Protocol Kinderoefentherapie
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Samenwerking
4
3
Signalering
5
4
Verwijzing
6
5
Behandeling
7
6
In schema
8
7
Ouders
9
Bijlagen 1
Formulier “Aanvraag buitengewoon verlof” in verband met behandeling 10
2 Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
1
Inleiding
Op school worden we regelmatig geconfronteerd met leerlingen die een achterstand hebben in hun motorische ontwikkeling. Dit kan gaan om zowel de fijne als de grove motoriek. In de ontwikkeling van elk kind speelt de motoriek een belangrijke rol. Voor ons is het van essentieel belang dat het kind zich zo optimaal mogelijk ontwikkelt. Daarom is voor ons de samenwerking met kinderoefentherapie van belang. Zij hebben de kennis en de middelen om kinderen te helpen.
Voor alle situaties geldt: als er ook maar de geringste twijfel bestaat bij de leerkracht, dan dient hij zich tot de schoolleiding te wenden voor advies. Voor dit protocol geldt: in alle gevallen waarin dit protocol niet voorziet, beslist de schoolleiding.
3 Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
2
Samenwerking
In mei 2014 is basisschool Dynamiek gestart met een intensievere samenwerking met Stef Schreutelkamp, kinderoefentherapeut te Terborg. Het doel van deze samenwerking is te komen tot een systeem waarin kinderen met een evidente achterstand in de ontwikkeling op motorisch gebied zo snel mogelijk worden gesignaleerd. Verder willen we bereiken dat de kinderen, die een motorische achterstand hebben, worden behandeld. In situaties waarbij een onduidelijk of onzeker beeld zich voordoet, kunnen we een beroep doen op de expertise van de kinderoefentherapeut. Om alles zo praktisch mogelijk te kunnen laten verlopen én om het overleg te bevorderen, biedt Dynamiek de mogelijkheid om de behandelingen op school te laten plaatsvinden. De huidige visie over het behandelen van kinderen met een motorische hulpvraag is dat dit zoveel mogelijk doel- en contextgericht dient te gebeuren. Een van de grootste problemen van paramedische therapie is de generalisatie van de praktijkruimte naar het dagelijks leven. Een kinderoefentherapeut werkzaam in een onderwijsinstelling zal dit probleem veel minder sterk ervaren. De kinderoefentherapeut werkzaam in een onderwijsinstelling is veel beter in staat om de geleerde motorische vaardigheden direct in de context van het kind te oefenen. Een deel van de kinderoefentherapie kan zelfs direct in de context plaats vinden zoals tijdens de gymles, het buiten spelen en/of in de klas. Daarnaast kan de leerkracht gemakkelijk worden meegenomen in de behandeling van het kind, door de leerkracht adviezen te geven over het motorisch functioneren. De school is de omgeving waar het kind een groot deel van de dag doorbrengt. Tijdens schooluren wordt een beroep gedaan op het motorisch functioneren van het kind. Het grof motorisch functioneren komt met name terug bij het buiten spelen en de gymles, terwijl het fijn motorisch functioneren met name terug komt bij het knutselen en het (voorbereidend) schrijven. De groepsbesprekingen van de leerkracht met de Iber, kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vroegtijdig signaleren van problemen in het motorisch functioneren van kinderen. Onderzoek laat zien dat de leerkracht in veel gevallen zelfs een realistischer beeld heeft over het motorisch functioneren van het kind dan de ouders. Dit komt mede door een neutrale observatie en een groter referentiekader. Door een goede signalering, ondersteuning van de leerkracht en de mogelijkheid om contextgericht zorg aan te bieden heeft kinderoefentherapie op school een duidelijke meerwaarde voor het behandelen van kinderen met een motorische hulpvraag.
4 Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
3
Signalering
In de kleutergroepen maken we hiervoor gebruik van de PRAVOO-lijsten. Deze observatielijsten worden voor elke kind ingevuld. De PRAVOO-lijst bevat een aantal vragen, dat betrekking heeft op de motorische ontwikkeling van het kind. De leerkracht vult deze lijst in, dat gebeurt 2 keer per jaar. Op het moment dat aan de hand van de PRAVOO-lijst duidelijk wordt dat er sprake is van een motorische achterstand, kan de leerkracht een motorische signaleringslijst gebruiken. Deze geeft een completer beeld. Wanneer de signaleringslijst daar aanleiding toe geeft, worden in overleg met de Iber, de ouders op de hoogte gesteld. In overleg wordt afgestemd of de observaties overeenkomen met het beeld dat de ouders hebben van hun kind. Bij twijfel kan (na mondelinge toestemming) een motorische observatie plaatsvinden door de kinderoefentherapeut. De observaties vinden plaats op twee momenten in het schooljaar, namelijk oktober, en februari/maart. Hier zal een advies uit volgen wat met de ouders besproken zal worden. Wanneer duidelijk naar voren komt dat er moeilijkheden zijn in de motoriek, wordt ouders geadviseerd contact op te nemen met de huisarts. De huisarts zal beoordelen of het terecht is dat een verwijsbrief wordt afgegeven met de aanvraag voor een kinderoefentherapeutisch onderzoek. Het betreft een specialistisch onderzoek dat altijd buiten school plaatsvindt. Wanneer deze verwijst voor onderzoek/ behandeling kan dit met de zorgverzekering kortgesloten worden en kan de behandeling starten Voor de kinderen vanaf groep 3, geldt dat de leerkracht in eerste instantie observeert. Wanneer daar aanleiding toe bestaat, kan de leerkracht de motorische signaleringslijst gebruiken. Het traject dat daarna volgt is identiek aan dat zoals hierboven is omschreven. Het kan ook zijn dat een ouder aangeeft dat hij / zij zich zorgen maakt om de motorische ontwikkeling van zijn / haar kind. Ook in dat geval kan de leerkracht het kind aanmelden voor observatie door de kinderoefentherapeut.
5 Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
4
Verwijzing
Het is belangrijk in het gehele traject dat de huisarts van het kind zijn visie geeft op de motorische ontwikkeling. Het kan namelijk zo zijn dat er een medische reden is waarom een kind zich motorisch wat trager ontwikkelt. De huisarts kan de medische / fysieke kant het best beoordelen. Wanneer de huisarts het kinder-oefentherapeutische onderzoek/ behandeling voorschrijft, kunnen de ouders in contact treden met hun zorgverzekeraar, in verband met de vergoeding van de kosten. De basisverzekering (deze geldt voor iedereen) is in ieder geval geregeld dat elk kind 18 behandelingen kan krijgen. Voor verdere informatie verwijzen we naar de zorgpolis.
6 Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
5
Behandeling
Wanneer een kind behandeld moet worden, kan dit bij diverse kinderoefentherapeuten. Een gemiddelde behandeling duurt ongeveer een half uur. We bieden de mogelijkheid om de kinder-oefentherapeutische behandelingen door Stef Schreutelkamp op school te laten plaatsvinden. Dit is voor zowel kinderen als hun ouders minder belastend, omdat er geen reistijd is. Voor school is het gunstig, omdat de kinderoefentherapeut gemakkelijk even in contact kan treden met de leerkracht, als daar aanleiding toe bestaat. Om organisatorisch praktische redenen kunnen andere kinderoefentherapeuten hier niet terecht voor behandelingen. Wanneer ouders hun kind op school willen laten behandelen, dienen ze een verklaring te ondertekenen waarin geregeld is dat zij ermee akkoord gaan dat het kind de lessen, tijdens de behandeling mist. Dit geldt overigens ook wanneer een kind tijdens schooltijd naar een andere therapeut gaat. De kinder-oefentherpeut stemt samen met de leerkracht af wat een geschikt moment is in het rooster voor behandeling van het kind. Met de kinderoefentherapeut worden afspraken gemaakt met betrekking tot roostering van behandelingen en de ruimte die hiervoor gebruikt kan worden. Het uitgangspunt is dat behandeling plaatsvindt in een kantoortje, op een vaste dag. Na het eerste jaar wordt er geëvalueerd en, indien gewenst, bijgesteld. Als er een behandeling op de school plaatsvindt mag hier geen toeslag voor een “uitbehandeling” gerekend worden. De kinderoefentherapeut handelt te allen tijde binnen de kaders van de leerplichtwet. (artikel 41, lid 2 van de Wet op het primair Onderwijs (WPO) biedt de mogelijkheid tot het verlenen van vrijstelling van bepaalde onderwijsactiviteiten. Alleen als de huisarts, schoolarts, specialist of kinderpsychiater nadrukkelijk een verklaring afgeeft van de medische of psychiatrische noodzakelijkheid van de behandeling, dan kunnen de activiteiten als vervangende activiteiten worden beschouwd en mag de leerling tijdens schooltijd aan de vervangende activiteiten meedoen) 1
1
Bron: AVS, algemene schoolleiders vereniging Nederland 7
Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
6 In schema Motorisch probleem
observatie school
gezamenlijke observatie
beoordeling huisarts verwijzing kinderoefentherapeutisch onderzoek
Kinder-oefentherapeutisch onderzoek, behandeling op school of locatie
observatie ouders
Observatie extern
Geen overeenstemmende observatie ouders /leerkracht
observatie kinderoefentherapeut
advies; huisarts of oefeningen en controle IB-er, leerkracht en kinderoefentherapeut
Toelichting Bij “observatie” school zijn de leerkracht(en) en de IB-er betrokken. Bij externe observaties dient men te denken aan observaties die door externen zijn gedaan, zoals de schoolarts of de sportvereniging. Met gezamenlijke observaties wordt bedoeld een observatie waarbij zowel school als ouders of school en externen overeenstemmen.
8 Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
7 Ouders Het is van groot belang dat de ouders op de hoogte zijn van dit protocol. Daarom wordt het protocol geplaatst op de website van de school. Ouders wordt om toestemming gevraagd om de kinderen eventueel te laten observeren op de wijze, zoals beschreven in hoofdstuk 3. Voor de ouders van kinderen, die al op school zitten, wordt de toestemming gevraagd via de gebruikelijke kanalen. Aan ouders van nieuwe kinderen wordt toestemming gevraagd middels het inschrijfformulier van Dynamiek.
9 Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
Bijlage 1
Aanvraag Buitengewoon verlof Ondergetekende, Naam
: _________________________________
Adres
:__________________________________
Postcode – woonplaats
:________________________
vraagt hierbij verlof voor : __________________________ uit groep:
(naam kind)
: ______________
Het verlof wordt aangevraagd zodat het kind naar kinderoefentherapie kan gaan onder schooltijd. De tijden van fysiotherapie zijn op ______dagen van ______uur tot ______uur. Het behandelplan is opgedeeld in periodes, na elke periode volgt een korte evaluatie waarbij behandeldoel en -plan eventueel bijgesteld worden. Na ca. een half jaar wordt de movement ABC2 afgenomen. Deze score zal vergeleken worden met het voorgaande onderzoek waardoor de vorderingen (meetbaar/ kwantitatief) in kaart worden gebracht. Er kan geen aanspraak gemaakt worden op het inhalen van gemiste lessen en eventueel opgelopen achterstanden. Deze aanvraag is ingediend bij de directie van basisschool Dynamiek te Terborg op Datum:
handtekening: _________________________
_______________________
(in te vullen door directie) Het verlof wordt wel / niet verleend. Datum:
handtekening:
__________________________
_______________________ 10
Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v
11 Protocol 2013-2014
Kinderoefentherapie v