-medewerker op alle groepen te vertonen; structurele bijdrage aan interne KIC style magazine; contacten met Jongerenraad gemeente Maastricht; medewerking aan pilot ‘cliënten kiezen hun professional’; schriftelijke reactie op provinciaal beleidskader ‘voor de jeugd, met de jeugd’. De Ondernemingsraad In juni 2012 is de nieuwe Ondernemingsraad (OR) gekozen en geïnstalleerd. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg ruim 80%. De OR bestaat uit 9 leden, die met het oog op de onzekerheden waaraan de organisatie werd blootgesteld, wekelijks vergaderden. Zesmaal is overleg gevoerd met de bestuurder, waarbij eenmaal de algemene gang van zaken in het kader van art. 24 WOR is besproken. In oktober is de OR op cursus geweest. De belangrijke thema’s waarover de OR zich in 2012 heeft gebogen zijn: employability gelden, slaapwacht, beloningsbeleid, Agressie in de jeugdzorg, Professionalisering in de Jeugdzorg en Veilige Publieke Taak. Via de vakbond laat de OR zijn stem horen in de CAO-onderhandelingen. 15
Maatschappelijk jaarverslag 2012
4.5 Vertrouwenspersoon Twee werknemers van de stichting vervullen tevens de rol van vertrouwenspersoon. Hun functioneren is gestoeld op het beleidsdocument Vertrouwenspersoon Integriteit en het meldingsformulier Vertrouwenspersoon Integriteit. In 2012 heeft één medewerker gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een vertrouwelijk gesprek met de vertrouwenspersoon te voeren.
16
Maatschappelijk jaarverslag 2012
5
Beleid, inspanningen en prestaties
5.1 Kwaliteit Om de veiligheid en kwaliteit van de gesloten jeugdzorg verder te verbeteren heeft Jeugdzorg Nederland in nauwe samenwerking met de Inspectie Jeugdzorg het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg ontwikkeld met kwaliteitsnormen en indicatoren. Dit Kwaliteitskader wordt in drie stappen geïmplementeerd. In 2011 heeft de Inspectie jeugdzorg stap 2 van dit kwaliteitskader getoetst. Dit betrof voornamelijk de thema’s dagprogramma op de leefgroep en het dagprogramma op school, de samenwerking tussen Icarus en de school, de leefomgeving van de jongere en het personeel, zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin. Het aangekondigde inspectiebezoek met betrekking tot stap 3, de laatste stap van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg, heeft in januari 2013 plaatsgevonden. 5.1.1 Kwaliteit van zorg Kwaliteitszorg heeft bij SJSJ al geruime tijd een prominente plaats. Icarus wil een kwalitatief goede behandeling en bejegening van de jongeren die aan haar zorg zijn toevertrouwd kunnen garanderen. Het totale kwaliteitsbeleid is verder ontwikkeld en uitgevoerd; dat wil zeggen dat de Plan-DoCheck-Act cyclus steeds verder in de organisatie verankerd is. Het kwaliteitscertificaat dat Icarus eind 2010 heeft ontvangen, is hiermee geborgd. Om alle indicatoren van het ministerie en de inspecties te borgen, vonden ook in 2012 driemaal interne P&C gesprekken ofwel viermaandsgesprekken plaats. Deze werden gehouden door de pedagogische directeur met de behandelteams en de leidinggevenden van de functiegroepen in het primair proces. De structuur hiervoor is in 2012 doorontwikkeld. De sturing die met deze gesprekken gepaard ging, had tot resultaat dat sneller kon worden geanticipeerd op ongewenste ontwikkelingen. Het kwaliteitsmanagementsysteem is beoordeeld door directie en managementteam, de zogenaamde systeembeoordeling. Hierbij wordt beoordeeld of de processen behorende bij het kwaliteitsmanagementsysteem volgens afspraak verlopen en leiden tot de resultaten, zoals we met elkaar hebben afgesproken. De werkprocessen en protocollen zijn conform format en planning in de betreffende overleggen geëvalueerd en bijgesteld. 2012 is een veelbewogen jaar geweest waarin meerdere mutaties hebben plaatsgevonden met groepen jongeren en dus ook met medewerkers. Aan het begin van het jaar was er de uitbreiding, voor de duur van één jaar, van 74 naar 94 plaatsen met twee groepen moeilijke jongeren uit de regio Zuidwest. De afbouw terug naar 74 plaatsen is in september begonnen en eind december 2012 voltooid. Met behulp van het kwaliteitsmanagementsysteem, dat in Icarus verankerd is en waarin structureel processen en protocollen geëvalueerd en kwaliteitsmetingen verricht worden, zijn deze veranderingen planmatig, doelmatig en doelgericht uitgevoerd. Uitgevoerde kwaliteitsmetingen De volgende kwaliteitsmetingen zijn in het verslagjaar uitgevoerd: tevredenheid ketenpartners; incidentenregistraties; prospectieve risico-analyse; medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO); jongerentevredenheidsonderzoek (Jeugdsurvey); exitinterviews met jongeren; externe- en interne audits.
17
Maatschappelijk jaarverslag 2012
Doorgevoerde verbetermaatregelen ▪ Tevredenheid: verbeteringen met betrekking tot het aanleveren van informatie over vermiste jongeren bij de politie en het tijdig aanleveren van informatie bij BJZ voorafgaand aan overleg. ▪ Incidentenregistraties: o.a. verbeteringen met betrekking tot de definiëring van bepaalde begrippen en uniformiteit in de verslaglegging van de incidentenregistraties. Ook is er maandelijks een overzicht van incidenten verspreid, zodat deze besproken konden worden in het teamoverleg. De registratie van de bepaalde controles is verbeterd waardoor er degelijke analyses uitgevoerd konden worden. ▪ Prospectieve risico-analyse: verbeteringen in het protocol ‘handelen bij conflicten’ met betrekking tot de inhoud van de trainingen van medewerkers. ▪ Medewerkertevredenheidsonderzoek: zie paragraaf 5.1.3 Icarus heeft geen specifieke kwaliteitsdoelen gesteld voor 2012. Kwaliteit zit verweven in alle onderdelen van Icarus en dus ook in alle organisatiedoelen en –resultaten. In februari 2012 heeft weer de Jeugdsurvey (jongerentevredenheidsonderzoek) plaatsgevonden. De resultaten van deze Jeugdsurvey werden eerst in november bekend. De onderwerpen dagprogramma en activiteiten vragen om specifieke aandacht; hierover waren de jongeren duidelijk minder tevreden. Ondanks dat de resultaten laat in het jaar bekend werden heeft Icarus al een aantal verbeteringen doorgevoerd ten aanzien van het dagprogramma en de activiteiten. Uit de Jeugdsurvey bleek eveneens dat 42% van de jongeren niet tevreden was over het serieus nemen van hun klacht en de afhandeling ervan. Deze uitkomst is met de klachtencommissie besproken waarna de volgende verbeteringen zijn doorgevoerd: de bezoektijden en namen van de vertrouwenspersoon hangen ter informatie op de groepen; klachtenformulieren liggen op de groepen voor vrij gebruik door de jongeren. De jongeren weten nu met wie ze in eerste instantie hun klacht of ongenoegen kunnen bespreken en kunnen zonder toestemming van de groepsleiding een formulier vragen om hun klacht in te dienen. De klachtencommissie is gevraagd om duidelijk te communiceren met de jongeren over de taak en de verantwoordelijkheden van de klachtencommissie, zodat hier geen onjuiste verwachtingen bij de jongeren gewekt worden. Daarnaast hebben ook in 2012 exitgesprekken plaatsgevonden met jongeren die op het punt stonden Icarus te verlaten. Het betrof de groep jongeren die langer dan drie maanden bij Icarus verbleven. Deze jongeren toonden zich over het algemeen tevreden over de behandeling en begeleiding tijdens hun verblijf in Icarus. Enkele aandachtspunten die uit de exitinterviews naar voren kwamen, zijn de vrijetijdsbesteding en het behalen van certificaten en/of diploma’s. De resultaten zijn ook besproken met de Cliëntenraad en verbeteracties zijn in gang gezet. Kwaliteitsbeoordeling In het verslagjaar heeft de opvolgaudit voor het HKZ-certificaat plaatsgevonden. Dit was de tweede opvolgaudit nadat Icarus in 2010 het HKZ-certificaat behaald heeft. Op twee kleine verbeterpunten na waren de externe auditors zeer tevreden over de implementatie, het gebruik en de borging van het Kwaliteitsmanagementsysteem. In 2013 zal weer een initiële audit plaatsvinden omdat het certificaat dan na drie jaar verlopen is. Via de interne audits beoordeelt Icarus driemaal per jaar een groot aantal processen van het Kwaliteitsmanagementsysteem. In 2012 zijn de volgende verbeterpunten opgevolgd:
het houden van het exitgesprek en invullen van de exitvragenlijst; actualisering van de procesbeschrijvingen screening en diagnostiek;
18
Maatschappelijk jaarverslag 2012
terugkoppeling van besproken onderwerpen in de cliëntenraad naar de jongeren in de groep; terugkoppeling van besproken analyses en verbeteringen in de teams naar de incidentencommissie;
vereenvoudiging van de tekenronde van de behandelplannen, waardoor deze tijdig door iedereen getekend worden; afspraken rondom verlof worden structureel opgenomen in het behandelplan. Methodieken Icarus werkt primair volgens het Sociaal Competentie Model en kent in dat kader een gefaseerd behandeltraject. Centraal hierin staat het Onderwijsdagprogramma. Dit programma is opgebouwd uit diverse activiteiten, te weten: theoretisch- en praktisch onderwijs en ondersteunende behandelinterventies. Icarus heeft een behandelvisie ontwikkeld mede op basis van de laatste kennis op dit gebied. Icarus wil datgene doen waarvan bekend is dat het in de praktijk werkt en bij de jongeren en ouders/verzorgers past. Deze behandelvisie is gebaseerd op het Sociaal Competentie Model. Het Sociaal Competentie Model is sinds begin jaren negentig de basis van waaruit binnen Icarus wordt gewerkt. Het model gaat ervan uit dat nieuw, meer effectief gedrag kan worden aangeleerd dat in plaats komt van ineffectief, maatschappelijk niet verantwoord of delinquent gedrag. De jongere krijgt een gestructureerde omgeving aangeboden, waarin zij/hij de kans krijgt ervaringen op te doen met ander gedrag. De jongere wordt geholpen met het oefenen van nieuw gedrag, zodat competenties om dagelijkse taken goed uit te voeren, worden uitgebreid en vergroot. Positieve feedback op effectief gedrag zorgt voor positieve ervaringen en vergroot het zelfvertrouwen van de jongere. Centraal hierin staat het ‘token economy-systeem’. Dit is een beloningssysteem waarbij gewenst gedrag wordt beloond met fiches (tokens) die uitwisselbaar zijn voor bepaalde privileges. Deze visie vraagt om een integrale aanpak. Het is belangrijk dat elke medewerker vanuit dezelfde uitgangspunten werkt. De gedragswetenschapper die het behandelplan opstelt, de leerkracht die les geeft, de pedagogisch medewerker die met de jongere aan tafel zit en de trajectregisseur die met de familie contact heeft. In de behandeling is een fasering aangebracht. In de eerste fase ligt het accent op basisvaardigheden als zelfverzorging, kameronderhoud en het tonen van inzet tijdens projecten. In de fasen daarna ligt de nadruk op het leren van sociale vaardigheden. In fase drie en vier is zelfstandig functioneren het belangrijkste doel. In alle fasen worden voor elke jongere zo concreet mogelijke leerdoelen gesteld. Naast de basismethodiek zijn er verschillende groeps- en individuele interventies, die daarop een aanvulling vormen. Doorgaans hebben de jongeren binnen de behandeling therapie of training nodig, zoals sociale vaardigheidstraining, agressieregulatietraining of muziektherapie. Icarus beschikt over zowel interne (eigen interventiebureau) als externe mogelijkheden. Therapie en trainingen worden gegeven door onze gedragswetenschappers, trajectregisseurs, speciaal getrainde groepsleiders, interventiemedewerkers en door de kinder- en jeugdpsychiaters. Ook wordt gebruik gemaakt van externe organisaties waarmee Icarus structureel samenwerkt. Op dit moment kan Icarus de volgende interventies inzetten (al dan niet uitgevoerd door anderen): werkprogramma ‘Aan de slag’ & buitenprogramma Workwise; doorstroom naar gezinshuis Icarus ; resocialisatie programma (Vertrektraining); agressie Regulatietraining op Maat;
19
Maatschappelijk jaarverslag 2012
vaktherapie; middelengebruik Brains4Use; cognitieve gedragstherapie; behandeling psychotrauma via EMDR; agressie regulatietraining In Control; sociale vaardigheidstraining op Maat (SoVa); systeemtherapie.
Het samenwerkingsverband met de forensisch jeugdpsychiatrische polikliniek Sedna (samenwerkingsverband tussen Mondriaan, Icarus en Xonar) biedt mogelijkheden tot individuele en groepstherapie en ouderbegeleiding en gezinstherapie zoals Functional Family Therapy of Multi System Therapy. 5.1.2 Klachten In cijfers In 2012 zijn er 174 klachten ingediend. In 14 klachten is verweer gevraagd. Vier ervan zijn vóór de behandeling ingetrokken omdat klager geen prijs meer stelde op behandeling. In al deze gevallen was de klager al vertrokken uit Icarus. Van de 10 overige klachten waren er 8 reguliere en 2 speciale klachten. De overige klachten zijn door middel van bemiddeling afgehandeld. Omdat in de 10 behandelde klachten 14 vragen beoordeeld zijn komt het aantal gegronde klachten op 7 en het aantal ongegronde klachten op 6. Eén klacht is niet ontvankelijk verklaard. Onderscheid in klachten Er is speciaal en regulier klachtrecht. Het speciaal klachtrecht is voor een tweetal soorten klachten. Enerzijds klachten over de schorsing van de tenuitvoerlegging van de machtiging en anderzijds klachten over de maatregelen die de vrijheid van een jeugdige aantasten en de gevallen waarin deze kunnen worden toegepast. Klachten over de maatregelen komen het meeste voor. Het reguliere klachtrecht omvat klachten over het handelen of het nalaten daarvan alsmede over het nemen van een besluit door de stichting dat gevolgen heeft voor een klager. Klachten over maatregelen en straffen In 2012 is een aantal klachten behandeld over opgelegde maatregelen en straffen, zoals plaatsing op de time out of in de afzonderingsruimte. De wet biedt een aantal mogelijkheden voor het opleggen van een maatregel en het geven van een straf, maar koppelt deze ook aan zekere voorwaarden; algemene maar ook specifiek op de betreffende jongere toegesneden voorwaarden. De redenen voor het opleggen van een maatregel en/of straf zijn divers. Weinig voorvallen zijn hetzelfde en voor elke jongere is er een individueel traject waarbinnen de afweging voor het opleggen van een straf of maatregel gemaakt dient te worden. Dat betekent voor de begeleiders telkens opnieuw keuzes maken, die in de betreffende situatie passend zijn. Een jongere kan straf verdienen maar moet ook kunnen leren van de situatie. In wezen staat het corrigerende en daarmee lerende element voorop. Andere factoren die bij het maken van deze keuze een rol spelen zijn de ernst van het feit waarvoor een maatregel opgelegd moet worden, de veiligheid van de jongere en zijn omgeving, de andere jongeren en de medewerkers. Uit de behandelde klachten blijkt dat het lastig is in deze elementen een goede balans te vinden. Er is voldoende ruimte om het opleggen van een maatregel of straf toe te spitsen op het betreffende voorval en de betreffende jongere. Toch blijkt uit de klachten dat juist dit element meer aandacht
20
Maatschappelijk jaarverslag 2012
mag krijgen, temeer daar het raakt aan de doelstelling van het verblijf van de jongeren. De jongere moet begrijpen waarom hij gestraft is, wat de straf inhoudt en dat de straf zijn gedrag en niet zijn persoon betreft. De klachtencommissie streeft naar een zorgvuldige klachtafhandeling. In de klachtbehandeling wordt altijd hoor en wederhoor toegepast. Als hoor en wederhoor niet mogelijk is, bijvoorbeeld in de situatie van een onttrekking, wordt de klacht op de stukken afgedaan. Samenstelling klachtencommissie De klachtencommissie bestaat uit 6 leden, 2 juristen, een klinisch psycholoog, een psychiater, een arts en een pedagogisch medewerker. De klachtbehandeling vindt plaats conform de vereisten van de wet, de klachtencommissie bestaat uit drie leden en waar de wet dit vereist kunnen de juiste beroepsbeoefenaren worden ingezet. Vertrouwenspersonen De jongeren van Icarus kunnen ook terecht bij de vertrouwenspersonen van het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ), die wekelijks Icarus bezoeken. Klachten en andere bespreekpunten worden zo vaker in een vroeg stadium opgepakt en minder snel doorgezet naar de klachtencommissie van Icarus. Jongeren die verblijven in Icarus behouden te allen tijde het recht een klacht in te dienen bij de klachtencommissie. Daarnaast kunnen de jongeren met hun klachten en grieven terecht bij het pedagogisch personeel van Icarus alsook bij de cliëntenraad en de medewerkers van de Kinder- en Jongerenrechtswinkel Limburg. Via onder andere de groepsregels, het intakegesprek en de cliëntenraad worden de jeugdigen geïnformeerd over deze ‘klachtenkanalen’ en hoe ze hiervan gebruik kunnen maken. In de interne P&C-gesprekken tussen het begeleidingsteam, de pedagogisch directeur, het hoofd P&O en de directiesecretaris vormen met name het aantal ingediende klachten en bemiddelingen per leefgroep een punt van evaluatie. Voorts zijn er de maandelijkse vergaderingen tussen de directie van Icarus en de klachtencommissie van Icarus. Daarnaast is er jaarlijks een overleg met het AKJ waarin hun jaarverslag en –planning worden besproken en afspraken voor verbetering worden gemaakt. 5.1.3 Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk In 2012 heeft SJSJ veel aandacht besteed aan de personele zorg. De parameters die daarbij van belang zijn, richten zich ondermeer op een efficiënte en kwalitatieve personeelsinzet. Een inzet die aansluit bij de vragen, wensen en eisen van de inhoud. Deze match krijgt veel aandacht binnen het integraal opgestelde deskundigheidsbevorderingbeleid. Om te meten of de kwalificaties die SJSJ aan het HRM beleid geeft, betrouwbaar zijn, voert de afdeling P&O tweejaarlijks een uitgebreid medewerkers tevredenheidonderzoek (MTO) uit. De resultaten van het in 2012 afgenomen MTO zijn in het najaar van 2012 bekend geworden. Uit deze meting is geconstateerd dat bijna 90% van de medewerkers heeft deelgenomen aan dit onderzoek, een hoge opkomst, die bijna gelijk was aan de opkomst in 2008, waarbij ook 94% van de medewerkers het MTO had ingevuld. Dit maakt dat de resultaten die overwegend positief waren, als valide te beoordelen zijn. Om dit verder te meten en in overleg met de medewerkers bespreekbaar te maken, zijn er integrale terugkoppelingsgesprekken geweest op alle afdelingen en groepen. Ook zijn er verbeterplannen in een geborgd systeem opgezet zowel op organisatieniveau als op afdelings- en groepsniveau. Dit proces geeft SJSJ continu inzicht in de gebieden waar verbetermogelijkheden liggen.
21
Maatschappelijk jaarverslag 2012
Daarnaast is er in 2012 veel aandacht besteed aan de mobiliteit van het personeelsbestand, in combinatie met het betrokken houden van gemotiveerde medewerkers bij deze organisatie. Dit met als doel om de meest gemotiveerde en kwalitatief goede medewerkers te blijven binden aan de organisatie, ondanks de krimp en bezuinigingsmaatregelen die de afgelopen periode in de jeugdzorg en binnen de organisatie van toepassing zijn geweest. Deze personeelsplanning heeft ertoe geleid dat SJSJ met meer dan 40 FTE krimp eind 2012 dit bijna in zijn geheel heeft kunnen opvangen met de flexibele schil aan medewerkers, die de afgelopen jaren is opgebouwd. Het ziekteverzuim is het afgelopen jaar licht gestegen. Voor 2013 zal verzuim nog nadrukkelijker aandacht krijgen door middel van verdiepend onderzoek naar de redenen van verzuim en het gestructureerd inzetten van preventiemaatregelen. De medewerkers van SJSJ hebben al sinds jaar en dag een grote betrokkenheid bij de organisatie. SJSJ wil dit vasthouden en uitbreiden met kwaliteitverhogende verbetermaatregelen. Zo is er structureel aandacht voor het kwalitatief uitdiepen van het werk (referaatavonden, intervisiesessies, investeren in opleidingen en trainingen enz.) in combinatie met een prettig werkklimaat, waarin voldoende ruimte wordt geboden voor de individuele behoeften van medewerkers in relatie tot het organisatiebelang. Ter bevordering van de professionaliteit is in de voorgaande twee jaren een cyclus van dilemmatrainingen doorlopen, die in 2012 definitief is afgerond. In deze trainingen is het integriteitbeleid van de organisatie nader onder de aandacht gebracht van de medewerkers. De trainingen zijn afgesloten met een eed/belofte aflegging. Bij nieuwe medewerkers wordt op eenzelfde wijze aan dit thema aandacht besteed. SJSJ kan gezien de gunstige arbeidsmarkt in combinatie met haar gunstige positie in de regio (zowel qua ligging als werkgeversimago), indien nodig tijdig beschikken over kwalitatief goede medewerkers op HBO niveau. Daarnaast heeft SJSJ een eigen op HBO niveau geaccrediteerde leergang, die is ingezet om haar reeds aangestelde MBO opgeleide medewerkers te laten doorgroeien naar HBOniveau. De target die daarin is gesteld, minimaal 75% HBO opgeleide pedagogisch medewerkers in 2014, zal SJSJ hiermee realiseren. Dit sluit aan bij het traject Professionalisering Jeugdzorg, waarbij alle HBO opgeleide pedagogisch medewerkers zich dienen te registreren als HBO professionals. Dit landelijk traject wordt met betrekking tot het ministerie van Veiligheid en Justitie aangestuurd door het betreffende ministerie. Verder ligt er het voornemen om de HBO geaccrediteerde Leergang Forensisch Pedagogisch medewerker, middels een EVC procedure binnen het traject van de professionalisering te laten registreren als volwaardig bachelor op 4-jarig HBO opleidingsniveau. De verwachting is dit proces in 2013 te implementeren en af te ronden. Bij een succesvolle realisatie zal het percentage van 75% HBO opgeleide pedagogisch medewerkers kunnen worden overschreden. Op het gebied van diversiteit zijn de activiteiten met name gericht op deskundigheidsbevordering van nieuwe medewerkers en de begeleidingsteams en het centraliseren en verspreiden van kennis over vervreemding. Deze activiteiten worden geregistreerd in de voortgangsmonitor Interculturalisatie. 5.2
Financieel beleid
5.2.1 Hoofdlijnen financieel beleid Subsidies
22
Maatschappelijk jaarverslag 2012
De gesloten jeugdzorginstelling Icarus en de justitiële jeugdinrichting Het Keerpunt worden gefinancierd door middel van exploitatiesubsidies van het ministerie van VWS respectievelijk ministerie van V&J. De subsidies zijn gebaseerd op de ingediende jaarplannen, waarin de exploitatiebegrotingen in hoofdlijnen zijn opgenomen. Begrotingen De in de jaarplannen opgenomen begrotingen zijn opgesteld uitgaande van een sluitende exploitatie. Op basis van deze begrotingen wordt jaarlijks een gedetailleerde werkbegroting opgesteld die dient om de ontwikkeling van het exploitatieresultaat gedurende het verslagjaar te toetsen. Financiële instrumenten Door de subsidiënten is voorgeschreven dat de Stichting Jeugdzorg St. Joseph deelneemt aan het schatkistbankieren via het ministerie van Financiën. In dit kader wordt er geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten ter afdekking van eventuele financiële risico’s, die zich overigens in 2012 niet hebben voorgedaan. Auditcommissie Begin 2013 is een Auditcommissie ingesteld, die bestaat uit 2 leden van de Raad van Toezicht aangevuld met de bestuurder en de businesscontroller. Tot de taken van de Auditcommissie behoort onder andere het toetsen van het financiële beleid van de stichting. Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen geweest die van invloed zijn op het financiële beleid. 5.2.2 Gang van zaken tijdens boekjaar en positie op balansdatum Gang van zaken Het boekjaar 2012 is met een positief resultaat, groot circa € 500.000, afgesloten. Dit is mede te danken aan een extra subsidie van de Provincie Limburg en een hogere ESF-subsidie. Daarnaast zijn de onderhoudskosten van het onroerend goed lager uitgevallen. Voorts is met het ministerie van VWS over de jaren 2008 t/m 2011 een schikking getroffen met betrekking tot achterstallige subsidiegelden. Het bedrag van de beschikking bedroeg circa € 453.000. Gecorrigeerd met de correctie in de afrekening over 2011 ad € 172.000 was de vermogenstoename met betrekking tot deze aanpassingen per saldo € 281.000. Positie per balansdatum Solvabiliteit De solvabiliteit over 2012 bedroeg 10,3% ten opzichte van 9,5% in 2011. Op zich lijken deze cijfers te laag, maar wanneer de solvabiliteit wordt berekend aan de hand van het garantievermogen (waarbij de langlopende leningen met betrekking tot waarborghypotheken aan de Staat der Nederlanden tot het garantievermogen worden gerekend), dan bedragen deze cijfers 51,6% respectievelijk 56,6% en voldoen hiermee aan de geldende normen. Current ratio/quick ratio De current ratio die gelijk is aan de quick ratio bedraagt over 2012 1,8 ten opzichte van 1,9 in 2011. Ook deze waarden voldoen de geldende normen. 5.2.3 Toekomstverwachtingen Afname capaciteit In 2013 is de capaciteit van Icarus met 20 plaatsen gereduceerd waardoor de capaciteit over 2013 74 plaatsen bedraagt. De capaciteit bij Het Keerpunt is met 4 plaatsen afgenomen tot 36 plaatsen. Ten
23
Maatschappelijk jaarverslag 2012
aanzien van de teruggang in subsidie ten gevolge van deze capaciteitsdaling is tijdig geanticipeerd, waardoor de exploitatie over 2013 alsnog sluitend kon worden begroot. Zorgtrajecten In 2013 worden van de bestaande capaciteit van Icarus circa 20% van de plaatsen omgebouwd naar zorgtrajecten. In financiële zin zal dit geen onderscheid maken. Met het ministerie van VWS is namelijk de afspraak dat het subsidieniveau (behoudens prijsaanpassingen in verband met OVA) tot en met 2014 gelijk blijft. Investeringen Behoudens enkele vervangingsinvesteringen zijn voor 2013 geen investeringen van materieel belang voorzien. Kasstromen en financieringsbehoefte De liquiditeitspositie is thans ruim voldoende om te voorzien in de financieringsbehoefte voor 2013.
24
Maatschappelijk jaarverslag 2012
25