Juni 2010 Frans van Twist
PROTOCOL SCHORSEN EN VERWIJDEREN Markenhage College Breda
INLEIDING VOORFASE STAP 1 STAP 2 STAP 3 FASE 1: SCHORSEN STAP 4 STAP 5 STAP 6 FASE 2: VERWIJDERING STAP 7 BIJLAGE: HANDELEN BIJ STRAFBAAR GEDRAG
INLEIDING In het Protocol schorsen en verwijderen is de ongeschreven praktijk rond schorsen en verwijderen zoals die op Markenhage tot nu toe is toegepast, schriftelijk vastgelegd. Dit is gebeurd met het oogmerk om een instrument te ontwikkelen dat voor zowel de schoolleiding en onderwijsgevenden als voor de leerlingen inzicht geeft hoe op Markenhage met schorsen en verwijderen wordt omgegaan. Op deze manier hoeft er geen enkel misverstand te bestaan over de aanpak van ongewenst gedrag en de sancties daarop en wordt ook een eenheid in aanpak bevorderd. VOORFASE Bij dit protocol worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Er wordt gezorgd voor een veilig schoolklimaat, waarin leerlingen zich gekend, gehoord en serieus genomen voelen.
De regels van Markenhage zijn bekend bij alle leerlingen en staan op de website
van Markenhage.
In de mentorlessen wordt aandacht besteed aan omgangsregels en (on)gewenst gedrag.
De mentor informeert alle collega’s over specifieke gedragsproblemen van zijn leerlingen (bijv. ADHD) en de structurele aanpak die daarvoor noodzakelijk is.
Er zijn regelmatig leerlingbesprekingen tussen een afdelingsleider en zijn/haar mentoren.
Er functioneert een ‘zorgteam’ het ZAT, bestaande uit zorgcoördinator, afdelingsleiders en vertrouwenspersonen. Er zijn intensieve contacten tussen de zorgcoördinator en externe hulpverlenende instanties. Er is een convenant gesloten tussen scholen, samenwerkingsverbanden en gemeentelijke instanties in de regio om geschorste leerlingen die niet elders geplaatst kunnen worden en de veiligheid van leerlingen en personeel in gevaar brengen, in een time-out voorziening onder te brengen. In de zogeheten voorfase worden onderscheiden de stappen 1 t/m 3:
Stap 1
Een gedragsprobleem leidt tot verwijderen uit de les.
De leerling meldt zich bij de leerlingbegeleider/afdelingsleider die een gele kaart laat invullen en de leerling terugstuurt naar de docent om het voorval te bespreken en laat de docent de straf op de gele kaart vermelden. De gele kaart wordt direct en volledig ingevuld bij de afdelingsleider ingeleverd.
De mentor krijgt bericht van verwijdering van de afdelingsleider.
Het verwijderen uit de les herhaalt zich.
Maatregelen volgen. . De mentor spreekt met leerling over noodzaak tot veranderen van gedrag en mogelijke consequenties op korte of langere termijn (informeel, stimulerend en corrigerend). Soms zal de mentor ervoor kiezen om ook advies aan zijn collega te geven over een aanpak van de leerling die beter werkt. De mentor/afdelingsleider voegt aantekeningen van conflicten en afspraken gedurende alle stappen toe aan het leerlingdossier in Magister.
De mentor informeert waar nodig de ouder(s)/verzorger(s) telefonisch.
De afdelingsleider is op de hoogte van de gang van zaken.
Stap 2 Het gedragsprobleem blijft bestaan; er volgen meerdere verwijderingen/conflicten. De mentor/afdelingsleider voert een – van te voren vastgesteld – gesprek met de leerling waarin wordt duidelijk gemaakt wat de rest van de procedure inhoudt . De afdelingsleider en mentor bespreken de leerling in het zorgteam (ZAT) om te zien of er een andere vorm van intensieve begeleiding nodig is om tot gedragsverandering te komen. Er wordt een maatregel opgelegd (anders dan schorsen) door mentor en/of afdelingsleider. Ouders worden daarvan op de hoogte gesteld. Helpt de maatregel niet, dan wordt een formeel gesprek gevoerd met de leerling in aanwezigheid van een ouder door de afdelingsleider. Er gaat een gestandaardiseerde brief naar de ouder(s)/verzorger(s) om hen te informeren over de gemaakte afspraken. De afdelingsleider voegt de brief toe aan het (elektronische) leerlingdossier (in Magister).
Stap 3 Er treedt geen verbetering op in het gedrag van de leerling (herhaald verwijderen, ernstige klachten over houding, inzet en gedrag). De ouder(s)/verzorger(s) worden door de afdelingsleider uitgenodigd voor een gesprek (waarbij de mentor aanwezig is). In dat gesprek wordt o.a. duidelijk gemaakt wat er allemaal al is gedaan en afgesproken (ook de door het zorgteam aanbevolen mogelijke externe begeleiding), en dat schorsen (en verwijderen) de consequentie zullen zijn van aanhoudende gedragsproblemen. De inhoud van het gesprek en de gemaakte afspraken worden op papier gezet (= gedragscontract) en door de ouders en leerling ondertekend. Indien van toepassing ondertekenen de ouders een toestemmingsformulier voor doorgeven van relevante gegevens en/of voor aanvraag externe hulpverlening (zie bijlagen). Fase 1:
Schorsen
Bij een ernstig incident (waardoor de veiligheid en het welzijn van leerlingen en medewerkers in gevaar komen) kunnen (delen uit) stap 1 t/m 3 worden overgeslagen. Bij strafbaar gedrag hanteren we een aparte procedure (zie bijlage). In Fase 1 worden de stappen 4 t/m 6 onderscheiden:
Stap 4 Het gedragscontract wordt geschonden – naar het oordeel van de afdelingsleider – dus wordt de leerling 1 dag geschorst.
Het bevoegd gezag (een lid van de schoolleiding ) neemt daartoe het besluit.
De ouder(s)/verzorger(s) worden telefonisch van het voornemen op de hoogte gesteld. De ouder(s)/verzorger(s) krijgen tevens een schriftelijke motivatie van de reden van schorsing waarin tevens: –
de duur van de schorsing
–
de taak die de leerling opgegeven krijgt
–
de plaats waar deze taak uitgevoerd wordt
– het moment waarop met de ouders/verzorgers van de geschorste leerling wordt gesproken –
de mogelijkheid tot bezwaar en beroep
De betrokken onderwijsgevenden en de administratie worden over de schorsing geïnformeerd (niet via het prikbord, maar via e-mail).
Stap 5 4)
Bij aanhouden van wangedrag volgt een schorsing van 3 dagen (zie verder Stap
Een afschrift van deze brief gaat naar leerplichtambtenaar en mentor en wordt toegevoegd aan het dossier; de Inspectie wordt digitaal geïnformeerd via www.schooldossier.nl Tijdens het gesprek wordt ouder(s)/verzorger(s) en leerling duidelijk gemaakt dat dit een zekere weg is naar definitieve verwijdering als het gedrag niet verbetert; een dergelijke zinsnede kan ook in de brief worden opgenomen.
Stap 6
Als de leerling volhardt volgt een week schorsing (zie verder Stap 4)
Indien noodzakelijk mag de schorsing met telkens een week verlengd worden, hangende een besluit van het Bevoegd Gezag of nader onderzoek van een incident. Dit gebeurt in overleg met de leerplichtambtenaar.
Fase 2:
Verwijdering
Het bevoegd gezag van een school kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling. Verwijdering van een leerling is geregeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs (artikel 27). Voordat tot definitieve verwijdering wordt overgegaan, kan ook worden gekozen voor tijdelijke verwijdering (kortdurende of langdurige buitenschoolse opvang = TimeOut). In Fase 2 volgt als laatste stap 7:
Stap 7 Indien de leerling dan nog steeds door wangedrag de goede orde verstoort, wordt zijn/haar verwijdering van school voorbereid. Eerst wordt de leerling en (als deze minderjarig is) diens ouders in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Definitieve verwijdering geschiedt slechts na overleg met de Inspectie. Hangende dit overleg kan de betreffende leerling worden geschorst (zie Stap 4 t/m 6). Sinds augustus 1988 mag een school leerlingen alleen uitschrijven als een andere school of instelling hen wil opnemen (inspanningsverplichting van 2 maanden).
Lukt dat, dan volgt definitieve verwijdering.
Het bevoegd gezag stelt de Inspectie van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Een kopie van deze kennisgeving dienen we te zenden aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerplichtige leerling, van niet-leerplichtige leerlingen aan het RMC. Binnen 30 dagen na dagtekenen van bovengenoemde kennisgeving kan door de leerling (of diens ouders) bij het bevoegd gezag schriftelijk om herziening van het besluit worden verzocht.
Het bevoegd gezag neemt zo spoedig mogelijk maar binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek, na overleg met Inspectie en eventueel andere deskundigen en nadat leerling (en/of diens ouders) zijn gehoord, een beslissing. Het bevoegd gezag kan de leerling gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van besluit, de toegang tot de school ontzeggen. Lukt inschrijving bij een andere school of instelling niet, dan vragen we daarvan een schriftelijke bevestiging van die school of instelling. Lukt inschrijving bij een andere school of instelling niet en is terugplaatsing op de oorspronkelijke school zeer onwenselijk in verband met lichamelijke en/of geestelijke schade bij een eventueel slachtoffer, of in verband met de veiligheid van leerlingen en personeel, dan draagt de rector de dader(s) over aan de gemeentelijke opvanginstanties (leerplicht, RMC, jeugdzorg) die dan voor een passende oplossing zorgen. Hangende dit zoekproces blijft de schorsing gehandhaafd. Frans van Twist, afdelingsleider 3-6 vwo Juni 2010
Bijlagen 1. Handelen bij strafbaar gedrag
Bij strafbaar gedrag valt te denken aan:
bedreiging (verbaal geweld)
e-mail/msn geweld
laster
vechten (fysiek geweld)
seksuele intimidatie
discriminatie
verboden wapenbezit
dreigen met een wapen (dat kan ook een passer of schroevendraaier zijn)
vandalisme
diefstal
dealen.
1. De betrokken leerling(en), vermoedelijke dader(s) en slachtoffer(s), worden gehoord. 2.
De politie wordt gewaarschuwd.
3.
Het slachtoffer wordt aangeraden aangifte te doen.
4. Met de politie wordt besproken of de schoolleiding zich nog met de ondervraging van betrokkenen bemoeit, of dat ze het onderzoek geheel aan de politie overlaat. 5. Er wordt een onderzoeksperiode van 5 dagen ingelast, waarin de vermoedelijke dader(s) tijdelijk de toegang tot de school ontzegd wordt. Voor deze onderzoeksschorsing geldt dezelfde procedure als voor een schorsing van meer dan 1 dag (zie Stap 4). 6. In deze periode gaat een onderzoeksteam aan de slag om de toedracht uit te zoeken (vertrouwenspersoon, vertrouwensarts, politie, mentor, afdelingsleider/conrector, rector etc.). Als het onderzoek geheel in handen van de politie ligt, wordt er natuurlijk geen onderzoeksteam samengesteld.
7. Het onderzoeksteam voert met alle betrokkenen maar in ieder geval met de dader(s) en slachtoffer(s), als de betrokkenen minderjarig zijn ook met de ouder(s)/verzorger(s), een gesprek. Zij brengen na deze gesprekken advies uit aan de school over de verdere gang van zaken. 8. Dit advies wordt schriftelijk aan alle betrokkenen (en indien betrokkenen minderjarig zijn ook aan de ouder(s)/verzorger(s)) meegedeeld. 9. Op grond van de adviezen van het onderzoeksteam (politie) kan de rector besluiten:
de schorsing onmiddellijk te beëindigen
de dader(s) voor verwijdering van school voor te dragen
de dader(s) hangende het verdere justitiële onderzoek te schorsen.
10. Er gaat een brief naar de leerling (of als de leerling minderjarig is naar de ouder(s)/ verzorger(s)) waarin het besluit met opgave van redenen wordt meegedeeld. 11. In de brief wordt verder opgenomen: bij een voortgezette schorsing: de taak die de leerling opgegeven krijgt en de plaats waar deze taak uitgevoerd wordt
de mogelijkheid tot beroep en bezwaar
kopieën van deze brief gaan met een begeleidend schrijven naar, de leerplichtambtenaar, het bevoegd gezag en de verantwoordelijke functionaris (afdelingsleider) en het leerlingdossier; de Inspectie wordt elektronisch geïnformeerd. 12. In de periode dat de leerling geschorst is, volgt de leerling een vervangend onderwijsprogramma, bij voorkeur op school. 13. Als de aanwezigheid van de leerling de veiligheid van medeleerlingen of personeel van de school in gevaar brengt, wordt de leerling buiten schooltijd eenmaal per week de gelegenheid geboden op school te komen, huiswerk in ontvangst te nemen en gecorrigeerd huiswerk terug te ontvangen, zodat het leerproces in beperkte vorm toch doorgang kan vinden. Dit contact loopt via de afdelingsleider. 14. Nadat het justitieel onderzoek is afgesloten, besluit de rector of:
de schorsing onmiddellijk beëindigd wordt
de dader(s) bij het bevoegd gezag voor definitieve verwijdering van school worden voorgedragen
als uit justitieel onderzoek niet onomstotelijk schuld bewezen kan worden, of als slachtoffer(s) geen aangifte bij de politie willen doen, kan terugplaatsing op school toch niet wenselijk zijn in verband met lichamelijke of geestelijke schade bij slachtoffer(s) of in verband met de veiligheid van leerlingen en personeel er gaat een brief naar de leerling (of als de leerling minderjarig is naar de ouder(s)/ver-zorger(s)) waarin het besluit met opgave van redenen wordt meegedeeld
in de brief wordt verder opgenomen:
– bij een voortgezette schorsing: de taak die de leerling opgegeven krijgt en de plaats waar deze taak uitgevoerd wordt –
de mogelijkheid tot beroep en bezwaar.
15. Kopieën van deze brief gaan met een begeleidend schrijven naar de leerplichtambtenaar, het bevoegd gezag en de verantwoordelijke functionaris (afdelingsleider), de gezinsvoogd en het leerlingdossier; de Inspectie wordt elektronisch geïnformeerd.
Bij het toepassen van strafrechtelijke mogelijkheden zijn de volgende punten van belang: 1.
Er moet sprake zijn van een strafbaar feit.
2. Er moet een verdenking jegens de leerling bestaan, bijv. uit getuigenverklaringen, het aantreffen van een wapen of een bekentenis van de verdachte leerling. 3. Bij een geconstateerd strafbaar feit heeft de schoolleiding in feite geen keuze. Van strafbaar gedrag moet aangifte worden gedaan bij politie en justitie. Realiseer je dat het verwijtbaar is om geen aangifte te doen. 4. Adviseer slachtoffer(s) of de ouder(s)/verzorger(s) van slachtoffer(s) aangifte te doen. Als slachtoffer(s) geen aangifte wil(len) doen, is de school gerechtigd dat als rechtspersoon zelf te doen. 5. In plaats van aangifte kan men bij de politie een mutatie laten opmaken. Dat betekent dat de politie officieel op de hoogte is van een voorval, zonder dat zij de stappen onderneemt die bij het doen van aangifte wel ondernomen worden. Bij herhaling kan een mutatie van groot belang zijn. 6. Maak van tevoren met de politie afspraken in hoeverre de schoolleiding strafrechtelijk kan optreden en in hoeverre de schoolleiding gerechtigd is binnen de school te rechercheren.
7. Een ieder, dus ook een docent, OOP'er of lid van de schoolleiding, is bevoegd een op heterdaad betrapte verdachte aan te houden. Heterdaad wil zeggen dat men het strafbare feit ziet gebeuren of de situatie zeer kort daarna. 8. De verdachte kan worden overmeesterd en opgesloten tot de politie arriveert. Leg medewerkers en leerlingen op hierin de grootst mogelijke terughoudendheid te betrachten. 9. De verdachte moet zo snel mogelijk worden overgedragen aan de politie met de bedoeling te worden voorgeleid voor de officier van justitie. 10. Inbeslagneming van met zich gevoerde wapens is mogelijk. De school mag echter niet tot fouilleren overgaan. Hierover bestaan misverstanden. Maar volgens art. 56 sv is dit dwangmiddel voorbehouden aan de (hulp)officier van justitie.
Bijlage 2: Brief aan ouders inzake schorsing Indien u een leerling schorst, moet u de ouders/verzorgers van de leerling schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte stellen. Hiervoor kunt u deze voorbeeldbrief gebruiken. Let u erop dat u de brief aangetekend verstuurt. Aan de ouders/verzorgers van ........ Plaats, datum Geachte ouders/verzorgers, In navolging op het gesprek dat wij met u hebben gevoerd op ……. en na overleg met dhr/mw..................................................delen wij u hierbij mede dat uw zoon/ dochter............................................................met ingang van ...... tot uiterlijk..........is geschorst. Gedurende deze schorsing ontzeggen wij.... de toegang tot de school. De reden(en) die ten grondslag liggen aan deze schorsing zijn:.......................... De genomen maatregelen met het oog op de schorsing zijn: . (denk aan het meegeven huiswerkopdrachten etc . ). Hoogachtend, Namens het Bestuur van ……….. (naam van de school)
(naam rector + functie) In afschrift aan: Schoolbestuur Leerplichtambtenaar Onderwijsinspectie
Bijlage 3: Brief aan ouders over voornemen verwijdering Deze voorbeeldbrief kunt u gebruiken bij de schriftelijke en gemotiveerde mededeling aan de ouders/verzorgers over het voornemen hun kind van school te verwijderen. Deze brief dient u aangetekend te versturen. Aan de ouders/verzorgers van........ Plaats, datum Geachte ouders/verzorgers, In navolging op het gesprek dat wij met u hebben gevoerd open na overleg met de dhr/mw .....delen wij u hierbij mede dat uw zoon/dochter... met ingang van ................................... zal worden verwijderd van school. In de komende 8 weken zullen wij uitvoering geven aan de verplichting zoals opgenomen in artikel 27 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs inhoudende dat wij op zoek zullen gaan naar een andere school die bereid is uw zoon/dochter toe te laten. Mochten wij hier binnen 8 weken niet in slagen dan zullen wij overgaan tot definitieve verwijdering. Voorafgaande aan deze definitieve verwijdering zullen wij uw zoon/dochter met onmiddellijke ingang/met ingang van………. tijdelijk verwijderen. Tijdens deze tijdelijke verwijdering ontzeggen wij uw zoon/dochter de toegang tot de school. De reden(-en) die ten grondslag liggen aan deze verwijdering zijn:.......................... De genomen maatregelen met het oog op de verwijdering zijn: (denk aan het meegeven huiswerkopdrachten etc .). Tegen dit besluit kunt u binnen 30 dagen na dagtekenen, schriftelijk bezwaar maken. U kunt dit bezwaar richten aan ……………………………………... Alvorens het Bevoegd Gezag een besluit neemt aangaande uw bezwaar zult u worden gehoord. Het Bevoegd Gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van uw bezwaren. Hoogachtend,
Namens het Bevoegd Gezag (naam) (naam rector + functie) In afschrift aan: Schoolbestuur Leerplichtambtenaar Onderwijsinspectie
Bijlage 4: Brief aan ouders over definitieve verwijdering Deze voorbeeldbrief kunt u gebruiken wanneer u de ouders/verzorgers meedeelt dat hun kind definitief wordt verwijderd. Deze brief dient u aangetekend te versturen. Aan de ouders/verzorgers van........ Plaats, datum Geachte ouders/verzorgers, In navolging op het gesprek dat wij met u hebben gevoerd op …………… en na overleg met dhr/mw………………….. en onze brief d.d (datum brief voornemen tot verwijdering) delen wij u hierbij mede dat uw zoon/dochter met ingang van op grond van artikel 27 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs definitief zal worden verwijderd van school. In afgelopen acht weken hebben wij op grond van de verplichting zoals opgenomen in artikel 27 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, gezocht naar een andere school voor uw zoon/dochter. Wij zijn er echter niet in geslaagd om een andere school bereid te vinden uw zoon/dochter toe te laten. (Toelichting op gepleegde inspanningen, reden van niet toelaten). De reden(-en) die ten grondslag liggen aan deze definitieve verwijdering zijn:.......................... De genomen maatregelen met het oog op de verwijdering zijn: .(denk aan het meegeven huiswerkopdrachten etc . ). Tegen dit besluit kunt u op grond van artikel 27 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs binnen zes weken na ontvangst van dit besluit schriftelijk bezwaar maken. U kunt dit bezwaar richten aan …………………………………………….. Alvorens het Bevoegd Gezag een besluit neemt aangaande uw bezwaar zult u worden gehoord. Het Bevoegd Gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van uw bezwaren. Hoogachtend,
Namens het Bevoegd Gezag (Naam) (naam rector + functie) In afschrift aan: Bevoegd Gezag Leerplichtambtenaar Onderwijsinspectie